1. Goede praktijken in overheidscommunicatie 2.0Vanden Broele Academy24 maart 2011 Eric Goubin 1
2.
3.
4.
5. Wat is Web 2.0 ? Web content wordtrijker (multimediaal) Web content wordteenvoudigerteproduceren Web content wordteenvoudigerteverspreiden Web content wordtvindbaarder Web content wordtdraagbaar, remixbaar (mashable) Het web gaat in interactie met gebruikers Het web personaliseertzichnaargebruikers ‘Wisdom of the Crowds’
15. Web 2.0 - Uitdagingen Algemeen Information overload Infobesitas Infotention Vooroverheden : Watdoen we met de input die we vergaren ? Beschikbare software is nietaltijdafgestemd op specifiekeeisen van toepassingenvooroverheden. Technologie in functie van het doel, niet ‘omdat het kan’. Technologietoepassen op het juiste moment in eenproces. Lerenomgaan met transparantie van het web. Wattedoen met bottom-up initiatieven ? 15
17. 17 Male/Female User Ratio on Facebook in Belgium http://www.socialbakers.com/facebook-statistics/belgium
18. 18 User age distribution on Facebook in Belgium (nov. 2010) http://www.socialbakers.com/facebook-statistics/belgium
19. Wat doen we met sociale media ? Sociale Media vormenvoor steeds meermenseneenextensie van het echteleven: We creëren en onderhoudensociaalkapitaal. We identificerenonsbinnenonzeomgeving. We associërenonser (semi-publiekelijk) met merken, initiatieven en strekkingen. We consumereninformatie die onswordttoegestoptvanuitonsnetwerk (‘social push’) Naastvrijetijdsbestedingook steeds meereenwerkmiddelbinnenorganisaties en bedrijven (Enterprise 2.0) 19
20. 20 Aandachtspunten Verschillendeinstrumentenvoorverschillendemensen op basis van leeftijd of anderedemografischefactoren op basis van socio-economischefactoren evolueertsterk en is vaakplaatsgebonden privé en/of professioneel Evolutie van privacy Gepersonaliseerdeervaringgeeftillusie van privacy (Het internet vergeetniet, houdtmeerbijdan je denkt) Beperktvermogenomeengrootnetwerktebevatten Privacy instellingen in tools zijnnietaltijdduidelijk en evolueren
21.
22. De positie en bijhorende aandachtspunten van internet & sociale media in de mediamix 22
23. Niveaus in overheidscommunicatie 1° In de belangstelling brengen / aandacht trekken 2° Informeren 3° Overtuigen 4° Ondersteunen: geheugensteun, meer diepgaande info, inschrijvingsmodaliteiten 5° Publiek behouden/onderhouden… 6° => ergens verspreid tussen 1° tot 5°: het publiek betrekken Al te vaak zijn communicatieacties vooral georiënteerd op “in de aandacht komen” of op “informeren” “Fasen” zijn niet altijd zo lineair als het lijkt 23
24.
25.
26. 26 Fase 2: informeren, vooral via: gemeentelijk informatieblad folder brochure direct mail mondelinge media (aanspreken, telefoneren, infolijn, vergadering, stand…) website e-zine
27.
28.
29. 29 Fase 5: je publiek behouden/ onderhouden, vooral via: mondelinge communicatie tijdschrift (nieuws)brief e-zine sociale media
30. 30 6 => ergens tussen 1 en 5: het publiek betrekken, vooral via: mondelinge communicatie sociale media gevorderde interactieve website (web 2.0) schriftelijke bevragingen (smartphone / gsm)
62. 52 Andere markante getallen Mannen maken iets meer gebruik van het internet (78%) dan vrouwen (71%) 91% van de Belgen heeft mobiele telefoon 26% van de Belgen maakt (al eens) gebruik van mobiel internet Penetratie digitale televisie: in 27% van de Belgische gezinnen Ivm vrijetijd is het internet de belangrijkste info-zoekbron voor 58% van de bevolking(STER-KUL & Lessius-Memori, 2008)
63. 53 De digitale kloof is reëel… +/- 30% van de gezinnen heeft (nog) geen internettoegang thuis Velen hebben internet, maar vinden er hun weg niet in => van “hebben of niet hebben” naar “hebben en wat doe ik ermee?”
64. …maar de digitale kloof is ook een mythe Een reële minderheid heeft zelf geen internet, maar kan wel beroep doen op anderen die dit wel hebben (en/of ermee overweg kunnen) Een kleine groep (+/- 4%) heeft thuis geen internet, maar gebruikt het elders Een reële minderheid (vnl. grote groep hoogbejaarden) is helaas een “verloren” groep ivm ICT Deze laatste groep wordt geleidelijk vervangen door een groeiend seniorenpubliekdat wel overweg kan met internet Het uitsluitend aanbieden van infovoorzieningen via nieuwe media is discriminerend (waar wie doet dat alsnog?) Het weinig of niet aanbieden van info via nieuwe media is discriminerend voor een groot deel van de bevolking. Een groter wordende doelgroep ervaart intellectuele, mentale of financiële drempels met (bepaalde) oude media: bvb. telefoon, telefoonboek, tekstbeladen drukwerken, het rechtstreeks in contact komen met (bepaalde) personen… => Nieuwe media zijn meer en meer “gewone” media geworden tussen de niet-digitale kanalen 54
65. 3 digitale kloven 1e graad : Toegang tot ICT 2e graad : Technische kennis nodig om ICT te kunnen gebruiken 3e graad : Wàt we juist doen met die techniek => informatievaardigheden: Recent onderzoek (2009-2010) van: FTU (Namur), in opdracht van POD – Maatschappelijke Integratie SMIT-VUB(Brussel), in opdracht van Instituut voor Samenleving en Technologie (Vlaams Parlement) Ruimer dan de klassieke kansarme groepen Ook bij jongeren => vaak verkeerde verwachtingen over het online informeringspotentieel van jongeren 55
67. Web 3.0 ? Verregaande personalisatie van het web dankzij Het semantische web (contextuele informatie) Informatie uit ons sociaal netwerk Internet overal / mobiel internet Internet of things Augmented Reality Verinternetwerking van samenleving, economie en overheid 57
68.
69. Bedankt voor uw aandacht!Volg ons op:www.memori.bewww.lessius.euEric.Goubin@Mechelen.Lessius.euAlsook op LinkedIn, Twitter, Facebook, Netlog… 59
Hinweis der Redaktion
Online communities terversterking van de socialecohesie in gemeenschappen
Transparantierond ‘watdoetmijngebiedsbuurtwerkereigenlijk?’ De burger leert de taak van zijnambtenarenkennen
Opvolgingssysteem voor de gemeente zelf.Kan dit ook dienen als opstap naar meer participatie door de burger zelf ?
Als we allemaal content gaan creëren, ontstaat er een overload aan informatie.Een overload aan informatie brengt onproductiviteit en stress met zich meeDe uitdaging ligt dus in het creëren van tools die deze ‘information overload’ weten te temmen.
Figuur is uit een studie van Oxford Uni die de derde graad beschrijft….naarmate socio-economische achtergrond verschilt participatie op deze drie niveaus erg sterk.