Op 26 september 2018 organiseerde Onroerend Erfgoed een interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector. Tijdens de plenaire sessie werden toelichtingen gegeven over actuele thema’s uit de Vlaamse archeologie. Een eerste presentatie gaat over de komende wijzigingen aan de archeologieregelgeving, over versie 3.0 van de Code van Goede Praktijk en over het evaluatierapport archeologie voor het werkjaar 2017. Een tweede presentatie gaat in op archeologische zones en de GGA-kaart, op handleidingen en vorming, op het archeologieportaal en op het depotnetwerk.
6. Wat voorafging
1) Onroerenderfgoeddecreet en –besluit treden in
werking vanaf 2015 (archeologie: deels 2016)
2) Regeerakkoord VR 2014-2019: “Halverwege 2017
evalueren we de eerste resultaten van dit decreet en
de effecten ervan op het terrein, met het oog op
eventuele bijsturingen.”
3) Mei 2017: evaluatierapport Onroerenderfgoeddecreet
4) Juli 2017: goedkeuring Conceptnota ‘Aanpassing OE-
decreet n.a.v. de ex-post evaluatie’
7. Wat voorafging
5) 13 juli 2018: bekrachtiging en afkondiging van het
decreet houdende wijziging van het OE-decreet n.a.v.
de ex-post evaluatie (=beslist)
6) 20 juli 2018: eerste principiële goedkeuring van het
besluit van de VR houdende wijziging van het OE-
besluit n.a.v. de ex-post evaluatie (=lopende)
11. Instanties en actoren
▪ Gedifferentieerde erkenning archeologen
▪ Decreet = mogelijkheid, besluit = modaliteiten
▪ Type 1
▪ Alle archeologisch onderzoek
▪ Huidige erkenningsvoorwaarden plus opleiding CGP,
natuurlijk persoon ervaring 1j/10j (<> 1/5)
▪ Rechtspersoon ervaring blijft 3j/10j
▪ Type 2
▪ Enkel archeologienota o.b.v. vooronderzoek zonder ingreep
▪ Huidige erkenningsvoorwaarden plus opleiding CGP, minus
opgravingservaring
▪ Rechtspersoon: beschikken over type 1 of type 2 natuurlijk
persoon
12. Instanties en actoren
▪ Beide in natuurlijk persoon en rechtspersoon
▪ Eenvoudige procedure type 1 -> type 2
▪ Type 2 -> type 1 = nieuwe aanvraag
13. Instanties en actoren
▪ Overgang:
▪ Universiteiten: type 1 met uitbreiding naar archeologisch
onderzoek bij vergunningsplichtige ingrepen in de bodem
aan of in beschermde archeologische sites;
▪ Huidige erkende archeologen automatisch type 1
▪ Aanvragen in behandeling automatisch type 1
▪ Binnen 2 jaar in regel stellen met opleiding CGP
▪ Van rechtswege (inter)gemeentelijke automatisch type 2
▪ Mogelijkheid tot van rechtswege erkenning (inter)gemeentelijke
archeologen vervalt
14. Instanties en actoren
▪ Opvolgingsvoorwaarden geactualiseerd (besluit):
▪ Bijscholing CGP (1x/2j) (≠ opleiding CGP)
▪ Toezicht op alle onderzoeksaspecten
▪ Evaluatie- en schorsing aangepast (besluit):
▪ Grond: erkenningsvoorwaarden, opvolgingsvoorwaarden,
kwaliteit onderzoek
▪ Evaluatie: opvragen documenten, plaatsbezoek, gesprek
▪ Tekortkomingen: eventueel schorsing, gevolg = activiteiten
verderzetten op voorwaarde van remediëring
▪ Optioneel tijdelijk verbod aannemen nieuwe opdrachten
▪ Duur schorsing: 120 dagen + 120 dagen verlenging (i.f.v.
uitvoeren remediëring)
▪ Na einde schorsing: evaluatie + eventueel intrekking
15. Archeologie
▪ Beoordeling (archeologie)nota
▪ Decreet: indiening + bekrachtiging (archeologie)nota ->
melding + aktename
▪ ≠ louter administratieve mededeling
▪ Criteria beoordeling = overeenstemming CGP
▪ Negatieve beslissing indien PvM geen adequate omgang met
archeologisch erfgoed of geen nuttige kenniswinst
▪ Voorwaarden blijven mogelijk
▪ Termijn 15 dagen (<>21d)
▪ Melding archeologienota exclusief via archeologieportaal
▪ Besluit: doorvertaling melding + aktename in procedures
▪ Overgang: bekrachtigd = in akte genomen
16. Archeologie
▪ Beoordeling vooronderzoek met ingreep in de bodem
▪ Decreet: melding -> toelating
▪ Inhoud & procedure idem
▪ Termijn idem (15d), goedkeuring = starten, mits melding
aanvang (<>melding)
▪ Besluit: doorvertaling toelating in procedures
▪ Overgang: “aanvaarde” melding = toelating
17. Archeologie
▪ Gemeentelijke vrijstelling (archeologie)nota
▪ Decreet: bijkomende vrijstellingsgrond
▪ Erkende OE-gemeente, gemeentelijk reglement
(=gemeenteraad)
▪ Percelen max 5.000m², geen beschermde goederen (alle), geen
vastgestelde AZ
▪ O.b.v. onderzoek door erkende archeoloog in dienst van OE-
gemeente
▪ Besluit: extra parameters & procedure
▪ Grond = waarnemingen en wetenschappelijke argumenten,
met hoge waarschijnlijkheid geen archeologische waarde
▪ OE-gemeente maakt over aan agentschap (≠ beoordeling)
▪ Publicatie door agentschap
▪ Van kracht na publicatie
18. Archeologie
▪ Bij bepaling noodzaak archeologienota: beperking van
bodemingreep tot vergunningsplichtige handelingen
▪ Bij bepaling impact & maatregelen i.k.v. (archeologie)nota blijft
geheel van handelingen
▪ Exclusieve indiening (archeologie)nota, archeologierapport en
eindverslag via portaal
▪ Bezorgen beslissing via archeologieportaal mogelijk
▪ Indien portaal onbereikbaar om technische redenen: beveiligde
zending
▪ Overgang: indien melding vooronderzoek, (archeologie)nota,
omgevingsvergunning ingediend voor inwerking = huidige
procedure, ingediend na inwerking = nieuwe procedure
19. Premies
▪ Alles in besluit (decreet = mogelijkheid premie vooronderzoek)
▪ Premie buitensporige opgravingskosten:
▪ Verhoging 40 -> 80%;
▪ Forfaitaire berekening blijft;
▪ Overgang: % bij begin veldwerk telt
▪ Premie archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem:
▪ Zelfde toepassingsgebied en doelgroep als PBO;
▪ Op forfaitaire basis, 80% (variabelen = MB);
▪ Enkel voor luik met ingreep in de bodem (rest = franchise);
▪ Aan te vragen vanaf aktename (archeologie)nota tot 120
dagen erna;
▪ Bij uitgesteld traject: pas na nota;
▪ Max 1 premie per vooronderzoek.
29. Archeologienota beperkte samenstelling
Eén doorslaggevend aspect -> een beperkt aantal
doorslaggevende aspecten
Aantoonbare zekerheid -> hoge waarschijnlijkheid
Niet: enkel contra-archeologie argumenten aanhalen en pro-
argumenten nalaten
Wel: combinatie van 2 of 3 doorslaggevende argumenten uit
verschillende hoeken (bv. aspect van landschappelijke situatie
+ aspect van historische context + toekomstige plannen =
conclusie)
Niet: hoge waarschijnlijkheid = vaag vermoeden of
mogelijke indicatie
Wel: hoge waarschijnlijkheid = evidente conclusie
Motivering blijft nodig
30. Aardkunde
Verduidelijking assistent-aardkundige: academisch diploma
met relevante opleidingsonderdelen m.b.t. aardkunde
Definities scherper gesteld
Boorlijst en referentieprofiel afgestemd op DOV en mekaar
(cf. grenswaarden & termen) + kalkreactie met HCl toegevoegd
Onderscheid tussen putwandprofiel (i.f.v. registratie sporen)
en referentieprofiel (i.f.v. aardkunde) scherper gesteld
Verduidelijking inzet assistent-aardkundige, behalve degene
waarvoor expliciet aardkundige nodig is
Verduidelijking FAO: niet volledige FAO beschrijving profiel
te maken, maar wel beschrijving technische gegevens uit
boorlijst of referentieprofiel volgens FAO-methode, tenzij
anders aangegeven
Beschrijving veen: “Steckbriefe Moorsubstrate” geschrapt
31. Archeologierapport
Basis = veldwerk, niet assessment
Drastische revisie en inperking
Beperking van administratieve gegevens: indien ingevuld in
archeologieportaal, niet hernemen in archeologierapport
Beschrijving onderzoeksopdracht geschrapt (staat al in
archeologienota of toelatingsaanvraag)
Beschrijving werkwijze beperkt: enkel afwijkingen t.a.v.
voorziene aanpak en CGP, plan met contouren
werkputten/sleuven, betrokken actoren
Beschrijving resultaten: bondig, op basis van veldwerk,
beperking aantal foto’s, plannen en beschrijvingen
Beschrijving verdere aanpak: beperkt tot afwijkingen van /
aanvullingen op wat voorzien was
32. Archeologierapport
Voorstel bewaring: voor zover afwijking t.a.v. wat voorzien
was (niet voorzien, toch gevonden en omgekeerd,
beter/slechter bewaard dan voorzien)
Overgang: veldwerk beëindigd voor 1 oktober = “oude stijl”
mag, veldwerk beëindigd na 1 oktober = “nieuwe stijl”
33. Menselijke resten
Bijstelling CGP i.f.v. afwegingskader menselijke resten
Beperking en verduidelijking staalname
Assessment: inzet fysisch antropoloog verduidelijkt
(wel/niet eigenhandig skeletformulieren ingevuld, vereiste
mate van detail bij assessment skeletresten zelf)
34. Staalname natuurwetenschappen
Referentiestalen: ongezeefd volume 5 liter -> 1 liter
i.f.v. specifiek (veelal microscopisch) onderzoek bij
assessment, verwerking of verder onderzoek
Toevloed aan ongezeefde “referentiestalen” beperken
Staalname bij waarderend booronderzoek verduidelijkt: via
aangepaste boringen en niet uit gewone boorkernen,
indienstaalname relevant
36. Booronderzoek
Landschappelijk booronderzoek: schrappen stuk verwerking
-> handelingen geschrapt, resultaat verhuisd naar
rapportering (analogie andere methoden VZI)
Verkennend en waarderend booronderzoek:
maaswijdte bij zeven prehistorie: extra stap tot 6mm
2mm blijft norm
Uitzondering tot max 6mm i.p.v. direct snijden
Snijden indien ook max 6mm niet kan
Waarderend booronderzoek: diameter boor 10 cm (cf.
verkennend)
37. Melding vooronderzoek
metadata die in archeologieportaal wordt ingevoerd niet
extra op te nemen
Verduidelijking; bouwplannen voor zover al gekend
Verduidelijking: resultaten vooronderzoek zonder ingreep
volstaat samenvatting (≠ opname van volledig rapport)
38. Verduidelijkingen & procedures
Stedenbouwkundige vergunning & verkavelingsvergunning =
omgevingsvergunning
Niet bekrachtigde archeologienota kan bij aanvraag
omgevingsvergunning
Rolbeschrijving actoren: scherper gesteld en verduidelijkt
Archeologieportaal nominatief opgenomen
Sporenlijst: vorm en afmetingen geschrapt: blijkt uit andere
onderzoeksdocumenten
Controleboring ≠ vervanging landschappelijke boring
benadrukt
Toevoeging dat bij bureauonderzoek geen lijsten nodig zijn
39. Verduidelijkingen & procedures
Opvolging afbraakwerken & rooien vegetatie bij
vooronderzoek = vermijden van schade, registreren van
archeologische sporen = werfbegeleiding
Aanleg meetsystemen vereenvoudigd i.f.v. digitale realiteit
Nota na uitgesteld vooronderzoek: rapportering over
eerdere fase vooronderzoek (archelogienota) niet integraal
hernemen, verwijzing naar ID volstaat
PvM: extra nadruk op link fasering uitgesteld vooronderzoek
en fasering geplande (bouw)werken
Coupetekeningen opgraving: vectorisering enkel voor
sporen/spoorcombinaties die bij assessment geselecteerd
worden voor verwerking, voor andere volstaat scan analoge
tekening
44. Aanpak evaluatierapport 2017
Jaarlijkse opdracht
Effecten archeologieregelgeving
Voor VR en VP
Basis: cijfermatige indicatoren (archeologieportaal,
inventaris, geoportaal, …)
Aanvullende diepte-analyses
Focus: effecten (actoren, vergunning- & bouwtraject,
financieel, kennis)
Randvoorwaarden:
beschikbaarheid & betrouwbaarheid data
tijdsverloop nodig voor trends
voorkomen in voldoende volume (representativiteit)
Geen bevraging sectoren, wel visieteksten + hoorzitting
45. Uitgelicht
2017: 1e volledige jaar
Tendensen uit 2016 zetten zich door
Wijzigingen regelgeving 2017 hebben effect op cijferreeksen
Nieuwe factor: nota’s na uitgesteld vooronderzoek
Beperkt aantal opgravingen gestart, 10 afgerond: geen data
Meten kenniswinst nog niet mogelijk
Uitgestelde vooronderzoeken blijven uit
47. Kader
9.245ha terrein betrokken bij vooronderzoek (M&ZI)
Ligging vooral buiten AZ en beschermde site
Verwachte toestroom nota’s bleef uit, vele redenen mogelijk
53 archeologierapporten
47% opgraving na archeologienota
32% overgang oude regelgeving
20% toevalsvondst
10 eindverslagen
vooral overgang oude regelgeving en toevalsvondsten
Toevalsvondsten: 76 meldingen, 28 terreinonderzoeken
48.
49. Actoren
93 erkende archeologen natuurlijk persoon dienden in (55%)
Indienen als administratieve handeling (1 pers: 207 stuks)
Minstens 72% gelinkt aan rechtspersoon, bureaus prominent
Ligt in realiteit hoger, koppeling niet gelegd
33% archeologen heeft slaagpercentage van +90%
50% archeologen heeft slaagpercentage van 70-90%
77% ingediende documenten slaagt bij 1e poging (18% 2e)
53. Vergunning- & bouwproces
80% archeologienota’s o.b.v. bureauonderzoek
Helft geen maatregelen
Helft uitgesteld vooronderzoek
8,6% beperkte samenstelling:
60% wegens (o.m.) gebrek aan kennispotentieel
Vaker bij lijninfrastructuur en omgevingsaanleg
54. Vergunning- & bouwproces
advies: 53% geen maatregelen, 42% uitgesteld
vooronderzoek, 5% opgraving
Definitieve maatregelen (excl. uitgesteld vooronderzoek):
89% vrijgave, 10% opgraving
Nota’s: 80% geen maatregelen, 20% opgraving
Geen maatregelen: meer lijninfrastructuur
Opgraving: meer verkaveling
Uitgesteld vooronderzoek: vooral private bouwheren
Werfbegeleiding i.p.v. opgraving: lijninfrastructuur &
omgevingsaanleg
55.
56. Vergunning- & bouwproces
Tijdsinvestering: 6 werkdagen archeologienota, 7 nota
Enkel bureauonderzoek: 5 werkdagen
Beperkte samenstelling: 3 werkdagen
+ landschappelijk: 7 werkdagen
+ proefsleuven: 12 werkdagen
Uitstellen vooronderzoek: +1 werkdag
Pieken op veelvouden van 5 werkdagen (=werkweek?)
Lichte daling t.o.v. 2016
Effecten van opgravingen nog niet meetbaar
57. Financieel
Archeologienota’s: 10,1 miljoen euro
Nota’s: 1,5 miljoen euro
Totaal vooronderzoek: 11,6 miljoen euro
Toevalsvondsten: 230.000 euro
Opgravingen: nog niet voorhanden
Kostprijs: archeologienota: 3.000 euro, nota: 5.000 euro
Bureauonderzoek: 2.500 euro
Beperkte samenstelling: 1.750 euro
+ landschappelijk: 3.000 euro
+ proefsleuven: 6.750 euro
Uitstellen vooronderzoek: +15%
Meer spreiding dan 2016
“Ronde” prijzen in veelvouden van 250/500