De VMSW organiseerde in de maanden april en mei 2017, samen met het agentschap Onroerend Erfgoed, provinciale informatiesessies over de archeologienota voor professionelen in de socialewoningbouw. Het Onroerenderfgoeddecreet verplicht de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning om een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen.
5. Oude regelgeving:
• Vlaamse overheid bepaalt noodzaak tot archeologisch
onderzoek via advies bij bouwvergunning
• Vlaamse overheid legt aanpak op voor het archeologisch
onderzoek d.m.v. “bijzondere voorwaarden” bij de
archeologische vergunning
Nieuwe regelgeving:
• Decretale drempelcriteria bepalen vooraf noodzaak tot
archeologisch onderzoek
• Erkende archeoloog stelt zelf plan van aanpak
archeologisch onderzoek voor, Vlaamse overheid
bekrachtigt voorstel
7. Erkende archeologen
Zowel natuurlijke personen (140) als rechtspersonen (24)
‒ Lijst van erkende archeologen beschikbaar op
www.onroerenderfgoed.be
Erkende archeologen dragen de eindverantwoordelijkheid
van elke stap binnen het archeologietraject
8. Code van Goede Praktijk
Voluit: Code van Goede Praktijk voor Archeologie en
Metaaldetectie
Doel: standaard voor de kwaliteit van het archeologisch
onderzoek in Vlaanderen
Voor de uitvoering van en rapportering over archeologische
vooronderzoeken, archeologische opgravingen en het gebruik
van metaaldetectoren
Vastgesteld door minister (16/12/2016) - Bindend!
Niet naleven CGP is reden voor schorsen of intrekken
erkenning
9. Code van Goede Praktijk
Kader voor de erkende archeoloog
Criteria voor beoordeling kwaliteit
Procesbeschrijving
11. Archeologische opdeling van
Vlaanderen
Beschermde archeologische sites
Vastgestelde inventaris van archeologische zones
Vastgestelde kaart van gebieden waar geen archeologie te
verwachten valt
Gebieden zonder bijzonder archeologisch statuut
Gegevens beschikbaar op:
‒ geo.onroerenderfgoed.be
‒ beschermingen.onroerenderfgoed.be
‒ inventaris.onroerenderfgoed.be
12. Ligging van de definitief beschermde
archeologische sites in Vlaanderen
Beschermde archeologische site
15. Vastgestelde archeologische zones
Voorbeeld: historische stadskern van Vilvoorde
Zie: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/cai/zones?
gebeurtenis=deo_gebeurtenis.1145&pagina=3ie
En zie ook: geo.onroerenderfgoed.be
16. Voorbeeld uit de kaart van
gebieden waar geen
archeologie te verwachten
valt (“GGA”: gebieden geen
archeologie)
Legende:
rood: de vastgestelde
archeologische zone van de
historische stadskern van
Gent
grijs: de gebieden waar geen
archeologisch erfgoed
verwacht wordt in en rond
Gent
Gebieden waar geen archeologie te
verwachten valt
17. Gebieden waar geen archeologie
te verwachten valt
Zie: geo.onroerenderfgoed.be
20. Archeologisch onderzoek
Drie kaders:
Archeologisch onderzoek bij vergunningsplichtige ingrepen in
de bodem
(Archeologisch onderzoek met het oog op wetenschappelijke
vraagstellingen)
(Archeologisch onderzoek na toevalsvondsten)
22. Drempelwaarden: stedenbouwkundig
Beschermde archeologische site: altijd onderzoek
Gebieden waar geen archeologisch erfgoed meer te
verwachten valt: nooit onderzoek
Vastgestelde archeologische zone: onderzoek indien
perceel/percelen +300m², behalve effectieve ingreep in de
bodem -100m²
Ongekend (buiten bescherming, AZ of GGA): onderzoek
indien perceel/percelen +3000m², behalve effectieve
ingreep in de bodem -1000m². Bijkomende uitzondering
voor private natuurlijke of rechtspersonen, in gebied
anders dan wonen en recreatie: effectieve ingreep in de
bodem -5000m²
23.
24. Drempelwaarden: verkaveling
Beschermde archeologische site: altijd onderzoek
Gebieden waar geen archeologisch erfgoed meer te
verwachten valt: nooit onderzoek
Vastgestelde archeologische zone: onderzoek indien
perceel/percelen +300m²
Ongekend (buiten bescherming, AZ of GGA): onderzoek
indien perceel/percelen +3000m²
25.
26. Ingreep in de bodem
Ingreep in de bodem = elke wijziging van de eigenschappen van
de ondergrond door verwijdering of toevoeging van materie,
verhoging of verlaging van de grondwatertafel, of samendrukken
van de materialen waaruit de ondergrond bestaat.
Ruim lezen: niet beperkt tot de effectieve uitgravingen (bv.
individuele funderingsputten), maar betreft de volledige
bebouwde/bewerkte zone (inclusief randinfrastructuur,
omgevingsaanleg en werfzone)
28. Nut van de archeologienota
Doelstelling van het archeologisch traject:
‒ Archeologisch erfgoed aanwezig?
‒ Maatregelen noodzakelijk? Welke?
Voordelen:
‒ Geen verrassingen bij het verkrijgen van de vergunning
‒ Goed inzicht in de duurtijd en de kostprijs van archeologisch
onderzoek
‒ Mogelijkheid tot aanpassing van de plannen
29. Stappenplan opmaak
archeologienota
Aanvrager vergunning stelt
erkend archeoloog aan
Archeoloog start altijd met
bureauonderzoek
‒ Weegt vervolgens telkens af
of en welke onderzoeken
verder nodig zijn
Onderzoek zonder ingreep in
de bodem (bv.
bureauonderzoek)
Onderzoek met ingreep in de
bodem (bv. proefsleuven)
30. Vooronderzoek mét ingreep in de
bodem
Regulier traject: vóór de vergunningsaanvraag
Erkende archeoloog dient melding in bij agentschap of
Onroerenderfgoedgemeente
Weigering of voorwaarden binnen 15 dagen
31. Resultaat vooronderzoek:
archeologienota
Inhoud
Resultaten van het vooronderzoek
Programma van maatregelen (gemotiveerd advies + plan van
aanpak):
‒ Geen maatregelen
‒ Behoud in situ
‒ Opgraving
‒ Uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem
Maatregelen kunnen gefaseerd zijn mits motivatie
Competenties van de uitvoerders
Kostenraming en geschatte duur (niet bindend)
Voorstel over bewaren en deponeren van archeologisch ensemble
32. Archeologienota
Archeologienota: bekrachtiging
indienen bij agentschap of onroerenderfgoedgemeente door
erkend archeoloog
bekrachtiging, weigering, of voorwaarden binnen 21 dagen
termijn verstreken = bekrachtiging
bekrachtigde archeologienota = toelating voor een eventuele
opgraving na vergunning of voor een uitgesteld vooronderzoek
met ingreep in de bodem
beroep mogelijk tegen weigering of voorwaarden
33. Bekrachtigde Archeologienota
Bekrachtigde archeologienota of archeologienota
met bewijs van indiening voor bekrachtiging:
bouwvergunning
toevoegen aan aanvraag van stedenbouwkundige vergunning of
verkavelingsvergunning
door bouwheer
vergunningverlener neemt naleven bekrachtigde archeologienota
op als voorwaarde in vergunning
34. Nota (uitgesteld vooronderzoek)
Uitzonderingsprocedure:
uitgesteld vooronderzoek
met ingreep in de bodem
indien vooronderzoek met ingreep in de bodem niet kan
voorafgaand aan vergunningsaanvraag
indienen bij agentschap of onroerenderfgoedgemeente door
erkend archeoloog
bekrachtiging, weigering, of voorwaarden binnen 21 dagen
35. Nota (uitgesteld vooronderzoek):
wanneer?
Uitzondering!
Vooronderzoek met ingreep in de bodem is:
‒ onmogelijk: bv. het terrein is nog bebost, rooien kan pas na
bouwvergunning
‒ juridisch onwenselijk: bv. de vergunningsaanvrager is nog geen
eigenaar van het terrein, onteigening gebeurt pas na bouwvergunning
‒ economisch onwenselijk: bv. winkelcomplex met te grote onzekerheid
over het verkrijgen van de bouwvergunning
‒ maatschappelijk onwenselijk: bv. natuurgebied waar eerst andere
sectorale afwegingen gemaakt moeten worden of ingrepen wenselijk
zijn
Keuze voor het uitgesteld traject = keuze van de aanvrager van
de vergunning, in samenspraak met de erkende archeoloog
‒ wordt gemotiveerd in de archeologienota
36. Nota (uitgesteld vooronderzoek)
Inhoud (gelijkaardig aan archeologienota)
Resultaten van het uitgestelde vooronderzoek met ingreep in de
bodem
Programma van maatregelen (gemotiveerd advies + plan van
aanpak):
‒ Geen maatregelen
‒ Behoud in situ
‒ Opgraving
Competenties van de uitvoerders
Kostenraming en geschatte duur (niet bindend)
Voorstel over bewaren en deponeren van archeologisch
ensemble
37. Opgraving
door erkende archeoloog
aanvang melden bij agentschap en erkende OE-gemeente
toelating zit vervat in bekrachtigde (archeologie)nota
uitvoeren conform OE-decreet, CGP, plan van aanpak uit
(archeologie)nota, voorwaarden bij (archeologie)nota
38. Resultaat 1 opgraving:
archeologierapport
Archeologierapport
binnen 2 maanden na einde
van het veldwerk
beknopt verslag uitgevoerde
werken en resultaten
beschrijving verdere aanpak
indienen bij het agentschap
niet gebonden aan een
weigering of goedkeuring
39. Resultaat 2 opgraving:
eindverslag
Eindverslag
binnen 2 jaar na het einde van het veldwerk
volledig verslag van de opgraving en bekomen resultaten
op basis van verwerking
indienen bij het agentschap
erkende archeoloog publiceert
agentschap stelt digitaal ter beschikking
niet gebonden aan een weigering of goedkeuring
41. Afwijkende vergunde werken
Als de vergunde werken
verschillen van de werken
opgenomen in de bekrachtigde
archeologienota (bv. door
vergunningsvoorwaarde), dan
geldt de bekrachtigde
archeologienota niet als toelating
voor de maatregelen
Opnemen in de vergunning dat
een bekrachtigde nota moet
worden bekomen
42. Taken initiatiefnemer
Nagaan of archeologisch onderzoek voorafgaand aan
vergunningsaanvraag noodzakelijk is (art. 5.4.1. en 5.4.2.
Onroerenderfgoeddecreet)
Aanstellen erkend archeoloog
Bekrachtigde archeologienota toevoegen aan aanvraag
vergunning
Archeologisch onderzoek zoals bepaald in bekrachtigde
archeologienota laten uitvoeren
Bij uitgesteld traject: bekrachtigde nota bekomen, gevolgd
door de uitvoering ervan
43. Taken vergunningverlenende
overheid
Controleren of een bekrachtigde archeologienota aanwezig
moet zijn bij de vergunningsaanvraag
Nagaan of werken in de bekrachtigde archeologienota
overeenstemmen met werken in de vergunningsaanvraag
Opnemen naleven van de bekrachtigde archeologienota als
voorwaarde in de vergunning
Bij afwijkende vergunde werken: opnemen als voorwaarde
in vergunning dat een bekrachtigde nota bekomen moet
worden, gevolgd door de uitvoering ervan
Geen advies meer vragen aan agentschap (behalve bij
beschermd erfgoed)
44. Taken agentschap Onroerend
Erfgoed
Beoordelen melding vooronderzoek met ingreep in de
bodem
Beoordelen archeologienota / nota
Toezicht op correcte uitvoering onderzoek door erkende
archeoloog, evalueren erkende archeoloog
Publiek beschikbaar stellen van archeologienota, nota,
eindverslag
Onderhouden inventaris archeologische zones, kaart GGA,
beschermde archeologische sites
Voorzien in kwaliteitskader archeologisch onderzoek
45. Taken erkende onroerenderfgoed-
gemeente
Beoordelen melding vooronderzoek met ingreep in de
bodem
Beoordelen archeologienota / nota
Uitzondering: meldingen en (archeologie)nota’s m.b.t.
percelen op het grondgebied van meerdere gemeenten
46. Taken Inspectie RWO
Handhaving Onroerenderfgoeddecreet
‒ Boete en/of celstraf, dwangsom, schadevergoeding
‒ Niet melden van toevalsvondst
‒ Niet houden aan behoudsbeginsel archeologische ensembles
‒ Het toestaan of aanvaarden dat een archeoloog een archeologisch
onderzoek met ingreep in de bodem uitvoert zonder erkend te zijn,
zonder melding of toelating of in strijd met de voorwaarden of
maatregelen van de toelating, de melding of de bekrachtigde
(archeologie)nota
Handhaving VCRO
‒ Naleven voorwaarden bouwvergunning
‒ Uitvoeren maatregelen uit bekrachtigde (archeologie)nota
49. Archeologisch solidariteitsfonds
Overeenkomst minister –
archeologisch solidariteitsfonds
‒ Berekeningswijze ledenbijdrage
‒ Voorwaarden vergoeding leden
‒ Doelstellingen & doelgroep
‒ Duur overeenkomst
Erkenning door de minister
Bekendmaking in BS
Van onbepaalde duur
Basistoelage van 50.000 euro
(werkingskosten)
50. Premie voor buitensporige
opgravingskosten
Voor occasionele bouwers die de kosten niet kunnen
vermarkten en waarvan niet verwacht kan worden dat ze
zich aansluiten bij een archeologisch solidariteitsfonds
Bij stedenbouwkundige vergunning
Natuurlijke personen en kleine ondernemingen of
verenigingen
Plafond van €40.000 geschrapt sinds 1/1/2017
Maximaal 1 premie per opgraving
52. Beoordeling (archeologie)nota
Beoordeling van de essentie door het agentschap
Onroerend Erfgoed
Is de archeologische waarde en verwachting correct en
voldoende onderbouwd ingeschat?
Is het programma van maatregelen dat voortvloeit uit die
verwachting doeltreffend?
Is de archeologienota uitvoerbaar?
53. Introductie ‘archeologienota met
beperkte samenstelling’
Enkel mogelijk in volgende situaties:
‒ aantoonbare zekerheid dat er geen archeologisch erfgoed
aanwezig is of
‒ aantoonbare zekerheid dat de werken waarvoor een vergunning
moet worden aangevraagd nooit impact hebben op eender welk
eventueel aanwezig archeologisch erfgoed of
‒ aantoonbare zekerheid dat een archeologische opgraving nooit
leidt tot nuttige kenniswinst
Doel: beperken omvang en benodigde tijds- en
budgetinvestering archeologienota voor de bovenstaande
situaties
54. Wijziging dossiersamenstelling
vergunningsaanvraag
Sinds 01/01/2017
Ofwel een bekrachtigde archeologienota
Ofwel een archeologienota met bewijs van indiening voor
bekrachtiging bij het agentschap
Bekrachtigde archeologienota moet worden ingediend vóór
beoordeling vergunningsaanvraag
Geen bekrachtigde archeologienota vóór verstrijken
vergunningstermijn = geweigerde vergunningsaanvraag
55. Kaart met gebieden waar geen
archeologisch erfgoed te verwachten
valt
2-maandelijkse vaststelling
5de versie van de GGA-kaart van kracht 2de helft mei
Grote ontginningen
Lijninfrastructuur (bv. moderne kanalen, dokken,…)
Archeologisch onderzochte gebieden
…
Aanleveren van data voor aanvulling van de kaart wordt
aangemoedigd (handleiding is te vinden op de website van
onroerend erfgoed)
Driehoekjes: beschermd in 2016
Sterretjes: beschermd in 2015
Bolletjes: beschermd vóór 2015
Extra duiden dat overal daarbuiten in principe wel archeologie te verwachten valt!
Archeologisch vooronderzoek is gedefinieerd in artikel 2,1, 8° van het Onroerenderfgoeddecreet: het gebruik van wetenschappelijke methoden en technieken waarmee doelbewust archeologische artefacten en archeologische sites worden opgespoord en gewaardeerd zonder de erfgoedwaarden in situ wezenlijk aan te tasten, te onderscheiden in archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem met mogelijks enig effect op de erfgoedwaarden in situ zoals de aanleg van proefsleuven, proefputten, vlakken of andere intrusieve methoden met grondverzet en archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem zonder aanwending van grondwerkzaamheden of activiteiten die enig effect hebben op de erfgoedwaarden in situ. […]
In de Memorie van Toelichting bij de artikel 5.4.1 en 5.4.2 van het OE-decreet valt bijkomend te lezen: Onder bodemingrepen verstaat de regelgever elke wijziging van de eigenschappen van de ondergrond door verwijdering of toevoeging van materie, verhoging of verlaging van de grondwatertafel, of samendrukken van de materialen waaruit de ondergrond bestaat.
In de Memorie van Toelichting bij de artikel 5.4.1 en 5.4.2 van het OE-decreet valt m.b.t. gabarit te lezen: […] de aanvraag heeft betrekking op werkzaamheden binnen het gabarit van bestaande lijninfrastructuur en haar aanhorigheden. Onder deze werkzaamheden wordt verstaan: werkzaamheden die tot doel hebben bestaande lijninfrastructuur en de aanhorigheden ervan te beheren en exploiteren, te herstellen, te onderhouden of te vernieuwen zonder dat hierbij de begrenzing van de oorspronkelijke aanleg overschreden wordt en zonder bijkomende verstoring van de bodem. Bij deze bepaling gelden geen nadere regels rond oppervlakte van de ingreep in de bodem of perceelsoppervlak
Voordelen regulier traject
AFSPRAAK: we wijzen er in de presentatie op dat
Het toevoegen aan de vergunningsaanvraag van “een archeologienota en het bewijs van indiening voor bekrachtiging” een recente wijziging is en dat dit later ook nog aan bod komt in deze presentatie (punt 6);
Het kiezen voor deze nieuwe optie betekent dat de vergunningsaanvraag VROEGER kan worden ingediend, maar dat dit er toe kan leiden dat de vergunning LATER wordt verleend. Immers, de vergunningverlenende overheid kan pas overgaan tot beslissing over de vergunning NADAT de bekrachtigde archeologienota is bezorgd.
AFSPRAAK: bij deze slide benadrukken dat
Kiezen voor het uitgesteld traject betekent dat er 2 keer een document moet worden ingediend, nl. eerst een archeologienota (vóór de vergunningsaanvraag) en dan een nota (na de vergunningsaanvraag)
De termen archeologienota en nota geen synoniemen zijn, maar 2 verschillende documenten. Het verschil tussen beide ligt in de fase binnen het proces: de archeologienota wordt opgemaakt vóór de vergunningsaanvraag en de nota na de vergunningsaanvraag
AFSPRAAK: duiden wat de nadelen zijn van keuze uitgesteld traject
AFSPRAAK: bij deze slide benadrukken dat
Kiezen voor het uitgesteld traject betekent dat er 2 keer een document moet worden ingediend, nl. eerst een archeologienota (vóór de vergunningsaanvraag) en dan een nota (na de vergunningsaanvraag)
De termen archeologienota en nota geen synoniemen zijn, maar 2 verschillende documenten. Het verschil tussen beide ligt in de fase binnen het proces: de archeologienota wordt opgemaakt vóór de vergunningsaanvraag en de nota na de vergunningsaanvraag
De bouwwerken kunnen starten op die delen waar het veldwerk van de opgraving volledig is afgerond en van zodra de erkende archeoloog daartoe het fiat geeft
AFSPRAAK: in de presentatie meegeven dat deze taken decretaal worden toegekend aan de initiatiefnemer, maar dat de intiatiefnemer ervoor kan kiezen dit uit te besteden/te laten opnemen door de door hem aangestelde architect.
AFSPRAAK: meegeven dat
Op de website van het agentschap nagekeken kan worden welke gemeenten erkend zijn als onroerenderfgoedgemeente;
Volgende gemeenten erkend zijn (stand van zaken op 31/12/2016): Koksijde, Riemst, Voeren, Baarle-Hertog, Beerse, Oud-Turnhout, Kasterlee, Rijkevorsel, Turnhout, Vosselaar;
Volgende gemeente vanaf 1 juli 2017 erkend zijn: Leuven, Beernem, Kontich, Holsbeek, Haacht, Bekkevoort en Rotselaar
Het beoordelen van (archeologie)nota’s een taak is die pas sinds 1/1/2017 aan erkende onroerenderfgoedgemeenten is toegewezen;
De taken verplicht zijn. M.a.w. meldingen en (archeologie)nota’s m.b.t. percelen gelegen in een erkende onroerenderfgoedgemeente MOETEN door die erkende onroerenderfgoedgemeente worden beoordeeld.
Vormelijke fouten, details en andere zaken die niet conform zijn aan de CGP, worden meegenomen in de opvolging van de erkenning van de erkende archeoloog.
Archeologienota met beperkte samenstelling bureauonderzoek en de rapportering (archeologienota) Een analyse van de bouwplannen, in confrontatie met één doorslaggevend argument (van landschappelijke, archeologische, of historische aard), volstaat om de conclusie te onderbouwen dat geen verdere maatregelen nodig zijn. Het verder onderzoeken van andere argumenten of bijkomende bronnen voegt daar geen meerwaarde aan toe.
AFSPRAAK: meegeven dat het laatste punt van de slide interessant kan zijn voor grotere gebieden (bv. stadskern, Havengebied, …)
Bovendien wordt in het wijzigingsbesluit kerntakenplan de procedure voor vaststelling van de GGA-kaart aangepast als volgt: tweemaandelijkse vaststelling door de administrateur-generaal van het agentschap Onroerend Erfgoed en zesmaandelijkse rapportering aan de Vlaamse Regering over de vaststelling. Dit moet leiden tot een vlotte en continue aanvulling van de GGA-kaart. Bouwheren die overtuigd zijn dat hun perceel op de GGA-kaart hoort, kunnen dit doorgeven aan het agentschap. Zij kunnen dan hun vergunningsaanvraag voor korte duur uitstellen tot na de vaststelling van de nieuwe versie van de GGA.