De hemelen vertellen Gods eer!

1. het staat in de sterren geschreven! 1

2. 2

3. 1 Voor de koorleider. Een psalm van David. 2 De hemelen vertellen GODS EER , en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen ; 3 de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. Psalm 19 3

4. de hemelen 4

5. ‘ de wet’ 5

6. de hemelen ‘ de wet’ 6

7. vertellen prediken verkondigen de hemelen... 7

8. ‘ de wet’ verlicht 8

9. HOE vertellen de hemelen? 9

10. 4 HIJ bepaalt het getal der sterren, Hij roept ze alle BIJ NAME . Psalm 147 10

11. 31 Kunt gij de banden der Pleiaden binden, of de boeien van de Orion slaken? Job 38 > 11

12. 32 Doet gij de tekens van de Dierenriem te rechter tijd opgaan, en bestuurt gij de Beer met zijn jongen? Job 38 12

13. 9 HIJ maakt de Beer en de Orion, de Pleiaden en de Kamers van het Zuiden. Job 9 13

14. De Dierenriem is het pad dat de zon elk jaar aflegt langs 12 (hoofd-)sterrenbeelden 14

15. 15

16. Het pad van de zon langs de sterrenbeelden verwijst naar de weg die GOD gaat... 16

17. beginnend bij de Maagd 17

18. eindigend bij de Leeuw! 18

19. Alle 48 sterren- beelden vertellen in detail de ‘moederbelofte’ die God aan de mensheid gaf 19

20. 15 IK ZAL vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. Genesis 3 20

21. MAAGD * links: korenaar, rechts palmtak 21

22. ZUIDERKRUIS 22

23. NOORDERKROON 23

24. VICTIMA > slachtoffer 24

25. ALTAAR 25

26. WEEGSCHAAL * embleem van betaling... 26

27. SLANGENHOUDER * onder de voet: de giftige schorpioen... 27

28. HERCULES > de sterke * de geraakte hiel... 28

29. ORION > komende licht * triomf, vijand onder de voet ... 29

30. LEEUW 30

31. SLANG 1-ste decaan Leeuw 31

32. BEKER 2-de decaan Leeuw * triomf 32

33. RAAF 3-de decaan Leeuw * zwart, aaseter, embleem dood 33

34. 2 ... de nacht predikt kennis aan de nacht. 3 Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen: 4 toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld. 34