Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos op de tweeëndertigste zondag door het jaar (C32) 2016 (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Een God van Levenden (C32) & Sint Maarten op bezoek
1.
2. S i n t M a a r t e n r e e d d o o r w e e r e n w i n d ,
z i j n v u r i g p a a r d d r o e g h e m g e z w i n d ,
S i n t M a a r t e n r e e d m e t v o l l e m o e d ,
z i j n m a n t e l d e k t h e m w a r m e n g o e d .
3. E e n o u d e m a n s t o n d a a n d e b a a n ,
h i j k e e k d e r i d d e r s m e k e n d a a n ,
" O c h h e l p m i j t o c h u i t d e z e n o o d ,
i k v o n d h i e r i n d e k o u d e d o o d ? "
4. S i n t - M a a r t e n w a s z e e r a a n g e d a a n ,
h i j b l e e f v o o r d ' a r m e b e d ’ l a a r s t a a n ,
h i j t r o k z i j n s l a g z w a a r d u i t d e s c h e e ,
e n s n e e d z i j n m a n t e l v l u g i n t w e e .
5. D e o u d e m a n k w a m s ' n a c h t s w e e r o m ,
h i j h a d d e h a l v e m a n t e l o m ,
h i j s p r a k t o t M a a r t e n z o n d e r s p o t ,
e n z e i : " I k b e n d e l i e v e G o d " .
6.
7.
8. Eert God die onze Vader is;
weest allen welgemoed.
Looft Hem, gij zult in vrede zijn.
Aanbidt al wat Hij doet.
U, Heer, komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt,
U is de macht, U zingen wij
dank voor uw heerlijkheid.
9. Lam Gods dat onze zonden draagt,
neem deze lofzang aan.
Gedenk ons in uw koninkrijk,
want Jezus is uw naam.
Gij die voor ons ten beste spreekt,
Messias, onze Heer.
O, ééngeboren Zoon van God,
kom haastig tot ons weer.
(Oosterhuis Huub /16
10.
11. Wat brengt een mens
het zwoegen op?
Een hand gevuld met lucht.
Niets kan hij doen,
dat blijvend is.
en nooit komt hij tot rust.
God heeft de tijden vastgesteld,
en alles heeft zijn uur.
Hij zoekt geluk maar vindt gemis
en nooit komt hij tot rust.
12. Gods gang lijkt ondoorgrondelijk,
een duister zinsverband.
Al blijven duizend vragen staan
wij leven uit zijn hand.
God heeft de tijden vastgesteld,
en alles heeft zijn uur.
Al klagen wij de hemel aan,
wij leven uit zijn hand.
(NaarSytzeDeVries/‘Hierstaattotafscheid’)
13.
14. [Vg.]
Ik geloof in God,
die vrede in de wereld wil,
die ons vraagt mee te bouwen aan die vrede,
zodat leven in geluk
mogelijk wordt voor iedereen.
Geloofsbelevenis
15. [Al.]
Ik geloof in Jezus Christus,
die ons bevrijdt van angsten en vooroordelen,
en die ons doet hopen,
de dood voorbij.
16. [Vg.]
Ik geloof in de Geest,
die gerechtigheid schept,
die ons verantwoordelijk maakt om,
door inzet en inkeer,
een wereld uit te bouwen
die bewoonbaar is voor allen.
17. [Al.]
Ik geloof in een gemeenschap
die deze taak op zich neemt.
Ik geloof in een God die belooft
dat Hij ons leven zal voltooien
in zijn rijk van vrede voor altijd.
Amen.
18.
19. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
20.
21. Die naar menselijke gewoonte met een eigen naam genoemd werd
toen Hij in een ver verleden werd geboren ver van hier,
(al.) Die genoemd werd: Jesjoe, Jezus zoon van David en Basteba
zoon van Ruth en zoon van Boaz, zoon van Juda en van Tamar,
zoon van Adam, zoon van mensen, die ook zoon van God genoemd wordt,
heiland, visioen van vrede, licht der wereld, weg ten leven,
levend brood en ware wijnstok, die, geliefd en onbegrepen,
werd bewaard in taal en teken als een eeuwenoud geheim,
als een wachtwoord doorgegeven, als een vreemd vertrouwd verhaal,
die een naam in mijn geheugen, die de stem van mijn geweten,
die mijn waarheid is geworden: Hem gedenk ik hier en noem ik
als een dode die niet dood is, als een levende geliefde
die gekozen heeft te leven voor de armsten van de armen,
helpman reisgenoot en broeder van de allerminste mensen.
die ten dage dat Hij rondging door de dorpen van zijn landstreek
mensen aantrok en bezielde hen verzoende met elkaar
die niet steil en ongenaakbaar niet hooghartig als een heerser
maar in knechtsgestalte leefde die zijn leven voor zijn vrienden
(vz.) prijsgaf, door een vriend verraden,
die getergd tot op het kruis, voor zijn vijand heeft gebeden
die van God en mens verlaten is gestorven als een slaaf.
(...) [consecratie]
(al.) die gestrooid is in de akker, als het kleinste van de zaden,
die daar wacht een lange winter in de stilte van de dood
die als graan geoogst zal worden, die als brood gedeeld wil worden
om in mensen, mens te worden die verborgen in zijn God
onze vrede is geworden, onze ziel tot rust gekomen
die ons groet vanuit zijn verte die ons aankijkt van dichtbij
als een kind, een vriend, een ander, Hem gedenk ik hier en noem ik
en beveel Hem bij je aan als een levende geliefde
(vz.) als de mens die naast je is.
41. Zie ginds komt Gods droom al,
weer iets dichterbij,
in woorden en klank
maar daar blijft het niet bij.
Straks zie je ons wroeten,
we pogen steeds weer
die droom waar te maken,
en ‘t lukt min of meer.
42. De Sint komt weer bij ons
hij roept ons weer toe:
blijf samen geloven,
hou stand, word niet moe,
Durf delen je mantel,
en warm je bij mij,
dan rijdt God niet stilletjes
ons hartje voorbij.
(PeterBiesbrouck/‘Ziegindskomtdestoomboot)