Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de drieëndertigste door het jaar (B33 2018) in Ten Bos Erembodegem op Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
3. Is onze toekomst vastgelopen,
zien wij geen licht en redding meer,
geen rechte weg om op te lopen,
daalt donker op de aarde neer,
breek Jij dan in ons leven binnen,
zeg Jij ons nieuwe toekomst aan,
doe Jij ons dan opnieuw beginnen,
roep Jij ons om jouw weg te gaan.
Jij die ons zien zult als wij dwalen
en als wij neergebogen zijn,
zul Jij ons uit de diepte halen,
maak Jij de zware machten klein
Armen vul Jij met goede gaven,
mensen gebogen richt Jij op,
al wie Jou om bevrijding vragen,
vinden in Jou hun redder - God.
Laat dan aan ons jouw woord geschieden,
breng ons in licht, en vuur ons aan.
Wees er voor ons, troost ons verdriet en wek onze wil om op te staan.
Wat Jij beloofd hebt, laat dat komen
aarde vol van gerechtigheid.
Breng ons de vrede die wij dromen,
kom over ons, verhaast de tijd.
6. Eert God die onze Vader is;
weest allen welgemoed.
Looft Hem, gij zult in vrede zijn.
Aanbidt al wat Hij doet.
U, Heer, komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt,
U is de macht, U zingen wij
dank voor uw heerlijkheid.
7. Lam Gods dat onze zonden draagt,
neem deze lofzang aan.
Gedenk ons in uw koninkrijk,
want Jezus is uw naam.
Gij die voor ons ten beste spreekt,
Messias, onze Heer.
O, ééngeboren Zoon van God,
kom haastig tot ons weer.
(Oosterhuis Huub /16
8.
9. Wat geen oog heeft gezien,
geen oor heeft gewaagd te horen,
wat ons vaderen niet durfden dromen,
zijn wij...dia di dia... geworden: deze wereld.
Doden onbegraven,
één woestenij uw stad.
Opgejaagd, prijsgeschoten,
als kleinwild afgeslacht
dia di dia... uw allerliefste mensen.
Door stormen van geweld,
voortgejaagden, zijn wij.
Aan molenstenen vastgeklonken,
als verdoemden zijn wij:
Dia di dia... zijn wij: deze wereld.
10. Wat geen oog heeft gezien,
geen oor heeft gewaagd te horen,
wat ons vaderen niet durfden dromen,
zijn wij...dia di dia... geworden: deze wereld.
Doden onbegraven,
één woestenij uw stad.
Opgejaagd, prijsgeschoten,
als kleinwild afgeslacht
dia di dia... uw allerliefste mensen.
Door stormen van geweld,
voortgejaagden, zijn wij.
Aan molenstenen vastgeklonken,
als verdoemden zijn wij:
Dia di dia... zijn wij: deze wereld.
11. Wat geen oog heeft gezien,
geen oor heeft gewaagd te horen,
wat ons vaderen niet durfden dromen,
zijn wij...dia di dia... geworden: deze wereld.
Doden onbegraven,
één woestenij uw stad.
Opgejaagd, prijsgeschoten,
als kleinwild afgeslacht
dia di dia... uw allerliefste mensen.
Door stormen van geweld,
voortgejaagden, zijn wij.
Aan molenstenen vastgeklonken,
als verdoemden zijn wij:
Dia di dia... zijn wij: deze wereld.
12.
13. [Vg]
Ik herken mij in het geloof
van de mensen die oog hebben
voor de nieuwe tekenen van de tijd.
van de mensen die worden bevrijd
van een te grote druk
en eindelijk durven spreken.
Geloofsbelevenis
14. [Al]
Ik herken mij in het geloof van de mensen
die oog hebben
voor allen die worden vergeten,
die het geknakte riet
en de kwijnende vlam
in hun omgeving opmerken
en in stilte
het onrecht proberen te herstellen.
15. [Vg]
Ik herken mij
in het geloof van mensen rondom mij
die zich laten leiden
door vertrouwen en geduld
en angst geen baas laten zijn.
16. [Al]
Ik herken mij
in het geloof van de mensen
die over de grenzen heen
elkaar ontmoeten en leren waarderen.
17. [Vg]
Ik herken mij
in het geloof van alle mensen
die door alle pijn en verdriet heen
blijven zoeken naar het Licht,
naar God als Vader van alle mensen.
18. [Al]
Zo slaat het verdriet van deze tijd,
de pijn van zovelen
me niet neer,
maar juist daarin hoor ik Gods stem
die me de weg wijst
die leidt naar verrijzenis en nieuw leven
waarin een diepe vreugde
zal geschonken worden
vanuit Zijn Goddelijke Liefdesbron.
19.
20. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
21.
22. Als wij Gods droom durven delen
en ook ons twijf'lend geloof.
Als wij zijn woord durven spelen,
groeit in ons hart weer de hoop
refr.
Nu is het de tijd
dat wij Gods droom waar moeten maken.
Nu komt het Rijk Gods als wij in vriendschap leven voortaan.
Samen op weg, elke dag weer,
vallen en opstaan, dichter bij God.
Als wij verlangen naar vrede,
Gods visioen van het recht.
Als wij getuigen en dienen
wordt alles weer levensecht !
Als wij Gods droom durven delen en ook ons twijf’lend geloof
Als wij zijn woord durven spelen, groeit in ons hart weer de hoop!
23.
24. Als wij Gods droom durven delen
en ook ons twijf'lend geloof.
Als wij zijn woord durven spelen,
groeit in ons hart weer de hoop
refr.
Nu is het de tijd
dat wij Gods droom waar moeten maken.
Nu komt het Rijk Gods als wij in vriendschap leven voortaan.
Samen op weg, elke dag weer,
vallen en opstaan, dichter bij God.
Als wij verlangen naar vrede,
Gods visioen van het recht.
Als wij getuigen en dienen
wordt alles weer levensecht !
Als wij verlangen naar vrede Gods visioen van het recht
Als wij getuigen en dienen wordt alles weer levensecht!
28. [Al]
Jij die wordt aanbeden en geloochend
gezegend en gevloekt,
bejubeld en achteloos
in tijd en wereld voorbijgelopen
29. [Vg]
Jij die wordt beleden vanaf den beginne
door uw stille getuigen van nature:
gezien in zon en maan,
het licht van de dag
het duister van de nacht
30. [Al]
gevoeld als de aarde
die ons draagt die ons voedt
en bergt in haar schoot
31. [Vg]
vermoed in het ruisen van de wind
de lucht die wij ademen;
als de sterren zo ver
als het kloppen van ons hart zo nabij
32. [Al]
Jij die telkens weer
diepste grond en hoogste goed,
de ziel van mensen blijkt te zijn
33. [Vg]
Jij die eeuw na eeuw
bent geroepen bij de wieg en het graf,
naar wie wordt uitgezien
als naar een hemel die ons wacht
34. [Al]
Jij die soms door profeten
onverwacht
met een nieuwe naam wordt genoemd
36. [Al]
Hij is voor de wereld
het licht geworden dat blinden zien,
het woord dat doven horen
en stommen spreken,
de goddelijke mens
voor wie lammen in de benen komen.
37. [Vg]
Allen die belast en beladen treuren
zielsbedroefd,
allen die uitgestoten eenzaam,
ziek zijn en lijden
heeft Hij verzekerd:
God is met jullie.
38. [Al]
Hij stond bij de baar van een kind,
aan het doodsbed van een meisje,
kwam bij het graf van een vriend en zei:
geloof me, het leven is sterker dan de dood:
als zaad in de grond rust het in God.
39. [Vg]
Hij heeft zoals iedereen gehuild om de dood;
Hij heeft gehuiverd
voor de beker die Hij drinken moest;
40. [Al]
Hij heeft de hoop op leven
in het hart van mensen neergelegd;
het visioen van leven zonder tranen,
zonder dood,
het uitzicht op een wereld
van liefde en trouw
door Hem geopend
41. [Vg]
Zijn geloof
dat alles zich tenslotte ten goede keert
- wat Hij heeft gezegd en gedaan,
deze mens Jezus Christus –
het kan ons niet meer worden ontvreemd,
in een graf begraven
42. [Al]
opnieuw is Hij tot leven gekomen,
uit de dood opgestaan,
voorgoed is de steen weggerold,
voor altijd de wereld vol van Hem.
Amen.
43.
44. Vrede wens ik je toe.
Liefde wens ik je toe.
Moge God je behoeden, leef met zijn
liefde.
Vrede wens ik je toe.
Zegen wens ik je toe.
Aandacht wens ik je toe.
Dat er mensen zijn met wie je kunt delen.
Zegen wens ik je toe.
45.
46. Al lijkt de weg verloren, zie je
nergens sporen, lijk je
eind'loos lang van de baan.
Al ben je heel alleen, voelt alles
koud als steen, en gaat er
n iets meer zomaar spontaan.
REFR.
Toch roept Gods droom in mij
toch roept Gods droom in jou
om in je leven niet te blijven staan.
Toch roept Gods droom in mij
toch roept Gods droom in jou
om samen nog die extra weg te gaan.
Al heb ik duizend dingen,
moet ik mij soms dwingen om de
overvloed te weerstaan.
Al heb ik in mijn leven
al zoveel gekregen dat ik
nergens meer hoef te gaan.
Al ben ik zelfverzekerd in mijn
kleine wereld waar ik
iedereen kan verstaan.
Al heb ik heel veel kalmte voel ik
zoveel warmte als mijn
vrienden dicht bij mij staan.
Al lijkt Gods visioen al lang niet
meer niet te doen en ook al
lijkt zijn Woord uit de tijd.
Al noemt men ons naïef en ons ge-
loof fictief en blijft er
niks dan onzekerheid.