2. Wat is het
bijvoeglijk
naamwoord?
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het
zelfstandig naamwoord.
Je kunt er bijvoorbeeld mee vertellen of je huis
groot, klein, mooi of lelijk is.
Je kunt er emoties mee uitdrukken.
Ook kleuren zijn bijvoeglijke naamwoorden!
De rode trui Het grote huis
3. De plaats
In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord
vóór het zelfstandig naamwoord.
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord
meestal achter het zelfstandig naamwoord, kijk
maar:
Het blonde meisje De verliefde kat
La fille blonde Le chat amoureux
We kunnen ook zeggen: ‘La fille est blonde’ (het
meisje is blond).
4. Vier vormen
In het Nederlands, is er maar één vorm van het
bijvoeglijk naamwoord.
In het Frans zijn er wel vier vormen. Kijk goed!
‘intelligent’:
1. Le garçon intelligent = De intelligente jongen
2. La fille intelligente = het intelligente meisje
3. Les garçons intelligents = De intelligente jongens
4. Les filles intelligentes = De intelligente meisjes
Zoals je ziet verandert het bijvoeglijk naamwoord
in het Nederlands niet.
5. Vier vormen
In het Frans verandert er wel iets! Om te bepalen
welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het
zelfstandig naamwoord:
1. mannelijk enkelvoud → er komt niets achter.
2. vrouwelijk enkelvoud → er komt een ‘e’ achter.
3. mannelijk meervoud → er komt een ‘s’ achter.
4. vrouwelijke meervoud → er komt ‘es’ achter.
Enkelvoud Meervoud
Mannelijk intelligent intelligents
Vrouwelijk intelligente intelligentes
6. Is het woord
mannelijk/
vrouwelijk en
staat het in
het
enkelvoud of
meervoud?
Kijk goed naar het lidwoord:
Le/Un → mannelijk, enkelvoud.
La/Une→ vrouwelijk, enkelvoud
Les/des → mannelijk/vrouwelijk, meervoud
Kijk ook goed naar de laatste letter van het woord:
- Als een woord eindigt op een ‘s’ dan is er een grote
kans dat deze in het meervoud staat!
7. Even testen!
We nemen nu een nieuwe zin met een ander
bijvoeglijk naamwoord: bleu (blauw).
→ Ma soeur porte toujours une robe bleue.
Het zelfstandig naamwoord hier is ‘robe’. Dit woord
is vrouwelijk en staat in het enkelvoud.
Dit zien we natuurlijk aan het lidwoord ‘une’. Ook
staat er geen ‘s’ achter robe!
Er komt dus een ‘e’ achter bleu → bleue
Enkelvoud Meervoud
Mannelijk - + s
Vrouwelijk + e + es
8. Uitzondering
Als er in de mannelijke vorm enkelvoud al een ‘s’
aan het eind staat, komt er in het meervoud geen
extra s bij!
Voorbeeld: Le chat gris → Les chats gris.
Er zijn ook mannelijke bijvoeglijk naamwoorden in
het enkelvoud, die eindigen op een ‘e’. De
vrouwelijke vorm krijgt dan geen extra e!
Voorbeeld: Le vélo propre → La maison propre.
De kleuren ‘marron’ en ‘orange’ veranderen nooit,
ook niet in het meervoud!
Voorbeeld: Il a les yeux marron.
9. Iemands
uiterlijk
omschrijven
Als je in het Frans wilt zeggen dat iemand blonde,
bruine of zwarte haren heeft, zeg je:
- Il a les cheveux blonds/bruns/noirs.
Letterlijk betekent dit: Hij heeft de
blonde/bruine/zwarte haren.
Op dezelfde manier kun je zeggen wat voor kleur
ogen iemand heeft:
- Elle a les yeux verts/bleus/marron/gris.
- Zij heeft de groene/blauwe/bruine/grijze ogen.
10. Einde deel 1 -
Oefeningen
Je bent nu aan het einde gekomen van deel 1 van
de uitleg. Ga nu naar de oefenpagina en maak
oefening 1 en 2, zodat je de nieuwe informatie
beter gaat onthouden.
Bonne chance!