1. KAARTENATLAS
Voor de plintenstrategie “Rotterdam op ooghoogte”
2. OPBOUW EN GEBRUIK ATLAS
Ter onderbouwing van de Plintenstrategie Rotterdam op Ooghoogte is een
aantal bouwstenen gemaakt:
• het Inspiratieboek (plintenlessen, interviews met interne en externe experts)
• het Analyseboek (inhoudelijk-strategische analyse)
• en deze Kaartenatlas (ruimtelijke analyse).
De Kaartenatlas is in vijf lagen opgebouwd:
1. De inkadering van de opdracht.
2. Het gebruik centraal. Met deze laag wordt er een waarde toegekend aan
het studiegebied.
3. Initiatieven die mogelijk in de toekomst gaan spelen.
4. Beoordeling van de plinten in het studiegebied op basis van (deels) nieuwe
criteria. Deze criteria zijn gedestilleerd uit de sterke punten die uit het post
moderne centrum kunnen worden gehaald.
5. Prioritering van de plekken waar de plintenstrategie wordt ingezet.
Elke kaart is voorzien van de meest treffende conclusies. Het gaat niet om de
precisie van de kaarten. Het gaat over een gesystematiseerde waarneming
om strategische voorstellen te kunnen voor de uiteindelijke Plintenstrategie.
3. #FEITEN
Laag 1: het studiegebied van de plintenstrategie in de binnenstad...........................................................................4
a. Studiegebied plintenstrategie
b. Tijdskaart: wanneer gebouwd
c. Structuur binnenstad in lijn en aanhechting
Laag 2: de laag van het gebruik van de binnenstad....................................................................................................10
a. Waardekaart: geliefde delen van de binnenstad, en delen in opkomst
b. Spreiding van functies in de binnenstad
c. Loopstromen op verschillende momenten van de dag
d. Bezoekerskaart
d. Bronpunten: waar komen voetgangers vandaan
e. Activiteiten: wat zijn de belangrijkste motieven om de binnenstad te bezoeken
Laag 3: de laag van de nieuwe ontwikkelingen in de binnenstad...............................................................................28
a. Buitenruimte projecten toekomst
b. Bouwprojecten toekomst
c. Leegstandskaart
# AANNAMES
Laag 4: de laag van de beoordeling van de plinten in de binnenstad........................................................................34
a. Missing links, waardering van verbindingen
b. Goede plekken met specifieke kwaliteit
c. Brandpunten, city lounge
d. Winkelgebieden
# PRIORITERING
Laag 5: prioriteitenkaart..................................................................................................................................................44
a. De combinaties van de bovenstaande lagen leiden tot een indeling in prioriteiten
van aan te pakken gebieden met de plintenstrategie
4. LAAG 1. STUDIEGEBIED
Voor de Plintenstrategie is het grootste deel van de binnenstad als
studiegebied genomen. De uitsnede is ingegeven door de beloopbaarheid van
de binnenstad. De doorgaande boulevards (Westzeedijk en ‘s-Gravendijkwal)
en de centrumboulevards (Weena en Goudsesingel) zijn als grens van dat
loopgebied genomenWel zijn de belangrijkste aanvoerroutes naar de stad
betrokken. Deze routes bepalen qua sfeer en gebruik een belangrijke deel van
de aantrekkelijkheid.
De binnenstraten van woonwijken zijn uit het te onderzoeken gebied gehaald.
De nadruk ligt vooral op de kwartieroverstijgende straten en plekken,
aangevuld met belangrijke verbindingsstraten.
De kaart van het studiegebied geeft geen waardeoordeel welke plekken er
beter zijn en welke niet. De kaart omvat slechts het gebied waar onderzoek
naar wordt gedaan en waar de uiteindelijke plintenstrategie uitspraken over zal
doen.
Te onderzoeken plinten
Aangrenzende buitenruimte
4
6. LAAG 1. TIJDSKAART
Grote delen van de binnenstad zijn na de tweede wereldoorlog herbouwd. De • groot deel van de binnenstad is
oude karakteristiek van kleinschalige geschakelde panden met zadeldaken en gebouwd in de afgelopen 60 jaar.
trapgevels is alleen nog terug te vinden in de oostelijke delen van het centrum Veel criteria die gebruikt worden voor
(Oude Westen, Baankwartier en Nieuwe Werk). Het overgrote deel van de het beoor delen van een plint zijn
gestoeld op historische bebouwing.
binnenstad is een postmoderne verzameling van wederopbouwarchitectuur. Hierdoor is zowel in de structuur van
Hierbinnen kan een onderscheid worden gemaakt tussen de echte de stad als op pandsniveau een
wederopbouwarchitectuur (weefselgevels) en de bebouwing die later is ander verhaal te vertellen voor
neergezet (vanaf de ‘70). Het onderscheid tussen oude en nieuwe binnenstad Rotterdam.
is relevant, omdat de beoordeling van de kwaliteit van plinten in beide
gebieden langs andere criteria verloopt. De wederopbouwarchitectuur is nu
eenmaal niet te vergelijken met de fijnmazige historische pandstructuur.
Brandgrens
Wederopbouw
Vooroorlogse bebouwing
6
8. LAAG 1. STRUCTUUR
De wederopbouwplannen van Witteveen en van Traa hebben een verandering
teweeg gebracht in het weefsel van de (binnen)stad. De ordeningsprincipes
van functiescheiding en infrastructurele ingrepen hebben gevolgen gehad
voor de verbindingen tussen de binnenstad en de omliggende wijken. In het
verleden liepen veel straten vanuit het omliggende gebied door de binnenstad
naar de Maas. Nu is er een grotere scheiding, ontstaan doordat er nieuwe
gebouwen op de oude structuur zijn geplaatst en doordat er anderzijds grote
barrières (zoals de West-Blaak) zijn aangelegd. De meeste historische lijnen
die oost-west lopen zijn nog steeds redelijk in tact. De noord-zuid routes zijn
veelal doorbroken of lopen samen met de grote bundels waar de auto het
domein bepaalt. De Provenierswijk, Zomerhofkwartier, Rubroek en in mindere
mate Kralingen hebben maar 3 verbindingen van belang naar de binnenstad
lopen. Alle andere lijnen lopen dood op na-oorlogse ingrepen.
Weefsel van straten
Doorlopende assen
Stadsstraten door binnenstad
Studiegebied
8
10. LAAG 2. WAARDEKAART
De WOZ waarden van de afgelopen 10 jaar geven een goed beeld van de • Oude Westen zuid, Cool, Kralingen en
(woon)gebouwen en de waardering van een plek of gebied. Het werkt in feite Nieuwe Werk zijn de gentrification voorbij.
heel simpel: hoe duurder het gebied, hoe geliefder het is. De stijging geeft aan • Oude westen en City Oost zijn de meest
welke gebieden in opkomst zijn. In de binnenstad zijn met name de plekken veelbelovende buurten rond de binnenstad:
rond het Baankwartier en het Nieuwe Werk het sterkst gestegen in waarde. De nabijheid binnenstad en aanwezigheid van
andere plekken in de binnenstad scoren rond het Rotterdams gemiddelde. (historische) stadsstraten.
Vanuit een groter kader kan gesteld worden dat er een (groot) verschil zit in de
waardeontwikkeling van de belangrijkste routes de binnenstad in. De routes
aan de westzijde van de binnenstad scoren hier het hoogste. Dit is terug te
zien aan de functies die zich langs de routes aan het vestigen zijn.
10
11. waardestijging (WOZ) per m² voor buurten in opkomst
woningen binnenstad 99-07 (waardestijging (WOZ) laatste 10 jaar)
Bestaande situatie
Ontwikkeling gemiddelde
WOZ-waarde 1995-2007
eg
per m² per blok
dw
(met min. 10 woningen)
an
€€525
525
grootste stijging
€€710
710
€€818
818
gemiddelde stijging
€€927
927
€€1072
1.072
kleinste stijging
€€1668
1.668
11
onbekend
12. LAAG 2. FUNCTIEKAART
De functiekaart van de binnenstad toont negen soorten functies. Het kaart-
beeld laat zien wat er gebeurt op de begane grond en zegt niets over het
wonen
programma boven de plint. De kaart moet dat ook niet gelezen worden als de
optelsom van alle functies in het centrum, maar laat alleen zien waar je als
voetganger (of fietser) in de binnenstad mee in aanraking komt als je langs
werken
een gebouw loopt. De kaart laat de mate van concentratie en spreiding zien
en het verschil van korrelgrootte van het vooroorlogse en naoorlogse deel van
het centrum. De functiekaart, en de deelkaarten op de volgende bladzijden,
laten zien hoezeer de Rotterdamse binnenstad op ooghoogte bestaat uit vaak detailhandel
door één functie gedomineerde ‘eilandjes’. In tegenstelling tot historische bin-
nensteden is er weinig menging van functies in één straat, en de eilandjes zijn
ook niet altijd even goed met elkaar verbonden. Tegelijkertijd laten de kaarten maatschappelijke voorzieningen
de gebieden zien die al veel kwaliteit hebben en die potentie in zich hebben
om (o.a.) met een goede plintenstrategie te worden uitgebouwd.
culturele voorzieningen
medische voorziengen
horeca
onderwijs
bedrijfsruimtes
brandgrens
12
14. wonen kantoren detailhandel
• Oude westen • Westersingel • Lijnbaan
• Baankwartier • Westblaak / blaak • Binnenweg / Binnenwegplein
• Laurenskwartier • Westzeedijk • Hoogstraat
• rond Centraal Station • van Oldebarneveldstraat
concentratie in schil rond kernwinkelgebied • Karel Doormanstraat
in de 19e eeuwse wijken. Hier wordt vooral Volgt de lange lijnen van de belangrijkste • aanvoerroutes naar binnenstad
“op straat” gewoond. Veel van de woningen infrabundels
in het wederopbouw bevinden zich boven Oriëntatie detailhandel vooral oost-west
de plint.
maatschappelijke voorzieningen culturele voorzieningen medische voorzieningen
• versnipperd en gelijkmatig verdeeld • Schouwburgplein e.o. • rond Erasmus MC
• Witte de withstraat • Baankwartier
• Museumpark e.o.
duidelijke zwaartepunten in binnenstad van
Belangrijkste culturele voorzieningen medische voorzieningen
geclusterd in drie gebieden. Bijna geen
andere culturele functies in rest
binnenstad
horeca onderwijs creatieve bedrijvigheid
• op het oog versnipperd in binnenstad • gekoppeld aan belangrijkste • gekoppeld aan belangrijkste
• duidelijke clustering langs sommige woongebieden woongebieden
straten en plekken
14
16. LAAG 2. LOOPSTROMEN
Veel passanten in een straat en een stedelijk georiënteerde doelgroep in
de buurt betekent draagvlak en potentie om op begane grond, in de plinten,
interessante stedelijke publieksfuncties te krijgen. Daarom is het cruciaal te
begrijpen hoe op verschillende tijdstippen op de dag de loopstromen momen-
teel door de binnenstad van Rotterdam gaan. De dikte op de kaarten geeft de
hoeveelheid voetgangers aan.
De loopstromenkaarten zijn gemaakt op basis van samengestelde cijfers van
diverse andere onderzoeken. Als eerste zijn de cijfers van het buitenruimte
onderzoek van Jan Gehl (2008) gebruikt. Deze dekken niet heel het centrum,
maar spitsen zich vooral toe op het Lijnbaankwartier en het Laurenskwartier.
Daarnaast zijn er in het kader van het CDR een aantal berekeningen gedaan
die over loopstromen gaan (Goudappel en Coffeng, 2008). Hier is de huidige
situatie en toekomstige situatie uitgedrukt in loopstromen vanuit het CS. Als
laatste is het jaarlijkse passanten onderzoek van het OBR gebruikt. Deze fo-
cust vooral op de detailhandel.
De drie onderzoeken bij elkaar laten een algemeen beeld zien waar de mees-
te mensen zich verplaatsen gedurende de dag. De kaarten laten ook de rela-
tieve luwtegebieden zien.
De belangrijkste conclusie op basis van de loopstromen is dat er een duide-
lijke focus ligt op het kernwinkelgebied en de routes ernaar toe. Gedurende de
avond en nacht zijn de belangrijkste loopstromen geclusterd aan plekken, niet
aan routes.
GPS onderzoek als vervolg om data nauwkeu-
riger te krijgen
16
17. dag avond
8.00 tot 18.00 18.00 tot 00.00
• forensen • uitgaan
• winkelen • toerisme
• ontmoeten • cultuur
• toerisme
• cultuur
de dunste lijnen zijn minimaal ca. 1.000 passanten
de dikste lijnen zijn ca. 30.000 passanten
17
18. LAAG 2. BEZOEKERS
Om een beeld te krijgen van Rotterdam en de manier waarop bezoekers door
de binnenstad bewegen zijn vijf reisgidsen geanalyseerd die ieder een ander
budget en/of doelgroep aantrekken:
• Lonely planet, the Netherlands
• Thomas Cook, Rotterdam
• Citytrip, Rotterdam
• Wallpaper City Guide, Rotterdam
• Little Black Book, Rotterdam
De uitkomst is dat bijna alle boekjes een overlap laten zien van de plekken
waar volgens de gids overdag en ‘s avonds wat te doen is. Een enkele plek
wordt alleen in één reisgids benoemd.
dag
avond
18
20. LAAG 2. BRONPUNTEN
De bronpuntenkaart laat de bronnen van voetgangersstromen naar de bin-
nenstad zien: de belangrijkste parkeergarages, treinstations, metrostations en
tramstations. Vanuit deze plekken banen gebruikers zich een weg banen door
het centrum.
treinstations
garages
tramhaltes
metrohaltes
20
21. T
T
M
T
T T
M
M M
M
T
T
M M
M T
T
T
T
M
M M
T
T
M M
M
T
T
T
M
M
T
21
24. LAAG 2. BRONPUNTEN
Naast de functiekaart is er ook een kaart met activiteiten in de binnenstad.
Deze activiteitenkaart is een afgeleide van de functiekaart en kan samen met
de loopstromen gedurende de diverse dagdelen een betere uitdrukking geven
wat er langs de belangrijkste loopstromen gebeurt. Het zijn als het ware de
motieven om de binnenstad te bezoeken: om er te komen winkelen, werken,
etc.
Gekoppeld aan de loopstromen is er gedurende de dag een grote loopstroom
langs de belangrijkste winkelgebieden en winkelstraten. De enige uitzondering
hierop is de Coolsingel. In de avondsituatie verplaatsen de looproutes zich
naar de gebieden waar een uitgaanscultuur heerst. De Karel Doormanstraat
wordt de kapstok waaraan alle plekken zich hangen. De nachtsituatie heeft
een focus op plekken i.p.v. lijnen.
wonen
werken
uitgaan
winkelen
leren
overig
24
28. LAAG 3. BUITENRUIMTEPROJECTEN
De projectenkaart maakt een onderscheid in projecten in aanbouw en projec-
ten die in een studiefase zijn. Daarnaast staan de buitenruimteprojecten op de
kaart waar klein/grootschalig onderhoud is gepland of er een inrichtingsplan
klaar ligt om te worden uitgevoerd.
buitenruimteprojecten na 2014
buitenruimteprojecten tot 2011 tot 2014
buitenruimteprojecten tot 2011
28
29. VERKLARING
GEREED VOOR 2011
MEERJAREN PROGRAMMA BUITENRUIMTE 2011-2014
29
RESERVE PROJECTEN MEERJAREN PROGRAMMA
AANPAK NA 2014
30. LAAG 3. BOUWPLANNEN
De projectenkaart maakt een onderscheid in bouwprojecten in aanbouw en
projecten die in een studiefase zijn.
in aanbouw
studie
30
32. LAAG 3. LEEGSTANDSKAART
In november (2010) is er een inventarisatie geweest van de leegstand in de
binnenstad. Deze informatie is snel verouderd en er zal altijd weer een betere
kaart zijn die nieuwer is. De kaart geeft een momentopname, maar zegt
natuurlijk wel iets over het gebruik en waardering van een plek. Bij volgende
inventarisaties kan er wel een vergelijking worden gemaakt om eventuele
trendste ontdekken.
leegstand
dicht
faillissementsuitverkoop
32
34. LAAG 4. MISSING LINKS
De missing links zijn de belangrijkste ruimtelijke koppelingen in de stad die
op dit moment niet functioneren. Een groot deel van de missing links liggen
daar waar werelden elkaar tegenkomen. De auto wereld met de wereld van
de voetganger (voorbeeld is de Westblaak) of koppelingen tussen de diverse
kwartieren.
Daarnaast zijn er plekken in de stad te onderscheiden die al een city lounge
kwaliteit hebben. Deze plekken zijn meestal gekoppeld aan de grootste
loopstromen en hebben een specifiek karakter. Niet alle functioneren 24 uur
per dag. Ook zijn er een aantal plekken te onderscheiden die in potentie city
lounge kwaliteit hebben. Deze liggen meestal in de gebieden die grenzen aan
de voornaamste loopstromen.
34
38. LAAG 4. PLEKKEN met specifieke kwaliteit
De plekken met een specifieke kwaliteit zijn die plekken die gedurende (een
deel van) de dag een magneet zijn voor bezoekers en passanten. Dit wil niet
zeggen dat deze plekken alle voldoen aan de criteria zoals deze gesteld wor-
den aan de city lounge, maar het zijn wel de plekken waarvoor mensen naar
de binnenstad komen. Daarnaast is er een onderscheid tussen de plekken die
overdag deze functie hebben en ‘s avonds.
38
40. LAAG 4. “Laten we afspreken bij...”
De plekken die een centrale plek hebben binnen de city lounge zijn die
plekken waar mensen bijeenkomen, voor of na gebruik van de binnenstad.
De meeste plekken liggen centraal rond de belangrijkste haltes van openbaar
vervoer en bij uitvalswegen. Een opmerkelijk punt is dat verreweg de meeste
van deze plekken zich langs de oost-west routes door de binnenstad
bevinden.
De “lekkere plekken” op de belangijkste oost-
west routes.
interessante plinten
interessante plekken
40
42. LAAG 4. WINKELGEBIEDEN
De Rotterdamse binnenstad heeft een zeer uitgebreid winkelaanbod (180.000
m² winkelvloeroppervlakte). In de niet-dagelijkse artikelensector is er zelfs
een bovengemiddeld winkelaanbod. Ook zitten er, ondanks de crisis, nog veel
nieuwe winkelontwikkelingen in de planning. De binnenstad kent een stevige
concurrentie van het Alexandrium en Zuidplein. In vergelijking met andere
grote steden is de positie van de deze centra relatief sterk ten opzichte van de
binnenstad. Er is relatief veel hoogwaardig aanbod in Rotterdam buiten de
binnenstad gevestigd.
Er is nog te weinig sprake van een logisch en sluitend loopcircuit. Er zijn
er wel meerdere vertakkingen op de hoofdstructuur, maar een logische
aaneengeschakelde hoofdroute ontbreekt. Een goede oost-west relatie wordt
gemist. De Coolsingel fungeert nu als een soort grens. Hierdoor zijn de verder Downtown
gelegen bijzondere winkelstraten moeilijk te vinden. Ook vanuit de stations-
omgeving is het voor bezoekers niet helder hoe de binnenstad bereikt wordt.
De bijdrage van de markante Coolsingel is nog te bescheiden en de Lijnbaan CDR / Mixone
is niet up-to-date.
De diverse unieke winkelgebieden kunnen dus beter met elkaar verbonden Schouwburgplein
worden. Het doel is een compacte en evenwichtige winkellooproute, waarbij
de Coolsingel een centrale positie inneemt. Hierdoor worden ook de
Karel Doormanstraat e.o.
minder zichtbare, maar bijzondere, deelgebieden verbonden en is er
voldoende kritische massa in het winkelhart om een gevoel van
gezelligheid te krijgen. Belangrijk hierbij is een goede spreiding van
Kernwinkelgebied
(nieuwe) trekkers en het evenwichtig verdelen van de nieuw te
ontwikkelen winkelmeters over de projecten in de binnenstad.
Markthal
Laurenskwartier
42
44. LAAG 5. RUIMTE
Wat zijn goede en slechte plinten in de binnenstad van Rotterdam? Deze
vraag kan op twee manieren worden beantwoord: waar is de ruimtelijke ver-
schijningsvorm goed, en waar is het programma goed? Vanuit een ruimtelijke
optiek zijn er een paar plekken waar de verhouding bebouwing en openbare
ruimte op orde is. De plekken karakteriseren zich door een eenduidige en hel-
dere opbouw. Deze plekken staan op de kaart groen aangegeven.
44
46. LAAG 5. PROGRAMMA
Wat zijn goede en slechte plinten in de binnenstad van Rotterdam? Deze
vraag kan op twee manieren worden beantwoord: waar is de ruimtelijke ver-
schijningsvorm goed, en waar is het programma goed? In de binnenstad zijn
er tal van plekken waarbij er een goede programmatische opbouw is in de
straat, plein of plek. Veel van deze plekken zijn onderdeel van de route die
de meeste mensen gebruiken. De plinten die programmatisch goed zijn staan
groen aangegeven.
46
48. LAAG 5. DAG BESTAAND
De meeste mensen houden zich gedurende de dag op in het gebied waar de
detailhandel sterk vertegenwoordigd is. . De kantoren hebben een duidelijke
clustering langs de oost west lijnen in de binnenstad en positioneren zich om
het kernwinkelgebied (CDR, (West)Blaak, Boompjes). De belangrijkste noord
zuid lijnen gedurende de dag zijn de Westersingel, Lijnbaan en Coolsingel. T
T
T
T
M M
belangrijkste loopstromen dag
T
T
tijdelijke clusters
M M
M T belangrijkste clusters
T
T
werken
T
M
M M
werken
T
T
detailhandel
M M
48
M
49. T
T
M
T
T T
M
M M
M
T
T
M M
M T
T
T
T
M
M M
T
T
M M
M
T
T
T
M
M
T
49
50. LAAG 5. AVOND BESTAAND
De belangrijkste clusters liggen versnipperd in de binnenstad. Rond het
Schouwburgplein e.o. en de Witte de Withstraat is er een verknoping tussen
de horeca en culturele voorzieningen. Deze hebben een duidelijke link door de
Karel Doormanstraat. Daarnaast zijn er clusters in de avond die zich zowel in
buitenruimte als in programma onderscheiden. Belangrijkste hier is de horeca,
elk met zijn eigen signatuur. Het enige cluster dat niet in het netwerk van de
binnenstad ligt is de Oude Haven.
belangrijkste loopstromen avond
belangrijkste clusters
cultuur (avond)
horeca
50
51. T
T
M
T
T T
M
M M
M
T
T
M M
M T
T
T
T
M
M M
T
T
M M
M
T
T
T
M
M
T
51
52. LAAG 5. PLEKKEN MET PRIORITEIT
Op basis van alle voorgaande kaarten, aangevuld met plekken die een
kwaliteit hebben (ruimtelijk en/of programmatisch) zijn er tien plekken aan
te wijzen in de binnenstad waar een ingreep voor de hand ligt, dan wel
wenselijk is.
prioriteit
programma
programma en ruimte
ruimte
52
54. LAAG 5. PLEKKEN MET PRIORITEIT
korte, middellange en lange termijn
Korte termijn
Dit zijn plekken met een hoog strategische waarde voor het maken van de city
lounge. Ze zijn onderdeel van een grotere ontwikkeling en plekken waar al het
nodige gebeurt. Er is energie aanwezig van diverse partijen die bezig zijn om
de plek of straat te transformeren. Deze plekken sluiten logisch aan op be-
staande netwerken en loopstromen.
1. Central District Rotterdam - Mixone
Dit gebied wordt de internationale entree van de stad . Een ambitie die niet
alleen gedragen dient te worden door een nieuw centraal station maar ook
door een aanpalend district dat expliciet uitgaat van functiemenging en
aansprekende uitstraling op ooghoogte, en goed is aangesloten op de rest van
de binnenstad. Dit gebied is cruciaal voor de economie van de stad die hier
gebaseerd is op de interactie. De kaders zijn op orde, de ambitie is vastge-
steld, de opgave zit hier in de “orgware”. Hoe krijg je voor elkaar dat de
ambitie en kaders ook een goed vervolg krijgen?
2. Aert van Nesstraat / Meent
Een potentieel vitale verbinding tussen de wederom als collectief geheugen
te ‘reanimeren’ Coolsingel en het steeds sterker opkomende Laurenskwartier
aan de andere kant. De opgave ligt enigszins in het opschonen van overtollig
materiaal en het als plint aantrekkelijk presenteren en openen van het oude
postkantoor als nieuw icoon aan de zuidkant. Nu wordt deze straat door voet-
gangers maar voor de helft gebruikt. De straat heeft de potentie om in de dag
een toevoeging te zijn in de loopstromen en kan een tweede goede verbinding
over de Coolsingel worden. Er is met de plintenpilot al begonnen met de aan-
pak van de Aert van Nesstraat, de energie is er, maar ook de noodzaak dat dit
een vervolg krijgt.
54
55. 3. Eendrachtsplein
Eendrachtsplein is in potentie onderdeel van de culturele as, van het
winkelmilieu van de (nieuwe) Binnenweg en entree naar het museumpark,
maar nu nog vooral ruimte aan de autogedomineerde Westblaak.
Het plein heeft nog geen duidelijk profiel. Met de verruiming van de
horecamogelijkheden, kleinschalige leegstand en markante gebouwen die
niet stroken met de programmatisch potentie ligt hier een opgave in
programma en in ruimte. Het Eendrachtsplein heeft een potentie om
diverse werelden met elkaar te verbinden.
4. Oversteek Karel Doormanstraat / Hartmanstraat
Met de ontwikkelingen rond de Karel Doormanstraat (verschuiving naar
horeca, renovatie Ter Meulen, hoekpand Binnenweg en mogelijk het
Wibrapand) is de straat in beweging. De Hartmanstraat heeft ook een eigen
dynamiek. Kleinschalig nieuw programma rond het kruispunt, het vergroenen
van de parkeergarage, etc brengen hier nieuwe energie. Daarnaast is de lijn
in de stad belangrijk in het netwerk en kan hij in potentie uitgroeien als
prominente lijn in het dagnetwerk. Een betere vormgeving van de overgang op
de West Blaak zal voor beide zijden een grotere versnelling opleveren van de
programmatische verandering die hier nu al speelt. Daarnaast kan het
Skatepark en de hier gevestigde horeca ook meeprofiteren.
55
56. Middellange termijn
Dit zijn plekken die op de middellange termijn interessant worden als de
ontwikkelingen meer zijn uitgewerkt. Alle hebben een potentie om het
netwerk/loopstormen te vergroten.
5. Kruiskade tot aan Coolsingel
De Kruiskade is een straat in de binnenstad met een eigen signatuur, maar
(nog) niet ingebed in loopstromen vanuit de omgeving. De westzijde wordt ge-
kenmerkt door exclusieve detailhandel en is vooral over de dag een onderdeel
van het netwerk van de stad. De oostzijde heeft een duidelijk avondprofiel en
is onderdeel van de stedelijke voorzieningen voor uitgaan. De aansluiting op
de Coolsingel is op zijn minst slordig te noemen. In het gebied speelt een aan-
tal ontwikkelingen parallel aan elkaar. Bij deze ontwikkelingen is de kwaliteit
van de plint al een nadrukkelijk onderdeel van het proces. De afgelopen pe-
riode zijn met de plintenpilot punten aangepakt die op korte termijn waren op
te lossen en de straat zelf krijgt een nieuwe inrichting. Niet wetende wanneer
zich nieuwe ontwikkelingen zullen aandienen liggen er op pas weer expliciete
extra acties op het moment dat zich nieuwe initiatieven zullen aandienen voor
de gebouwen in het gedeelte richting Coolsingel.
56
57. 6. Oversteek Jonker Fransstraat
Programmatisch is de overgang van de Meent naar de Jonker Franstraat nu
nog een grote verandering. De veelzijdigheid aan programma ontbreekt aan
de zijde van de Jonker Fransstraat en er is sprake van leegstand. Dit wil niet
zeggen dat er geen potentie is, integendeel. De potentie om de Meent op een
goede manier te verknopen met het Noord plein (en verder) ligt voor de hand.
Ook omdat dit één van de belangrijkste verbindingen is (en moet zijn) met
grote delen van Rotterdam Noord en Oost. De ruimtelijke aanhechting is niet
optimaal. Er moet een vanzelfsprekendheid zijn waarmee de oversteek over
de Maniniersweg is vormgegeven. Hiermee is dit deel een strategische verbin-
ding die in de toekomst in programmatische en ruimtelijke zin een andere rol
van betekenis krijgt, vanaf het moment dat er vanuit de markt nieuwe initiatie-
ven voor de Jonker Fransstraat op gang komen.
7. Laurenskerkplein: Grote Kerkplein
Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in dit gebied en de directe om-
geving. De opgave hierna is om niet alleen de kwaliteit en het gebruik door
stedelingen en bezoekers van deze culturele ‘plek’ te stimuleren maar ook
om betere relaties te leggen met het water (nu doods), de Hoogstraat en de
Meent. Maar ook met de Binnenrotte (soms vol geprogrammeerd, soms leeg).
In alle drukte van de verdichte binnenstad is dit gebied een oase van rust die
beter kan worden benut dan nu het geval is. Ontwikkelingen in de omgeving
(Club Heidegger, Hofdame en het programma dat hier komt, brug over het wa-
ter, inrichting van de Binnenrotte, komst Markthal en nieuwbouw Hoogstraat)
kunnen in de toekomst als een katalysator werken om de potentie van de plek
te ontsluiten.
57
58. Lange termijn
Op de lange termijn zijn er projecten die van de buitencategorie zijn. Belangrijk
om aan te pakken voor de uitvoering van de citylounge, liefst zo snel mogelijk
vanwege het strategische karakter van de plek, maar ook de realiteit dat hier
weinig energie of mogelijkheden zijn om nu te transformeren. Daarnaast is op
deze plekken een ingreep nodig om tot een meer heldere stedenbouwkundige
structuur te komen, waarbij sloop/toevoegen van volume onderdeel is van de
opgave. Mocht de markt in de toekomst gaan investeren dan zijn dit drie
belangrijke plekken voor de citylounge om op in te haken.
8. Hofplein
Hofplein is het enige ‘echte’ plein in de binnenstad, alhoewel nu met een te
grote autodominantie en te kleine voetgangerskwaliteit. Op termijn is het
Hofplein het schakelstuk tussen de noordelijk wijken die in hun transformatie
langzaam aan bevolkt zullen worden door meer mensen met een voorkeur
voor de stedelijke leefstijl. Langs deze weg krijgt de binnenstad dan ook meer
voeding en het (plinten) programma moet daar dan op aansluiten. De bin-
nenstad wordt ‘groter’. Het is nu al de plek met de meeste fietsbewegingen
per dag én is (zowel overdag als ’s avonds) een schakel in de belangrijkste
loopstromen. De ontwikkelingen van het Central District Rotterdam, Pompen-
burg, Zomerhofkwartier en de Coolsingel zijn echter van cruciaal belang bij de
aanpak van het Hofplein. Hier ligt een zware fysieke opgave op zijn plaats om
de plinten, Hofplein en loopstromen op een goede manier vorm te geven.
9. Oostplein
Rotterdam Oost komt via het Oostplein de binnenstad in. Het is een schakel
van groot strategisch belang. Het is ook de plek waar de oude stad en de
nieuwe binnenstad letterlijk op elkaar botsen, met als gevolg een ruimte
zonder duidelijkheid en hiërarchie. Hierdoor is het mogelijk dat alle stromen de
doorgaande route van de Burgermeester van Walsumweg worden opgeduwd.
Langzaam verkeer met bestemming binnenstad zou hier juist naar de
Hoogstraat en de Goudse Singel geleid moeten worden. Hier bevindt zich
immers het interessante stedelijk programma. De Burgemeester van
Walsumweg is meer een straat met (grootschalige) diensten en specifieke
58
59. doelgericht bezochte winkels. Als aanlooproute van het oostelijk deel van het
centrum (en hiermee de vulling en kwaliteit van de plint) essentieel. Echter, de
opgave vraagt om een zware fysieke ingreep om de grens die het nu is om te
zetten naar een attractief stuk (binnen)stad.
10. Churchillplein
De plek die omschreven kan worden als navel van de
Binnenstad. Hier komt zowat alles bij elkaar te maken heeft met stedelijk ge-
bruik, betekenis, routing, verknoping etc. Deze ingrediënten die nu nog tame-
lijk los van elkaar liggen, kunnen op termijn beter met elkaar verknoopt
worden. Bestaande en nieuwe gebouwen moeten bijdragen aan het voetgan-
gerscomfort, aan de oversteekbaarheid van de Blaak, aan de zichtbaarheid
van programma in gebouwen, aan de verwijzing naar Waterstad en de rivier.
In potentie kan dit een interessant interactiemilieu worden door de nabijheid
van verschillende doelgroepen en bezoekmotieven. Onderdeel van de lange
termijn aanpak van Blaak / West Blaak.
59
60. PLEKKEN MET PRIORITEIT
korte, middellange en lange termijn
korte termijn
middellange termijn
lange termijn
60