2. Participanten in Let’s Connect
Bedrijven Kennisinstellingen: (semi-)overheden:
NTS-group Hogeschool Zuyd Brainport Development NV
Special Coatings BV Leeuwenborgh Opleidingen Provincie Limburg
Hurks Groep (ROC)
Sappi Universiteit van Tilburg Cofin:
Huijbregts Groep TU/e Provincie Brabant/Provincie
Mondriaan ROC ter Aa Limburg/SRE
Zorggroep Fontys Hogeschool
(zorginstelling)
Kennis- en adviescentra: Projectleiders:
Kenteq Marius Monen
Colo (TU/e/Brainport)
Inge Willems (Wise up)
8. Intransparantie
arbeidsmarkt
Vraag Aanbod
• Deels onzichtbaar • Deels onzichtbaar
(vacatures, klussen) (profielen)
• Zichtbare vraag deels • Zichtbaar aanbod
niet herkenbaar deels niet herkenbaar
als passend als geschikt (evt. met
upskilling)
• Ontwikkelingen in • Opleiden en upskilling van
(toekomstige) vraag aanbod niet afgestemd op
niet zichtbaar toekomstige vraag
9. Intransparantie
arbeidsmarkt
Interoperabiliteits-
Vraag uitdagingen Aanbod
Platform-
• Deels onzichtbaar onafhankelijke • Deels onzichtbaar
(vacatures, klussen) profielen en (profielen)
vacatures
• Zichtbare vraag deels Fijnmazige • Zichtbaar aanbod
niet herkenbaar matching van deels niet herkenbaar
als passend actueel vraag & als geschikt (evt. met
aanbod
upskilling)
Trendgegevens in
• Ontwikkelingen in kansen op werk obv• Opleiden en upskilling van
(toekomstige) vraag competenties aanbod niet afgestemd op
uitgedrukt in
niet zichtbaar toekomstige vraag
standaardtaal
Gebrek aan standaardisatie
11. Beschrijving employability-
kenmerken
• Nominaal: wat kun je (drijft je, ben je)?
– Identificeren van gelijksoortigheid en hiërarchische ordening
van begrippen (in verschillende taxonomieën)
– en van de termen waarmee deze begrippen worden
beschreven: woordenboeken, vocabularies
• Ordinaal: hoe goed kun je dat?
– Prestatieniveau, beheersingsniveau
– Meetschaal (x-punts)
– Benchmark
13. Vertaling van functie- (taken)
naar competentieprofiel mbv SBB
Benodigde kennis en Voor de taken vereist competentieprofiel met
vaardigheden Kennis
toenemende (contextgebonden) specificiteit
voorwaardelijk Vaardig-
voor effectief heden
Competent
Gedrags- Gedrags- Competentielabels en
componen ankers gedragscomponenten
professioneel gedrag ies
ten gestandaardiseerd obv
25 120 x SHL
Gekoppeld via Gekoppeld via Context-specifieke
Kerntaken competentie- competentie- observatiepunten
1-5 matrix matrix
Functieprofiel met
toenemende Gekoppeld via Gekoppeld via Context-specifieke
Werk-
contextgebonden processen competentie- competentie- observatiepunten
specificiteit xxx matrix matrix
Termen voor kerntaken, Prestatie-
Gekoppeld via
werkprocessen slechts indicatoren competentie- Niet gekoppeld Niet gekoppeld
ten dele matrix
gestandaardiseerd, x
prestatieindicatoren
volstrekt niet
gestandaardiseerd
14. Het volledige Waarover iemand moet
gedragsrepertoire beschikken voor beroep A
15. Het volledige Waarover iemand moet beschikken
gedragsrepertoire voor beroep B
16. Het volledige Waarover iemand moet
gedragsrepertoire beschikken voor beroep C
17. Competenties Competenties waarover
noodzakelijk voor een bepaald persoon
beroepsuitoefening beschikt
Matchen
18. Competenties noodzakelijk Competenties waarover persoon
voor beroepsuitoefening A X beschikt
Perfect match
19. Competenties noodzakelijk Competenties waarover
voor beroepsuitoefening A persoon Y beschikt
fair match
20. Competenties noodzakelijk Competenties waarover
voor beroepsuitoefening A persoon Z beschikt
mismatch
21. Competentie-
referentiemodel
in standaardtaal
Competenties vereist Competenties
voor beroep A in de persoon X
standaardtaal in standaardtaal
22. Competentie-
referentiemodel
in standaardtaal
vertaling vertaling
Competenties vereist Competenties vereist Competenties Competenties
voor rol R bij voor beroep A in de persoon X persoon X
bedrijf X in lokale taal standaardtaal in standaardtaal in lokale taal
organisatie Y
23. Competentie- Competentie- Competentie-
referentiemodel referentiemodel referentiemodel
in lokale taal voor in standaardtaal in lokale taal voor
bedrijf X organisatie Y
mapping mapping
vertaling vertaling
Competenties vereist Competenties vereist Competenties Competenties
voor rol R bij voor beroep A in de persoon X persoon X
bedrijf X in lokale taal standaardtaal in standaardtaal in lokale taal
organisatie Y
28. Interoperabiliteit en conversie
Procedurele interoperabiliteit
Conversie van gebruikscontext-
specifieke informatie
Semantische interoperabiliteit
Begripslabels conform Conversie van begripslabels Begripslabels conform
lokale taal 1 dmv referentiemodel lokale taal 2
Syntactische interoperabiliteit
Ingedeelde gegevens Conversie van formaten Ingedeelde gegevens
vlgs format 1 dmv standaardformat (NTA, XML) vlgs format 2
Technische interoperabiliteit
Conversie van tekens dmv
Tekenset 1 Tekenset 2
gegevensstandaarden
40. Generieke Metadata- Uitgangspunt:
metadata- referentie- vocabulaires in
termen, database nationaal toepassings-
los van (vocabulaires met profiel van
individuen drijfveren, internationale
generieke standaard(-en) IMS (en
competenties etc.) HR-XML)
“Vakspecifieke”
meta-datatermen metadata-referentie- metadata-referentie- metadata-referentie- metadata-referentie-
(per sector/branche),database sector database sector database sector database sector X
los van individuen Gezondheidszorg (Calibris) Techniek (Kenteq) Procesindustrie (Vapro)
Toegekende sector-onafhankelijke standaard-metadata
Toegekende sectorale
vakspecifieke Toegekende sectorale
(Meta-)data Toegekende standaardmeta-data vakpecifieke
toegekend bemiddelaars- Toegekende meta-data
specifieke meta- Data dienstverlener- (o.a. competentie-
aan een
data specifieke meta- labels)
individu data
Data Data
Data (portfoliocontent,
Toegekende
Toegekende
opleidings- bewijsmateriaal)
bedrijfsspecifieke
specifieke meta-
meta-data
data
Data Data
Via een
e-portfolio-
“Werkmap” Employability
applicatie Bemiddeling,
Werknemers- Onderwijs-
services, EVC,
e-portfolio e-portfolio
raadpleegbare/ werk naar coaching
muteerbare werk Life Long
data over een Learning &
Employability
individu portfolio
Met “hetvolledigegedragsrepertoire” wordtbedoeldallemogelijkegedragingen.In een beroep worden niet alle mogelijke competenties gevraagd. Het gaat altijd om een selectie uit alle mogelijke gedragingen.
Syntactischeinteroperabiliteit: structuur door middel van opmaak: formulieren. Formulier-gerelateerdesemantiek is al mogelijk: bijv. vierkeuzeoptiesaanbieden, die gekozenkunnenworden door eenkruisje op het formulier. Dat zit echterniet in de NTA-2035.Daarzijnallevelden open containers. De inhoud van de containers wordtnietbeperkt door eengemeenschappelijkvocabulaire (referentiemodel) waaruit de waarde van het veld gekozenmoetworden.Syntactischestandaardenleiden tot non-interoperablemetadata containers
Deze figuur is een schematische weergave van het totale gedragsprofiel, achtereenvolgens onderverdeeld in clusters en gedragscomponenten, met voorbeelden van waarneembaar gedrag. Niveauaanduidingen zijn niet nader ingevuld; zie voor een voorbeeld de volgende slide.Bijlage 3: Beschrijving van gedragscomponent van een competentieIn deze bijlage wordt een handvat gegeven om professioneel gedrag te beschrijven. Het is ontleend aan O. Kok, ‘Het beschrijven van het gedragsaspect van competenties’. Het volledige document is bij de werkgroep opvraagbaar, of via de web-site van de Bachelor of Engineering te downloaden. Hieronder volgt een samenvatting.3.1 InleidingOnderwijs wordt steeds meer geformuleerd op basis van door de student te verwerven competenties. Bij deze competenties gaat het erom de bekwaamheid in kennis, vaardigheden en attitude in samenhang te kunnen toepassen in de beroepspraktijk.Van oudsher heeft het onderwijs in de sector techniek voornamelijk ervaring met de elementen kennis en vaardigheden. Het gedragsaspect van het begrip competentie is een relatief nieuw element.ONTWIKKELBAARHEID VAN GEDRAGWaarneembaar gedrag kan verschillende oorzaken hebben, en deze oorzaken hebben invloed op de ontwikkelbaarheid van dat gedrag. Gedrag op basis van de omgeving of de vaardigheden van een persoon is uiteraard gemakkelijker te beïnvloeden dan gedrag dat veroorzaakt wordt door zijn overtuiging of identiteit.De gedragsaspecten die in dit document beschreven zijn, zijn dus meer of minder ontwikkelbaar afhankelijk van de drijfveren van de persoon die het gedrag vertoont.NIVEAUS VAN GEDRAGVoor het ontwikkelen van competenties tijdens het uitoefenen van een functie, en ook zeker in een opleidingssituatie, is het belangrijk de competenties op verschillende niveaus te beschrijven. In dit document wordt het gedragsaspect van de competentie in vier niveaus beschreven. Deze niveaus zijn van toepassing op functies in het beroepenveld van een Bachelor of Engineering. Met name in de twee laatste jaren van de opleiding zijn deze niveaus bruikbaar.DOEL EN ONDERLIGGENDE LITERATUUR VAN DIT DOCUMENTDit document is geschreven om onderwijsontwikkelaars en docenten een instrument in handen te geven, van waaruit zij zich kunnen laten inspireren in dit nieuwe gebied. Het is gebaseerd op een bijlage uit het Landelijk Opleidingsprofiel van TBK (2002), en aangevuld met beschrijvingen van gedragsniveaus zoals die o.a. door de FME- CWM voor het bedrijfsleven in de metaalelektro geformuleerd zijn.3.2 GedragsprofielEen gedragsprofiel van een functie geeft een overzicht van de gedragskenmerken waarover de functiehouder moet beschikken om deze functie, zoals vastgesteld in het beroepsprofiel, goed te kunnen uitoefenen.Een gedragsprofiel kent drie niveaus van beschrijving:1. Clusters in gedragDeze zijn te beschouwen als een eerste grove indeling waaruit het complexe begrip ‘gedrag’ bestaat. Het belang van de verschillende clusters verschilt per functie, afhankelijk van de eisen die aan de functie en de functie-uitoefening worden gesteld. De clusters zijn:het persoonlijk cluster, het interpersoonlijk cluster, het planning cluster en het vakkundigheid cluster.2. GedragscomponentenElk cluster bevat een aantal gedragscomponenten. Een gedragscomponent is een vaardigheid of persoonseigenschap die gedefinieerd wordt in termen van gedrag. De meeste gedragscomponenten betreffen een vaardigheid, ‘iets wat iemand kan’, maar soms ook drijfveren of motieven, ‘iets wat iemand wil’. Zie ook ‘ontwikkelbaarheid van gedrag’, hierboven.3. Waarneembaar gedragHet waarneembare gedrag geeft, per gedragscomponent, aanwijzingen over de wijze waarop het gewenste gedrag in operationele zin herkend wordt in termen van zichtbaar of meetbaar gedrag.Met andere woorden: wat ziet men functionarissen doen, als zij de functie (zeer) goed vervullen.