SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 76
Taal en norm
in politiek Den Haag

     Ton van Haaften,
    Universiteit Leiden

St. Petersburg, 21-12-2012
(3)
De heer Wilders (PVV): (…) Minister
Vogelaar kwekt dat Nederland in de
toekomst een joods-christelijke-
islamitische traditie zal kennen, en dat zij
de islam wil helpen te wortelen in de
Nederlandse samenleving. Zij toont
daarmee wat mij betreft aan dat zij
knettergek is geworden. Zij toont
daarmee aan dat zij de Nederlandse
cultuur verraadt.
Zij toont daarmee aan dat zij niet begrijpt
dat veel Nederlanders de islamitische
traditie niet willen. Ik vind dat
verschrikkelijk, en ik vraag haar dan ook
om die woorden terug te nemen. Ik vraag
haar, zich te verzetten tegen de
islamisering en terug te nemen dat
Nederland, al is het over een aantal
eeuwen, ook een islamitische traditie
kent.
Als zij dat niet doet – dat is haar goed
recht – zullen wij het vertrouwen in haar
moeten opzeggen.(…) [6 september
2007, TK 93-5268]
(4)
De heer Slob (ChristenUnie): U heeft het
over waarden en normen. U wilt hier een
debat voeren en dat zet u scherp in. Dat
is uw goed recht. Dat moeten wij als
parlementariërs ook doen, maar dat doen
wij wel met respect voor anderen. Wij
proberen altijd het goede en de vrede te
zoeken in de samenleving en in onze
onderlinge verhoudingen.
In dat opzicht vind ik het zeer ongepast
dat u ’’aan de verstandelijke vermogens
van de minister twijfelt’’, terwijl u met haar
over de inhoud moet spreken. Dat geldt
ook voor alles wat u zegt tegen de
islamieten. U legt bij tijd en wijle de vinger
op gevoelige plekken. Dat mag, maar wij
moeten er altijd voor zorgen dat wij de
Nederlandse samenleving bij elkaar
houden in al haar diversiteit.
Wij moeten het goede zoeken voor de
samenleving. Dat zijn waarden en
normen. Daar wil ik u op aanspreken. De
wijze waarop u opereert, zich tot collega’s
verhoudt – u noemt ons lafaards - en zich
op de samenleving richt, werkt alleen
maar splijtend. Dan schieten wij ons doel
voorbij.
(5)
De heer Wilders (PVV): Ik werk niet
splijtend. Ik zeg gewoon de waarheid. Als
ik vind dat hier veel lafaards zitten omdat
zij het niet aandurven, als ik vanwege een
inhoudelijke voorstel vind dat een minister
knettergek is geworden, dan zeg ik dat
gewoon. Dat heeft niks met splijten te
maken. Zeiden maar meer mensen wat zij
op hun hart hadden.
Zeiden maar meer mensen dat zij het
spuugzat zijn dat het kabinet iedere keer
de andere kant op kijkt als zich
problemen voordoen met moslims en de
islam. Zeiden maar meer mensen dat de
grenzen eindelijk een keer dicht moeten
omdat het immigratiebeleid er al sinds de
jaren zestig voor zorgt dat Nederland
Nederland niet meer blijft. Zeiden maar
meer mensen dat!
(6)
De heer Van der Staaij (SGP): (…) ik vind
(…) dat we over allerlei onderwerpen een
stevig inhoudelijk debat moeten kunnen
voeren. Toch viel het mij op, vandaag niet
voor het eerst, dat er af en toe uitlatingen
zijn die bij heel velen, ook bij mij, het
gevoel oproepen dat je over grenzen van
wellevendheid en fatsoen heen gaat.
De heer Wilders zal zeggen dat mijn
gevoel anders is dan zijn gevoel, maar
zijn er voor hem nog grenzen in de
omgang met anderen die heel andere
opvattingen hebben en die nog iets van
wellevendheid en hoffelijkheid laten zien,
zaken die toch ook bij de parlementaire
traditie horen? [APB 2011]
(7)
De heer Pechtold (D66): Ingaan op mijn
argumenten, mijnheer Wilders, niet
weglopen. Ik wil geen cordon sanitaire
voor u. Ik ga met u argumenteren.
Argumenteren doe je wanneer je een
ander beschuldigt. U beschuldigt het
kabinet van dit en van dat. Wij krijgen
vegen uit de pan, evenals de mensen in
het land.
Kunt u diezelfde mensen, die zo houden
van zwart en wit, uitleggen waar uw
tegenbegroting is? Waar laat u uw
oplossing zien voor al die dingen die u
heeft genoemd, dat pakje sigaretten, et
cetera? (…) [APB 2007]
(8)
Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van
woorden
1. Indien een spreker van het onderwerp
in de beraadslagingen afwijkt, roept de
Voorzitter hem tot de behandeling van het
onderwerp terug.
2. Indien een lid of een minister
beledigende uitdrukkingen gebruikt, de
orde verstoort, zijn plicht tot
geheimhouding schendt of instemming
betuigt met dan wel aanspoort tot
onwettige handelingen, wordt hij door de
Voorzitter vermaand en in de gelegenheid
gesteld de woorden die tot de
waarschuwing aanleiding hebben
gegeven, terug te nemen.
(9)
Artikel 59. Ontneming van het woord
1. Wanneer een spreker van de
gelegenheid, bedoeld in artikel 58,
tweede lid, geen gebruik maakt dan wel
voortgaat van het onderwerp af te wijken,
beledigende uitdrukkingen te gebruiken,
de orde te verstoren, zijn plicht tot
geheimhouding te schenden of
instemming te betuigen met dan wel aan
te sporen tot onwettige handelingen, kan
de voorzitter hem het woord ontnemen.
2. In de vergadering waarin het lid het
woord is ontnomen, mag dat lid niet meer
aan de beraadslaging over het in
behandeling zijnde onderwerp
deelnemen.
(10)
Artikel 60. Uitsluiting van de vergadering
De Voorzitter kan een spreker op wie
artikel 59 is toegepast en ieder ander lid
dat zich schuldig maakt aan gedragingen
als in dat artikel zijn bedoeld, uitsluiten
van verdere bijwoning van de vergadering
op de dag waarop de uitsluiting plaats
heeft.
(11)
De voorzitter: Als minister Vogelaar er
behoefte aan heeft om hiervan een
persoonlijk feit te maken, kan zij dat doen.
Ik zie dat dat niet het geval is. De heer
Wilders vervolgt zijn betoog.
12)
De heer Van der Staaij (SGP): Ik heb u
positieve opmerkingen horen maken over
de joods-christelijke traditie. Dat is een
goede zaak, maar volgens de joods-
christelijke traditie, in welke interpretatie
dan ook, staat het volgens mij buiten kijf
dat wij een minister nooit maar dan ook
nooit, en zeker niet in een parlementair
debat, voor knettergek uitmaken.
Wilt u terugkeren terugkeren naar de
fatsoensnormen uit de joods-christelijke
traditie en die kwalificatie terugnemen?
(13)
De heer Wilders (PVV): Traditie of geen
traditie, de minister is in mijn ogen,
doordat zij praat over een toekomstige
christelijke, joodse en islamitische traditie
knettergek geworden. Ik ga het niet
terugnemen, ik ga het nog herhalen.
(14)
De voorzitter: U hebt dat punt nu
gemaakt. De minister heeft geen gebruik
gemaakt van de mogelijkheid die zij heeft,
om u te verzoeken om dit terug te nemen.
U handhaaft dit woord. Dat hebben wij nu
een aantal malen gehoord. U hebt de
reactie van de collega’s daarop gehoord
en ik stel voor dat u dit woord niet verder
gebruikt.
(15)
    De heer Wilders (PVV): Als ik erom wordt
    gevraagd, noem ik het, zo simpel is het.
 
    (16)
    De voorzitter: Dat hebt u nu een aantal
    keren gedaan.
(17)
Communicatienorm
Spreker, druk je zo uit dat de hoorder je
uiting interpreteert overeenkomstig je
bedoeling; hoorder, interpreteer de uiting
zo dat je interpretatie overeenkomt met
de bedoeling van de spreker.
(18) Van Eck (1868)
 
‘Over het algemeen worden de
redevoeringen [in de Kamer] zóó zacht
uitgesproken, als of de leden zich niet
voor oogen stellen dat hetgeen zij hier
zeggen door geheel Nederland moet
worden gehoord.’
(19) Willem Drees (1975)
 
    ‘Het is me wel eens opgevallen dat een al
    te grote welsprekendheid, die in een
    massavergadering groot effect zou
    hebben, in de Kamer eer negatief kan
    werken wat betreft de aandacht voor door
    de spreker aangevoerde argumenten.
    (…)
Ook in de Kamer is het van belang dat
men boeiend spreekt, maar beslissend
voor het verkrijgen van invloed is het niet.
Van veel meer belang is de inhoud van
wat men zegt.’
(20)
Mevrouw Halsema (GroenLinks): U zei in
uw betoog dat wij Nederlanders netjes
met elkaar omgaan. De Koran hoorde
daar niet bij, en daarom moest die
verboden worden. Laat ik u wel zeggen
dat ik vond dat u net geen lichtend
voorbeeld was van hoe wij in Nederland
met elkaar om moeten gaan.
 
(21)
De heer Wilders (PVV): Dat is dan heel
jammer.
(22)
De heer De Wit (SP): Wat denkt de heer
Wilders dat het effect is van zijn
toespraak tot nu toe in de samenleving?
Hij maakt zich net als ik druk over de
tegenstellingen in de gewone buurten en
wijken, waar wij allemaal mee te maken
hebben. Wat is het effect van zijn
toespraak en de kwalificaties die hij
allemaal gebruikt over de islam?
(23)
De heer Wilders (PVV): Ik hoop dat ik hier
het geluid vertolk, en dat weet ik eigenlijk
wel zeker, van heel veel Nederlanders,
die vinden dat het genoeg is met de islam
in Nederland, die vinden dat wij genoeg
problemen hebben met moslims in
Nederland, die vinden dat het niet onder
het tapijt moet worden geschoven en dat
je bijna voor racist wordt uitgemaakt, als
je daar wat over durft te zeggen.
Mijnheer De Wit, die mensen zijn geen
racisten, het zijn nette, keurige mensen,
die problemen hebben, dat zij in elkaar
worden geslagen op straat, dat zij zien
dat hun land hun land niet meer is, dat
hun wijk hun wijk niet meer is, dat hun
straat hun straat niet meer is. Ik ben er
trots op om dat geluid en de ergernis van
die mensen hier te mogen vertolken.
(24)
De heer De Wit (SP): Ik onderken het
probleem dat u schetst, dat heb ik
daarnet ook gezegd, maar het gaat mij
om het effect van uw toespraak en van de
kwalificaties die u geeft over de islam en
over al die mensen die dit geloof
aanhangen. Daarbij maakt u wel
onderscheid tussen gematigd en niet-
gematigd, maar in de praktijk blijkt uit uw
verhaal dat dit toch een heel moeilijk
probleem is.
Al die mensen hebt u in het diepst van
hun hart gegriefd. Denkt u dat wordt
bevorderd dat de problemen in die
buurten, die ik nogmaals erken, door uw
toespraak en door uw kwalificaties
worden opgelost of enigszins worden
verbeterd? Zou het niet zo zijn dat dit juist
tegen al die mensen werkt? Het leidt tot
een verharding van de tegenstellingen,
waardoor mensen inderdaad nog meer
radicaliseren, onder invloed van uw
woorden.
(25)
De heer Wilders (PVV): De bedoeling is
dat mensen na gaan denken en dat ook
moslims na gaan denken. Verdorie, wat is
dat met die Koran? Klopt dat inderdaad?
Wat staat erin? Wat wordt er gezegd?
Hoe gaan wij daarmee om? Het heeft
zeker effect als u en anderen mijn
voorstel zouden steunen om de Koran te
verbieden en te zeggen dat er allerlei
verschrikkelijke dingen in staan.
Ik weet zeker dat de heer De Wit die ook
afschuwelijk vindt. Dat moet gewoon niet
meer bespreekbaar zijn als het woord van
God en als iets wat men dus moet gaan
doen; oproepen tot moord, aanzetten tot
haat. Als je daarvoor strijdt en daarvoor je
best doet, kan dat toch alleen maar een
positief effect hebben? Mocht dat niet zo
zijn, dan toont dat eens te meer aan
hoezeer sommige mensen daar niet
deugen.
(26)
De heer De Wit (SP): U weet dat u te
maken hebt met een grote groep van
mensen die juist aan het radicaliseren zijn
en die ook door dit soort toespraken van
u nog verder aangezet worden om een
verkeerde weg te volgen. Dat zou tot
nadenken moeten stemmen over de toon
die u aanslaat in het debat en over de
manier waarop u iedereen kwalificeert.
(27)
De heer Wilders (PVV): Voorzitter. Ik heb
een fantastische toon, dus ik ga daar
niets aan veranderen.
(28) Norm voor het Nederlandse
parlementair debat I:

In een parlementair debat moet een
parlementariër gematigd spreken en de
zaak niet op de spits drijven of
polariseren.
(29) Norm voor een Nederlands
parlementair debat II:

In een parlementair debat moet een
parlementariër zijn standpunt met
argumenten verdedigen.
(30)
    Mr. Garnier (Conservative): […] We have
    heard nothing intelligent from the [Labour]
    Goververnment that would produce a
    climate of innovation. [Hansard Debates,
    24 november 1999]
 
(31)
The Prime Minister (Mr. Blair, Labour): It is
not the hopeless misjudgements of the
Leader of the Opposition [= Mr. Hague,]
over the Conservative party that should
worry people; it is his misjudgement over
Bank of England independence (...). As
leader of the opposition he may be a joke,
but as Prime Minister he would be a
disaster.
Mr. Hague (Conservative): At least my
jokes are read out; the Prime Minister’s
jokes are all in the Cabinet. [Hansard
Debates, 24 november 1999]
(32)
Mr. Hague (Conservative): It is no good the
Prime Minister wriggling off the point
because he does not know the answer to
the questions. (…)
The Prime Minister (Mr. Blair, Labour): I
think that the right hon. Gentleman’s
comments may look a little foolish when
the results of the consultation are
announced, if I may respectfully say so.
Since this is about the only health service
subject that he dare raise – he knows that
he has nothing to say about anything else
– it is correct that there have been many
representations on community health
councils, and it is for that reason that we
said we would listen to them. [Hansard
Debates, 14 februari 2001, kolom 307]
(33)
Mr. Hague (Conservative): Is this not the
real verdict on this Government, without
an inquiry? A government of spin and
dishonesty – guilty. A culture of cronyism
and favours – guilty. A Prime Minister
who promised a new type of politics and
has once again failed to deliver – guilty.
The Prime Minister (Mr. Blair, Labour):
Shall I tell the House what the
Conservative party is really angry about?
Last week, my official spokesman
compared Conservative economic policy
to that of Mickey Mouse. I want to make it
clear that he has been reprimanded
strongly for that. We are a fan of Mickey
Mouse. It was wrong to compare
Conservative economic policy to that of
Mickey Mouse. [Hansard Debates, 31
januari 2001, kolom 303]
(34) 2 retorische strategieën:
 
(i) De confrontatie zoeken door de tegenstander
in het debat als dom, incompetent,
minderwaardig etc. voor te stellen.

(ii) De confrontatie zoeken door geen of
minimale ruimte te bieden voor het wisselen
van argumenten over standpunten.
(35)
Specifieke stilistische keuzes van Wilders
binnen strategie I:

Pejoratief beeldend taalgebruik
 (metaforen of vergelijkingen): de
 bedrijfspoedel van Rutte I, reageren op de
 diarree van meneer Pechtold, kopvoddentax,
 islamitisch stemvee, de strandpartij etc.
Werkwoorden met een negatieve
 connotatie: kletsen, slijmen, etc.
Expressief gebruik van dat : dat clubje
 hulpelozen etc.
Verkleinwoorden die een denigrerend
 effect hebben: vriendjes van de politiek,
 schoothondje etc.
Pejarotief aanspreken van collega-
 politici bij hun voornaam:Wouter, Jan
 Peter, Alexander etc.
Neologismen met een negatieve
 connotatie: Al Gorepapegaai,
 grachtengordelelite etc.
(36)
Minister Vogelaar kwekt dat Nederland in
de toekomst een joods-christelijk-
islamitische traditie zal kennen, (…). Zij
toont daarmee wat mij betreft aan dat zij
knettergek is geworden. [W07.93]
  (37)
  De heer Cohen is het schoothondje van dit
  kabinet. Hij is de bedrijfspoedel van Rutte I.
   De heer Rutte loopt met hem aan het
  lijntje over straat. Hij mag een keer keffen,
  hij mag een keer tegen een boom aan
  plassen, hij mag een keer blèren, maar als
  de heer Rutte thuis is, dan springt de heer
  Cohen weer bij hem op schoot, en
  verandert er niets. [APB 2011]
(38)
Wouter zit achter het stuur. André zit in het
babyzitje. Jan Peter, die alles best vindt, zit
vooraan omdat hij tevreden is zolang hij
maar voorin mag zitten. (…) De Al
Gorepapegaai van dit gezelschap, mevrouw
Cramer, tettert vanaf de achterbank ″niet
zo hard rijden, dat is slecht voor de
ijsberen″. [APB 2009]
(39)
De Haagse regentenkliek en de linkse
grachtengordelelite staan een beetje
″huiliehuilie te doen″ op de gang. Dat zie je
ook vandaag. En je moet ze daar horen
piepen! Meisje Halsema met haar natte
oogjes, haar kroeldoek verbeten in haar
mond, smijt met poppen. GroenLinks en
haar voorganger, de
CPN, zitten welgeteld al 101 jaar in de
oppositie en zij zullen daar als het aan
ons ligt nooit meer uitkomen. [Debat over
de regeringsverklaring 2010]
De heer Pechtold staat met een pruillipje
wat bij de interruptiemicrofoon en denkt
terug aan een jaar geleden – zo lang is
dat nog niet geleden – toen zijn vriendjes
van de pers hem eigenlijk al gekroond
hadden tot nieuwe minister-president van
Nederland. Het kan raar lopen, Alexander!
[Debat over de regeringsverklaring 2010]
Sint Job, als ik hem zo even mag noemen,
verdiept zich nog eens extra in het
Reglement van Orde zodat hij volgende
keer in de Kamer wel weet hoe hij een
debat moet aanvragen. [Debat over de
regeringsverklaring 2010]
(40)
Maar, eerlijk is eerlijk, het kabinet heeft
ook wel een aantal dingen bereikt. Zo
gaat het goed met de integratie. Althans,
met de integratie van Nederland in de dar al-
islam, de islamitische wereld. [W09]
(41) Specifieke stilistische keuzes van
Wilders binnen strategie II:

Afwezigheid van bijzinnen.
Het einde zoeken van een semantische
 schaal.
Het gebruik maken van lidwoorden van
 bepaaldheid.
Het gebruik maken van
 oorlogsmetaforen.
Het gebruik maken van implicietheid.
(42)
Wilders: Voorzitter, de Koran is een
opruiend boek en het verspreiden van
een opruiend geschrift is op grond van
artikel 132 van ons Wetboek van
Strafrecht verboden. Daarnaast zet de
Koran aan tot haat en roept het op tot
moord en doodslag; (…).
De Koran is levensgevaarlijk en volledig
in strijd met onze rechtsorde en
democratische rechtsstaat. Ter
verdediging en versterking van onze
rechtsstaat en beschaving is het dan ook
bittere noodzaak, de Koran te verbieden
(…). [Debat islamitisch activisme, 2007]
(43)
Vogelaar: Wij kunnen constateren dat onze
samenleving snel verandert, waardoor wij
tegen een aantal nieuwe
maatschappelijke vraagstukken aanlopen.
(…) Ik denk dat mijn rol als minister voor
integratie is om dit soort zaken aan de
orde te stellen (…). [Debat islamitisch
activisme]
(44)
    We accepteren niet dat er
    buitenproportioneel grote megamoskeeën
    worden gebouwd. [Debat integratie]
 
(45)
De Partij voor de Vrijheid staat voor een
immigratiestop. Vijf jaar de grenzen
helemaal dicht voor immigranten uit
moslimlanden. (…) Dit kabinet is na
honderd dagen al wereldkampioen in het
wegredeneren van wezenlijke problemen
in de Nederlandse samenleving. [Debat
uitspraken Donner]
(46)
De meerderheid van de Nederlanders is
inmiddels (…) doordrongen van het
gevaar en ziet de islam als een bedreiging
voor onze cultuur. (…) Maar de Haagse
politiek doet helemaal niets (…). [Debat
islamitisch activisme]
(47)
Alles dat ingaat tegen het
multiculturalisme - onze nationale
staatsideologie – moet bestreden worden.
Want stel je voor, anders zou de
islamitische wereld wel eens boos kunnen
worden en dat is het laatste dat de
premier wil. Dan maar op de knieën
richting Mekka. Steeds weer capituleren.
(…) Minister-president, uw naam is
Chamberlain. [Debat Fitna]
(48)
Voorzitter, de toenemende islamisering
moet worden gestopt. De islam is het paard
van Troje in Europa. [Debat islamitisch
activisme]
(49)
Wilders: Ook gevestigde politieke partijen
worden echter wakker. Dat is nieuw.
Christendemocraten in Duitsland gaan
het steeds beter begrijpen. (…) De
partijleider van de CSU, Horst Seehofer,
gaat zelfs nog verder. Hij wil een volledig
einde maken aan de immigratie van
Turken en Arabieren naar Duitsland. (…)
Hij zegt: multiculti is dood.
Zelfs de bondskanselier van Duitsland,
mevrouw Merkel, zegt dat de
multiculturele samenleving volkomen is
mislukt. Niet een beetje mislukt, maar
volkomen mislukt. Als zij dat zegt, wil dat
nogal wat zeggen. (…)
Femke Halsema (GroenLinks): U zegt: de
islam hoort niet bij ons land. Tenminste,
dat neem ik aan.
Geert Wilders (PVV): Nee, dat zei ik niet.
Halsema (GroenLinks): Nee, maar u citeert
Duitsers en ik neem aan dat u dat bedoelt.

Wilders (PVV): Nee, ik heb alleen geciteerd.

Halsema (GroenLinks) Staat u nu allemaal
Duitsers te citeren omdat die zo moedig
zijn en het allemaal durven te zeggen om
vervolgens te concluderen dat u het niet
durft te zeggen?
Wilders (PVV): Ik heb een citaat gebruikt,
meer niet. [Debat regerings-verklaring,
2010]
(50)
De heer Pechtold (D66): Ik probeer met u,
mijnheer Wilders, tot een serieuze
vergelijking te komen. Als u 5 mld. à 6
mld. weet te verplaatsen – dat zou mij
overigens niet lukken, maar goed – dan
moet u ook in deze politieke arena met
haar politieke regels, die u ook zo
belangrijk vindt voor uw politiek, kunnen
instemmen met doorrekening. Ik wil u wel
helpen met de contacten. In twee weken
is het geregeld. Bent u hiertoe bereid?
De heer Wilders (PVV): Ik heb totaal niets
aan de regels die de heer Pechtold hier stelt. Ik
heb mijn eigen inbreng. Ik geef aan waar wij
5 mld. à 6 mld. weghalen, hoe wij het
willen besteden en hiermee zal hij het
moeten doen. Als hij dat niet doet, pech.
[APB 2007]

Weitere ähnliche Inhalte

Mehr von Raum7

Как работать с требованиями: принцип Парето на практике
Как работать с требованиями: принцип Парето на практикеКак работать с требованиями: принцип Парето на практике
Как работать с требованиями: принцип Парето на практике
Raum7
 
Андрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитика
Андрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитикаАндрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитика
Андрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитика
Raum7
 

Mehr von Raum7 (9)

Начать свое дело: понятный рассказ о регистрации, бухгалтерии и отчетности
Начать свое дело: понятный рассказ о регистрации, бухгалтерии и отчетностиНачать свое дело: понятный рассказ о регистрации, бухгалтерии и отчетности
Начать свое дело: понятный рассказ о регистрации, бухгалтерии и отчетности
 
Raum7. Digital-marketing для некоммерческих проектов.
Raum7. Digital-marketing для некоммерческих проектов.Raum7. Digital-marketing для некоммерческих проектов.
Raum7. Digital-marketing для некоммерческих проектов.
 
Ольга Ткачук: Исследования аудитории
Ольга Ткачук: Исследования аудиторииОльга Ткачук: Исследования аудитории
Ольга Ткачук: Исследования аудитории
 
Глеб Калинин. Инструменты прототипирования
Глеб Калинин. Инструменты прототипированияГлеб Калинин. Инструменты прототипирования
Глеб Калинин. Инструменты прототипирования
 
Все эти социальные сети
Все эти социальные сетиВсе эти социальные сети
Все эти социальные сети
 
Приоритезация IT-проектов
Приоритезация IT-проектовПриоритезация IT-проектов
Приоритезация IT-проектов
 
Как работать с требованиями: принцип Парето на практике
Как работать с требованиями: принцип Парето на практикеКак работать с требованиями: принцип Парето на практике
Как работать с требованиями: принцип Парето на практике
 
Андрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитика
Андрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитикаАндрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитика
Андрей Вербицкий: Ошибки IT-аналитика
 
Ивар Максутов: Все, что вы хотели знать о религии, но боялись…
Ивар Максутов: Все, что вы хотели знать о религии, но боялись…Ивар Максутов: Все, что вы хотели знать о религии, но боялись…
Ивар Максутов: Все, что вы хотели знать о религии, но боялись…
 

Lezing van prof. dr. Ton van Haaften op 21 december 2012: Taal en norm in politiek Den Haag

  • 1. Taal en norm in politiek Den Haag Ton van Haaften, Universiteit Leiden St. Petersburg, 21-12-2012
  • 2. (3) De heer Wilders (PVV): (…) Minister Vogelaar kwekt dat Nederland in de toekomst een joods-christelijke- islamitische traditie zal kennen, en dat zij de islam wil helpen te wortelen in de Nederlandse samenleving. Zij toont daarmee wat mij betreft aan dat zij knettergek is geworden. Zij toont daarmee aan dat zij de Nederlandse cultuur verraadt.
  • 3. Zij toont daarmee aan dat zij niet begrijpt dat veel Nederlanders de islamitische traditie niet willen. Ik vind dat verschrikkelijk, en ik vraag haar dan ook om die woorden terug te nemen. Ik vraag haar, zich te verzetten tegen de islamisering en terug te nemen dat Nederland, al is het over een aantal eeuwen, ook een islamitische traditie kent.
  • 4. Als zij dat niet doet – dat is haar goed recht – zullen wij het vertrouwen in haar moeten opzeggen.(…) [6 september 2007, TK 93-5268]
  • 5. (4) De heer Slob (ChristenUnie): U heeft het over waarden en normen. U wilt hier een debat voeren en dat zet u scherp in. Dat is uw goed recht. Dat moeten wij als parlementariërs ook doen, maar dat doen wij wel met respect voor anderen. Wij proberen altijd het goede en de vrede te zoeken in de samenleving en in onze onderlinge verhoudingen.
  • 6. In dat opzicht vind ik het zeer ongepast dat u ’’aan de verstandelijke vermogens van de minister twijfelt’’, terwijl u met haar over de inhoud moet spreken. Dat geldt ook voor alles wat u zegt tegen de islamieten. U legt bij tijd en wijle de vinger op gevoelige plekken. Dat mag, maar wij moeten er altijd voor zorgen dat wij de Nederlandse samenleving bij elkaar houden in al haar diversiteit.
  • 7. Wij moeten het goede zoeken voor de samenleving. Dat zijn waarden en normen. Daar wil ik u op aanspreken. De wijze waarop u opereert, zich tot collega’s verhoudt – u noemt ons lafaards - en zich op de samenleving richt, werkt alleen maar splijtend. Dan schieten wij ons doel voorbij.
  • 8. (5) De heer Wilders (PVV): Ik werk niet splijtend. Ik zeg gewoon de waarheid. Als ik vind dat hier veel lafaards zitten omdat zij het niet aandurven, als ik vanwege een inhoudelijke voorstel vind dat een minister knettergek is geworden, dan zeg ik dat gewoon. Dat heeft niks met splijten te maken. Zeiden maar meer mensen wat zij op hun hart hadden.
  • 9. Zeiden maar meer mensen dat zij het spuugzat zijn dat het kabinet iedere keer de andere kant op kijkt als zich problemen voordoen met moslims en de islam. Zeiden maar meer mensen dat de grenzen eindelijk een keer dicht moeten omdat het immigratiebeleid er al sinds de jaren zestig voor zorgt dat Nederland Nederland niet meer blijft. Zeiden maar meer mensen dat!
  • 10. (6) De heer Van der Staaij (SGP): (…) ik vind (…) dat we over allerlei onderwerpen een stevig inhoudelijk debat moeten kunnen voeren. Toch viel het mij op, vandaag niet voor het eerst, dat er af en toe uitlatingen zijn die bij heel velen, ook bij mij, het gevoel oproepen dat je over grenzen van wellevendheid en fatsoen heen gaat.
  • 11. De heer Wilders zal zeggen dat mijn gevoel anders is dan zijn gevoel, maar zijn er voor hem nog grenzen in de omgang met anderen die heel andere opvattingen hebben en die nog iets van wellevendheid en hoffelijkheid laten zien, zaken die toch ook bij de parlementaire traditie horen? [APB 2011]
  • 12. (7) De heer Pechtold (D66): Ingaan op mijn argumenten, mijnheer Wilders, niet weglopen. Ik wil geen cordon sanitaire voor u. Ik ga met u argumenteren. Argumenteren doe je wanneer je een ander beschuldigt. U beschuldigt het kabinet van dit en van dat. Wij krijgen vegen uit de pan, evenals de mensen in het land.
  • 13. Kunt u diezelfde mensen, die zo houden van zwart en wit, uitleggen waar uw tegenbegroting is? Waar laat u uw oplossing zien voor al die dingen die u heeft genoemd, dat pakje sigaretten, et cetera? (…) [APB 2007]
  • 14. (8) Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden 1. Indien een spreker van het onderwerp in de beraadslagingen afwijkt, roept de Voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terug.
  • 15. 2. Indien een lid of een minister beledigende uitdrukkingen gebruikt, de orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door de Voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.
  • 16. (9) Artikel 59. Ontneming van het woord 1. Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in artikel 58, tweede lid, geen gebruik maakt dan wel voortgaat van het onderwerp af te wijken, beledigende uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren, zijn plicht tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan te sporen tot onwettige handelingen, kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
  • 17. 2. In de vergadering waarin het lid het woord is ontnomen, mag dat lid niet meer aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp deelnemen.
  • 18. (10) Artikel 60. Uitsluiting van de vergadering De Voorzitter kan een spreker op wie artikel 59 is toegepast en ieder ander lid dat zich schuldig maakt aan gedragingen als in dat artikel zijn bedoeld, uitsluiten van verdere bijwoning van de vergadering op de dag waarop de uitsluiting plaats heeft.
  • 19. (11) De voorzitter: Als minister Vogelaar er behoefte aan heeft om hiervan een persoonlijk feit te maken, kan zij dat doen. Ik zie dat dat niet het geval is. De heer Wilders vervolgt zijn betoog.
  • 20. 12) De heer Van der Staaij (SGP): Ik heb u positieve opmerkingen horen maken over de joods-christelijke traditie. Dat is een goede zaak, maar volgens de joods- christelijke traditie, in welke interpretatie dan ook, staat het volgens mij buiten kijf dat wij een minister nooit maar dan ook nooit, en zeker niet in een parlementair debat, voor knettergek uitmaken.
  • 21. Wilt u terugkeren terugkeren naar de fatsoensnormen uit de joods-christelijke traditie en die kwalificatie terugnemen?
  • 22. (13) De heer Wilders (PVV): Traditie of geen traditie, de minister is in mijn ogen, doordat zij praat over een toekomstige christelijke, joodse en islamitische traditie knettergek geworden. Ik ga het niet terugnemen, ik ga het nog herhalen.
  • 23. (14) De voorzitter: U hebt dat punt nu gemaakt. De minister heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die zij heeft, om u te verzoeken om dit terug te nemen. U handhaaft dit woord. Dat hebben wij nu een aantal malen gehoord. U hebt de reactie van de collega’s daarop gehoord en ik stel voor dat u dit woord niet verder gebruikt.
  • 24. (15) De heer Wilders (PVV): Als ik erom wordt gevraagd, noem ik het, zo simpel is het.   (16) De voorzitter: Dat hebt u nu een aantal keren gedaan.
  • 25. (17) Communicatienorm Spreker, druk je zo uit dat de hoorder je uiting interpreteert overeenkomstig je bedoeling; hoorder, interpreteer de uiting zo dat je interpretatie overeenkomt met de bedoeling van de spreker.
  • 26. (18) Van Eck (1868)   ‘Over het algemeen worden de redevoeringen [in de Kamer] zóó zacht uitgesproken, als of de leden zich niet voor oogen stellen dat hetgeen zij hier zeggen door geheel Nederland moet worden gehoord.’
  • 27. (19) Willem Drees (1975)   ‘Het is me wel eens opgevallen dat een al te grote welsprekendheid, die in een massavergadering groot effect zou hebben, in de Kamer eer negatief kan werken wat betreft de aandacht voor door de spreker aangevoerde argumenten. (…)
  • 28. Ook in de Kamer is het van belang dat men boeiend spreekt, maar beslissend voor het verkrijgen van invloed is het niet. Van veel meer belang is de inhoud van wat men zegt.’
  • 29. (20) Mevrouw Halsema (GroenLinks): U zei in uw betoog dat wij Nederlanders netjes met elkaar omgaan. De Koran hoorde daar niet bij, en daarom moest die verboden worden. Laat ik u wel zeggen dat ik vond dat u net geen lichtend voorbeeld was van hoe wij in Nederland met elkaar om moeten gaan.  
  • 30. (21) De heer Wilders (PVV): Dat is dan heel jammer.
  • 31. (22) De heer De Wit (SP): Wat denkt de heer Wilders dat het effect is van zijn toespraak tot nu toe in de samenleving? Hij maakt zich net als ik druk over de tegenstellingen in de gewone buurten en wijken, waar wij allemaal mee te maken hebben. Wat is het effect van zijn toespraak en de kwalificaties die hij allemaal gebruikt over de islam?
  • 32. (23) De heer Wilders (PVV): Ik hoop dat ik hier het geluid vertolk, en dat weet ik eigenlijk wel zeker, van heel veel Nederlanders, die vinden dat het genoeg is met de islam in Nederland, die vinden dat wij genoeg problemen hebben met moslims in Nederland, die vinden dat het niet onder het tapijt moet worden geschoven en dat je bijna voor racist wordt uitgemaakt, als je daar wat over durft te zeggen.
  • 33. Mijnheer De Wit, die mensen zijn geen racisten, het zijn nette, keurige mensen, die problemen hebben, dat zij in elkaar worden geslagen op straat, dat zij zien dat hun land hun land niet meer is, dat hun wijk hun wijk niet meer is, dat hun straat hun straat niet meer is. Ik ben er trots op om dat geluid en de ergernis van die mensen hier te mogen vertolken.
  • 34. (24) De heer De Wit (SP): Ik onderken het probleem dat u schetst, dat heb ik daarnet ook gezegd, maar het gaat mij om het effect van uw toespraak en van de kwalificaties die u geeft over de islam en over al die mensen die dit geloof aanhangen. Daarbij maakt u wel onderscheid tussen gematigd en niet- gematigd, maar in de praktijk blijkt uit uw verhaal dat dit toch een heel moeilijk probleem is.
  • 35. Al die mensen hebt u in het diepst van hun hart gegriefd. Denkt u dat wordt bevorderd dat de problemen in die buurten, die ik nogmaals erken, door uw toespraak en door uw kwalificaties worden opgelost of enigszins worden verbeterd? Zou het niet zo zijn dat dit juist tegen al die mensen werkt? Het leidt tot een verharding van de tegenstellingen, waardoor mensen inderdaad nog meer radicaliseren, onder invloed van uw woorden.
  • 36. (25) De heer Wilders (PVV): De bedoeling is dat mensen na gaan denken en dat ook moslims na gaan denken. Verdorie, wat is dat met die Koran? Klopt dat inderdaad? Wat staat erin? Wat wordt er gezegd? Hoe gaan wij daarmee om? Het heeft zeker effect als u en anderen mijn voorstel zouden steunen om de Koran te verbieden en te zeggen dat er allerlei verschrikkelijke dingen in staan.
  • 37. Ik weet zeker dat de heer De Wit die ook afschuwelijk vindt. Dat moet gewoon niet meer bespreekbaar zijn als het woord van God en als iets wat men dus moet gaan doen; oproepen tot moord, aanzetten tot haat. Als je daarvoor strijdt en daarvoor je best doet, kan dat toch alleen maar een positief effect hebben? Mocht dat niet zo zijn, dan toont dat eens te meer aan hoezeer sommige mensen daar niet deugen.
  • 38. (26) De heer De Wit (SP): U weet dat u te maken hebt met een grote groep van mensen die juist aan het radicaliseren zijn en die ook door dit soort toespraken van u nog verder aangezet worden om een verkeerde weg te volgen. Dat zou tot nadenken moeten stemmen over de toon die u aanslaat in het debat en over de manier waarop u iedereen kwalificeert.
  • 39. (27) De heer Wilders (PVV): Voorzitter. Ik heb een fantastische toon, dus ik ga daar niets aan veranderen.
  • 40. (28) Norm voor het Nederlandse parlementair debat I: In een parlementair debat moet een parlementariër gematigd spreken en de zaak niet op de spits drijven of polariseren.
  • 41. (29) Norm voor een Nederlands parlementair debat II: In een parlementair debat moet een parlementariër zijn standpunt met argumenten verdedigen.
  • 42. (30) Mr. Garnier (Conservative): […] We have heard nothing intelligent from the [Labour] Goververnment that would produce a climate of innovation. [Hansard Debates, 24 november 1999]  
  • 43. (31) The Prime Minister (Mr. Blair, Labour): It is not the hopeless misjudgements of the Leader of the Opposition [= Mr. Hague,] over the Conservative party that should worry people; it is his misjudgement over Bank of England independence (...). As leader of the opposition he may be a joke, but as Prime Minister he would be a disaster.
  • 44. Mr. Hague (Conservative): At least my jokes are read out; the Prime Minister’s jokes are all in the Cabinet. [Hansard Debates, 24 november 1999]
  • 45. (32) Mr. Hague (Conservative): It is no good the Prime Minister wriggling off the point because he does not know the answer to the questions. (…) The Prime Minister (Mr. Blair, Labour): I think that the right hon. Gentleman’s comments may look a little foolish when the results of the consultation are announced, if I may respectfully say so.
  • 46. Since this is about the only health service subject that he dare raise – he knows that he has nothing to say about anything else – it is correct that there have been many representations on community health councils, and it is for that reason that we said we would listen to them. [Hansard Debates, 14 februari 2001, kolom 307]
  • 47. (33) Mr. Hague (Conservative): Is this not the real verdict on this Government, without an inquiry? A government of spin and dishonesty – guilty. A culture of cronyism and favours – guilty. A Prime Minister who promised a new type of politics and has once again failed to deliver – guilty. The Prime Minister (Mr. Blair, Labour): Shall I tell the House what the Conservative party is really angry about?
  • 48. Last week, my official spokesman compared Conservative economic policy to that of Mickey Mouse. I want to make it clear that he has been reprimanded strongly for that. We are a fan of Mickey Mouse. It was wrong to compare Conservative economic policy to that of Mickey Mouse. [Hansard Debates, 31 januari 2001, kolom 303]
  • 49. (34) 2 retorische strategieën:   (i) De confrontatie zoeken door de tegenstander in het debat als dom, incompetent, minderwaardig etc. voor te stellen. (ii) De confrontatie zoeken door geen of minimale ruimte te bieden voor het wisselen van argumenten over standpunten.
  • 50. (35) Specifieke stilistische keuzes van Wilders binnen strategie I: Pejoratief beeldend taalgebruik (metaforen of vergelijkingen): de bedrijfspoedel van Rutte I, reageren op de diarree van meneer Pechtold, kopvoddentax, islamitisch stemvee, de strandpartij etc.
  • 51. Werkwoorden met een negatieve connotatie: kletsen, slijmen, etc. Expressief gebruik van dat : dat clubje hulpelozen etc. Verkleinwoorden die een denigrerend effect hebben: vriendjes van de politiek, schoothondje etc.
  • 52. Pejarotief aanspreken van collega- politici bij hun voornaam:Wouter, Jan Peter, Alexander etc. Neologismen met een negatieve connotatie: Al Gorepapegaai, grachtengordelelite etc.
  • 53. (36) Minister Vogelaar kwekt dat Nederland in de toekomst een joods-christelijk- islamitische traditie zal kennen, (…). Zij toont daarmee wat mij betreft aan dat zij knettergek is geworden. [W07.93]
  • 54.   (37) De heer Cohen is het schoothondje van dit kabinet. Hij is de bedrijfspoedel van Rutte I. De heer Rutte loopt met hem aan het lijntje over straat. Hij mag een keer keffen, hij mag een keer tegen een boom aan plassen, hij mag een keer blèren, maar als de heer Rutte thuis is, dan springt de heer Cohen weer bij hem op schoot, en verandert er niets. [APB 2011]
  • 55. (38) Wouter zit achter het stuur. André zit in het babyzitje. Jan Peter, die alles best vindt, zit vooraan omdat hij tevreden is zolang hij maar voorin mag zitten. (…) De Al Gorepapegaai van dit gezelschap, mevrouw Cramer, tettert vanaf de achterbank ″niet zo hard rijden, dat is slecht voor de ijsberen″. [APB 2009]
  • 56. (39) De Haagse regentenkliek en de linkse grachtengordelelite staan een beetje ″huiliehuilie te doen″ op de gang. Dat zie je ook vandaag. En je moet ze daar horen piepen! Meisje Halsema met haar natte oogjes, haar kroeldoek verbeten in haar mond, smijt met poppen. GroenLinks en haar voorganger, de
  • 57. CPN, zitten welgeteld al 101 jaar in de oppositie en zij zullen daar als het aan ons ligt nooit meer uitkomen. [Debat over de regeringsverklaring 2010]
  • 58. De heer Pechtold staat met een pruillipje wat bij de interruptiemicrofoon en denkt terug aan een jaar geleden – zo lang is dat nog niet geleden – toen zijn vriendjes van de pers hem eigenlijk al gekroond hadden tot nieuwe minister-president van Nederland. Het kan raar lopen, Alexander! [Debat over de regeringsverklaring 2010]
  • 59. Sint Job, als ik hem zo even mag noemen, verdiept zich nog eens extra in het Reglement van Orde zodat hij volgende keer in de Kamer wel weet hoe hij een debat moet aanvragen. [Debat over de regeringsverklaring 2010]
  • 60. (40) Maar, eerlijk is eerlijk, het kabinet heeft ook wel een aantal dingen bereikt. Zo gaat het goed met de integratie. Althans, met de integratie van Nederland in de dar al- islam, de islamitische wereld. [W09]
  • 61. (41) Specifieke stilistische keuzes van Wilders binnen strategie II: Afwezigheid van bijzinnen. Het einde zoeken van een semantische schaal. Het gebruik maken van lidwoorden van bepaaldheid.
  • 62. Het gebruik maken van oorlogsmetaforen. Het gebruik maken van implicietheid.
  • 63. (42) Wilders: Voorzitter, de Koran is een opruiend boek en het verspreiden van een opruiend geschrift is op grond van artikel 132 van ons Wetboek van Strafrecht verboden. Daarnaast zet de Koran aan tot haat en roept het op tot moord en doodslag; (…).
  • 64. De Koran is levensgevaarlijk en volledig in strijd met onze rechtsorde en democratische rechtsstaat. Ter verdediging en versterking van onze rechtsstaat en beschaving is het dan ook bittere noodzaak, de Koran te verbieden (…). [Debat islamitisch activisme, 2007]
  • 65. (43) Vogelaar: Wij kunnen constateren dat onze samenleving snel verandert, waardoor wij tegen een aantal nieuwe maatschappelijke vraagstukken aanlopen. (…) Ik denk dat mijn rol als minister voor integratie is om dit soort zaken aan de orde te stellen (…). [Debat islamitisch activisme]
  • 66. (44) We accepteren niet dat er buitenproportioneel grote megamoskeeën worden gebouwd. [Debat integratie]  
  • 67. (45) De Partij voor de Vrijheid staat voor een immigratiestop. Vijf jaar de grenzen helemaal dicht voor immigranten uit moslimlanden. (…) Dit kabinet is na honderd dagen al wereldkampioen in het wegredeneren van wezenlijke problemen in de Nederlandse samenleving. [Debat uitspraken Donner]
  • 68. (46) De meerderheid van de Nederlanders is inmiddels (…) doordrongen van het gevaar en ziet de islam als een bedreiging voor onze cultuur. (…) Maar de Haagse politiek doet helemaal niets (…). [Debat islamitisch activisme]
  • 69. (47) Alles dat ingaat tegen het multiculturalisme - onze nationale staatsideologie – moet bestreden worden. Want stel je voor, anders zou de islamitische wereld wel eens boos kunnen worden en dat is het laatste dat de premier wil. Dan maar op de knieën richting Mekka. Steeds weer capituleren. (…) Minister-president, uw naam is Chamberlain. [Debat Fitna]
  • 70. (48) Voorzitter, de toenemende islamisering moet worden gestopt. De islam is het paard van Troje in Europa. [Debat islamitisch activisme]
  • 71. (49) Wilders: Ook gevestigde politieke partijen worden echter wakker. Dat is nieuw. Christendemocraten in Duitsland gaan het steeds beter begrijpen. (…) De partijleider van de CSU, Horst Seehofer, gaat zelfs nog verder. Hij wil een volledig einde maken aan de immigratie van Turken en Arabieren naar Duitsland. (…) Hij zegt: multiculti is dood.
  • 72. Zelfs de bondskanselier van Duitsland, mevrouw Merkel, zegt dat de multiculturele samenleving volkomen is mislukt. Niet een beetje mislukt, maar volkomen mislukt. Als zij dat zegt, wil dat nogal wat zeggen. (…) Femke Halsema (GroenLinks): U zegt: de islam hoort niet bij ons land. Tenminste, dat neem ik aan. Geert Wilders (PVV): Nee, dat zei ik niet.
  • 73. Halsema (GroenLinks): Nee, maar u citeert Duitsers en ik neem aan dat u dat bedoelt. Wilders (PVV): Nee, ik heb alleen geciteerd. Halsema (GroenLinks) Staat u nu allemaal Duitsers te citeren omdat die zo moedig zijn en het allemaal durven te zeggen om vervolgens te concluderen dat u het niet durft te zeggen?
  • 74. Wilders (PVV): Ik heb een citaat gebruikt, meer niet. [Debat regerings-verklaring, 2010]
  • 75. (50) De heer Pechtold (D66): Ik probeer met u, mijnheer Wilders, tot een serieuze vergelijking te komen. Als u 5 mld. à 6 mld. weet te verplaatsen – dat zou mij overigens niet lukken, maar goed – dan moet u ook in deze politieke arena met haar politieke regels, die u ook zo belangrijk vindt voor uw politiek, kunnen instemmen met doorrekening. Ik wil u wel helpen met de contacten. In twee weken is het geregeld. Bent u hiertoe bereid?
  • 76. De heer Wilders (PVV): Ik heb totaal niets aan de regels die de heer Pechtold hier stelt. Ik heb mijn eigen inbreng. Ik geef aan waar wij 5 mld. à 6 mld. weghalen, hoe wij het willen besteden en hiermee zal hij het moeten doen. Als hij dat niet doet, pech. [APB 2007]