2. Zo wordt het schrift nuttiger bij het leren:
• Als je een opgave maakt en niet verder kunt: schrijf erbij waarom dat
niet lukt: “ik snap de vraagstelling niet”, “ik snap niet wat dit ‘woord’
betekent”, “ik weet niet waar ik moet beginnen”
• Kijk alles wat je hebt gemaakt na met een andere kleur. Streep door
(houd wel leesbaar voor later), verbeter, zet krullen.
• Schrijf bij de vraag iets op waar je later nog wat aan hebt: “lees de
vraag beter door”, “blader paragraaf 3 nog eens door”, herhaal een
specifieke regel die van toepassing is.
• Schrijf ook op als je een vraag overhoudt na het nakijken. “ik snap
niet waarom mijn antwoord niet goed is” Regel dat antwoord via je
docent of medeleerling
3. Zoek de verschillen
tussen deze twee foto’s
De linker is
overgeschreven, de
rechter lijkt beter maar
als je goed kijkt dan is
er in beide gevallen
niet goed te zien wat er
waar geleerd is. Alles is
goed, maar niets is
terug te vinden als je
later wilt weten wat je
ervan geleerd hebt
6. Zo ziet een
schrift eruit
waar zeer
actief
geleerd is!
Het kost veel
tijd en
levert ook
wat op:
er is geleerd!
7. Voor en Na
Links de nog niet
nagekeken opgaven,
rechts de zeer
actieve
verwerking!
8. Als je feedback krijgt op opdrachten in Classroom
verwerk die dan achteraf
Of geef antwoord als er een vraag wordt gesteld
9. Niet doen:
• Naar het antwoord kijken als je er niet uitkomt, schrijf op wat je niet
weet en ga verder. Schrijf altijd iets op, maar niet alleen een
vraagteken. Veel leerlingen begrijpen het antwoord wel van een
antwoordenboek maar kunnen het uiteindelijk niet goed zelf doen.
• Vragen aan een buurman/vrouw hoe het precies moet, eigenlijk is dat
hetzelfde als punt één
• Het antwoord overschrijven, je kunt beter de helft goed doen dan dat
je alles overschrijft als je in tijdnood zit. Overleg met je docent of
hij/zij wil meewerken aan “minder maar wel goed werk”
• Een hele tijd niets doen en dan in korte tijd veel.
10. Wat je nog meer kunt doen
• Foto’s maken van bord en in je schrift de datum en tijd opschrijven
zodat je de foto kunt terugvinden. Of zet je foto’s in een Googledrive
map (met eventueel submappen), dan raak je ze nooit kwijt
• Verwijzen naar paragrafen in boek als je de theorie nog een keer moet
doornemen. Je voornemen moet je vastleggen: zet in je agenda.
• …
11. Plan het moment dat je nog een keer naar je
schrift gaat kijken in je agenda.
Schrijf erbij waar je het kunt vinden:
- Classroom
- Google Drive map die “Leerarchief” heet
- Schrift
- Mobiel
- Losse blaadjes op de linker stapel onder je bed