2. De Zwarte Dood van de 21ste Eeuw ?
• Stress is de stoflong van de 21ste Eeuw (De Tijd)
• Paul Verhaeghe: 'Het gevoel van 'op' te zijn, is de grote gelijkmaker aan het worden.’
• Stress op het werk even ongezond als passief roken (De Morgen)
• 1 op 4 kleuters heeft al stress (Het Laatste Nieuws)
• 83% van Vlamingen ervaart stress op het werk (De Standaard)
• 1 op de 3 jonge tieners is gestresseerd (deredactie.be)
• Stress is de Zwarte Dood van de 21ste eeuw (Goed Gevoel)
3. Veerkracht en verbinding
I. Wat is stress?
II. Stress bij onze jongeren: hoeveel en waarom?
(+ discussie)
III. Wat kunnen we eraan doen: preventie en aanpak
(+ discussie)
4. I. Wat is stress?
• Stress: toestand van psychische spanning en druk
• Stress-reactie is een natuurlijke, gezonde reactie
- curve stress - prestaties
- in opvoeding: te weinig stress = mogelijk
• Stress-reactie is een fysiologische reactie
- lichaam reageert op stress
5. Stress is een natuurlijke, gezonde reactie
Stress en prestaties
6. Stress is een natuurlijke, gezonde reactie
Stress ervaren
(leren omgaan met tegenslag)
↓
Verhogen veerkracht
7. MAAR
• Stress moet aangepast zijn aan ontwikkelingsfase en
temperament (cfr. adolescentie)
• Stress mag niet te intens zijn
• Stress mag niet te lang aanhouden !!!
• Steun moet voldoende zijn (netwerk)
8. Een stress-reactie is een fysiologische reactie
Lichamelijke effecten van stress
• je bloeddruk gaat omhoog
• je hartslag stijgt
• er stroomt zuurstofrijk bloed naar je spieren, je hart en je hersenen
• in je lichaam komt de adrenaline vrij die brandstof levert voor je spieren
• je spieren spannen zich
• de longblaasjes verwijden zich en je ademhaling wordt sneller
• het bloed trekt weg uit je gezicht
• je spijsvertering komt op een laag pitje te staan
• je keel knijpt samen, je handen worden koud, het zweet breekt je uit
9.
10. Ontwikkeling stress-systeem
• grotendeels vóór 3 jaar
• beleving van stress
→ temperament
→ omgeving (lawaai, drukte, ruzie, pijn)
↓
reactie op stress ?
milde stress < 3 jaar: adequate angst/stressreacties
hoge stress < 3 jaar: te hoge angst/stressreacties
(afstemming hersenen – hormonen → gewenning aan te hoog cortisol-
niveau, te snel alarm)
Een stress-reactie is een fysiologische reactie
11. Een stress-reactie is een fysiologische reactie
Stress-reactie model van Selye
• Eerste fase: alarmfase
• Tweede fase: weerstandsfase
• Derde fase: uitputting
alarm
Vecht- of
vlucht-reactie
Gezond
mechanisme
weerstand
Waakzaam-
heid
Lichaam
verzwakt
uitputting Geen reactie
Lichaam is
uitgeput
12. Stress is een fysiologische reactie
als stress te sterk of langdurig: stress-
klachten
•
•
tress
13. Enkele definities
• Stress: toestand van psychische spanning en druk, fysiologische
toestand
• Overspannenheid: spanningsklachten door aanhoudende stress,
niet meer tot rust kunnen komen, lichte vorm van burn-out
• Burn-out: emotionele uitputting, het gevoel het (werk) niet meer
aan te kunnen, gevoel van nutteloosheid / machteloosheid
• Bore-out: vervelingsziekte, veroorzaakt door onderbelasting, te
saai of routinematig werk, symptomen = prikkelbaarheid en
vermoeidheid
14. II. Stress bij onze jongeren: hoeveel en
waarom?
• Onderzoek
• Voorbeelden aanmeldingen
• Balansmodel: draagkracht en draaglast
• Individuele factoren
• Maatschappelijke factoren
(+ perfectionisme en afhaken)
• Stress en onderwijs
15. Onderzoek: stress en jongeren
• internationale studie HBSC (Health Behavior in School-Aged
Children) Wereldgezondheidsorganisatie, 2013
- vermoeidheid: helft jongeren ‘s morgens moe, door stress +
prikkels
(zenuwstelsel te lang in actiefase, oa door TV en computer)
- schoolstress Vlaamse 15jarigen: 31,5%
toename in Vlaanderen + internationaal
dwz: minder goede gezondheid, minder levenskwaliteit,
minder voldoening van school, meer psychosomatische
symptomen
16. • Onderzoek 1V Jongerenpanel (EenVandaag)
2014 (2415 jongeren 12-24 jaar: 949 scholieren en 1279 studenten)
Online stress-onderzoek 949 scholieren (vanaf 12 jaar)
resultaten:
- 6/10 wekelijks één of meerdere keren stress over school of
studie
- 3/4 van scholieren ervaart hoge prestatiedruk
- 1/3 vindt zichzelf niet stress-bestendig
17. 'Huiswerk, proefwerken, examens, de dagelijkse schoolsleur,
slaaptekort, de druk van het sociale leven en de kijk op je
toekomst. Echt alles wat je doet is belangrijk. Dat betekent dat
alles ook echt goed moet zijn anders is er een kans dat je het niet
haalt. Dit zorgt bij mij voor erg veel stress.‘
18. ‘Lichamelijk doet het heel veel, hoofdpijn, chagrijnig, pijn in lichaam,
moe niet kunnen slapen en veel aan dingen denken.’
‘Ik merk het aan mijn lichaam: moe, last van puistjes, haaruitval.
Bovendien kan ik sneller boos/geïrriteerd worden en raken dingen
mij sneller. Het zorgt voor veel spanning in mijn hoofd, gepieker en
veel nadenken.’
‘Stress zorgt ervoor dat ik in een dip zit. Ik kan zo een week lang
zoiets hebben van: ''Ik heb nergens zin in, laat maar zitten. Het
komt toch niet goed, wat maakt het ook uit.''’
‘Stress maakt me onzeker, en zorgt er soms voor dat ik me
terugtrek. Soms wil ik het liefst een hele dag in mijn bed liggen en
een serie'tje kijken, om even de realiteit van de 'dag' te ontzien/ te
ontlopen.’
19. Onderzoek 1V Jongerenpanel
oorzaken van stress
Hoe vaak maak je je zorgen over … Dagelijks Wekelijks Maandelijks Vrijwel nooit
Over school- of studiezaken 30 % 36% 23% 11%
Over gezin (bv. conflict met ouders,
broer en/of zus, zorgen)
8% 18% 23% 52%
Over werk / bijbaan 1 % 9% 15% 75%
Over mijn relatie / vriend(in) 3% 6% 15% 76%
Over mijn sociale leven / of mensen mij
wel leuk genoeg vinden
15% 18% 28% 39%
Over social media (de druk om leuke
dingen te posten, jezelf met anderen
vergelijken, bang om dingen te missen
3% 7% 16% 74%
20. Aanmelding 1
Nathalie is 16, de oudste van twee zussen. Zij speelt reeds piano
vanaf haar vierde, en is volgens haar leraars zeer getalenteerd, en
even gemotiveerd en ambitieus. Ze werkt hard, voor muziek én
studie. In het vijfde SO worden haar resultaten plots zwakker.
Nathalie klaagt dat ze zich niet meer zo goed kan concentreren, en
heeft last van stemmingswisselingen.
Door een misverstand ontstaat een ruzie met haar beste vriendin,
een ruzie die via facebook escaleert. Nathalie wordt depressief, en
er wordt hulp gezocht. “Ze kon uiteindelijk de druk van muziek en
school niet aan,” wordt gefluisterd.
21. Aanmelding 2
Sander is 12 jaar oud, en volgt het 1ste jaar SO in een grote
school. Hij gaf in november aan dat hij erg vermoeid was, en
weigerde soms naar school te gaan. Hij deed de helft van de
examens mee, ging naar de dokter, medisch onderzoek leverde
niets op.
Na de kerstvakantie weigert Sander om nog terug naar school te
gaan. De overgang van de kleine dorpsschool naar het secundair in
een grote stadsschool bleek te 'stresserend'.
22. Aanmelding 3
Xanthe is 18. Zij is niet geslaagd in haar laatste jaar secundair. Zij
werd rond haar zesde levensjaar geadopteerd in een Vlaams gezin,
na jaren van armoede en een aantal traumatische gebeurtenissen
in haar land van herkomst.
De adoptie verloopt vlot, Xanthe doorloopt vrij vlot de lagere
school, ondanks een forse rekenproblematiek. In het begin van het
secundair
krijgt zij het moeilijker, en voelt zich sterk gekwetst door een eerste
vriendje. Na een verhuis (door de verandering van werk van vader)
verandert Xanthe van school. Zij klapt dicht, en haakt af op sociaal
en schools gebied. “De druk van het verleden en de traumatische
herinneringen zijn te groot geworden”, wordt gezegd.
23. Aanmelding 4
Karel is 13. Hij heeft zijn vader nauwelijks gekend, zijn ouders zijn
gescheiden toen hij vier was, en Karel werd door zijn moeder
opgevoed. Heel af en toe wordt hij door zijn vader opgebeld of
opgezocht. Karel vindt het niet fijn dat hij zijn vader weinig ziet, en
heeft ook het gevoel dat hij niet op hem kan rekenen. Over het
algemeen is hij echter gelukkig, tot hij geconfronteerd wordt met
een groepje cyberpesters. Zijn moeder merkt dat hij lastiger wordt,
en zich vaak terugtrekt.
Hij schrijft een brief aan zijn moeder dat hij zijn leven niet meer
aankan. Hij schrijft: "je kan nergens zeker van zijn,
uiteindelijk kun je op niemand rekenen."
28. Stress en adolescentie
als ontwikkelingsfase
- Puberteit: o.a. lichamelijke veranderingen, emotioneel
onevenwicht
- Zoeken naar identiteit
- Levensstijl (weinig nachtrust, weinig beweging)
- Ontwikkeling brein
29. Stress en maatschappij: tendenzen
Meritocratie
Je moet je plaats verdienen
Individualisme
Ik geef vorm aan mijn leven
Competitie
Hoe sociaal, hoe knap, hoe slim?
Maakbaarheid
Wat niet lukt, is je eigen schuld!
Prestatiedruk
↓
Op mij alleen
↓
Op mij, in vergelijking met
↓
Op mij, met alle kansen
30. Stress en schermpjes
Sociale media
- Constante taakspanning
- Constante bereikbaarheid
loyaliteit – bereikbaarheid
kwetsbaarheid cfr. pesten
- Illusie van privacy
ouders – internet
eenzaamheid
- Informatiestroom
31. Stress en schermpjes
Computer en TV
- Keuze-stress (activiteiten, contacten,…)
Cfr. Jongerenbrein!
- Verslavingsproblematiek neemt toe
- Gevaar: leren ‘verdoven’ (→ negatieve coping, passieve faalangst)
“Ik wil niet praten over mijn problemen. Het enige wat ik leuk vind, is mijn
playstation. Dan ben ik in mijn wereld, en denk verder niet aan wie ik ben.
Dan voel ik me het best.”
32. Stress en onderwijs
• Meer druk dan vroeger?
strenge straffen ↔ individuele gevoelens
aantal (zeer jonge) faalangst aanmeldingen stijgt !!
• Andere eisen
bolleboos ↔ succesvolle manager (flexibiliteit, samenwerken,
computer,…)
• Andere betekenis
context economische crisis: (HOOG) diploma + REDDING
perfectionisme
35. Paradox mentale gezondheid
Maatschappelijke aandacht
• Mediacampagnes (rode neuzen,
te gek)
• Onderzoek
• Psychotherapie in de lift
Maatschappelijke
onverdraagzaamheid
• Ik wil van mijn stress af!
• Onderzoek stressklachten en
depressiesymptomen bij jongeren
(filmpjes met getuigenissen)
• Taboe rond burnout
36. Intermezzo2: afhaken
Toenemend probleem: afhaken
opgeven als copingmechanisme
(link met depressie!)
- stress en pijn willen vermijden
(ambities blijven hetzelfde, dus hoge ontevredenheid)
- geen (mislukkings)risico nemen
Uitspraken uit faalangsttraining universiteit:
“Vroeger was ik een keiharde werker. Ik werd er ziek van. Dat wil ik niet meer. Nu ben ik iemand anders, en
daar ben ik blij om. Maar mijn studie is er wel op achteruit gegaan. Nu ben ik bang dat ik het helemaal niet
meer zal halen.”
“Ik kan momenteel niet studeren door de faalangst. Als deze faalangst weg is, kan ik opnieuw aan de slag.”
38. DISCUSSIE: Stress en onderwijs
Hebben onze jongeren (NU)
meer of andere stress dan wij (VROEGER)
ivm school ?
stressfactoren + stress-gevoeligheid
welke uitlaatkleppen hebben/hadden jongeren?
welke eisen worden gesteld?
(op cognitief, sociaal en lichamelijk vlak)
39. III. Wat kunnen we eraan doen: preventie en
aanpak
KERN:
1. Veerkracht
2. Verbinding
40. 1. Veerkracht versterken
• Bewustwording versterken
• Zich leren uiten
• Hulp durven zoeken
• Positief perspectief kunnen innemen
• Uitlaatkleppen en lol
42. Veerkracht: gevoelens en mening uitdrukken
• Tools geven, ook als jongeren niet zo spraakzaam zijn, of moeilijk
hun eigen gevoelens herkennen
• Meerder expressievormen
• Belang van verbinding!!
43. Veerkracht: hulp(bronnen) opzoeken en
gebruiken
• Durven hulp vragen aan mensen (geen zwakte!)
• Voorbeeld stellen
• Ook hulpbronnen zoeken
→ mensen, activiteiten, dingen, plaatsen
→ wat helpt mij bij het bereiken van mijn doel?
44. Veerkracht: positief perspectief kunnen
innemen
• Voorbeeld geven
• Helpen met positief denken
• Positieve herinneringen helpen opbouwen
+ piekeren tegengaan
• Dunne lijn: negeren van negatieve aspecten
“Mijn mama is wel lief, maar ik vertel haar weinig. Ze brengt altijd begrip
op voor wat iemand anders gedaan of gezegd heeft. Net of ik heb nooit
gelijk, en de leerkracht altijd!”
46. Veerkracht: uitlaatkleppen en lol maken
• Noodzaak van plezier (ook voorbeeld)
• Samen lol maken = binding versterken (cfr. oxytocine)
• Aandacht voor gevolgen
adolescentie = experimenteren
gevolgen voor jezelf
gevolgen voor anderen
48. 2. Verbinding versterken
• Hechting, basisvertrouwen
→ rekening houden met vorm van gehechtheid bij jongere
• Communicatie
→ luisteren, oprecht, rekening houden met puber-brein
• Peers
• Verbinding als alternatief voor verticale autoriteit
→ inbedding in netwerken, generaties en zingeving
49. Hechting
basisvertrouwen – autonomie (cfr. 1ste puberteit)
(2de) puberteit
bepalend:
Ben ik goed? Zijn de mensen rond mij goed en te vertrouwen? Ben
ik competent? Kan ik voor mezelf instaan?
rekening houden met vorm van gehechtheid bij jongere
gehechtheidsrelaties verstevigen
50. Communicatie
Communicatie aan puber aanpassen
- vanuit jezelf en eerlijk
- luisteren
- niet te lang, eventueel tijdens activiteit
- puber-brein:
oefent nog met redeneren, consequenties inschatten, rekening
houden met verschillende factoren tegelijk, enz.
51. Peers
Belang van peers
→ openheid tav vrienden toejuichen
→ oefenen met afstand en nabijheid
→ toch coachen / steunen / waakzaam blijven
52. Verbinding ipv verticale autoriteit
• Verbinding in netwerken (vb: betekenis sociaal netwerk ouders)
• Verbinding in generaties (vb: betekenis grootouders, belang van
familiegeschiedenis)
• Verbinding in zingeving
moreel gezag,
ouders, almachtige
godheid
grenzeloze vrijheid
54. DISCUSSIE: Stressaanpak en preventie
Hoe kunnen wij onze jongeren leren omgaan met stress?
Hoe kunnen wij onze jongeren meer weerbaar maken in en door
middel van het onderwijs?
hoe veerkracht versterken?
hoe verbinding tot stand brengen?