SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 27
Downloaden Sie, um offline zu lesen
*
jaargang 03

*

nummer 03

*

najaar 2013

in dit nummer onder meer:

Thema: energiemonitoring
Slimme meter in Duitsland onrendabel
'Monitoring belangrijk om te besparen'
Van Beek helpt Maassluis met meten
En verder:
Schaliegas: kans of bedreiging?
Minister Blok over energiebesparing
o naf h an k e li j k

n i e u ws-

en

opi n i eb l ad

over

de

ener giemar kt
De slimme meter zorgt voor energiebesparing, waardoor huishoudens de investering
terugverdienen. Die boodschap meldde
toezichthouder NMa vorig jaar tijdens een
congres over energiemonitoring. De business
case van de slimme meter voor Nederland
is positief, waardoor de grootschalige uitrol
in 2014 kan beginnen. Daar was geen speld
tussen te krijgen.
Maar ik begin te twijfelen, na slecht nieuws
uit het buitenland. Duitsland weigert de
slimme meter voor 2022 grootschalig uit te
rollen, omdat de kosten voor huishoudens
hoger uitvallen dan de opbrengsten. Ook in
Engeland, waar de overheid nog wel groen
licht geeft aan de slimme meter, beginnen
experts te twijfelen aan de economische
voordelen. Moet Nederland ook de grootschalige uitrol voor 2020 heroverwegen?

coverfoto: het najaar
is weer begonnen. tijd
om naar den bosch te
gaan voor de vakbeurs
energie, dit jaar van 24
t/m 26 september. zoals
de kinderen op de foto met
hun handen ‘inzoomen’
op de lucht boven hun
hoofd, zo oriënteren
beursbezoekers zich op
lezingen en exposanten
die hen vertellen hoe ze de
stijgende energiekosten
kunnen beteugelen. eén
van de manieren om dat te
doen is energiemonitoring.
lees hierover meer in dit
ensoc magazine.

Het is lastig om de baten van de slimme
meter te voorspellen. Dit hangt vooral af van
de mate waarin consumenten inzicht krijgen
in de gegevens uit de meter. Bekijken ze
dagelijks hun energieverbruik via een display
in de huiskamer, dan kunnen ze het verbruik
verminderen. Dan wordt het een spel, of een
sport, om zoveel mogelijk energie te besparen. Maar welke consumenten doen dat en
hoe lang houden ze dat vol? Deze vraag is
in diverse projecten onderzocht, maar een
definitief antwoord laat nog op zich wachten.
Minister Kamp van Economische Zaken neemt
eind dit jaar een besluit over de grootschalige
uitrol van de slimme meter in Nederland. Zal
hij ook de situatie in Duitsland en Engeland
melden? Netbeheer Nederland vindt dat
niet nodig. Die twijfelt niet. Maar wat is nu
verstandig?
Norbert Cuiper, hoofdredacteur

www.ensoc.nl

3
Schaliegaswinning draagt bij aan de energievoorziening van Nederland

Energie

Schaliegas kan de dalende Nederlandse gasvoorraad en gasproductie (deels) compenseren.
Schaliegas kan de benodigde energie leveren tijdens de transitie naar duurzame energie.
Schaliegas kan pieken in de energievraag opvangen als levering van duurzame energie tekortschiet.
Schaliegaswinning levert kennis die gebruikt kan worden voor andere energiewinning, zoals voor geothermie.

Schaliegas is relatief milieuvriendelijk

12

Verbranding van schaliegas levert per eenheid energie minder broeikasgas dan van steenkool en olie.
Het directe alternatief, geïmporteerd (vloeibaar) aardgas, kan elders tot zwaardere milieuproblemen leiden.
Nederland kan opgedane kennis inzetten voor milieuvriendelijke schaliegaswinning in het buitenland.

Milieu

Schaliegaswinning draagt bij aan veiligheid

Veiligheid

06

Schaliegaswinning levert Nederland geld op

Het Rijk verdient als aandeelhouder aan de verkoop van schaliegas.
Gasproducenten betalen het Rijk belasting over het gewonnen schaliegas.

slimme
meter in
duitsland
onrendabel

meer grip op
energie door
monitoring

moet nederland

slimme meter zorgt voor

grootschalige uitrol
van slimme meter

managers. pagina 16

uitstellen?

Nederland kan de kennis en ervaring rond schaliegaswinning exporteren.
Schaliegas geeft Nederland meer mogelijkheden om te handelen in gas (voorraad, in- en verkoop).

Schaliegaswinning vergroot de lokale economische bedrijvigheid
Schaliegaswinning biedt ondernemingskansen voor lokale bedrijven.
Schaliegaswinning leidt tot regionale werkgelegenheid.

Schaliegaswinning verkleint de kans dat Nederland betrokken raakt bij internationale conflicten rondom gas.

‘zonnepanelen
blijven goedkoop’

industrie kan groene
stroom benutten zegt
columnist hamilcar knops.

aan het woord.

nederland hoeft geen

Proefboringen kosten de belastingbetaler geld omdat de Nederlandse staat hierin investeert.
Het verontreinigde afvalwater kan alleen tegen zeer hoge kosten volledig gezuiverd worden.
De complexiteit van de Nederlandse ondergrond vraagt om veel proefboringen wat veel geld kost.
Het is onduidelijk hoeveel rendabel winbaar schaliegas er in Nederland beschikbaar is.

aparte wet te maken voor

30

winning van schaliegas.

Proefboringen hebben mogelijk milieu-effecten, de Mijnbouwwet vereist geen inventarisatie hiervan.
Het wettelijke toezicht is onvoldoende toegespitst op de specifieke techniek van schaliegaswinning.

Politiek
Schaliegaswinning stuit op weerstand bij het publiek

Schaliegaswinning brengt rust in het kernenergiedebat

35

Schaliegaswinning vereist aanpassing van bestaande wet- en regelgeving

‘monitoring
belangrijk om
te besparen’
energiemeetbe-

drijf2020 wil energie-

top-15 energiezuinige
kantoren

Materiaaltransport en boringen leiden tot hinder voor omwonenden.
Omwonenden vrezen dat huizenprijzen in de omgeving van de boorputten dalen.
Informatie over schaliegaswinning loopt erg uiteen, burgers weten niet wat ze kunnen geloven.
Schaliegaswinning is een stap terug: grotere afhankelijkheid van gas in plaats van duurzame energie.
Gasproducenten zijn weinig transparant wat wantrouwen opwekt bij het brede publiek.

44
gemaakt door:

verbruik van bedrijven

waar in
nederland
© 2011
staan de meest
energiezuinige
kantoren?

in kaart brengen.

tno: nederland moet
schaliegas niet bij

energiebau solar
power benelux

Economie

in opdracht van:

directeur roel cals van

windhandel

Schaliegaswinning brengt het risico van kleine aardschokken en bodemdaling met zich mee.
Schadelijke stoffen in de schalielaag kunnen naar de oppervlakte komen wat gezondheidsrisico’s oplevert.
Over de effecten van schaliegaswinning en effectieve maatregelen bij ongelukken is weinig kennis.
Schaliegaswinning kan leiden tot ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van brandgevaarlijke gaslekken.

recht
klaar voor
schaliegas
Schaliegaswinning kost veel geld en het is onduidelijk hoeveel het oplevert

anders dan als eerste stap in
het winnings-proces, zijn buiten
beschouwing gehouden.
De kaart is tot stand gekomen
op basis van literatuuronder
zoek en twee denksessies met
deskundigen vanuit verschillende
achtergronden. Met dank aan alle
deelnemers voor hun denkwerk.

Schaliegaswinning maakt (de bouw van) nieuwe kerncentrales in Nederland voorlopig onnodig.

schaliegas:
kans of
bedreiging?

28

Schaliegaswinning is gevaarlijk voor werknemers en omwonenden

Veiligheid

tegen
van schaliegas
bij de winning van winningDe argumenten
in Nederland.

Politiek

terecht blij met dit

11

Schaliegaswinning beperkt de ondergrondse ruimte voor andere toepassingen, zoals voor geothermie.
Schaliegaswinning behoeft boorputten die het landschap ontsieren.

voor en
schaliegas. tegen proefboringen,

Schaliegas verkleint de
is de milieubeweging politieke afhankelijkheid van Nederland van internationale energieleveranciers.

20

Schaliegaswinning kan leiden tot grondwaterverontreiniging wat onder meer de drinkwaterkwaliteit schaadt.
Schaliegaswinning behoeft veel water waardoor de grondwaterstand kan dalen.
Schaliegaswinning noodzaakt tot veel transport, zoals van materialen en water, hetgeen het milieu belast.
Boorputten die na winning achterblijven kunnen op termijn gaan lekken en zo het grondwater verontreinigen.

Schaliegaswinning beperkt de ruimte en ontsiert het landschap

Deze kaart geeft een overzicht
de voors en tegens argumenten voor en
van de

energieakkoord:
Schaliegaswinning versterkt de positie van de Nederland
winst voor milieu?

pagina 19

Schaliegaswinning schaadt het milieu

Tegen

Economie
argumentenkaart

vakbeurs energie 2013.

akkoord? opinie,

26

infoVoor
graphic

groei in energieverbruiks-

minister blok opent gastransportnetwerk wordt langer benut dus investeringen hierin renderen beter.
Het Nederlandse

Wat zijn
voor Nederland de
argumenten voor en
tegen de winning van
schaliegas?

Schaliegaswinning bemoeilijkt de overgang naar duurzame energie
Financiering van schaliegaswinning verdringt financiering van duurzame energie.
Schaliegaswinning stelt de noodzaak uit om over te schakelen op duurzame energie.
Schaliegaswinning vergroot de gasafhankelijkheid en versterkt hiermee de lobbykracht van de gasindustrie.

Milieu

Schaliegaswinning maakt gebruik van bewezen technologie waardoor veiligheidsrisico’s beperkt zijn.
Schaliegaswinning kan leiden tot extra investeringen in het onderhoud van de gasinfrastructuur.

‘meer actie
nodig voor
energiebesparing’

Energie

Wat is schaliegas?
Schaliegas is aardgas dat
“opgesloten” zit in kleisteenlagen
(schalies) in de ondergrond.
Deze lagen bevinden zich in
Nederland meestal op meer
dan twee kilometer diepte.
Er zijn proefboringen nodig om te
bekijken hoeveel gas er aanwezig
is en of dit economisch rendabel
gewonnen kan worden.

voorbaat

22

uitsluiten.

maassluis
mikt op forse
energiebesparing
van beek helpt gemeente

monitoring is
noodzaak

agenda

bedrijven moeten

en bijeenkomsten voor het

ambitieuze doelen

komende kwartaal op

stellen voor

een rij. pagina 48

met monitoring

energiebesparing,

energiegebruik.

alle beurzen, cursussen

en vooral ook hun
energieverbruik
bijhouden.
opinie, pagina 43

4

ensoc magazine najaar 2013

www.ensoc.nl

5
m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l va n s l i m m e m e t e r u i t st e l l e n ?

Slimme
meter
in Duitsland
onrendabel

effect van de slimme meter, al
Hierin staat dat de slimme meter
Duitsland weigert
dan niet in combinatie met een
huishoudens meer zal kosten
de slimme meter
display. Daarvan zijn nog geen
dan het voor hen zal opbrengen.
grootschalig in te
resultaten bekend.
Als alleen huishoudens die een
slimme meter krijgen daarvoor
voeren voor 2022. Voor
betalen, zijn ze jaarlijks 89 euro
Verplicht
huishoudens vallen de
kwijt aan de meter en installatie.
Europa stelt de invoering van
kosten hoger uit dan de de slimme meter verplicht als
Als de kosten over alle consumenten worden verdeeld vanaf
de opbrengsten hoger zijn dan
opbrengsten, zo blijkt
de start van de uitrol, inclusief
de opbrengsten. Net als alle
uit een studie van Ernst
klanten die geen slimme meter
andere Europese landen kan
& Young in opdracht van Nederland ervoor kiezen om de
plaatsen, dalen de kosten naar
29 euro per jaar. Zelfs onder
slimme meter te introduceren,
het Duitse ministerie
optimistische aannames is de
afhankelijk van een maatschapvan Economische
slimme meter voor de meeste
pelijke kosten-batenanalyse.
Zaken. Moet Nederland Zo’n analyse is al uitgevoerd
huishoudens niet rendabel, zo
door Kema, die concludeerde dat concludeert Ernst & Young in
de grootschalige
de business case voor de slimme haar rapport.
uitrol voor 2020 ook
Nederland positief uitviel, met
uitstellen, in navolging een netto opbrengst van 770 mil- Aanpak efficiënter
joen euro. De studie is echter be- ‘Deze resultaten laten zien
van Duitsland?
Tekst: Norbert Cuiper, F&B

Nederland is van plan om
volgend jaar de slimme meter
grootschalig uit te rollen. ‘Het
voornemen is om vanaf begin
2014 over te gaan tot het grootschalig aanbieden van slimme
meters aan alle huishoudens,’
schrijft minister Kamp van Economische Zaken op 18 februari
van dit jaar aan de Eerste en
Tweede Kamer. Hij verwacht eind
dit jaar een besluit te nemen
over de start van de grootschalige uitrol. Het wachten is nog op
de resultaten uit onderzoeken
van de Autoriteit Consument
& Markt (ACM, het voormalige
NMa) en Agentschap NL. Van het
onderzoek van ACM geven tussentijdse resultaten aan dat de
kleinschalige uitrol van slimme
meter ‘op hoofdlijnen goed verloopt en consumentvriendelijk
wordt uitgevoerd’. Agentschap
NL onderzoekt het besparings6

ensoc magazine najaar 2013

kritiseerd, omdat Kema uitging
van onverifieerbare uitgangspunten, zoals 1,5 miljard euro
voordeel door energiebesparing
en baten van 680 miljoen euro
doordat consumenten sneller
zouden overstappen op een
andere energieleverancier. Door
de oneigenlijke voordelen te
schrappen en de kosten hoger in
te schatten, zou de balans door
kunnen slaan naar een negatief
business scenario. Nederland
hoeft dan niet massaal aan de
slimme meter.

Duitsland
Duitsland weigert een snelle
invoering van de slimme meter,
meldt GreenTech Media. De Duitse regering heeft besloten om
de slimme meter niet voor 2022
op grote schaal in te voeren
vanwege een negatief business
scenario. Het Duitse ministerie
van Economische Zaken baseert
zich op een analyse van accountancybureau Ernst & Young.

dat we de grootschalige
uitrol efficiënter moeten
aanpakken, en in lijn moeten
brengen met ons beleid voor
de energietransitie,’ meldt
de Duitse staatssecretaris
van Economische Zaken
Stefan Kapferer. Hij doelt
op de Energiewende, de
overgang naar een duurzame
energievoorziening,
zonder kernenergie. ‘Grove
benaderingen zijn ongeschikt
voor de huidige situatie.’
Opmerkelijk is dat hiermee
een discrepantie ontstaat
tussen de Duitse ambitieuze
doelstellingen voor duurzame
energie en het ontbreken van
een beknopte strategie voor de
slimme meter. Dit laatste komt
deels door vertraging van de
slimme meter door de bijzondere
nadruk op dataveiligheid en
interoperabiliteit (waardoor
it-systemen met elkaar kunnen
communiceren). Duitsland heeft
pas onlangs een technische
www.ensoc.nl

7
m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l va n s l i m m e m e t e r u i t st e l l e n ?
richtlijn over dataveiligheid
voltooid. Dit wordt gezien als
een belangrijke opstap.
Na Duitsland moet Nederland
eind dit jaar ook een besluit
nemen over de slimme meter.
Moet ons land de grootschalige
uitrol ook uitstellen, in navolging
van Duitsland?

de consument heeft. Onderdeel
van die meerwaarde is dat hij
meer oplevert dan dat hij kost.
Wat ons betreft is dat nog steeds
niet het geval: daarom nog geen
verplichte uitrol.’ Koepelorganisatie Netbeheer Nederland
benadrukt echter dat van een
verplichting geen sprake is. ‘De
slimme meter wordt vrijwillig
aangeboden.’

Nederland
Ook in Nederland lijkt de business case voor huishoudens
negatief. ‘De uitrol van slimme
meters voor consumenten met
kleinverbruik meters is onrendabel,’ zo bevestigt manager meten
& monitoring Mark Massier
van ingenieursbureau Ebatech.
‘Consumenten gebruiken te
weinig energie om de investering in slimme meters terug te
verdienen. Daarnaast ligt het
voordeel van energiebesparing
bij een andere partij dan waar
de kosten voor de uitrol liggen,’
zegt Massier. Hij benadrukt dat
slimme meters wel interessant
zijn voor grootverbruikers en
voor zakelijke klanten met veel
aansluitingen, zoals waterschappen of woningcorporaties. ‘Deze
organisaties kunnen besparen
door de meteropname niet met
de hand te doen en door de
administratie voor de energierekening te automatiseren. Dat
kan met de slimme meter.’

Meerwaarde
Vanuit de Tweede Kamer bestaat
weerstand tegen de grootschalige uitrol van de slimme meter.
Dat blijkt uit een reactie van
Kamerlid Paulus Jansen van de
SP: ‘We willen geen verplichte
uitrol voordat de slimme meter
aantoonbare meerwaarde voor
8

ensoc magazine najaar 2013

Jansen is niet volledig tegen. Hij
denkt dat de slimme meter nodig
is voor de verduurzaming van de
energievoorziening. Dat is ook
de reden dat hij met zijn VVDcollega René Leegte een motie
heeft ingediend voor de ‘killerapp’. Dat houdt in dat kleinverbruikers een variabel elektriciteitstarief kunnen krijgen, naast
de bestaande contractvormen.
Jansen hoopt dat consumenten
hierover enthousiast raken.

Koffiedik
‘De business case valt voor
Duitsland negatief uit, maar dat
betekent niet automatisch dat
dat ook voor Nederland geldt,’
zegt Herman Jonkman, voorzitter
van de vereniging van meetbedrijven VMNED. Hij verwijst
naar de kosten-batenanalyse
van Kema. ‘Hieruit blijkt dat de
business case positief uitvalt als
gebruikers dankzij de slimme
meter energie besparen. De
investering is dan terug te
verdienen via de besparing
op energiekosten.’ Vraag is of
huishoudens voldoende energiebesparing zullen halen om de
slimme meter terug te verdienen.
Jonkman noemt dat ‘koffiedik
kijken’. ‘Het is lastig om vooruit
te lopen op het effect van de
slimme meter op energiebespa-

ring bij grootschalige uitrol. Er is
nog geen evident bewijs. Ik verwacht dat pas na de grootschalige uitrol. Dat is een kwestie van
afwachten.’

Verschillen
Jonkman benadrukt de grote
verschillen tussen Nederland en
Duitsland. ‘Duitsland is al jarenlang voortrekker met duurzame
energie. Het land heeft dankzij
de gigantische groei van windmolens en zonnepanelen een
significant andere brandstofmix
dan Nederland. Wellicht heeft
Duitsland ook al flinke energiebesparingen gerealiseerd.
Daardoor is het voor Duitsland
relatief moeilijker om nog meer
energie te besparen.’ Dit kan
volgens Jonkman de negatieve
business case van Duitsland verklaren. Ook hangt de uitkomst
van een kosten-batenanalyse
af van de uitgangspunten, zegt
Jonkman. ‘In de Nederlandse
business case is niet gerekend
met een reële CO2-prijs om de
milieueffecten in geld uit te
drukken. Als Duitsland dat wel
heeft gedaan, zorgt dat voor een
negatief effect op de business
case.’

Geen uitstel
Koepelorganisatie Netbeheer
Nederland ziet in de Nederlandse situatie geen aanleiding
om de aanbieding van de slimme
meter uit te stellen. Dat meldt
woordvoerder Martijn Boelhouwer, die ook verwijst naar de
kosten-batenanalyse van Kema
uit 2010. ‘Deze analyse heeft een
neutraal - positieve uitkomst. Op
basis hiervan nam het kabinet
het besluit om te starten met de
aanbieding van de slimme meter.

Britse uitrol onder vuur
De Britse regering geeft de
uitrol van de slimme meter
groen licht, maar experts
twijfelen aan de economische
voordelen, meldt Computer
Weekly. De overheid stelt
de netto opbrengst van de
slimme meter op een winst
van 4,9 miljard Britse ponden,
terwijl het Britse ingenieursbureau Mott MacDonald de
netto waarde bepaalt op
een verlies van 4,0 miljard.
Volgens econoom en adviseur
Alex Henney stelt de Britse

Dit gebeurde mede met het oog
op de beoogde energiebesparing
die nodig is om aan de Europese
richtlijn te voldoen.’ Overigens
is de slimme meter niet verplicht
voor consumenten, zegt Boelhouwer. Hij noemt naast energiebesparing ook andere voordelen
voor consumenten, zoals tariefdifferentiatie. Hierdoor kunnen
consumenten op termijn besparen op hun energiekosten als ze
stroom gebruiken op momenten
dat de stroomprijs laagt ligt.

overheid de uitrol van de
slimme meter te positief voor.
Hij zegt dat de Britse uitrol
twee keer zo duur is dan dat
van Spanje en Italië. In Engeland hangt de uitrol af van de
energieleveranciers en is een
extra grote database nodig
om informatie te verzamelen
over van wie de meter is,
bijbehorende kosten en het
verhelpen van fouten. Henney
denkt dat de slimme meter
waarschijnlijk geen effect zal
hebben op het energiever-

Indicatie?
Hoe het ook zij, minister Kamp
verwacht eind dit jaar een besluit
te nemen over het tempo van de
grootschalige uitrol. ‘Als er
indicaties zijn dat zich negatieve
effecten voordoen ten aanzien
van de maatschappelijke
business case dan zal ik u dat
laten weten,’ schreef minister
Kamp in februari. De vraag is of
de negatieve business case in
Duitsland geldt als indicatie voor
Nederland. Als dat het geval is

bruik van consumenten. Veel
huizen in Engeland gebruiken
al efficiënte verwarmingsketels en energiezuinige
verlichting. Ross Anderson,
hoogleraar techniek & veiligheid aan de Universiteit van
Cambridge, waarschuwt dat
de slimme meter in Engeland niet zal zorgen voor de
beoogde energiebesparing
omdat ze wordt beheerd door
energieleveranciers die erop
zijn gericht om de verkoop
van energie te maximaliseren.

zal het ministerie van Economische Zaken zich ook moeten
verdiepen in de Duitse kostenbatenanalyse. Of hebben
onderzoekers van ACM en
Agentschap NL dit al gedaan?
Dat ligt niet voor de hand, omdat
het rapport van Ernst & Young
midden in de zomer werd
gepubliceerd. Er is geen betere
tijd om rapporten over het hoofd
te zien dan tijdens de vakantie.
Wellicht dat dit artikel daar iets
tegen kan doen.
www.ensoc.nl

9
column

Hamilcar Knops

Alle beetjes helpen in deze tijden van economische
crisis, ook een lagere energierekening. Besparen
op de energiekosten begint natuurlijk met inzicht
krijgen in het verbruik: energiemonitoring. Op
basis daarvan kunnen bedrijven of huishoudens
dan hun energieverbruik gaan managen. Met als
doel om uiteindelijk minder te gaan verbruiken
waardoor ze minder hoeven te betalen.

overschotten
aan energie
weggooien?

Dat is energiemanagement ‘oude stijl’. Want in de
toekomst kan het wel eens zo zijn dat juist méér
energie verbruiken geld oplevert, terwijl het ook
nog eens goed is voor het milieu. Hoe kan dat?
Tot nu toe waren elektriciteit en gas altijd schaars
en hoorde bij momenten van piekvraag ook
steeds een hoge prijs. Energiemanagement ‘oude
stijl’ richt zich dan ook op het beperken van de
energievraag, in het bijzonder wanneer de prijs
hoog is. Een extreem voorbeeld gebeurde tijdens
de elektriciteitscrisis in Californië: daar legde een
industrie haar hele productie stil omdat het bedrijf
meer geld kon verdienen met het doorverkopen
van zijn (goedkoop ingekochte) stroom dan met
het eigen bedrijfsproces.
Dit kan echter radicaal gaan veranderen. In Europa
zijn we op steeds grotere schaal windmolens en
zonnepanelen aan het installeren. Hun elektriciteitsproductie is zeer variabel en niet volledig
voorspelbaar. Er zullen momenten komen dat
zowel wind- als zonne-energie bijna maximaal
produceert en er een ‘overschot’ aan elektriciteit
bestaat: het aanbod van elektriciteit overstijgt dan
de vraag op dat moment. In Denemarken gebeurt
dit al met enige regelmaat. De Denen exporteren
hun overschot dan naar Noorwegen, waar het
gebruikt wordt om water omhoog te pompen naar

10

ensoc magazine najaar 2013

de reservoirs van hun waterkrachtcentrales.
Maar als straks ook Duitsland, Nederland en
andere landen voor overschotten gaan zorgen, kan
het oppompen van water niet meer altijd de oplossing zijn. We kunnen ook niet alle conventionele
centrales uitzetten, want die blijven nodig voor de
stabiliteit van het systeem. De experts vrezen dan
ook dat we op bepaalde momenten overschotten
aan windenergie en zonne-energie weg moeten
gooien. In ouderwetse veilingtermen zullen we
dan ‘wind moeten doordraaien’: het aanbod van
stroom is groter dan de vraag, waardoor de prijs
van elektriciteit nul wordt of zelfs negatief!
Toch ben ik niet bang dat we straks echt windenergie ‘weg moeten gooien’. Ik verwacht namelijk dat
er partijen komen die slim gebruik gaan maken
van die lage (of negatieve) prijzen voor elektriciteit. Partijen die op die momenten juist voor een
toename van de vraag gaan zorgen.
Een van de kandidaten is de industrie. Zelf ben ik
betrokken bij een project in de haven van Rotterdam om overschotten van stroom te gebruiken in
chemische of industriële processen. Verschillende
ideeën worden bekeken: elektriciteit omzetten in
warmte of ook elektriciteit ‘omzetten’ in stoffen, zoals waterstof. Juist de combinatie met de
bestaande infrastructuur en industrieën in het
havengebied biedt vele kansen. De projectpartijen
vatten het idee samen als ‘overslag van windenergie’: windenergie komt de haven binnen en verlaat
het havengebied weer in de vorm van producten…
Zo zorgt de ‘oude economie’ straks voor maximaal
gebruik van groene stroom en geeft energiemanagement ‘nieuwe stijl’ het begrip ‘windhandel’
weer een heel nieuwe betekenis.
www.ensoc.nl

11
m i n i s t e r

b l o k

o p e n t

v a k b e u r s

e n e r g i e

2 0 1 3

‘Meer actie
nodig voor
energiebesparing’
Stef Blok (Emmeloord, 10
december 1964) is sinds 5
november 2012 minister voor
Wonen en Rijksdienst. Na het
stedelijk gymnasium in Leiden
studeert hij bedrijfskunde aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn
studie werkt hij bij ABN-Amro. Ook is
hij gemeenteraadslid in Nieuwkoop,
waar hij voorzitter is van de VVD-fractie. Vanaf 1998 is Blok voor de VVD lid
van de Tweede Kamer, waar hij zich
bezig houdt met financiën, economische zaken, sociale zaken en
rijksuitgaven. Van oktober 2010 tot
september 2012 is Blok fractievoorzitter van de VVD. Blok staat Mark Rutte
bij als secondant in de kabinetsformatie, waarbij hij onderhandelt
met Diederik Samsom en Jeroen
Dijsselbloem. Blok is pleitbezorger
van een grotere marktwerking en
terugdringing van ‘overheidsregels,
administratieve lasten en bureaucratie’ in de non-profitsector, waaronder
‘zorg, woningbouw en onderwijs’.
12

ensoc magazine najaar 2013

Ondernemers kunnen meer consumenten
verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen voor hun
woning. Dat zegt minister Blok in een
interview. Hij ziet dat er meer actie nodig
is om energiebesparing in woningen op
een hoger niveau te brengen, maar denkt
op de goede weg te zijn met een fonds
voor energiebesparing en een gratis
energielabel.
Tekst: Norbert Cuiper; foto: Rijksoverheid

Energiebesparing bij woningen heeft een steuntje
nodig in de rug. Dat blijkt uit het plan van de overheid om een nationaal energiebesparingsfonds
fonds voor huiseigenaren op te zetten. Minister
Stef Blok voor Wonen en Rijksdienst ondertekende
daartoe in juli een intentieovereenkomst met de
Rabobank. Het fonds moet goedkope leningen
verstrekken aan woningbezitters om te investeren
in energiebesparende maatregelen. ‘Nog voor het
eind van dit jaar kunnen zij een beroep doen op
het nationaal energiebesparingsfonds voor een
goedkope lening om hun huis energiezuiniger te

maken,’ meldt minister Blok. Hij verricht op dinsdag 24 september a.s. de officiële opening van de
vakbeurs Energie. In een gesprek met Ensoc Magazine gaat hij in op de maatregelen van de overheid
om energiebesparing in woningen te stimuleren.
Het kabinet wil energiebesparing voorrang
geven. Waarom is energiebesparing belangrijk?
‘Daarvoor bestaan een aantal goede redenen.
Voor de huishoudens is het goed voor hun portemonnee, zeker in deze tijd waarin ze minder te
besteden hebben. Ook is energie duurder geworden. Begin deze eeuw betaalde een huishouden
jaarlijks gemiddeld 700 euro aan gas, nu ligt dat
bedrag op 1200 euro. Elke Nederlander kan echter
op deze kostenpost besparen door het huis goed
te isoleren. Dat geldt niet alleen voor de particuliere sector, maar vooral voor de huurwoningen
omdat daar de lagere inkomens zitten. Daarom
hebben verhuurders convenanten ondertekend
voor energiebesparing. Ik zie dat daarmee grote
stappen vooruit worden gezet. Verder stellen we
hogere eisen aan de energiezuinigheid van een
woning, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. De
overheid als grootste bezitter van gebouwen in
Nederland geeft hierin ook het goede voorbeeld.’
www.ensoc.nl

13
m i n i s t e r
Gebeurt er in Nederland voldoende om woningen
energiezuiniger te maken?
‘Er gebeurt al veel, maar er is nog meer nodig. We
hebben in het woonakkoord afgesproken om het
nationaal energiebesparingsfonds op te richten.
Hiermee kunnen goedkope leningen worden
verstrekt waarmee huiseigenaren en verhuurders
kunnen investeren in energiebesparende
maatregelen zoals isolatie en de aanschaf van
zuinige ketels. Voor het fonds stelt de overheid
150 miljoen euro beschikbaar, maar bedrijven,
banken en andere investeerders zullen dit fonds
aanvullen tot 600 miljoen euro. Met de Rabobank
hebben we al een overeenkomst gesloten, maar
we zitten nog met meer banken om de tafel. Die
hebben nog niet getekend, maar we verwachten
wel dat het fonds in het najaar van start kan gaan.
Dit betekent een forse impuls voor de bouw- en
installatiesector. En er wordt in de komende drie
jaar 400 miljoen uitgetrokken voor subsidies om
sociale huurwoningen te verduurzamen, zo is
afgesproken in het energieakkoord.’

‘ et woonakkoord
H
voorziet in de oprichting
van een nationaal
energiespaarfonds’
Hoe scoort Nederland ten opzichte van
omliggende landen met energiebesparing?
‘Nederland heeft op het gebied van
energiebesparing al grote stappen gezet als je
ons land vergelijkt met andere Europese landen.
In de huursector hebben we al veel gedaan aan
isolatie en andere besparende maatregelen. Via
de bouwregelgeving scherpen we de eisen voor de
energiezuinigheid aan, zodat isolatie verder wordt
doorgevoerd. Dit gebeurt vooral bij nieuwbouw,
maar de grote opgave blijft de bestaande bouw.
Daarvoor moeten we huiseigenaren stimuleren om
te investeren in energiebesparing. Dat kan onder
meer met het nationaal energiebesparingsfonds,
dat ook onderdeel uitmaakt van het
energieakkoord. Daarnaast zorgen we dat het
energielabel bij woningen standaard wordt. Ook
14

ensoc magazine najaar 2013

is de btw voor arbeidskosten bij renovatie, herstel
en tuinonderhoud van woningen met 6 procent
verlaagd tot maart 2014. Dat is écht een kans. Voor
de consument en de markt.’
Het energielabel voor woningen is een
langlopend dossier voor Nederland.
‘Het energielabel is voor alle Europese
landen een langlopend dossier, niet alleen
voor Nederland. Dat komt vooral doordat de
richtlijn voor energiezuinige gebouwen te
ingewikkeld is gemaakt. Het kabinet streeft
echter naar een eenvoudig energielabel, zoals
ook in het energieakkoord staat. Het nieuwe
wetsvoorstel voor het label komt tegemoet aan
de bezwaren uit de Tweede Kamer, die tegen
verplichte invoering stemde. Dat houdt in dat een
laagdrempelig energielabel beschikbaar komt,
naast een energieprestatiecertificaat dat alleen
een specialist kan vaststellen, om bijvoorbeeld
in aanmerking te komen voor een bijdrage uit
een fonds of een korting op de hypotheek. Het
label is inmiddels voorgelegd aan de Europese
Commissie. Uit een eerste gesprek blijkt het dit
goed is ontvangen, maar op papier hebben we
nog geen groen licht. Dit hangt nog af van de
uitwerking. Er is eerst een goed systeem nodig
om het energielabel via internet beschikbaar te
maken.’
Verwacht u dat het energielabel voor woningen
gemeengoed wordt in Nederland?
‘Ja, ik denk dat het energielabel bij woningen in
Nederland de komende jaren steeds meer zal
worden ingevoerd, zeker als het tegen lage kosten
kan worden verstrekt zoals nu wordt voorgesteld.
Nederlanders letten over het algemeen goed
op hun portemonnee. Daarom denk ik dat ze
hun woningen graag willen voorzien van een
energielabel als ze dat goedkoop kunnen krijgen.
Ik ben daar heel enthousiast over.’
Het energielabel wordt gekoppeld aan
de huurprijs van huurwoningen. Dit moet
verhuurders stimuleren te investeren in
energiebesparende maatregelen. Gebeurt dat
ook voldoende?
‘Ja. Het energielabel heeft invloed op de huurprijs
via het woningwaarderingsstelsel. Dat biedt

b l o k

o p e n t

woningcorporaties ruimte om energiebesparing
te financieren. Maar er speelt ook een discussie
over de heffing voor verhuurders. Dat moet
woningcorporaties stimuleren om de financiën
op orde te krijgen. Als de huren stijgen gebeurt
dit niet vanzelf. De heffing zorgt ervoor dat
woningcorporaties zich weer richten op hun
kerntaak, namelijk het verhogen van de kwaliteit
van de woningvoorraad.’

‘ et energielabel
H
heeft invloed op de
huurprijs, waardoor
woningcorporaties
energiebesparing
kunnen financieren’
Soms gaat het mis, zoals bij het Hilwis-complex
in Amsterdam, waar huurders extreem hoge
stookkosten hebben, terwijl de eigenaar weigert
om mee te werken aan isolatie.
‘Het Hilwis-complex betreft een oude flat in
Amsterdam, waar de huurders met de verhuurder
in discussie zijn over de snel oplopende
stookkosten. Recent heeft de huurcommissie
bepaald dat voor de jaren 2007 tot en met 2010
een doorberekening van 50% van de werkelijke
kosten redelijk is. De huurders kunnen de
verhuurder ook via de rechter verplichten
bepaalde energiebesparende maatregelen aan te
brengen, op voorwaarde dat daar een redelijke
huurverhoging tegenover staat. Overigens zijn
verhuurders in het algemeen goed bezig, dankzij
het huurconvenant energiebesparing. Bovendien
kunnen ze op termijn gebruik maken van het
nationaal energiebesparingsfonds.’

‘ p Prinsjesdag
O
presenteren we een
indrukwekkende lijst
aan maatregelen’

v a k b e u r s

e n e r g i e

2 0 1 3

Op Prinsjesdag komt het kabinet met een
begroting. Welke stimulerende maatregelen
op gebied van energiebesparing zijn daarin
opgenomen?
‘Daar kan ik nog niets over zeggen. Dat ziet u op
Prinsjesdag. We hebben een indrukwekkende lijst
aan maatregelen opgebouwd die we dan laten
zien.’
Op 24 september a.s. mag u de vakbeurs Energie
openen. Hoe kijkt u aan tegen deze beurs?
‘Het is voor mij de eerste keer dat ik de
Energievakbeurs zal bezoeken. De beurs trekt me
omdat energiebesparing voortkomt uit innovatie
door ondernemers. De crux is dat ondernemers
het verhaal aan de consument moeten vertellen,
hoe zij op financieel voordelige wijze energie
kunnen besparen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Ik
zit regelmatig met ondernemers aan tafel, maar zie
te weinig gebeuren dat ze hun klanten benaderen,
zoals met een folder in de bus. Ook bij
installatiebedrijven gebeurt dat te weinig. Ik heb
zelf mijn huis laten isoleren en heb zelf een
energielabel aangevraagd, omdat het me niet
direct werd aangeboden. Dit betekent dat
ondernemers nog meer kunnen doen om klanten
over de drempel te halen teneinde te investeren in
energiebesparing. Die boodschap zou de
Energievakbeurs goed kunnen uitdragen.
Ondernemers kunnen meer consumenten
verleiden om te investeren in energiebesparende
maatregelen.’

‘ ndernemers kunnen
O
meer consumenten
verleiden om
te investeren in
energiebesparende
maatregelen’

www.ensoc.nl

15
slimme meter zorgt voor groei in energieverbruiksmanagers

Meer
grip op
energie
met
monitoring
Energieverbruiksmanagers
zijn producten en diensten
die huishoudens

en kleinzakelijke

gebruikers inzicht geven
in hun energiegebruik.
Het inzicht helpt
hen te besparen op
energiekosten. Het is een
nieuwe productcategorie
waar velen nog onbekend
mee zijn. Afgelopen
twee jaar zijn 20 tot 25
energieverbruiksmanagers
op de markt gekomen,
dankzij de komst van de
slimme meter.

16

ensoc magazine najaar 2013

Dit artikel gaat in op het belang
van meer inzicht in energieverbruik voor het beheersen van
energiekosten.
Ook wordt beschreven op welke
productkenmerken gelet kan
worden bij de aanschaf van een
energieverbruiksmanager.
Dit is in eerste instantie gericht
op huishoudens, maar is ook
van toepassing op kleinzakelijke energiegebruikers.

Tekst: Puk van Meegeren,
manager communicatie Milieu Centraal

Huishoudens:
geen idee van
energieverbruik
Een groot deel van de huishoudens heeft geen inzicht in eigen energieverbruik: 44 % geeft aan niet
te weten of men eind dit jaar moet bijbetalen voor
de energierekening, of geld terugkrijgt; 31 % zegt
het wel te weten, en 26% antwoordt neutraal. Dat
blijkt uit onderzoek van voorlichtingsorganisatie
Milieu Centraal, in oktober 2012 uitgevoerd onder
1038 huishoudens door onderzoeksbureau GfK.
Het gebrek aan inzicht heeft te maken met een
gebrek aan informatie.

Jaarlijkse nota
biedt onvoldoende
informatie
Europa is al langere tijd afhankelijk van import
De meeste huishoudens zijn voor inzicht in hun
energieverbruik afhankelijk van hun jaarlijkse
energienota. Dat is onvoldoende frequent voor
inzicht in eigen verbruik. Bovendien is voor een

consument de belangrijkste boodschap of hij of
zij moet bijbetalen. Met andere woorden: was
het maandelijkse voorschot voldoende of onvoldoende? Deze terugkoppeling kan consumenten
op het verkeerde been zetten. Geld terug krijgen
wil nog niet zeggen dat je weinig hebt verbruikt,
het kan ook betekenen dat je voorschot hoog is.
Energieverbruiksmanagers bieden huishoudens de
mogelijkheid om veel vaker informatie te krijgen
over hun energieverbruik, sommige producten
geven zelfs het actuele verbruik aan. Ze brengen
het verbruik in het hier en nu.

Slimme meters
creëren praktische
mogelijkheden
Regelmatige feedback op energieverbruik wordt
al lange tijd gezien als een effectieve manier om
consumenten te helpen met energie besparen.
De eerste initiatieven in Nederland dateren uit de
jaren tachtig. Destijds was het grote probleem hoe
je huishoudens op een praktische en kosteneffectieve manier voorziet van gegevens over hun
energieverbruik. Mensen moesten met pen en papier wekelijks hun meterstanden opnemen, en hun
weekverbruik vergelijken met een standaard weekverbruik (afhankelijk van de buitentemperatuur in
die week) dat in lokale bladen werd gepubliceerd.
Het was een nogal omslachtige werkwijze, die voor
veel huishoudens te veel moeite was. De komst
van persoonlijke pagina’s op een website (begin
deze eeuw) waar huishoudens hun meetgegevens
konden invoeren, betekende een verbetering van
de dienstverlening. De correctie naar buitentemperatuur (“graaddagen”) gebeurt automatisch, en
de mogelijkheden voor presentatie zijn veel groter.
Toch blijft het wekelijks handmatig registreren en
invoeren van meterstanden een drempel.
De komst van de slimme meter heeft het aanbod
drastisch veranderd. Een slimme meter is een digitale meter voor het gas- en elektriciteitsverbruik.
Een slimme meter op zichzelf biedt geen uitgebreide dienstverlening voor inzicht in energieverbruik.
Maar als huishoudens een energieverbruiksmanager aan de slimme meter koppelen, krijgen ze
moeiteloos dagelijks of zelfs op ieder moment
(real time) informatie over het eigen gebruik.
www.ensoc.nl

17
Besparing door
energieverbruiksmanagers
Het gebruik van apps, displays en websites
voor meer inzicht in energieverbruik kan leiden
tot een besparing van zo’n vijf procent op de
energierekening. Voor een gemiddeld huishouden
komt dit neer op een besparing tussen de 100
euro per jaar. Milieu Centraal baseert deze
indicatie van de besparing op een inventarisatie
van pilots met energieverbruiksmanagers en van
wetenschappelijke experimenten met feedback
op energieverbruik. In de praktijk zal de besparing
meer of minder zijn. De ene tool is de andere niet.
Er zijn verschillen in functionaliteit en presentatie,
die van invloed zijn op het besparingseffect.
Bovendien is de ene gebruiker meer gemotiveerd
dan de andere. En heeft de ene gebruiker meer
mogelijkheden tot verandering (denk aan
investeringen in energiebesparende maatregelen)
dan de ander.

Kenmerken
energieverbruiksmanagers
Op basis van ervaringen en onderzoeken lijken onderstaande kenmerken van belang voor het kiezen
van een energieverbruiksmanagers.
Elektra én gas
Als een tool naast het elektriciteitsverbruik ook
gegevens biedt over het gasverbruik, levert dat
meer handelingsperspectieven voor besparing op.
Ongeveer twee derde van het energieverbruik in
huis is gas, een derde is elektra.
Energieverbruik én kosten in euro
Consumenten kunnen zich meer voorstellen
bij euro’s dan bij kilowattuur (de maat voor
elektriciteitsverbruik)en kubieke meter gas. Tools
die de gebruiker in staat stellen zelf te kiezen
tussen een weergave in euro’s en een weergave in
kilowattuur en kubieke meter gas, zijn het meest
effectief.
Totaal verbruik én afzonderlijk verbruik
Als een tool naast het totale verbruik van gas
18

ensoc magazine najaar 2013

en elektriciteit ook informatie geeft over het
gasverbruik van verwarming en warm water
afzonderlijk en van het elektriciteitsverbruik van
afzonderlijke apparaten, is er meer inzicht in wat
bijdraagt aan een hoog energieverbruik. Dat biedt
meer handvatten voor besparing.
Vergelijkingen
Door het verbruik van een huishouden te
vergelijken met anderen in dezelfde situatie, of
met een vergelijkbare periode, of met gestelde
doelen krijgt de informatie meer betekenis. Uit
verschillende sociaalpsychologische onderzoeken
blijkt dat vergelijking met anderen (sociale
vergelijking) een sterke motivatie kan opleveren.
Sociale vergelijking lijkt zeker voor de startfase
een essentieel kenmerk, waarmee een gebruiker in
geval van ‘meer verbruik dan anderen’ geprikkeld
wordt om aan de slag te gaan. In geval van inzicht
in afzonderlijk verbruik vergroot het presenteren
van referentiegegevens het inzicht. Bijvoorbeeld
gegevens over het energieverbruik van jouw
koelkast afzetten tegen die van een vergelijkbare,
meest zuinige koelkast.
Handelingsperspectief bieden
Tips en adviezen (op maat) zijn belangrijk voor
het bieden van een handelingsperspectief voor
besparen.
Voldoende opvallend
Opvallende tools krijgen meer aandacht van de
gebruiker. Displays in de woonkamer hebben
daarbij een voordeel boven een persoonlijke
webpagina.
Leuk
In algemene zin geldt: applicaties die leuk zijn
om te doen, een soort spelelement of uitdaging
of competitie bevatten, en de nieuwsgierigheid
prikkelen, trekken meer de aandacht.

Overzicht
energieverbruiksmanagers
Milieu Centraal presenteert op www.energieverbruiksmanagers.nl een beschrijving van alle
beschikbare producten en diensten.

Energieakkoord: winst
voor milieu?
Voor de zomervakantie werd een
energieakkoord op hoofdlijnen
gepresenteerd. De belangrijkste vraag
die na het bestuderen van het akkoord
overblijft: is de milieubeweging terecht
blij met dit akkoord?
Tekst: Henri Bontenbal

W

ie door een pessimistische bril
naar het energieakkoord kijkt,
ziet dat het weinig nieuws
biedt. Zo is energiebesparing
terecht een belangrijke pijler in
het akkoord. Het maatregelenpakket moet een
energiebesparing van 100 PJ in 2020 opleveren en
tenminste 1,5% energiebesparing per jaar, maar
was 100 PJ niet ook al de doelstelling van het
programma Meer met Minder, overeengekomen
in 2008? En is 1,5% energiebesparing per jaar niet
allang verplicht volgens de Europese richtlijn voor
energiebesparing?

Oud nieuws
De maatregel voor energiebesparing is illustratief
voor andere maatregelen uit het energieakkoord.
De 6.000 MW aan windenergie op land is staand
beleid. De korting op de energiebelasting voor
energiecoöperaties die zonnestroom aan hun
leden leveren, stond al in het regeerakkoord.
Het kabinet gaat z’n best doen in Brussel voor
een verbeterde emissiehandel, zo staat in het
akkoord, maar deed dat op verzoek van de
Tweede Kamer allang. Ook worden de vijf oudste
kolencentrales gesloten, maar met een Europees
emissiehandelssysteem zet dat niet veel zoden
aan de dijk, want het plafond voor de emissie van
broeikasgassen in de EU verandert daardoor niet.

Investeren
Staan er dan niets positiefs in het energieakkoord?
Natuurlijk wel. We gaan fors investeren in

se ur
ta nd ig ad vi
ba l is ze lfs
nb al .
He nr i Bo nt en
.b ur ob on te
ba l (w w w
ew er ke r
Bu ro Bo nt en
bi j
le id sm ed
vo or he en be
ac tie
nl ) en w as
bi j de CD A- fr
ur za am he id
er gi e en du
en
de Ka m er
in de Tw ee

windenergie op zee en beperken het bijstoken
van biomassa in kolencentrales. Er komt een
expertisecentrum voor de ondersteuning bij de
meest effectieve energiebesparingsmaatregelen,
de Wet Milieubeheer gaat intensiever
gehandhaafd worden en er komt een soort APK
voor energie-efficiency bij bedrijven. Tevens
komt er een innovatieprogramma voor cleantechdemonstratieprojecten. Maar is dit voldoende
voor de natuur- en milieuorganisaties? Hebben zij
voldoende ‘binnengehaald’?

In de verdediging
Milieuorganisaties krijgen het moeilijk, zo verwacht ik. Zij moeten immers verdedigen dat de
doelstelling voor het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix van 2020 wordt bijgesteld
van 16% naar 14%. Zij krijgen daar de sluiting van
vijf oude kolencentrales, meer windenergie op zee
en een beperkte inzet van biomassa in kolencentrales voor terug, maar waren deze maatregelen
niet ook zonder het energieakkoord genomen
door de Tweede Kamer? Tegelijkertijd zullen zij
alle andere maatregelen uit het energieakkoord
moeten verdedigen.

Lastige opgave
Het energieakkoord bevat te weinig harde
afspraken en mist creativiteit. De
milieuorganisaties hadden het akkoord met
opgeheven hoofd kunnen verdedigen als daarin
was afgesproken dat er een klimaatwet kwam,
waarin harde doelstellingen voor CO2-reductie
worden vastgelegd; of een energieakkoord waarin
er een koppeling werd gemaakt tussen
energiebelasting van grootverbruikers en de
daadwerkelijk gerealiseerde energiebesparing; of
waarin er sprake was van vergaande fiscale
vergroening; of waarin tal van creatieve en
vernieuwende beleidsmaatregelen stonden die in
de praktijk voor een omslag zouden zorgen. Nu
staan zij echter voor een lastige opgave.
www.ensoc.nl

19
energiebau sol ar power benelux op de vakbeurs energie 2013
Roel Cals

(geboren 18 september 1965
te Beek) studeerde chemische technologie en kunststoftechnologie. Cals begon
zijn loopbaan als kunststoftechnoloog bij
DSM. Van 1994 tot 1998 was hij directeur
voor Dyka Kunststofleidingsystemen in
Tsjechië om daar twee verkoopkantoren
te openen. Daarna bekleedde hij diverse
managementfuncties bij isolatieproducent
Rockwool, waar hij twaalf jaar werkte,
waarvan twee voor Rockfon UK in Londen. Sinds 2011 is hij algemeen directeur
van Energiebau Solar Power Benelux,
een dochter van het van origine Duitse
Energiebau dat zich de laatste jaren heeft
toegelegd op de verkoop en distributie
van zonne-energie systemen. Daarnaast
voert hij de regie over de verkoop in
Duitsland en Oostenrijk als sales director
Central Europe. Naast zijn werk zit Cals ook
in het bestuur van brancheorganisatie
PV Vlaanderen.

‘ onnez
panelen
blijven
goedkoop’
De prijs voor zonnepanelen kan laag
blijven doordat de productie grootschaliger
en efficiënter zal plaatsvinden na de
consolidatie onder producenten. Dat zegt
directeur Roel Cals van PV-groothandel
Energiebau, die dit jaar weer aanwezig is
op de vakbeurs Energie. ‘Het zelf opwekken
van stroom blijft financieel aantrekkelijk,’
zegt Cals.
Tekst: Norbert Cuiper
20

ensoc magazine najaar 2013

‘Zonnepanelen en monitoring
goede partners’
Zonne-energie en het monitoren van
stroomverbruik en opbrengst uit de zonnepanelen passen goed bij elkaar. Dat geldt
vooral voor grotere PV-installaties, zegt
directeur Roel Cals van Energiebau Solar
Power Benelux. ‘Bij grotere installaties is
monitoring onontbeerlijk. Hoe groter de installatie des te aantrekkelijker het wordt om
verbruik en productie continue te volgen,’
zegt Cals. Hij kent diverse praktijkvoorbeelden, zoals een groot PV-systeem met 365
zonnepanelen van Eneco op het DSMterrein in Sittard-Geleen. De PV-installatie
is gekoppeld aan een meetsysteem. Van
projecten in Duitsland weet Cals dat meten
belangrijk is om fouten in het PV-systeem
te signaleren. ‘Defecten moeten we zien te
voorkomen, want die halen het rendement
omlaag.’ Volgens Cals is de juiste manier om
de stroomproductie te meten ten opzichte
van de zonintensiteit, waardoor afwijkingen
goed zijn te verifiëren.

D

e markt voor zonnepanelen zit dit jaar flink
in de lift. Dat is te merken aan de groei van
de geïnstalleerde capaciteit in Nederland.
In 2012 is naar schatting circa 175 megawatt PV
geïnstalleerd, verwachting is dat er dit jaar ongeveer 250 MW zal worden geïnstalleerd. ‘De markt
is vorig jaar aangeslagen en groeit nu heel snel,’
zegt Roel Cals aan het begin van een telefonisch
interview. De directeur van PV-leverancier Energiebau Solar Power Benelux heeft al bijna drie jaar de
leiding over de organisatie in Nederland, België en
Luxemburg. Hij is zeer te spreken over de positieve
ontwikkeling in Nederland. ‘De groeiende omzet
in Nederland compenseert de dalende verkoop
in Vlaanderen, waar de subsidies zijn teruggeschroefd waardoor de Belgische markt is ingezakt,’
vertelt Cals.

Ping-pong
Vooruitkijken naar de toekomst is een stuk lastiger, geeft Cals toe. Zo is nog onduidelijk of de
Europese importheffing op Chinese zonnepanelen
een blijvend effect zal hebben. Dat geldt ook voor
het terugschroeven van subsidies, zoals onlangs
in Spanje is gebeurd. Toch kan Cals wel iets zeggen over de invloed van deze maatregelen op
het aankoopgedrag van particulieren. ‘Het effect
van subsidies op zonnepanelen is vooral psychologisch. Mensen wachten met de aankoop van
zonnepanelen als ze geen subsidie meer kunnen
krijgen. Ze denken dan dat ze iets missen en dat
men beter kan wachten totdat er weer een subsidie potje beschikbaar is. Een stabiel en langdurig
beleid vanuit Den Haag zou gunstiger zijn voor de
zonne-energiemarkt, of er nu veel of geen subsidie gegeven zou worden. Dat voorkomt namelijk
dergelijke ping-pong effecten.’

Importheffing
EU Prosun diende vorig jaar een klacht in bij de
Europese Commissie over Chinese producenten
die goedkope panelen op de Europese markt
dumpten. De klacht werd gehonoreerd, waarop
een importheffing op Chinese panelen werd ingevoerd. Verder overleg resulteerde in een minimum
exportprijs voor Chinese panelen als compromis.
Cals: ‘Die minimumprijs ligt op 56 eurocent per
Wattpiek, al komen daar nog kosten bij voor
transport, handeling, ingangscontroles, rente en

douane. Verder geldt per producent een maximaal exportvolume, verdeeld over circa honderd
producenten. Dit resulteert waarschijnlijk in een
snellere consolidatie onder de Chinese panelenproducenten. Dat is positief voor de branche en de
gemiddelde kwaliteit van zonnepanelen. De kleine
kwalitatief laagwaardige Chnese producenten zullen dan afvallen.’

Onbekend
Europa kan volgend jaar maximaal 7 gigawatt aan
zonnepanelen uit China importeren onder deze regeling. Bij Energiebau gaat dat gepaard met zorgvuldige ingangscontroles, vertelt Cals. ‘Er bestaan
nog steeds verschillen in kwaliteit tussen diverse
zonnepanelen en verschillende productielocaties,
maar die zijn niet meer zo groot als voorheen.’
De dreiging van de Europese importheffing zorgt
ervoor dat Chinese producenten hun fabricage
verplaatsen naar andere landen, zoals Maleisië,
Korea, India of Taiwan. Ook zijn in deze landen
nieuwe spelers ontstaan. Dat merkt Cals aan de
‘meest rare aanbiedingen met lagere prijzen’. ‘NietChinese producenten zie je nu ook stunten met
lage prijzen. Dat zijn tal van onbekende merken. Of
daartussen een betrouwbare partner zit? Die hebben we tot nu toe nog niet echt gevonden. Dat is
niet eenvoudig gezien de garanties van oorsprong
en de kwaliteit die wij eisen.’

Consolidatie
Zonnestroom is sinds vorig jaar goedkoper dan
elektriciteit uit het net. Blijft dat zo? Cals: ‘Ja. De
systeemprijzen stabiliseren zich, hoewel het gaat
om een kunstmatig lage prijs vanwege de 50 tot 70
gigawatt wereldwijde overcapaciteit. Op lange
termijn worden de prijzen niet hoger omdat
producenten zonnepanelen op grotere schaal en
effectiever kunnen gaan produceren.’ Ook ziet Cals
dat sommige Chinese producenten geen verlies
meer draaien en over het tweede kwartaal
positieve cijfers laten zien. ‘Er zijn circa 600 tot 700
Chinese producenten, maar daarvan zullen er vele
verdwijnen of worden overgenomen. Na deze
consolidatie blijven er tientallen grotere producenten over. Die kunnen hun activiteiten grootschaliger en efficiënter opzetten. Dan is de huidige lage
prijs haalbaar, en wordt het opwekken van eigen
stroom financieel nog aantrekkelijker.’
www.ensoc.nl

21
v e

r

s

l

a g

TNO:
Nederland
moet
schaliegas
niet bij
voorbaat
uitsluiten
Tekst: Norbert Cuiper

Schaliegas:
kans of
bedreiging?
Proefboring bij het Britse
Blackpool. Cuadrilla wil
ook in Nederland boren
naar schaliegas

(foto Fibronot.nl)

22

ensoc magazine najaar 2013

Schaliegas heeft
een belangrijke
impact op de
energiemarkt.
Vormt het een
bedreiging of biedt
het juist kansen?
Risico’s voor
mens en milieu
zijn beheersbaar
en economisch
is winning
interessant. Dat
zijn redenen om
proefboringen toe
te staan, meldt
TNO.

c

o

n

g

r

e

s

s

c

h

a

l

i

e

g

a

s

‘De aanwezigheid van schaliegas is niet nieuw, maar wel de economische
winning ervan,’ zegt directeur gastechnologie René Peters van TNO aan
het begin van een conferentie van Ensoc bij FB in Hilversum. Schaliegas
is de laatste tijd volop in het nieuws, vanwege weerstand tegen plannen
om in Nederland te boren naar schaliegas. ‘Vijf jaar geleden wist het grote
publiek weinig van schaliegas, nu wekt het onderwerp veel discussie op,’
vertelt Peters. Een recente opiniepeiling rondom de verhouding tegenstanders en voorstanders bleek rond de 50 tegen 50. Peters ziet dat de
publieke opinie over de winning van schaliegas negatief wordt beïnvloed
vanwege 'slordig boren en fracken' in de VS, zoals in de documentaire Gasland te zien is, waarbij gas uit de waterkraan stroomt. Dit extreme incident
uit de VS halen tegenstanders veelvuldig aan als het gaat om de risico’s
voor mens en milieu.

Fracken
De winning van schaliegas kan net zoals bij aardgas op verschillende manieren gebeuren, vertelt Peters. Verticaal boren is de makkelijkste manier
om een voorraad gas te bereiken, maar soms is het nodig om horizontaal te
boren. Daarnaast is het nodig om een mengsel van water, zand en chemicaliën onder hoge druk in de boorput te spuiten teneinde het schaliegesteente te breken. ‘Deze techniek noemen we fracken,’ zegt Peters. Hij
vertelt dat in Nederland al honderden putten zijn gefrackt bij conventionele
gasvelden, vaak in verticale putten. Bij het horizontaal boren gebeurde
dat tot nu toe slechts 10 tot 20 maal. Het fracken, dat is uitgevonden door
George Mitchell in de VS, vormt een doorbraak bij de winning van gas. Inmiddels passen diverse bedrijven deze techniek toe om aardgas te winnen.
Fracken is daarmee een bewezen techniek.

Reserves
Opmerkelijk is dat soms ook veel schaliegas voorkomt in landen die weinig
olie en aardgas bezitten. Dat blijkt uit een recent rapport van het Amerikaanse ministerie van Energie. Peters: ‘China kan met schaliegas zelfvoorzienend worden. Dat geldt mogelijk ook voor Polen, dat nu nog volledig
afhankelijk is van Rusland voor de import van aardgas,’ zegt Peters. Voor
Nederland gaat die vlieger niet op, al bezit ons land wel degelijk aanzienlijke voorraden aan schaliegas. Die zijn nog altijd een stuk kleiner dan het
gasveld in Groningen. Dankzij dit gasveld was Nederland lange tijd minder
afhankelijk van import uit het buitenland, maar de bodem van het gasveld
is in zicht. Schaliegas kan de import van aardgas uit het buitenland enkele
jaren uitstellen. Dat zou vooral een uitkomst zijn voor Engeland, zegt
Peters.

Import
‘De Britten zijn sterk afhankelijk van import. De winning van schaliegas kan
deze importafhankelijkheid sterk verminderen,’ zegt Peters. Het Britse gasbedrijf Cuadrilla heeft in Engeland toestemming om te boren naar schaliegas. Het bedrijf toont ook belangstelling om in Nederland naar schaliegas
te boren. Daarbij heeft ze vooral de provincie Brabant op het oog. ‘Brabant
bevat zowel gesteentes uit de Carboon als uit de Jura.
www.ensoc.nl

23
v e
Die kunnen beiden schaliegas bevatten,’ zegt Peters. Nadelig is dat
Brabant een dichtbevolkt gebied is waardoor omwonenden last kunnen
hebben van geluid en trillingen als gevolg van de boringen. Voor bewoners in Brabant is dat reden om tegen schaliegas te zijn.
Tegenstanders van de winning van schaliegas vrezen ook aantasting
van het milieu. Zo kunnen chemicaliën in de ondergrond terecht komen
en kunnen zware metalen of radioactieve materialen meekomen met
het gas, waardoor ze mogelijk in het grondwater zouden komen. ‘In
Nederland komen in de ondergrond veel natuurlijke breuken voor. Het
is zaak om dan bij het fracken uit de buurt te blijven van die breuken,’
zegt Peters. Gelukkig heeft Nederland veel kennis van de ondergrond:
voor de winning van aardgas zijn al 5000 putten geboord. Om te voorkomen dat er lekken van chemicaliën naar grondwater kunnen ontstaan
door een slechte afdichting bestaat een oplossing, vertelt Peters. ‘Dat
is een kwestie van het verbuizen van de boor en een goede afdichting
met cement. Deze techniek wordt ook in conventionele gaswinning
toegepast en heeft in Nederland nog niet tot lekkage geleid.’

Water
Peters stelt tegenstanders van schaliegas gerust door te wijzen op het
verleden. ‘Nederland heeft vijftig jaar praktijkervaring met de winning
van aardgas. Er is volgens Nogepa nog geen enkele lekkage geconstateerd. Waterbedrijven controleren het grondwater goed voordat ze het
oppompen. Hieruit blijkt dat in Nederland nog geen vervuiling van het
water door de winning van olie of aardgas is opgetreden. Water bevat
in Nederland altijd een spoortje aardgas, maar het wordt pas spannend als chemicaliën in het water terecht komen. We moeten het water
dus controleren voordat we het gebruiken voor drinkwater, maar dat
gebeurt ook permanent.’ Nederland moet schaliegas niet bij voorbaat
uitsluiten op basis van negatieve verwachtingen, zegt Peters. ‘We
moeten technieken verder ontwikkelen om de winning van schaliegas
te verbeteren.’

Brabant
Zowel provincie Brabant als Cuadrilla zijn vertegenwoordigd in het
publiek. Van Cuadrilla is technisch directeur Henk Duyverman aanwezig, maar die stelt geen vragen tijdens de conferentie. Beleidsmedewerker duurzaamheid Kristie van Damme-Swolfs van de regio West-Brabant volgt de discussie over de winning van schaliegas op de voet. Ze
vraagt of schaliegas wel past in de overgang naar een duurzame
energievoorziening. ‘De gemeenten in West-Brabant dragen duurzaamheid hoog in het vaandel. De winning van schaliegas kan economisch
rendabel zijn, maar dat betekent nog niet dat het past in een duurzame
energievoorziening.’ Tom Schurmans van Cargill acht de kans klein dat
Nederland schaliegas gaat winnen, in verband met de vermeende
risico’s. Bovendien zijn er hogere energieprijzen nodig om schaliegas
rendabel te laten zijn, aldus Schurmans.

24

ensoc magazine najaar 2013

..........................
..........................
..........................
‘ eze techD
niek wordt
ook in conventionele
gaswinning
toegepast 	
en heeft in 	
Nederland
nog niet tot
lekkage 	
geleid.’
..........................
..........................
..........................
‘ e moeten
W
het water
dus controleren 	
voordat we
het gebruiken voor 	
drinkwater,
maar dat
gebeurt ook
permanent.’
..........................
..........................
..........................
‘ e winning
D
van schaliegas kan
economisch
rendabel
zijn, maar dat
betekent nog
niet dat het
past in een
duurzame
energievoorziening.’
..........................
..........................
..........................

r

s

l

a g

'Schaliegas
steunt duurzame
energie'
De winning van schaliegas kan
de ontwikkeling van duurzame
energie ondersteunen. Dat
meldde energieadviseur Marten
Turksema tijdens het congres
bij FB in Hilversum. Volgens
Turksema zal schaliegas
bijdragen aan een groter aanbod
van aardgas, waardoor de
gasprijs zal dalen. ‘Dit heeft
een gunstige uitwerking op het
rendement van gascentrales,
die geschikt zijn om flexibel
elektriciteit te produceren.
Dit hebben we nodig om te
anticiperen op een groeiend
en variabel aanbod aan
wind- en zonne-energie,’ zegt
Turksema. Hij denkt dat de
gasprijs kan stijgen als de vraag

c

o

n

g

r

e

s

s

naar aardgas groeit door de
bouw van meer gascentrales.
Turksema verwacht dat aardgas
kolen gaat verdringen omdat
gascentrales flexibeler kunnen
opereren dan kolencentrales.
Zijn visie is opmerkelijk, omdat
schaliegas en duurzame energie
over het algemeen als twee
tegengestelde bronnen worden
gezien. Volgens Turksema zijn de
bronnen eerder aanvullend en
kunnen ze elkaar versterken.

Lagere gasprijs
door schaliegas
De winning van schaliegas kan
de gasprijs in Nederland en
Europa in 2035 verlagen tot zes
procent. Dat blijkt uit een studie
van consultant A.T. Kearney,
meldt expert olie  gas
Cyril Widdershoven. Hij

c

h

a

l

i

e

g

a

s

noemt het effect van schaliegas
op de gasprijs 'niet structureel.' Volgens A.T. Kearney zal
het aandeel van schaliegas 7,9
procent per jaar moeten stijgen
tot 45% in 2035. Widdershoven
verwacht niet dat Nederland
een leidende rol zal spelen bij
de winning van schaliegas. Hij
verwacht dat Nederland meer
aardgas zal importeren dan zich
zal richten op het zelf winnen van
schaliegas. De import zal vooral
komen uit landen als Rusland.
Import van vloeibaar aardgas
(LNG) is kostbaar omdat LNG te
duur is om te maken. ‘Het was
slim om te investeren in LNG
totdat de olieprijs ging stijgen
terwijl de gasprijs daalde. Nu is
er geen hond meer om LNG naar
de VS te exporteren’, aldus
Widdershoven.

In de documentaire
Gasland stroomt gas
uit de waterkraan
(foto Wanttoknow.nl)

www.ensoc.nl

25
Argumentenkaart schaliegaswinning
Schaliegaswinning draagt bij aan de energievoorziening van Nederland
Schaliegas kan de dalende Nederlandse gasvoorraad en gasproductie (deels) compenseren.
Schaliegas kan de benodigde energie leveren tijdens de transitie naar duurzame energie.
Schaliegas kan pieken in de energievraag opvangen als levering van duurzame energie tekortschiet.
Schaliegaswinning levert kennis die gebruikt kan worden voor andere energiewinning, zoals voor geothermie.

Schaliegas is relatief milieuvriendelijk
Verbranding van schaliegas levert per eenheid energie minder broeikasgas dan van steenkool en olie.
Het directe alternatief, geïmporteerd (vloeibaar) aardgas, kan elders tot zwaardere milieuproblemen leiden.
Nederland kan opgedane kennis inzetten voor milieuvriendelijke schaliegaswinning in het buitenland.

Schaliegaswinning draagt bij aan veiligheid

Energie

Milieu

Wat is schaliegas?

Energie

Financiering van schaliegaswinning verdringt financiering van duurzame energie.
Schaliegaswinning stelt de noodzaak uit om over te schakelen op duurzame energie.
Schaliegaswinning vergroot de gasafhankelijkheid en versterkt hiermee de lobbykracht van de gasindustrie.

Schaliegas is aardgas dat
“opgesloten” zit in kleisteenlagen
(schalies) in de ondergrond.
Deze lagen bevinden zich in
Nederland meestal op meer
dan twee kilometer diepte.
Er zijn proefboringen nodig om te
bekijken hoeveel gas er aanwezig
is en of dit economisch rendabel
gewonnen kan worden.

Schaliegaswinning schaadt het milieu

Milieu

Veiligheid

Schaliegaswinning maakt gebruik van bewezen technologie waardoor veiligheidsrisico’s beperkt zijn.
Schaliegaswinning kan leiden tot extra investeringen in het onderhoud van de gasinfrastructuur.

Wat zijn
voor Nederland de
argumenten voor en
tegen de winning van
schaliegas?

Schaliegaswinning bemoeilijkt de overgang naar duurzame energie

Schaliegaswinning kan leiden tot grondwaterverontreiniging wat onder meer de drinkwaterkwaliteit schaadt.
Schaliegaswinning behoeft veel water waardoor de grondwaterstand kan dalen.
Schaliegaswinning noodzaakt tot veel transport, zoals van materialen en water, hetgeen het milieu belast.
Boorputten die na winning achterblijven kunnen op termijn gaan lekken en zo het grondwater verontreinigen.

Schaliegaswinning beperkt de ruimte en ontsiert het landschap
Schaliegaswinning beperkt de ondergrondse ruimte voor andere toepassingen, zoals voor geothermie.
Schaliegaswinning behoeft boorputten die het landschap ontsieren.

Schaliegaswinning is gevaarlijk voor werknemers en omwonenden

Veiligheid

Schaliegaswinning brengt het risico van kleine aardschokken en bodemdaling met zich mee.
Schadelijke stoffen in de schalielaag kunnen naar de oppervlakte komen wat gezondheidsrisico’s oplevert.
Over de effecten van schaliegaswinning en effectieve maatregelen bij ongelukken is weinig kennis.
Schaliegaswinning kan leiden tot ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van brandgevaarlijke gaslekken.

Schaliegaswinning levert Nederland geld op
Het Rijk verdient als aandeelhouder aan de verkoop van schaliegas.
Gasproducenten betalen het Rijk belasting over het gewonnen schaliegas.
Het Nederlandse gastransportnetwerk wordt langer benut dus investeringen hierin renderen beter.
Nederland kan de kennis en ervaring rond schaliegaswinning exporteren.
Schaliegas geeft Nederland meer mogelijkheden om te handelen in gas (voorraad, in- en verkoop).

Voor

Schaliegaswinning kost veel geld en het is onduidelijk hoeveel het oplevert

Economie

Schaliegaswinning vergroot de lokale economische bedrijvigheid
Schaliegaswinning biedt ondernemingskansen voor lokale bedrijven.
Schaliegaswinning leidt tot regionale werkgelegenheid.

Schaliegaswinning versterkt de positie van de Nederland
Schaliegas verkleint de politieke afhankelijkheid van Nederland van internationale energieleveranciers.
Schaliegaswinning verkleint de kans dat Nederland betrokken raakt bij internationale conflicten rondom gas.

Tegen

Politiek

Economie
Deze kaart geeft een overzicht
van de argumenten voor en
tegen winning van schaliegas
in Nederland. De argumenten
voor en tegen proefboringen,
anders dan als eerste stap in
het winnings-proces, zijn buiten
beschouwing gehouden.
De kaart is tot stand gekomen
op basis van literatuuronder
zoek en twee denksessies met
deskundigen vanuit verschillende
achtergronden. Met dank aan alle
deelnemers voor hun denkwerk.

Proefboringen kosten de belastingbetaler geld omdat de Nederlandse staat hierin investeert.
Het verontreinigde afvalwater kan alleen tegen zeer hoge kosten volledig gezuiverd worden.
De complexiteit van de Nederlandse ondergrond vraagt om veel proefboringen wat veel geld kost.
Het is onduidelijk hoeveel rendabel winbaar schaliegas er in Nederland beschikbaar is.

Schaliegaswinning vereist aanpassing van bestaande wet- en regelgeving
Proefboringen hebben mogelijk milieu-effecten, de Mijnbouwwet vereist geen inventarisatie hiervan.
Het wettelijke toezicht is onvoldoende toegespitst op de specifieke techniek van schaliegaswinning.

Politiek
Schaliegaswinning stuit op weerstand bij het publiek
Materiaaltransport en boringen leiden tot hinder voor omwonenden.
Omwonenden vrezen dat huizenprijzen in de omgeving van de boorputten dalen.
Informatie over schaliegaswinning loopt erg uiteen, burgers weten niet wat ze kunnen geloven.
Schaliegaswinning is een stap terug: grotere afhankelijkheid van gas in plaats van duurzame energie.
Gasproducenten zijn weinig transparant wat wantrouwen opwekt bij het brede publiek.

Schaliegaswinning brengt rust in het kernenergiedebat
Schaliegaswinning maakt (de bouw van) nieuwe kerncentrales in Nederland voorlopig onnodig.

in opdracht van:

gemaakt door:

© 2011
26

ensoc magazine najaar 2013

www.ensoc.nl

27
n e d e r l a n d h o e f t g e e n a pa r t e w e t t e m a k e n vo o r w i n n i n g va n s c h a l i e g a s

Recht
klaar voor
schaliegas
Het wettelijk kader in
Nederland biedt voldoende
handvatten om potentiële
risico’s van opsporing en
winning van schaliegas bij
de besluitvorming mee te
nemen en af te wegen.
Het recht is in die zin
klaar voor de juridische
afweging rond de
winning van schaliegas.
Dit betekent echter niet
dat schaliegaswinning
ook daadwerkelijk wordt
toegestaan in Nederland.

Tekst: Robin Aerts en Iman Brinkman,
advocaten bij Pels Rijcken  Droogleever Fortuijn N.V.
28

ensoc magazine najaar 2013

Met het slinken van de conventionele gasvoorraden is de belangstelling voor schaliegas de laatste
tijd toegenomen. Schaliegas is aardgas, net als
conventioneel gas, maar het zit opgesloten in een
andere, compacte aardlaag (leisteenlaag), veelal
dichter bij het aardoppervlak. Om het schaliegas
uit die aardlaag te winnen wordt ‘fracking’ toegepast. Dat is een techniek waarmee, kortweg, de
aardlaag waarin het gas besloten zit door middel
van water, zand en chemicaliën wordt opengebroken en opengehouden, zodat het gas vrijkomt en
gewonnen kan worden. Optimistische scenario’s
veronderstellen dat er wereldwijd grote schaliegasreserves zijn. De schattingen voor de Nederlandse schaliegasvoorraad lopen uiteen van 200
tot 500 miljard m3. Daarmee kan de energievoorziening voor vele tientallen jaren veiliggesteld
worden.

Onderzoek
Op dit moment wordt er nog geen schaliegas
gewonnen in Nederland. Niet in de laatste plaats
omdat er op maatschappelijk vlak nog de nodige
reserves bestaan bij schaliegaswinning. De vrees
bestaat dat schaliegaswinning risicovol is en een
gevaar vormt voor de veiligheid en het milieu.
Zo heeft waterbedrijf Vitens zich bezorgd
getoond over het risico van vervuiling van
de ondergrondse watervoorraden, doordat
bij het ‘fracken’ (kraken) van het schaliegesteente het grondwater vervuild zou
kunnen raken. Verder bestaat er angst
voor aardbevingen en bodemdaling.
Minister Kamp van Economische Zaken gaf
opdracht tot een onderzoek naar de mogelijke
risico’s en gevolgen van de opsporing en winning
van schaliegas voor met name de veiligheid voor
natuur, mens en milieu. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Aanvullend onderzoek naar mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schalie- en
steenkoolgas in Nederland’. Het rapport concludeert dat de mogelijke gevolgen en risico’s van het
opsporen en winnen van schaliegas voor natuur,
mens en milieu beheersbaar zijn. Hiermee is
een belangrijke stap gezet richting het eventueel
winnen van schaliegas in Nederland. Reden genoeg om in deze bijdrage kort stil te staan bij het
juridisch kader rond schaliegaswinning.

Vergunningen
betekent dat voor de opsporing en winning van
schaliegas een opsporings- respectievelijk winningsvergunning van de minister van Economische
Zaken vereist is. Een opsporingsvergunning is een
marktordeningsvergunning die een onderneming
het alleenrecht geeft om binnen een bepaald gebied
en binnen een bepaalde periode (doorgaans drie
jaar) tot opsporing over te gaan c.q. één of meer
proefboringen uit te voeren. Een winningsvergunning verleent het alleenrecht om in een bepaald
gebied te winnen.
De Mijnbouwwet kent een begrensd aantal gronden
om een aangevraagde opsporings- of winningsvergunning te weigeren. Dit betekent echter niet dat de
afwegingsruimte om een aangevraagde vergunning
al dan niet te verlenen beperkt is. Integendeel, zo
kan de minister een aanvraag om een vergunning
afwijzen op grond van de wijze waarop de aanvrager van plan is de te vergunnen activiteiten te
verrichten. Hoewel de parlementaire geschiedenis
er veeleer op lijkt te duiden dat deze weigeringsgrond een efficiënte en doelmatige winning beoogt
te bereiken, lijkt bijvoorbeeld niet uitgesloten te
zijn dat deze weigeringsgrond ruimte laat voor het
meewegen van het aantal boorputten voor schaliegaswinning.

Winningsplan
Zou de minister een vergunning verlenen voor
schaliegaswinning, dan dient de vergunninghouder
voorafgaand aan daadwerkelijke winning nog een
winningsplan op te stellen. Hierin worden onder
meer de wijze en duur van winning beschreven en

de maatregelen die getroffen worden ter voorkoming van schade door bodembeweging. Het
winningsplan moet goedgekeurd worden door de
minister. Daarbij wordt advies ingewonnen van de
technische commissie bodembeweging en – desgewenst – van de Mijnraad.
De eisen waaraan de (proef)boringen zelf moeten
voldoen, zijn opgenomen in de Mijnbouwwet en
de Wabo. In de Mijnbouwwet zijn met name de
artikelen van belang die zien op de bescherming
van veiligheid en milieu, een planmatig beheer
van voorkomens van delfstoffen en het beperken
van schade ten gevolge van bodembeweging. In de
Wabo zijn daarnaast artikelen opgenomen die bepalen dat het bevoegd gezag onder meer de bestaande
toestand van het milieu en de gevolgen van het
mijnbouwwerken voor het milieu dient te betrekken bij de beslissing op de aanvraag voor een omgevingsvergunning ten behoeve van het oprichten en
in werking hebben van het mijnbouwwerken.

Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt volgens ons dat het
geldend wettelijk kader voldoende handvatten biedt
om potentiële risico’s van opsporing en winning van
schaliegas bij de besluitvorming mee te nemen en af
te wegen. Het recht is in zoverre klaar voor (de
juridische afweging rond) de winning van schaliegas.
Dit betekent echter niet dat schaliegaswinning ook
daadwerkelijk wordt toegestaan in Nederland. Dit is
in belangrijke mate een beleidsmatige keuze. Een
eventueel kabinetsbesluit over het toestaan van
(proef)boringen moet nog worden genomen en wordt
op z’n vroegst verwacht medio 2014.

Slim met

energie
in gebouwen

Uitnodiging
voor het beurscongres
tijdens Energie2013
op 25 september
van 10.30 tot 13.00 uur
inclusief entree en lunch

www.ensoc.nl

29
energieverbruik

van

bedrijven

in

k aart

brengen

	 ‘monitoring
belangrijk om te
besparen’
Het bijhouden van het energieverbruik is van zeer groot belang voor bedrijven om
kosten te besparen. Dat zegt ondernemer Joost Schalekamp van EnergieMeetbedrijf
2020. ‘De investering in energiemonitoring is snel terug verdiend.’
Tekst: Norbert Cuiper

‘H

et is een nieuwe wereld, maar ik leer
snel,’ zegt Joost Schalekamp aan het
begin van het gesprek met Ensoc
Magazine. Bij discussies over duurzame energie
is het hem opgevallen dat gesprekken vaak
terugkomen op het energieverbruik, dat wisselt in
de tijd. Schalekamp: ‘Om het energieverbruik te
weten, moet je beschikken over meetgegevens,
maar die zijn niet altijd even goed beschikbaar.
Meetbedrijven beschikken over deze gegevens.’
Meetbedrijven meten en verzamelen het stroomen gasverbruik voor grootverbruikers. Elke
grootverbruiker is wettelijk verplicht om het
energieverbruik te laten meten door een door ACM
en TenneT erkend meetbedrijf. Dat kunnen aan
energiebedrijven gelieerde meetbedrijven zijn,
maar kunnen ook onafhankelijke meetbedrijven
zijn dankzij de liberalisering van de energiemarkt.
Schalekamp heeft vorig jaar het onafhankelijke
EnergieMeetbedrijf 2020 (EMB2020)
overgenomen. Het bedrijf bestond onder een
andere naam als onderdeel van Dyzle Metering.
Inmiddels is de opstartfase achter de rug en
beschikt het bedrijf sinds vorig jaar over de
benodigde ISO-certificaten. ‘We zijn nu vol bezig
met het binnenhalen van onze klanten. Dat lukt

30

ensoc magazine najaar 2013

goed,’ vertelt Schalekamp. Circa 200 klanten
heeft hij meegenomen van Dyzle, maar hij is
ook op zoek naar nieuwe klanten. Die moet hij
regelmatig uitleggen wat het verschil is tussen
een energiemeetbedrijf en een energieleverancier.
‘Ons meetbedrijf is onafhankelijk van de
leverancier. Als grootverbruiker kan je zelf kiezen
voor een eigen erkend meetbedrijf. Het is dus
mogelijk om over te stappen naar een ander
meetbedrijf.’
EMB2020 heeft niet voor niets het jaartal 2020
in de naam, zo geeft Schalekamp aan. ‘We
willen dat het energieverbruik daalt en dat we
energieverspilling tegengaan. Op die manier
komen de doelstellingen voor 2020 dichterbij.’
Het jaar 2020 komt echter ook met rassé schreden
naderbij, zegt Schalekamp. Hij merkt dat de
regering hiermee bezig is gezien de doelstellingen
die vaker in de krant staan dankzij het nationale
energieakkoord dat overheid, bedrijven en
milieuorganisatie hebben gesloten. ‘Nog maar
zeven jaar, dan is het al zover.’ Om de doelstelling
voor 20 procent energiebesparing in 2020 te
halen moet er nog veel gebeuren. Schalekamp
denkt met zijn meetbedrijf hieraan een bijdrage te
kunnen leveren.

Joost Schalekamp
(geboren 22 januari 1972
in Rotterdam) studeerde
technische bedrijfskunde
in Groningen, waarna hij
begint als procesontwerper,
daarna als programmamanager bij KPN in Den Haag.
Daarna werkt hij als algemeen
manager bij cartografiebedrijf
Eurocartografie dat o.a. wegenkaarten maakte voor de ANWB.
Vervolgens begint Schalekamp
voor zichzelf en bestiert hij
hamburgerrestaurant Nul10 in
Rotterdam. Als het restaurant
goed loopt richt hij zich op
de energiesector. Schalekamp
besluit om het meetbedrijf van
Dyzle Metering uit Almere over
te nemen, samen met zijn neef
Eric Koster en voormalig Cogasmedewerker Jack Ten Bolscher.
Het bedrijf bestaat al sinds
2004. Schalekamp en consorten
dopen dit bedrijf op 1 juli 2012
om tot EnergieMeetbedrijf2020.
www.ensoc.nl

31
energieverbruik

Hoe belangrijk is energiemonitoring?
‘Dat is van zeer groot belang. Bedrijven krijgen
hiermee meer inzicht in hun energieverbruik, waarmee ze effectievere maatregelen kunnen nemen
om te besparen op hun energiekosten. Zo heeft
uitzendbureau Randstad haar energieverbruik en
besparingsdoelen vastgelegd in het jaarverslag. Of
Randstad haar doelen kan waarmaken hangt vooral af van hoe de lokale vestigingen dit oppakken.
Dat vereist een goede communicatie en effectieve
handvatten om te besparen op energiekosten.’

Zijn bedrijven bewust van het belang van
energiebesparing?
‘Grootverbruikers beseffen vaak al het belang van
energiebesparing, maar bij kleinere bedrijven is
dat besef nog vaak ver te zoeken. Kleinere bedrijven zijn niet gericht op hun energieverbruik (qua
tijdsbesteding). Zij zijn vooral bezig met hun corebusiness. Ze zien wel de energierekening, maar ze
brengen een verhoging vaak alleen in verband met
de gestegen energieprijzen, terwijl ze beter kunnen kijken naar mogelijkheden om hun verbruik te
verminderen. Er is nog een wereld te winnen.’

Door energiemonitoring
wordt energieverspilling
voor een groot gedeelte
pijnlijk zichtbaar
Een recessie zorgt voor meer nadruk op
energiebesparing.
‘Ja, dat is waar. De economische crisis maakt ons
in die zin ook creatiever. Het dwingt je om naar je
uitgavenpatroon te kijken in het algemeen. Het
besparen van energiekosten is een manier om
geld te besparen en kan zeer eenvoudig. Door
energiemonitoring wordt energieverspilling voor
een groot gedeelte pijnlijk zichtbaar. Onnodig
verbruik is echter eenvoudig te vermijden zonder
in te grijpen in bedrijfsprocessen. Het toepassen
van energiebesparende maatregelen in het
bedrijfsproces of gebouw is een volgende stap.’

Waarom meten bedrijven niet zelf hun
energieverbruik?
‘Bedrijven komen er vaak niet aan toe om zelf het
energieverbruik in kaart te brengen. Meetbedrijven kunnen helpen en hebben daarin een flinke
32

ensoc magazine najaar 2013

toegevoegde waarde. We trekken bedrijven over
de streep om meer energie te besparen. Elke euro
die we kunnen besparen is er één. Bedrijvenkunnen minstens 15% te besparen op energiekosten
met monitoring, zonder te investeren in energiebesparende maatregelen. Een bedrijf dat honderden
panden bezit kan tonnen besparen door het energieverbruik bij onzuinige panden terug te dringen.’

grootverbruikers kunnen door besparing in het
kleinverbruiksegment terecht komen
Wat is het effect van energiebesparing?
‘Het gevolg van besparingen kan zijn dat bedrijven
weer op andere vlakken kunnen besparen. Dat
kom ik ook tegen in de praktijk, zoals een bedrijf
met een te groot gecontracteerd vermogen. Dat
is het vermogen dat een netbeheerder voor je ter
beschikking houdt op basis van afname uit het
verleden. Dit beschikbaar houden kost geld. Door
besparingen was het verschil tussen het beschikbare vermogen en het werkelijk afgenomen
piekvermogen veel te groot geworden als gevolg
van de besparing.
De klant was hier niet van op de hoogte en dat
kostte hem onnodig veel geld. Met één simpel
telefoontje is dit gecontracteerd vermogen omlaag
te brengen. Ook kunnen grootverbruikers door
besparing in het kleinverbruiksegment terecht
komen. Ik voel me moreel verplicht om klanten
daarop te wijzen.’

Op wat voor klanten richt EMB 2020 zich?
‘We richten ons op grootverbruikers, maar we
kunnen ook bij kleinverbruikers meten. Onder
onze klanten bevinden zich veel ondernemers,
afkomstig uit de landbouw en akkerbouw,
productie- en evenementenhallen, maar ook
bedrijven die tussen de wal en het schip belanden
bij het uitlezen van de data. Deze laatste
bedrijven hebben een zogenaamd E3-profiel en
zijn daarmee grootverbruiker. Voor deze groep
is het niet wettelijk verplicht om dagelijks de
meetdata uit te lezen en te valideren. Doordat
hun data maandelijks uitgelezen en gevalideerd
wordt door het meetbedrijf, en niet dagelijks, is
er nauwelijks inzicht in het energieverbruik. Wij

van

bedrijven

halen de meetgegevens bij deze grootverbruikers
wel dagelijks op zodat zij een gedetailleerd inzicht
hebben.’

Hoe kan dit leiden tot energiebesparing?
Kunt u een voorbeeld geven?
‘Ik zal een voorbeeld geven van een trend die pas
zichtbaar wordt door te meten. ’s Nachts kan het
verbruik nog hoog liggen, doordat computers,
airco en verlichting nog aanstaan. Je reinste
verspilling. Meten van het verbruik levert meer
inzicht op. Meetbedrijven kunnen hiermee helpen
en kunnen ook adviezen geven om het verbruik te
verminderen.’

Als je weet waar de afnamepieken zitten dan kun
je bepalen of je deze kunt
vermijden
Zijn bedrijven voldoende bewust van het
belang van energiemonitoring?
‘Nee, veel bedrijven zijn zich onvoldoende bewust
van de mogelijkheden. Monitoring is de bron van
inzicht en besparing. Zo kun je door behulp van
je verbruiksprofiel scherper energie inkopen. Als
je weet waar de afnamepieken zitten dan kun je
bepalen of je deze kunt vermijden. Uiteindelijk
is het meest efficiënt als aanbod en vraag van
energie perfect op elkaar zijn afgestemd en dus
compleet voorspelbaar is. De slimme meter kan
ons daarbij verder helpen. Dat vormt een aanzet
tot een smart grid, het elektriciteitsnet van de
toekomst. Dan schakelt bij huishoudens hun
wasmachine automatisch in op het moment dat
er een energieaanbodoverschot is, en dus de
prijs het laagst. Dat zorgt ervoor dat de pieken
verdwijnen, waardoor het totale energieverbruik
zal dalen.’

Kent u een bedrijf dat energiemonitoring
succesvol toepast?
‘Ja. Een logistiek bedrijf dat ik ken heeft besloten
om de elektrische vorkheftrucks verspreid op te
laden, in plaats van allemaal tegelijk. Hierdoor kan
het bedrijf pieken in het stroomverbruik vermijden
en kan het toe met een lager aansluitvermogen.
Daarnaast moeten de gebruikers zelf ook bewust
omspringen met energie. Als ze dat niet doen zie

in

k aart

brengen

je onherroepelijk een hoger verbruik. Dat zie wij
ook terug in de meetresultaten.’

Wordt energiemonitoring komende jaren
belangrijker?
‘Ik denk het wel. Ik verwacht dat energiekosten
in de toekomst een groter deel zullen uitmaken
van de bedrijfsvoering. Dat betekent dat
monitoring van het energiegebruik aan belang
wint. Ook zal de behoefte toenemen aan
gedetailleerdere sub-bemetering, waarbij het
energieverbruik per afdelingsruimte of per
bedrijfsmiddel wordt gemeten. Ik verwacht ook
dat net als bij de telefonie nog meer applicaties
komen waardoor gebruikers met hun mobiel
hun energiegebruik direct kunnen bekijken.
Dit kan via de energieleveranciers, maar ook
via de onafhankelijke dienstaanbieders en
de meetbedrijven. Zo heeft Eneco hiervoor
een display ontwikkeld, maar wat gebeurt er
dan bij de overstap naar bijvoorbeeld Nuon?
Dan is het wellicht beter om te kiezen voor
een onafhankelijk dienstenaanbieder. Die is
leveranciersonafhankelijk. Dat lijkt me een goede
rolverdeling.’

het is alsof de slager
je zegt dat je vegetariër
moet worden
Waarom moeten meetbedrijven
onafhankelijk zijn?
‘Meetbedrijven hebben als primair doel om het
verbruik te meten en krijgen een vaste vergoeding
voor hun diensten. Dat is onafhankelijk van het
aantal geleverde kWh. Daarom past hen de rol
om energiebesparende diensten aan te bieden
zeer goed. Dat is een verschil met energieleveranciers, die verdienen aan het aantal kWh’s die zij
verkopen, maar ze bieden toch energiebesparende
diensten aan. Maatschappelijk goed, maar toch is
het alsof de slager je zegt dat je vegetariër moet
worden: dat conflicteert.
EMB2020 werkt altijd in opdracht van haar
klanten. Door onze onafhankelijkheid van
netbeheerder en leverancier hoeven wij niet bang
te zijn voor de schijn van belangenverstrengeling
of het dienen van twee heren.’
www.ensoc.nl

33
duurzame energie

aandeel duurzaam stijgt
marginaal
Het aandeel duurzame energie in het
totale Nederlandse energieverbruik is
in 2012 slecht marginaal toegenomen.
Dat meldt het CBS in een jaarlijkse
rapportage. Vorig jaar is in Nederland
4,4% van het totale energieverbruik
duurzaam is opgewekt. In 2011 was het
4,3%. Vorig jaar is wel fors meer
zonne-energie opgewekt. Het
gaat om ruim een verdubbeling. Dat komt doordat
de prijs van zonnepanelen
de afgelopen twee jaar is
gekelderd dankzij Chinese
massaproductie. Op het
totale energieverbruik is
zonne-energie nog altijd te
verwaarlozen: 0,04% (1% van alle
groene energie). De meeste groene
energie wordt in Nederland opgewekt
met biomassa (70%) en wind (bijna
20%). Het huidige kabinet heeft in
het regeerakkoord afgesproken om te
streven naar 16% in 2020. In het energieakkoord is 16% opgeschoven naar
2023 en is afgesproken om in 2020 uit
te komen op wat in Europa eerder is
afgesproken: 14%.

heroriëntatie de-on in
flevoland
Flevoland gaat de 6,5 miljoen euro uit
de opbrengsten van Nuon- en Essentaandelen steken in een stichting voor
duurzame energieontwikkeling. Het
idee voor de stichting komt voort uit
een heroriëntatie van de Duurzame
Energie- en ontwikkelingsmaatschappij
Flevoland (DE-on). In 2009 al besloot
de provincie Flevoland om de gelden
uit de verkoop van energieaandelen
in te zetten voor de ontwikkeling van
duurzame energie. Daarvoor werd DEon destijds opgezet in samenwerking
met een brede coalitie van Flevolandse
gemeenten. Eind 2012 bleek echter
dat deze opzet niet haalbaar was en
daarom komt de provincie nu met
het alternatief: stichting DE-on. De
34

ensoc magazine najaar 2013

uitgangspunten bij de nieuwe
opzet zijn: geen winstoogmerk en geen directe politieke betrokkenheid. In de
nieuwe opzet is het ook
mogelijk voor gemeenten
om te participeren in
DE-on, bijvoorbeeld door
het verstrekken van subsidie
of lening aan een specifiek
project.

reparatiewijze
scheuten-panelen
ok
De nieuwe reparatiemethode voor de defecte zonnepanelen van Scheuten is
gecertificeerd en goedgekeurd.
Inmiddels is de methode door de
Nederlandse en Belgische autoriteiten
aanvaard.
In februari dit jaar meldde de Nederlandse Voedsel – en Warenautoriteit op
haar website dat in Europa ongeveer
zeshonderdvijftigduizend zonnepanelen van het merk Scheuten Solar (type
Multisol) brandgevaarlijk waren. In
de afgelopen maanden is het reparatieproces aangepast, gecertificeerd
en goedgekeurd door het FraunhoferInstitut. De nieuwe reparatiemethode
wordt geïntroduceerd door Suncycle
samen met YPS uit België. Bij de reparatiemethode wordt de junctionbox
op de achterzijde van de zonnepanelen gerepareerd. De
reparatie zorgt ervoor dat
de defecte panelen weer
veilig functioneren.

huis sneller
verkocht mét
zonnepanelen
Een huis met zonnepanelen verkoopt beter dan zonder zonnepanelen.
Dit blijkt uit afstudeeronderzoek van
masterstudent Thomas Wissink van de
Technische Universiteit Eindhoven. De
meeste kopers zijn ook bereid om een
extra bedrag voor een zonne-energie

installatie te betalen. Uit het
onderzoek van Wissink dat
ruim zestig procent van
de bestaande systemen
op koophuizen ligt. Hij
ondervroeg 227 mensen
in de regio Eindhoven of
ze de aanwezigheid van
zonnepanelen waarderen
op het dak van een potentieel
koophuis. Uit deze steekproef bleek
dat kopers eerder bereid een woning
aan te schaffen mét een systeem. Van
de ondervraagden bleek 78 procent
bereid extra te betalen voor een zonnepaneelsysteem op een koopwoning.
De gemiddelde prijs die mensen extra
wilden betalen was 7.000 euro, vergelijkbaar met de aanschafprijs van een
dergelijk systeem. Volgens Wissink zijn
zonnepanelen een goede investering
voor huizenbezitters.

oettinger waarschuwt
duitsland
Duitsland moet voorzichtig zijn met het
verlagen van beloofde energiesubsidies voor duurzame energie. Dat meldt
Europese commisaris voor energie
Gunther Oettinger. ‘Dat gaat schade
toebrengen aan de investeerdersvertrouwen’, zegt Oettinger in het
Handelsblatt. Politieke partijen en
energiebedrijven zijn voor het veranderen van de Duitse wet voor duurzame
energie. Investeerders hebben
al gewaarschuwd dat bij het
veranderen van de voor 20
jaar gegarandeerde investeringen, eventuele toekomstige investeringen
voor de energietransitie
(550 miljard euro) op losse
schroeven komen te staan.
In de Europese landen Spanje,
Tsjechië en Bulgarije hebben deze
ontwikkelingen geleid tot flinke kritiek
van de investeerder.

maassluis
mikt op
forse
energiebesparing
Gemeenten hebben de afgelopen jaren het thema duurzaamheid
omarmd en ambitieuze doelstellingen geformuleerd rond energiebesparing. Het realiseren ervan blijkt niet altijd eenvoudig. Maassluis
zet vooral in op energiebesparing. Hiervoor gebruikt de gemeente als
eerste de roadmap energiebesparing en energiemonitoringtoepassing ErbisOnline om haar doelen te bereiken.
Tekst: Roy Roessink, Van Beek Ingenieurs

www.ensoc.nl

35
van beek helpt gemeente met monitoring energiegebruik

M

aassluis wil, net als veel
andere gemeenten, in
2050 klimaatneutraal
opereren. De komende
jaren wil men 2%
energie per jaar besparen, duurzame
energie gebruiken en de uitstoot van
broeikasgassen reduceren (20% tegen
2020). De gemeente kreeg dit niet
zelfstandig van de grond. Fred van
Ispelen, coördinator Energiebeheer
bij de gemeente: ‘Onze eerste zorg is
het energiezuiniger maken van onze
gebouwen, maar het gebouwbeheer
is versnipperd in de gemeentelijke
organisatie.’ De gemeente kwam in
contact met Van Beek. Hun specialisme:
gemeenten begeleiden bij de realisatie
van hun duurzaamheidsambities.
Wethouder Huub Eitjes: ‘Dat was precies
wat we nodig hadden.’
Potentieel in kaart
Speciaal voor gemeenten ontwikkelden we de
roadmap energiebesparing: een programma van
haalbare energiebesparende maatregelen op
zowel korte als lange termijn. ErbisOnline, ons
online informatiesysteem voor energiemonitoring,
maakt vervolgens het energieverbruik meetbaar
en de bereikte besparingen zichtbaar. Het traject
begint met het via workshops in kaart brengen
van het aanwezige potentieel, en resulteert in een
praktische routekaart met een besparingsprogramma voor alle gemeentelijke locaties, inclusief de te
verwachten besparing en investering.

Termijnen en scenario’s
Om kosten te spreiden en elke gemeente hun
eigen ambitieniveau te bieden, kent de roadmap
meerdere scenario’s. Het eenvoudigste, sobere
scenario bestaat vooral uit snel te realiseren kortetermijnmaatregelen tegen geringe investeringskosten; het levert ongeveer 6% energiebesparing op.
36

ensoc magazine najaar 2013

Het voorzichtige scenario levert 12% energiebesparing op, maar vraagt ook ruwweg 500.000 euro
aan meerinvesteringen. Gemeenten die meer willen kiezen een ambitieus scenario. Dat levert een
energiebesparing van 20% of meer, maar vraagt
1,5 tot 2 miljoen euro meerinvesteringen, vooral in
duurzame energie. Bij gefaseerde planning kan de
besparing van de ene maatregel worden gebruikt
om de investering van de ander te dekken.

Veel mogelijkheden
De gemeente Maassluis zet vooralsnog in op een
ambitieus scenario, stelt Fred van Ispelen. ‘Uit de
workshops blijkt dat we alleen al in onze gebouwen een besparing van ruim 20% op de totale
gemeentelijke energielasten kunnen boeken. Van
daaruit kijken we naar andere mogelijkheden,
bijvoorbeeld op het terrein van openbare verlichting, rioolgemalen en, op langere termijn, warmtekoudeopslag in de bodem. Ook met eenvoudige
ingrepen is al veel mogelijk. We onderzoeken onder meer de mogelijkheid om op allerlei plaatsen
tijdschakelklokken te installeren en de tl-verlichting in het stadhuis te vervangen door led.’

Inzicht met ErbisOnline
Van Beeks energiemonitoringsysteem ErbisOnline biedt gemeenten inzicht in het resultaat van
al deze energiebesparende maatregelen. In een
beveiligde internetomgeving is het gemeentelijke
energieverbruik inclusief trends tot op gebouwniveau beschikbaar. De benodigde energiedata zijn
afkomstig van bestaande meetpunten – slimme
meters of handmatig ingevoerde gegevens.
ErbisOnline vertaalt de data vervolgens naar
bruikbare, inzichtelijke informatie op strategisch,
tactisch en operationeel niveau. Elke betrokken
gemeentelijke medewerker beschikt met ErbisOnline over de informatie die nodig is om zijn of haar
deel van de duurzaamheidambities te verwezenlijken. Het systeem is bijzonder gebruiksvriendelijk, beschikbaar waar internet is, vraagt geen
administratieve handelingen en evenmin een hoge
investering.

Klankbord
De gemeente kan ervoor kiezen een aantal
aanvullende Van Beek-diensten af te nemen,

Energiemanagement
bij Jumbo
Supermarkten
Voor supermarktketen
Jumbo is de functionaliteit
van ErbisOnline zodanig
ingericht dat goede vergelijkingen of benchmarking
tussen locaties leidt tot
inzicht in mogelijkheden
voor besparingen. Gerichte rapportages over
energiekosten, facturen en

budgetten leiden tot bewustwording van kosten op
operationeel winkelniveau.
Op gebied van energiebeheer wordt informatie
beheerd over gerealiseerde
en nog mogelijke energiebesparende maatregelen. Via
de ErbisOnline website kan
een Jumbo ondernemer of
filiaalhouder de vergunningverlener in één oogopslag
alle informatie presenteren
die hij wettelijk verplicht is
te rapporteren. Daarnaast

helpt ErbisOnline Jumbo in
haar organisatiedoelstelling om de voortgang van
het MVO-beleid op de juiste
manier te presenteren naar
haar medewerkers en klanten. Naast dit inzicht draagt
de informatie uit ErbisOnline
significant bij aan kostenbesparing door de verantwoordelijke managers informatie
te bieden over factuurcontrole, te hoge energiegebruiken en de voortgang van
energiebesparingsplannen.
www.ensoc.nl

37
van beek helpt gemeente met monitoring energiegebruik
waaronder actieve bewaking van het elektriciteitsen gasverbruik en de controle van de data in
ErbisOnline. Daarnaast kan één van de specialisten
van Van Beek fungeren als projectmanager,
voorzitter en coach van een actieteam van
gemeentelijke medewerkers. De gemeente
Maassluis heeft voor dat laatste gekozen, vertelt
wethouder Huub Eitjes. ‘We gebruiken dit jaar om
onszelf vertrouwd te maken met het systeem en
om de eerste energiebesparende maatregelen

door te voeren. Van Beek fungeert als klankbord.
Vanaf 2013 nemen wij zelf de verantwoordelijkheid
voor de voortgang over. Maar dan ligt er al een
stevige, praktische basis waarop we verder kunnen
bouwen. Ik kan elke gemeente deze werkwijze
aanbevelen.’

Dit artikel is gebaseerd op informatie afkomstig van
www.vanbeek.com en www.erbisonline.nl

Van Beek is al meer dan 30 jaar actief op
het gebied van energiemanagement. Door
de unieke combinatie van hoogwaardige
kennis en energiemonitoring systemen
maakt Van Beek maatschappelijk en financieel verantwoord energiemanagement
mogelijk.
De visie van Van Beek bestaat uit een
3-fasen aanpak, waarmee structureel energie- en kostenbesparing wordt gerealiseerd:
	1. 	Maak energie zichtbaar
	2. 	Stel een roadmap op
	3. 	Volg en bewaak het resultaat

Monitoring en
besparen bij KPN
Sinds 2008 maakt KPN
gebruik van de energiediensten en de monitoring van
Van Beek. Naast het monitoren van ruim 500 gebouwen heeft Van Beek in het
verleden bij ruim 100 kleine
en grote technische installaties van KPN onderzoeken
uitgevoerd naar energiebesparende maatregelen. In
het bijzonder maatregelen
op het gebied van koeling
zijn geïnventariseerd en geïmplementeerd. Via energiemonitoring met Erbis worden de effecten van deze
38

ensoc magazine najaar 2013

maatregelen vastgesteld.
De uitgevoerde activiteiten
en de goede samenwerking
heeft geleid tot een energiereductie van ongeveer
12.000 MWh in 1 jaar, goed
voor een besparing van
meer dan € 1,5 miljoen op
jaarbasis. Met deze kennis
en ervaring is een vervolgtraject bij 45 grote technische centrales gestart. Recentelijk heeft Van Beek nog
geadviseerd bij de verbetering van de vrije koeling van
de centrales, door ombouw
van TSA's van parallel naar
serie. Tevens lopen er nog
andere verbeterprojecten en
onderzoeken.

Energiemonitoring
bij Fontys Hogescholen
Bij Fontys Hogescholen
ondersteunt Van Beek de
verschillende gebouwen
op de diverse locaties met
energiemonitoring. Energiegegevens zijn nodig,
omdat deze in het kader
van de MeerJarenAfspraken gerapporteerd moeten
worden. Daarnaast worden
de gegevens gebruikt voor
het opsporen van besparingsmogelijkheden en het
kunnen inschatten van de
benodigde energiehoeveelheden voor de energie-

inkoop. Daarnaast heeft Van
Beek onderzoek gedaan
naar het inzetten van de bestaande Warmte Kracht Koppeling (WKK) bij één van de
grotere gebouwen. Door een
goede kosten-baten analyse, waarbij ook gekeken is
naar teruggaaf van energiebelasting, bleek dat de inzet
van de bestaande WKK wel
degelijk rendabel is.

Academisch Ziekenhuis Maastricht
Academische ziekenhuizen
zijn vaak grote complexen
met hoge energiegebruiken.
Het Academisch Ziekenhuis
Maastricht heeft om in
hun energievoorziening te
voldoen een eigen energiecentrale waar energie
en bedrijfsstoffen worden
aangeboden aan het ziekenhuis en de universiteit. Erbis
wordt door het ziekenhuis
gebruikt voor de monitoring
van alle energiestromen.
Hierbij fungeert Erbis als
centrale database die de
data uit de meters omzet

naar bruikbare
informatie voor het
ziekenhuis. Functionaliteiten
van Erbis die het ziekenhuis
gebruikt zijn kostenrapportages, milieurapportages,
analyses van installaties en
benchmarking. Vanwege het
grote opgestelde vermogen
is Academisch Ziekenhuis
Maastricht tevens verplicht
deel te nemen aan de NOx
emissiehandel. Van Beek
heeft de verplichte NOx
emissiehandel in Erbis geïmplementeerd en begeleidt
het ziekenhuis met de andere verplichtingen omtrent
de NOx en CO2 emissiehandel.
www.ensoc.nl

39
Ensoc magazine najaar'13 def
Ensoc magazine najaar'13 def
Ensoc magazine najaar'13 def
Ensoc magazine najaar'13 def
Ensoc magazine najaar'13 def
Ensoc magazine najaar'13 def
Ensoc magazine najaar'13 def

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPIGroene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Edward Pfeiffer
 
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of MachtwerkingDNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
Wim Boogaard
 
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SPInterview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Karl Bijsterveld
 
FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos
FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos
FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos
Flevum
 
Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)
Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)
Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)
Kennisalliantie
 

Was ist angesagt? (12)

Hoe pakt industrie de energietransitie aan?
Hoe pakt industrie de energietransitie aan?Hoe pakt industrie de energietransitie aan?
Hoe pakt industrie de energietransitie aan?
 
Energieneutraal bouwen in 2020: geen toekomstmuziek
Energieneutraal bouwen in 2020: geen toekomstmuziekEnergieneutraal bouwen in 2020: geen toekomstmuziek
Energieneutraal bouwen in 2020: geen toekomstmuziek
 
Energie efficiënte technologieën – duurzame voorbeelden op EemsDeltaVisie 2014
Energie efficiënte technologieën – duurzame voorbeelden op EemsDeltaVisie 2014Energie efficiënte technologieën – duurzame voorbeelden op EemsDeltaVisie 2014
Energie efficiënte technologieën – duurzame voorbeelden op EemsDeltaVisie 2014
 
Het Duurzame Bedrijventerrein (Grontmij)
Het Duurzame Bedrijventerrein (Grontmij)Het Duurzame Bedrijventerrein (Grontmij)
Het Duurzame Bedrijventerrein (Grontmij)
 
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPIGroene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
 
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of MachtwerkingDNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
 
Zijn we wel klaar voor een duurzame toekomst?
Zijn we wel klaar voor een duurzame toekomst?Zijn we wel klaar voor een duurzame toekomst?
Zijn we wel klaar voor een duurzame toekomst?
 
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SPInterview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
 
Duurzaam Inkopen overheidsgebouwen werkt!
Duurzaam Inkopen overheidsgebouwen werkt!Duurzaam Inkopen overheidsgebouwen werkt!
Duurzaam Inkopen overheidsgebouwen werkt!
 
FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos
FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos
FEX | 140311 | Industrie & Energie| TNO | Delft | Presentatie Christian Bos
 
Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)
Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)
Mercedes themabijeenkomst gas in het wegtransport bodegraven 231110 (2)
 
De transitie van Vakgarage naar Duurzaam onderhoudsbedrijf
De transitie van Vakgarage naar Duurzaam onderhoudsbedrijfDe transitie van Vakgarage naar Duurzaam onderhoudsbedrijf
De transitie van Vakgarage naar Duurzaam onderhoudsbedrijf
 

Ähnlich wie Ensoc magazine najaar'13 def

Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Hogeschool Utrecht
 
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Hogeschool Utrecht
 
Artikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige Datacenters
Artikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige DatacentersArtikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige Datacenters
Artikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige Datacenters
Cees Westzaan
 

Ähnlich wie Ensoc magazine najaar'13 def (20)

2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine
 
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine
 
Joost Brinkman - Update Groene Netten
Joost Brinkman - Update Groene NettenJoost Brinkman - Update Groene Netten
Joost Brinkman - Update Groene Netten
 
Gasnet & Waterstof-initiatieven
Gasnet & Waterstof-initiatievenGasnet & Waterstof-initiatieven
Gasnet & Waterstof-initiatieven
 
De laatste ontwikkelingen in de waterstofmarkt.
De laatste ontwikkelingen in de waterstofmarkt.De laatste ontwikkelingen in de waterstofmarkt.
De laatste ontwikkelingen in de waterstofmarkt.
 
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
 
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
 
Eg.12.13.wko
Eg.12.13.wkoEg.12.13.wko
Eg.12.13.wko
 
Groep 5 - Kavel H
Groep 5 - Kavel HGroep 5 - Kavel H
Groep 5 - Kavel H
 
Roadmap 2014-2019
Roadmap 2014-2019Roadmap 2014-2019
Roadmap 2014-2019
 
200211 Booosting @Co-Creation Centre - Welkomstwoord van The Green Village
200211 Booosting @Co-Creation Centre - Welkomstwoord van The Green Village200211 Booosting @Co-Creation Centre - Welkomstwoord van The Green Village
200211 Booosting @Co-Creation Centre - Welkomstwoord van The Green Village
 
Olof van der Gaag - NVDE
Olof van der Gaag - NVDEOlof van der Gaag - NVDE
Olof van der Gaag - NVDE
 
Zomer. Eindelijk een prettig werkklimaat in de productiehal!
Zomer. Eindelijk een prettig werkklimaat in de productiehal!Zomer. Eindelijk een prettig werkklimaat in de productiehal!
Zomer. Eindelijk een prettig werkklimaat in de productiehal!
 
Scholt Energy - Powerful Partnership
Scholt Energy - Powerful PartnershipScholt Energy - Powerful Partnership
Scholt Energy - Powerful Partnership
 
Webinar Decarbonisering - Noodzaak & Urgentie
Webinar Decarbonisering - Noodzaak & UrgentieWebinar Decarbonisering - Noodzaak & Urgentie
Webinar Decarbonisering - Noodzaak & Urgentie
 
Artikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige Datacenters
Artikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige DatacentersArtikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige Datacenters
Artikel Dcw Maart 2011 Meer Subsidiekansen Voor Energiezuinige Datacenters
 
6 misvattingen over energie els jonckheere
6 misvattingen over energie   els jonckheere6 misvattingen over energie   els jonckheere
6 misvattingen over energie els jonckheere
 
Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010
Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010
Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010
 
MADRID HOLDINGS, BP De energie-uitdaging
MADRID HOLDINGS, BP De energie-uitdagingMADRID HOLDINGS, BP De energie-uitdaging
MADRID HOLDINGS, BP De energie-uitdaging
 
Brochure Cofely smart grids bouwstenen voor slimmer energieverbruik
Brochure Cofely smart grids bouwstenen voor slimmer energieverbruikBrochure Cofely smart grids bouwstenen voor slimmer energieverbruik
Brochure Cofely smart grids bouwstenen voor slimmer energieverbruik
 

Ensoc magazine najaar'13 def

  • 1. * jaargang 03 * nummer 03 * najaar 2013 in dit nummer onder meer: Thema: energiemonitoring Slimme meter in Duitsland onrendabel 'Monitoring belangrijk om te besparen' Van Beek helpt Maassluis met meten En verder: Schaliegas: kans of bedreiging? Minister Blok over energiebesparing o naf h an k e li j k n i e u ws- en opi n i eb l ad over de ener giemar kt
  • 2. De slimme meter zorgt voor energiebesparing, waardoor huishoudens de investering terugverdienen. Die boodschap meldde toezichthouder NMa vorig jaar tijdens een congres over energiemonitoring. De business case van de slimme meter voor Nederland is positief, waardoor de grootschalige uitrol in 2014 kan beginnen. Daar was geen speld tussen te krijgen. Maar ik begin te twijfelen, na slecht nieuws uit het buitenland. Duitsland weigert de slimme meter voor 2022 grootschalig uit te rollen, omdat de kosten voor huishoudens hoger uitvallen dan de opbrengsten. Ook in Engeland, waar de overheid nog wel groen licht geeft aan de slimme meter, beginnen experts te twijfelen aan de economische voordelen. Moet Nederland ook de grootschalige uitrol voor 2020 heroverwegen? coverfoto: het najaar is weer begonnen. tijd om naar den bosch te gaan voor de vakbeurs energie, dit jaar van 24 t/m 26 september. zoals de kinderen op de foto met hun handen ‘inzoomen’ op de lucht boven hun hoofd, zo oriënteren beursbezoekers zich op lezingen en exposanten die hen vertellen hoe ze de stijgende energiekosten kunnen beteugelen. eén van de manieren om dat te doen is energiemonitoring. lees hierover meer in dit ensoc magazine. Het is lastig om de baten van de slimme meter te voorspellen. Dit hangt vooral af van de mate waarin consumenten inzicht krijgen in de gegevens uit de meter. Bekijken ze dagelijks hun energieverbruik via een display in de huiskamer, dan kunnen ze het verbruik verminderen. Dan wordt het een spel, of een sport, om zoveel mogelijk energie te besparen. Maar welke consumenten doen dat en hoe lang houden ze dat vol? Deze vraag is in diverse projecten onderzocht, maar een definitief antwoord laat nog op zich wachten. Minister Kamp van Economische Zaken neemt eind dit jaar een besluit over de grootschalige uitrol van de slimme meter in Nederland. Zal hij ook de situatie in Duitsland en Engeland melden? Netbeheer Nederland vindt dat niet nodig. Die twijfelt niet. Maar wat is nu verstandig? Norbert Cuiper, hoofdredacteur www.ensoc.nl 3
  • 3. Schaliegaswinning draagt bij aan de energievoorziening van Nederland Energie Schaliegas kan de dalende Nederlandse gasvoorraad en gasproductie (deels) compenseren. Schaliegas kan de benodigde energie leveren tijdens de transitie naar duurzame energie. Schaliegas kan pieken in de energievraag opvangen als levering van duurzame energie tekortschiet. Schaliegaswinning levert kennis die gebruikt kan worden voor andere energiewinning, zoals voor geothermie. Schaliegas is relatief milieuvriendelijk 12 Verbranding van schaliegas levert per eenheid energie minder broeikasgas dan van steenkool en olie. Het directe alternatief, geïmporteerd (vloeibaar) aardgas, kan elders tot zwaardere milieuproblemen leiden. Nederland kan opgedane kennis inzetten voor milieuvriendelijke schaliegaswinning in het buitenland. Milieu Schaliegaswinning draagt bij aan veiligheid Veiligheid 06 Schaliegaswinning levert Nederland geld op Het Rijk verdient als aandeelhouder aan de verkoop van schaliegas. Gasproducenten betalen het Rijk belasting over het gewonnen schaliegas. slimme meter in duitsland onrendabel meer grip op energie door monitoring moet nederland slimme meter zorgt voor grootschalige uitrol van slimme meter managers. pagina 16 uitstellen? Nederland kan de kennis en ervaring rond schaliegaswinning exporteren. Schaliegas geeft Nederland meer mogelijkheden om te handelen in gas (voorraad, in- en verkoop). Schaliegaswinning vergroot de lokale economische bedrijvigheid Schaliegaswinning biedt ondernemingskansen voor lokale bedrijven. Schaliegaswinning leidt tot regionale werkgelegenheid. Schaliegaswinning verkleint de kans dat Nederland betrokken raakt bij internationale conflicten rondom gas. ‘zonnepanelen blijven goedkoop’ industrie kan groene stroom benutten zegt columnist hamilcar knops. aan het woord. nederland hoeft geen Proefboringen kosten de belastingbetaler geld omdat de Nederlandse staat hierin investeert. Het verontreinigde afvalwater kan alleen tegen zeer hoge kosten volledig gezuiverd worden. De complexiteit van de Nederlandse ondergrond vraagt om veel proefboringen wat veel geld kost. Het is onduidelijk hoeveel rendabel winbaar schaliegas er in Nederland beschikbaar is. aparte wet te maken voor 30 winning van schaliegas. Proefboringen hebben mogelijk milieu-effecten, de Mijnbouwwet vereist geen inventarisatie hiervan. Het wettelijke toezicht is onvoldoende toegespitst op de specifieke techniek van schaliegaswinning. Politiek Schaliegaswinning stuit op weerstand bij het publiek Schaliegaswinning brengt rust in het kernenergiedebat 35 Schaliegaswinning vereist aanpassing van bestaande wet- en regelgeving ‘monitoring belangrijk om te besparen’ energiemeetbe- drijf2020 wil energie- top-15 energiezuinige kantoren Materiaaltransport en boringen leiden tot hinder voor omwonenden. Omwonenden vrezen dat huizenprijzen in de omgeving van de boorputten dalen. Informatie over schaliegaswinning loopt erg uiteen, burgers weten niet wat ze kunnen geloven. Schaliegaswinning is een stap terug: grotere afhankelijkheid van gas in plaats van duurzame energie. Gasproducenten zijn weinig transparant wat wantrouwen opwekt bij het brede publiek. 44 gemaakt door: verbruik van bedrijven waar in nederland © 2011 staan de meest energiezuinige kantoren? in kaart brengen. tno: nederland moet schaliegas niet bij energiebau solar power benelux Economie in opdracht van: directeur roel cals van windhandel Schaliegaswinning brengt het risico van kleine aardschokken en bodemdaling met zich mee. Schadelijke stoffen in de schalielaag kunnen naar de oppervlakte komen wat gezondheidsrisico’s oplevert. Over de effecten van schaliegaswinning en effectieve maatregelen bij ongelukken is weinig kennis. Schaliegaswinning kan leiden tot ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van brandgevaarlijke gaslekken. recht klaar voor schaliegas Schaliegaswinning kost veel geld en het is onduidelijk hoeveel het oplevert anders dan als eerste stap in het winnings-proces, zijn buiten beschouwing gehouden. De kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronder zoek en twee denksessies met deskundigen vanuit verschillende achtergronden. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. Schaliegaswinning maakt (de bouw van) nieuwe kerncentrales in Nederland voorlopig onnodig. schaliegas: kans of bedreiging? 28 Schaliegaswinning is gevaarlijk voor werknemers en omwonenden Veiligheid tegen van schaliegas bij de winning van winningDe argumenten in Nederland. Politiek terecht blij met dit 11 Schaliegaswinning beperkt de ondergrondse ruimte voor andere toepassingen, zoals voor geothermie. Schaliegaswinning behoeft boorputten die het landschap ontsieren. voor en schaliegas. tegen proefboringen, Schaliegas verkleint de is de milieubeweging politieke afhankelijkheid van Nederland van internationale energieleveranciers. 20 Schaliegaswinning kan leiden tot grondwaterverontreiniging wat onder meer de drinkwaterkwaliteit schaadt. Schaliegaswinning behoeft veel water waardoor de grondwaterstand kan dalen. Schaliegaswinning noodzaakt tot veel transport, zoals van materialen en water, hetgeen het milieu belast. Boorputten die na winning achterblijven kunnen op termijn gaan lekken en zo het grondwater verontreinigen. Schaliegaswinning beperkt de ruimte en ontsiert het landschap Deze kaart geeft een overzicht de voors en tegens argumenten voor en van de energieakkoord: Schaliegaswinning versterkt de positie van de Nederland winst voor milieu? pagina 19 Schaliegaswinning schaadt het milieu Tegen Economie argumentenkaart vakbeurs energie 2013. akkoord? opinie, 26 infoVoor graphic groei in energieverbruiks- minister blok opent gastransportnetwerk wordt langer benut dus investeringen hierin renderen beter. Het Nederlandse Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen de winning van schaliegas? Schaliegaswinning bemoeilijkt de overgang naar duurzame energie Financiering van schaliegaswinning verdringt financiering van duurzame energie. Schaliegaswinning stelt de noodzaak uit om over te schakelen op duurzame energie. Schaliegaswinning vergroot de gasafhankelijkheid en versterkt hiermee de lobbykracht van de gasindustrie. Milieu Schaliegaswinning maakt gebruik van bewezen technologie waardoor veiligheidsrisico’s beperkt zijn. Schaliegaswinning kan leiden tot extra investeringen in het onderhoud van de gasinfrastructuur. ‘meer actie nodig voor energiebesparing’ Energie Wat is schaliegas? Schaliegas is aardgas dat “opgesloten” zit in kleisteenlagen (schalies) in de ondergrond. Deze lagen bevinden zich in Nederland meestal op meer dan twee kilometer diepte. Er zijn proefboringen nodig om te bekijken hoeveel gas er aanwezig is en of dit economisch rendabel gewonnen kan worden. voorbaat 22 uitsluiten. maassluis mikt op forse energiebesparing van beek helpt gemeente monitoring is noodzaak agenda bedrijven moeten en bijeenkomsten voor het ambitieuze doelen komende kwartaal op stellen voor een rij. pagina 48 met monitoring energiebesparing, energiegebruik. alle beurzen, cursussen en vooral ook hun energieverbruik bijhouden. opinie, pagina 43 4 ensoc magazine najaar 2013 www.ensoc.nl 5
  • 4. m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l va n s l i m m e m e t e r u i t st e l l e n ? Slimme meter in Duitsland onrendabel effect van de slimme meter, al Hierin staat dat de slimme meter Duitsland weigert dan niet in combinatie met een huishoudens meer zal kosten de slimme meter display. Daarvan zijn nog geen dan het voor hen zal opbrengen. grootschalig in te resultaten bekend. Als alleen huishoudens die een slimme meter krijgen daarvoor voeren voor 2022. Voor betalen, zijn ze jaarlijks 89 euro Verplicht huishoudens vallen de kwijt aan de meter en installatie. Europa stelt de invoering van kosten hoger uit dan de de slimme meter verplicht als Als de kosten over alle consumenten worden verdeeld vanaf de opbrengsten hoger zijn dan opbrengsten, zo blijkt de start van de uitrol, inclusief de opbrengsten. Net als alle uit een studie van Ernst klanten die geen slimme meter andere Europese landen kan & Young in opdracht van Nederland ervoor kiezen om de plaatsen, dalen de kosten naar 29 euro per jaar. Zelfs onder slimme meter te introduceren, het Duitse ministerie optimistische aannames is de afhankelijk van een maatschapvan Economische slimme meter voor de meeste pelijke kosten-batenanalyse. Zaken. Moet Nederland Zo’n analyse is al uitgevoerd huishoudens niet rendabel, zo door Kema, die concludeerde dat concludeert Ernst & Young in de grootschalige de business case voor de slimme haar rapport. uitrol voor 2020 ook Nederland positief uitviel, met uitstellen, in navolging een netto opbrengst van 770 mil- Aanpak efficiënter joen euro. De studie is echter be- ‘Deze resultaten laten zien van Duitsland? Tekst: Norbert Cuiper, F&B Nederland is van plan om volgend jaar de slimme meter grootschalig uit te rollen. ‘Het voornemen is om vanaf begin 2014 over te gaan tot het grootschalig aanbieden van slimme meters aan alle huishoudens,’ schrijft minister Kamp van Economische Zaken op 18 februari van dit jaar aan de Eerste en Tweede Kamer. Hij verwacht eind dit jaar een besluit te nemen over de start van de grootschalige uitrol. Het wachten is nog op de resultaten uit onderzoeken van de Autoriteit Consument & Markt (ACM, het voormalige NMa) en Agentschap NL. Van het onderzoek van ACM geven tussentijdse resultaten aan dat de kleinschalige uitrol van slimme meter ‘op hoofdlijnen goed verloopt en consumentvriendelijk wordt uitgevoerd’. Agentschap NL onderzoekt het besparings6 ensoc magazine najaar 2013 kritiseerd, omdat Kema uitging van onverifieerbare uitgangspunten, zoals 1,5 miljard euro voordeel door energiebesparing en baten van 680 miljoen euro doordat consumenten sneller zouden overstappen op een andere energieleverancier. Door de oneigenlijke voordelen te schrappen en de kosten hoger in te schatten, zou de balans door kunnen slaan naar een negatief business scenario. Nederland hoeft dan niet massaal aan de slimme meter. Duitsland Duitsland weigert een snelle invoering van de slimme meter, meldt GreenTech Media. De Duitse regering heeft besloten om de slimme meter niet voor 2022 op grote schaal in te voeren vanwege een negatief business scenario. Het Duitse ministerie van Economische Zaken baseert zich op een analyse van accountancybureau Ernst & Young. dat we de grootschalige uitrol efficiënter moeten aanpakken, en in lijn moeten brengen met ons beleid voor de energietransitie,’ meldt de Duitse staatssecretaris van Economische Zaken Stefan Kapferer. Hij doelt op de Energiewende, de overgang naar een duurzame energievoorziening, zonder kernenergie. ‘Grove benaderingen zijn ongeschikt voor de huidige situatie.’ Opmerkelijk is dat hiermee een discrepantie ontstaat tussen de Duitse ambitieuze doelstellingen voor duurzame energie en het ontbreken van een beknopte strategie voor de slimme meter. Dit laatste komt deels door vertraging van de slimme meter door de bijzondere nadruk op dataveiligheid en interoperabiliteit (waardoor it-systemen met elkaar kunnen communiceren). Duitsland heeft pas onlangs een technische www.ensoc.nl 7
  • 5. m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l va n s l i m m e m e t e r u i t st e l l e n ? richtlijn over dataveiligheid voltooid. Dit wordt gezien als een belangrijke opstap. Na Duitsland moet Nederland eind dit jaar ook een besluit nemen over de slimme meter. Moet ons land de grootschalige uitrol ook uitstellen, in navolging van Duitsland? de consument heeft. Onderdeel van die meerwaarde is dat hij meer oplevert dan dat hij kost. Wat ons betreft is dat nog steeds niet het geval: daarom nog geen verplichte uitrol.’ Koepelorganisatie Netbeheer Nederland benadrukt echter dat van een verplichting geen sprake is. ‘De slimme meter wordt vrijwillig aangeboden.’ Nederland Ook in Nederland lijkt de business case voor huishoudens negatief. ‘De uitrol van slimme meters voor consumenten met kleinverbruik meters is onrendabel,’ zo bevestigt manager meten & monitoring Mark Massier van ingenieursbureau Ebatech. ‘Consumenten gebruiken te weinig energie om de investering in slimme meters terug te verdienen. Daarnaast ligt het voordeel van energiebesparing bij een andere partij dan waar de kosten voor de uitrol liggen,’ zegt Massier. Hij benadrukt dat slimme meters wel interessant zijn voor grootverbruikers en voor zakelijke klanten met veel aansluitingen, zoals waterschappen of woningcorporaties. ‘Deze organisaties kunnen besparen door de meteropname niet met de hand te doen en door de administratie voor de energierekening te automatiseren. Dat kan met de slimme meter.’ Meerwaarde Vanuit de Tweede Kamer bestaat weerstand tegen de grootschalige uitrol van de slimme meter. Dat blijkt uit een reactie van Kamerlid Paulus Jansen van de SP: ‘We willen geen verplichte uitrol voordat de slimme meter aantoonbare meerwaarde voor 8 ensoc magazine najaar 2013 Jansen is niet volledig tegen. Hij denkt dat de slimme meter nodig is voor de verduurzaming van de energievoorziening. Dat is ook de reden dat hij met zijn VVDcollega René Leegte een motie heeft ingediend voor de ‘killerapp’. Dat houdt in dat kleinverbruikers een variabel elektriciteitstarief kunnen krijgen, naast de bestaande contractvormen. Jansen hoopt dat consumenten hierover enthousiast raken. Koffiedik ‘De business case valt voor Duitsland negatief uit, maar dat betekent niet automatisch dat dat ook voor Nederland geldt,’ zegt Herman Jonkman, voorzitter van de vereniging van meetbedrijven VMNED. Hij verwijst naar de kosten-batenanalyse van Kema. ‘Hieruit blijkt dat de business case positief uitvalt als gebruikers dankzij de slimme meter energie besparen. De investering is dan terug te verdienen via de besparing op energiekosten.’ Vraag is of huishoudens voldoende energiebesparing zullen halen om de slimme meter terug te verdienen. Jonkman noemt dat ‘koffiedik kijken’. ‘Het is lastig om vooruit te lopen op het effect van de slimme meter op energiebespa- ring bij grootschalige uitrol. Er is nog geen evident bewijs. Ik verwacht dat pas na de grootschalige uitrol. Dat is een kwestie van afwachten.’ Verschillen Jonkman benadrukt de grote verschillen tussen Nederland en Duitsland. ‘Duitsland is al jarenlang voortrekker met duurzame energie. Het land heeft dankzij de gigantische groei van windmolens en zonnepanelen een significant andere brandstofmix dan Nederland. Wellicht heeft Duitsland ook al flinke energiebesparingen gerealiseerd. Daardoor is het voor Duitsland relatief moeilijker om nog meer energie te besparen.’ Dit kan volgens Jonkman de negatieve business case van Duitsland verklaren. Ook hangt de uitkomst van een kosten-batenanalyse af van de uitgangspunten, zegt Jonkman. ‘In de Nederlandse business case is niet gerekend met een reële CO2-prijs om de milieueffecten in geld uit te drukken. Als Duitsland dat wel heeft gedaan, zorgt dat voor een negatief effect op de business case.’ Geen uitstel Koepelorganisatie Netbeheer Nederland ziet in de Nederlandse situatie geen aanleiding om de aanbieding van de slimme meter uit te stellen. Dat meldt woordvoerder Martijn Boelhouwer, die ook verwijst naar de kosten-batenanalyse van Kema uit 2010. ‘Deze analyse heeft een neutraal - positieve uitkomst. Op basis hiervan nam het kabinet het besluit om te starten met de aanbieding van de slimme meter. Britse uitrol onder vuur De Britse regering geeft de uitrol van de slimme meter groen licht, maar experts twijfelen aan de economische voordelen, meldt Computer Weekly. De overheid stelt de netto opbrengst van de slimme meter op een winst van 4,9 miljard Britse ponden, terwijl het Britse ingenieursbureau Mott MacDonald de netto waarde bepaalt op een verlies van 4,0 miljard. Volgens econoom en adviseur Alex Henney stelt de Britse Dit gebeurde mede met het oog op de beoogde energiebesparing die nodig is om aan de Europese richtlijn te voldoen.’ Overigens is de slimme meter niet verplicht voor consumenten, zegt Boelhouwer. Hij noemt naast energiebesparing ook andere voordelen voor consumenten, zoals tariefdifferentiatie. Hierdoor kunnen consumenten op termijn besparen op hun energiekosten als ze stroom gebruiken op momenten dat de stroomprijs laagt ligt. overheid de uitrol van de slimme meter te positief voor. Hij zegt dat de Britse uitrol twee keer zo duur is dan dat van Spanje en Italië. In Engeland hangt de uitrol af van de energieleveranciers en is een extra grote database nodig om informatie te verzamelen over van wie de meter is, bijbehorende kosten en het verhelpen van fouten. Henney denkt dat de slimme meter waarschijnlijk geen effect zal hebben op het energiever- Indicatie? Hoe het ook zij, minister Kamp verwacht eind dit jaar een besluit te nemen over het tempo van de grootschalige uitrol. ‘Als er indicaties zijn dat zich negatieve effecten voordoen ten aanzien van de maatschappelijke business case dan zal ik u dat laten weten,’ schreef minister Kamp in februari. De vraag is of de negatieve business case in Duitsland geldt als indicatie voor Nederland. Als dat het geval is bruik van consumenten. Veel huizen in Engeland gebruiken al efficiënte verwarmingsketels en energiezuinige verlichting. Ross Anderson, hoogleraar techniek & veiligheid aan de Universiteit van Cambridge, waarschuwt dat de slimme meter in Engeland niet zal zorgen voor de beoogde energiebesparing omdat ze wordt beheerd door energieleveranciers die erop zijn gericht om de verkoop van energie te maximaliseren. zal het ministerie van Economische Zaken zich ook moeten verdiepen in de Duitse kostenbatenanalyse. Of hebben onderzoekers van ACM en Agentschap NL dit al gedaan? Dat ligt niet voor de hand, omdat het rapport van Ernst & Young midden in de zomer werd gepubliceerd. Er is geen betere tijd om rapporten over het hoofd te zien dan tijdens de vakantie. Wellicht dat dit artikel daar iets tegen kan doen. www.ensoc.nl 9
  • 6. column Hamilcar Knops Alle beetjes helpen in deze tijden van economische crisis, ook een lagere energierekening. Besparen op de energiekosten begint natuurlijk met inzicht krijgen in het verbruik: energiemonitoring. Op basis daarvan kunnen bedrijven of huishoudens dan hun energieverbruik gaan managen. Met als doel om uiteindelijk minder te gaan verbruiken waardoor ze minder hoeven te betalen. overschotten aan energie weggooien? Dat is energiemanagement ‘oude stijl’. Want in de toekomst kan het wel eens zo zijn dat juist méér energie verbruiken geld oplevert, terwijl het ook nog eens goed is voor het milieu. Hoe kan dat? Tot nu toe waren elektriciteit en gas altijd schaars en hoorde bij momenten van piekvraag ook steeds een hoge prijs. Energiemanagement ‘oude stijl’ richt zich dan ook op het beperken van de energievraag, in het bijzonder wanneer de prijs hoog is. Een extreem voorbeeld gebeurde tijdens de elektriciteitscrisis in Californië: daar legde een industrie haar hele productie stil omdat het bedrijf meer geld kon verdienen met het doorverkopen van zijn (goedkoop ingekochte) stroom dan met het eigen bedrijfsproces. Dit kan echter radicaal gaan veranderen. In Europa zijn we op steeds grotere schaal windmolens en zonnepanelen aan het installeren. Hun elektriciteitsproductie is zeer variabel en niet volledig voorspelbaar. Er zullen momenten komen dat zowel wind- als zonne-energie bijna maximaal produceert en er een ‘overschot’ aan elektriciteit bestaat: het aanbod van elektriciteit overstijgt dan de vraag op dat moment. In Denemarken gebeurt dit al met enige regelmaat. De Denen exporteren hun overschot dan naar Noorwegen, waar het gebruikt wordt om water omhoog te pompen naar 10 ensoc magazine najaar 2013 de reservoirs van hun waterkrachtcentrales. Maar als straks ook Duitsland, Nederland en andere landen voor overschotten gaan zorgen, kan het oppompen van water niet meer altijd de oplossing zijn. We kunnen ook niet alle conventionele centrales uitzetten, want die blijven nodig voor de stabiliteit van het systeem. De experts vrezen dan ook dat we op bepaalde momenten overschotten aan windenergie en zonne-energie weg moeten gooien. In ouderwetse veilingtermen zullen we dan ‘wind moeten doordraaien’: het aanbod van stroom is groter dan de vraag, waardoor de prijs van elektriciteit nul wordt of zelfs negatief! Toch ben ik niet bang dat we straks echt windenergie ‘weg moeten gooien’. Ik verwacht namelijk dat er partijen komen die slim gebruik gaan maken van die lage (of negatieve) prijzen voor elektriciteit. Partijen die op die momenten juist voor een toename van de vraag gaan zorgen. Een van de kandidaten is de industrie. Zelf ben ik betrokken bij een project in de haven van Rotterdam om overschotten van stroom te gebruiken in chemische of industriële processen. Verschillende ideeën worden bekeken: elektriciteit omzetten in warmte of ook elektriciteit ‘omzetten’ in stoffen, zoals waterstof. Juist de combinatie met de bestaande infrastructuur en industrieën in het havengebied biedt vele kansen. De projectpartijen vatten het idee samen als ‘overslag van windenergie’: windenergie komt de haven binnen en verlaat het havengebied weer in de vorm van producten… Zo zorgt de ‘oude economie’ straks voor maximaal gebruik van groene stroom en geeft energiemanagement ‘nieuwe stijl’ het begrip ‘windhandel’ weer een heel nieuwe betekenis. www.ensoc.nl 11
  • 7. m i n i s t e r b l o k o p e n t v a k b e u r s e n e r g i e 2 0 1 3 ‘Meer actie nodig voor energiebesparing’ Stef Blok (Emmeloord, 10 december 1964) is sinds 5 november 2012 minister voor Wonen en Rijksdienst. Na het stedelijk gymnasium in Leiden studeert hij bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn studie werkt hij bij ABN-Amro. Ook is hij gemeenteraadslid in Nieuwkoop, waar hij voorzitter is van de VVD-fractie. Vanaf 1998 is Blok voor de VVD lid van de Tweede Kamer, waar hij zich bezig houdt met financiën, economische zaken, sociale zaken en rijksuitgaven. Van oktober 2010 tot september 2012 is Blok fractievoorzitter van de VVD. Blok staat Mark Rutte bij als secondant in de kabinetsformatie, waarbij hij onderhandelt met Diederik Samsom en Jeroen Dijsselbloem. Blok is pleitbezorger van een grotere marktwerking en terugdringing van ‘overheidsregels, administratieve lasten en bureaucratie’ in de non-profitsector, waaronder ‘zorg, woningbouw en onderwijs’. 12 ensoc magazine najaar 2013 Ondernemers kunnen meer consumenten verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen voor hun woning. Dat zegt minister Blok in een interview. Hij ziet dat er meer actie nodig is om energiebesparing in woningen op een hoger niveau te brengen, maar denkt op de goede weg te zijn met een fonds voor energiebesparing en een gratis energielabel. Tekst: Norbert Cuiper; foto: Rijksoverheid Energiebesparing bij woningen heeft een steuntje nodig in de rug. Dat blijkt uit het plan van de overheid om een nationaal energiebesparingsfonds fonds voor huiseigenaren op te zetten. Minister Stef Blok voor Wonen en Rijksdienst ondertekende daartoe in juli een intentieovereenkomst met de Rabobank. Het fonds moet goedkope leningen verstrekken aan woningbezitters om te investeren in energiebesparende maatregelen. ‘Nog voor het eind van dit jaar kunnen zij een beroep doen op het nationaal energiebesparingsfonds voor een goedkope lening om hun huis energiezuiniger te maken,’ meldt minister Blok. Hij verricht op dinsdag 24 september a.s. de officiële opening van de vakbeurs Energie. In een gesprek met Ensoc Magazine gaat hij in op de maatregelen van de overheid om energiebesparing in woningen te stimuleren. Het kabinet wil energiebesparing voorrang geven. Waarom is energiebesparing belangrijk? ‘Daarvoor bestaan een aantal goede redenen. Voor de huishoudens is het goed voor hun portemonnee, zeker in deze tijd waarin ze minder te besteden hebben. Ook is energie duurder geworden. Begin deze eeuw betaalde een huishouden jaarlijks gemiddeld 700 euro aan gas, nu ligt dat bedrag op 1200 euro. Elke Nederlander kan echter op deze kostenpost besparen door het huis goed te isoleren. Dat geldt niet alleen voor de particuliere sector, maar vooral voor de huurwoningen omdat daar de lagere inkomens zitten. Daarom hebben verhuurders convenanten ondertekend voor energiebesparing. Ik zie dat daarmee grote stappen vooruit worden gezet. Verder stellen we hogere eisen aan de energiezuinigheid van een woning, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. De overheid als grootste bezitter van gebouwen in Nederland geeft hierin ook het goede voorbeeld.’ www.ensoc.nl 13
  • 8. m i n i s t e r Gebeurt er in Nederland voldoende om woningen energiezuiniger te maken? ‘Er gebeurt al veel, maar er is nog meer nodig. We hebben in het woonakkoord afgesproken om het nationaal energiebesparingsfonds op te richten. Hiermee kunnen goedkope leningen worden verstrekt waarmee huiseigenaren en verhuurders kunnen investeren in energiebesparende maatregelen zoals isolatie en de aanschaf van zuinige ketels. Voor het fonds stelt de overheid 150 miljoen euro beschikbaar, maar bedrijven, banken en andere investeerders zullen dit fonds aanvullen tot 600 miljoen euro. Met de Rabobank hebben we al een overeenkomst gesloten, maar we zitten nog met meer banken om de tafel. Die hebben nog niet getekend, maar we verwachten wel dat het fonds in het najaar van start kan gaan. Dit betekent een forse impuls voor de bouw- en installatiesector. En er wordt in de komende drie jaar 400 miljoen uitgetrokken voor subsidies om sociale huurwoningen te verduurzamen, zo is afgesproken in het energieakkoord.’ ‘ et woonakkoord H voorziet in de oprichting van een nationaal energiespaarfonds’ Hoe scoort Nederland ten opzichte van omliggende landen met energiebesparing? ‘Nederland heeft op het gebied van energiebesparing al grote stappen gezet als je ons land vergelijkt met andere Europese landen. In de huursector hebben we al veel gedaan aan isolatie en andere besparende maatregelen. Via de bouwregelgeving scherpen we de eisen voor de energiezuinigheid aan, zodat isolatie verder wordt doorgevoerd. Dit gebeurt vooral bij nieuwbouw, maar de grote opgave blijft de bestaande bouw. Daarvoor moeten we huiseigenaren stimuleren om te investeren in energiebesparing. Dat kan onder meer met het nationaal energiebesparingsfonds, dat ook onderdeel uitmaakt van het energieakkoord. Daarnaast zorgen we dat het energielabel bij woningen standaard wordt. Ook 14 ensoc magazine najaar 2013 is de btw voor arbeidskosten bij renovatie, herstel en tuinonderhoud van woningen met 6 procent verlaagd tot maart 2014. Dat is écht een kans. Voor de consument en de markt.’ Het energielabel voor woningen is een langlopend dossier voor Nederland. ‘Het energielabel is voor alle Europese landen een langlopend dossier, niet alleen voor Nederland. Dat komt vooral doordat de richtlijn voor energiezuinige gebouwen te ingewikkeld is gemaakt. Het kabinet streeft echter naar een eenvoudig energielabel, zoals ook in het energieakkoord staat. Het nieuwe wetsvoorstel voor het label komt tegemoet aan de bezwaren uit de Tweede Kamer, die tegen verplichte invoering stemde. Dat houdt in dat een laagdrempelig energielabel beschikbaar komt, naast een energieprestatiecertificaat dat alleen een specialist kan vaststellen, om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor een bijdrage uit een fonds of een korting op de hypotheek. Het label is inmiddels voorgelegd aan de Europese Commissie. Uit een eerste gesprek blijkt het dit goed is ontvangen, maar op papier hebben we nog geen groen licht. Dit hangt nog af van de uitwerking. Er is eerst een goed systeem nodig om het energielabel via internet beschikbaar te maken.’ Verwacht u dat het energielabel voor woningen gemeengoed wordt in Nederland? ‘Ja, ik denk dat het energielabel bij woningen in Nederland de komende jaren steeds meer zal worden ingevoerd, zeker als het tegen lage kosten kan worden verstrekt zoals nu wordt voorgesteld. Nederlanders letten over het algemeen goed op hun portemonnee. Daarom denk ik dat ze hun woningen graag willen voorzien van een energielabel als ze dat goedkoop kunnen krijgen. Ik ben daar heel enthousiast over.’ Het energielabel wordt gekoppeld aan de huurprijs van huurwoningen. Dit moet verhuurders stimuleren te investeren in energiebesparende maatregelen. Gebeurt dat ook voldoende? ‘Ja. Het energielabel heeft invloed op de huurprijs via het woningwaarderingsstelsel. Dat biedt b l o k o p e n t woningcorporaties ruimte om energiebesparing te financieren. Maar er speelt ook een discussie over de heffing voor verhuurders. Dat moet woningcorporaties stimuleren om de financiën op orde te krijgen. Als de huren stijgen gebeurt dit niet vanzelf. De heffing zorgt ervoor dat woningcorporaties zich weer richten op hun kerntaak, namelijk het verhogen van de kwaliteit van de woningvoorraad.’ ‘ et energielabel H heeft invloed op de huurprijs, waardoor woningcorporaties energiebesparing kunnen financieren’ Soms gaat het mis, zoals bij het Hilwis-complex in Amsterdam, waar huurders extreem hoge stookkosten hebben, terwijl de eigenaar weigert om mee te werken aan isolatie. ‘Het Hilwis-complex betreft een oude flat in Amsterdam, waar de huurders met de verhuurder in discussie zijn over de snel oplopende stookkosten. Recent heeft de huurcommissie bepaald dat voor de jaren 2007 tot en met 2010 een doorberekening van 50% van de werkelijke kosten redelijk is. De huurders kunnen de verhuurder ook via de rechter verplichten bepaalde energiebesparende maatregelen aan te brengen, op voorwaarde dat daar een redelijke huurverhoging tegenover staat. Overigens zijn verhuurders in het algemeen goed bezig, dankzij het huurconvenant energiebesparing. Bovendien kunnen ze op termijn gebruik maken van het nationaal energiebesparingsfonds.’ ‘ p Prinsjesdag O presenteren we een indrukwekkende lijst aan maatregelen’ v a k b e u r s e n e r g i e 2 0 1 3 Op Prinsjesdag komt het kabinet met een begroting. Welke stimulerende maatregelen op gebied van energiebesparing zijn daarin opgenomen? ‘Daar kan ik nog niets over zeggen. Dat ziet u op Prinsjesdag. We hebben een indrukwekkende lijst aan maatregelen opgebouwd die we dan laten zien.’ Op 24 september a.s. mag u de vakbeurs Energie openen. Hoe kijkt u aan tegen deze beurs? ‘Het is voor mij de eerste keer dat ik de Energievakbeurs zal bezoeken. De beurs trekt me omdat energiebesparing voortkomt uit innovatie door ondernemers. De crux is dat ondernemers het verhaal aan de consument moeten vertellen, hoe zij op financieel voordelige wijze energie kunnen besparen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Ik zit regelmatig met ondernemers aan tafel, maar zie te weinig gebeuren dat ze hun klanten benaderen, zoals met een folder in de bus. Ook bij installatiebedrijven gebeurt dat te weinig. Ik heb zelf mijn huis laten isoleren en heb zelf een energielabel aangevraagd, omdat het me niet direct werd aangeboden. Dit betekent dat ondernemers nog meer kunnen doen om klanten over de drempel te halen teneinde te investeren in energiebesparing. Die boodschap zou de Energievakbeurs goed kunnen uitdragen. Ondernemers kunnen meer consumenten verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen.’ ‘ ndernemers kunnen O meer consumenten verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen’ www.ensoc.nl 15
  • 9. slimme meter zorgt voor groei in energieverbruiksmanagers Meer grip op energie met monitoring Energieverbruiksmanagers zijn producten en diensten die huishoudens en kleinzakelijke gebruikers inzicht geven in hun energiegebruik. Het inzicht helpt hen te besparen op energiekosten. Het is een nieuwe productcategorie waar velen nog onbekend mee zijn. Afgelopen twee jaar zijn 20 tot 25 energieverbruiksmanagers op de markt gekomen, dankzij de komst van de slimme meter. 16 ensoc magazine najaar 2013 Dit artikel gaat in op het belang van meer inzicht in energieverbruik voor het beheersen van energiekosten. Ook wordt beschreven op welke productkenmerken gelet kan worden bij de aanschaf van een energieverbruiksmanager. Dit is in eerste instantie gericht op huishoudens, maar is ook van toepassing op kleinzakelijke energiegebruikers. Tekst: Puk van Meegeren, manager communicatie Milieu Centraal Huishoudens: geen idee van energieverbruik Een groot deel van de huishoudens heeft geen inzicht in eigen energieverbruik: 44 % geeft aan niet te weten of men eind dit jaar moet bijbetalen voor de energierekening, of geld terugkrijgt; 31 % zegt het wel te weten, en 26% antwoordt neutraal. Dat blijkt uit onderzoek van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, in oktober 2012 uitgevoerd onder 1038 huishoudens door onderzoeksbureau GfK. Het gebrek aan inzicht heeft te maken met een gebrek aan informatie. Jaarlijkse nota biedt onvoldoende informatie Europa is al langere tijd afhankelijk van import De meeste huishoudens zijn voor inzicht in hun energieverbruik afhankelijk van hun jaarlijkse energienota. Dat is onvoldoende frequent voor inzicht in eigen verbruik. Bovendien is voor een consument de belangrijkste boodschap of hij of zij moet bijbetalen. Met andere woorden: was het maandelijkse voorschot voldoende of onvoldoende? Deze terugkoppeling kan consumenten op het verkeerde been zetten. Geld terug krijgen wil nog niet zeggen dat je weinig hebt verbruikt, het kan ook betekenen dat je voorschot hoog is. Energieverbruiksmanagers bieden huishoudens de mogelijkheid om veel vaker informatie te krijgen over hun energieverbruik, sommige producten geven zelfs het actuele verbruik aan. Ze brengen het verbruik in het hier en nu. Slimme meters creëren praktische mogelijkheden Regelmatige feedback op energieverbruik wordt al lange tijd gezien als een effectieve manier om consumenten te helpen met energie besparen. De eerste initiatieven in Nederland dateren uit de jaren tachtig. Destijds was het grote probleem hoe je huishoudens op een praktische en kosteneffectieve manier voorziet van gegevens over hun energieverbruik. Mensen moesten met pen en papier wekelijks hun meterstanden opnemen, en hun weekverbruik vergelijken met een standaard weekverbruik (afhankelijk van de buitentemperatuur in die week) dat in lokale bladen werd gepubliceerd. Het was een nogal omslachtige werkwijze, die voor veel huishoudens te veel moeite was. De komst van persoonlijke pagina’s op een website (begin deze eeuw) waar huishoudens hun meetgegevens konden invoeren, betekende een verbetering van de dienstverlening. De correctie naar buitentemperatuur (“graaddagen”) gebeurt automatisch, en de mogelijkheden voor presentatie zijn veel groter. Toch blijft het wekelijks handmatig registreren en invoeren van meterstanden een drempel. De komst van de slimme meter heeft het aanbod drastisch veranderd. Een slimme meter is een digitale meter voor het gas- en elektriciteitsverbruik. Een slimme meter op zichzelf biedt geen uitgebreide dienstverlening voor inzicht in energieverbruik. Maar als huishoudens een energieverbruiksmanager aan de slimme meter koppelen, krijgen ze moeiteloos dagelijks of zelfs op ieder moment (real time) informatie over het eigen gebruik. www.ensoc.nl 17
  • 10. Besparing door energieverbruiksmanagers Het gebruik van apps, displays en websites voor meer inzicht in energieverbruik kan leiden tot een besparing van zo’n vijf procent op de energierekening. Voor een gemiddeld huishouden komt dit neer op een besparing tussen de 100 euro per jaar. Milieu Centraal baseert deze indicatie van de besparing op een inventarisatie van pilots met energieverbruiksmanagers en van wetenschappelijke experimenten met feedback op energieverbruik. In de praktijk zal de besparing meer of minder zijn. De ene tool is de andere niet. Er zijn verschillen in functionaliteit en presentatie, die van invloed zijn op het besparingseffect. Bovendien is de ene gebruiker meer gemotiveerd dan de andere. En heeft de ene gebruiker meer mogelijkheden tot verandering (denk aan investeringen in energiebesparende maatregelen) dan de ander. Kenmerken energieverbruiksmanagers Op basis van ervaringen en onderzoeken lijken onderstaande kenmerken van belang voor het kiezen van een energieverbruiksmanagers. Elektra én gas Als een tool naast het elektriciteitsverbruik ook gegevens biedt over het gasverbruik, levert dat meer handelingsperspectieven voor besparing op. Ongeveer twee derde van het energieverbruik in huis is gas, een derde is elektra. Energieverbruik én kosten in euro Consumenten kunnen zich meer voorstellen bij euro’s dan bij kilowattuur (de maat voor elektriciteitsverbruik)en kubieke meter gas. Tools die de gebruiker in staat stellen zelf te kiezen tussen een weergave in euro’s en een weergave in kilowattuur en kubieke meter gas, zijn het meest effectief. Totaal verbruik én afzonderlijk verbruik Als een tool naast het totale verbruik van gas 18 ensoc magazine najaar 2013 en elektriciteit ook informatie geeft over het gasverbruik van verwarming en warm water afzonderlijk en van het elektriciteitsverbruik van afzonderlijke apparaten, is er meer inzicht in wat bijdraagt aan een hoog energieverbruik. Dat biedt meer handvatten voor besparing. Vergelijkingen Door het verbruik van een huishouden te vergelijken met anderen in dezelfde situatie, of met een vergelijkbare periode, of met gestelde doelen krijgt de informatie meer betekenis. Uit verschillende sociaalpsychologische onderzoeken blijkt dat vergelijking met anderen (sociale vergelijking) een sterke motivatie kan opleveren. Sociale vergelijking lijkt zeker voor de startfase een essentieel kenmerk, waarmee een gebruiker in geval van ‘meer verbruik dan anderen’ geprikkeld wordt om aan de slag te gaan. In geval van inzicht in afzonderlijk verbruik vergroot het presenteren van referentiegegevens het inzicht. Bijvoorbeeld gegevens over het energieverbruik van jouw koelkast afzetten tegen die van een vergelijkbare, meest zuinige koelkast. Handelingsperspectief bieden Tips en adviezen (op maat) zijn belangrijk voor het bieden van een handelingsperspectief voor besparen. Voldoende opvallend Opvallende tools krijgen meer aandacht van de gebruiker. Displays in de woonkamer hebben daarbij een voordeel boven een persoonlijke webpagina. Leuk In algemene zin geldt: applicaties die leuk zijn om te doen, een soort spelelement of uitdaging of competitie bevatten, en de nieuwsgierigheid prikkelen, trekken meer de aandacht. Overzicht energieverbruiksmanagers Milieu Centraal presenteert op www.energieverbruiksmanagers.nl een beschrijving van alle beschikbare producten en diensten. Energieakkoord: winst voor milieu? Voor de zomervakantie werd een energieakkoord op hoofdlijnen gepresenteerd. De belangrijkste vraag die na het bestuderen van het akkoord overblijft: is de milieubeweging terecht blij met dit akkoord? Tekst: Henri Bontenbal W ie door een pessimistische bril naar het energieakkoord kijkt, ziet dat het weinig nieuws biedt. Zo is energiebesparing terecht een belangrijke pijler in het akkoord. Het maatregelenpakket moet een energiebesparing van 100 PJ in 2020 opleveren en tenminste 1,5% energiebesparing per jaar, maar was 100 PJ niet ook al de doelstelling van het programma Meer met Minder, overeengekomen in 2008? En is 1,5% energiebesparing per jaar niet allang verplicht volgens de Europese richtlijn voor energiebesparing? Oud nieuws De maatregel voor energiebesparing is illustratief voor andere maatregelen uit het energieakkoord. De 6.000 MW aan windenergie op land is staand beleid. De korting op de energiebelasting voor energiecoöperaties die zonnestroom aan hun leden leveren, stond al in het regeerakkoord. Het kabinet gaat z’n best doen in Brussel voor een verbeterde emissiehandel, zo staat in het akkoord, maar deed dat op verzoek van de Tweede Kamer allang. Ook worden de vijf oudste kolencentrales gesloten, maar met een Europees emissiehandelssysteem zet dat niet veel zoden aan de dijk, want het plafond voor de emissie van broeikasgassen in de EU verandert daardoor niet. Investeren Staan er dan niets positiefs in het energieakkoord? Natuurlijk wel. We gaan fors investeren in se ur ta nd ig ad vi ba l is ze lfs nb al . He nr i Bo nt en .b ur ob on te ba l (w w w ew er ke r Bu ro Bo nt en bi j le id sm ed vo or he en be ac tie nl ) en w as bi j de CD A- fr ur za am he id er gi e en du en de Ka m er in de Tw ee windenergie op zee en beperken het bijstoken van biomassa in kolencentrales. Er komt een expertisecentrum voor de ondersteuning bij de meest effectieve energiebesparingsmaatregelen, de Wet Milieubeheer gaat intensiever gehandhaafd worden en er komt een soort APK voor energie-efficiency bij bedrijven. Tevens komt er een innovatieprogramma voor cleantechdemonstratieprojecten. Maar is dit voldoende voor de natuur- en milieuorganisaties? Hebben zij voldoende ‘binnengehaald’? In de verdediging Milieuorganisaties krijgen het moeilijk, zo verwacht ik. Zij moeten immers verdedigen dat de doelstelling voor het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix van 2020 wordt bijgesteld van 16% naar 14%. Zij krijgen daar de sluiting van vijf oude kolencentrales, meer windenergie op zee en een beperkte inzet van biomassa in kolencentrales voor terug, maar waren deze maatregelen niet ook zonder het energieakkoord genomen door de Tweede Kamer? Tegelijkertijd zullen zij alle andere maatregelen uit het energieakkoord moeten verdedigen. Lastige opgave Het energieakkoord bevat te weinig harde afspraken en mist creativiteit. De milieuorganisaties hadden het akkoord met opgeheven hoofd kunnen verdedigen als daarin was afgesproken dat er een klimaatwet kwam, waarin harde doelstellingen voor CO2-reductie worden vastgelegd; of een energieakkoord waarin er een koppeling werd gemaakt tussen energiebelasting van grootverbruikers en de daadwerkelijk gerealiseerde energiebesparing; of waarin er sprake was van vergaande fiscale vergroening; of waarin tal van creatieve en vernieuwende beleidsmaatregelen stonden die in de praktijk voor een omslag zouden zorgen. Nu staan zij echter voor een lastige opgave. www.ensoc.nl 19
  • 11. energiebau sol ar power benelux op de vakbeurs energie 2013 Roel Cals (geboren 18 september 1965 te Beek) studeerde chemische technologie en kunststoftechnologie. Cals begon zijn loopbaan als kunststoftechnoloog bij DSM. Van 1994 tot 1998 was hij directeur voor Dyka Kunststofleidingsystemen in Tsjechië om daar twee verkoopkantoren te openen. Daarna bekleedde hij diverse managementfuncties bij isolatieproducent Rockwool, waar hij twaalf jaar werkte, waarvan twee voor Rockfon UK in Londen. Sinds 2011 is hij algemeen directeur van Energiebau Solar Power Benelux, een dochter van het van origine Duitse Energiebau dat zich de laatste jaren heeft toegelegd op de verkoop en distributie van zonne-energie systemen. Daarnaast voert hij de regie over de verkoop in Duitsland en Oostenrijk als sales director Central Europe. Naast zijn werk zit Cals ook in het bestuur van brancheorganisatie PV Vlaanderen. ‘ onnez panelen blijven goedkoop’ De prijs voor zonnepanelen kan laag blijven doordat de productie grootschaliger en efficiënter zal plaatsvinden na de consolidatie onder producenten. Dat zegt directeur Roel Cals van PV-groothandel Energiebau, die dit jaar weer aanwezig is op de vakbeurs Energie. ‘Het zelf opwekken van stroom blijft financieel aantrekkelijk,’ zegt Cals. Tekst: Norbert Cuiper 20 ensoc magazine najaar 2013 ‘Zonnepanelen en monitoring goede partners’ Zonne-energie en het monitoren van stroomverbruik en opbrengst uit de zonnepanelen passen goed bij elkaar. Dat geldt vooral voor grotere PV-installaties, zegt directeur Roel Cals van Energiebau Solar Power Benelux. ‘Bij grotere installaties is monitoring onontbeerlijk. Hoe groter de installatie des te aantrekkelijker het wordt om verbruik en productie continue te volgen,’ zegt Cals. Hij kent diverse praktijkvoorbeelden, zoals een groot PV-systeem met 365 zonnepanelen van Eneco op het DSMterrein in Sittard-Geleen. De PV-installatie is gekoppeld aan een meetsysteem. Van projecten in Duitsland weet Cals dat meten belangrijk is om fouten in het PV-systeem te signaleren. ‘Defecten moeten we zien te voorkomen, want die halen het rendement omlaag.’ Volgens Cals is de juiste manier om de stroomproductie te meten ten opzichte van de zonintensiteit, waardoor afwijkingen goed zijn te verifiëren. D e markt voor zonnepanelen zit dit jaar flink in de lift. Dat is te merken aan de groei van de geïnstalleerde capaciteit in Nederland. In 2012 is naar schatting circa 175 megawatt PV geïnstalleerd, verwachting is dat er dit jaar ongeveer 250 MW zal worden geïnstalleerd. ‘De markt is vorig jaar aangeslagen en groeit nu heel snel,’ zegt Roel Cals aan het begin van een telefonisch interview. De directeur van PV-leverancier Energiebau Solar Power Benelux heeft al bijna drie jaar de leiding over de organisatie in Nederland, België en Luxemburg. Hij is zeer te spreken over de positieve ontwikkeling in Nederland. ‘De groeiende omzet in Nederland compenseert de dalende verkoop in Vlaanderen, waar de subsidies zijn teruggeschroefd waardoor de Belgische markt is ingezakt,’ vertelt Cals. Ping-pong Vooruitkijken naar de toekomst is een stuk lastiger, geeft Cals toe. Zo is nog onduidelijk of de Europese importheffing op Chinese zonnepanelen een blijvend effect zal hebben. Dat geldt ook voor het terugschroeven van subsidies, zoals onlangs in Spanje is gebeurd. Toch kan Cals wel iets zeggen over de invloed van deze maatregelen op het aankoopgedrag van particulieren. ‘Het effect van subsidies op zonnepanelen is vooral psychologisch. Mensen wachten met de aankoop van zonnepanelen als ze geen subsidie meer kunnen krijgen. Ze denken dan dat ze iets missen en dat men beter kan wachten totdat er weer een subsidie potje beschikbaar is. Een stabiel en langdurig beleid vanuit Den Haag zou gunstiger zijn voor de zonne-energiemarkt, of er nu veel of geen subsidie gegeven zou worden. Dat voorkomt namelijk dergelijke ping-pong effecten.’ Importheffing EU Prosun diende vorig jaar een klacht in bij de Europese Commissie over Chinese producenten die goedkope panelen op de Europese markt dumpten. De klacht werd gehonoreerd, waarop een importheffing op Chinese panelen werd ingevoerd. Verder overleg resulteerde in een minimum exportprijs voor Chinese panelen als compromis. Cals: ‘Die minimumprijs ligt op 56 eurocent per Wattpiek, al komen daar nog kosten bij voor transport, handeling, ingangscontroles, rente en douane. Verder geldt per producent een maximaal exportvolume, verdeeld over circa honderd producenten. Dit resulteert waarschijnlijk in een snellere consolidatie onder de Chinese panelenproducenten. Dat is positief voor de branche en de gemiddelde kwaliteit van zonnepanelen. De kleine kwalitatief laagwaardige Chnese producenten zullen dan afvallen.’ Onbekend Europa kan volgend jaar maximaal 7 gigawatt aan zonnepanelen uit China importeren onder deze regeling. Bij Energiebau gaat dat gepaard met zorgvuldige ingangscontroles, vertelt Cals. ‘Er bestaan nog steeds verschillen in kwaliteit tussen diverse zonnepanelen en verschillende productielocaties, maar die zijn niet meer zo groot als voorheen.’ De dreiging van de Europese importheffing zorgt ervoor dat Chinese producenten hun fabricage verplaatsen naar andere landen, zoals Maleisië, Korea, India of Taiwan. Ook zijn in deze landen nieuwe spelers ontstaan. Dat merkt Cals aan de ‘meest rare aanbiedingen met lagere prijzen’. ‘NietChinese producenten zie je nu ook stunten met lage prijzen. Dat zijn tal van onbekende merken. Of daartussen een betrouwbare partner zit? Die hebben we tot nu toe nog niet echt gevonden. Dat is niet eenvoudig gezien de garanties van oorsprong en de kwaliteit die wij eisen.’ Consolidatie Zonnestroom is sinds vorig jaar goedkoper dan elektriciteit uit het net. Blijft dat zo? Cals: ‘Ja. De systeemprijzen stabiliseren zich, hoewel het gaat om een kunstmatig lage prijs vanwege de 50 tot 70 gigawatt wereldwijde overcapaciteit. Op lange termijn worden de prijzen niet hoger omdat producenten zonnepanelen op grotere schaal en effectiever kunnen gaan produceren.’ Ook ziet Cals dat sommige Chinese producenten geen verlies meer draaien en over het tweede kwartaal positieve cijfers laten zien. ‘Er zijn circa 600 tot 700 Chinese producenten, maar daarvan zullen er vele verdwijnen of worden overgenomen. Na deze consolidatie blijven er tientallen grotere producenten over. Die kunnen hun activiteiten grootschaliger en efficiënter opzetten. Dan is de huidige lage prijs haalbaar, en wordt het opwekken van eigen stroom financieel nog aantrekkelijker.’ www.ensoc.nl 21
  • 12. v e r s l a g TNO: Nederland moet schaliegas niet bij voorbaat uitsluiten Tekst: Norbert Cuiper Schaliegas: kans of bedreiging? Proefboring bij het Britse Blackpool. Cuadrilla wil ook in Nederland boren naar schaliegas (foto Fibronot.nl) 22 ensoc magazine najaar 2013 Schaliegas heeft een belangrijke impact op de energiemarkt. Vormt het een bedreiging of biedt het juist kansen? Risico’s voor mens en milieu zijn beheersbaar en economisch is winning interessant. Dat zijn redenen om proefboringen toe te staan, meldt TNO. c o n g r e s s c h a l i e g a s ‘De aanwezigheid van schaliegas is niet nieuw, maar wel de economische winning ervan,’ zegt directeur gastechnologie René Peters van TNO aan het begin van een conferentie van Ensoc bij FB in Hilversum. Schaliegas is de laatste tijd volop in het nieuws, vanwege weerstand tegen plannen om in Nederland te boren naar schaliegas. ‘Vijf jaar geleden wist het grote publiek weinig van schaliegas, nu wekt het onderwerp veel discussie op,’ vertelt Peters. Een recente opiniepeiling rondom de verhouding tegenstanders en voorstanders bleek rond de 50 tegen 50. Peters ziet dat de publieke opinie over de winning van schaliegas negatief wordt beïnvloed vanwege 'slordig boren en fracken' in de VS, zoals in de documentaire Gasland te zien is, waarbij gas uit de waterkraan stroomt. Dit extreme incident uit de VS halen tegenstanders veelvuldig aan als het gaat om de risico’s voor mens en milieu. Fracken De winning van schaliegas kan net zoals bij aardgas op verschillende manieren gebeuren, vertelt Peters. Verticaal boren is de makkelijkste manier om een voorraad gas te bereiken, maar soms is het nodig om horizontaal te boren. Daarnaast is het nodig om een mengsel van water, zand en chemicaliën onder hoge druk in de boorput te spuiten teneinde het schaliegesteente te breken. ‘Deze techniek noemen we fracken,’ zegt Peters. Hij vertelt dat in Nederland al honderden putten zijn gefrackt bij conventionele gasvelden, vaak in verticale putten. Bij het horizontaal boren gebeurde dat tot nu toe slechts 10 tot 20 maal. Het fracken, dat is uitgevonden door George Mitchell in de VS, vormt een doorbraak bij de winning van gas. Inmiddels passen diverse bedrijven deze techniek toe om aardgas te winnen. Fracken is daarmee een bewezen techniek. Reserves Opmerkelijk is dat soms ook veel schaliegas voorkomt in landen die weinig olie en aardgas bezitten. Dat blijkt uit een recent rapport van het Amerikaanse ministerie van Energie. Peters: ‘China kan met schaliegas zelfvoorzienend worden. Dat geldt mogelijk ook voor Polen, dat nu nog volledig afhankelijk is van Rusland voor de import van aardgas,’ zegt Peters. Voor Nederland gaat die vlieger niet op, al bezit ons land wel degelijk aanzienlijke voorraden aan schaliegas. Die zijn nog altijd een stuk kleiner dan het gasveld in Groningen. Dankzij dit gasveld was Nederland lange tijd minder afhankelijk van import uit het buitenland, maar de bodem van het gasveld is in zicht. Schaliegas kan de import van aardgas uit het buitenland enkele jaren uitstellen. Dat zou vooral een uitkomst zijn voor Engeland, zegt Peters. Import ‘De Britten zijn sterk afhankelijk van import. De winning van schaliegas kan deze importafhankelijkheid sterk verminderen,’ zegt Peters. Het Britse gasbedrijf Cuadrilla heeft in Engeland toestemming om te boren naar schaliegas. Het bedrijf toont ook belangstelling om in Nederland naar schaliegas te boren. Daarbij heeft ze vooral de provincie Brabant op het oog. ‘Brabant bevat zowel gesteentes uit de Carboon als uit de Jura. www.ensoc.nl 23
  • 13. v e Die kunnen beiden schaliegas bevatten,’ zegt Peters. Nadelig is dat Brabant een dichtbevolkt gebied is waardoor omwonenden last kunnen hebben van geluid en trillingen als gevolg van de boringen. Voor bewoners in Brabant is dat reden om tegen schaliegas te zijn. Tegenstanders van de winning van schaliegas vrezen ook aantasting van het milieu. Zo kunnen chemicaliën in de ondergrond terecht komen en kunnen zware metalen of radioactieve materialen meekomen met het gas, waardoor ze mogelijk in het grondwater zouden komen. ‘In Nederland komen in de ondergrond veel natuurlijke breuken voor. Het is zaak om dan bij het fracken uit de buurt te blijven van die breuken,’ zegt Peters. Gelukkig heeft Nederland veel kennis van de ondergrond: voor de winning van aardgas zijn al 5000 putten geboord. Om te voorkomen dat er lekken van chemicaliën naar grondwater kunnen ontstaan door een slechte afdichting bestaat een oplossing, vertelt Peters. ‘Dat is een kwestie van het verbuizen van de boor en een goede afdichting met cement. Deze techniek wordt ook in conventionele gaswinning toegepast en heeft in Nederland nog niet tot lekkage geleid.’ Water Peters stelt tegenstanders van schaliegas gerust door te wijzen op het verleden. ‘Nederland heeft vijftig jaar praktijkervaring met de winning van aardgas. Er is volgens Nogepa nog geen enkele lekkage geconstateerd. Waterbedrijven controleren het grondwater goed voordat ze het oppompen. Hieruit blijkt dat in Nederland nog geen vervuiling van het water door de winning van olie of aardgas is opgetreden. Water bevat in Nederland altijd een spoortje aardgas, maar het wordt pas spannend als chemicaliën in het water terecht komen. We moeten het water dus controleren voordat we het gebruiken voor drinkwater, maar dat gebeurt ook permanent.’ Nederland moet schaliegas niet bij voorbaat uitsluiten op basis van negatieve verwachtingen, zegt Peters. ‘We moeten technieken verder ontwikkelen om de winning van schaliegas te verbeteren.’ Brabant Zowel provincie Brabant als Cuadrilla zijn vertegenwoordigd in het publiek. Van Cuadrilla is technisch directeur Henk Duyverman aanwezig, maar die stelt geen vragen tijdens de conferentie. Beleidsmedewerker duurzaamheid Kristie van Damme-Swolfs van de regio West-Brabant volgt de discussie over de winning van schaliegas op de voet. Ze vraagt of schaliegas wel past in de overgang naar een duurzame energievoorziening. ‘De gemeenten in West-Brabant dragen duurzaamheid hoog in het vaandel. De winning van schaliegas kan economisch rendabel zijn, maar dat betekent nog niet dat het past in een duurzame energievoorziening.’ Tom Schurmans van Cargill acht de kans klein dat Nederland schaliegas gaat winnen, in verband met de vermeende risico’s. Bovendien zijn er hogere energieprijzen nodig om schaliegas rendabel te laten zijn, aldus Schurmans. 24 ensoc magazine najaar 2013 .......................... .......................... .......................... ‘ eze techD niek wordt ook in conventionele gaswinning toegepast en heeft in Nederland nog niet tot lekkage geleid.’ .......................... .......................... .......................... ‘ e moeten W het water dus controleren voordat we het gebruiken voor drinkwater, maar dat gebeurt ook permanent.’ .......................... .......................... .......................... ‘ e winning D van schaliegas kan economisch rendabel zijn, maar dat betekent nog niet dat het past in een duurzame energievoorziening.’ .......................... .......................... .......................... r s l a g 'Schaliegas steunt duurzame energie' De winning van schaliegas kan de ontwikkeling van duurzame energie ondersteunen. Dat meldde energieadviseur Marten Turksema tijdens het congres bij FB in Hilversum. Volgens Turksema zal schaliegas bijdragen aan een groter aanbod van aardgas, waardoor de gasprijs zal dalen. ‘Dit heeft een gunstige uitwerking op het rendement van gascentrales, die geschikt zijn om flexibel elektriciteit te produceren. Dit hebben we nodig om te anticiperen op een groeiend en variabel aanbod aan wind- en zonne-energie,’ zegt Turksema. Hij denkt dat de gasprijs kan stijgen als de vraag c o n g r e s s naar aardgas groeit door de bouw van meer gascentrales. Turksema verwacht dat aardgas kolen gaat verdringen omdat gascentrales flexibeler kunnen opereren dan kolencentrales. Zijn visie is opmerkelijk, omdat schaliegas en duurzame energie over het algemeen als twee tegengestelde bronnen worden gezien. Volgens Turksema zijn de bronnen eerder aanvullend en kunnen ze elkaar versterken. Lagere gasprijs door schaliegas De winning van schaliegas kan de gasprijs in Nederland en Europa in 2035 verlagen tot zes procent. Dat blijkt uit een studie van consultant A.T. Kearney, meldt expert olie gas Cyril Widdershoven. Hij c h a l i e g a s noemt het effect van schaliegas op de gasprijs 'niet structureel.' Volgens A.T. Kearney zal het aandeel van schaliegas 7,9 procent per jaar moeten stijgen tot 45% in 2035. Widdershoven verwacht niet dat Nederland een leidende rol zal spelen bij de winning van schaliegas. Hij verwacht dat Nederland meer aardgas zal importeren dan zich zal richten op het zelf winnen van schaliegas. De import zal vooral komen uit landen als Rusland. Import van vloeibaar aardgas (LNG) is kostbaar omdat LNG te duur is om te maken. ‘Het was slim om te investeren in LNG totdat de olieprijs ging stijgen terwijl de gasprijs daalde. Nu is er geen hond meer om LNG naar de VS te exporteren’, aldus Widdershoven. In de documentaire Gasland stroomt gas uit de waterkraan (foto Wanttoknow.nl) www.ensoc.nl 25
  • 14. Argumentenkaart schaliegaswinning Schaliegaswinning draagt bij aan de energievoorziening van Nederland Schaliegas kan de dalende Nederlandse gasvoorraad en gasproductie (deels) compenseren. Schaliegas kan de benodigde energie leveren tijdens de transitie naar duurzame energie. Schaliegas kan pieken in de energievraag opvangen als levering van duurzame energie tekortschiet. Schaliegaswinning levert kennis die gebruikt kan worden voor andere energiewinning, zoals voor geothermie. Schaliegas is relatief milieuvriendelijk Verbranding van schaliegas levert per eenheid energie minder broeikasgas dan van steenkool en olie. Het directe alternatief, geïmporteerd (vloeibaar) aardgas, kan elders tot zwaardere milieuproblemen leiden. Nederland kan opgedane kennis inzetten voor milieuvriendelijke schaliegaswinning in het buitenland. Schaliegaswinning draagt bij aan veiligheid Energie Milieu Wat is schaliegas? Energie Financiering van schaliegaswinning verdringt financiering van duurzame energie. Schaliegaswinning stelt de noodzaak uit om over te schakelen op duurzame energie. Schaliegaswinning vergroot de gasafhankelijkheid en versterkt hiermee de lobbykracht van de gasindustrie. Schaliegas is aardgas dat “opgesloten” zit in kleisteenlagen (schalies) in de ondergrond. Deze lagen bevinden zich in Nederland meestal op meer dan twee kilometer diepte. Er zijn proefboringen nodig om te bekijken hoeveel gas er aanwezig is en of dit economisch rendabel gewonnen kan worden. Schaliegaswinning schaadt het milieu Milieu Veiligheid Schaliegaswinning maakt gebruik van bewezen technologie waardoor veiligheidsrisico’s beperkt zijn. Schaliegaswinning kan leiden tot extra investeringen in het onderhoud van de gasinfrastructuur. Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen de winning van schaliegas? Schaliegaswinning bemoeilijkt de overgang naar duurzame energie Schaliegaswinning kan leiden tot grondwaterverontreiniging wat onder meer de drinkwaterkwaliteit schaadt. Schaliegaswinning behoeft veel water waardoor de grondwaterstand kan dalen. Schaliegaswinning noodzaakt tot veel transport, zoals van materialen en water, hetgeen het milieu belast. Boorputten die na winning achterblijven kunnen op termijn gaan lekken en zo het grondwater verontreinigen. Schaliegaswinning beperkt de ruimte en ontsiert het landschap Schaliegaswinning beperkt de ondergrondse ruimte voor andere toepassingen, zoals voor geothermie. Schaliegaswinning behoeft boorputten die het landschap ontsieren. Schaliegaswinning is gevaarlijk voor werknemers en omwonenden Veiligheid Schaliegaswinning brengt het risico van kleine aardschokken en bodemdaling met zich mee. Schadelijke stoffen in de schalielaag kunnen naar de oppervlakte komen wat gezondheidsrisico’s oplevert. Over de effecten van schaliegaswinning en effectieve maatregelen bij ongelukken is weinig kennis. Schaliegaswinning kan leiden tot ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van brandgevaarlijke gaslekken. Schaliegaswinning levert Nederland geld op Het Rijk verdient als aandeelhouder aan de verkoop van schaliegas. Gasproducenten betalen het Rijk belasting over het gewonnen schaliegas. Het Nederlandse gastransportnetwerk wordt langer benut dus investeringen hierin renderen beter. Nederland kan de kennis en ervaring rond schaliegaswinning exporteren. Schaliegas geeft Nederland meer mogelijkheden om te handelen in gas (voorraad, in- en verkoop). Voor Schaliegaswinning kost veel geld en het is onduidelijk hoeveel het oplevert Economie Schaliegaswinning vergroot de lokale economische bedrijvigheid Schaliegaswinning biedt ondernemingskansen voor lokale bedrijven. Schaliegaswinning leidt tot regionale werkgelegenheid. Schaliegaswinning versterkt de positie van de Nederland Schaliegas verkleint de politieke afhankelijkheid van Nederland van internationale energieleveranciers. Schaliegaswinning verkleint de kans dat Nederland betrokken raakt bij internationale conflicten rondom gas. Tegen Politiek Economie Deze kaart geeft een overzicht van de argumenten voor en tegen winning van schaliegas in Nederland. De argumenten voor en tegen proefboringen, anders dan als eerste stap in het winnings-proces, zijn buiten beschouwing gehouden. De kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronder zoek en twee denksessies met deskundigen vanuit verschillende achtergronden. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. Proefboringen kosten de belastingbetaler geld omdat de Nederlandse staat hierin investeert. Het verontreinigde afvalwater kan alleen tegen zeer hoge kosten volledig gezuiverd worden. De complexiteit van de Nederlandse ondergrond vraagt om veel proefboringen wat veel geld kost. Het is onduidelijk hoeveel rendabel winbaar schaliegas er in Nederland beschikbaar is. Schaliegaswinning vereist aanpassing van bestaande wet- en regelgeving Proefboringen hebben mogelijk milieu-effecten, de Mijnbouwwet vereist geen inventarisatie hiervan. Het wettelijke toezicht is onvoldoende toegespitst op de specifieke techniek van schaliegaswinning. Politiek Schaliegaswinning stuit op weerstand bij het publiek Materiaaltransport en boringen leiden tot hinder voor omwonenden. Omwonenden vrezen dat huizenprijzen in de omgeving van de boorputten dalen. Informatie over schaliegaswinning loopt erg uiteen, burgers weten niet wat ze kunnen geloven. Schaliegaswinning is een stap terug: grotere afhankelijkheid van gas in plaats van duurzame energie. Gasproducenten zijn weinig transparant wat wantrouwen opwekt bij het brede publiek. Schaliegaswinning brengt rust in het kernenergiedebat Schaliegaswinning maakt (de bouw van) nieuwe kerncentrales in Nederland voorlopig onnodig. in opdracht van: gemaakt door: © 2011 26 ensoc magazine najaar 2013 www.ensoc.nl 27
  • 15. n e d e r l a n d h o e f t g e e n a pa r t e w e t t e m a k e n vo o r w i n n i n g va n s c h a l i e g a s Recht klaar voor schaliegas Het wettelijk kader in Nederland biedt voldoende handvatten om potentiële risico’s van opsporing en winning van schaliegas bij de besluitvorming mee te nemen en af te wegen. Het recht is in die zin klaar voor de juridische afweging rond de winning van schaliegas. Dit betekent echter niet dat schaliegaswinning ook daadwerkelijk wordt toegestaan in Nederland. Tekst: Robin Aerts en Iman Brinkman, advocaten bij Pels Rijcken Droogleever Fortuijn N.V. 28 ensoc magazine najaar 2013 Met het slinken van de conventionele gasvoorraden is de belangstelling voor schaliegas de laatste tijd toegenomen. Schaliegas is aardgas, net als conventioneel gas, maar het zit opgesloten in een andere, compacte aardlaag (leisteenlaag), veelal dichter bij het aardoppervlak. Om het schaliegas uit die aardlaag te winnen wordt ‘fracking’ toegepast. Dat is een techniek waarmee, kortweg, de aardlaag waarin het gas besloten zit door middel van water, zand en chemicaliën wordt opengebroken en opengehouden, zodat het gas vrijkomt en gewonnen kan worden. Optimistische scenario’s veronderstellen dat er wereldwijd grote schaliegasreserves zijn. De schattingen voor de Nederlandse schaliegasvoorraad lopen uiteen van 200 tot 500 miljard m3. Daarmee kan de energievoorziening voor vele tientallen jaren veiliggesteld worden. Onderzoek Op dit moment wordt er nog geen schaliegas gewonnen in Nederland. Niet in de laatste plaats omdat er op maatschappelijk vlak nog de nodige reserves bestaan bij schaliegaswinning. De vrees bestaat dat schaliegaswinning risicovol is en een gevaar vormt voor de veiligheid en het milieu. Zo heeft waterbedrijf Vitens zich bezorgd getoond over het risico van vervuiling van de ondergrondse watervoorraden, doordat bij het ‘fracken’ (kraken) van het schaliegesteente het grondwater vervuild zou kunnen raken. Verder bestaat er angst voor aardbevingen en bodemdaling. Minister Kamp van Economische Zaken gaf opdracht tot een onderzoek naar de mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schaliegas voor met name de veiligheid voor natuur, mens en milieu. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Aanvullend onderzoek naar mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schalie- en steenkoolgas in Nederland’. Het rapport concludeert dat de mogelijke gevolgen en risico’s van het opsporen en winnen van schaliegas voor natuur, mens en milieu beheersbaar zijn. Hiermee is een belangrijke stap gezet richting het eventueel winnen van schaliegas in Nederland. Reden genoeg om in deze bijdrage kort stil te staan bij het juridisch kader rond schaliegaswinning. Vergunningen betekent dat voor de opsporing en winning van schaliegas een opsporings- respectievelijk winningsvergunning van de minister van Economische Zaken vereist is. Een opsporingsvergunning is een marktordeningsvergunning die een onderneming het alleenrecht geeft om binnen een bepaald gebied en binnen een bepaalde periode (doorgaans drie jaar) tot opsporing over te gaan c.q. één of meer proefboringen uit te voeren. Een winningsvergunning verleent het alleenrecht om in een bepaald gebied te winnen. De Mijnbouwwet kent een begrensd aantal gronden om een aangevraagde opsporings- of winningsvergunning te weigeren. Dit betekent echter niet dat de afwegingsruimte om een aangevraagde vergunning al dan niet te verlenen beperkt is. Integendeel, zo kan de minister een aanvraag om een vergunning afwijzen op grond van de wijze waarop de aanvrager van plan is de te vergunnen activiteiten te verrichten. Hoewel de parlementaire geschiedenis er veeleer op lijkt te duiden dat deze weigeringsgrond een efficiënte en doelmatige winning beoogt te bereiken, lijkt bijvoorbeeld niet uitgesloten te zijn dat deze weigeringsgrond ruimte laat voor het meewegen van het aantal boorputten voor schaliegaswinning. Winningsplan Zou de minister een vergunning verlenen voor schaliegaswinning, dan dient de vergunninghouder voorafgaand aan daadwerkelijke winning nog een winningsplan op te stellen. Hierin worden onder meer de wijze en duur van winning beschreven en de maatregelen die getroffen worden ter voorkoming van schade door bodembeweging. Het winningsplan moet goedgekeurd worden door de minister. Daarbij wordt advies ingewonnen van de technische commissie bodembeweging en – desgewenst – van de Mijnraad. De eisen waaraan de (proef)boringen zelf moeten voldoen, zijn opgenomen in de Mijnbouwwet en de Wabo. In de Mijnbouwwet zijn met name de artikelen van belang die zien op de bescherming van veiligheid en milieu, een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen en het beperken van schade ten gevolge van bodembeweging. In de Wabo zijn daarnaast artikelen opgenomen die bepalen dat het bevoegd gezag onder meer de bestaande toestand van het milieu en de gevolgen van het mijnbouwwerken voor het milieu dient te betrekken bij de beslissing op de aanvraag voor een omgevingsvergunning ten behoeve van het oprichten en in werking hebben van het mijnbouwwerken. Conclusie Uit het bovenstaande blijkt volgens ons dat het geldend wettelijk kader voldoende handvatten biedt om potentiële risico’s van opsporing en winning van schaliegas bij de besluitvorming mee te nemen en af te wegen. Het recht is in zoverre klaar voor (de juridische afweging rond) de winning van schaliegas. Dit betekent echter niet dat schaliegaswinning ook daadwerkelijk wordt toegestaan in Nederland. Dit is in belangrijke mate een beleidsmatige keuze. Een eventueel kabinetsbesluit over het toestaan van (proef)boringen moet nog worden genomen en wordt op z’n vroegst verwacht medio 2014. Slim met energie in gebouwen Uitnodiging voor het beurscongres tijdens Energie2013 op 25 september van 10.30 tot 13.00 uur inclusief entree en lunch www.ensoc.nl 29
  • 16. energieverbruik van bedrijven in k aart brengen ‘monitoring belangrijk om te besparen’ Het bijhouden van het energieverbruik is van zeer groot belang voor bedrijven om kosten te besparen. Dat zegt ondernemer Joost Schalekamp van EnergieMeetbedrijf 2020. ‘De investering in energiemonitoring is snel terug verdiend.’ Tekst: Norbert Cuiper ‘H et is een nieuwe wereld, maar ik leer snel,’ zegt Joost Schalekamp aan het begin van het gesprek met Ensoc Magazine. Bij discussies over duurzame energie is het hem opgevallen dat gesprekken vaak terugkomen op het energieverbruik, dat wisselt in de tijd. Schalekamp: ‘Om het energieverbruik te weten, moet je beschikken over meetgegevens, maar die zijn niet altijd even goed beschikbaar. Meetbedrijven beschikken over deze gegevens.’ Meetbedrijven meten en verzamelen het stroomen gasverbruik voor grootverbruikers. Elke grootverbruiker is wettelijk verplicht om het energieverbruik te laten meten door een door ACM en TenneT erkend meetbedrijf. Dat kunnen aan energiebedrijven gelieerde meetbedrijven zijn, maar kunnen ook onafhankelijke meetbedrijven zijn dankzij de liberalisering van de energiemarkt. Schalekamp heeft vorig jaar het onafhankelijke EnergieMeetbedrijf 2020 (EMB2020) overgenomen. Het bedrijf bestond onder een andere naam als onderdeel van Dyzle Metering. Inmiddels is de opstartfase achter de rug en beschikt het bedrijf sinds vorig jaar over de benodigde ISO-certificaten. ‘We zijn nu vol bezig met het binnenhalen van onze klanten. Dat lukt 30 ensoc magazine najaar 2013 goed,’ vertelt Schalekamp. Circa 200 klanten heeft hij meegenomen van Dyzle, maar hij is ook op zoek naar nieuwe klanten. Die moet hij regelmatig uitleggen wat het verschil is tussen een energiemeetbedrijf en een energieleverancier. ‘Ons meetbedrijf is onafhankelijk van de leverancier. Als grootverbruiker kan je zelf kiezen voor een eigen erkend meetbedrijf. Het is dus mogelijk om over te stappen naar een ander meetbedrijf.’ EMB2020 heeft niet voor niets het jaartal 2020 in de naam, zo geeft Schalekamp aan. ‘We willen dat het energieverbruik daalt en dat we energieverspilling tegengaan. Op die manier komen de doelstellingen voor 2020 dichterbij.’ Het jaar 2020 komt echter ook met rassé schreden naderbij, zegt Schalekamp. Hij merkt dat de regering hiermee bezig is gezien de doelstellingen die vaker in de krant staan dankzij het nationale energieakkoord dat overheid, bedrijven en milieuorganisatie hebben gesloten. ‘Nog maar zeven jaar, dan is het al zover.’ Om de doelstelling voor 20 procent energiebesparing in 2020 te halen moet er nog veel gebeuren. Schalekamp denkt met zijn meetbedrijf hieraan een bijdrage te kunnen leveren. Joost Schalekamp (geboren 22 januari 1972 in Rotterdam) studeerde technische bedrijfskunde in Groningen, waarna hij begint als procesontwerper, daarna als programmamanager bij KPN in Den Haag. Daarna werkt hij als algemeen manager bij cartografiebedrijf Eurocartografie dat o.a. wegenkaarten maakte voor de ANWB. Vervolgens begint Schalekamp voor zichzelf en bestiert hij hamburgerrestaurant Nul10 in Rotterdam. Als het restaurant goed loopt richt hij zich op de energiesector. Schalekamp besluit om het meetbedrijf van Dyzle Metering uit Almere over te nemen, samen met zijn neef Eric Koster en voormalig Cogasmedewerker Jack Ten Bolscher. Het bedrijf bestaat al sinds 2004. Schalekamp en consorten dopen dit bedrijf op 1 juli 2012 om tot EnergieMeetbedrijf2020. www.ensoc.nl 31
  • 17. energieverbruik Hoe belangrijk is energiemonitoring? ‘Dat is van zeer groot belang. Bedrijven krijgen hiermee meer inzicht in hun energieverbruik, waarmee ze effectievere maatregelen kunnen nemen om te besparen op hun energiekosten. Zo heeft uitzendbureau Randstad haar energieverbruik en besparingsdoelen vastgelegd in het jaarverslag. Of Randstad haar doelen kan waarmaken hangt vooral af van hoe de lokale vestigingen dit oppakken. Dat vereist een goede communicatie en effectieve handvatten om te besparen op energiekosten.’ Zijn bedrijven bewust van het belang van energiebesparing? ‘Grootverbruikers beseffen vaak al het belang van energiebesparing, maar bij kleinere bedrijven is dat besef nog vaak ver te zoeken. Kleinere bedrijven zijn niet gericht op hun energieverbruik (qua tijdsbesteding). Zij zijn vooral bezig met hun corebusiness. Ze zien wel de energierekening, maar ze brengen een verhoging vaak alleen in verband met de gestegen energieprijzen, terwijl ze beter kunnen kijken naar mogelijkheden om hun verbruik te verminderen. Er is nog een wereld te winnen.’ Door energiemonitoring wordt energieverspilling voor een groot gedeelte pijnlijk zichtbaar Een recessie zorgt voor meer nadruk op energiebesparing. ‘Ja, dat is waar. De economische crisis maakt ons in die zin ook creatiever. Het dwingt je om naar je uitgavenpatroon te kijken in het algemeen. Het besparen van energiekosten is een manier om geld te besparen en kan zeer eenvoudig. Door energiemonitoring wordt energieverspilling voor een groot gedeelte pijnlijk zichtbaar. Onnodig verbruik is echter eenvoudig te vermijden zonder in te grijpen in bedrijfsprocessen. Het toepassen van energiebesparende maatregelen in het bedrijfsproces of gebouw is een volgende stap.’ Waarom meten bedrijven niet zelf hun energieverbruik? ‘Bedrijven komen er vaak niet aan toe om zelf het energieverbruik in kaart te brengen. Meetbedrijven kunnen helpen en hebben daarin een flinke 32 ensoc magazine najaar 2013 toegevoegde waarde. We trekken bedrijven over de streep om meer energie te besparen. Elke euro die we kunnen besparen is er één. Bedrijvenkunnen minstens 15% te besparen op energiekosten met monitoring, zonder te investeren in energiebesparende maatregelen. Een bedrijf dat honderden panden bezit kan tonnen besparen door het energieverbruik bij onzuinige panden terug te dringen.’ grootverbruikers kunnen door besparing in het kleinverbruiksegment terecht komen Wat is het effect van energiebesparing? ‘Het gevolg van besparingen kan zijn dat bedrijven weer op andere vlakken kunnen besparen. Dat kom ik ook tegen in de praktijk, zoals een bedrijf met een te groot gecontracteerd vermogen. Dat is het vermogen dat een netbeheerder voor je ter beschikking houdt op basis van afname uit het verleden. Dit beschikbaar houden kost geld. Door besparingen was het verschil tussen het beschikbare vermogen en het werkelijk afgenomen piekvermogen veel te groot geworden als gevolg van de besparing. De klant was hier niet van op de hoogte en dat kostte hem onnodig veel geld. Met één simpel telefoontje is dit gecontracteerd vermogen omlaag te brengen. Ook kunnen grootverbruikers door besparing in het kleinverbruiksegment terecht komen. Ik voel me moreel verplicht om klanten daarop te wijzen.’ Op wat voor klanten richt EMB 2020 zich? ‘We richten ons op grootverbruikers, maar we kunnen ook bij kleinverbruikers meten. Onder onze klanten bevinden zich veel ondernemers, afkomstig uit de landbouw en akkerbouw, productie- en evenementenhallen, maar ook bedrijven die tussen de wal en het schip belanden bij het uitlezen van de data. Deze laatste bedrijven hebben een zogenaamd E3-profiel en zijn daarmee grootverbruiker. Voor deze groep is het niet wettelijk verplicht om dagelijks de meetdata uit te lezen en te valideren. Doordat hun data maandelijks uitgelezen en gevalideerd wordt door het meetbedrijf, en niet dagelijks, is er nauwelijks inzicht in het energieverbruik. Wij van bedrijven halen de meetgegevens bij deze grootverbruikers wel dagelijks op zodat zij een gedetailleerd inzicht hebben.’ Hoe kan dit leiden tot energiebesparing? Kunt u een voorbeeld geven? ‘Ik zal een voorbeeld geven van een trend die pas zichtbaar wordt door te meten. ’s Nachts kan het verbruik nog hoog liggen, doordat computers, airco en verlichting nog aanstaan. Je reinste verspilling. Meten van het verbruik levert meer inzicht op. Meetbedrijven kunnen hiermee helpen en kunnen ook adviezen geven om het verbruik te verminderen.’ Als je weet waar de afnamepieken zitten dan kun je bepalen of je deze kunt vermijden Zijn bedrijven voldoende bewust van het belang van energiemonitoring? ‘Nee, veel bedrijven zijn zich onvoldoende bewust van de mogelijkheden. Monitoring is de bron van inzicht en besparing. Zo kun je door behulp van je verbruiksprofiel scherper energie inkopen. Als je weet waar de afnamepieken zitten dan kun je bepalen of je deze kunt vermijden. Uiteindelijk is het meest efficiënt als aanbod en vraag van energie perfect op elkaar zijn afgestemd en dus compleet voorspelbaar is. De slimme meter kan ons daarbij verder helpen. Dat vormt een aanzet tot een smart grid, het elektriciteitsnet van de toekomst. Dan schakelt bij huishoudens hun wasmachine automatisch in op het moment dat er een energieaanbodoverschot is, en dus de prijs het laagst. Dat zorgt ervoor dat de pieken verdwijnen, waardoor het totale energieverbruik zal dalen.’ Kent u een bedrijf dat energiemonitoring succesvol toepast? ‘Ja. Een logistiek bedrijf dat ik ken heeft besloten om de elektrische vorkheftrucks verspreid op te laden, in plaats van allemaal tegelijk. Hierdoor kan het bedrijf pieken in het stroomverbruik vermijden en kan het toe met een lager aansluitvermogen. Daarnaast moeten de gebruikers zelf ook bewust omspringen met energie. Als ze dat niet doen zie in k aart brengen je onherroepelijk een hoger verbruik. Dat zie wij ook terug in de meetresultaten.’ Wordt energiemonitoring komende jaren belangrijker? ‘Ik denk het wel. Ik verwacht dat energiekosten in de toekomst een groter deel zullen uitmaken van de bedrijfsvoering. Dat betekent dat monitoring van het energiegebruik aan belang wint. Ook zal de behoefte toenemen aan gedetailleerdere sub-bemetering, waarbij het energieverbruik per afdelingsruimte of per bedrijfsmiddel wordt gemeten. Ik verwacht ook dat net als bij de telefonie nog meer applicaties komen waardoor gebruikers met hun mobiel hun energiegebruik direct kunnen bekijken. Dit kan via de energieleveranciers, maar ook via de onafhankelijke dienstaanbieders en de meetbedrijven. Zo heeft Eneco hiervoor een display ontwikkeld, maar wat gebeurt er dan bij de overstap naar bijvoorbeeld Nuon? Dan is het wellicht beter om te kiezen voor een onafhankelijk dienstenaanbieder. Die is leveranciersonafhankelijk. Dat lijkt me een goede rolverdeling.’ het is alsof de slager je zegt dat je vegetariër moet worden Waarom moeten meetbedrijven onafhankelijk zijn? ‘Meetbedrijven hebben als primair doel om het verbruik te meten en krijgen een vaste vergoeding voor hun diensten. Dat is onafhankelijk van het aantal geleverde kWh. Daarom past hen de rol om energiebesparende diensten aan te bieden zeer goed. Dat is een verschil met energieleveranciers, die verdienen aan het aantal kWh’s die zij verkopen, maar ze bieden toch energiebesparende diensten aan. Maatschappelijk goed, maar toch is het alsof de slager je zegt dat je vegetariër moet worden: dat conflicteert. EMB2020 werkt altijd in opdracht van haar klanten. Door onze onafhankelijkheid van netbeheerder en leverancier hoeven wij niet bang te zijn voor de schijn van belangenverstrengeling of het dienen van twee heren.’ www.ensoc.nl 33
  • 18. duurzame energie aandeel duurzaam stijgt marginaal Het aandeel duurzame energie in het totale Nederlandse energieverbruik is in 2012 slecht marginaal toegenomen. Dat meldt het CBS in een jaarlijkse rapportage. Vorig jaar is in Nederland 4,4% van het totale energieverbruik duurzaam is opgewekt. In 2011 was het 4,3%. Vorig jaar is wel fors meer zonne-energie opgewekt. Het gaat om ruim een verdubbeling. Dat komt doordat de prijs van zonnepanelen de afgelopen twee jaar is gekelderd dankzij Chinese massaproductie. Op het totale energieverbruik is zonne-energie nog altijd te verwaarlozen: 0,04% (1% van alle groene energie). De meeste groene energie wordt in Nederland opgewekt met biomassa (70%) en wind (bijna 20%). Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken om te streven naar 16% in 2020. In het energieakkoord is 16% opgeschoven naar 2023 en is afgesproken om in 2020 uit te komen op wat in Europa eerder is afgesproken: 14%. heroriëntatie de-on in flevoland Flevoland gaat de 6,5 miljoen euro uit de opbrengsten van Nuon- en Essentaandelen steken in een stichting voor duurzame energieontwikkeling. Het idee voor de stichting komt voort uit een heroriëntatie van de Duurzame Energie- en ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (DE-on). In 2009 al besloot de provincie Flevoland om de gelden uit de verkoop van energieaandelen in te zetten voor de ontwikkeling van duurzame energie. Daarvoor werd DEon destijds opgezet in samenwerking met een brede coalitie van Flevolandse gemeenten. Eind 2012 bleek echter dat deze opzet niet haalbaar was en daarom komt de provincie nu met het alternatief: stichting DE-on. De 34 ensoc magazine najaar 2013 uitgangspunten bij de nieuwe opzet zijn: geen winstoogmerk en geen directe politieke betrokkenheid. In de nieuwe opzet is het ook mogelijk voor gemeenten om te participeren in DE-on, bijvoorbeeld door het verstrekken van subsidie of lening aan een specifiek project. reparatiewijze scheuten-panelen ok De nieuwe reparatiemethode voor de defecte zonnepanelen van Scheuten is gecertificeerd en goedgekeurd. Inmiddels is de methode door de Nederlandse en Belgische autoriteiten aanvaard. In februari dit jaar meldde de Nederlandse Voedsel – en Warenautoriteit op haar website dat in Europa ongeveer zeshonderdvijftigduizend zonnepanelen van het merk Scheuten Solar (type Multisol) brandgevaarlijk waren. In de afgelopen maanden is het reparatieproces aangepast, gecertificeerd en goedgekeurd door het FraunhoferInstitut. De nieuwe reparatiemethode wordt geïntroduceerd door Suncycle samen met YPS uit België. Bij de reparatiemethode wordt de junctionbox op de achterzijde van de zonnepanelen gerepareerd. De reparatie zorgt ervoor dat de defecte panelen weer veilig functioneren. huis sneller verkocht mét zonnepanelen Een huis met zonnepanelen verkoopt beter dan zonder zonnepanelen. Dit blijkt uit afstudeeronderzoek van masterstudent Thomas Wissink van de Technische Universiteit Eindhoven. De meeste kopers zijn ook bereid om een extra bedrag voor een zonne-energie installatie te betalen. Uit het onderzoek van Wissink dat ruim zestig procent van de bestaande systemen op koophuizen ligt. Hij ondervroeg 227 mensen in de regio Eindhoven of ze de aanwezigheid van zonnepanelen waarderen op het dak van een potentieel koophuis. Uit deze steekproef bleek dat kopers eerder bereid een woning aan te schaffen mét een systeem. Van de ondervraagden bleek 78 procent bereid extra te betalen voor een zonnepaneelsysteem op een koopwoning. De gemiddelde prijs die mensen extra wilden betalen was 7.000 euro, vergelijkbaar met de aanschafprijs van een dergelijk systeem. Volgens Wissink zijn zonnepanelen een goede investering voor huizenbezitters. oettinger waarschuwt duitsland Duitsland moet voorzichtig zijn met het verlagen van beloofde energiesubsidies voor duurzame energie. Dat meldt Europese commisaris voor energie Gunther Oettinger. ‘Dat gaat schade toebrengen aan de investeerdersvertrouwen’, zegt Oettinger in het Handelsblatt. Politieke partijen en energiebedrijven zijn voor het veranderen van de Duitse wet voor duurzame energie. Investeerders hebben al gewaarschuwd dat bij het veranderen van de voor 20 jaar gegarandeerde investeringen, eventuele toekomstige investeringen voor de energietransitie (550 miljard euro) op losse schroeven komen te staan. In de Europese landen Spanje, Tsjechië en Bulgarije hebben deze ontwikkelingen geleid tot flinke kritiek van de investeerder. maassluis mikt op forse energiebesparing Gemeenten hebben de afgelopen jaren het thema duurzaamheid omarmd en ambitieuze doelstellingen geformuleerd rond energiebesparing. Het realiseren ervan blijkt niet altijd eenvoudig. Maassluis zet vooral in op energiebesparing. Hiervoor gebruikt de gemeente als eerste de roadmap energiebesparing en energiemonitoringtoepassing ErbisOnline om haar doelen te bereiken. Tekst: Roy Roessink, Van Beek Ingenieurs www.ensoc.nl 35
  • 19. van beek helpt gemeente met monitoring energiegebruik M aassluis wil, net als veel andere gemeenten, in 2050 klimaatneutraal opereren. De komende jaren wil men 2% energie per jaar besparen, duurzame energie gebruiken en de uitstoot van broeikasgassen reduceren (20% tegen 2020). De gemeente kreeg dit niet zelfstandig van de grond. Fred van Ispelen, coördinator Energiebeheer bij de gemeente: ‘Onze eerste zorg is het energiezuiniger maken van onze gebouwen, maar het gebouwbeheer is versnipperd in de gemeentelijke organisatie.’ De gemeente kwam in contact met Van Beek. Hun specialisme: gemeenten begeleiden bij de realisatie van hun duurzaamheidsambities. Wethouder Huub Eitjes: ‘Dat was precies wat we nodig hadden.’ Potentieel in kaart Speciaal voor gemeenten ontwikkelden we de roadmap energiebesparing: een programma van haalbare energiebesparende maatregelen op zowel korte als lange termijn. ErbisOnline, ons online informatiesysteem voor energiemonitoring, maakt vervolgens het energieverbruik meetbaar en de bereikte besparingen zichtbaar. Het traject begint met het via workshops in kaart brengen van het aanwezige potentieel, en resulteert in een praktische routekaart met een besparingsprogramma voor alle gemeentelijke locaties, inclusief de te verwachten besparing en investering. Termijnen en scenario’s Om kosten te spreiden en elke gemeente hun eigen ambitieniveau te bieden, kent de roadmap meerdere scenario’s. Het eenvoudigste, sobere scenario bestaat vooral uit snel te realiseren kortetermijnmaatregelen tegen geringe investeringskosten; het levert ongeveer 6% energiebesparing op. 36 ensoc magazine najaar 2013 Het voorzichtige scenario levert 12% energiebesparing op, maar vraagt ook ruwweg 500.000 euro aan meerinvesteringen. Gemeenten die meer willen kiezen een ambitieus scenario. Dat levert een energiebesparing van 20% of meer, maar vraagt 1,5 tot 2 miljoen euro meerinvesteringen, vooral in duurzame energie. Bij gefaseerde planning kan de besparing van de ene maatregel worden gebruikt om de investering van de ander te dekken. Veel mogelijkheden De gemeente Maassluis zet vooralsnog in op een ambitieus scenario, stelt Fred van Ispelen. ‘Uit de workshops blijkt dat we alleen al in onze gebouwen een besparing van ruim 20% op de totale gemeentelijke energielasten kunnen boeken. Van daaruit kijken we naar andere mogelijkheden, bijvoorbeeld op het terrein van openbare verlichting, rioolgemalen en, op langere termijn, warmtekoudeopslag in de bodem. Ook met eenvoudige ingrepen is al veel mogelijk. We onderzoeken onder meer de mogelijkheid om op allerlei plaatsen tijdschakelklokken te installeren en de tl-verlichting in het stadhuis te vervangen door led.’ Inzicht met ErbisOnline Van Beeks energiemonitoringsysteem ErbisOnline biedt gemeenten inzicht in het resultaat van al deze energiebesparende maatregelen. In een beveiligde internetomgeving is het gemeentelijke energieverbruik inclusief trends tot op gebouwniveau beschikbaar. De benodigde energiedata zijn afkomstig van bestaande meetpunten – slimme meters of handmatig ingevoerde gegevens. ErbisOnline vertaalt de data vervolgens naar bruikbare, inzichtelijke informatie op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Elke betrokken gemeentelijke medewerker beschikt met ErbisOnline over de informatie die nodig is om zijn of haar deel van de duurzaamheidambities te verwezenlijken. Het systeem is bijzonder gebruiksvriendelijk, beschikbaar waar internet is, vraagt geen administratieve handelingen en evenmin een hoge investering. Klankbord De gemeente kan ervoor kiezen een aantal aanvullende Van Beek-diensten af te nemen, Energiemanagement bij Jumbo Supermarkten Voor supermarktketen Jumbo is de functionaliteit van ErbisOnline zodanig ingericht dat goede vergelijkingen of benchmarking tussen locaties leidt tot inzicht in mogelijkheden voor besparingen. Gerichte rapportages over energiekosten, facturen en budgetten leiden tot bewustwording van kosten op operationeel winkelniveau. Op gebied van energiebeheer wordt informatie beheerd over gerealiseerde en nog mogelijke energiebesparende maatregelen. Via de ErbisOnline website kan een Jumbo ondernemer of filiaalhouder de vergunningverlener in één oogopslag alle informatie presenteren die hij wettelijk verplicht is te rapporteren. Daarnaast helpt ErbisOnline Jumbo in haar organisatiedoelstelling om de voortgang van het MVO-beleid op de juiste manier te presenteren naar haar medewerkers en klanten. Naast dit inzicht draagt de informatie uit ErbisOnline significant bij aan kostenbesparing door de verantwoordelijke managers informatie te bieden over factuurcontrole, te hoge energiegebruiken en de voortgang van energiebesparingsplannen. www.ensoc.nl 37
  • 20. van beek helpt gemeente met monitoring energiegebruik waaronder actieve bewaking van het elektriciteitsen gasverbruik en de controle van de data in ErbisOnline. Daarnaast kan één van de specialisten van Van Beek fungeren als projectmanager, voorzitter en coach van een actieteam van gemeentelijke medewerkers. De gemeente Maassluis heeft voor dat laatste gekozen, vertelt wethouder Huub Eitjes. ‘We gebruiken dit jaar om onszelf vertrouwd te maken met het systeem en om de eerste energiebesparende maatregelen door te voeren. Van Beek fungeert als klankbord. Vanaf 2013 nemen wij zelf de verantwoordelijkheid voor de voortgang over. Maar dan ligt er al een stevige, praktische basis waarop we verder kunnen bouwen. Ik kan elke gemeente deze werkwijze aanbevelen.’ Dit artikel is gebaseerd op informatie afkomstig van www.vanbeek.com en www.erbisonline.nl Van Beek is al meer dan 30 jaar actief op het gebied van energiemanagement. Door de unieke combinatie van hoogwaardige kennis en energiemonitoring systemen maakt Van Beek maatschappelijk en financieel verantwoord energiemanagement mogelijk. De visie van Van Beek bestaat uit een 3-fasen aanpak, waarmee structureel energie- en kostenbesparing wordt gerealiseerd: 1. Maak energie zichtbaar 2. Stel een roadmap op 3. Volg en bewaak het resultaat Monitoring en besparen bij KPN Sinds 2008 maakt KPN gebruik van de energiediensten en de monitoring van Van Beek. Naast het monitoren van ruim 500 gebouwen heeft Van Beek in het verleden bij ruim 100 kleine en grote technische installaties van KPN onderzoeken uitgevoerd naar energiebesparende maatregelen. In het bijzonder maatregelen op het gebied van koeling zijn geïnventariseerd en geïmplementeerd. Via energiemonitoring met Erbis worden de effecten van deze 38 ensoc magazine najaar 2013 maatregelen vastgesteld. De uitgevoerde activiteiten en de goede samenwerking heeft geleid tot een energiereductie van ongeveer 12.000 MWh in 1 jaar, goed voor een besparing van meer dan € 1,5 miljoen op jaarbasis. Met deze kennis en ervaring is een vervolgtraject bij 45 grote technische centrales gestart. Recentelijk heeft Van Beek nog geadviseerd bij de verbetering van de vrije koeling van de centrales, door ombouw van TSA's van parallel naar serie. Tevens lopen er nog andere verbeterprojecten en onderzoeken. Energiemonitoring bij Fontys Hogescholen Bij Fontys Hogescholen ondersteunt Van Beek de verschillende gebouwen op de diverse locaties met energiemonitoring. Energiegegevens zijn nodig, omdat deze in het kader van de MeerJarenAfspraken gerapporteerd moeten worden. Daarnaast worden de gegevens gebruikt voor het opsporen van besparingsmogelijkheden en het kunnen inschatten van de benodigde energiehoeveelheden voor de energie- inkoop. Daarnaast heeft Van Beek onderzoek gedaan naar het inzetten van de bestaande Warmte Kracht Koppeling (WKK) bij één van de grotere gebouwen. Door een goede kosten-baten analyse, waarbij ook gekeken is naar teruggaaf van energiebelasting, bleek dat de inzet van de bestaande WKK wel degelijk rendabel is. Academisch Ziekenhuis Maastricht Academische ziekenhuizen zijn vaak grote complexen met hoge energiegebruiken. Het Academisch Ziekenhuis Maastricht heeft om in hun energievoorziening te voldoen een eigen energiecentrale waar energie en bedrijfsstoffen worden aangeboden aan het ziekenhuis en de universiteit. Erbis wordt door het ziekenhuis gebruikt voor de monitoring van alle energiestromen. Hierbij fungeert Erbis als centrale database die de data uit de meters omzet naar bruikbare informatie voor het ziekenhuis. Functionaliteiten van Erbis die het ziekenhuis gebruikt zijn kostenrapportages, milieurapportages, analyses van installaties en benchmarking. Vanwege het grote opgestelde vermogen is Academisch Ziekenhuis Maastricht tevens verplicht deel te nemen aan de NOx emissiehandel. Van Beek heeft de verplichte NOx emissiehandel in Erbis geïmplementeerd en begeleidt het ziekenhuis met de andere verplichtingen omtrent de NOx en CO2 emissiehandel. www.ensoc.nl 39