Ensoc Magazine najaar 2013 heeft als thema energiemonitoring. Het bevat nieuws over de slimme meter in Duitsland, een reportage over gemeente Maassluis en een interview met minister Blok over energiebesparing
Brochure Cofely smart grids bouwstenen voor slimmer energieverbruik
Ensoc magazine najaar'13 def
1. *
jaargang 03
*
nummer 03
*
najaar 2013
in dit nummer onder meer:
Thema: energiemonitoring
Slimme meter in Duitsland onrendabel
'Monitoring belangrijk om te besparen'
Van Beek helpt Maassluis met meten
En verder:
Schaliegas: kans of bedreiging?
Minister Blok over energiebesparing
o naf h an k e li j k
n i e u ws-
en
opi n i eb l ad
over
de
ener giemar kt
2. De slimme meter zorgt voor energiebesparing, waardoor huishoudens de investering
terugverdienen. Die boodschap meldde
toezichthouder NMa vorig jaar tijdens een
congres over energiemonitoring. De business
case van de slimme meter voor Nederland
is positief, waardoor de grootschalige uitrol
in 2014 kan beginnen. Daar was geen speld
tussen te krijgen.
Maar ik begin te twijfelen, na slecht nieuws
uit het buitenland. Duitsland weigert de
slimme meter voor 2022 grootschalig uit te
rollen, omdat de kosten voor huishoudens
hoger uitvallen dan de opbrengsten. Ook in
Engeland, waar de overheid nog wel groen
licht geeft aan de slimme meter, beginnen
experts te twijfelen aan de economische
voordelen. Moet Nederland ook de grootschalige uitrol voor 2020 heroverwegen?
coverfoto: het najaar
is weer begonnen. tijd
om naar den bosch te
gaan voor de vakbeurs
energie, dit jaar van 24
t/m 26 september. zoals
de kinderen op de foto met
hun handen ‘inzoomen’
op de lucht boven hun
hoofd, zo oriënteren
beursbezoekers zich op
lezingen en exposanten
die hen vertellen hoe ze de
stijgende energiekosten
kunnen beteugelen. eén
van de manieren om dat te
doen is energiemonitoring.
lees hierover meer in dit
ensoc magazine.
Het is lastig om de baten van de slimme
meter te voorspellen. Dit hangt vooral af van
de mate waarin consumenten inzicht krijgen
in de gegevens uit de meter. Bekijken ze
dagelijks hun energieverbruik via een display
in de huiskamer, dan kunnen ze het verbruik
verminderen. Dan wordt het een spel, of een
sport, om zoveel mogelijk energie te besparen. Maar welke consumenten doen dat en
hoe lang houden ze dat vol? Deze vraag is
in diverse projecten onderzocht, maar een
definitief antwoord laat nog op zich wachten.
Minister Kamp van Economische Zaken neemt
eind dit jaar een besluit over de grootschalige
uitrol van de slimme meter in Nederland. Zal
hij ook de situatie in Duitsland en Engeland
melden? Netbeheer Nederland vindt dat
niet nodig. Die twijfelt niet. Maar wat is nu
verstandig?
Norbert Cuiper, hoofdredacteur
www.ensoc.nl
3
4. m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l va n s l i m m e m e t e r u i t st e l l e n ?
Slimme
meter
in Duitsland
onrendabel
effect van de slimme meter, al
Hierin staat dat de slimme meter
Duitsland weigert
dan niet in combinatie met een
huishoudens meer zal kosten
de slimme meter
display. Daarvan zijn nog geen
dan het voor hen zal opbrengen.
grootschalig in te
resultaten bekend.
Als alleen huishoudens die een
slimme meter krijgen daarvoor
voeren voor 2022. Voor
betalen, zijn ze jaarlijks 89 euro
Verplicht
huishoudens vallen de
kwijt aan de meter en installatie.
Europa stelt de invoering van
kosten hoger uit dan de de slimme meter verplicht als
Als de kosten over alle consumenten worden verdeeld vanaf
de opbrengsten hoger zijn dan
opbrengsten, zo blijkt
de start van de uitrol, inclusief
de opbrengsten. Net als alle
uit een studie van Ernst
klanten die geen slimme meter
andere Europese landen kan
& Young in opdracht van Nederland ervoor kiezen om de
plaatsen, dalen de kosten naar
29 euro per jaar. Zelfs onder
slimme meter te introduceren,
het Duitse ministerie
optimistische aannames is de
afhankelijk van een maatschapvan Economische
slimme meter voor de meeste
pelijke kosten-batenanalyse.
Zaken. Moet Nederland Zo’n analyse is al uitgevoerd
huishoudens niet rendabel, zo
door Kema, die concludeerde dat concludeert Ernst & Young in
de grootschalige
de business case voor de slimme haar rapport.
uitrol voor 2020 ook
Nederland positief uitviel, met
uitstellen, in navolging een netto opbrengst van 770 mil- Aanpak efficiënter
joen euro. De studie is echter be- ‘Deze resultaten laten zien
van Duitsland?
Tekst: Norbert Cuiper, F&B
Nederland is van plan om
volgend jaar de slimme meter
grootschalig uit te rollen. ‘Het
voornemen is om vanaf begin
2014 over te gaan tot het grootschalig aanbieden van slimme
meters aan alle huishoudens,’
schrijft minister Kamp van Economische Zaken op 18 februari
van dit jaar aan de Eerste en
Tweede Kamer. Hij verwacht eind
dit jaar een besluit te nemen
over de start van de grootschalige uitrol. Het wachten is nog op
de resultaten uit onderzoeken
van de Autoriteit Consument
& Markt (ACM, het voormalige
NMa) en Agentschap NL. Van het
onderzoek van ACM geven tussentijdse resultaten aan dat de
kleinschalige uitrol van slimme
meter ‘op hoofdlijnen goed verloopt en consumentvriendelijk
wordt uitgevoerd’. Agentschap
NL onderzoekt het besparings6
ensoc magazine najaar 2013
kritiseerd, omdat Kema uitging
van onverifieerbare uitgangspunten, zoals 1,5 miljard euro
voordeel door energiebesparing
en baten van 680 miljoen euro
doordat consumenten sneller
zouden overstappen op een
andere energieleverancier. Door
de oneigenlijke voordelen te
schrappen en de kosten hoger in
te schatten, zou de balans door
kunnen slaan naar een negatief
business scenario. Nederland
hoeft dan niet massaal aan de
slimme meter.
Duitsland
Duitsland weigert een snelle
invoering van de slimme meter,
meldt GreenTech Media. De Duitse regering heeft besloten om
de slimme meter niet voor 2022
op grote schaal in te voeren
vanwege een negatief business
scenario. Het Duitse ministerie
van Economische Zaken baseert
zich op een analyse van accountancybureau Ernst & Young.
dat we de grootschalige
uitrol efficiënter moeten
aanpakken, en in lijn moeten
brengen met ons beleid voor
de energietransitie,’ meldt
de Duitse staatssecretaris
van Economische Zaken
Stefan Kapferer. Hij doelt
op de Energiewende, de
overgang naar een duurzame
energievoorziening,
zonder kernenergie. ‘Grove
benaderingen zijn ongeschikt
voor de huidige situatie.’
Opmerkelijk is dat hiermee
een discrepantie ontstaat
tussen de Duitse ambitieuze
doelstellingen voor duurzame
energie en het ontbreken van
een beknopte strategie voor de
slimme meter. Dit laatste komt
deels door vertraging van de
slimme meter door de bijzondere
nadruk op dataveiligheid en
interoperabiliteit (waardoor
it-systemen met elkaar kunnen
communiceren). Duitsland heeft
pas onlangs een technische
www.ensoc.nl
7
5. m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l va n s l i m m e m e t e r u i t st e l l e n ?
richtlijn over dataveiligheid
voltooid. Dit wordt gezien als
een belangrijke opstap.
Na Duitsland moet Nederland
eind dit jaar ook een besluit
nemen over de slimme meter.
Moet ons land de grootschalige
uitrol ook uitstellen, in navolging
van Duitsland?
de consument heeft. Onderdeel
van die meerwaarde is dat hij
meer oplevert dan dat hij kost.
Wat ons betreft is dat nog steeds
niet het geval: daarom nog geen
verplichte uitrol.’ Koepelorganisatie Netbeheer Nederland
benadrukt echter dat van een
verplichting geen sprake is. ‘De
slimme meter wordt vrijwillig
aangeboden.’
Nederland
Ook in Nederland lijkt de business case voor huishoudens
negatief. ‘De uitrol van slimme
meters voor consumenten met
kleinverbruik meters is onrendabel,’ zo bevestigt manager meten
& monitoring Mark Massier
van ingenieursbureau Ebatech.
‘Consumenten gebruiken te
weinig energie om de investering in slimme meters terug te
verdienen. Daarnaast ligt het
voordeel van energiebesparing
bij een andere partij dan waar
de kosten voor de uitrol liggen,’
zegt Massier. Hij benadrukt dat
slimme meters wel interessant
zijn voor grootverbruikers en
voor zakelijke klanten met veel
aansluitingen, zoals waterschappen of woningcorporaties. ‘Deze
organisaties kunnen besparen
door de meteropname niet met
de hand te doen en door de
administratie voor de energierekening te automatiseren. Dat
kan met de slimme meter.’
Meerwaarde
Vanuit de Tweede Kamer bestaat
weerstand tegen de grootschalige uitrol van de slimme meter.
Dat blijkt uit een reactie van
Kamerlid Paulus Jansen van de
SP: ‘We willen geen verplichte
uitrol voordat de slimme meter
aantoonbare meerwaarde voor
8
ensoc magazine najaar 2013
Jansen is niet volledig tegen. Hij
denkt dat de slimme meter nodig
is voor de verduurzaming van de
energievoorziening. Dat is ook
de reden dat hij met zijn VVDcollega René Leegte een motie
heeft ingediend voor de ‘killerapp’. Dat houdt in dat kleinverbruikers een variabel elektriciteitstarief kunnen krijgen, naast
de bestaande contractvormen.
Jansen hoopt dat consumenten
hierover enthousiast raken.
Koffiedik
‘De business case valt voor
Duitsland negatief uit, maar dat
betekent niet automatisch dat
dat ook voor Nederland geldt,’
zegt Herman Jonkman, voorzitter
van de vereniging van meetbedrijven VMNED. Hij verwijst
naar de kosten-batenanalyse
van Kema. ‘Hieruit blijkt dat de
business case positief uitvalt als
gebruikers dankzij de slimme
meter energie besparen. De
investering is dan terug te
verdienen via de besparing
op energiekosten.’ Vraag is of
huishoudens voldoende energiebesparing zullen halen om de
slimme meter terug te verdienen.
Jonkman noemt dat ‘koffiedik
kijken’. ‘Het is lastig om vooruit
te lopen op het effect van de
slimme meter op energiebespa-
ring bij grootschalige uitrol. Er is
nog geen evident bewijs. Ik verwacht dat pas na de grootschalige uitrol. Dat is een kwestie van
afwachten.’
Verschillen
Jonkman benadrukt de grote
verschillen tussen Nederland en
Duitsland. ‘Duitsland is al jarenlang voortrekker met duurzame
energie. Het land heeft dankzij
de gigantische groei van windmolens en zonnepanelen een
significant andere brandstofmix
dan Nederland. Wellicht heeft
Duitsland ook al flinke energiebesparingen gerealiseerd.
Daardoor is het voor Duitsland
relatief moeilijker om nog meer
energie te besparen.’ Dit kan
volgens Jonkman de negatieve
business case van Duitsland verklaren. Ook hangt de uitkomst
van een kosten-batenanalyse
af van de uitgangspunten, zegt
Jonkman. ‘In de Nederlandse
business case is niet gerekend
met een reële CO2-prijs om de
milieueffecten in geld uit te
drukken. Als Duitsland dat wel
heeft gedaan, zorgt dat voor een
negatief effect op de business
case.’
Geen uitstel
Koepelorganisatie Netbeheer
Nederland ziet in de Nederlandse situatie geen aanleiding
om de aanbieding van de slimme
meter uit te stellen. Dat meldt
woordvoerder Martijn Boelhouwer, die ook verwijst naar de
kosten-batenanalyse van Kema
uit 2010. ‘Deze analyse heeft een
neutraal - positieve uitkomst. Op
basis hiervan nam het kabinet
het besluit om te starten met de
aanbieding van de slimme meter.
Britse uitrol onder vuur
De Britse regering geeft de
uitrol van de slimme meter
groen licht, maar experts
twijfelen aan de economische
voordelen, meldt Computer
Weekly. De overheid stelt
de netto opbrengst van de
slimme meter op een winst
van 4,9 miljard Britse ponden,
terwijl het Britse ingenieursbureau Mott MacDonald de
netto waarde bepaalt op
een verlies van 4,0 miljard.
Volgens econoom en adviseur
Alex Henney stelt de Britse
Dit gebeurde mede met het oog
op de beoogde energiebesparing
die nodig is om aan de Europese
richtlijn te voldoen.’ Overigens
is de slimme meter niet verplicht
voor consumenten, zegt Boelhouwer. Hij noemt naast energiebesparing ook andere voordelen
voor consumenten, zoals tariefdifferentiatie. Hierdoor kunnen
consumenten op termijn besparen op hun energiekosten als ze
stroom gebruiken op momenten
dat de stroomprijs laagt ligt.
overheid de uitrol van de
slimme meter te positief voor.
Hij zegt dat de Britse uitrol
twee keer zo duur is dan dat
van Spanje en Italië. In Engeland hangt de uitrol af van de
energieleveranciers en is een
extra grote database nodig
om informatie te verzamelen
over van wie de meter is,
bijbehorende kosten en het
verhelpen van fouten. Henney
denkt dat de slimme meter
waarschijnlijk geen effect zal
hebben op het energiever-
Indicatie?
Hoe het ook zij, minister Kamp
verwacht eind dit jaar een besluit
te nemen over het tempo van de
grootschalige uitrol. ‘Als er
indicaties zijn dat zich negatieve
effecten voordoen ten aanzien
van de maatschappelijke
business case dan zal ik u dat
laten weten,’ schreef minister
Kamp in februari. De vraag is of
de negatieve business case in
Duitsland geldt als indicatie voor
Nederland. Als dat het geval is
bruik van consumenten. Veel
huizen in Engeland gebruiken
al efficiënte verwarmingsketels en energiezuinige
verlichting. Ross Anderson,
hoogleraar techniek & veiligheid aan de Universiteit van
Cambridge, waarschuwt dat
de slimme meter in Engeland niet zal zorgen voor de
beoogde energiebesparing
omdat ze wordt beheerd door
energieleveranciers die erop
zijn gericht om de verkoop
van energie te maximaliseren.
zal het ministerie van Economische Zaken zich ook moeten
verdiepen in de Duitse kostenbatenanalyse. Of hebben
onderzoekers van ACM en
Agentschap NL dit al gedaan?
Dat ligt niet voor de hand, omdat
het rapport van Ernst & Young
midden in de zomer werd
gepubliceerd. Er is geen betere
tijd om rapporten over het hoofd
te zien dan tijdens de vakantie.
Wellicht dat dit artikel daar iets
tegen kan doen.
www.ensoc.nl
9
6. column
Hamilcar Knops
Alle beetjes helpen in deze tijden van economische
crisis, ook een lagere energierekening. Besparen
op de energiekosten begint natuurlijk met inzicht
krijgen in het verbruik: energiemonitoring. Op
basis daarvan kunnen bedrijven of huishoudens
dan hun energieverbruik gaan managen. Met als
doel om uiteindelijk minder te gaan verbruiken
waardoor ze minder hoeven te betalen.
overschotten
aan energie
weggooien?
Dat is energiemanagement ‘oude stijl’. Want in de
toekomst kan het wel eens zo zijn dat juist méér
energie verbruiken geld oplevert, terwijl het ook
nog eens goed is voor het milieu. Hoe kan dat?
Tot nu toe waren elektriciteit en gas altijd schaars
en hoorde bij momenten van piekvraag ook
steeds een hoge prijs. Energiemanagement ‘oude
stijl’ richt zich dan ook op het beperken van de
energievraag, in het bijzonder wanneer de prijs
hoog is. Een extreem voorbeeld gebeurde tijdens
de elektriciteitscrisis in Californië: daar legde een
industrie haar hele productie stil omdat het bedrijf
meer geld kon verdienen met het doorverkopen
van zijn (goedkoop ingekochte) stroom dan met
het eigen bedrijfsproces.
Dit kan echter radicaal gaan veranderen. In Europa
zijn we op steeds grotere schaal windmolens en
zonnepanelen aan het installeren. Hun elektriciteitsproductie is zeer variabel en niet volledig
voorspelbaar. Er zullen momenten komen dat
zowel wind- als zonne-energie bijna maximaal
produceert en er een ‘overschot’ aan elektriciteit
bestaat: het aanbod van elektriciteit overstijgt dan
de vraag op dat moment. In Denemarken gebeurt
dit al met enige regelmaat. De Denen exporteren
hun overschot dan naar Noorwegen, waar het
gebruikt wordt om water omhoog te pompen naar
10
ensoc magazine najaar 2013
de reservoirs van hun waterkrachtcentrales.
Maar als straks ook Duitsland, Nederland en
andere landen voor overschotten gaan zorgen, kan
het oppompen van water niet meer altijd de oplossing zijn. We kunnen ook niet alle conventionele
centrales uitzetten, want die blijven nodig voor de
stabiliteit van het systeem. De experts vrezen dan
ook dat we op bepaalde momenten overschotten
aan windenergie en zonne-energie weg moeten
gooien. In ouderwetse veilingtermen zullen we
dan ‘wind moeten doordraaien’: het aanbod van
stroom is groter dan de vraag, waardoor de prijs
van elektriciteit nul wordt of zelfs negatief!
Toch ben ik niet bang dat we straks echt windenergie ‘weg moeten gooien’. Ik verwacht namelijk dat
er partijen komen die slim gebruik gaan maken
van die lage (of negatieve) prijzen voor elektriciteit. Partijen die op die momenten juist voor een
toename van de vraag gaan zorgen.
Een van de kandidaten is de industrie. Zelf ben ik
betrokken bij een project in de haven van Rotterdam om overschotten van stroom te gebruiken in
chemische of industriële processen. Verschillende
ideeën worden bekeken: elektriciteit omzetten in
warmte of ook elektriciteit ‘omzetten’ in stoffen, zoals waterstof. Juist de combinatie met de
bestaande infrastructuur en industrieën in het
havengebied biedt vele kansen. De projectpartijen
vatten het idee samen als ‘overslag van windenergie’: windenergie komt de haven binnen en verlaat
het havengebied weer in de vorm van producten…
Zo zorgt de ‘oude economie’ straks voor maximaal
gebruik van groene stroom en geeft energiemanagement ‘nieuwe stijl’ het begrip ‘windhandel’
weer een heel nieuwe betekenis.
www.ensoc.nl
11
7. m i n i s t e r
b l o k
o p e n t
v a k b e u r s
e n e r g i e
2 0 1 3
‘Meer actie
nodig voor
energiebesparing’
Stef Blok (Emmeloord, 10
december 1964) is sinds 5
november 2012 minister voor
Wonen en Rijksdienst. Na het
stedelijk gymnasium in Leiden
studeert hij bedrijfskunde aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn
studie werkt hij bij ABN-Amro. Ook is
hij gemeenteraadslid in Nieuwkoop,
waar hij voorzitter is van de VVD-fractie. Vanaf 1998 is Blok voor de VVD lid
van de Tweede Kamer, waar hij zich
bezig houdt met financiën, economische zaken, sociale zaken en
rijksuitgaven. Van oktober 2010 tot
september 2012 is Blok fractievoorzitter van de VVD. Blok staat Mark Rutte
bij als secondant in de kabinetsformatie, waarbij hij onderhandelt
met Diederik Samsom en Jeroen
Dijsselbloem. Blok is pleitbezorger
van een grotere marktwerking en
terugdringing van ‘overheidsregels,
administratieve lasten en bureaucratie’ in de non-profitsector, waaronder
‘zorg, woningbouw en onderwijs’.
12
ensoc magazine najaar 2013
Ondernemers kunnen meer consumenten
verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen voor hun
woning. Dat zegt minister Blok in een
interview. Hij ziet dat er meer actie nodig
is om energiebesparing in woningen op
een hoger niveau te brengen, maar denkt
op de goede weg te zijn met een fonds
voor energiebesparing en een gratis
energielabel.
Tekst: Norbert Cuiper; foto: Rijksoverheid
Energiebesparing bij woningen heeft een steuntje
nodig in de rug. Dat blijkt uit het plan van de overheid om een nationaal energiebesparingsfonds
fonds voor huiseigenaren op te zetten. Minister
Stef Blok voor Wonen en Rijksdienst ondertekende
daartoe in juli een intentieovereenkomst met de
Rabobank. Het fonds moet goedkope leningen
verstrekken aan woningbezitters om te investeren
in energiebesparende maatregelen. ‘Nog voor het
eind van dit jaar kunnen zij een beroep doen op
het nationaal energiebesparingsfonds voor een
goedkope lening om hun huis energiezuiniger te
maken,’ meldt minister Blok. Hij verricht op dinsdag 24 september a.s. de officiële opening van de
vakbeurs Energie. In een gesprek met Ensoc Magazine gaat hij in op de maatregelen van de overheid
om energiebesparing in woningen te stimuleren.
Het kabinet wil energiebesparing voorrang
geven. Waarom is energiebesparing belangrijk?
‘Daarvoor bestaan een aantal goede redenen.
Voor de huishoudens is het goed voor hun portemonnee, zeker in deze tijd waarin ze minder te
besteden hebben. Ook is energie duurder geworden. Begin deze eeuw betaalde een huishouden
jaarlijks gemiddeld 700 euro aan gas, nu ligt dat
bedrag op 1200 euro. Elke Nederlander kan echter
op deze kostenpost besparen door het huis goed
te isoleren. Dat geldt niet alleen voor de particuliere sector, maar vooral voor de huurwoningen
omdat daar de lagere inkomens zitten. Daarom
hebben verhuurders convenanten ondertekend
voor energiebesparing. Ik zie dat daarmee grote
stappen vooruit worden gezet. Verder stellen we
hogere eisen aan de energiezuinigheid van een
woning, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. De
overheid als grootste bezitter van gebouwen in
Nederland geeft hierin ook het goede voorbeeld.’
www.ensoc.nl
13
8. m i n i s t e r
Gebeurt er in Nederland voldoende om woningen
energiezuiniger te maken?
‘Er gebeurt al veel, maar er is nog meer nodig. We
hebben in het woonakkoord afgesproken om het
nationaal energiebesparingsfonds op te richten.
Hiermee kunnen goedkope leningen worden
verstrekt waarmee huiseigenaren en verhuurders
kunnen investeren in energiebesparende
maatregelen zoals isolatie en de aanschaf van
zuinige ketels. Voor het fonds stelt de overheid
150 miljoen euro beschikbaar, maar bedrijven,
banken en andere investeerders zullen dit fonds
aanvullen tot 600 miljoen euro. Met de Rabobank
hebben we al een overeenkomst gesloten, maar
we zitten nog met meer banken om de tafel. Die
hebben nog niet getekend, maar we verwachten
wel dat het fonds in het najaar van start kan gaan.
Dit betekent een forse impuls voor de bouw- en
installatiesector. En er wordt in de komende drie
jaar 400 miljoen uitgetrokken voor subsidies om
sociale huurwoningen te verduurzamen, zo is
afgesproken in het energieakkoord.’
‘ et woonakkoord
H
voorziet in de oprichting
van een nationaal
energiespaarfonds’
Hoe scoort Nederland ten opzichte van
omliggende landen met energiebesparing?
‘Nederland heeft op het gebied van
energiebesparing al grote stappen gezet als je
ons land vergelijkt met andere Europese landen.
In de huursector hebben we al veel gedaan aan
isolatie en andere besparende maatregelen. Via
de bouwregelgeving scherpen we de eisen voor de
energiezuinigheid aan, zodat isolatie verder wordt
doorgevoerd. Dit gebeurt vooral bij nieuwbouw,
maar de grote opgave blijft de bestaande bouw.
Daarvoor moeten we huiseigenaren stimuleren om
te investeren in energiebesparing. Dat kan onder
meer met het nationaal energiebesparingsfonds,
dat ook onderdeel uitmaakt van het
energieakkoord. Daarnaast zorgen we dat het
energielabel bij woningen standaard wordt. Ook
14
ensoc magazine najaar 2013
is de btw voor arbeidskosten bij renovatie, herstel
en tuinonderhoud van woningen met 6 procent
verlaagd tot maart 2014. Dat is écht een kans. Voor
de consument en de markt.’
Het energielabel voor woningen is een
langlopend dossier voor Nederland.
‘Het energielabel is voor alle Europese
landen een langlopend dossier, niet alleen
voor Nederland. Dat komt vooral doordat de
richtlijn voor energiezuinige gebouwen te
ingewikkeld is gemaakt. Het kabinet streeft
echter naar een eenvoudig energielabel, zoals
ook in het energieakkoord staat. Het nieuwe
wetsvoorstel voor het label komt tegemoet aan
de bezwaren uit de Tweede Kamer, die tegen
verplichte invoering stemde. Dat houdt in dat een
laagdrempelig energielabel beschikbaar komt,
naast een energieprestatiecertificaat dat alleen
een specialist kan vaststellen, om bijvoorbeeld
in aanmerking te komen voor een bijdrage uit
een fonds of een korting op de hypotheek. Het
label is inmiddels voorgelegd aan de Europese
Commissie. Uit een eerste gesprek blijkt het dit
goed is ontvangen, maar op papier hebben we
nog geen groen licht. Dit hangt nog af van de
uitwerking. Er is eerst een goed systeem nodig
om het energielabel via internet beschikbaar te
maken.’
Verwacht u dat het energielabel voor woningen
gemeengoed wordt in Nederland?
‘Ja, ik denk dat het energielabel bij woningen in
Nederland de komende jaren steeds meer zal
worden ingevoerd, zeker als het tegen lage kosten
kan worden verstrekt zoals nu wordt voorgesteld.
Nederlanders letten over het algemeen goed
op hun portemonnee. Daarom denk ik dat ze
hun woningen graag willen voorzien van een
energielabel als ze dat goedkoop kunnen krijgen.
Ik ben daar heel enthousiast over.’
Het energielabel wordt gekoppeld aan
de huurprijs van huurwoningen. Dit moet
verhuurders stimuleren te investeren in
energiebesparende maatregelen. Gebeurt dat
ook voldoende?
‘Ja. Het energielabel heeft invloed op de huurprijs
via het woningwaarderingsstelsel. Dat biedt
b l o k
o p e n t
woningcorporaties ruimte om energiebesparing
te financieren. Maar er speelt ook een discussie
over de heffing voor verhuurders. Dat moet
woningcorporaties stimuleren om de financiën
op orde te krijgen. Als de huren stijgen gebeurt
dit niet vanzelf. De heffing zorgt ervoor dat
woningcorporaties zich weer richten op hun
kerntaak, namelijk het verhogen van de kwaliteit
van de woningvoorraad.’
‘ et energielabel
H
heeft invloed op de
huurprijs, waardoor
woningcorporaties
energiebesparing
kunnen financieren’
Soms gaat het mis, zoals bij het Hilwis-complex
in Amsterdam, waar huurders extreem hoge
stookkosten hebben, terwijl de eigenaar weigert
om mee te werken aan isolatie.
‘Het Hilwis-complex betreft een oude flat in
Amsterdam, waar de huurders met de verhuurder
in discussie zijn over de snel oplopende
stookkosten. Recent heeft de huurcommissie
bepaald dat voor de jaren 2007 tot en met 2010
een doorberekening van 50% van de werkelijke
kosten redelijk is. De huurders kunnen de
verhuurder ook via de rechter verplichten
bepaalde energiebesparende maatregelen aan te
brengen, op voorwaarde dat daar een redelijke
huurverhoging tegenover staat. Overigens zijn
verhuurders in het algemeen goed bezig, dankzij
het huurconvenant energiebesparing. Bovendien
kunnen ze op termijn gebruik maken van het
nationaal energiebesparingsfonds.’
‘ p Prinsjesdag
O
presenteren we een
indrukwekkende lijst
aan maatregelen’
v a k b e u r s
e n e r g i e
2 0 1 3
Op Prinsjesdag komt het kabinet met een
begroting. Welke stimulerende maatregelen
op gebied van energiebesparing zijn daarin
opgenomen?
‘Daar kan ik nog niets over zeggen. Dat ziet u op
Prinsjesdag. We hebben een indrukwekkende lijst
aan maatregelen opgebouwd die we dan laten
zien.’
Op 24 september a.s. mag u de vakbeurs Energie
openen. Hoe kijkt u aan tegen deze beurs?
‘Het is voor mij de eerste keer dat ik de
Energievakbeurs zal bezoeken. De beurs trekt me
omdat energiebesparing voortkomt uit innovatie
door ondernemers. De crux is dat ondernemers
het verhaal aan de consument moeten vertellen,
hoe zij op financieel voordelige wijze energie
kunnen besparen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Ik
zit regelmatig met ondernemers aan tafel, maar zie
te weinig gebeuren dat ze hun klanten benaderen,
zoals met een folder in de bus. Ook bij
installatiebedrijven gebeurt dat te weinig. Ik heb
zelf mijn huis laten isoleren en heb zelf een
energielabel aangevraagd, omdat het me niet
direct werd aangeboden. Dit betekent dat
ondernemers nog meer kunnen doen om klanten
over de drempel te halen teneinde te investeren in
energiebesparing. Die boodschap zou de
Energievakbeurs goed kunnen uitdragen.
Ondernemers kunnen meer consumenten
verleiden om te investeren in energiebesparende
maatregelen.’
‘ ndernemers kunnen
O
meer consumenten
verleiden om
te investeren in
energiebesparende
maatregelen’
www.ensoc.nl
15
9. slimme meter zorgt voor groei in energieverbruiksmanagers
Meer
grip op
energie
met
monitoring
Energieverbruiksmanagers
zijn producten en diensten
die huishoudens
en kleinzakelijke
gebruikers inzicht geven
in hun energiegebruik.
Het inzicht helpt
hen te besparen op
energiekosten. Het is een
nieuwe productcategorie
waar velen nog onbekend
mee zijn. Afgelopen
twee jaar zijn 20 tot 25
energieverbruiksmanagers
op de markt gekomen,
dankzij de komst van de
slimme meter.
16
ensoc magazine najaar 2013
Dit artikel gaat in op het belang
van meer inzicht in energieverbruik voor het beheersen van
energiekosten.
Ook wordt beschreven op welke
productkenmerken gelet kan
worden bij de aanschaf van een
energieverbruiksmanager.
Dit is in eerste instantie gericht
op huishoudens, maar is ook
van toepassing op kleinzakelijke energiegebruikers.
Tekst: Puk van Meegeren,
manager communicatie Milieu Centraal
Huishoudens:
geen idee van
energieverbruik
Een groot deel van de huishoudens heeft geen inzicht in eigen energieverbruik: 44 % geeft aan niet
te weten of men eind dit jaar moet bijbetalen voor
de energierekening, of geld terugkrijgt; 31 % zegt
het wel te weten, en 26% antwoordt neutraal. Dat
blijkt uit onderzoek van voorlichtingsorganisatie
Milieu Centraal, in oktober 2012 uitgevoerd onder
1038 huishoudens door onderzoeksbureau GfK.
Het gebrek aan inzicht heeft te maken met een
gebrek aan informatie.
Jaarlijkse nota
biedt onvoldoende
informatie
Europa is al langere tijd afhankelijk van import
De meeste huishoudens zijn voor inzicht in hun
energieverbruik afhankelijk van hun jaarlijkse
energienota. Dat is onvoldoende frequent voor
inzicht in eigen verbruik. Bovendien is voor een
consument de belangrijkste boodschap of hij of
zij moet bijbetalen. Met andere woorden: was
het maandelijkse voorschot voldoende of onvoldoende? Deze terugkoppeling kan consumenten
op het verkeerde been zetten. Geld terug krijgen
wil nog niet zeggen dat je weinig hebt verbruikt,
het kan ook betekenen dat je voorschot hoog is.
Energieverbruiksmanagers bieden huishoudens de
mogelijkheid om veel vaker informatie te krijgen
over hun energieverbruik, sommige producten
geven zelfs het actuele verbruik aan. Ze brengen
het verbruik in het hier en nu.
Slimme meters
creëren praktische
mogelijkheden
Regelmatige feedback op energieverbruik wordt
al lange tijd gezien als een effectieve manier om
consumenten te helpen met energie besparen.
De eerste initiatieven in Nederland dateren uit de
jaren tachtig. Destijds was het grote probleem hoe
je huishoudens op een praktische en kosteneffectieve manier voorziet van gegevens over hun
energieverbruik. Mensen moesten met pen en papier wekelijks hun meterstanden opnemen, en hun
weekverbruik vergelijken met een standaard weekverbruik (afhankelijk van de buitentemperatuur in
die week) dat in lokale bladen werd gepubliceerd.
Het was een nogal omslachtige werkwijze, die voor
veel huishoudens te veel moeite was. De komst
van persoonlijke pagina’s op een website (begin
deze eeuw) waar huishoudens hun meetgegevens
konden invoeren, betekende een verbetering van
de dienstverlening. De correctie naar buitentemperatuur (“graaddagen”) gebeurt automatisch, en
de mogelijkheden voor presentatie zijn veel groter.
Toch blijft het wekelijks handmatig registreren en
invoeren van meterstanden een drempel.
De komst van de slimme meter heeft het aanbod
drastisch veranderd. Een slimme meter is een digitale meter voor het gas- en elektriciteitsverbruik.
Een slimme meter op zichzelf biedt geen uitgebreide dienstverlening voor inzicht in energieverbruik.
Maar als huishoudens een energieverbruiksmanager aan de slimme meter koppelen, krijgen ze
moeiteloos dagelijks of zelfs op ieder moment
(real time) informatie over het eigen gebruik.
www.ensoc.nl
17
10. Besparing door
energieverbruiksmanagers
Het gebruik van apps, displays en websites
voor meer inzicht in energieverbruik kan leiden
tot een besparing van zo’n vijf procent op de
energierekening. Voor een gemiddeld huishouden
komt dit neer op een besparing tussen de 100
euro per jaar. Milieu Centraal baseert deze
indicatie van de besparing op een inventarisatie
van pilots met energieverbruiksmanagers en van
wetenschappelijke experimenten met feedback
op energieverbruik. In de praktijk zal de besparing
meer of minder zijn. De ene tool is de andere niet.
Er zijn verschillen in functionaliteit en presentatie,
die van invloed zijn op het besparingseffect.
Bovendien is de ene gebruiker meer gemotiveerd
dan de andere. En heeft de ene gebruiker meer
mogelijkheden tot verandering (denk aan
investeringen in energiebesparende maatregelen)
dan de ander.
Kenmerken
energieverbruiksmanagers
Op basis van ervaringen en onderzoeken lijken onderstaande kenmerken van belang voor het kiezen
van een energieverbruiksmanagers.
Elektra én gas
Als een tool naast het elektriciteitsverbruik ook
gegevens biedt over het gasverbruik, levert dat
meer handelingsperspectieven voor besparing op.
Ongeveer twee derde van het energieverbruik in
huis is gas, een derde is elektra.
Energieverbruik én kosten in euro
Consumenten kunnen zich meer voorstellen
bij euro’s dan bij kilowattuur (de maat voor
elektriciteitsverbruik)en kubieke meter gas. Tools
die de gebruiker in staat stellen zelf te kiezen
tussen een weergave in euro’s en een weergave in
kilowattuur en kubieke meter gas, zijn het meest
effectief.
Totaal verbruik én afzonderlijk verbruik
Als een tool naast het totale verbruik van gas
18
ensoc magazine najaar 2013
en elektriciteit ook informatie geeft over het
gasverbruik van verwarming en warm water
afzonderlijk en van het elektriciteitsverbruik van
afzonderlijke apparaten, is er meer inzicht in wat
bijdraagt aan een hoog energieverbruik. Dat biedt
meer handvatten voor besparing.
Vergelijkingen
Door het verbruik van een huishouden te
vergelijken met anderen in dezelfde situatie, of
met een vergelijkbare periode, of met gestelde
doelen krijgt de informatie meer betekenis. Uit
verschillende sociaalpsychologische onderzoeken
blijkt dat vergelijking met anderen (sociale
vergelijking) een sterke motivatie kan opleveren.
Sociale vergelijking lijkt zeker voor de startfase
een essentieel kenmerk, waarmee een gebruiker in
geval van ‘meer verbruik dan anderen’ geprikkeld
wordt om aan de slag te gaan. In geval van inzicht
in afzonderlijk verbruik vergroot het presenteren
van referentiegegevens het inzicht. Bijvoorbeeld
gegevens over het energieverbruik van jouw
koelkast afzetten tegen die van een vergelijkbare,
meest zuinige koelkast.
Handelingsperspectief bieden
Tips en adviezen (op maat) zijn belangrijk voor
het bieden van een handelingsperspectief voor
besparen.
Voldoende opvallend
Opvallende tools krijgen meer aandacht van de
gebruiker. Displays in de woonkamer hebben
daarbij een voordeel boven een persoonlijke
webpagina.
Leuk
In algemene zin geldt: applicaties die leuk zijn
om te doen, een soort spelelement of uitdaging
of competitie bevatten, en de nieuwsgierigheid
prikkelen, trekken meer de aandacht.
Overzicht
energieverbruiksmanagers
Milieu Centraal presenteert op www.energieverbruiksmanagers.nl een beschrijving van alle
beschikbare producten en diensten.
Energieakkoord: winst
voor milieu?
Voor de zomervakantie werd een
energieakkoord op hoofdlijnen
gepresenteerd. De belangrijkste vraag
die na het bestuderen van het akkoord
overblijft: is de milieubeweging terecht
blij met dit akkoord?
Tekst: Henri Bontenbal
W
ie door een pessimistische bril
naar het energieakkoord kijkt,
ziet dat het weinig nieuws
biedt. Zo is energiebesparing
terecht een belangrijke pijler in
het akkoord. Het maatregelenpakket moet een
energiebesparing van 100 PJ in 2020 opleveren en
tenminste 1,5% energiebesparing per jaar, maar
was 100 PJ niet ook al de doelstelling van het
programma Meer met Minder, overeengekomen
in 2008? En is 1,5% energiebesparing per jaar niet
allang verplicht volgens de Europese richtlijn voor
energiebesparing?
Oud nieuws
De maatregel voor energiebesparing is illustratief
voor andere maatregelen uit het energieakkoord.
De 6.000 MW aan windenergie op land is staand
beleid. De korting op de energiebelasting voor
energiecoöperaties die zonnestroom aan hun
leden leveren, stond al in het regeerakkoord.
Het kabinet gaat z’n best doen in Brussel voor
een verbeterde emissiehandel, zo staat in het
akkoord, maar deed dat op verzoek van de
Tweede Kamer allang. Ook worden de vijf oudste
kolencentrales gesloten, maar met een Europees
emissiehandelssysteem zet dat niet veel zoden
aan de dijk, want het plafond voor de emissie van
broeikasgassen in de EU verandert daardoor niet.
Investeren
Staan er dan niets positiefs in het energieakkoord?
Natuurlijk wel. We gaan fors investeren in
se ur
ta nd ig ad vi
ba l is ze lfs
nb al .
He nr i Bo nt en
.b ur ob on te
ba l (w w w
ew er ke r
Bu ro Bo nt en
bi j
le id sm ed
vo or he en be
ac tie
nl ) en w as
bi j de CD A- fr
ur za am he id
er gi e en du
en
de Ka m er
in de Tw ee
windenergie op zee en beperken het bijstoken
van biomassa in kolencentrales. Er komt een
expertisecentrum voor de ondersteuning bij de
meest effectieve energiebesparingsmaatregelen,
de Wet Milieubeheer gaat intensiever
gehandhaafd worden en er komt een soort APK
voor energie-efficiency bij bedrijven. Tevens
komt er een innovatieprogramma voor cleantechdemonstratieprojecten. Maar is dit voldoende
voor de natuur- en milieuorganisaties? Hebben zij
voldoende ‘binnengehaald’?
In de verdediging
Milieuorganisaties krijgen het moeilijk, zo verwacht ik. Zij moeten immers verdedigen dat de
doelstelling voor het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix van 2020 wordt bijgesteld
van 16% naar 14%. Zij krijgen daar de sluiting van
vijf oude kolencentrales, meer windenergie op zee
en een beperkte inzet van biomassa in kolencentrales voor terug, maar waren deze maatregelen
niet ook zonder het energieakkoord genomen
door de Tweede Kamer? Tegelijkertijd zullen zij
alle andere maatregelen uit het energieakkoord
moeten verdedigen.
Lastige opgave
Het energieakkoord bevat te weinig harde
afspraken en mist creativiteit. De
milieuorganisaties hadden het akkoord met
opgeheven hoofd kunnen verdedigen als daarin
was afgesproken dat er een klimaatwet kwam,
waarin harde doelstellingen voor CO2-reductie
worden vastgelegd; of een energieakkoord waarin
er een koppeling werd gemaakt tussen
energiebelasting van grootverbruikers en de
daadwerkelijk gerealiseerde energiebesparing; of
waarin er sprake was van vergaande fiscale
vergroening; of waarin tal van creatieve en
vernieuwende beleidsmaatregelen stonden die in
de praktijk voor een omslag zouden zorgen. Nu
staan zij echter voor een lastige opgave.
www.ensoc.nl
19
11. energiebau sol ar power benelux op de vakbeurs energie 2013
Roel Cals
(geboren 18 september 1965
te Beek) studeerde chemische technologie en kunststoftechnologie. Cals begon
zijn loopbaan als kunststoftechnoloog bij
DSM. Van 1994 tot 1998 was hij directeur
voor Dyka Kunststofleidingsystemen in
Tsjechië om daar twee verkoopkantoren
te openen. Daarna bekleedde hij diverse
managementfuncties bij isolatieproducent
Rockwool, waar hij twaalf jaar werkte,
waarvan twee voor Rockfon UK in Londen. Sinds 2011 is hij algemeen directeur
van Energiebau Solar Power Benelux,
een dochter van het van origine Duitse
Energiebau dat zich de laatste jaren heeft
toegelegd op de verkoop en distributie
van zonne-energie systemen. Daarnaast
voert hij de regie over de verkoop in
Duitsland en Oostenrijk als sales director
Central Europe. Naast zijn werk zit Cals ook
in het bestuur van brancheorganisatie
PV Vlaanderen.
‘ onnez
panelen
blijven
goedkoop’
De prijs voor zonnepanelen kan laag
blijven doordat de productie grootschaliger
en efficiënter zal plaatsvinden na de
consolidatie onder producenten. Dat zegt
directeur Roel Cals van PV-groothandel
Energiebau, die dit jaar weer aanwezig is
op de vakbeurs Energie. ‘Het zelf opwekken
van stroom blijft financieel aantrekkelijk,’
zegt Cals.
Tekst: Norbert Cuiper
20
ensoc magazine najaar 2013
‘Zonnepanelen en monitoring
goede partners’
Zonne-energie en het monitoren van
stroomverbruik en opbrengst uit de zonnepanelen passen goed bij elkaar. Dat geldt
vooral voor grotere PV-installaties, zegt
directeur Roel Cals van Energiebau Solar
Power Benelux. ‘Bij grotere installaties is
monitoring onontbeerlijk. Hoe groter de installatie des te aantrekkelijker het wordt om
verbruik en productie continue te volgen,’
zegt Cals. Hij kent diverse praktijkvoorbeelden, zoals een groot PV-systeem met 365
zonnepanelen van Eneco op het DSMterrein in Sittard-Geleen. De PV-installatie
is gekoppeld aan een meetsysteem. Van
projecten in Duitsland weet Cals dat meten
belangrijk is om fouten in het PV-systeem
te signaleren. ‘Defecten moeten we zien te
voorkomen, want die halen het rendement
omlaag.’ Volgens Cals is de juiste manier om
de stroomproductie te meten ten opzichte
van de zonintensiteit, waardoor afwijkingen
goed zijn te verifiëren.
D
e markt voor zonnepanelen zit dit jaar flink
in de lift. Dat is te merken aan de groei van
de geïnstalleerde capaciteit in Nederland.
In 2012 is naar schatting circa 175 megawatt PV
geïnstalleerd, verwachting is dat er dit jaar ongeveer 250 MW zal worden geïnstalleerd. ‘De markt
is vorig jaar aangeslagen en groeit nu heel snel,’
zegt Roel Cals aan het begin van een telefonisch
interview. De directeur van PV-leverancier Energiebau Solar Power Benelux heeft al bijna drie jaar de
leiding over de organisatie in Nederland, België en
Luxemburg. Hij is zeer te spreken over de positieve
ontwikkeling in Nederland. ‘De groeiende omzet
in Nederland compenseert de dalende verkoop
in Vlaanderen, waar de subsidies zijn teruggeschroefd waardoor de Belgische markt is ingezakt,’
vertelt Cals.
Ping-pong
Vooruitkijken naar de toekomst is een stuk lastiger, geeft Cals toe. Zo is nog onduidelijk of de
Europese importheffing op Chinese zonnepanelen
een blijvend effect zal hebben. Dat geldt ook voor
het terugschroeven van subsidies, zoals onlangs
in Spanje is gebeurd. Toch kan Cals wel iets zeggen over de invloed van deze maatregelen op
het aankoopgedrag van particulieren. ‘Het effect
van subsidies op zonnepanelen is vooral psychologisch. Mensen wachten met de aankoop van
zonnepanelen als ze geen subsidie meer kunnen
krijgen. Ze denken dan dat ze iets missen en dat
men beter kan wachten totdat er weer een subsidie potje beschikbaar is. Een stabiel en langdurig
beleid vanuit Den Haag zou gunstiger zijn voor de
zonne-energiemarkt, of er nu veel of geen subsidie gegeven zou worden. Dat voorkomt namelijk
dergelijke ping-pong effecten.’
Importheffing
EU Prosun diende vorig jaar een klacht in bij de
Europese Commissie over Chinese producenten
die goedkope panelen op de Europese markt
dumpten. De klacht werd gehonoreerd, waarop
een importheffing op Chinese panelen werd ingevoerd. Verder overleg resulteerde in een minimum
exportprijs voor Chinese panelen als compromis.
Cals: ‘Die minimumprijs ligt op 56 eurocent per
Wattpiek, al komen daar nog kosten bij voor
transport, handeling, ingangscontroles, rente en
douane. Verder geldt per producent een maximaal exportvolume, verdeeld over circa honderd
producenten. Dit resulteert waarschijnlijk in een
snellere consolidatie onder de Chinese panelenproducenten. Dat is positief voor de branche en de
gemiddelde kwaliteit van zonnepanelen. De kleine
kwalitatief laagwaardige Chnese producenten zullen dan afvallen.’
Onbekend
Europa kan volgend jaar maximaal 7 gigawatt aan
zonnepanelen uit China importeren onder deze regeling. Bij Energiebau gaat dat gepaard met zorgvuldige ingangscontroles, vertelt Cals. ‘Er bestaan
nog steeds verschillen in kwaliteit tussen diverse
zonnepanelen en verschillende productielocaties,
maar die zijn niet meer zo groot als voorheen.’
De dreiging van de Europese importheffing zorgt
ervoor dat Chinese producenten hun fabricage
verplaatsen naar andere landen, zoals Maleisië,
Korea, India of Taiwan. Ook zijn in deze landen
nieuwe spelers ontstaan. Dat merkt Cals aan de
‘meest rare aanbiedingen met lagere prijzen’. ‘NietChinese producenten zie je nu ook stunten met
lage prijzen. Dat zijn tal van onbekende merken. Of
daartussen een betrouwbare partner zit? Die hebben we tot nu toe nog niet echt gevonden. Dat is
niet eenvoudig gezien de garanties van oorsprong
en de kwaliteit die wij eisen.’
Consolidatie
Zonnestroom is sinds vorig jaar goedkoper dan
elektriciteit uit het net. Blijft dat zo? Cals: ‘Ja. De
systeemprijzen stabiliseren zich, hoewel het gaat
om een kunstmatig lage prijs vanwege de 50 tot 70
gigawatt wereldwijde overcapaciteit. Op lange
termijn worden de prijzen niet hoger omdat
producenten zonnepanelen op grotere schaal en
effectiever kunnen gaan produceren.’ Ook ziet Cals
dat sommige Chinese producenten geen verlies
meer draaien en over het tweede kwartaal
positieve cijfers laten zien. ‘Er zijn circa 600 tot 700
Chinese producenten, maar daarvan zullen er vele
verdwijnen of worden overgenomen. Na deze
consolidatie blijven er tientallen grotere producenten over. Die kunnen hun activiteiten grootschaliger en efficiënter opzetten. Dan is de huidige lage
prijs haalbaar, en wordt het opwekken van eigen
stroom financieel nog aantrekkelijker.’
www.ensoc.nl
21
12. v e
r
s
l
a g
TNO:
Nederland
moet
schaliegas
niet bij
voorbaat
uitsluiten
Tekst: Norbert Cuiper
Schaliegas:
kans of
bedreiging?
Proefboring bij het Britse
Blackpool. Cuadrilla wil
ook in Nederland boren
naar schaliegas
(foto Fibronot.nl)
22
ensoc magazine najaar 2013
Schaliegas heeft
een belangrijke
impact op de
energiemarkt.
Vormt het een
bedreiging of biedt
het juist kansen?
Risico’s voor
mens en milieu
zijn beheersbaar
en economisch
is winning
interessant. Dat
zijn redenen om
proefboringen toe
te staan, meldt
TNO.
c
o
n
g
r
e
s
s
c
h
a
l
i
e
g
a
s
‘De aanwezigheid van schaliegas is niet nieuw, maar wel de economische
winning ervan,’ zegt directeur gastechnologie René Peters van TNO aan
het begin van een conferentie van Ensoc bij FB in Hilversum. Schaliegas
is de laatste tijd volop in het nieuws, vanwege weerstand tegen plannen
om in Nederland te boren naar schaliegas. ‘Vijf jaar geleden wist het grote
publiek weinig van schaliegas, nu wekt het onderwerp veel discussie op,’
vertelt Peters. Een recente opiniepeiling rondom de verhouding tegenstanders en voorstanders bleek rond de 50 tegen 50. Peters ziet dat de
publieke opinie over de winning van schaliegas negatief wordt beïnvloed
vanwege 'slordig boren en fracken' in de VS, zoals in de documentaire Gasland te zien is, waarbij gas uit de waterkraan stroomt. Dit extreme incident
uit de VS halen tegenstanders veelvuldig aan als het gaat om de risico’s
voor mens en milieu.
Fracken
De winning van schaliegas kan net zoals bij aardgas op verschillende manieren gebeuren, vertelt Peters. Verticaal boren is de makkelijkste manier
om een voorraad gas te bereiken, maar soms is het nodig om horizontaal te
boren. Daarnaast is het nodig om een mengsel van water, zand en chemicaliën onder hoge druk in de boorput te spuiten teneinde het schaliegesteente te breken. ‘Deze techniek noemen we fracken,’ zegt Peters. Hij
vertelt dat in Nederland al honderden putten zijn gefrackt bij conventionele
gasvelden, vaak in verticale putten. Bij het horizontaal boren gebeurde
dat tot nu toe slechts 10 tot 20 maal. Het fracken, dat is uitgevonden door
George Mitchell in de VS, vormt een doorbraak bij de winning van gas. Inmiddels passen diverse bedrijven deze techniek toe om aardgas te winnen.
Fracken is daarmee een bewezen techniek.
Reserves
Opmerkelijk is dat soms ook veel schaliegas voorkomt in landen die weinig
olie en aardgas bezitten. Dat blijkt uit een recent rapport van het Amerikaanse ministerie van Energie. Peters: ‘China kan met schaliegas zelfvoorzienend worden. Dat geldt mogelijk ook voor Polen, dat nu nog volledig
afhankelijk is van Rusland voor de import van aardgas,’ zegt Peters. Voor
Nederland gaat die vlieger niet op, al bezit ons land wel degelijk aanzienlijke voorraden aan schaliegas. Die zijn nog altijd een stuk kleiner dan het
gasveld in Groningen. Dankzij dit gasveld was Nederland lange tijd minder
afhankelijk van import uit het buitenland, maar de bodem van het gasveld
is in zicht. Schaliegas kan de import van aardgas uit het buitenland enkele
jaren uitstellen. Dat zou vooral een uitkomst zijn voor Engeland, zegt
Peters.
Import
‘De Britten zijn sterk afhankelijk van import. De winning van schaliegas kan
deze importafhankelijkheid sterk verminderen,’ zegt Peters. Het Britse gasbedrijf Cuadrilla heeft in Engeland toestemming om te boren naar schaliegas. Het bedrijf toont ook belangstelling om in Nederland naar schaliegas
te boren. Daarbij heeft ze vooral de provincie Brabant op het oog. ‘Brabant
bevat zowel gesteentes uit de Carboon als uit de Jura.
www.ensoc.nl
23
13. v e
Die kunnen beiden schaliegas bevatten,’ zegt Peters. Nadelig is dat
Brabant een dichtbevolkt gebied is waardoor omwonenden last kunnen
hebben van geluid en trillingen als gevolg van de boringen. Voor bewoners in Brabant is dat reden om tegen schaliegas te zijn.
Tegenstanders van de winning van schaliegas vrezen ook aantasting
van het milieu. Zo kunnen chemicaliën in de ondergrond terecht komen
en kunnen zware metalen of radioactieve materialen meekomen met
het gas, waardoor ze mogelijk in het grondwater zouden komen. ‘In
Nederland komen in de ondergrond veel natuurlijke breuken voor. Het
is zaak om dan bij het fracken uit de buurt te blijven van die breuken,’
zegt Peters. Gelukkig heeft Nederland veel kennis van de ondergrond:
voor de winning van aardgas zijn al 5000 putten geboord. Om te voorkomen dat er lekken van chemicaliën naar grondwater kunnen ontstaan
door een slechte afdichting bestaat een oplossing, vertelt Peters. ‘Dat
is een kwestie van het verbuizen van de boor en een goede afdichting
met cement. Deze techniek wordt ook in conventionele gaswinning
toegepast en heeft in Nederland nog niet tot lekkage geleid.’
Water
Peters stelt tegenstanders van schaliegas gerust door te wijzen op het
verleden. ‘Nederland heeft vijftig jaar praktijkervaring met de winning
van aardgas. Er is volgens Nogepa nog geen enkele lekkage geconstateerd. Waterbedrijven controleren het grondwater goed voordat ze het
oppompen. Hieruit blijkt dat in Nederland nog geen vervuiling van het
water door de winning van olie of aardgas is opgetreden. Water bevat
in Nederland altijd een spoortje aardgas, maar het wordt pas spannend als chemicaliën in het water terecht komen. We moeten het water
dus controleren voordat we het gebruiken voor drinkwater, maar dat
gebeurt ook permanent.’ Nederland moet schaliegas niet bij voorbaat
uitsluiten op basis van negatieve verwachtingen, zegt Peters. ‘We
moeten technieken verder ontwikkelen om de winning van schaliegas
te verbeteren.’
Brabant
Zowel provincie Brabant als Cuadrilla zijn vertegenwoordigd in het
publiek. Van Cuadrilla is technisch directeur Henk Duyverman aanwezig, maar die stelt geen vragen tijdens de conferentie. Beleidsmedewerker duurzaamheid Kristie van Damme-Swolfs van de regio West-Brabant volgt de discussie over de winning van schaliegas op de voet. Ze
vraagt of schaliegas wel past in de overgang naar een duurzame
energievoorziening. ‘De gemeenten in West-Brabant dragen duurzaamheid hoog in het vaandel. De winning van schaliegas kan economisch
rendabel zijn, maar dat betekent nog niet dat het past in een duurzame
energievoorziening.’ Tom Schurmans van Cargill acht de kans klein dat
Nederland schaliegas gaat winnen, in verband met de vermeende
risico’s. Bovendien zijn er hogere energieprijzen nodig om schaliegas
rendabel te laten zijn, aldus Schurmans.
24
ensoc magazine najaar 2013
..........................
..........................
..........................
‘ eze techD
niek wordt
ook in conventionele
gaswinning
toegepast
en heeft in
Nederland
nog niet tot
lekkage
geleid.’
..........................
..........................
..........................
‘ e moeten
W
het water
dus controleren
voordat we
het gebruiken voor
drinkwater,
maar dat
gebeurt ook
permanent.’
..........................
..........................
..........................
‘ e winning
D
van schaliegas kan
economisch
rendabel
zijn, maar dat
betekent nog
niet dat het
past in een
duurzame
energievoorziening.’
..........................
..........................
..........................
r
s
l
a g
'Schaliegas
steunt duurzame
energie'
De winning van schaliegas kan
de ontwikkeling van duurzame
energie ondersteunen. Dat
meldde energieadviseur Marten
Turksema tijdens het congres
bij FB in Hilversum. Volgens
Turksema zal schaliegas
bijdragen aan een groter aanbod
van aardgas, waardoor de
gasprijs zal dalen. ‘Dit heeft
een gunstige uitwerking op het
rendement van gascentrales,
die geschikt zijn om flexibel
elektriciteit te produceren.
Dit hebben we nodig om te
anticiperen op een groeiend
en variabel aanbod aan
wind- en zonne-energie,’ zegt
Turksema. Hij denkt dat de
gasprijs kan stijgen als de vraag
c
o
n
g
r
e
s
s
naar aardgas groeit door de
bouw van meer gascentrales.
Turksema verwacht dat aardgas
kolen gaat verdringen omdat
gascentrales flexibeler kunnen
opereren dan kolencentrales.
Zijn visie is opmerkelijk, omdat
schaliegas en duurzame energie
over het algemeen als twee
tegengestelde bronnen worden
gezien. Volgens Turksema zijn de
bronnen eerder aanvullend en
kunnen ze elkaar versterken.
Lagere gasprijs
door schaliegas
De winning van schaliegas kan
de gasprijs in Nederland en
Europa in 2035 verlagen tot zes
procent. Dat blijkt uit een studie
van consultant A.T. Kearney,
meldt expert olie gas
Cyril Widdershoven. Hij
c
h
a
l
i
e
g
a
s
noemt het effect van schaliegas
op de gasprijs 'niet structureel.' Volgens A.T. Kearney zal
het aandeel van schaliegas 7,9
procent per jaar moeten stijgen
tot 45% in 2035. Widdershoven
verwacht niet dat Nederland
een leidende rol zal spelen bij
de winning van schaliegas. Hij
verwacht dat Nederland meer
aardgas zal importeren dan zich
zal richten op het zelf winnen van
schaliegas. De import zal vooral
komen uit landen als Rusland.
Import van vloeibaar aardgas
(LNG) is kostbaar omdat LNG te
duur is om te maken. ‘Het was
slim om te investeren in LNG
totdat de olieprijs ging stijgen
terwijl de gasprijs daalde. Nu is
er geen hond meer om LNG naar
de VS te exporteren’, aldus
Widdershoven.
In de documentaire
Gasland stroomt gas
uit de waterkraan
(foto Wanttoknow.nl)
www.ensoc.nl
25
15. n e d e r l a n d h o e f t g e e n a pa r t e w e t t e m a k e n vo o r w i n n i n g va n s c h a l i e g a s
Recht
klaar voor
schaliegas
Het wettelijk kader in
Nederland biedt voldoende
handvatten om potentiële
risico’s van opsporing en
winning van schaliegas bij
de besluitvorming mee te
nemen en af te wegen.
Het recht is in die zin
klaar voor de juridische
afweging rond de
winning van schaliegas.
Dit betekent echter niet
dat schaliegaswinning
ook daadwerkelijk wordt
toegestaan in Nederland.
Tekst: Robin Aerts en Iman Brinkman,
advocaten bij Pels Rijcken Droogleever Fortuijn N.V.
28
ensoc magazine najaar 2013
Met het slinken van de conventionele gasvoorraden is de belangstelling voor schaliegas de laatste
tijd toegenomen. Schaliegas is aardgas, net als
conventioneel gas, maar het zit opgesloten in een
andere, compacte aardlaag (leisteenlaag), veelal
dichter bij het aardoppervlak. Om het schaliegas
uit die aardlaag te winnen wordt ‘fracking’ toegepast. Dat is een techniek waarmee, kortweg, de
aardlaag waarin het gas besloten zit door middel
van water, zand en chemicaliën wordt opengebroken en opengehouden, zodat het gas vrijkomt en
gewonnen kan worden. Optimistische scenario’s
veronderstellen dat er wereldwijd grote schaliegasreserves zijn. De schattingen voor de Nederlandse schaliegasvoorraad lopen uiteen van 200
tot 500 miljard m3. Daarmee kan de energievoorziening voor vele tientallen jaren veiliggesteld
worden.
Onderzoek
Op dit moment wordt er nog geen schaliegas
gewonnen in Nederland. Niet in de laatste plaats
omdat er op maatschappelijk vlak nog de nodige
reserves bestaan bij schaliegaswinning. De vrees
bestaat dat schaliegaswinning risicovol is en een
gevaar vormt voor de veiligheid en het milieu.
Zo heeft waterbedrijf Vitens zich bezorgd
getoond over het risico van vervuiling van
de ondergrondse watervoorraden, doordat
bij het ‘fracken’ (kraken) van het schaliegesteente het grondwater vervuild zou
kunnen raken. Verder bestaat er angst
voor aardbevingen en bodemdaling.
Minister Kamp van Economische Zaken gaf
opdracht tot een onderzoek naar de mogelijke
risico’s en gevolgen van de opsporing en winning
van schaliegas voor met name de veiligheid voor
natuur, mens en milieu. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Aanvullend onderzoek naar mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schalie- en
steenkoolgas in Nederland’. Het rapport concludeert dat de mogelijke gevolgen en risico’s van het
opsporen en winnen van schaliegas voor natuur,
mens en milieu beheersbaar zijn. Hiermee is
een belangrijke stap gezet richting het eventueel
winnen van schaliegas in Nederland. Reden genoeg om in deze bijdrage kort stil te staan bij het
juridisch kader rond schaliegaswinning.
Vergunningen
betekent dat voor de opsporing en winning van
schaliegas een opsporings- respectievelijk winningsvergunning van de minister van Economische
Zaken vereist is. Een opsporingsvergunning is een
marktordeningsvergunning die een onderneming
het alleenrecht geeft om binnen een bepaald gebied
en binnen een bepaalde periode (doorgaans drie
jaar) tot opsporing over te gaan c.q. één of meer
proefboringen uit te voeren. Een winningsvergunning verleent het alleenrecht om in een bepaald
gebied te winnen.
De Mijnbouwwet kent een begrensd aantal gronden
om een aangevraagde opsporings- of winningsvergunning te weigeren. Dit betekent echter niet dat de
afwegingsruimte om een aangevraagde vergunning
al dan niet te verlenen beperkt is. Integendeel, zo
kan de minister een aanvraag om een vergunning
afwijzen op grond van de wijze waarop de aanvrager van plan is de te vergunnen activiteiten te
verrichten. Hoewel de parlementaire geschiedenis
er veeleer op lijkt te duiden dat deze weigeringsgrond een efficiënte en doelmatige winning beoogt
te bereiken, lijkt bijvoorbeeld niet uitgesloten te
zijn dat deze weigeringsgrond ruimte laat voor het
meewegen van het aantal boorputten voor schaliegaswinning.
Winningsplan
Zou de minister een vergunning verlenen voor
schaliegaswinning, dan dient de vergunninghouder
voorafgaand aan daadwerkelijke winning nog een
winningsplan op te stellen. Hierin worden onder
meer de wijze en duur van winning beschreven en
de maatregelen die getroffen worden ter voorkoming van schade door bodembeweging. Het
winningsplan moet goedgekeurd worden door de
minister. Daarbij wordt advies ingewonnen van de
technische commissie bodembeweging en – desgewenst – van de Mijnraad.
De eisen waaraan de (proef)boringen zelf moeten
voldoen, zijn opgenomen in de Mijnbouwwet en
de Wabo. In de Mijnbouwwet zijn met name de
artikelen van belang die zien op de bescherming
van veiligheid en milieu, een planmatig beheer
van voorkomens van delfstoffen en het beperken
van schade ten gevolge van bodembeweging. In de
Wabo zijn daarnaast artikelen opgenomen die bepalen dat het bevoegd gezag onder meer de bestaande
toestand van het milieu en de gevolgen van het
mijnbouwwerken voor het milieu dient te betrekken bij de beslissing op de aanvraag voor een omgevingsvergunning ten behoeve van het oprichten en
in werking hebben van het mijnbouwwerken.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt volgens ons dat het
geldend wettelijk kader voldoende handvatten biedt
om potentiële risico’s van opsporing en winning van
schaliegas bij de besluitvorming mee te nemen en af
te wegen. Het recht is in zoverre klaar voor (de
juridische afweging rond) de winning van schaliegas.
Dit betekent echter niet dat schaliegaswinning ook
daadwerkelijk wordt toegestaan in Nederland. Dit is
in belangrijke mate een beleidsmatige keuze. Een
eventueel kabinetsbesluit over het toestaan van
(proef)boringen moet nog worden genomen en wordt
op z’n vroegst verwacht medio 2014.
Slim met
energie
in gebouwen
Uitnodiging
voor het beurscongres
tijdens Energie2013
op 25 september
van 10.30 tot 13.00 uur
inclusief entree en lunch
www.ensoc.nl
29
16. energieverbruik
van
bedrijven
in
k aart
brengen
‘monitoring
belangrijk om te
besparen’
Het bijhouden van het energieverbruik is van zeer groot belang voor bedrijven om
kosten te besparen. Dat zegt ondernemer Joost Schalekamp van EnergieMeetbedrijf
2020. ‘De investering in energiemonitoring is snel terug verdiend.’
Tekst: Norbert Cuiper
‘H
et is een nieuwe wereld, maar ik leer
snel,’ zegt Joost Schalekamp aan het
begin van het gesprek met Ensoc
Magazine. Bij discussies over duurzame energie
is het hem opgevallen dat gesprekken vaak
terugkomen op het energieverbruik, dat wisselt in
de tijd. Schalekamp: ‘Om het energieverbruik te
weten, moet je beschikken over meetgegevens,
maar die zijn niet altijd even goed beschikbaar.
Meetbedrijven beschikken over deze gegevens.’
Meetbedrijven meten en verzamelen het stroomen gasverbruik voor grootverbruikers. Elke
grootverbruiker is wettelijk verplicht om het
energieverbruik te laten meten door een door ACM
en TenneT erkend meetbedrijf. Dat kunnen aan
energiebedrijven gelieerde meetbedrijven zijn,
maar kunnen ook onafhankelijke meetbedrijven
zijn dankzij de liberalisering van de energiemarkt.
Schalekamp heeft vorig jaar het onafhankelijke
EnergieMeetbedrijf 2020 (EMB2020)
overgenomen. Het bedrijf bestond onder een
andere naam als onderdeel van Dyzle Metering.
Inmiddels is de opstartfase achter de rug en
beschikt het bedrijf sinds vorig jaar over de
benodigde ISO-certificaten. ‘We zijn nu vol bezig
met het binnenhalen van onze klanten. Dat lukt
30
ensoc magazine najaar 2013
goed,’ vertelt Schalekamp. Circa 200 klanten
heeft hij meegenomen van Dyzle, maar hij is
ook op zoek naar nieuwe klanten. Die moet hij
regelmatig uitleggen wat het verschil is tussen
een energiemeetbedrijf en een energieleverancier.
‘Ons meetbedrijf is onafhankelijk van de
leverancier. Als grootverbruiker kan je zelf kiezen
voor een eigen erkend meetbedrijf. Het is dus
mogelijk om over te stappen naar een ander
meetbedrijf.’
EMB2020 heeft niet voor niets het jaartal 2020
in de naam, zo geeft Schalekamp aan. ‘We
willen dat het energieverbruik daalt en dat we
energieverspilling tegengaan. Op die manier
komen de doelstellingen voor 2020 dichterbij.’
Het jaar 2020 komt echter ook met rassé schreden
naderbij, zegt Schalekamp. Hij merkt dat de
regering hiermee bezig is gezien de doelstellingen
die vaker in de krant staan dankzij het nationale
energieakkoord dat overheid, bedrijven en
milieuorganisatie hebben gesloten. ‘Nog maar
zeven jaar, dan is het al zover.’ Om de doelstelling
voor 20 procent energiebesparing in 2020 te
halen moet er nog veel gebeuren. Schalekamp
denkt met zijn meetbedrijf hieraan een bijdrage te
kunnen leveren.
Joost Schalekamp
(geboren 22 januari 1972
in Rotterdam) studeerde
technische bedrijfskunde
in Groningen, waarna hij
begint als procesontwerper,
daarna als programmamanager bij KPN in Den Haag.
Daarna werkt hij als algemeen
manager bij cartografiebedrijf
Eurocartografie dat o.a. wegenkaarten maakte voor de ANWB.
Vervolgens begint Schalekamp
voor zichzelf en bestiert hij
hamburgerrestaurant Nul10 in
Rotterdam. Als het restaurant
goed loopt richt hij zich op
de energiesector. Schalekamp
besluit om het meetbedrijf van
Dyzle Metering uit Almere over
te nemen, samen met zijn neef
Eric Koster en voormalig Cogasmedewerker Jack Ten Bolscher.
Het bedrijf bestaat al sinds
2004. Schalekamp en consorten
dopen dit bedrijf op 1 juli 2012
om tot EnergieMeetbedrijf2020.
www.ensoc.nl
31
17. energieverbruik
Hoe belangrijk is energiemonitoring?
‘Dat is van zeer groot belang. Bedrijven krijgen
hiermee meer inzicht in hun energieverbruik, waarmee ze effectievere maatregelen kunnen nemen
om te besparen op hun energiekosten. Zo heeft
uitzendbureau Randstad haar energieverbruik en
besparingsdoelen vastgelegd in het jaarverslag. Of
Randstad haar doelen kan waarmaken hangt vooral af van hoe de lokale vestigingen dit oppakken.
Dat vereist een goede communicatie en effectieve
handvatten om te besparen op energiekosten.’
Zijn bedrijven bewust van het belang van
energiebesparing?
‘Grootverbruikers beseffen vaak al het belang van
energiebesparing, maar bij kleinere bedrijven is
dat besef nog vaak ver te zoeken. Kleinere bedrijven zijn niet gericht op hun energieverbruik (qua
tijdsbesteding). Zij zijn vooral bezig met hun corebusiness. Ze zien wel de energierekening, maar ze
brengen een verhoging vaak alleen in verband met
de gestegen energieprijzen, terwijl ze beter kunnen kijken naar mogelijkheden om hun verbruik te
verminderen. Er is nog een wereld te winnen.’
Door energiemonitoring
wordt energieverspilling
voor een groot gedeelte
pijnlijk zichtbaar
Een recessie zorgt voor meer nadruk op
energiebesparing.
‘Ja, dat is waar. De economische crisis maakt ons
in die zin ook creatiever. Het dwingt je om naar je
uitgavenpatroon te kijken in het algemeen. Het
besparen van energiekosten is een manier om
geld te besparen en kan zeer eenvoudig. Door
energiemonitoring wordt energieverspilling voor
een groot gedeelte pijnlijk zichtbaar. Onnodig
verbruik is echter eenvoudig te vermijden zonder
in te grijpen in bedrijfsprocessen. Het toepassen
van energiebesparende maatregelen in het
bedrijfsproces of gebouw is een volgende stap.’
Waarom meten bedrijven niet zelf hun
energieverbruik?
‘Bedrijven komen er vaak niet aan toe om zelf het
energieverbruik in kaart te brengen. Meetbedrijven kunnen helpen en hebben daarin een flinke
32
ensoc magazine najaar 2013
toegevoegde waarde. We trekken bedrijven over
de streep om meer energie te besparen. Elke euro
die we kunnen besparen is er één. Bedrijvenkunnen minstens 15% te besparen op energiekosten
met monitoring, zonder te investeren in energiebesparende maatregelen. Een bedrijf dat honderden
panden bezit kan tonnen besparen door het energieverbruik bij onzuinige panden terug te dringen.’
grootverbruikers kunnen door besparing in het
kleinverbruiksegment terecht komen
Wat is het effect van energiebesparing?
‘Het gevolg van besparingen kan zijn dat bedrijven
weer op andere vlakken kunnen besparen. Dat
kom ik ook tegen in de praktijk, zoals een bedrijf
met een te groot gecontracteerd vermogen. Dat
is het vermogen dat een netbeheerder voor je ter
beschikking houdt op basis van afname uit het
verleden. Dit beschikbaar houden kost geld. Door
besparingen was het verschil tussen het beschikbare vermogen en het werkelijk afgenomen
piekvermogen veel te groot geworden als gevolg
van de besparing.
De klant was hier niet van op de hoogte en dat
kostte hem onnodig veel geld. Met één simpel
telefoontje is dit gecontracteerd vermogen omlaag
te brengen. Ook kunnen grootverbruikers door
besparing in het kleinverbruiksegment terecht
komen. Ik voel me moreel verplicht om klanten
daarop te wijzen.’
Op wat voor klanten richt EMB 2020 zich?
‘We richten ons op grootverbruikers, maar we
kunnen ook bij kleinverbruikers meten. Onder
onze klanten bevinden zich veel ondernemers,
afkomstig uit de landbouw en akkerbouw,
productie- en evenementenhallen, maar ook
bedrijven die tussen de wal en het schip belanden
bij het uitlezen van de data. Deze laatste
bedrijven hebben een zogenaamd E3-profiel en
zijn daarmee grootverbruiker. Voor deze groep
is het niet wettelijk verplicht om dagelijks de
meetdata uit te lezen en te valideren. Doordat
hun data maandelijks uitgelezen en gevalideerd
wordt door het meetbedrijf, en niet dagelijks, is
er nauwelijks inzicht in het energieverbruik. Wij
van
bedrijven
halen de meetgegevens bij deze grootverbruikers
wel dagelijks op zodat zij een gedetailleerd inzicht
hebben.’
Hoe kan dit leiden tot energiebesparing?
Kunt u een voorbeeld geven?
‘Ik zal een voorbeeld geven van een trend die pas
zichtbaar wordt door te meten. ’s Nachts kan het
verbruik nog hoog liggen, doordat computers,
airco en verlichting nog aanstaan. Je reinste
verspilling. Meten van het verbruik levert meer
inzicht op. Meetbedrijven kunnen hiermee helpen
en kunnen ook adviezen geven om het verbruik te
verminderen.’
Als je weet waar de afnamepieken zitten dan kun
je bepalen of je deze kunt
vermijden
Zijn bedrijven voldoende bewust van het
belang van energiemonitoring?
‘Nee, veel bedrijven zijn zich onvoldoende bewust
van de mogelijkheden. Monitoring is de bron van
inzicht en besparing. Zo kun je door behulp van
je verbruiksprofiel scherper energie inkopen. Als
je weet waar de afnamepieken zitten dan kun je
bepalen of je deze kunt vermijden. Uiteindelijk
is het meest efficiënt als aanbod en vraag van
energie perfect op elkaar zijn afgestemd en dus
compleet voorspelbaar is. De slimme meter kan
ons daarbij verder helpen. Dat vormt een aanzet
tot een smart grid, het elektriciteitsnet van de
toekomst. Dan schakelt bij huishoudens hun
wasmachine automatisch in op het moment dat
er een energieaanbodoverschot is, en dus de
prijs het laagst. Dat zorgt ervoor dat de pieken
verdwijnen, waardoor het totale energieverbruik
zal dalen.’
Kent u een bedrijf dat energiemonitoring
succesvol toepast?
‘Ja. Een logistiek bedrijf dat ik ken heeft besloten
om de elektrische vorkheftrucks verspreid op te
laden, in plaats van allemaal tegelijk. Hierdoor kan
het bedrijf pieken in het stroomverbruik vermijden
en kan het toe met een lager aansluitvermogen.
Daarnaast moeten de gebruikers zelf ook bewust
omspringen met energie. Als ze dat niet doen zie
in
k aart
brengen
je onherroepelijk een hoger verbruik. Dat zie wij
ook terug in de meetresultaten.’
Wordt energiemonitoring komende jaren
belangrijker?
‘Ik denk het wel. Ik verwacht dat energiekosten
in de toekomst een groter deel zullen uitmaken
van de bedrijfsvoering. Dat betekent dat
monitoring van het energiegebruik aan belang
wint. Ook zal de behoefte toenemen aan
gedetailleerdere sub-bemetering, waarbij het
energieverbruik per afdelingsruimte of per
bedrijfsmiddel wordt gemeten. Ik verwacht ook
dat net als bij de telefonie nog meer applicaties
komen waardoor gebruikers met hun mobiel
hun energiegebruik direct kunnen bekijken.
Dit kan via de energieleveranciers, maar ook
via de onafhankelijke dienstaanbieders en
de meetbedrijven. Zo heeft Eneco hiervoor
een display ontwikkeld, maar wat gebeurt er
dan bij de overstap naar bijvoorbeeld Nuon?
Dan is het wellicht beter om te kiezen voor
een onafhankelijk dienstenaanbieder. Die is
leveranciersonafhankelijk. Dat lijkt me een goede
rolverdeling.’
het is alsof de slager
je zegt dat je vegetariër
moet worden
Waarom moeten meetbedrijven
onafhankelijk zijn?
‘Meetbedrijven hebben als primair doel om het
verbruik te meten en krijgen een vaste vergoeding
voor hun diensten. Dat is onafhankelijk van het
aantal geleverde kWh. Daarom past hen de rol
om energiebesparende diensten aan te bieden
zeer goed. Dat is een verschil met energieleveranciers, die verdienen aan het aantal kWh’s die zij
verkopen, maar ze bieden toch energiebesparende
diensten aan. Maatschappelijk goed, maar toch is
het alsof de slager je zegt dat je vegetariër moet
worden: dat conflicteert.
EMB2020 werkt altijd in opdracht van haar
klanten. Door onze onafhankelijkheid van
netbeheerder en leverancier hoeven wij niet bang
te zijn voor de schijn van belangenverstrengeling
of het dienen van twee heren.’
www.ensoc.nl
33
18. duurzame energie
aandeel duurzaam stijgt
marginaal
Het aandeel duurzame energie in het
totale Nederlandse energieverbruik is
in 2012 slecht marginaal toegenomen.
Dat meldt het CBS in een jaarlijkse
rapportage. Vorig jaar is in Nederland
4,4% van het totale energieverbruik
duurzaam is opgewekt. In 2011 was het
4,3%. Vorig jaar is wel fors meer
zonne-energie opgewekt. Het
gaat om ruim een verdubbeling. Dat komt doordat
de prijs van zonnepanelen
de afgelopen twee jaar is
gekelderd dankzij Chinese
massaproductie. Op het
totale energieverbruik is
zonne-energie nog altijd te
verwaarlozen: 0,04% (1% van alle
groene energie). De meeste groene
energie wordt in Nederland opgewekt
met biomassa (70%) en wind (bijna
20%). Het huidige kabinet heeft in
het regeerakkoord afgesproken om te
streven naar 16% in 2020. In het energieakkoord is 16% opgeschoven naar
2023 en is afgesproken om in 2020 uit
te komen op wat in Europa eerder is
afgesproken: 14%.
heroriëntatie de-on in
flevoland
Flevoland gaat de 6,5 miljoen euro uit
de opbrengsten van Nuon- en Essentaandelen steken in een stichting voor
duurzame energieontwikkeling. Het
idee voor de stichting komt voort uit
een heroriëntatie van de Duurzame
Energie- en ontwikkelingsmaatschappij
Flevoland (DE-on). In 2009 al besloot
de provincie Flevoland om de gelden
uit de verkoop van energieaandelen
in te zetten voor de ontwikkeling van
duurzame energie. Daarvoor werd DEon destijds opgezet in samenwerking
met een brede coalitie van Flevolandse
gemeenten. Eind 2012 bleek echter
dat deze opzet niet haalbaar was en
daarom komt de provincie nu met
het alternatief: stichting DE-on. De
34
ensoc magazine najaar 2013
uitgangspunten bij de nieuwe
opzet zijn: geen winstoogmerk en geen directe politieke betrokkenheid. In de
nieuwe opzet is het ook
mogelijk voor gemeenten
om te participeren in
DE-on, bijvoorbeeld door
het verstrekken van subsidie
of lening aan een specifiek
project.
reparatiewijze
scheuten-panelen
ok
De nieuwe reparatiemethode voor de defecte zonnepanelen van Scheuten is
gecertificeerd en goedgekeurd.
Inmiddels is de methode door de
Nederlandse en Belgische autoriteiten
aanvaard.
In februari dit jaar meldde de Nederlandse Voedsel – en Warenautoriteit op
haar website dat in Europa ongeveer
zeshonderdvijftigduizend zonnepanelen van het merk Scheuten Solar (type
Multisol) brandgevaarlijk waren. In
de afgelopen maanden is het reparatieproces aangepast, gecertificeerd
en goedgekeurd door het FraunhoferInstitut. De nieuwe reparatiemethode
wordt geïntroduceerd door Suncycle
samen met YPS uit België. Bij de reparatiemethode wordt de junctionbox
op de achterzijde van de zonnepanelen gerepareerd. De
reparatie zorgt ervoor dat
de defecte panelen weer
veilig functioneren.
huis sneller
verkocht mét
zonnepanelen
Een huis met zonnepanelen verkoopt beter dan zonder zonnepanelen.
Dit blijkt uit afstudeeronderzoek van
masterstudent Thomas Wissink van de
Technische Universiteit Eindhoven. De
meeste kopers zijn ook bereid om een
extra bedrag voor een zonne-energie
installatie te betalen. Uit het
onderzoek van Wissink dat
ruim zestig procent van
de bestaande systemen
op koophuizen ligt. Hij
ondervroeg 227 mensen
in de regio Eindhoven of
ze de aanwezigheid van
zonnepanelen waarderen
op het dak van een potentieel
koophuis. Uit deze steekproef bleek
dat kopers eerder bereid een woning
aan te schaffen mét een systeem. Van
de ondervraagden bleek 78 procent
bereid extra te betalen voor een zonnepaneelsysteem op een koopwoning.
De gemiddelde prijs die mensen extra
wilden betalen was 7.000 euro, vergelijkbaar met de aanschafprijs van een
dergelijk systeem. Volgens Wissink zijn
zonnepanelen een goede investering
voor huizenbezitters.
oettinger waarschuwt
duitsland
Duitsland moet voorzichtig zijn met het
verlagen van beloofde energiesubsidies voor duurzame energie. Dat meldt
Europese commisaris voor energie
Gunther Oettinger. ‘Dat gaat schade
toebrengen aan de investeerdersvertrouwen’, zegt Oettinger in het
Handelsblatt. Politieke partijen en
energiebedrijven zijn voor het veranderen van de Duitse wet voor duurzame
energie. Investeerders hebben
al gewaarschuwd dat bij het
veranderen van de voor 20
jaar gegarandeerde investeringen, eventuele toekomstige investeringen
voor de energietransitie
(550 miljard euro) op losse
schroeven komen te staan.
In de Europese landen Spanje,
Tsjechië en Bulgarije hebben deze
ontwikkelingen geleid tot flinke kritiek
van de investeerder.
maassluis
mikt op
forse
energiebesparing
Gemeenten hebben de afgelopen jaren het thema duurzaamheid
omarmd en ambitieuze doelstellingen geformuleerd rond energiebesparing. Het realiseren ervan blijkt niet altijd eenvoudig. Maassluis
zet vooral in op energiebesparing. Hiervoor gebruikt de gemeente als
eerste de roadmap energiebesparing en energiemonitoringtoepassing ErbisOnline om haar doelen te bereiken.
Tekst: Roy Roessink, Van Beek Ingenieurs
www.ensoc.nl
35
19. van beek helpt gemeente met monitoring energiegebruik
M
aassluis wil, net als veel
andere gemeenten, in
2050 klimaatneutraal
opereren. De komende
jaren wil men 2%
energie per jaar besparen, duurzame
energie gebruiken en de uitstoot van
broeikasgassen reduceren (20% tegen
2020). De gemeente kreeg dit niet
zelfstandig van de grond. Fred van
Ispelen, coördinator Energiebeheer
bij de gemeente: ‘Onze eerste zorg is
het energiezuiniger maken van onze
gebouwen, maar het gebouwbeheer
is versnipperd in de gemeentelijke
organisatie.’ De gemeente kwam in
contact met Van Beek. Hun specialisme:
gemeenten begeleiden bij de realisatie
van hun duurzaamheidsambities.
Wethouder Huub Eitjes: ‘Dat was precies
wat we nodig hadden.’
Potentieel in kaart
Speciaal voor gemeenten ontwikkelden we de
roadmap energiebesparing: een programma van
haalbare energiebesparende maatregelen op
zowel korte als lange termijn. ErbisOnline, ons
online informatiesysteem voor energiemonitoring,
maakt vervolgens het energieverbruik meetbaar
en de bereikte besparingen zichtbaar. Het traject
begint met het via workshops in kaart brengen
van het aanwezige potentieel, en resulteert in een
praktische routekaart met een besparingsprogramma voor alle gemeentelijke locaties, inclusief de te
verwachten besparing en investering.
Termijnen en scenario’s
Om kosten te spreiden en elke gemeente hun
eigen ambitieniveau te bieden, kent de roadmap
meerdere scenario’s. Het eenvoudigste, sobere
scenario bestaat vooral uit snel te realiseren kortetermijnmaatregelen tegen geringe investeringskosten; het levert ongeveer 6% energiebesparing op.
36
ensoc magazine najaar 2013
Het voorzichtige scenario levert 12% energiebesparing op, maar vraagt ook ruwweg 500.000 euro
aan meerinvesteringen. Gemeenten die meer willen kiezen een ambitieus scenario. Dat levert een
energiebesparing van 20% of meer, maar vraagt
1,5 tot 2 miljoen euro meerinvesteringen, vooral in
duurzame energie. Bij gefaseerde planning kan de
besparing van de ene maatregel worden gebruikt
om de investering van de ander te dekken.
Veel mogelijkheden
De gemeente Maassluis zet vooralsnog in op een
ambitieus scenario, stelt Fred van Ispelen. ‘Uit de
workshops blijkt dat we alleen al in onze gebouwen een besparing van ruim 20% op de totale
gemeentelijke energielasten kunnen boeken. Van
daaruit kijken we naar andere mogelijkheden,
bijvoorbeeld op het terrein van openbare verlichting, rioolgemalen en, op langere termijn, warmtekoudeopslag in de bodem. Ook met eenvoudige
ingrepen is al veel mogelijk. We onderzoeken onder meer de mogelijkheid om op allerlei plaatsen
tijdschakelklokken te installeren en de tl-verlichting in het stadhuis te vervangen door led.’
Inzicht met ErbisOnline
Van Beeks energiemonitoringsysteem ErbisOnline biedt gemeenten inzicht in het resultaat van
al deze energiebesparende maatregelen. In een
beveiligde internetomgeving is het gemeentelijke
energieverbruik inclusief trends tot op gebouwniveau beschikbaar. De benodigde energiedata zijn
afkomstig van bestaande meetpunten – slimme
meters of handmatig ingevoerde gegevens.
ErbisOnline vertaalt de data vervolgens naar
bruikbare, inzichtelijke informatie op strategisch,
tactisch en operationeel niveau. Elke betrokken
gemeentelijke medewerker beschikt met ErbisOnline over de informatie die nodig is om zijn of haar
deel van de duurzaamheidambities te verwezenlijken. Het systeem is bijzonder gebruiksvriendelijk, beschikbaar waar internet is, vraagt geen
administratieve handelingen en evenmin een hoge
investering.
Klankbord
De gemeente kan ervoor kiezen een aantal
aanvullende Van Beek-diensten af te nemen,
Energiemanagement
bij Jumbo
Supermarkten
Voor supermarktketen
Jumbo is de functionaliteit
van ErbisOnline zodanig
ingericht dat goede vergelijkingen of benchmarking
tussen locaties leidt tot
inzicht in mogelijkheden
voor besparingen. Gerichte rapportages over
energiekosten, facturen en
budgetten leiden tot bewustwording van kosten op
operationeel winkelniveau.
Op gebied van energiebeheer wordt informatie
beheerd over gerealiseerde
en nog mogelijke energiebesparende maatregelen. Via
de ErbisOnline website kan
een Jumbo ondernemer of
filiaalhouder de vergunningverlener in één oogopslag
alle informatie presenteren
die hij wettelijk verplicht is
te rapporteren. Daarnaast
helpt ErbisOnline Jumbo in
haar organisatiedoelstelling om de voortgang van
het MVO-beleid op de juiste
manier te presenteren naar
haar medewerkers en klanten. Naast dit inzicht draagt
de informatie uit ErbisOnline
significant bij aan kostenbesparing door de verantwoordelijke managers informatie
te bieden over factuurcontrole, te hoge energiegebruiken en de voortgang van
energiebesparingsplannen.
www.ensoc.nl
37
20. van beek helpt gemeente met monitoring energiegebruik
waaronder actieve bewaking van het elektriciteitsen gasverbruik en de controle van de data in
ErbisOnline. Daarnaast kan één van de specialisten
van Van Beek fungeren als projectmanager,
voorzitter en coach van een actieteam van
gemeentelijke medewerkers. De gemeente
Maassluis heeft voor dat laatste gekozen, vertelt
wethouder Huub Eitjes. ‘We gebruiken dit jaar om
onszelf vertrouwd te maken met het systeem en
om de eerste energiebesparende maatregelen
door te voeren. Van Beek fungeert als klankbord.
Vanaf 2013 nemen wij zelf de verantwoordelijkheid
voor de voortgang over. Maar dan ligt er al een
stevige, praktische basis waarop we verder kunnen
bouwen. Ik kan elke gemeente deze werkwijze
aanbevelen.’
Dit artikel is gebaseerd op informatie afkomstig van
www.vanbeek.com en www.erbisonline.nl
Van Beek is al meer dan 30 jaar actief op
het gebied van energiemanagement. Door
de unieke combinatie van hoogwaardige
kennis en energiemonitoring systemen
maakt Van Beek maatschappelijk en financieel verantwoord energiemanagement
mogelijk.
De visie van Van Beek bestaat uit een
3-fasen aanpak, waarmee structureel energie- en kostenbesparing wordt gerealiseerd:
1. Maak energie zichtbaar
2. Stel een roadmap op
3. Volg en bewaak het resultaat
Monitoring en
besparen bij KPN
Sinds 2008 maakt KPN
gebruik van de energiediensten en de monitoring van
Van Beek. Naast het monitoren van ruim 500 gebouwen heeft Van Beek in het
verleden bij ruim 100 kleine
en grote technische installaties van KPN onderzoeken
uitgevoerd naar energiebesparende maatregelen. In
het bijzonder maatregelen
op het gebied van koeling
zijn geïnventariseerd en geïmplementeerd. Via energiemonitoring met Erbis worden de effecten van deze
38
ensoc magazine najaar 2013
maatregelen vastgesteld.
De uitgevoerde activiteiten
en de goede samenwerking
heeft geleid tot een energiereductie van ongeveer
12.000 MWh in 1 jaar, goed
voor een besparing van
meer dan € 1,5 miljoen op
jaarbasis. Met deze kennis
en ervaring is een vervolgtraject bij 45 grote technische centrales gestart. Recentelijk heeft Van Beek nog
geadviseerd bij de verbetering van de vrije koeling van
de centrales, door ombouw
van TSA's van parallel naar
serie. Tevens lopen er nog
andere verbeterprojecten en
onderzoeken.
Energiemonitoring
bij Fontys Hogescholen
Bij Fontys Hogescholen
ondersteunt Van Beek de
verschillende gebouwen
op de diverse locaties met
energiemonitoring. Energiegegevens zijn nodig,
omdat deze in het kader
van de MeerJarenAfspraken gerapporteerd moeten
worden. Daarnaast worden
de gegevens gebruikt voor
het opsporen van besparingsmogelijkheden en het
kunnen inschatten van de
benodigde energiehoeveelheden voor de energie-
inkoop. Daarnaast heeft Van
Beek onderzoek gedaan
naar het inzetten van de bestaande Warmte Kracht Koppeling (WKK) bij één van de
grotere gebouwen. Door een
goede kosten-baten analyse, waarbij ook gekeken is
naar teruggaaf van energiebelasting, bleek dat de inzet
van de bestaande WKK wel
degelijk rendabel is.
Academisch Ziekenhuis Maastricht
Academische ziekenhuizen
zijn vaak grote complexen
met hoge energiegebruiken.
Het Academisch Ziekenhuis
Maastricht heeft om in
hun energievoorziening te
voldoen een eigen energiecentrale waar energie
en bedrijfsstoffen worden
aangeboden aan het ziekenhuis en de universiteit. Erbis
wordt door het ziekenhuis
gebruikt voor de monitoring
van alle energiestromen.
Hierbij fungeert Erbis als
centrale database die de
data uit de meters omzet
naar bruikbare
informatie voor het
ziekenhuis. Functionaliteiten
van Erbis die het ziekenhuis
gebruikt zijn kostenrapportages, milieurapportages,
analyses van installaties en
benchmarking. Vanwege het
grote opgestelde vermogen
is Academisch Ziekenhuis
Maastricht tevens verplicht
deel te nemen aan de NOx
emissiehandel. Van Beek
heeft de verplichte NOx
emissiehandel in Erbis geïmplementeerd en begeleidt
het ziekenhuis met de andere verplichtingen omtrent
de NOx en CO2 emissiehandel.
www.ensoc.nl
39