2. Saulus woont in Tarsus.
Hij leerde er het beroep
van tentenmaker.
3. In Tarsus ging hij ook naar
school. Hij was een ijverige
student.
4. Bij de poorten van Damascus
werd hij geraakt door God. Hij
bekeerde zich en werd christen.
Hij veranderde zijn naam in
Paulus.
5. Paulus deed verschillende
reizen om te vertellen over
Jezus. In Jeruzalem werd hij
gevangen genomen. Het schip
leed schipbreuk voor de kust
van Malta.
6. Hier leefde Paulus enkele jaren
in gevangenschap. De
geschiedenis vertelt dat hij hier
rond 64 n.C. samen met de
apostel Petrus de marteldood
stierf.