2. 1 uur branche Verpleeg- verzorgingshuiszorg en
thuiszorg, zorgcategorie Geriatrische zorgvrager.
Lessentabel
Toets vindt plaats na periode 3 en 4 en na per. 5 en 6
Periode 3 (4) Periode 4 (5) Periode 5 en 6
(6 en 7)
Na de
zomervakantie
10 x 1 uur VVTZ 10 x 1 uur VVTZ 10 x 1 uur VVTZ
Hoorcollege & Hoorcollege & Hoorcollege &
vaardigheid vaardigheid vaardigheid
Periode 3, week 1.
3. Inhoud van deze les:
Uit Nu Zorg: Branche verzorgen van
oudere/geriatrische zorgvrager.
Hoofdstuk 1 Oudere zorgvrager
Ouder worden of ouder zijn
Processen en kenmerken van het ouder worden
Lichamelijke veranderingen bij het ouder worden
Psychische aspecten van veroudering
Sociale veranderingen
Periode 3, week 1.
4. Processen en kenmerken van het ouder worden
Het is belangrijk kennis te hebben van de
veranderingen die op oudere leeftijd optreden.
Waarom ?
Draagkracht
Draaglast
Periode 3, week 1.
5. Filmpje ( 10 min.)
De kunst van het ouder worden.
filmpje
We worden twee keer zo oud als honderd jaar
geleden, maar we worden ook op steeds jongere
leeftijd beschouwd als oudere. Dat heeft, met de
vergrijzing in het kielzog, een hoop
maatschappelijke gevolgen.
Periode 3, week 1.
7. Processen en kenmerken van het ouder worden
Biologische leeftijd Kalenderleeftijd
Veroudering op Leeftijd in jaren
lichamelijk gebied
Periode 3, week 1.
8. Processen en kenmerken van het ouder worden
Endogene veroudering: Exogene veroudering :
Veroudering op Leefstijl
orgaan-, cel- en Omgeving
moleculair niveau.
Bijvoorbeeld;
Exogene factoren hebben invloed op de endogene,
genetisch bepaalde veroudering
Periode 3, week 1.
10. 2. Het lichamelijke verouderingsproces
Organen functioneren
minder
Spieren en huid worden
slapper
Zintuigen worden slechter
Botten brozer en
gewrichten stijver
Lichaam houdt minder
water vast en meer vet
Reacties worden trager
Periode 3, week 1.
11. Lichamelijke veroudering
Hart en bloedvaten
De bloedvaten worden minder soepel en de
hartspier wordt stugger. De kransslagaders die om
het hart lopen, kunnen door arteriosclerose
verstopt raken.
Periode 3, week 1.
12. Longen
De longblaasjes
verliezen langzaam
hun elasticiteit. In de
slap geworden
longblaasjes kan zich
gemakkelijk vocht
ophopen wat een
prima milieu vormt
voor de groei van
bacteriën.
Periode 3, week 1.
13. Maagdarmkanaal
De gevoeligheid voor geur en smaak neemt af en er
wordt minder speeksel geproduceerd.
In de maag neemt de productie van maagzuur af en
de aanmaak van pepsine, een stof die belangrijk is
voor de spijsvertering.
Er wordt minder ijzer en vitamine B12 uit de
voeding gehaald en er kunnen tekorten ontstaan.
Doordat het maagslijm verandert, worden
ouderen gevoeliger voor bijwerkingen van
medicijnen.
Periode 3, week 1.
14. Lever , Nieren en urinewegen
Lever: De bloeddoorstroming in de lever neemt
af. De afvalstoffen van medicijnen worden
daardoor trager afgebroken door de lever.
Nieren en urinewegen
De omvang van de nieren en het vermogen om
bloed te filteren nemen af. Ook neemt de
blaascapaciteit af. De nieren spelen naast de lever
een rol in de uitscheiding van de afvalstoffen van
medicijnen. Ook kunnen incontinentieproblemen
ontstaan.
Periode 3, week 1.
15. Bewegingsapparaat en Zintuigen
Bewegingsapparaat: je ziet dat ouderen meer
een voorovergebogen houding hebben. Ook is hun
looppatroon stijver en trager en neemt de
loopsnelheid af. Veroudering heeft invloed op de
motoriek. We noemen dat de ouderdomsmotoriek.
Zintuigen
Periode 3, week 1.
16. 3 Psychische aspecten
De cognitieve veranderingen, functies die
met het denken te maken hebben
Geheugen
Leervermogen
Waarneming
Denken en snelheid
van denken
De intelligentie neemt
weinig af
Periode 3, week 1.
17. Hoe kan je de oudere helpen bij problemen met
het geheugen?
In een goede lichamelijke en emotionele toestand
Hersenen trainen
Informatie levendiger maken daardoor onthoud je
beter
Geheugen steuntjes gebruiken
Oudere het vertrouwen geven dat hij het wel kan
Periode 3, week 1.
19. Leereenheid 5, praktijksituatie 2
dhr. De Nooi
Meneer de Nooi maakt weinig contact met zijn
medebewoners.
A. Hoe ziet het huidige sociale netwerk van meneer de
Nooi eruit?
B. Welke invloed heeft de gezondheidssituatie van
meneer de Nooi op zijn mogelijkheid tot het leggen en
onderhouden van contacten?
C. Wat doe je om te achterhalen of meneer de Nooi
behoefte heeft aanmeer of andere contacten?
D. Op welke manier kun jij meneer de Nooi stimuleren
tot contacten en relatievorming?
Periode 3, week 1.
20. Antwoorden
1a drie zonen, twee wonen ver weg, de andere
dichtbij maar heeft een drukke baan;
communiceren
1b niet mobiel en daardoor afhankelijk van
anderen, tremoren en overmatige speekselvloed.
1c communiceren
1d activiteiten voorstellen en vragen wat hij wil
uitleggen aan mede cliënten wat er aan de hand is
(eventueel)
Periode 3, week 1.
Hinweis der Redaktion
Intrinsiek: genetisch bepaald. Leefstijl = Voeding, Genotmiddelen, lichaamsbeweging. Leefomgeving = Sociaal netwerk, relaties opbouwen. Inkomen. Maatschappelijke ontwikkelingen en de rollen die daarbij horen.
Endogene = bep. Ouderdomsverschijnselen liggen vast en zullen vroeg of laat bij iedereen optreden. Bijv. grijs haar , het dunner en droger worden van de huid, en ouderdomsverziendheid etc. Algemene de lich. Lengte neemt af, Door het inzakken van wervels door osteoporose (botontkalking) en vochtverlies in de tussenwervel schijven Ook nemen de spiermassa en het lichaamsvocht af. De hoeveelheid vetweefsel neemt toe. Specifieke orgaan veranderingen = Atrofie, (verschrompeling) treedt op in de spieren, het skelet, de huid, de hersenen, de lever, de nieren en het hart. Er zijn natuurlijk individuele verschillen; de een is nog heel actief, terwijl een ander niets meer kan.
Tekort aan ijzer leidt to bloedarmoede Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B12? De meest voorkomende oorzaak van een vitamine B12 tekort is een verstoorde opname in het maagdarmkanaal. Ook mensen die gedurende een langere tijd helemaal geen dierlijke producten gebruiken, zoals veganisten, kunnen een vitamine B12-tekort ontwikkelen. De verschijnselen van een tekort aan vitamine B12 treden vaak pas na jaren op, omdat het lichaam van deze vitamine een voorraad aanlegt. Een vitamine B12-tekort kan een tekort aan foliumzuur veroorzaken, omdat deze twee vitamines samenwerken. Een vitamine B12-tekort heeft een vorm van bloedarmoede tot gevolg, met symptomen als vermoeidheid, ademnood, angina pectoris (pijn op de borst) en een gebrek aan eetlust. Daarnaast kan een vitamine B12-tekort het zenuwstelsel aantasten. Vitamine B12 is mogelijk belangrijk voor de geheugen- en denkfuncties. Ouderen kunnen bijvoorbeeld als gevolg van een vitamine B12-tekort problemen krijgen met hun geheugen.
Veranderingen in verstandelijke functies zoals orientatie, het waarnemen, taalvermogen, denkvermogen. Als er geen beroep wordt gedaan op je verstandelijke vermogens dan nemen ze ook sneller af. Individuele verschillen hebben te maken met de psychologische ontwikkeling, hoe is iemand opgevoed?
De sociale rollen die je vervult als moeder, kind etc.werknemer verlies je als er iemand overlijdt of als je stopt met werken. Dit kan verlies betekenen maar ook vrijheid. Maatschappelijke rollen kunnen ze vervangen door nieuwe rollen (opa en oma, of vrijwilliger)