11. allen:
Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
12. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
13. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
14. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
15. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
16. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
17. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
18. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
19. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
20. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
21. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
22. Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382) t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma
23. Stil gebed
Bemoediging en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
49. 6 En de HERE der heerscharen zal op
deze berg voor alle volken een
feestmaal van vette spijzen aanrichten,
een feestmaal van belegen wijnen: van
mergrijke, vette spijzen, van gezuiverde,
belegen wijnen. 7 En Hij zal op deze
berg de sluier vernietigen,
50. die alle natiën omsluiert, en de
bedekking, waarmede alle volken
bedekt zijn. 8 Hij zal voor eeuwig de
dood vernietigen, en de Here HERE zal
de tranen van alle aangezichten
afwissen en de smaad van zijn volk zal
Hij van de gehele aarde verwijderen,
want de HERE heeft het gesproken.
51. 9 En men zal te dien dage zeggen:
Zie, deze is onze God, van wie wij
hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit
is de HERE, op wie wij hoopten; laten
wij juichen en ons verblijden over de
verlossing die Hij geeft.
53. 1. Vol verwachting blijf ik uitzien,
tot die dag eens dagen zal.
Dat de Heiland op de wolken,
weerkomt met bazuingeschal.
Welk een vreugde zal het wezen.
Als mijn oog Hem schouwen mag,
en mijn oor Zijn stem zal horen, op die
grote, blijde dag!
54. Refrein
Welk een uitzicht, bruidsgemeente!
Eeuwig Hem ten eigendom.
“Maranatha” blijv’ ons
wachtwoord,
“amen, ja Heer Jezus, kom!
55. 2. Al de teek‟nen onzer dagen
zeggen mij: de komst genaakt
van de Bruigom, die Zijn liefste
tot Zich roept en haar volmaakt.
O, hoe blijde zal ik wezen,
op te trekken met die stoet,
juichend, met ontelb‟re zaal‟gen
onze Bruigom tegemoet!
56. Refrein
Welk een uitzicht, bruidsgemeente!
Eeuwig Hem ten eigendom.
“Maranatha” blijv’ ons
wachtwoord,
“amen, ja Heer Jezus, kom!
58. 1 Hierna hoorde ik als een luide
stem ener grote schare in de hemel
zeggen: Halleluja! Het heil en de
heerlijkheid en de macht zijn van
onze God, 2 want waarachtig en
rechtvaardig zijn zijn oordelen, want
Hij heeft de grote hoer
geoordeeld, die de aarde met haar
hoererij verdierf, en Hij heeft het
bloed zijner knechten van haar hand
geëist.
59. 3 En zij zeiden ten tweeden male:
Halleluja! En haar rook stijgt op tot
in alle eeuwigheden. 4 En de
vierentwintig oudsten en de vier
dieren wierpen zich neder en
aanbaden God, die op de troon
gezeten is, en zij zeiden: Amen,
halleluja! 5 En een stem ging uit
van de troon, zeggende:
60. Looft onze God, al zijn knechten,
die Hem vreest, gij kleinen en gij
groten!
De bruiloft des Lams
6 En ik hoorde als een stem van
een grote schare en als een stem
van vele wateren en als een stem
van zware donderslagen,
zeggende:
61. Halleluja! Want de Here, onze God,
de Almachtige, heeft het
koningschap aanvaard. 7 Laten wij
blijde zijn en vreugde bedrijven en
Hem de eer geven, want de bruiloft
des Lams is gekomen en zijn
vrouw heeft zich gereedgemaakt; 8
en haar is gegeven zich met
blinkend en smetteloos fijn linnen
te kleden,
62. want dit fijne linnen zijn de
rechtvaardige daden der heiligen.
9 En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zij, die
genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des
Lams. En hij zeide tot mij: Dit zijn de
waarachtige woorden van God.
63. 10 En ik wierp mij neder voor zijn
voeten om hem te aanbidden, maar
hij zeide tot mij: Doe dit niet! Ik
ben een mededienstknecht van u
en uw broederen, die het
getuigenis van Jezus hebben;
aanbid God! Want het getuigenis
van Jezus is de geest der profetie.