2. VDD ELB 377U bid ik aan, o macht der liefde,die zich in Jezus openbaart.
3. 1U bid ik aan, o macht der liefde,die zich in Jezus openbaart.God zocht ook mij, hoezeer 'k Hem griefde;voor mij ook kwam zijn Zoon op aard.'k Vergeet mijzelf, waar 'k in de golvenvan zulk een liefde word bedolven.
4. Hoe zijt Gij mij zo zeer genegenen hoe verlangt uw hart naar mij?Gij komt mij met uw liefde tegen,opdat ook ik de uwe zij.Gij, trouwe Heer, hebt mij verkoren:U wil ik eeuwig toebehoren.
5. U wil ik zoeken, U mij geven;bij U slechts vind ik lafenis.In U alleen heb ik het levenen niet in 't geen van de aarde is.Bij U is rust, bij U verblijden;U, Heer, U wil mijn hart zich wijden.
14. ELB 381 Daar ruist langs de wolken een heerlijke Naam,
15. 1Daar ruist langs de wolken een heerlijke Naam,die hemel en aarde verenigt te zaam.Geen naam is er zoeter en beter voor 't hart
16. Hij balsemt de wonden en heelt alle smart.Kent gij, kent gij, die Naam nog niet?Die Naam draagt mijn Heiland,mijn lust en mijn lied!
17. Elb. 381 : 2Die Naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard,want Hij kwam om zalig te maken op aard;zo lief had Hij zondaars, dat Hij voor hen stierf,
18. genade bij God door zijn zoenbloed verwierf.Kent gij, kent gij die Jezus niet,die, om ons te redden, de hemel verliet?
19. 3Eens buigt zich ook alles voor Jezus in 't stof,en d'engelen zingen voortdurend zijn lof.O mochten w'om Jezus verheerlijkt eens staan,
20. dan hieven wij juichend de jubeltoon aan:Jezus, Jezus, uw Naam zij d'eer,want Gij zijt der mensen en engelen Heer!
23. 1 Terwijl Petrus en Johannes de menigte nog toespraken, kwamen de priesters, het hoofd van de tempelwacht en de sadduceeën op hen af, 2 hevig ontstemd omdat ze het volk onderrichtten en de opstanding uit de dood verkondigden op grond van wat er met Jezus was gebeurd.
24. 3 Ze grepen hen vast en zetten hen gevangen tot de volgende dag, omdat het al avond was. 4 Maar van degenen die naar de toespraak hadden geluisterd, bekeerden velen zich, zodat het aantal gelovigen aangroeide tot ongeveer vijfduizend. 5 De volgende dag kwamen de leiders, de oudsten en de schriftgeleerden bijeen in Jeruzalem,
25. 6 samen met Annas, de hogepriester, Kajafas, Johannes en Alexander, en allen die tot de hogepriesterlijke familie behoorden. 7 Nadat ze Petrus en Johannes in het midden hadden doen plaatsnemen, begonnen ze het verhoor met de vraag: ‘Door welke kracht of in wiens naam hebt u die daad verricht?’
26. 8 Petrus antwoordde, vervuld van de heilige Geest: ‘Leiders van het volk en oudsten, 9 nu wij vandaag worden verhoord omdat we een zieke hebben geholpen, en nu ons wordt gevraagd hoe het komt dat hij is genezen,
27. 10 dient u allen en het hele volk van Israël te weten dat deze man hier gezond voor u staat dankzij de naam van Jezus Christus uit Nazaret, die door u gekruisigd is, maar die door God uit de dood is opgewekt.
28. 11 Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, vol verachting is weggeworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is. 12 Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’
29. G 446 – 1, 2, 3, 4O Jezus, hoe vertrouwd en goedklinkt mij uw naam in 't oor,
30. 1O Jezus, hoe vertrouwd en goedklinkt mij uw naam in 't oor,uw naam die mij geloven doet:Gij gaat mij reddend voor;
31. 2uw naam die onze wonden heelten ons met manna spijst,die onze dood en zonde deelten onze vrees verdrijft.
32. 3Mijn herder en mijn held, mijn vriend,mijn koning en profeet,mijn priester die mijn schuld ontbindt,mijn weg waarop ik treed;
33. 4al wat ik doe, al wat ik wil,het is te zwak, te koud,maar sterk en vurig wordt de zielwanneer zij U aanschouwt.
34. Hoe kan het waar zijn, dat er maar één ware godsdienst is?
36. Liefde was het, onuitputt'lijkliefd' en goedheid, eind'loos groot,toen de Levensvorst op aardetot ons heil zijn bloed vergoot.Komt laat ons zijn liefde prijzen!God geeft vreugd en dankensstof.Eenmaal zingen wij voor eeuwigin de hemel Zijnen lof.
37. Rijd als Heerser door de velden,Jezus in uw grote kracht.Niets, niets kan U tegenhouden,zelfs de hel niet met haar macht.Voor uw Naam, zo groot en heerlijk,zinkt de vijand weg in 't niet.Heel de schepping, Heer, zal beven,als zij U, haar Koning ziet.
40. Jezus, leven van ons leven,Jezus, dood van onze dood,Gij hebt U voor ons gegeven,Gij neemt op U angst en nood,Gij moet sterven aan uw lijdenom ons leven te bevrijden.Duizend, duizendmaal, o Heer,zij U daarvoor dank en eer.
41. Alle leed hebt Gij geleden,Gij gedragen met geduld.Als een worm zijt Gij vertredenzonder schuld, om onze schuld,opdat wij door U verhevenals verlosten zouden leven.Duizend, duizendmaal, o Heer,zij U daarvoor dank en eer.
45. Toch overwint eens de genade,en maakt een einde aan de nacht.Dan onderwerpt de Heer het kwade,dan is de strijd des doods volbracht.De wereld treedt in 's Vaders licht,verheerlijkt voor zijn aangezicht.
46. O welk een vreugde zal het wezen,als Hem elk volk is toegedaan.Uit aard' en hemel opgerezen,vangt dan het nieuwe loflied aan,als ieder voor de Heer zich buigten aller stem Gods lof getuigt.