16. Ere zij de Vader en de ZoonEre zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid totEn van eeuwigheid tot
eeuwigheid.eeuwigheid.
Amen.Amen.
Klein GloriaKlein Gloria
37. 1 op de eenentwintigste dag van1 op de eenentwintigste dag van
de zevende maand, sprakde zevende maand, sprak
de HEER opnieuw bij mondede HEER opnieuw bij monde
van de profeet Haggai.van de profeet Haggai.
Hij droeg hem op:Hij droeg hem op:
38. 2 ‘Zeg tegen Zerubbabel, zoon2 ‘Zeg tegen Zerubbabel, zoon
van Sealtiël en gouverneur vanvan Sealtiël en gouverneur van
Juda, en tegen Jozua, zoon vanJuda, en tegen Jozua, zoon van
Josadak en hogepriester, enJosadak en hogepriester, en
tegen wie er van het volk nogtegen wie er van het volk nog
over zijn:over zijn:
39. 3 “Wie van jullie heeft deze3 “Wie van jullie heeft deze
tempel nog in zijn vroegeretempel nog in zijn vroegere
luister gezien?luister gezien?
En hoe ziet hij er nu uit?En hoe ziet hij er nu uit?
Jullie denken zeker dat het nietsJullie denken zeker dat het niets
meer kan worden!”meer kan worden!”
40. 4 Maar houd vol, Zerubbabel4 Maar houd vol, Zerubbabel
– spreekt de HEER –, houd– spreekt de HEER –, houd
vol, Jozua, zoon van Josadakvol, Jozua, zoon van Josadak
en hogepriester; jullie allen,en hogepriester; jullie allen,
bewoners van dit land, houd vol!bewoners van dit land, houd vol!
– spreekt de HEER.– spreekt de HEER.
41. Werk door, ik ben bij jullieWerk door, ik ben bij jullie
– spreekt de HEER van de– spreekt de HEER van de
hemelse machten.hemelse machten.
5 Dat heb ik jullie beloofd toen5 Dat heb ik jullie beloofd toen
jullie wegtrokken uit Egypte; ikjullie wegtrokken uit Egypte; ik
zal steeds in jullie middenzal steeds in jullie midden
aanwezig zijn, wees dus nietaanwezig zijn, wees dus niet
bevreesd.bevreesd.
42. 6 Want dit zegt de HEER van de6 Want dit zegt de HEER van de
hemelse machten: Nog eenhemelse machten: Nog een
korte tijd, een ogenblik slechts,korte tijd, een ogenblik slechts,
en ik zal de hemel en de aarde,en ik zal de hemel en de aarde,
de zee en het land doen beven.de zee en het land doen beven.
43. 7 Alle volken breng ik in7 Alle volken breng ik in
beroering, hun schatten zullenberoering, hun schatten zullen
mij toevallen en mijn huis zal ikmij toevallen en mijn huis zal ik
vullen met pracht en rijkdomvullen met pracht en rijkdom
– zegt de HEER van de hemelse– zegt de HEER van de hemelse
machten.machten.
44. 8 Het zilver is voor mij en het8 Het zilver is voor mij en het
goud is voor mij – spreektgoud is voor mij – spreekt
de HEER van de hemelsede HEER van de hemelse
machten.machten.
45. 9 De luister van deze tempel zal9 De luister van deze tempel zal
groot zijn, nog groter dangroot zijn, nog groter dan
voorheen – zegt de HEER vanvoorheen – zegt de HEER van
de hemelse machten –,de hemelse machten –,
en van hieruit zal iken van hieruit zal ik
jullie vrede en voorspoed gevenjullie vrede en voorspoed geven
– spreekt de HEER van de– spreekt de HEER van de
hemelse machten.’hemelse machten.’
53. Verblijdt u in Jezus, uw Heer.Verblijdt u in Jezus, uw Heer.
Gij allen oprechten van hart,Gij allen oprechten van hart,
zingt vrolijk uw Heiland ter eer,zingt vrolijk uw Heiland ter eer,
die wegnam uw droefheid endie wegnam uw droefheid en
smart.smart.
54. Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
55. Verblijdt u, want Hij is de Heer.Verblijdt u, want Hij is de Heer.
De Koning, die hemel en aard,De Koning, die hemel en aard,
door 't woord zijner almachtdoor 't woord zijner almacht
regeert, die zondaars verlostregeert, die zondaars verlost
en bewaart.en bewaart.
56. Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
57. Houdt moed in de geest'lijkeHoudt moed in de geest'lijke
strijd, hoe groot ook destrijd, hoe groot ook de
satans geweld.satans geweld.
Door 't leger van GodDoor 't leger van God
steeds bereid, wordt iederesteeds bereid, wordt iedere
vijand geveld.vijand geveld.
58. Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
59. Verblijdt u in Jezus,Verblijdt u in Jezus,
uw Heer.uw Heer.
Hem zij onze lofzang gewijd.Hem zij onze lofzang gewijd.
Laat schallen het lied tot zijnLaat schallen het lied tot zijn
eer, roemt zijne gena t'alleneer, roemt zijne gena t'allen
tijd.tijd.
60. Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!
Verheugd, verheugd!Verheugd, verheugd!
Weest blij in de Heer enWeest blij in de Heer en
verheugd!verheugd!