28 jan 2024 19.00. Ds Hulshof. Verlangen naar meer
2019 aug 09:30 - Dhr Kamphuis - Het gaat niet naar de Filistijnen
1. Welkom
Thema:“Het gaat niet naar de Filistijnen”
voorganger:
Dhr H. Kamphuis uit Emmeloord
organist:
Johannes de Vries
DIENST VAN ZONDAGOCHTEND 25 AUGUSTUS 2019
2. Zingen voor de dienst:
JdH 306: (1, 2 en 3)
Op bergen en in dalen
3. Op bergen en in dalen (JdH 306) t. A. van den Berg; m. C. de Pauw
JdH 306: ①, 2 en 3
4. Op bergen en in dalen (JdH 306) t. A. van den Berg; m. C. de Pauw
JdH 306: ①, 2 en 3
5. Op bergen en in dalen (JdH 306) t. A. van den Berg; m. C. de Pauw
JdH 306: 1, ② en 3
6. Op bergen en in dalen (JdH 306) t. A. van den Berg; m. C. de Pauw
JdH 306: 1, ② en 3
7. Op bergen en in dalen (JdH 306) t. A. van den Berg; m. C. de Pauw
JdH 306: 1, 2 en ③
8. Op bergen en in dalen (JdH 306) t. A. van den Berg; m. C. de Pauw
JdH 306: 1, 2 en ③
10. JdH 358: ②, 3 en 4
2
Mijn God, ik steun op Uw vermogen,
Gij zijt de sterkte van mijn hart.
Waarom verstoot Gij m' uit Uw ogen,
waarom ga ik terneergebogen,
door 's vijands wreed geweld benard,
gestaâg in 't aak'lig zwart?
11. JdH 358: 2, ③ en 4
3
Zend, Heer, Uw licht en waarheid neder
en breng mij, door die glans geleid,
tot Uw gewijde tente weder,
dan klimt mijn bange ziel gereder
ten berge van Uw heiligheid,
waar mij Uw gunst verbeidt.
12. JdH 358: 2, 3 en ④
4
Dan ga ik op tot Gods altaren,
tot God, mijn God, de bron van vreugd;
dan zal ik juichend stem en snaren
ten roem van Zijne goedheid paren,
die na kortstondig ongeneugt
mij eindeloos verheugt.
38. 1 Een last, het woord van de HEERE in het land
Chadrach. Damascus zal zijn rustplaats zijn,
want de HEERE heeft oog voor mensen,
net als voor al de stammen van Israël,
2 en ook voor Hamath, dat eraan grenst,
en voor Tyrus en Sidon, al zijn zij nog zo wijs.
3 Tyrus heeft voor zichzelf een vestingwal gebouwd,
zilver opgehoopt als stof,
en bewerkt goud als slijk op straat.
Zacharia 9: 1 - 10
39. 4 Zie, de Heere zal het in bezit nemen,
Hij zal zijn vesting in de zee verslaan,
zelf zal het door vuur verteerd worden.
5 Askelon zal het zien en bevreesd zijn,
evenals Gaza, en het zal hevig beven,
ook Ekron, omdat zijn verwachting wordt
beschaamd.
De koning zal uit Gaza verdwijnen
en Askelon zal onbewoond zijn.
6 De bastaard zal in Asdod wonen;
Ik zal de trots van de Filistijnen uitroeien.
Zacharia 9: 1 - 10
40. 7 Ik zal zijn bloed uit zijn mond verwijderen,
zijn afschuwelijke dingen van tussen zijn tanden.
Ook híj zal overblijven voor onze God.
Hij zal zijn als een leider in Juda,
en Ekron als een Jebusiet.
8 Ik zal Mij als een wacht rond Mijn huis legeren,
vanwege het leger dat heen en weer trekt,
zodat geen onderdrukker meer tegen hen optrekt.
Nu heb Ik het immers met eigen ogen gezien!
De Koning van Sion komt
Zacharia 9: 1 - 10
41. 9 Verheug u zeer, dochter van Sion!
Juich, dochter van Jeruzalem!
Zie, uw Koning zal tot u komen,
rechtvaardig, en Hij is een Heiland,
arm, en rijdend op een ezel,
op een ezelsveulen, het jong van een ezelin.
10 Ik zal de strijdwagens uit Efraïm wegnemen,
en de paarden uit Jeruzalem.
De strijdboog zal weggenomen worden.
Hij zal vrede verkondigen aan de heidenvolken.
Zijn heerschappij zal zijn van zee tot zee,
van de rivier de Eufraat tot aan de einden der aarde.
Zacharia 9: 1 - 10
43. JdH 378: ① en 5
1:
Zijn grondslag, Zijn onwrikb're vastigheden
heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd!
De Heer, die Zich in Sions heil verblijdt,
bemint het meer dan alle Jakobs steden.
44. JdH 378: 1 en ⑤
5:
Dan wordt mijn naam met lofgejuich geprezen;
dan zullen daar de blijde zangers staan,
de speelliên op de harp en cimbel slaan
en binnen U al mijn fonteinen wezen.
45. Verkondiging
n.a.v. Amos 9: 7
Bent U niet als de Cusjieten voor Mij, Israëlieten?
spreekt de HEERE. Heb Ik Israël niet weggeleid uit het
land Egypte, de Filistijnen uit Kaftor en de Syriërs uit Kir?
“Het gaat niet naar de
Filistijnen”
47. 2:
Men spreekt van U zeer herelijke dingen,
o, schone stad van Isr'els Opperheer!
'k Zie Rahab, ik zie Babel, tot Uw eer
hij hen geteld, die mijne grootheid zingen.
JdH 378: ②, 3 en 4
48. JdH 378: 2, ③ en 4
3:
De Filistijn, de Tyriër, de Moren
zijn binnen u, o Godstad, voortgebracht;
van Zion zal het blijde nageslacht
haast zeggen: "Deez' en die is daar geboren."
49. 4:
God zal hen Zelf bevestigen en schragen
en op zijn rol daar Hij de volken schrijft,
hen tellen als in lsr'el ingelijfd
en doen de naam van Zions kind'ren dragen.
JdH 378: 2, 3 en ④