SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 15
Downloaden Sie, um offline zu lesen
WELKEKLEUR
VOEGJIJTOE?
Leve de participatiesamenleving!
7redenen
om werknemer met
beperking aan te
nemen
Ask not what your country
can do for you, ask what you
can do for your country’
(J.F. Kennedy)
zetkennis
inwerking
NR.9
DECEMBER 2015
62%VAN DE
TOEKOMSTIGE
ONDERNEMERS
NEEMTZEKERARBEIDS-
GEHANDICAPTENAAN
OPINIE
Gemeente Urk en
MEE IJsseloevers
willen flexibele
ondernemers
PAG.20
COLUMN
Bestuurders
zijn de sjaak
PAG.27
BEST PRACTICES
Sociaal
ondernemen:
de normaalste zaak
PAG.6
ACHTERGROND
MVO is geen
crashdieet
PAG.14
En verder:
05 DutchFiets schot in de roos
09 Hoe sociaal is de Google-generatie?
25 Windesheim lanceert Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven
26 Sociale wijkteams trainen gesprekstechniek
28 Marty voegt kleur toe
met elkaar en het heft in eigen handen moeten nemen. Of, om met
J.F. Kennedy te spreken: ‘Ask not what your country can do for you, ask
what you can do for your country.’
In de praktijk zien we hier vele voorbeelden van, zowel van burgers als
van bedrijven en andere organisaties. In deze editie van de WinWin leest
u hier meer over. Wat doen ondernemers om mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen? Welke kleur voegen zij toe,
om in de beeldspraak van de voorpagina te blijven. Wat is sociaal
ondernemerschap? Hoe kunnen we bedrijven daarop beoordelen?
En hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen in onze maatschappij de
kans krijgt om mee te (blijven) doen? Want dat is waar de participatie-
samenleving voor mij voor staat: een samenleving die insluit in plaats
van uitsluit en waarin ieder talent optimaal tot zijn recht kan komen.
L
eve de participatiesamenleving! Dat is het thema van deze
WinWin: samen bouwen we mee aan een samenleving die
insluit in plaats van uitsluit. Zijn we daar klaar voor? En hoe
zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen?
Ik vertaal de vraag naar onze eigen campus. Steeds meer studenten met
een functiebeperking vinden hun weg naar het hbo. Bij Windesheim is
dit aantal in tien jaar tijd gestegen van 500 naar 2.300. De kans dat zij
hun studie niet afmaken is 15 tot 25 procent groter dan bij reguliere
studenten. Om hier iets aan te doen, zet Windesheim zich nadrukkelijk
in voor deze doelgroep. Immers, elk talent telt en iedereen moet de
mogelijkheid hebben om het beste uit zichzelf te halen. Niet alleen
tijdens de studie, maar ook daarna. Ik ben er dan ook trots op dat elf
bedrijven en instanties in de regio zich bij ons initiatief hebben aan-
gesloten. Hiermee laten zij zien dat we daadwerkelijk werk maken van
flexibel onderwijs en passend werk en dat we ons samen sterk maken
voor elk talent.
De tijd waarin we leven vraagt hier ook om. De klassieke verzorgings-
staat is van de vorige eeuw. Anno nu leven we in een participatie-
samenleving. Een wereld waarin we als gevolg van een terugtrekkende
overheid meer voor elkaar moeten zorgen, rekening moeten houden
Ten
Geleide
Deinclusieve
samenleving:
‘Samen
sterk voor
elk talent’
Albert Cornelissen,
Voorzitter College van Bestuur
Windesheim
WinWin wordt u aangeboden
door Windesheim. Het kennis-
magazine biedt harde feiten,
nuttige analyses, slimme praktijk-
voorbeelden en opinies van
mensen die weten waarover ze
praten. Windesheim verspreidt
het blad onder ondernemers,
hogere managers en bestuurders.
Colofon Redactieadviesraad:
Hans Groenhuis (ROVA), Ralph
Keuning (Museum de Fundatie)
Kristel Leerkes-Boerhof (Boerhof
Projectinrichters) Maarten Roef
(Wavin) en Simone van Ruth
(MEE IJsseloevers)
Hoofd- en eindredactie: Marketing
en Communicatie Windesheim
Journalistieke begeleiding:
Maters & Hermsen
Journalistiek
Vormgeving:
Home of Happy Brands
Fotografie:
Herman van der Wal, Shutterstock,
Getty Images
Teksten:
Windesheim en Maters & Hermsen
Journalistiek
Overnamevanartikelenenbeeld
uitWinWinisalleentoegestaanna
goedkeuringvanWindesheim.
Meningeninditmagazine
weerspiegelennietnoodzakelijker-
wijsdemeningvanWindesheim.
Suggesties
Heeft u opmerkingen over
de inhoud of suggesties voor
onderwerpen?
Mail naar: winwin@windesheim.nl
of schrijf naar: Redactie WinWin
Postbus 10090
8000 GB Zwolle
Thema:
Leve de participatiesamenleving!
WINWIN
NR.
9
WinWin’stop5
De vijf boeiendste sprekers
volgens Windesheim
4
20 25
14 18
Verantwoord
ondernemen
Column: Bestuurders zijn de sjaak.
GESPREK MET
KARAKTER
27
Welke kleur
voeg jij toe?
Voor Hemmink BV,
Thuiswoonservice.nl en
Yes We Care is sociaal
ondernemen de
normaalste zaak
Een wethouder, een zorgbestuurder
en een lector in discussie.
Winstcijfers beursfondsen
systematisch vertekend
6
Opdrachten verstrekt
aan Windesheim
Bouwbedrijf Weever BV
extra maatschappelijk
betrokken?
18Opdrachten verstrekt
WinWin NR.9 DECEMBER 20152 3
De nooit roestende, kunststof DutchFiets van Windesheimer Johannes Alderse
Baas lijkt een schot in de roos. Binnen een week had Alderse Baas via crowdfun-
ding de benodigde € 29.500 bij elkaar om de eerste honderd fietsen te produce-
ren. Ook is hij genomineerd voor Starter van het Jaar Regio Zwolle.
De DutchFiets is een stoere, duurzame kunststoffiets. Zonder ketting die ge-
smeerd hoeft te worden, maar met geïntegreerde verlichting en antilekbanden.
Bovenal is de DutchFiets een milieuvriendelijke fiets waarvan het kunststof van
het frame en de wielen te recyclen is. Drie jaar lang werkte Baas als Windes-
heimstudent met o.a. adviseurs van Kennispoort Regio Zwolle en onderzoekers
van Windesheim en Green PAC iLab aan het ontwerp. Inmiddels fietst hij zelf op
een prototype rond. ‘De reacties van de mensen zijn positief’, zegt Alderse Baas.
Na het succes van de crowdfundingsactie richt hij zich inmiddels op de productie
van de eerste honderd fietsen en het doorontwikkelen van de DutchFiets.
DutchFiets
schot inderoos
EvelienTonkens
Tijdens haar afscheidsrede als hoogleraar
Actief Burgerschap aan de Universiteit van
Amsterdam somde prof. dr. Evelien Tonkens
vijf misvattingen op over de participatiemaat-
schappij. Haar belangrijkste boodschap:
de participatiemaatschappij staat niet haaks
op de verzorgingsstaat, maar ligt juist in het
verlengde daarvan. ’De vraag is niet meer hoe
de overheid zich zo snel mogelijk kan terugtrek-
ken, maar hoe de interactie tussen burgers en
bestuur het beste gestalte kan krijgen.’ Sinds
mei 2014 is Tonkens hoogleraar Burgerschap en
Humanisering van de Publieke Sector aan de
Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.
Zij schreef verschillende boeken over de partici-
patiesamenleving en aanverwante thematiek
en is een veelgevraagd adviseur voor nationale
en lokale overheden en andere organisaties.
PeterRiezebos
‘Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toe-
komst, voegen zij niet alleen waarde toe aan
hun eigen leven, maar ook aan de samenleving
als geheel’, aldus Willem-Alexander in zijn
troonrede over de participatiesamenleving.
Als deze boodschap op iemand van toepassing
is, dan is het wel op Peter Riezebos. Hij bleef
tweemaal zitten op de mavo, werd van het MBO
gestuurd en ook versnelde havo- en vwo-oplei-
dingen mislukten. Riezebos bleek ADHD en
Asperger, sociale angst en een borderline-
stoornis te hebben. Na zijn therapie probeerde
hij het nogmaals en ditmaal met groot succes.
Hij studeerde Psychologie, Communicatieweten-
schap, Bedrijfskunde en Wijsbegeerte en was
ook naast zijn studies zeer actief. Hij schreef
hierover het boek Van mavo tot Harvard en
geeft lezingen over zijn unieke verhaal.
WillemijnVerloop
‘Nederland loopt achter op het gebied van
sociaal ondernemen. Er is te weinig erkenning
voor duurzame ondernemingen en de overheid
steunt sociaal ondernemerschap onvoldoende’
stelt ondernemer Willemijn Verloop. In 1994
stond zij aan de wieg van War Child Nederland.
Nu is zij oprichtster van ondernemersplatform
Social Enterprise NL. Met medeoprichter
Mark Hillen schreef zij een boek over sociaal
ondernemerschap: Verbeter de wereld, begin
een bedrijf. Over het gebrek aan erkenning
voor sociale ondernemingen zegt Verloop:
‘Sociale ondernemers zouden geitenwollen-
sokkenondernemers zijn, ondernemers met een
minnetje. Maar het gaat juist om toponderne-
mers. Hun businessmodel is namelijk moeilijker.
Ze zetten primair in op het creëren van waarde
voor de maatschappij en moeten voor continuï-
teit en groei ook financiële winst draaien.’
Verloop is een veelgevraagde spreker.
LevienRademaker
‘In de participatiemaatschappij is langer door-
werken de norm. Nu al moeten we door tot ons
67e en de kans is groot dat dat in de toekomst
nog langer wordt. Een cultuuromslag is nodig
om ingeroeste denkpatronen te doorbreken’,
stelt Levien Rademaker, onderzoeker en des-
kundige op het gebied van HRM bij Windesheim.
Zowel werkgevers als de oudere werknemers
zelf denken vaak in negatieve stereotypen.
Door ernaar te handelen, werden deze negatieve
gedachten vanzelf de waarheid. Rademaker
heeft onderzocht hoe een succesvol personeels-
beleid voor vijftigplussers te voeren. ‘Je moet
niet stereotyperen, maar wel accepteren dat de
onderlinge verschillen tussen ouderen groter
zijn dan bij jongeren. Het werkvermogen van
zestigers is echter in de helft van de gevallen
uitstekend. Als managers beter kijken naar wat
ouderen kunnen, krijg je gelukkiger personeel
dat het langer volhoudt.’
AartvanderGaag
‘Bedrijven hebben een verantwoordelijkheid
om mensen met een afstand tot de arbeids-
markt aan het werk te helpen. Nu nog vrijwillig,
maar als het niet snel genoeg gaat komt er een
quotum.’ Het doel is 100.000 banen erbij in
2026. Aart van der Gaag is commissaris van
het initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland
en LTO Nederland om mensen met een arbeids-
beperking aan een reguliere baan in het
bedrijfsleven te helpen. Vanuit deze functie
bezoekt hij ondernemers in het hele land en
spreekt hij over de invulling van de participatie-
wet. ‘Ik blijf uitleggen dat een werknemer met
een arbeidsbeperking in je team goed is voor
je bedrijf. Het is keihard bewezen dat hierdoor
de werksfeer verbetert en het ziekteverzuim
daalt’, zei Van der Gaag recent.
14/01/2016
PRIKKELENDE
NETWERKBIJEENKOMST
ORGANISATIE: Stichting Prokkel.
INHOUD: In de jaarlijkse Prokkelweek
worden ontmoetingen georganiseerd tus-
sen mensen met en zonder verstandelijke
beperking. In de aanloop hier naartoe
kunnen ondernemers in elke provincie een
netwerkbijeenkomst bijwonen met prakti-
sche voorbeelden voor de invulling van de
arbeidsparticipatiewet en MVO.
DATUM EN TIJD: Donderdag 14 januari
2016 van 15.00 tot 17.00 uur.
KOSTEN: Gratis.
LOCATIE: Gemeente Almelo, Stadhuis,
Haven Zuidzijde 30 in Almelo.
INFORMATIE: www.prokkel.nl
21/01/2016
DUURZAME INZETBAAR-
HEID TECHNISCHE GROOT-
HANDEL
ORGANISATIE: WTG (Werkgevers
Technische Groothandel).
INHOUD: Sociale partners organiseren
een speciaal congres over de duurzame
inzetbaarheid voor de Technische Groot-
handel. Het congres is toegankelijk voor
alle werkgevers en werknemers in deze
sector.
DATUM EN TIJD: Donderdag 21 januari
2016 van 13.00 tot 18.00 uur.
KOSTEN: Gratis.
LOCATIE: Midden van het land.
INFORMATIE:
www.wtg.nl/activiteiten
07/04/2016
LOCUS NETWERKDAG
ORGANISATIE: Locus (netwerk dat
adviseert en ondersteunt bij het invullen
van inclusief werkgeverschap).
INHOUD: Een dag waarop landelijke
bedrijven, gemeenten en SW-bedrijven
elkaar fysiek ontmoeten en het met elkaar
hebben over hoe gezamenlijk mensen aan
het werk geholpen kunnen worden. In april
2016 viert Locus haar eerste lustrum.
DATUM EN TIJD: Donderdag 7 april
2016 van 9.00 tot 17.00 uur.
LOCATIE: N.t.b.
KOSTEN: Gratis.
INFORMATIE:
www.locusnetwerk.nl/agenda
Zijn bedrijven en instellingen klaar voor de participatiesamenleving? Wat kunnen en moeten
organisaties doen op het vlak van sociaal ondernemerschap? En hoe geef je tegelijkertijd
vorm aan de toekomst van je organisatie en die van de maatschappij? WinWin vond hierover
vijf veelvuldig geciteerde sprekers.
WINWIN'S TOP 5
Boeiende sprekers
over sociaal ondernemen 3.0
Agenda
WINNOVATIE
Hoe kunnen overheden, onderwijsinstellingen en ondernemers in de regio
samenwerken voor een innovatieve regio, waarbij niemand aan de kant
staat? Dr. Anneke Goudswaard, lector Nieuwe Arbeidsverhoudingen bij
Windesheim Flevoland doet hiernaar onderzoek. ‘Door alle technologische
vernieuwingen dreigt een tweedeling op de arbeidsmarkt: tussen
mensen die goed kunnen leren, in fatsoenlijke banen terecht
komen en gezond en inzetbaar zijn en mensen die hiervan
uitgesloten worden,’ stelt Goudswaard vast. ‘Niet alleen het
hebben van de juiste vaardigheden vormt een sleutel tot
participatie. Dat geldt ook voor een goede gezondheid.
Bedrijven en overheden zetten daarom
in op vitaal vakmanschap. Door het
creëren van kwalitatief goede banen,
waarin mensen zich kunnen ontwikkelen
en door het bieden van voldoende
maatwerk, ook voor de meer kwets-
bare groepen.’ Het onderzoek van
Goudswaard vindt plaats in nauwe
samenwerking met TNO en met
partners in de regio Flevoland.
Dreigende tweedeling
op de arbeidsmarkt?
WinWin nr.9 december 20154 5
WELKEKLEURVOEG
JIJTOE?
Leve de participatiesamenleving!
Ask not what your country
can do for you, ask what you
can do for your country’
(J.F. Kennedy)
6
Tot 2026 creëert
de BV Nederland
100.000
extra banen voor
arbeidsgehandicapten
De overheid schept
25.000
extra banen
De participatiemaatschappij komt eraan. De zorg voor een ander is niet langer
het exclusieve domein van de staat. Burgers, ondernemers en bestuurders moeten
meebouwen aan een samenleving die insluit in plaats van uitsluit. Dat vraagt om
leiderschap én daadkracht. Dit dossier brengt inspirerende voorbeelden in kaart.
Op weg van de verzorgingsstaat naar een doe-democratie.
door: bart de haan en
pJotr Van lenteren
beeld: shUtterstoCk
De regering wil dat ondernemers zich bekommeren om
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar de
Participatiewet had voor Hemmink niet geschreven
hoeven te worden nietwaar?
‘Daar lijkt het op. In ons bedrijf zijn we sinds jaar en dag actief
om bijzondere medewerkers aan ons te binden. De wet hebben
wij niet nodig om in actie te komen. Momenteel hebben we vijf
arbeidsgehandicapten, zoals dat heet, in dienst.’
Wat is de achtergrond van die vijf medewerkers?
‘Vaak zijn het vmbo’ers, maar er zitten nu ook twee hbo+’ers bij.’
Dat is mooi. Als wij vragen naar bijzonderheden over deze
werknemers begint u over hun opleiding.
‘Euh ja. Dat is toch logisch?’
U had ook hun beperkingen kunnen opsommen als
onderscheidende factor.
‘Ik denk in competenties en niet in beperkingen. Ik weet van geen
van onze tachtig mensen wat hun handicaps precies zijn. Ik weet
wat ze kunnen en wat hun ontwikkelingspotentieel is. Dat is veel
belangrijker.’
Wat drijft jullie om je zo bovengemiddeld in te zetten op
het sociale vlak?
‘Het zit in ons DNA. Al moet ik oppassen dat ik opgezwollen termen
ga bezigen. We bekijken het gewoon nuchter. Stel dat je zelf in zo’n
positie zou zitten? Dat gevoel leeft hier en daarom hebben we ook
oog voor mensen die minder makkelijk een baan vinden. In abstracte
zin vind ik ons bedrijf een onderdeeltje van een groter geheel. Onze
populatie moet een reflectie zijn van de samenleving om ons heen.’
‘Hardopdeinhoud,
zachtvoordemensen’
Niet een geschikt mens zoeken voor een goede baan,
maar een baan geschikt maken voor een goed mens.
Martin Hemmink vindt dat de normaalste zaak van de
wereld. In zijn familiebedrijf, een technische handels-
onderneming, zit sociaal ondernemerschap in het DNA.
MartinHemmink
MartinHemmink(1958,Zwolle)namin1990dezaakvan
zijnvaderover.Daarvoormaaktehijcarrièreindefarma-
ceutischeindustrie.Inmiddelsbewaakthijalsvoorzitter
van het directieteam de grote lijnen en is de dagelijkse
leidinginhandenvaneenmanagementteam.Inzijnvrije
tijdisHemminkbijzonderactiefalsvrijwilligerenzethij
zich in voor maatschappelijke doelen. Vanwege zijn
verdienstenvoorbedrijfénsamenlevingontvingHemmink
koninklijkeonderscheidingen.In2011werdhijbevorderd
tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Samen met
twintig andere ondernemers inspireert en helpt hij als
entrepreneur in residence studenten van Windesheim.
...denkt in
competenties en niet
in beperkingen
MartinHemmink
(HemminkBV)
WinWin NR.9 DECEMBER 20156 7
Toch is de Participatiewet nodig. Misschien niet voor jullie,
maar dan toch voor anderen. Kennelijk gaat het niet overal
vanzelf.
‘Nee, maar de tijdgeest verandert. Er is volop goede wil. Natuurlijk
zijn er organisaties waar dit lastiger te organiseren valt. Hoe kleiner,
hoe lastiger het wordt. En als het slecht gaat, zal de drempel hoger
zijn. Maar toch is het een investering die rendement oplevert.
Je laat enorm gemotiveerde mensen meedoen. Je biedt structuur
en krijgt waardering terug. Gelukkig gaat het de goede kant op.
Als ik de berichten mag geloven ligt ondernemend Nederland
voor de Participatiewet aardig op koers op weg naar 100.000
arbeidsplaatsen in 2026. Hier in Zwolle zie ik ook veel inspirerende
voorbeelden.’
Heeftutipsvoorondernemersdiehuiverigzijnom
arbeidsgehandicaptenaantenemen?
‘Ga in gesprek met consulenten van een sociaal werkbedrijf en
met andere “inclusief-ondernemers”. Een belangrijke tip is om te
gaan werken aan jobcarving. Kun je taken of bundels van taken
losweken uit de huidige organisatie waardoor je werk geschikt
maakt voor een bijzonder iemand?’
Hoehebbenjulliedataangepakt?
‘In de logistiek hebben we takenpakketten anders gedefinieerd.
Daar zitten twee medewerkers met een arbeidshandicap.
Overigens, jobcarving hoef je niet alleen te doen. Hier op de
Marslanden heeft een collectief van ondernemers een klusjesman
aangenomen die van de sociale werkplaats komt. We kunnen hem
inzetten voor van alles en nog wat. Een raamkozijn herstellen, een
verfklus, onkruid aanpakken. Creatief en collectief kun je ook tot
jobcarving komen. Experimenteer eens een jaar!’
Heeft u een geslaagd voorbeeld van een job die zich naar een
medewerker heeft gevormd?
‘Ja, we hebben Claudia, een absolute topper. Zij komt van de
Wezo en assembleert verlichtingscomponenten in TL-armaturen.
Ze maakt van bouwstenen een groter onderdeel. Relatief een-
voudig, maar dankzij Claudia kunnen we wel mooi kleinere series
maatwerk leveren aan een klant die daar heel blij mee is.’
Isheteenrisicoomalleentedenkenaanuitvoerenden
eenvoudigwerk?
‘Wij hebben de afgelopen twee jaar een dataspecialist over de
vloer gehad van universitair niveau. Extreem intelligent,
ongelooflijk gedreven. Hij heeft complexe algoritmes doorgevoerd
in kennisintensieve databases. Wat hem scheelde? Hij heeft een
tumor in zijn hoofd en kwam nergens aan de slag. Lodewijk Asscher
brak onlangs een lans voor kankerpatiënten en ex-kanker-
patiënten. Dat vind ik erg goed, want ik snap tegelijkertijd dat
ondernemers huiverig zijn. Het is ook belangrijk dat we als
samenleving risico’s in arbeidsrechtelijke zin beperken.’
Ishetweleensmisgegaanbij jullie?Eenmismatch?
‘Nee, dat heb ik speciaal voor dit interview nagevraagd bij de HR-
manager. Eigenlijk is het nog nooit verkeerd afgelopen. Wel hebben
we eens meegemaakt dat er een hoge werkdruk op een afdeling
ontstond en dat een collega met een autistische beperking moeite
had om de versnelling bij te benen. Maar dat is snel gesignaleerd.
“Even het gas eraf!” Ach en hoe uitzonderlijk is dit? Iedereen heeft
wel eens moeite met een te hoge werkdruk.’
Wat doet die sociale kant met de sfeer op de werkvloer?
‘Ons bedrijf staat open voor de entree van mensen met een
arbeidshandicap. Iedereen vindt dat een goede zaak. Sommige
medewerkers volgen trainingen waardoor ze beter worden in
begeleiding. Soms hebben ze al een achtergrond op dit terrein.
In het magazijn loopt bijvoorbeeld een collega die sociaal
pedagogische hulpverlening heeft gestudeerd. Het gaat
trouwens verder dan de cultuur. We werken met organisatie-
modellen van het Instituut Nederlandse Kwaliteit en in die
stakeholders-achtige benadering streven we naar diversiteit.
Dat werkt. We krijgen goede feedback, bijvoorbeeld van
sollicitanten. Mensen vinden het mooi om voor Hemmink BV te
werken. Ik hoor dat onze familiewaarden aanspreken, het oog
voor elkaar. Overigens, het is bij ons niet klef! We zijn hard op
de inhoud, maar zacht naar de mensen.’
Over Hemmink BV
DevadervanMartinHemminkbegonin1951aanhet
Gasthuispleinalshandelsagentvoorelektrocomponenten.
Het bedrijf groeide in de jaren zeventig uit tot een
voorraadhoudende handelsonderneming. Het importeert
componenten rond datacommunicatie, antennes en
elektrotechniek. De crisis heeft het solide familiebedrijf
goed doorstaan. De onderneming is dan ook ‘platform-
onafhankelijk’, dat wil zeggen succes staat of valt niet met
een technische hype. Momenteel werken tachtig mensen
bij Hemmink BV. Het bedrijf werkt onder meer samen
met Frion, een zorginstelling die ondersteuning biedt
aan mensen met een verstandelijke beperking.
Ook participeert Hemmink BV in projecten als Stichting
Present en ‘De Normaalste Zaak’.
‘Ditmoeteen
olievlekworden’
Meedoen is hét sleutelwoord van nu. Daarom lanceerde
zorgonderneemster Annemieke Lantink het initiatief
ThuisWoonService, waarmee ze hulpvragen koppelt aan
mensen die aan de kant staan. ‘Dit idee is zó simpel.’
De één heeft hulp nodig en de ander heeft tijd over en kan
helpen. Dat is het idee achter ThuisWoonService.
Waar komt het idee vandaan?
‘Mijn hart klopt voor betere zorg. Kernwoorden zijn dichterbij,
betaalbaar, zelfregie. Rond 2012 zag ik de bezuinigingen aanko-
men. Veel professionele zorg zou komen te vervallen. Daar kun je
over klagen, maar om continuïteit te garanderen bedacht ik het
plan om eenvoudige hulpvragen door mensen op te laten pakken
die aan de kant staan.’
...koppelt hulpvragen
aan participatie
Annemieke
Lantink
ThuisWoonService
Annemieke Lantink
Annemieke Lantink (1956, Haren) is directeur van
De Nieuwe Zorg Thuis in Meppel. In 2012 was ze MKB-
Ondernemer van het Jaar. Ze staat bekend om haar
innovatieve oplossingen die burgers zelfredzamer maken.
Samen met haar man leidt ze een aantal zorgonder-
nemingen. De Nieuwe Zorg Thuis levert WMO-diensten
met 850 medewerkers in 40 gemeenten. Ook is er een
webwinkel en beschikt de onderneming over een eigen
opleidingsinstituut: De Zorgschool. Een nieuwe loot is
Huistiptop, een digitaal bemiddelingsbureau voor
huishoudelijke hulp. Lantink woont in Wanneperveen.
‘Creatiefencollectief
kunjeooktot
jobcarvingkomen’
Hoesociaalisde
Google-generatie?
Op de vraag ‘Wat vind je belangrijk in een toekomstige werkgever?’
antwoorden wifi-jongeren:
‘Alsikondernemerwas,zouikzekerarbeidsgehandicaptenaannemen’
Ja
Nee, iedereen moet voor
zichzelf zorgen
Goed dat iedereen meebouwt
aan een samenleving die insluit
en niet uitsluit, maar ik lever er
liever niets voor in
Zijn jongeren bereid iets in te leveren voor een inclusieve samenleving?
‘Een organisatie moet een afspiegeling van de maatschappij zijn en
daar hoort werk voor mensen met een beperking zeker bij.’
Dat het bedrijf
winst maakt
Dat de organi-
satie internati-
onaal opereert
Dat de onder-
neming innova-
tief is
Dat het bedrijf
een sociale
bijdrage levert
aan de maat-
schappij
19%
9%
36% 36%
JA 74%
JA 62%
NEE 38%
NEE 26%
32%
48%
20%
medewerker heeft gevormd?
‘Ja, we hebben Claudia, een absolute topper. Zij komt van de
Wezo en assembleert verlichtingscomponenten in TL-armaturen.
Ze maakt van bouwstenen een groter onderdeel. Relatief een-
voudig, maar dankzij Claudia kunnen we wel mooi kleinere series
maatwerk leveren aan een klant die daar heel blij mee is.’
Isheteenrisicoomalleentedenkenaanuitvoerenden
eenvoudigwerk?
‘Wij hebben de afgelopen twee jaar een dataspecialist over de
vloer gehad van universitair niveau. Extreem intelligent,
ongelooflijk gedreven. Hij heeft complexe algoritmes doorgevoerd
in kennisintensieve databases. Wat hem scheelde? Hij heeft een
tumor in zijn hoofd en kwam nergens aan de slag. Lodewijk Asscher
brak onlangs een lans voor kankerpatiënten en ex-kanker-
patiënten. Dat vind ik erg goed, want ik snap tegelijkertijd dat
ondernemers huiverig zijn. Het is ook belangrijk dat we als
samenleving risico’s in arbeidsrechtelijke zin beperken.’
Ishetweleensmisgegaanbij jullie?Eenmismatch?
‘Nee, dat heb ik speciaal voor dit interview nagevraagd bij de HR-
manager. Eigenlijk is het nog nooit verkeerd afgelopen. Wel hebben
we eens meegemaakt dat er een hoge werkdruk op een afdeling
Over Hemmink BV
WinWin NR.9 DECEMBER 20158 9
Hoesluithetinitiatiefaanopdeveranderingeninzorg?
‘Op vele manieren. Het is ontschotting. We moeten ophouden met
hetideedatalleenprofessionelezorgverlenershulpmogenverlenen.
We moeten het samen met elkaar gaan regelen. Dit past helemaal bij
de participatiegedachte.’
Okay,brandlos.
‘Het is zó simpel! Laat ik een voorbeeld geven. Denk aan een 80-jarig
stel met hulpvragen. Zij wonen in een huis dat net iets te groot voor
ze is geworden. De huizenmarkt heeft immers lang op slot gezeten
en we willen met zijn allen graag dat mensen zo lang mogelijk thuis
blijven wonen. Dat stelt deze ouderen in toenemende mate voor
praktische problemen. Problemen die we niet allemaal vanuit de
professionele zorg kunnen oplossen zonder dat het onbetaalbaar
wordt. Daarom wordt de verantwoordelijkheid voor het regelen van
praktische zaken, waar het kan, bij burgers zelf belegd.
Voor sommige 80-jarigen is die zorgzame samenleving ver weg.
Hun kinderen wonen aan de andere kant van het land. Familie en
buren zijn drukke tweeverdieners. ThuisWoonService biedt een
oplossing. Via www.thuiswoonservice.nl kunnen deze mensen hun
hulpvragen invoeren. Het 80-jarige stel heeft misschien behoefte
aan iemand die het gras maait. Nou, stel je voor dat iemand met een
beperking dat kan doen. Misschien wel een Wajonger die niet meer
terechtkanopeensocialewerkplaats.Datistocheengoudenmatch?’
EenwethouderuitDeventerkreeghethalvelandoverzich
heentoenzein2013opperdeomlangdurigwerklozeninte
zettenvoorzorgtaken.Hoekijktudaartegenaan?
‘Margriet de Jager was dat. Haar fout was dat ze ook professionele
zorg betrok in haar visie. Dat werkt niet. Een niet-professionele hulp-
verlener een katheter laten aanleggen, dat kán niet. Dan krijg je de
WMO-raad en de Inspectie voor de Volksgezondheid over je heen.
Terecht.Bijonsgaathetzeernadrukkelijkominformelezorg.Watdat
is?Zorgwaarvoorjegeendiploma’snodighebt.Grasmaaien,PC-hulp,
winkelen, meerijden naar het ziekenhuis. Het kansrijke is dat er veel
mensen langdurig in de bijstand zitten. En er zijn zo veel mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij kunnen zich via de site
aanmelden als aanbieders. Lukt het om koppelingen tussen vraag en
aanbod tot stand te brengen, dan bloeit er wat moois op.’
Ishetgeenmarktverdringing?
‘Die kritiek krijgen we. Ik vind het onzin. Onze hulpvragers gaan
geen hovenier inhuren. Zij kunnen zich geen hondenuitlaatservice
veroorloven. Vergeet niet dat tachtig procent van de
WMO-gebruikers op het bestaansminimum leeft.’
Devoordelenvoorhulpvragerszijnevident,maarwatziterin
hetvatvoordeaanbiedersvanhulp?
‘Veel! Zij doen levenservaring op, leren van de hulpvragers.
Daarnaast bieden we ze scholing aan. Wij geven mensen eigen-
waarde én begeleiden deelnemers naar werk. We hebben coaches
die met ze evalueren. We hebben al zo’n veertig mensen aan betaald
werk geholpen. En enorm belangrijk: hun kinderen groeien anders
op. Hoeveel werkloosheid wordt binnen een gezin niet van generatie
op generatie overgedragen? Kinderen zien nu dat het anders kan.
Het meedoen van hun papa of mama verrijkt hun leven.’
Hoekomtdestichtingaanmiddelen?
‘Mijn man en ik hebben er geld in gestoken omdat we wat moois
willenachterlaten.Derestvandekostendekkenwedoorsponsoring.
We zijn een ANBI-stichting, dus giften zijn fiscaal aantrekkelijk.
Voor het bedrijfsleven heeft het nog twee voordelen. Door te
participeren in onze stichting scoor je punten op eisen rond maat-
schappelijk verantwoord ondernemerschap. Dat is van belang bij
aanbestedingen door de overheid. Bovendien is de participatiewet
sinds januari van kracht. Het bedrijfsleven heeft zich gecommitteerd
aandebelofteextrabanentescheppen.Nietelkbedrijfkandiebelof-
te zelf waarmaken, maar door ons te steunen lukt dat ineens wel.’
Watzijndeambities?
‘Ditmoeteenolievlekworden.Wehelpenhulpbehoevendenénon-
dertussenorganiserenweeendagbesteding,doorgroeinaareenbe-
taaldebaan,besparingenopzorgkostenenuitkeringen.Maarwezijn
nog“tenoordelijk”.Ikwilnietslieverdanditlandelijkuitbouwen.’
Sociaal ondernemen: steeds meer mensen vinden het volstrekt van-
zelfsprekend. Maar hoe doe je dat? Floor Wijburg van Yes We Care
helpt ondernemers om dit inzichtelijk te maken. Ze lanceerde een
licentiesysteem voor bedrijven. Niet alleen in Nederland, maar door
een partnership met een New Yorks bureau aan te gaan, biedt Yes
We Care ook licenties in Amerika aan. ‘Je gelooft het niet, maar zelfs
in Amerika hadden ze dit nog niet bedacht.’
Yes We Care. Hoe is het zo gekomen?
‘Mijn man en ik hadden een restaurant. Op een dag zeiden we tegen
elkaar: is dit het nu? Een zoektocht was het gevolg. Van hokken
schoonmaken in het asiel tot bestuurswerk bij vrijwilligersorgani-
saties. We hebben echt álles gedaan.’
Wat voor wereld trof je aan?
‘Wat ons vooral opviel was dat vrijwilligersorganisaties meer
moeten leren ondernemen, terwijl ondernemers juist socialer
kunnen denken. Maar aan beide kanten wíllen mensen wel graag.’
‘ZelfsinAmerika
haddenzeditnog
nietbedacht’
In haar ideale wereld worden bedrijven naast hun winst
ook beoordeeld op hun maatschappelijke betrokkenheid.
Floor Wijburg is medeoprichter van Yes We Care, een
organisatie die bedrijven helpt hun maatschappelijke
toegevoegde waarde in kaart te brengen. ‘Ze hebben
vaak geen idee wat het waard is wat ze doen.’ Floor Wijburg
FloorWijburgwerdin1979geboreninRotterdam,volgde
eenmarketingopleidingengingnaastdiverseandere
werkzaamheden,waaronderhetrunnenvaneen
restaurant,zichinzettenvoorgoededoelen.Samenmet
haarmanrichttezevijfjaargeledenYesWeCareop.
Wijburgisdirecteurvandezeorganisatie.Daarnaastisze
operationeeldirecteurvanmarketingbureauW&IGroup,
eenorganisatiediezeeveneensmethaarmanheeft
opgerichtenwaarinzijmethaarexpertisedetakvan
sociaal-economischeonderwerpenleidt.
DedirecteursfunctiediezebekleedtbijYesWeCareiseen
geheelvrijwillige,onbezoldigdefunctie.
...maakt sociaal
ondernemerschap
transparant
FloorWijburg
(YesWeCare)
Waarom is het zinvol om als organisatie een werkplek te creëren voor
iemand met een beperking? ‘Omdat het veel oplevert’, stelt Sjiera de
Vries, lector Sociale Innovatie en Verscheidenheid aan Windesheim.
1...omdatjij‘meedoen’kuntorganiseren
‘Een goede leider kan zijn of haar organisatie uitdagen om functie-
beschrijvingen slim te her-schikken. Denk vanuit de mens en organiseer
takenclusters die op maat zijn gesneden voor potentiële collega’s.
Jobcarving heet dat. Het vraagt om organisatietalent en leiderschap.
Medewerkers moeten anders durven kijken naar de inrichting van
werkprocessen.’
2...omdathetnuallukt
‘Bedrijven zijn aan zet. Sinds 1 januari dit jaar vervangt de Participatiewet
de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening
(WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning
jonggehandicapten (Wajong). Tussen nu en 2026 moeten 100.000 banen
beschikbaar komen.Uit een tussen-meting is gebleken dat er in 2014 al
9.224 extra banen zijn bijgekomen in de marktsector. Het bedrijfsleven ligt
op schema. Dat verbaast me niet, want het Nederlandse bedrijfsleven is
aantoonbaar goed in staat om werk succesvol en slim te organiseren.
Van alle ‘sociale innovaties’ is 77 procent succesvol.’
goederedenenomwerknemers
meteenbeperkingaantenemen7
3...omdathetenergiegeeft
‘Een Wajonger aannemen, of iemand anders met een afstand
tot de arbeids-markt, kost energie. Dat kan ik niet ontkennen.
Daar staat tegenover dat het ookenergieoplevert.Medewerkers
vindenhetgeweldigomiemandtehelpendie de organisatie
kleurt. Dat geeft energie. Zo ken ik een bedrijf waareenblinde
medewerksterisaangenomen.Terwijlzijwerkt,latencollega’shaar
blindengeleidehond uit. Na zo’n wandeling komen zij fris terug.’
4…omdathetgoodwilloplevert
‘Bedrijven die maatschappelijk bewust ondernemen, worden
hoger gewaardeerd door hun omgeving. En die goodwill is
concreter dan een schouderklopje. De overheid neemt in aan-
bestedingstrajectenalsbeoordelingscriteriummeeofbedrijven
hunmaatschappelijkeverantwoordelijkheidserieusnemen.’
5 …omdatdemenstekortkomingencompenseert
‘De mens is geweldig in staat om een zwakte om te zetten in
kracht. Een voetballer die klein is en niet kopsterk,kan de
beste aanvaller ter wereld worden omdat hij die tekortkoming
compenseert met snelheid en spelinzicht. Mensen die
slechtziend zijn, zijn aantoonbaar beter in staat om onderzoek
naar borstkanker te verrichten. Zij hebben een beter
ontwikkelde tastzin. Deze medewerkers verrijken een team.
Niet ondanks hun beperking, maar dankzij hun uitzonderlijke
vaardigheden op andere terreinen.’
6…omdaterhulpis
‘Ik wil de bevordering van participatie niet mooier maken dan
het is. Het is best moeilijk, het geeft gedoe en het zal niet vanzelf
gaan. Gelukkig is er volop hulp. Denk aan De Normaalste Zaak
(www.denormaalstezaak.nl), maar ook aan jobcoaches bij het
UWV. Zij kunnen wijzen op interessante subsidiemogelijkheden.’
7 …omdathetnetwerkenversterkt
‘Zeker in het MKB kan het scheppen van banen voor mensen met
een beperking lastig zijn. Hoe kleiner een bedrijf, hoe moeilijker
het wordt. De oplossing: doe het samen! Ga praten met
ondernemers die al succesvol zijn op dit terrein. Bovendien:
in netwerk-verband kun je wellicht een functie creëren.
Inclusief ondernemen versterkt op die manier een persoonlijk
en zakelijk netwerk.’
Meer weten? Stuur een mail naar sjiera.de.vries@windesheim.nl
11WinWin NR.9 DECEMBER 201510
Entoenbedachtenjullie…
‘Bedrijven zijn mini-samenlevingen. Het midden- en
kleinbedrijf is goed voor zestig procent van de werknemers
in Nederland. Bij deze groep valt voor goede doelen de
meeste winst te behalen. En juist deze bedrijven worstelen
met het professionaliseren van hun relatie met die goede
doelen. Shell heeft daar een afdeling en een manager voor,
maar een lokale ondernemer doet alles zelf. Dus ligt het
voor de hand om dáár naar oplossingen te zoeken. Wat als
bedrijven en vrijwilligersorganisaties elkaar nu eens
zouden helpen op dit vlak, zou dat niet prachtig zijn?
Om dat te bereiken hebben we Yes We Care opgericht.’
Maar veel bedrijven doen toch al wat?
‘Ja, maar er is geen duidelijk beeld van wat er precies
gebeurt, om hoeveel tijd en geld het gaat en wat de
inspanningen opleveren. De goede doelen staan meestal
alleen op de balans in de vorm van sponsoring, maar er
gebeurt zoveel meer. Vaak zie je dat òf de directeur een
goed doel heeft waar hij persoonlijk erg bij betrokken is
maar zijn medewerkers niet òf dat er allerlei losse projecten
van medewerkers zijn, waar de directeur weer niet genoeg
vanaf weet.’
Enwatisjullieoplossing?
‘Het is de kunst om de investering van de organisatie en de
opbrengsten in kaart te brengen en op een goede manier te
delen met de medewerkers en de klanten. Bedrijven die
goede doelen steunen, kunnen vanaf augustus dit jaar een
licentie van ons kopen. Vanaf dat moment worden ze door
ons ondersteund. Een recentelijk voorbeeld: bij een
Rotterdams advocatenbureau wordt al jaren van alles
gedaan. Van het pro deo verdedigen van mensen met
weinig geld tot sponsoring en fondsenwerving via diners.
Yes We Care moet het definitieve getal nog vaststellen,
maar al die activiteiten samen, inclusief de uren die erin
werden gestoken, lijken een bedrag met zes cijfers op te
gaan leveren. Toen we daar voor het eerst over begonnen,
vielen ze wel van hun stoel. Intern geeft zo’n overzicht een
enorme prikkel. Op die manier helpen wij organisaties van
leuke dingen doen naar duurzame inspanningen voor
goede doelen. En onze licentie maakt hun klanten duidelijk
dat het om serieuze inspanningen gaat.’
Nog een leuk voorbeeld?
‘Onze samenwerking met voetbalclub Excelsior is erg leuk.
Hun sponsor geeft de ruimte die hij gekocht heeft op de
T-shirts aan ons en zet zijn eigen naam er klein boven.
Mensen zien dat en vragen zich hardop af wat Yes We Care
is. Nu, na drie jaar merken we dat de business club zich zeer
bewust is van de maatschappelijke betrokkenheid en dat
supporters ons opzoeken voor vrijwilligerswerk. En de club
promoveerde en handhaafde zich in de eredivisie hè? Zo zie
je maar. Haha. Maar serieus: maatschappelijke
betrokkenheid komt daar echt tot bloei’
Maar iedereen is toch aan het individualiseren?
‘De nieuwe generatie medewerkers is juist zeer betrokken
bij de samenleving, maar wil niet als groep aangesproken
worden. Mensen willen zelf bepalen hoe en wanneer ze
iets goeds doen. Dát is individualisme. Niets mis mee.’
Jehebteigenlijktweefulltimebanen,hoehoudjedatvol?
‘Door goed te plannen en voor de lange termijn te gaan:
de dingen waar ik als ik tachtig ben graag op terug wil
kijken. Het is hard werken, dat is waar. Maar dat komt ook
doordat ik van een zekere luxe houd: een fijn huis, mooie
kleren. Ik heb veel respect voor mensen die in
vluchtelingenkampen werken, maar zo zit ik niet in elkaar.
Daar ben ik heel eerlijk in. Daarom hebben mijn man en ik
eerst een marketingbureau opgericht om van te leven.
Daarna kwam Yes We Care, waar het nooit om harde
winst mag gaan draaien. Ja, om vijf uur opstaan en tot
middernacht doorgaan is wel eens doorbijten, maar het
hogere doel maakt het ‘t allemaal waard.’
Hoe ziet de ideale wereld van Floor Wijburg er uit?
‘Dat bedrijven worden beoordeeld op de winst die ze
maken én de sociale bijdrage die ze leveren aan de
samenleving en dat dat volstrekt vanzelfsprekend is.’
‘Dedingenwaar
ikalsiktachtig
bengraagop
terugwilkijken’
Kunjesamenwerkingmeten?
Wie heeft het de afgelopen crisisjaren niet gehoord: alles moet efficiënter
en effectiever. Dat geldt ook voor samenwerking. Monique Mensen is
senior onderzoeker en docent Verpleegkunde bij Windesheim.
Zij onderzoekt of er samenwerkingsthermometers te ontwikkelen zijn
waarmee zorg- en welzijnprofessionals de kwaliteit van samenwerking in
diverse zorg-netwerken kunnen meten en verbeteren. Dit doet zij samen
met mantelzorgers, vrijwilligers en zorgprofessionals zoals huisartsen,
maatschappelijk werkers, politie, wmo-consulenten, sociaal werkers en
wijkverpleegkundigen. De instrumenten die Monique ontwikkelt moeten
samenwerkings-verbanden zoals sociale wijkteams versterken.
Naast senior onderzoeker en docent ben je bij Windesheim projectleider ‘Professioneel samenwerken
in de wijk’. Met alle ontwikkelingen die op wijkteams afkomen, kies jij voor de ontwikkeling van een
thermometer. Waarom?
‘In het najaar van 2013 ben ik samen met diverse andere onderzoekers van Windesheim in gesprek gegaan met
professionals in de wijk. Wij wilden weten wat de gevolgen zijn van de decentralisatie van de zorg. We vroegen:
waarmee kunnen wij helpen? Uit de reacties maakten we op dat er grote onzekerheid heerste over hun eigen rol,
positie en optreden in nieuwe samenwerkingsverbanden. Ze vroegen zich af hoe ze zelf de kwaliteit van de
samenwerking kunnen bepalen. Er speelden vragen als “Waaraan kan ik zien of de samenwerking goed is? Wat kan
ik doen als een samenwerking niet lekker loopt?”. Goede samenwerking draagt immers bij aan een wij-gevoel,
goede taakuitvoering en hogere cliënttevredenheid. Ook vonden ze dat er nadrukkelijker geïnvesteerd moest
worden in de samenwerking met vrijwilligers en mantelzorgers. Waar moet je als professional dan op letten?
We hebben toen besloten om twee samenwerkingsthermometers met en voor ze te ontwikkelen.’
Twee?
‘Eigenlijk twee soorten. Het ene type thermometer is te gebruiken om de samenwerking in een samenwerkings-
verband te monitoren en het andere type is een soort reflectie-instrument waarmee de kwaliteit van de
samenwerking met vrijwilligers en mantelzorgers in kaart kan worden gebracht. We zijn inmiddels zo ver dat we
de eerste concept-thermometers in de praktijk testen. Dat doen we binnen vijf totaal uiteenlopende netwerken in
Groningen, Zwolle, Meppel en Dalfsen. De eerste reacties zijn positief en bieden handvatten om de samenwerking
te versterken. Ons project wordt financieel gesteund door Regieorgaan SIA.’
Jullie hebben bevorderende en belemmerende factoren voor de samenwerking in kaart gebracht.
Kun je zulke factoren noemen?
‘Cruciaal zijn factoren die te maken hebben met teamprocessen zoals vertrouwen en de mogelijkheid om
regelmatig contact met elkaar te hebben. Het helpt als je een ander met je mee laat kijken. De samenwerking
wordt sterker wanneer professionals ervaren dat ze elkaar nodig hebben om goede hulp en diensterlening te
bieden. Een andere factor is dat partijen in januari 2015 direct aan de slag zijn gegaan om cliënten te helpen en
dat nu de behoefte aan een gedeelde visie urgent wordt. Ook de “schurende beroepsethiek” is een dilemma.
Verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en toegepaste gerontologen, bijvoorbeeld, leggen protocollen over
het delen van informatie op verschillende wijze uit. Tenslotte is het een dilemma wat je kunt vragen van vrijwilligers.
Waar is professionele hulp nodig en waar juist niet? Ons project wil met de ontwikkeling van de thermometers het
precaire samenspel in samenwerkingsverbanden zoals sociale wijkteams, goed op elkaar afstemmen.
Samenwerken gaat immers niet vanzelf en vraagt ook regelmatig om onderhoud.’
1.
2.
3.
DRIE
VRAGEN
AAN
Monique Mensen
Meer weten of belangstelling voor de samenwerkingsthermometers? Stuur een mail naar mwm.mensen@windesheim.nl
WinWin NR.9 DECEMBER 201512 13
Van de arbeids-
gehandicapten in
Nederland werkt
5,2% in de bouw
door: stefan klein koerkamp
beeld: GettY imaGes
Senior onderzoeker Judith van Helvert
van Windesheim bezoekt Jelle Weever van
Weever BV in Kampen, een familiebedrijf
dat actief is in de bouw- en sloopbranche.
Een vraaggesprek over reputatieschade,
de risico’s van de participatiesamenleving
en MVO als crashdieet. ‘Knap, maar met
alleen een kunstje blijf je niet slank.’
LEES VERDER OP
PAGINA 16
‘Verantwoord ondernemen
moetgeenjojozijn’
LEES VERDER OP
PAGINA 16
WinWin NR.9 DECEMBER 201514 15
JudithvanHelvert
Judith van Helvert is senior
onderzoeker bij het
Windesheim Landelijk
Expertisecentrum Familie-
bedrijven. Zij doet onderzoek
naar het gebruik van een
Raad van Advies binnen
familiebedrijven.
Binnen afzienbare tijd
promoveert Van Helvert op
dit onderwerp aan de
Jönköping International
Business School in Zweden.
Van Helvert: Was het meteen duidelijk
dat jij, als vierde generatie Weever, in het
bedrijf terecht zou komen?
Weever: ‘Nee, helemaal niet. Natuurlijk, mijn
ouders doen het samen en ook mijn broer is ver-
antwoordelijk voor een tak van het bedrijf.
Maar ik heb de ruimte gekregen om mezelf te
ontwikkelen buiten het bedrijf, om eigen keuzes
te maken. Toen ik in 2011 toch besloot om in het
bouwbedrijf te stappen, hebben we na verschil-
lende gesprekken besloten ons te gaan richten
op de zogenaamde business to business-sector.
Daar ligt míjn hart; veel in het voortraject mee-
praten, relaties opbouwen en netwerken onder-
houden. En ik kan het samen met mijn broer
doen. Ik zag aan mijn vader dat het best een
eenzaam bestaan kan zijn, dat ondernemen.
Dat wilde ik niet. Nu vullen we elkaar mooi aan,
ook qua karakter.’
Dit bedrijf is opgericht door de oom van je
opa en is al vier generaties in de familie.
Hoe voelt dat?
‘Natuurlijk ben ik trots op wat zij bereikt
hebben, op de naam die zij gevestigd hebben.
Maar wij willen het op onze manier doen.
Met dezelfde waarden en normen als mijn
vader en opa, dat wel. Maar die dragen mijn
broer en ik als vanzelf uit.’
Duid die waarden eens voor me.
‘Wij willen oprecht en eerlijk zaken doen. Daar-
naast zijn maatschappelijke betrokkenheid en
een actief personeelsbeleid van vitaal belang.
Ons personeel is ons goud. Dat zie je terug in
de lange dienstverbanden - we hebben een be-
drijfsleider die op zijn twaalfde voor mijn opa
kwam werken. Daar investeren we ook in. In de
crisis hebben wij bijvoorbeeld werknemers met
financiële problemen geholpen door met onze
boekhouder financiële plannen voor ze te ma-
ken; we stellen alles in het werk om loonbesla-
gen te voorkomen. Ook sturen we laaggeletter-
de medewerkers op cursus. Sowieso willen we
voldoende groeimogelijkheden bieden.’
Heb jij daar een hand in gehad?
‘Nee, dat deden mijn ouders al. Waar we wel in
verschillen is onze manier van leidinggeven.
Mijn vader is iets autoritairder, mijn broer en ik
proberen wat meer tussen de mensen te staan;
een logisch gevolg van het veranderde tijds-
beeld volgens mij. Zo hadden we gisteren een
ploeg die tot na middernacht druk was met het
storten van een betonvloer. Dan rijd ik er om
elf uur nog heen, even horen hoe het gaat. Ik
wil niet dat zij denken: de baas ligt lekker op
de bank terwijl ik het geld verdien. Nee, wij
willen saamhorigheid kweken.’
Welke activiteiten ontplooien jullie op het
gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen (MVO)?
‘Naast ons personeelsbeleid steunen we (sport-)
verenigingen, activiteiten en goede doelen in de
stad. Wij hebben een binding met Kampen, het
gros van onze vijftig mensen komt er vandaan.
Wij bestaan dankzij deze stad, daar doen we
graag wat voor terug. En dat is niet iets dat we
bedacht hebben, dat doen we al jaren zo. Waar-
om zou ik dat veranderen?’
Is een dergelijke bedrijfscultuur inherent aan
een familiebedrijf?
‘Weet ik niet. Het zit in ons karakter en wij zul-
len er altijd naar streven om dit onderdeel van
onze bedrijfscultuur te behouden. Het is geen
trucje, geen holle frase voor in een bidbook of
een aanbesteding. Klanten voelen dat wel,
ondanks dat we er niet zo mee te koop lopen.’
Dat is wel vaak een spanningsveld bij fami-
liebedrijven: die bescheidenheid. Op jullie
website zie ik die MVO-activiteiten gelukkig
wel deels terug.
‘Tja, het moet wel. Zeker in de bouwwereld
werken we veel met eenmalige klanten, steeds
weer moeten we nieuwe klanten aan ons
binden. Dan moeten we online tonen wat we
doen, wat we kunnen, wat we in huis hebben.
En klanten vragen daarbij ook specifiek naar
het MVO-beleid.’
Wat vindt je vader daarvan?
‘Nergens voor nodig, die borstklopperij, zegt
hij dan: hij is heel down to earth. Je werk goed
doen, dan komt de rest vanzelf. We moeten ons
niet teveel gaan verbeelden, zegt-ie altijd.
Daar heeft hij gelijk in.’
Toch zie ik dat jullie veel nevenactiviteiten
ontplooien. Je vader was politiek actief, jij
zit ook in verschillende besturen en denkt
sinds kort mee in de SER Overijssel. Is dat
onderdeel van jullie MVO-beleid?
‘Niet zozeer beleid. Het is onze overtuiging dat
we allemaal een maatschappelijke invulling
aan ons leven dienen te geven. Nederland zou
gebaat zijn bij meer ondernemers in de politiek
en andere maatschappelijke functies. Maar er
kleeft altijd een afbreukrisico aan. Dat maakt
ondernemers denk ik wat terughoudend; daar-
om houd ik me ook ver van de politiek. Terwijl
me dat hartstikke leuk lijkt.’
Omdat jouw naam hier op de gevel staat.
‘Precies. Wij kiezen er ook in toenemende mate
voor om op de site en in sociale media zoveel
‘	Ons personeel
	is ons goud’
‘Wij bestaan dankzij
Kampen, daar doen we
graag wat voor terug’
mogelijk de medewerkers centraal te stellen.
Zij zijn ons kapitaal, waarom niet ook ons
gezicht? Dat proberen we te tonen. Maar op
een oprechte manier, niet gemaakt.’
Anders wordt het een trucje?
‘Precies.’
Zit daar niet nog wat tussenin?
‘Nee, wat mij betreft niet. Je hebt MVO-beleid
enerzijds, dan maak je afspraken over wat je
gaat doen en met welk doel. Of het zit inge-
bakken in je cultuur, omdat het intrinsiek van-
uit jezelf komt. In dat laatste geloven wij.’
Wel grappig dat je dat zegt. Uit een recente
Italiaanse studie is gebleken dat familiebe-
drijven een grotere variëteit aan MVO-acti-
viteiten ontplooien dan niet-familiebedrij-
ven. Daarnaast richten ze die activiteiten
niet alleen anders in, maar ook totaal wars
van richtlijnen. Vanuit het hart.
‘Als ik daar op mag inhaken: een tijd terug wil-
de een bedrijf ons een ISO-certificering verko-
pen voor onze MVO-activiteiten. Staat goed op
je website, zeiden ze. We kwamen heel snel tot
een unanieme conclusie: niets voor ons. Alsof
zo’n certificering het verschil maakt! Vergelijk
het met afvallen. Als ik kilo’s kwijt wil, kan ik
een crashdieeet volgen en keihard gaan spor-
ten. Dan val ik af. Knap, maar met alleen dat
kunstje blijf ik niet slank. Ik moet regelmatig
sporten, gezond eten; mijn levensstijl moet
sportief zijn om op gewicht blijven. Dát is de-
zelfde intrinsieke motivatie. Wij zijn geen jojo.’
Hangt dat samen met grootte en professio-
naliteit? Als relatief klein bedrijf is dat na-
tuurlijk makkelijker.
‘Ja, dat klopt wel. Wij willen zo min mogelijk
muurtjes en bruggetjes. Zit er een manage-
mentlaag tussen – of twee, dan wordt het al
moeilijker om te zorgen dat iedereen binnen
die filosofie past. Voor je het weet ben je richt-
lijnen, statuten en procedures aan het schrij-
ven. Dan wordt het iets bedachts, is het geen
cultuur meer.’
Nou komt Nederland net uit de crisis.
In tijden dat het financieel lastig is: hoe
sterk is die cultuur dan nog?
‘Die blijft. Hebben wij het goed, dan hebben
anderen het ook goed. Maar hebben wij het
minder, dan moeten we wel selectiever wor-
den. Dan kan niet elke medewerker dat jaar op
cursus, dan krijgt een sportvereniging een jaar
wat minder. Moeilijk, maar wat niet in de por-
temonnee zit kan er ook niet uit.’
En hoe sta je tegenover opgelegde maatrege-
len vanuit de overheid, zoals de participatie-
maatschappij? Er wordt gesproken over quota
voor bedrijven om mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
‘Da’s heel nobel, maar de overheid moet van
een maatschappelijk probleem geen onderne-
mersprobleem maken. Gedwongen nering is
nooit goed, heb ik altijd geleerd. Als mensen
willen werken kunnen ze aan de slag, daar ben
ik heilig van overtuigd. Zolang de juiste prik-
kels maar aanwezig zijn. We hebben een mede-
werker die in het verleden een Wajong-uitke-
ring ontving, maar hij kwam bij ons met de
boodschap: “ik wil gewoon werken, ik mankeer
niets”. Dan krijgt hij een kans en die heeft hij
gegrepen. Hij heeft nu een vaste baan – omdat
hij wíl werken. In onze sector is het niet een-
voudig om Wajongers of mensen met een grote
afstand tot de arbeidsmarkt te integreren, in
veel gevallen zijn ze niet geschikt omdat een
bouwplaats te weinig repeterend werk heeft.
Dergelijke intreders hebben constant begelei-
ders nodig en dat kan niet altijd. En wij hebben
de verantwoordelijkheid een gezond bedrijf
neer te zetten; we moeten wel geld verdienen
om MVO te kunnen zijn. De overheid heeft in
het verleden veel te makkelijk stempels gezet
op iedereen, dat probleem proberen ze nu af te
wentelen op de ondernemers. Dat kan niet.’
Je moet misschien toch de politiek in gaan.
‘Ja, hè? Het lijkt me echt heel leuk, maar voor-
lopig nog maar even niet.’
Jelle Weever
Sinds 2012 is Jelle Weever (29)
directeur van Weever Bouw
enSloopinKampen.Samen
metzijnbroerBartrunthijhet
familiebedrijf.JelleWeeveris
verantwoordelijk voor de
bouwtak van het bedrijf,
zijn broer Bart runt het
sloopbedrijf. Daarnaast zit
Jelle Weever in het bestuur
van SER Overijssel en MKB
Regio Zwolle.
‘	De overheid heeft in het
	verleden veel te makkelijk
	stempels gezet op iedereen,
	dat probleem proberen
	ze nu af te wentelen op de
	ondernemers. Dat kan niet.’
WinWin nr.9 december 201516 17
inwendige insulinepomp ontwikkeld. Hier is
wereldwijd slechts één type van en deze is verou-
derd. Doorontwikkeling is daarom noodzakelijk.
Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de software
van de implementeerbare elektronica, maar
bijvoorbeeld ook naar de gebruikersinterface
en beveiliging. Dit luistert nauw, want verkeerd
gebruik van een insulinepomp kan tot grote
gezondheidsschade leiden.
PARTNERS: IPADIC, TechForFuture en Centre of
Expertise HTSM Oost
DUUR VAN HET ONDERZOEK: 21 maanden
MEER WETEN? Dr. ir. Henri ter Hofte,
associate lector ICT-innovaties in de Zorg
(h.ter.hofte@windesheim.nl)
Ketenfinanciering in de logistiek
WAT ONDERZOEKEN WE? De mogelijkheden
voor logistiek dienstverleners om als financieel
ketenregisseur te fungeren.
BELANGRIJK WANT: Het aanbieden van financiële
diensten door logistieke dienstverleners biedt
grote commerciële kansen. Zij zijn zich hier echter
nog onvoldoende van bewust. Dit onderzoek
brengt de potentie van logistieke dienstverle-
ners als aanbieders van financiële diensten aan
ketenpartners in kaart. Bij de deelnemende be-
drijven wordt onderzocht wat kansrijke financiële
diensten zijn, wat de voorwaarden, obstakels en
succesfactoren zijn voor implementatie van een
financiële dienst en hoe een succesvolle business
case eruit ziet. Uiteindelijk levert het onderzoek
een set van tools op die logistieke dienstverleners
concrete handvatten biedt voor het vinden van
geschikte financiële diensten om aan te bieden,
voor het berekenen van het (markt)potentieelvan
dezedienstenenvoorhettoepassen hiervan.
PARTNERS: Supply Chain Finance Community,
Inchainge BV, University of St. Gallen, Fraunhofer
IML, Politecnico di Milano, University of Warwick
en (inter)nationale logistieke dienstverleners
DUUR VAN HET ONDERZOEK: 32 maanden
MEER WETEN?Drs.MichielSteeman,lectorSupply
Chain Finance (ma.steeman@windesheim.nl)
De uitkomst van handelsmissies
WAT ONDERZOEKEN WE? Een verklaring voor
de invloed van de kenmerken van ondernemers en
bedrijven op de resultaten van handelsmissies.
BELANGRIJK WANT: In een globaliserende wereld
zijn handelsmissies een belangrijk instrument
voor het stimuleren van bilaterale handel tussen
landen en het ondersteunen van het internationa-
liseringsproces van bedrijven. Tot nu toe heeft
onderzoek niet geleid tot een goede verklaring
voor de effectiviteit en de uitkomsten van
handelsmissies. Beter inzicht in het fenomeen
handelsmissies en invloed die de verschillende
deelnemers op het resultaat hebben, kan zowel
overheden als het bedrijfsleven helpen bij het
verbe-teren van hun internationale prestaties.
DUUR VAN HET ONDERZOEK: 4 jaar
MEER WETEN? Rob Bartman MSc MBA, senior
onderzoeker lectoraat International business
(r.bartman@windesheim.nl)
Boeren bedrijfsopvolging
WAT ONDERZOEKEN WE? Het proces van
bedrijfsopvolging binnen agrarische bedrijven.
Hoe kan het opvolgingsproces zodanig worden
vormgegeven, dat de belangen van familieleden
(het individu), van de familie én van het bedrijf in
balans kunnen worden gebracht?
BELANGRIJK WANT: Schaalvergroting en
veranderingen in de samenleving maken het
opvolgingsproces in agrarische bedrijven
complexer. Zaken moeten financieel en juridisch
goed worden geregeld, maar ook moet het goede
gesprek tot stand komen tussen de huidige eige-
naren, die het bedrijf overdragen, hun opvolgers
en broers en zussen die niet in het bedrijf (blijven)
werken. Beslissingen over de toekomst van het
bedrijf - bijvoorbeeld over bedrijfsopvolging -
worden vaak genomen aan de keukentafel. Door
de toenemende complexiteit van bedrijfsvoering
en door maatschappelijke ontwikkelingen neemt
de behoefte aan advies en ondersteuning bij
bedrijfsopvolgingsvraagstukken bij agrarische
mkb-familiebedrijven toe.
PARTNERS: Agrarische Hogeschool Dronten
(kenniscentrum Agrofoods en ondernemen),
NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt),
LTO-Noord en 15 agrarische bedrijfsfamilies
DUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 jaar
MEER WETEN? Jelle Bouma, Landelijk
Expertisecentrum Familiebedrijven
(jelle.bouma@windesheim.nl)
I.O.IN ONDERZOEK
Opdrachten verstrekt aan Windesheim
Ondernemen zonder grenzen
WAT ONDERZOEKEN WE? In welke mate star-
tende social entrepreneurs baat hebben bij een
programma dat hen ondersteunt om voet aan de
grond te krijgen in ontwikkelingslanden.
BELANGRIJK WANT: Het programma Ondernemen
Zonder Grenzen van Crosswise Works stimuleert
sociaal ondernemers te ondernemen in
ontwikkelingslanden, onder andere met een leer-
traject en een businessplan-competitie.
Het onderzoekt biedt inzicht in hoeverre het pro-
gramma de ondernemers letterlijk en figuurlijk ver-
der brengt. Ook geeft het onderzoek inzicht in wat
het effect van de ondernemingen is op de mensen
in de ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld doordat de
bedrijven werkgelegenheid hebben gecreëerd bij
de lokale bevolking (als een product daar geprodu-
ceerd wordt) of doordat de ondernemersactivitei-
ten het welzijn van de bevolking hebben vergroot.
PARTNER: Stichting Crosswise Works
DUUR VAN HET ONDERZOEK: 6 maanden
MEER WETEN? Dr. Huub Ruël, lector International
Business (hjm.ruel@windesheim.nl)
Inwendige insulinepomp 2.0
WAT ONDERZOEKEN WE? De verdere ontwikke-
ling van een inwendige insulinepomp voor diabe-
tespatiënten.
BELANGRIJK WANT: Voor ongeveer 400.000
diabetespatiënten wereldwijd geldt niet alleen dat
hun lichaam geen insuline aanmaakt, maar ook
dat hun lichaam slecht reageert op de gebruikelijke
manier van insulinetoediening via injecties of een
uitwendige pomp. Voor die groep patiënten is een
WinWin NR.9 DECEMBER 201518 19
door: bart de haan
beeld: stefan klein koerkamp
20
01.00 PM LUNCH+
STELLING 1:
De participatiemaatschappij is vooral een kille
bezuiniging
LinekeVerkooijen: ‘Ik vind participatiemaatschappij een las-
tig woord. Bij de verzorgingsstaat voelde de staat zich verant-
woordelijk voor het welzijn van al haar burgers. Zou je partici-
patiestaat op dezelfde manier gebruiken, dan is het net alsof de
staat zich verantwoordelijk voelt voor de participatie van elke
burger. Volgens mij is dat wat ze juist niet bedoelen. Wat ze doen
ishunverantwoordelijkheideenstukmindergrootmaken–indie
zin is er sprake van een bezuiniging en een terugtredende over-
heid – maar wel met een waarborg voor het kunnen participeren.
Maar burgers zullen het zelf moeten doen. In die opvatting hoef
je het zeker niet te zien als een kille bezuiniging.’
FreekBrouwer: ‘Als wethouder ben ik geneigd direct “ja” te
zeggen. De gemeente Urk is bijvoorbeeld op het gebied van de
WMO het meest gekort van alle gemeenten. Maar aan de andere
kant: het kon zo niet doorgaan, die snelheid waarmee de zorg
al het geld opslokte. Dus kil gaat inderdaad te ver, maar we
moeten te snel. Daardoor voert de bezuinigingsoperatie nu de
boventoon. Terwijl het eigenlijk over de veranderingen moet
gaan en hoe we die goed gaan aanpakken. Het voelt alsof we
iets nieuws moeten opbouwen, maar het ook meteen weer
moeten afbouwen. En daar word ik soms best verdrietig van.’
SimonevanRuth: ‘Ik deel die zorg. Er kan zeker bezuinigd
worden – de overheid is soms te ver gegaan in het zorgen.
Dus ja: iedereen moet meedoen. Laat de mensen die dat goed
kunnen ook gewoon met rust. Geen betutteling. Maar zorg wel
voor een vangnet voor mensen die dat niet kunnen. Dát borgen is
belangrijk.Jemoetbezuinigen,prima,maarhetgaatomgerichte
keuzes met het overgebleven geld. Kijken we dan voldoende
naar de meest kwetsbaren? Dat is een zorgpunt voor mij.’
Freek: ‘Ik denk niet dat er burgers in de knel raken. Gemeenten
houden uiteindelijk hun zorgplicht. Het wordt anders ingedeeld,
maar dat hoeft volgens mij niet ten koste te gaan van de zorg.’
Simone: ‘Wij zien wel dat de afstand tussen mensen die mee
kunnen doen en de mensen die niet mee kunnen doen steeds
groter wordt. Vroeger had je arm versus rijk, nu zie je meedoen
versus niet-meedoen. Zeker omdat er steeds meer een beroep
wordt gedaan op zelfredzaamheid en op samenredzaamheid.
Dat vraagt veel van de groep mensen die bijvoorbeeld niet
meer in aanmerking komt voor dagbesteding of andere voor-
zieningendiedoordegemeentenenbijvoorbeelddeGGZwerden
aangeboden. Deze mensen worden geacht dat zelf op te vangen.
Sommigen kunnen dat, anderen niet. Deze mensen lopen straks
de kans thuis te blijven zitten en geïsoleerd te raken.
Wij accepteren - is mijn angst - als samenleving dat er een steeds
grotere groep op deze manier aan de zijlijn komt te staan. Daar
sluiten we onze ogen te makkelijk voor.’
Lineke: ‘In aanvulling daarop zou ik willen pleiten voor de ac-
ceptatie van onredzaamheid. De participatiesamenleving gaat
namelijk uit van de gedachte dat iedereen zelfredzaam zou zijn.
In plaats daarvan moeten we accepteren dat niet iedereen dat
is. Die ruimte moet er ook zijn.’
LEES VERDER OP
PAGINA 22
Watkunjewelaandemaatschappijoverlatenenwatniet?Wanneerkunnenmensen
welvoorzichzelfenanderenzorgenenwanneerniet?Belangrijkevrageninde flink
veranderendezorgsector.UrkerwethouderFreekBrouwer,zorgbestuurderSimone van
RuthenWindesheim-lectorLinekeVerkooijenprateninAlmereoverdeterugtrekkende
overheid,denoodzaaktotbezuinigenenderolvanhetbedrijfsleven.‘We moetenons
realiserendatwepasachtmaandenbezig zijn–ditprocesgaatnog jarenduren.’
GESPREK
MET KARAKTER
21
daar ben ik van overtuigd. Maar zelfs professionals
kun je niet alles vragen. Specialisten blijven nodig.’
Lineke: ‘Precies. En mantelzorgers doen al zo veel!
Als ze het niet meer redden, doen ze een beroep
op de professionals. Dat is altijd zo geweest en
dat zal ook zo blijven.’
Simone:‘Wemoetenjuistoppassendatwemantel-
zorgers niet overvragen waardoor ze overbelast
raken, met alle gevolgen van dien. Ik zie wel een
beweging dat de zorg meer verschuift naar het
informele circuit, dat er meer vrijwilligers ingezet
worden. Dat vind ik mooi.’
Freek: ‘Op Urk hebben we een club van zeshonderd
vrijwilligers onder de vlag van Caritas. Daarmee
kunnen we alle kanten op, cliënten en vrijwilligers
weten elkaar ook goed te vinden. Maar bepaalde
zaken, zoals bijvoorbeeld de keukentafelge-
sprekken, hebben we juist bij objectieve pro-
fessionals belegd.‘
Simone: ‘Het kan elkaar heel goed versterken.
Maak een gezamenlijk plan, bekijk wie welke rol
daarin kan vervullen – vrijwilliger, mantelzorger
én professional. Zo lang de cliënt maar de regis-
seur blijft, dat is voor mij altijd het vertrekpunt.’
Lineke: ‘Het is voor veel mensen een drempel om
mensen in hun netwerk om hulp te vragen terwijl
uit onderzoeken blijkt: als mensen gevraagd
worden, helpen ze graag.’
Simone: ‘Vaak zeggen mensen: laat maar weten
als ik iets kan doen. Als je dan als burger een heel
gerichte vraag hebt, bijvoorbeeld: “Kun je mij elke
dinsdag naar de zorgboerderij brengen,” dan
wordt dat heel vaak positief ontvangen. Het is een
overzichtelijke, gerichte vraag. Mensen zijn dan
blij dat ze kunnen helpen.’
Freek: ‘Zeker wanneer het een naaste is, wanneer
je affiniteit hebt met die persoon. Als de voetbal-
vereniging mij vraagt om een team te trainen, zal
ik twijfelen. Voetbalt mijn zoontje in dat team,
dan doe ik dat gewoon. Zo werkt het.’
STELLING 3:
Kleine gemeenten kunnen beter omgaan
met de decentralisaties in het sociale
domein. Naar elkaar omkijken is daar al
eeuwen heel gewoon!
Simone: ‘Niet per definitie.’
Lineke: ‘Eens met Simone. Ik kom zelf uit een klein
dorpje en het wordt in mijn ogen nogal geromanti-
seerd. Alsof daar niet ook gewoon mensen wonen,
met al hun nukken. Het is niet te bewijzen dat het
beter of slechter werkt in een kleine gemeenschap.’
Freek: ‘Deopdrachtomtegelijkertijdteveranderen
en te bezuinigen, was bij nader inzien misschien
nietzoslim.Bouweennieuwzorgstelselénbespaar
daarmee twintig procent. Ik had dat liever volgtij-
delijk aangepakt: eerst de zorg opnieuw inrichten
en vervolgens van daaruit kijken waar het zuiniger
en slimmer kan.’
Simone: ‘Maar het is ook de economische realiteit
om tot scherpere keuzes te komen. We moeten ons
realiseren dat we pas acht maanden bezig zijn –
dit proces gaat nog jaren duren. Ik merk nu dat ie-
dereen op adem aan het komen is; langzamerhand
begint het stof wat neer te dalen. Ik denk dat we
nog wel vier of vijf jaar verder zijn, willen we écht
de contouren zien. Maar ik ben wel hoopvol. Er
ontstaat steeds meer waardering tussen gemeen-
tes en zorgprofessionals, merk ik. We hebben el-
kaar nodig en dat gaan we steeds meer inzien. De
dynamiek dwingt, ondanks de donkere wolk van
de bezuiniging, tot creativiteit.’
STELLING 2:
Mantelzorgers in plaats van professionals
lossen alle problemen op in de zorg
Freek: ‘Ik val over het woord alle. Mantelzorgers
en ook vrijwilligers kunnen veel dingen oppakken,
Simone: ‘Op dit moment worden we door veel
gemeenten ingekocht op basis van inzet in uren
f fte’s, met de bijbehorende verantwoording.
We zijn met gemeenten wel op zoek naar meer
“output-indicatoren”,maardatisnogbesteenklus.’
Lineke: ‘Wat zijn dan de prestatie-indicatoren?
Dat is moeilijk te bepalen.’
Simone: ‘De eigenheid van cliënten is zeer bepa-
lend voor het uiteindelijke resultaat. Het is niet zo
simpel als: we stoppen er X in, dus komt er Y uit.’
Freek: ‘Wij controleren niet op persoonsniveau.
Dat kunnen we niet en willen we niet. Wij onder-
zoeken de klanttevredenheid en hebben een hel-
dere en toegankelijke klachtenprocedure.
Ook hebben we een onafhankelijke sociaal regis-
seur aangesteld om het grote geheel in de gaten
te houden. Verder vertrouwen we op de expertise
in de teams.’
Simone: ‘Dat klinkt goed. Het is belangrijk om de
passie en kunde van die mensen te benutten. Laten
we ze de ruimte geven. Dat was ook de insteek,
maar het kan nog wel wat beter.’
Lineke: ‘Ik kies voor de wensen van de burgers als
vertrekpunt, uiteraard binnen wettelijke kaders.
Dat ondersteunt de eigen regie en zeggenschap
en leidt tot zorg op maat. Dáár moeten we dan in
het kader van controle prestatie-indicatoren bij
zoeken. Klanttevredenheid en ontevredenheid
zeggen eigenlijk weinig over de prestaties. Mensen
kunnen al gauw tevreden zijn, omdat iemand
aardig is. Maar wat is dan de prestatie?’
Freek: ‘Ik kan alleen voor Urk spreken. We zijn klein
enhecht,meteenbloeiendverenigingsleven,sterke
kerken en dus zo’n zeshonderd vrijwilligers. Daar
komt onze eilandmentaliteit nog bij, dus ja: bij ons
is het wel vanzelfsprekend. Maar ik zie ook initia-
tieven in steden ontstaan, waar wijken en buurten
zich verenigen en naar elkaar omkijken. Lijkt me
dus niet voorbehouden aan kleine dorpen.
Lineke: ‘Dat denk ik ook niet. Ik denk dat er een
bepaald evenwicht moet zijn tussen afstand en
nabijheid. Kleine gemeenten moeten zorgen dat
ze niet te nabij komen, grote gemeenten moeten
waken voor een te grote afstand tot de burger. Ik
denk dat daar de opdracht zit, niet in de omvang.’
Simone: ‘Een kleine gemeente heeft daarnaast
soms ook te weinig beleidscapaciteit om te onder-
steunenbijdetransities,terwijlingrotegemeenten
er soms een risico is dat te veel mensen verkokerd
langs elkaar heen werken. Er zal ergens een ideale
schaal zijn, ongetwijfeld. Maar wat dat optimum
dan is?’
Freek: ‘Het scheelt dat we op Urk veel families
hebben die in het dorp wonen, die zoeken elkaar
al op. En de kerk speelt een grote rol. Ieder huis-
houden krijgt eens per jaar een diaken of ouder-
ling op bezoek. Gewoon om te horen hoe het
gaat, kijken wat we voor elkaar kunnen beteke-
nen. Daar voegen wij als gemeente nog een pro-
fessionele laag aan toe, zodat ook de laatste
schroom om problemen te delen hopelijk wordt
weggenomen. Voor zover ik kan beoordelen, af-
gaande op de klanttevredenheid en andere feed-
back, gaat dat goed.’
STELLING 4:
Om excessen te voorkomen, hebben
gemeenten de neiging om de uitvoering van
de zorg meer te controleren.
Dit moeten zij niet doen.
Simone: ‘Ik denk dat we op termijn toe moeten
naar gemeentelijke sturing op resultaat, in plaats
van op de inhoud van de uitvoering.’
Freek: ‘Mee eens. Natuurlijk moeten we als ge-
meente bewaken dat het goed gaat, maar we
moeten ook vertrouwen op de expertise van de
door onszelf ingekochte professionals. Objectief de
hele situatie blijven bekijken, wettelijk de kaders
en richtlijnen borgen. Maar uiteindelijk verder
niet mee bemoeien.’
DE LOCATIE: LUNCHEN BIJ TANTE TRUUS
Dit gesprek vond plaats bij Tante Truus, in de binnenstad van Almere. Deze lunchroom werd
opgezet door ouders van mensen met een verstandelijke beperking, om hun kinderen een
werkplek te bieden midden in de maatschappij. Deze kinderen noemen ze ‘mensen met karakter’.
Zonder subsidies van de overheid houdt Tante Truus inmiddels al tien jaar de eigen broek op.
Ook een keer lunchen met karakter? www.tantetruusalmere.nl
werkplek te bieden midden in de maatschappij. Deze kinderen noemen ze ‘mensen met karakter’.
‘Laten we
accepteren dat
niet iedereen
zelfredzaam is’
WinWin NR.9 DECEMBER 201522 23
WIEIS
WIE?
STELLING 5:
Zonder betrokkenheid van het bedrijfsleven
wordt het niks met de participatiemaat-
schappij.
Freek: ‘Lijkt me een logische. Het bedrijfsleven
moet bereid zijn tijd en aandacht te steken in het
participeren van bijvoorbeeld Wajongers. Maar
volgens mij gaat dat al wel aardig goed.’
Simone: ‘Kijkjepuurnaardearbeid:ja,dankunnen
we niet zonder het bedrijfsleven. Maar je kunt op
veel manieren meedoen, we moeten ons niet blind
staren op die arbeidscomponent. Daarin is een rol
voor de overheid onontbeerlijk.’
Lineke: ‘Het lijkt wel of participeren en werk
hetzelfde zijn. Als we vast blijven houden aan dat
gedachtengoed – het werk als heilig doel – dan
wordt het nooit wat met die participatiemaat-
schappij. Zonde!’
Simone: ‘Alsof arbeid het hoogste goed is.
We zitten nu in een lunchroom, waar mensen met
een beperking de bediening verzorgen. Niet iede-
reen kan dat, hoor. Mensen die niet in aanmerking
komen voor werk, zullen zich per definitie minder
gaan voelen als we op deze voet verder gaan.
Dat lijkt me niet de bedoeling. Meedoen naar
vermogen, dát moet het uitgangspunt zijn.’
LINEKE VERKOOIJEN (59) islectorKlantenperspectiefin
OndersteuningenZorgbijWindesheimFlevoland.Zebegonhaar
carrièrealsverpleegkundigeenstudeerdeGezondheidswetenschappen.
In2006promoveerdezeaandeUniversiteitvoorHumanistiekin
Utrechtophetonderwerp‘Ondersteuningeigenregievoeringen
vraaggestuurdezorg’.
FREEK BROUWER (55) isgeborenengetogenopUrkensinds2014
namensdeChristenuniewethouderSociaalDomeinindiegemeente.
DaarvoorwashijstatenlidinFlevoland,metcultureelerfgoed,visserij
enjeugdzorgalsbelangrijkstespeerpunten.Daarnaastwashij
directeurvandeplaatselijkebasisschoolopUrk.
SIMONE VAN RUTH (43) studeerdeGezondheidswetenschappenen
RechteninMaastrichtenwerkteinverschillendesectorenindezorg.
Sinds2010werktzealsdirecteurvoorMEEIJsseloevers,in2014kwam
daarookMEEVeluwebij.AlseenhoofdigeRaadvanBestuur pleit ze
voormeerregiebijdecliëntenmeerautonomievoordezorgprofessionals.
Doorverliescompensatierechtennietofnietvolledigte
waarderen,zijngepubliceerdewinstenvanbeursgenoteerde
ondernemingensystematischvertekend.Ditblijktuitonder-
zoekvanhetlectoraatAccountancyenControllingvan
Windesheim.Hetonderzoekvolgtopeerderonderzoek
waaruitalbleekdatwinstcijfersvanbeursfondsenintijden
vanhoogconjunctuursystematischvertekendzijn.
Bedrijven mogen verliezen verrekenen met winsten in toekomstige
jaren. Deze voorwaartse verliescompensatie leidt tot lagere toe-
komstige winsten en bijgevolg lagere toekomstige belastingaf-
drachten. Voorwaartse verliescompensatierechten hebben daarmee
waarde en dienen in de balans te worden opgenomen.
Uit onderzoek van dr. Peter Epe RA, lector Accountancy en
Controlling bij Windesheim, bleek in 2005 al dat gepubliceerde
winsten van Nederlandse beursfondsen 18 procent afwijken van
de werkelijke winst. ‘In de jaren die volgen op het verliesjaar
blijken bedrijven vrijwel altijd over voldoende fiscale winstruimte
te beschikken om het verlies volledig te verrekenen. Dat betekent
dat verliescompensatierechten ten onrechte niet of niet volledig
zijn gewaardeerd’, aldus Epe.
Uit het recente onderzoek blijkt nu dat beursfondsen óók in
crisisjaren genoeg fiscale winstruimte blijken te hebben voor
volledige verliescompensatie. Omdat in perioden van recessie de
bedrijfswinsten achterblijven, heeft het niet of niet volledig waar-
deren een nog grotere invloed op de winstcijfers. De onterechte
voorzichtigheid vertekent de gepubliceerde winstcijfers met ruim
27 procent. ‘Winstcijfers van beursfondsen worden vooral in jaren
van laagconjunctuur systematisch vertekend. Met het thema van
ons lectoraat in ons achterhoofd - integriteit in de financiële
wereld - is het vraagstuk van de waardering van verliescompen-
satierechten actueler dan ooit’, aldus Epe.
WindesheimlanceertLandelijk
ExpertisecentrumFamiliebedrijven
HetLandelijkExpertisecentrumFamiliebedrijvenisvan
startgegaan.Hetcentrumstaatonderleidingvandr.Ilse
Matser,lectorFamiliebedrijvenbijWindesheiminZwolle.
‘Familiebedrijvenvormendemotorvandeeconomie’,zegt
Matser.‘Metonsonderzoekenkennisuitwisselingwillen
wijhunondernemendekrachtversterken.’
Nederland moet bewuster omgaan met zijn familiebedrijven en
metdevolgendegeneratieondernemersinfamiliebedrijven.Daarom
pleit het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven voor meer
kennisinvesteringen in familiebedrijven. Deze bedrijven zijn een
belangrijke economische pijler in onze samenleving. Landelijk is
69% van alle bedrijven familiebedrijf, in Overijssel zelfs 76%.
Daarmee zijn hun activiteiten cruciaal voor werkgelegenheid, inno-
vatie en welvaart. Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven
versterkt de ondernemende kracht van familiebedrijven met kennis
en inzichten uit praktijkgericht onderzoek.
Het onderzoek van het nieuwe expertisecentrum Familiebedrijven
richt zich op actuele strategische vraagstukken. Bijvoorbeeld op
het vlak van de meerwaarde van de familie als ‘resource’ voor het
bedrijf, goed bestuur in familiebedrijven en ondernemerschap
door de generaties heen.
Hierbij wordt nauw samengewerkt met landelijke branchevereni-
gingen en diverse universiteiten binnen en buiten Europa.
‘Maar de belangrijkste samenwerkingspartners zijn uiteraard de
bedrijven zelf’, zegt Matser. ‘Zij vormen het bestaansrecht van het
expertisecentrum en zijn daarom nauw betrokken, onder andere
via het Comité van Aanbeveling.’
UIT-
GEZOCHT
Winstcijfers
beursfondsen
systematisch
vertekend
Landelijk is 69%van alle
bedrijven familiebedrijf
WinWin nr.9 december 201524 25
3.
2.
1. Samen sterk
voor elk talent
Samen met elf bedrijven en instanties zet Windesheim zich extra
in voor mensen met een functiebeperking. Zo krijgen deze mensen
bij het volgen van een studie de beschikking over uitgebreide voorzie-
ningen zoals speciale software of aanpassing in toetsen. Als ze op zoek zijn
naar passend werk, worden banen gecreëerd. Naast Windesheim doen de volgende partijen mee:
Randstad Groep, PEC Zwolle United, het UWV, de gemeente Zwolle, de Ambelt, Vitaalpunt, Trias Jeugd-
hulp, de Dilemmamanager, Landstede, Deltion en Expertise-centrum Handicap en Studie. Hiervoor heb-
ben ze onlangs het statement ‘Samen sterk voor elk talent’ ondertekend.
Windesheim traint
sociale wijkteams Zwolle
Op verzoek van de gemeente Zwolle traint Windesheim sociale wijkteams in de techniek van
motiverende gespreksvoering. Uit onderzoek blijkt dat de gesprekstechniek en de kennis erover bij
veel zorg- en welzijnprofessionals snel verwatert. Medewerkers in de sociale wijkteams zetten
motiverende gespreksvoering in met het doel cliënten te stimuleren bepaald gedrag te veranderen.
Om op een goed niveau qua gesprekstechniek te blijven is veel training en feedback nodig.
Windesheim Flevoland en Coloriet
kleuren zorgmarkt
Windesheim Flevoland en zorgaanbieder Coloriet hebben een partnerschapovereenkomst gesloten.
De overeenkomst is gericht op kennisdeling met het doel een impuls te geven aan de toekomstige
arbeidsmarkt voor zorgprofessionals in Flevoland. Coloriet haalt met de samenwerking jonge
mensen en frisse ideeën binnen haar zorgorganisatie voor complexe ouderenzorg. Rien Komen,
directeur Windesheim Flevoland, is van mening dat met de samenwerking de kans groter wordt
dat hoogopgeleiden uit de regio na hun studie ook in de regio blijven werken.
DeTekenTrekTrainer,ontwikkelddoorstudentenenonderzoekers
van het lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim voor
het RIVM en Pontes Medical, heeft de RIVM Innovatieprijs 2015
gewonnen. Met de kunststof TekenTrekTrainer kan op een
realistische wijze worden geoefend met het verwijderen van
teken die zich vastbijten in de huid van dieren of mensen.
Veel teken in Nederland dragen de ziekte van Lyme. Het snel
verwijderen van een teek is belangrijk om te voorkomen dat
de teek zijn ziekteverwekkers overbrengt.
De TekenTrekTrainer bestaat uit een kunststof huid en kunst-
teken. De ontwikkelde siliconen huid is vergelijkbaar met de
menselijke huid. De kunststof teken zijn met een 3D-printer
gemaakt. Margie Topp, lector Kunststoftechnologie bij
Windesheim, is trots op het product dat uiteindelijk is
opgeleverd en nu in de prijzen is gevallen. ‘Voorheen werden
medische professionals, boswachters en scouts getraind om
tekenteverwijderendoorkruidnagelsuitsinaasappelstetrekken.
De beleving hiervan is ver verwijderd van het weghalen van
echte teken.’ Het RIVM gaat nu onderzoeken hoe de TekenTrek-
Trainer daadwerkelijk in productie kan worden genomen.
Meer informatie? Dr. Margie Topp, Lector Kunststof-
technologie (m.topp@windesheim.nl)
TekenTrekTrainer wint RIVM
Innovatieprijs
Facts
+figures
1,5 miljoenmensen in Nederland met een arbeidshandicap
hebben problemen met het vinden of behouden van
een baan. (Bron: Arbokennisnet)
2.600.000mantelzorgers zijn er in Nederland.
Zij zorgen minimaal 8 uur per
week voor drie maanden of langer
voor een naaste. De geschatte
waarde van de mantelzorg ligt op
7 miljard euro.
(Bron: Stichting Werk&Mantelzorg)
hebben we vorig jaar per hoofd van
de bevolking uitgegeven aan zorg.
De totale zorgkosten zijn met 1,8%
gestegen tot 95 miljard euro.
(Bron: CBS)
5.630 euro
Er zit een rancuneuze kant aan de bejubeling van de participatiesamenleving: bestuurders en
managers zijn de sjaak. Het viel me op toen ik voor het boek “De ondernemende burger” met
collega-journalist Jelle van der Meer het land door toerde langs burgerinitiatieven. De leiding-
gevenden van de formele instanties waar ondernemende burgers mee te maken kregen, konden
meestal geen goed doen. Vaak trof de hoon gemeentebestuurders, maar ook managers van
zorg- en welzijnsinstellingen en uitkeringsinstanties. Die willen formaliseren, controleren en het
liefst elk initiatief van mensen om een buurthuis zelf te runnen, de zorg te organiseren en een
zwembad te bestieren de nek omdraaien. Er heerste, kortom, een diep geworteld wantrouwen
tegen ‘de formelen.’
En weet u? Vaak hadden ze nog gelijk ook. Vragen en eisen over outputcijfers,
democratisch gehalte, representativiteit - zeg maar al dat gezeur uit de
‘systeemwereld’ - daar heb je natuurlijk geen boodschap aan als je enthou-
siast je best doet voor buurt of dorp. Dan wil je de ruimte krijgen.
Kunnen de formelen daarom niet iets preciezer kijken hoe ze burgerini-
tiatieven kunnen faciliteren? Met meer lucht in regels en protocollen?
Zou het daarbij niet helpen dat ze met zo’n verluchtiging ook in eigen
huis hun voordeel doen? Ik las over een welzijnsinstelling die alle
formele functies heeft afgeschaft, waar nauwelijks verschil
meer mag bestaan tussen gewone burger, vrijwilliger en
betaalde kracht. Ik weet het, op veel plekken is de
beweging eerder de andere kant op, naar meer
regels en protocollen. Toch zou het bestuurders
en managers enorm moeten aanspreken om
op zo’n manier wat meer leefwereld in huis te
halen. De voordelen voor werkplezier en
servicegerichtheid liggen voor het oprapen.
Hoog tijd dat de ‘formelen’ en ‘informelen’
vaker met elkaar gaan verkennen waar het
schuurt, en – immers, zonder wrijving geen
glans – ze elkaar versterken.
Bestuurderszijn
desjaak.
Terecht?
COLUMN
MarcelHam
HoofdredacteurvanhetTijdschrift
voorSocialeVraagstukkenen
socialevraagstukken.nl.Auteurvan
o.a.‘Gaatdeeliteonsredden?’
‘Diepgeworteld
wantrouwen
tegendeformelen’
WinWin NR.9 DECEMBER 201526 27
Marty Veen (59)
is stagecoördinator bij de opleidingen Bewegen
en Sport van Windesheim. Hij is (post)-hbo
opgeleid, had jarenlang twee banen en heeft de
ziekte van Parkinson. In 2010 is hij gestopt met
zijn baan als vakleerkracht in het basisonder-
wijs. Hij koos voor zijn werk bij Windesheim.
Is Windesheim aantrekkelijk voor jou?
‘Ja, ik voel me hier erg gewaardeerd. Bij de opleidingen
Bewegen en Sport is de collegialiteit groot. Een voorbeeld?
Vroeger gaf ik voorlichting aan stagebegeleiders. Op een
gegeven moment werd me dat te veel. Een collega bood
spontaan aan om de voorlichting over te nemen. Ik bleef
erbij om aanvullingen te geven. Dat gebeurt hier gewoon.
Mijn collega’s verrasten mij ook eens met een zweefmolentje,
omdat ik alles zo goed draaiende houd. Dat soort dingen.
Verder zijn de taken bij Windesheim dusdanig passend dat
ik het werk hier goed aan kan.’
Waar ben je goed in?
‘Ik ben nauwkeurig. Als ik ergens aan begin, maak ik het af.
Ik ben enthousiast en wil graag mee in vernieuwingen. Ik vind
het leuk om voor collega’s en studenten iets te betekenen.’
En waarvoor kunnen we je beter niet vragen?
‘Je moet mij niet meer alleen voor een grote groep neerzetten.
Dat kost mij te veel energie. En ik kan niet tegen externe druk
met een te krappe deadline.’
Hoeomschrijvencollega’sjou?
Marty schiet een collega aan. Zonder aarzeling zegt deze:
‘Integer.’ Vervolgens: ‘Marty is betrouwbaar. Hij is er altijd,
ook al werkt hij op papier maar 0,3 fte. Hij is erg betrokken
en ondernemend.’
Martyvoegt
kleur toe

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...
Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...
Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...Denktank Prospect
 
Civil Society - What will our future look like? HAN trend & Scenariosession
Civil Society - What will our future look like? HAN trend & ScenariosessionCivil Society - What will our future look like? HAN trend & Scenariosession
Civil Society - What will our future look like? HAN trend & ScenariosessionNick van Breda
 
jaarverslag 2014 ibce 8_final kopie
jaarverslag 2014 ibce 8_final kopiejaarverslag 2014 ibce 8_final kopie
jaarverslag 2014 ibce 8_final kopieAndre van Delft
 
Oudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetOudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetoatao
 
Essay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam Zuid
Essay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam ZuidEssay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam Zuid
Essay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam ZuidJob Reniers
 
Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015
Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015
Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015dekleineschool
 
Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?
Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?
Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?Vereniging Vlaamse Jeugddiensten
 
Overheid in Beweging: De Verbinding
Overheid in Beweging: De VerbindingOverheid in Beweging: De Verbinding
Overheid in Beweging: De VerbindingPeterterTelgte
 
Telengy Magazine Overheid in Beweging - De Verbinding
Telengy Magazine Overheid in Beweging - De VerbindingTelengy Magazine Overheid in Beweging - De Verbinding
Telengy Magazine Overheid in Beweging - De Verbindingmoniqueverbeeten
 
Van school naar educatieve dienstverlener
Van school naar educatieve dienstverlenerVan school naar educatieve dienstverlener
Van school naar educatieve dienstverlenerKennisnet
 
7 kansen om je school te onderscheiden
7 kansen om je school te onderscheiden7 kansen om je school te onderscheiden
7 kansen om je school te onderscheidenCorné van Mechelen
 
VID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LR
VID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LRVID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LR
VID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LRMarianne Levering
 
Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010
Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010
Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010svwo/Arcon
 
ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons?
ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons? ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons?
ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons? Vereniging Vlaamse Jeugddiensten
 

Was ist angesagt? (20)

ppt sessie 4 als jongeren de centen uitdelen
ppt sessie 4   als jongeren de centen uitdelenppt sessie 4   als jongeren de centen uitdelen
ppt sessie 4 als jongeren de centen uitdelen
 
Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...
Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...
Gezocht: onafhankelijk denkende twintigers en dertigers voor het vaststellen ...
 
Leefbaar werk en werkbaar leven
Leefbaar werk en werkbaar levenLeefbaar werk en werkbaar leven
Leefbaar werk en werkbaar leven
 
Civil Society - What will our future look like? HAN trend & Scenariosession
Civil Society - What will our future look like? HAN trend & ScenariosessionCivil Society - What will our future look like? HAN trend & Scenariosession
Civil Society - What will our future look like? HAN trend & Scenariosession
 
ppt sessie 36 - communiceren met jongeren
ppt sessie 36 -  communiceren met jongeren ppt sessie 36 -  communiceren met jongeren
ppt sessie 36 - communiceren met jongeren
 
jaarverslag 2014 ibce 8_final kopie
jaarverslag 2014 ibce 8_final kopiejaarverslag 2014 ibce 8_final kopie
jaarverslag 2014 ibce 8_final kopie
 
ppt - sessie 16 lokaal goes international
ppt - sessie 16 lokaal goes internationalppt - sessie 16 lokaal goes international
ppt - sessie 16 lokaal goes international
 
Programmaboekje
ProgrammaboekjeProgrammaboekje
Programmaboekje
 
Oudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetOudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smet
 
Essay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam Zuid
Essay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam ZuidEssay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam Zuid
Essay De nieuwe samenlevingsvorm van Rotterdam Zuid
 
Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015
Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015
Status nieuwe basisschool Oostknollendam 2 dec 2015
 
Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?
Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?
Sessie 10 De jeugdhuismethodiek en hoe ondersteun je die in de praktijk?
 
Overheid in Beweging: De Verbinding
Overheid in Beweging: De VerbindingOverheid in Beweging: De Verbinding
Overheid in Beweging: De Verbinding
 
Telengy Magazine Overheid in Beweging - De Verbinding
Telengy Magazine Overheid in Beweging - De VerbindingTelengy Magazine Overheid in Beweging - De Verbinding
Telengy Magazine Overheid in Beweging - De Verbinding
 
Van school naar educatieve dienstverlener
Van school naar educatieve dienstverlenerVan school naar educatieve dienstverlener
Van school naar educatieve dienstverlener
 
7 kansen om je school te onderscheiden
7 kansen om je school te onderscheiden7 kansen om je school te onderscheiden
7 kansen om je school te onderscheiden
 
CV Marcel Kesselring
CV Marcel KesselringCV Marcel Kesselring
CV Marcel Kesselring
 
VID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LR
VID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LRVID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LR
VID1151 Magazine 2012 AUG nr 3 LR
 
Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010
Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010
Uitnodiging de Overijsselse Ontwikkeling 22 maart 2010
 
ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons?
ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons? ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons?
ppt 1 sessie 30 - wat leert het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid ons?
 

Ähnlich wie WINWIN9 Leve de participatiesamenleving

Taboes in de financiële sector
Taboes in de financiële sectorTaboes in de financiële sector
Taboes in de financiële sectorWiro Kuipers
 
Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016
Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016  Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016
Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016 Trias ngo
 
20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - web20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - webEdith Vos
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Hilde Agterbos
 
Slowman_Ethiek_april2016
Slowman_Ethiek_april2016Slowman_Ethiek_april2016
Slowman_Ethiek_april2016Muriel Arts
 
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2Lieke Zunderdorp
 
Van de bank aan de bak 2015
Van de bank aan de bak 2015Van de bank aan de bak 2015
Van de bank aan de bak 2015Astrid Hazelzet
 
Sociaal en Ondernemend 2016 Movisie
Sociaal en Ondernemend 2016 MovisieSociaal en Ondernemend 2016 Movisie
Sociaal en Ondernemend 2016 MovisieEline Arisse
 
MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016
MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016
MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016Marloes van der Have
 
Presentatie 15 mei 2014 werkgevers
Presentatie 15 mei 2014 werkgevers Presentatie 15 mei 2014 werkgevers
Presentatie 15 mei 2014 werkgevers Heliomare
 
Goed ouder worden, Gijs den Engelsman
Goed ouder worden, Gijs den EngelsmanGoed ouder worden, Gijs den Engelsman
Goed ouder worden, Gijs den EngelsmanNoorderlink ...
 
Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...
Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...
Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...MKW Platform
 
Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga
Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga
Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga Huib van Santen | matchmaker
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPArnaud Veere
 
Eboek Achter de Voordeur
Eboek Achter de VoordeurEboek Achter de Voordeur
Eboek Achter de Voordeurfritioferiksson
 
samenvatting MVO verslag 2013
samenvatting MVO verslag 2013samenvatting MVO verslag 2013
samenvatting MVO verslag 2013Marlou Leenders
 
2013_december_ClaesPrinting_website
2013_december_ClaesPrinting_website2013_december_ClaesPrinting_website
2013_december_ClaesPrinting_websiteThijs Claes
 
Interview voorhoede versie DEF
Interview voorhoede versie DEFInterview voorhoede versie DEF
Interview voorhoede versie DEFEipie Bonnema
 
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijvenEen boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijvenMirror Wise
 

Ähnlich wie WINWIN9 Leve de participatiesamenleving (20)

Taboes in de financiële sector
Taboes in de financiële sectorTaboes in de financiële sector
Taboes in de financiële sector
 
Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016
Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016  Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016
Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Say what? | UZINE mei 2016
 
20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - web20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - web
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
 
Slowman_Ethiek_april2016
Slowman_Ethiek_april2016Slowman_Ethiek_april2016
Slowman_Ethiek_april2016
 
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
 
Van de bank aan de bak 2015
Van de bank aan de bak 2015Van de bank aan de bak 2015
Van de bank aan de bak 2015
 
Sociaal en Ondernemend 2016 Movisie
Sociaal en Ondernemend 2016 MovisieSociaal en Ondernemend 2016 Movisie
Sociaal en Ondernemend 2016 Movisie
 
MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016
MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016
MCF Management Scope Special 'Winst dialoog generaties' 2016
 
Presentatie 15 mei 2014 werkgevers
Presentatie 15 mei 2014 werkgevers Presentatie 15 mei 2014 werkgevers
Presentatie 15 mei 2014 werkgevers
 
Goed ouder worden, Gijs den Engelsman
Goed ouder worden, Gijs den EngelsmanGoed ouder worden, Gijs den Engelsman
Goed ouder worden, Gijs den Engelsman
 
Ondernemen
OndernemenOndernemen
Ondernemen
 
Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...
Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...
Wij zijn trots - MKW woningbouwcorporaties werken aan leefbaarheid in kleine ...
 
Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga
Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga
Interview met Directeur Van Ede en Partners Carina Benninga
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
 
Eboek Achter de Voordeur
Eboek Achter de VoordeurEboek Achter de Voordeur
Eboek Achter de Voordeur
 
samenvatting MVO verslag 2013
samenvatting MVO verslag 2013samenvatting MVO verslag 2013
samenvatting MVO verslag 2013
 
2013_december_ClaesPrinting_website
2013_december_ClaesPrinting_website2013_december_ClaesPrinting_website
2013_december_ClaesPrinting_website
 
Interview voorhoede versie DEF
Interview voorhoede versie DEFInterview voorhoede versie DEF
Interview voorhoede versie DEF
 
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijvenEen boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
 

Mehr von Judith van Helvert

Paper eiasm conference 2015- def
Paper eiasm conference 2015- defPaper eiasm conference 2015- def
Paper eiasm conference 2015- defJudith van Helvert
 
paper eiasm conference 2014 - def
paper eiasm conference 2014 - defpaper eiasm conference 2014 - def
paper eiasm conference 2014 - defJudith van Helvert
 
Paper eiasm conference 2013- def
Paper eiasm conference 2013- defPaper eiasm conference 2013- def
Paper eiasm conference 2013- defJudith van Helvert
 
Paper eiasm conference 2012- def
Paper eiasm conference 2012- defPaper eiasm conference 2012- def
Paper eiasm conference 2012- defJudith van Helvert
 
Beeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuist
Beeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuistBeeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuist
Beeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuistJudith van Helvert
 

Mehr von Judith van Helvert (8)

Artikel Goed Bestuur 2013
Artikel Goed Bestuur 2013Artikel Goed Bestuur 2013
Artikel Goed Bestuur 2013
 
Paper eiasm conference 2015- def
Paper eiasm conference 2015- defPaper eiasm conference 2015- def
Paper eiasm conference 2015- def
 
paper eiasm conference 2014 - def
paper eiasm conference 2014 - defpaper eiasm conference 2014 - def
paper eiasm conference 2014 - def
 
Paper eiasm conference 2013- def
Paper eiasm conference 2013- defPaper eiasm conference 2013- def
Paper eiasm conference 2013- def
 
Paper eiasm conference 2012- def
Paper eiasm conference 2012- defPaper eiasm conference 2012- def
Paper eiasm conference 2012- def
 
VNO-NCW
VNO-NCWVNO-NCW
VNO-NCW
 
Beeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuist
Beeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuistBeeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuist
Beeld dat elk familiebedrijf rvc moet hebben onjuist
 
GBT 3-14 Judith van Helvert
GBT 3-14 Judith van HelvertGBT 3-14 Judith van Helvert
GBT 3-14 Judith van Helvert
 

WINWIN9 Leve de participatiesamenleving

  • 1. WELKEKLEUR VOEGJIJTOE? Leve de participatiesamenleving! 7redenen om werknemer met beperking aan te nemen Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country’ (J.F. Kennedy) zetkennis inwerking NR.9 DECEMBER 2015 62%VAN DE TOEKOMSTIGE ONDERNEMERS NEEMTZEKERARBEIDS- GEHANDICAPTENAAN OPINIE Gemeente Urk en MEE IJsseloevers willen flexibele ondernemers PAG.20 COLUMN Bestuurders zijn de sjaak PAG.27 BEST PRACTICES Sociaal ondernemen: de normaalste zaak PAG.6 ACHTERGROND MVO is geen crashdieet PAG.14
  • 2. En verder: 05 DutchFiets schot in de roos 09 Hoe sociaal is de Google-generatie? 25 Windesheim lanceert Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven 26 Sociale wijkteams trainen gesprekstechniek 28 Marty voegt kleur toe met elkaar en het heft in eigen handen moeten nemen. Of, om met J.F. Kennedy te spreken: ‘Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.’ In de praktijk zien we hier vele voorbeelden van, zowel van burgers als van bedrijven en andere organisaties. In deze editie van de WinWin leest u hier meer over. Wat doen ondernemers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen? Welke kleur voegen zij toe, om in de beeldspraak van de voorpagina te blijven. Wat is sociaal ondernemerschap? Hoe kunnen we bedrijven daarop beoordelen? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen in onze maatschappij de kans krijgt om mee te (blijven) doen? Want dat is waar de participatie- samenleving voor mij voor staat: een samenleving die insluit in plaats van uitsluit en waarin ieder talent optimaal tot zijn recht kan komen. L eve de participatiesamenleving! Dat is het thema van deze WinWin: samen bouwen we mee aan een samenleving die insluit in plaats van uitsluit. Zijn we daar klaar voor? En hoe zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen? Ik vertaal de vraag naar onze eigen campus. Steeds meer studenten met een functiebeperking vinden hun weg naar het hbo. Bij Windesheim is dit aantal in tien jaar tijd gestegen van 500 naar 2.300. De kans dat zij hun studie niet afmaken is 15 tot 25 procent groter dan bij reguliere studenten. Om hier iets aan te doen, zet Windesheim zich nadrukkelijk in voor deze doelgroep. Immers, elk talent telt en iedereen moet de mogelijkheid hebben om het beste uit zichzelf te halen. Niet alleen tijdens de studie, maar ook daarna. Ik ben er dan ook trots op dat elf bedrijven en instanties in de regio zich bij ons initiatief hebben aan- gesloten. Hiermee laten zij zien dat we daadwerkelijk werk maken van flexibel onderwijs en passend werk en dat we ons samen sterk maken voor elk talent. De tijd waarin we leven vraagt hier ook om. De klassieke verzorgings- staat is van de vorige eeuw. Anno nu leven we in een participatie- samenleving. Een wereld waarin we als gevolg van een terugtrekkende overheid meer voor elkaar moeten zorgen, rekening moeten houden Ten Geleide Deinclusieve samenleving: ‘Samen sterk voor elk talent’ Albert Cornelissen, Voorzitter College van Bestuur Windesheim WinWin wordt u aangeboden door Windesheim. Het kennis- magazine biedt harde feiten, nuttige analyses, slimme praktijk- voorbeelden en opinies van mensen die weten waarover ze praten. Windesheim verspreidt het blad onder ondernemers, hogere managers en bestuurders. Colofon Redactieadviesraad: Hans Groenhuis (ROVA), Ralph Keuning (Museum de Fundatie) Kristel Leerkes-Boerhof (Boerhof Projectinrichters) Maarten Roef (Wavin) en Simone van Ruth (MEE IJsseloevers) Hoofd- en eindredactie: Marketing en Communicatie Windesheim Journalistieke begeleiding: Maters & Hermsen Journalistiek Vormgeving: Home of Happy Brands Fotografie: Herman van der Wal, Shutterstock, Getty Images Teksten: Windesheim en Maters & Hermsen Journalistiek Overnamevanartikelenenbeeld uitWinWinisalleentoegestaanna goedkeuringvanWindesheim. Meningeninditmagazine weerspiegelennietnoodzakelijker- wijsdemeningvanWindesheim. Suggesties Heeft u opmerkingen over de inhoud of suggesties voor onderwerpen? Mail naar: winwin@windesheim.nl of schrijf naar: Redactie WinWin Postbus 10090 8000 GB Zwolle Thema: Leve de participatiesamenleving! WINWIN NR. 9 WinWin’stop5 De vijf boeiendste sprekers volgens Windesheim 4 20 25 14 18 Verantwoord ondernemen Column: Bestuurders zijn de sjaak. GESPREK MET KARAKTER 27 Welke kleur voeg jij toe? Voor Hemmink BV, Thuiswoonservice.nl en Yes We Care is sociaal ondernemen de normaalste zaak Een wethouder, een zorgbestuurder en een lector in discussie. Winstcijfers beursfondsen systematisch vertekend 6 Opdrachten verstrekt aan Windesheim Bouwbedrijf Weever BV extra maatschappelijk betrokken? 18Opdrachten verstrekt WinWin NR.9 DECEMBER 20152 3
  • 3. De nooit roestende, kunststof DutchFiets van Windesheimer Johannes Alderse Baas lijkt een schot in de roos. Binnen een week had Alderse Baas via crowdfun- ding de benodigde € 29.500 bij elkaar om de eerste honderd fietsen te produce- ren. Ook is hij genomineerd voor Starter van het Jaar Regio Zwolle. De DutchFiets is een stoere, duurzame kunststoffiets. Zonder ketting die ge- smeerd hoeft te worden, maar met geïntegreerde verlichting en antilekbanden. Bovenal is de DutchFiets een milieuvriendelijke fiets waarvan het kunststof van het frame en de wielen te recyclen is. Drie jaar lang werkte Baas als Windes- heimstudent met o.a. adviseurs van Kennispoort Regio Zwolle en onderzoekers van Windesheim en Green PAC iLab aan het ontwerp. Inmiddels fietst hij zelf op een prototype rond. ‘De reacties van de mensen zijn positief’, zegt Alderse Baas. Na het succes van de crowdfundingsactie richt hij zich inmiddels op de productie van de eerste honderd fietsen en het doorontwikkelen van de DutchFiets. DutchFiets schot inderoos EvelienTonkens Tijdens haar afscheidsrede als hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam somde prof. dr. Evelien Tonkens vijf misvattingen op over de participatiemaat- schappij. Haar belangrijkste boodschap: de participatiemaatschappij staat niet haaks op de verzorgingsstaat, maar ligt juist in het verlengde daarvan. ’De vraag is niet meer hoe de overheid zich zo snel mogelijk kan terugtrek- ken, maar hoe de interactie tussen burgers en bestuur het beste gestalte kan krijgen.’ Sinds mei 2014 is Tonkens hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Zij schreef verschillende boeken over de partici- patiesamenleving en aanverwante thematiek en is een veelgevraagd adviseur voor nationale en lokale overheden en andere organisaties. PeterRiezebos ‘Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toe- komst, voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel’, aldus Willem-Alexander in zijn troonrede over de participatiesamenleving. Als deze boodschap op iemand van toepassing is, dan is het wel op Peter Riezebos. Hij bleef tweemaal zitten op de mavo, werd van het MBO gestuurd en ook versnelde havo- en vwo-oplei- dingen mislukten. Riezebos bleek ADHD en Asperger, sociale angst en een borderline- stoornis te hebben. Na zijn therapie probeerde hij het nogmaals en ditmaal met groot succes. Hij studeerde Psychologie, Communicatieweten- schap, Bedrijfskunde en Wijsbegeerte en was ook naast zijn studies zeer actief. Hij schreef hierover het boek Van mavo tot Harvard en geeft lezingen over zijn unieke verhaal. WillemijnVerloop ‘Nederland loopt achter op het gebied van sociaal ondernemen. Er is te weinig erkenning voor duurzame ondernemingen en de overheid steunt sociaal ondernemerschap onvoldoende’ stelt ondernemer Willemijn Verloop. In 1994 stond zij aan de wieg van War Child Nederland. Nu is zij oprichtster van ondernemersplatform Social Enterprise NL. Met medeoprichter Mark Hillen schreef zij een boek over sociaal ondernemerschap: Verbeter de wereld, begin een bedrijf. Over het gebrek aan erkenning voor sociale ondernemingen zegt Verloop: ‘Sociale ondernemers zouden geitenwollen- sokkenondernemers zijn, ondernemers met een minnetje. Maar het gaat juist om toponderne- mers. Hun businessmodel is namelijk moeilijker. Ze zetten primair in op het creëren van waarde voor de maatschappij en moeten voor continuï- teit en groei ook financiële winst draaien.’ Verloop is een veelgevraagde spreker. LevienRademaker ‘In de participatiemaatschappij is langer door- werken de norm. Nu al moeten we door tot ons 67e en de kans is groot dat dat in de toekomst nog langer wordt. Een cultuuromslag is nodig om ingeroeste denkpatronen te doorbreken’, stelt Levien Rademaker, onderzoeker en des- kundige op het gebied van HRM bij Windesheim. Zowel werkgevers als de oudere werknemers zelf denken vaak in negatieve stereotypen. Door ernaar te handelen, werden deze negatieve gedachten vanzelf de waarheid. Rademaker heeft onderzocht hoe een succesvol personeels- beleid voor vijftigplussers te voeren. ‘Je moet niet stereotyperen, maar wel accepteren dat de onderlinge verschillen tussen ouderen groter zijn dan bij jongeren. Het werkvermogen van zestigers is echter in de helft van de gevallen uitstekend. Als managers beter kijken naar wat ouderen kunnen, krijg je gelukkiger personeel dat het langer volhoudt.’ AartvanderGaag ‘Bedrijven hebben een verantwoordelijkheid om mensen met een afstand tot de arbeids- markt aan het werk te helpen. Nu nog vrijwillig, maar als het niet snel genoeg gaat komt er een quotum.’ Het doel is 100.000 banen erbij in 2026. Aart van der Gaag is commissaris van het initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland om mensen met een arbeids- beperking aan een reguliere baan in het bedrijfsleven te helpen. Vanuit deze functie bezoekt hij ondernemers in het hele land en spreekt hij over de invulling van de participatie- wet. ‘Ik blijf uitleggen dat een werknemer met een arbeidsbeperking in je team goed is voor je bedrijf. Het is keihard bewezen dat hierdoor de werksfeer verbetert en het ziekteverzuim daalt’, zei Van der Gaag recent. 14/01/2016 PRIKKELENDE NETWERKBIJEENKOMST ORGANISATIE: Stichting Prokkel. INHOUD: In de jaarlijkse Prokkelweek worden ontmoetingen georganiseerd tus- sen mensen met en zonder verstandelijke beperking. In de aanloop hier naartoe kunnen ondernemers in elke provincie een netwerkbijeenkomst bijwonen met prakti- sche voorbeelden voor de invulling van de arbeidsparticipatiewet en MVO. DATUM EN TIJD: Donderdag 14 januari 2016 van 15.00 tot 17.00 uur. KOSTEN: Gratis. LOCATIE: Gemeente Almelo, Stadhuis, Haven Zuidzijde 30 in Almelo. INFORMATIE: www.prokkel.nl 21/01/2016 DUURZAME INZETBAAR- HEID TECHNISCHE GROOT- HANDEL ORGANISATIE: WTG (Werkgevers Technische Groothandel). INHOUD: Sociale partners organiseren een speciaal congres over de duurzame inzetbaarheid voor de Technische Groot- handel. Het congres is toegankelijk voor alle werkgevers en werknemers in deze sector. DATUM EN TIJD: Donderdag 21 januari 2016 van 13.00 tot 18.00 uur. KOSTEN: Gratis. LOCATIE: Midden van het land. INFORMATIE: www.wtg.nl/activiteiten 07/04/2016 LOCUS NETWERKDAG ORGANISATIE: Locus (netwerk dat adviseert en ondersteunt bij het invullen van inclusief werkgeverschap). INHOUD: Een dag waarop landelijke bedrijven, gemeenten en SW-bedrijven elkaar fysiek ontmoeten en het met elkaar hebben over hoe gezamenlijk mensen aan het werk geholpen kunnen worden. In april 2016 viert Locus haar eerste lustrum. DATUM EN TIJD: Donderdag 7 april 2016 van 9.00 tot 17.00 uur. LOCATIE: N.t.b. KOSTEN: Gratis. INFORMATIE: www.locusnetwerk.nl/agenda Zijn bedrijven en instellingen klaar voor de participatiesamenleving? Wat kunnen en moeten organisaties doen op het vlak van sociaal ondernemerschap? En hoe geef je tegelijkertijd vorm aan de toekomst van je organisatie en die van de maatschappij? WinWin vond hierover vijf veelvuldig geciteerde sprekers. WINWIN'S TOP 5 Boeiende sprekers over sociaal ondernemen 3.0 Agenda WINNOVATIE Hoe kunnen overheden, onderwijsinstellingen en ondernemers in de regio samenwerken voor een innovatieve regio, waarbij niemand aan de kant staat? Dr. Anneke Goudswaard, lector Nieuwe Arbeidsverhoudingen bij Windesheim Flevoland doet hiernaar onderzoek. ‘Door alle technologische vernieuwingen dreigt een tweedeling op de arbeidsmarkt: tussen mensen die goed kunnen leren, in fatsoenlijke banen terecht komen en gezond en inzetbaar zijn en mensen die hiervan uitgesloten worden,’ stelt Goudswaard vast. ‘Niet alleen het hebben van de juiste vaardigheden vormt een sleutel tot participatie. Dat geldt ook voor een goede gezondheid. Bedrijven en overheden zetten daarom in op vitaal vakmanschap. Door het creëren van kwalitatief goede banen, waarin mensen zich kunnen ontwikkelen en door het bieden van voldoende maatwerk, ook voor de meer kwets- bare groepen.’ Het onderzoek van Goudswaard vindt plaats in nauwe samenwerking met TNO en met partners in de regio Flevoland. Dreigende tweedeling op de arbeidsmarkt? WinWin nr.9 december 20154 5
  • 4. WELKEKLEURVOEG JIJTOE? Leve de participatiesamenleving! Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country’ (J.F. Kennedy) 6 Tot 2026 creëert de BV Nederland 100.000 extra banen voor arbeidsgehandicapten De overheid schept 25.000 extra banen De participatiemaatschappij komt eraan. De zorg voor een ander is niet langer het exclusieve domein van de staat. Burgers, ondernemers en bestuurders moeten meebouwen aan een samenleving die insluit in plaats van uitsluit. Dat vraagt om leiderschap én daadkracht. Dit dossier brengt inspirerende voorbeelden in kaart. Op weg van de verzorgingsstaat naar een doe-democratie. door: bart de haan en pJotr Van lenteren beeld: shUtterstoCk De regering wil dat ondernemers zich bekommeren om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar de Participatiewet had voor Hemmink niet geschreven hoeven te worden nietwaar? ‘Daar lijkt het op. In ons bedrijf zijn we sinds jaar en dag actief om bijzondere medewerkers aan ons te binden. De wet hebben wij niet nodig om in actie te komen. Momenteel hebben we vijf arbeidsgehandicapten, zoals dat heet, in dienst.’ Wat is de achtergrond van die vijf medewerkers? ‘Vaak zijn het vmbo’ers, maar er zitten nu ook twee hbo+’ers bij.’ Dat is mooi. Als wij vragen naar bijzonderheden over deze werknemers begint u over hun opleiding. ‘Euh ja. Dat is toch logisch?’ U had ook hun beperkingen kunnen opsommen als onderscheidende factor. ‘Ik denk in competenties en niet in beperkingen. Ik weet van geen van onze tachtig mensen wat hun handicaps precies zijn. Ik weet wat ze kunnen en wat hun ontwikkelingspotentieel is. Dat is veel belangrijker.’ Wat drijft jullie om je zo bovengemiddeld in te zetten op het sociale vlak? ‘Het zit in ons DNA. Al moet ik oppassen dat ik opgezwollen termen ga bezigen. We bekijken het gewoon nuchter. Stel dat je zelf in zo’n positie zou zitten? Dat gevoel leeft hier en daarom hebben we ook oog voor mensen die minder makkelijk een baan vinden. In abstracte zin vind ik ons bedrijf een onderdeeltje van een groter geheel. Onze populatie moet een reflectie zijn van de samenleving om ons heen.’ ‘Hardopdeinhoud, zachtvoordemensen’ Niet een geschikt mens zoeken voor een goede baan, maar een baan geschikt maken voor een goed mens. Martin Hemmink vindt dat de normaalste zaak van de wereld. In zijn familiebedrijf, een technische handels- onderneming, zit sociaal ondernemerschap in het DNA. MartinHemmink MartinHemmink(1958,Zwolle)namin1990dezaakvan zijnvaderover.Daarvoormaaktehijcarrièreindefarma- ceutischeindustrie.Inmiddelsbewaakthijalsvoorzitter van het directieteam de grote lijnen en is de dagelijkse leidinginhandenvaneenmanagementteam.Inzijnvrije tijdisHemminkbijzonderactiefalsvrijwilligerenzethij zich in voor maatschappelijke doelen. Vanwege zijn verdienstenvoorbedrijfénsamenlevingontvingHemmink koninklijkeonderscheidingen.In2011werdhijbevorderd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Samen met twintig andere ondernemers inspireert en helpt hij als entrepreneur in residence studenten van Windesheim. ...denkt in competenties en niet in beperkingen MartinHemmink (HemminkBV) WinWin NR.9 DECEMBER 20156 7
  • 5. Toch is de Participatiewet nodig. Misschien niet voor jullie, maar dan toch voor anderen. Kennelijk gaat het niet overal vanzelf. ‘Nee, maar de tijdgeest verandert. Er is volop goede wil. Natuurlijk zijn er organisaties waar dit lastiger te organiseren valt. Hoe kleiner, hoe lastiger het wordt. En als het slecht gaat, zal de drempel hoger zijn. Maar toch is het een investering die rendement oplevert. Je laat enorm gemotiveerde mensen meedoen. Je biedt structuur en krijgt waardering terug. Gelukkig gaat het de goede kant op. Als ik de berichten mag geloven ligt ondernemend Nederland voor de Participatiewet aardig op koers op weg naar 100.000 arbeidsplaatsen in 2026. Hier in Zwolle zie ik ook veel inspirerende voorbeelden.’ Heeftutipsvoorondernemersdiehuiverigzijnom arbeidsgehandicaptenaantenemen? ‘Ga in gesprek met consulenten van een sociaal werkbedrijf en met andere “inclusief-ondernemers”. Een belangrijke tip is om te gaan werken aan jobcarving. Kun je taken of bundels van taken losweken uit de huidige organisatie waardoor je werk geschikt maakt voor een bijzonder iemand?’ Hoehebbenjulliedataangepakt? ‘In de logistiek hebben we takenpakketten anders gedefinieerd. Daar zitten twee medewerkers met een arbeidshandicap. Overigens, jobcarving hoef je niet alleen te doen. Hier op de Marslanden heeft een collectief van ondernemers een klusjesman aangenomen die van de sociale werkplaats komt. We kunnen hem inzetten voor van alles en nog wat. Een raamkozijn herstellen, een verfklus, onkruid aanpakken. Creatief en collectief kun je ook tot jobcarving komen. Experimenteer eens een jaar!’ Heeft u een geslaagd voorbeeld van een job die zich naar een medewerker heeft gevormd? ‘Ja, we hebben Claudia, een absolute topper. Zij komt van de Wezo en assembleert verlichtingscomponenten in TL-armaturen. Ze maakt van bouwstenen een groter onderdeel. Relatief een- voudig, maar dankzij Claudia kunnen we wel mooi kleinere series maatwerk leveren aan een klant die daar heel blij mee is.’ Isheteenrisicoomalleentedenkenaanuitvoerenden eenvoudigwerk? ‘Wij hebben de afgelopen twee jaar een dataspecialist over de vloer gehad van universitair niveau. Extreem intelligent, ongelooflijk gedreven. Hij heeft complexe algoritmes doorgevoerd in kennisintensieve databases. Wat hem scheelde? Hij heeft een tumor in zijn hoofd en kwam nergens aan de slag. Lodewijk Asscher brak onlangs een lans voor kankerpatiënten en ex-kanker- patiënten. Dat vind ik erg goed, want ik snap tegelijkertijd dat ondernemers huiverig zijn. Het is ook belangrijk dat we als samenleving risico’s in arbeidsrechtelijke zin beperken.’ Ishetweleensmisgegaanbij jullie?Eenmismatch? ‘Nee, dat heb ik speciaal voor dit interview nagevraagd bij de HR- manager. Eigenlijk is het nog nooit verkeerd afgelopen. Wel hebben we eens meegemaakt dat er een hoge werkdruk op een afdeling ontstond en dat een collega met een autistische beperking moeite had om de versnelling bij te benen. Maar dat is snel gesignaleerd. “Even het gas eraf!” Ach en hoe uitzonderlijk is dit? Iedereen heeft wel eens moeite met een te hoge werkdruk.’ Wat doet die sociale kant met de sfeer op de werkvloer? ‘Ons bedrijf staat open voor de entree van mensen met een arbeidshandicap. Iedereen vindt dat een goede zaak. Sommige medewerkers volgen trainingen waardoor ze beter worden in begeleiding. Soms hebben ze al een achtergrond op dit terrein. In het magazijn loopt bijvoorbeeld een collega die sociaal pedagogische hulpverlening heeft gestudeerd. Het gaat trouwens verder dan de cultuur. We werken met organisatie- modellen van het Instituut Nederlandse Kwaliteit en in die stakeholders-achtige benadering streven we naar diversiteit. Dat werkt. We krijgen goede feedback, bijvoorbeeld van sollicitanten. Mensen vinden het mooi om voor Hemmink BV te werken. Ik hoor dat onze familiewaarden aanspreken, het oog voor elkaar. Overigens, het is bij ons niet klef! We zijn hard op de inhoud, maar zacht naar de mensen.’ Over Hemmink BV DevadervanMartinHemminkbegonin1951aanhet Gasthuispleinalshandelsagentvoorelektrocomponenten. Het bedrijf groeide in de jaren zeventig uit tot een voorraadhoudende handelsonderneming. Het importeert componenten rond datacommunicatie, antennes en elektrotechniek. De crisis heeft het solide familiebedrijf goed doorstaan. De onderneming is dan ook ‘platform- onafhankelijk’, dat wil zeggen succes staat of valt niet met een technische hype. Momenteel werken tachtig mensen bij Hemmink BV. Het bedrijf werkt onder meer samen met Frion, een zorginstelling die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Ook participeert Hemmink BV in projecten als Stichting Present en ‘De Normaalste Zaak’. ‘Ditmoeteen olievlekworden’ Meedoen is hét sleutelwoord van nu. Daarom lanceerde zorgonderneemster Annemieke Lantink het initiatief ThuisWoonService, waarmee ze hulpvragen koppelt aan mensen die aan de kant staan. ‘Dit idee is zó simpel.’ De één heeft hulp nodig en de ander heeft tijd over en kan helpen. Dat is het idee achter ThuisWoonService. Waar komt het idee vandaan? ‘Mijn hart klopt voor betere zorg. Kernwoorden zijn dichterbij, betaalbaar, zelfregie. Rond 2012 zag ik de bezuinigingen aanko- men. Veel professionele zorg zou komen te vervallen. Daar kun je over klagen, maar om continuïteit te garanderen bedacht ik het plan om eenvoudige hulpvragen door mensen op te laten pakken die aan de kant staan.’ ...koppelt hulpvragen aan participatie Annemieke Lantink ThuisWoonService Annemieke Lantink Annemieke Lantink (1956, Haren) is directeur van De Nieuwe Zorg Thuis in Meppel. In 2012 was ze MKB- Ondernemer van het Jaar. Ze staat bekend om haar innovatieve oplossingen die burgers zelfredzamer maken. Samen met haar man leidt ze een aantal zorgonder- nemingen. De Nieuwe Zorg Thuis levert WMO-diensten met 850 medewerkers in 40 gemeenten. Ook is er een webwinkel en beschikt de onderneming over een eigen opleidingsinstituut: De Zorgschool. Een nieuwe loot is Huistiptop, een digitaal bemiddelingsbureau voor huishoudelijke hulp. Lantink woont in Wanneperveen. ‘Creatiefencollectief kunjeooktot jobcarvingkomen’ Hoesociaalisde Google-generatie? Op de vraag ‘Wat vind je belangrijk in een toekomstige werkgever?’ antwoorden wifi-jongeren: ‘Alsikondernemerwas,zouikzekerarbeidsgehandicaptenaannemen’ Ja Nee, iedereen moet voor zichzelf zorgen Goed dat iedereen meebouwt aan een samenleving die insluit en niet uitsluit, maar ik lever er liever niets voor in Zijn jongeren bereid iets in te leveren voor een inclusieve samenleving? ‘Een organisatie moet een afspiegeling van de maatschappij zijn en daar hoort werk voor mensen met een beperking zeker bij.’ Dat het bedrijf winst maakt Dat de organi- satie internati- onaal opereert Dat de onder- neming innova- tief is Dat het bedrijf een sociale bijdrage levert aan de maat- schappij 19% 9% 36% 36% JA 74% JA 62% NEE 38% NEE 26% 32% 48% 20% medewerker heeft gevormd? ‘Ja, we hebben Claudia, een absolute topper. Zij komt van de Wezo en assembleert verlichtingscomponenten in TL-armaturen. Ze maakt van bouwstenen een groter onderdeel. Relatief een- voudig, maar dankzij Claudia kunnen we wel mooi kleinere series maatwerk leveren aan een klant die daar heel blij mee is.’ Isheteenrisicoomalleentedenkenaanuitvoerenden eenvoudigwerk? ‘Wij hebben de afgelopen twee jaar een dataspecialist over de vloer gehad van universitair niveau. Extreem intelligent, ongelooflijk gedreven. Hij heeft complexe algoritmes doorgevoerd in kennisintensieve databases. Wat hem scheelde? Hij heeft een tumor in zijn hoofd en kwam nergens aan de slag. Lodewijk Asscher brak onlangs een lans voor kankerpatiënten en ex-kanker- patiënten. Dat vind ik erg goed, want ik snap tegelijkertijd dat ondernemers huiverig zijn. Het is ook belangrijk dat we als samenleving risico’s in arbeidsrechtelijke zin beperken.’ Ishetweleensmisgegaanbij jullie?Eenmismatch? ‘Nee, dat heb ik speciaal voor dit interview nagevraagd bij de HR- manager. Eigenlijk is het nog nooit verkeerd afgelopen. Wel hebben we eens meegemaakt dat er een hoge werkdruk op een afdeling Over Hemmink BV WinWin NR.9 DECEMBER 20158 9
  • 6. Hoesluithetinitiatiefaanopdeveranderingeninzorg? ‘Op vele manieren. Het is ontschotting. We moeten ophouden met hetideedatalleenprofessionelezorgverlenershulpmogenverlenen. We moeten het samen met elkaar gaan regelen. Dit past helemaal bij de participatiegedachte.’ Okay,brandlos. ‘Het is zó simpel! Laat ik een voorbeeld geven. Denk aan een 80-jarig stel met hulpvragen. Zij wonen in een huis dat net iets te groot voor ze is geworden. De huizenmarkt heeft immers lang op slot gezeten en we willen met zijn allen graag dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dat stelt deze ouderen in toenemende mate voor praktische problemen. Problemen die we niet allemaal vanuit de professionele zorg kunnen oplossen zonder dat het onbetaalbaar wordt. Daarom wordt de verantwoordelijkheid voor het regelen van praktische zaken, waar het kan, bij burgers zelf belegd. Voor sommige 80-jarigen is die zorgzame samenleving ver weg. Hun kinderen wonen aan de andere kant van het land. Familie en buren zijn drukke tweeverdieners. ThuisWoonService biedt een oplossing. Via www.thuiswoonservice.nl kunnen deze mensen hun hulpvragen invoeren. Het 80-jarige stel heeft misschien behoefte aan iemand die het gras maait. Nou, stel je voor dat iemand met een beperking dat kan doen. Misschien wel een Wajonger die niet meer terechtkanopeensocialewerkplaats.Datistocheengoudenmatch?’ EenwethouderuitDeventerkreeghethalvelandoverzich heentoenzein2013opperdeomlangdurigwerklozeninte zettenvoorzorgtaken.Hoekijktudaartegenaan? ‘Margriet de Jager was dat. Haar fout was dat ze ook professionele zorg betrok in haar visie. Dat werkt niet. Een niet-professionele hulp- verlener een katheter laten aanleggen, dat kán niet. Dan krijg je de WMO-raad en de Inspectie voor de Volksgezondheid over je heen. Terecht.Bijonsgaathetzeernadrukkelijkominformelezorg.Watdat is?Zorgwaarvoorjegeendiploma’snodighebt.Grasmaaien,PC-hulp, winkelen, meerijden naar het ziekenhuis. Het kansrijke is dat er veel mensen langdurig in de bijstand zitten. En er zijn zo veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij kunnen zich via de site aanmelden als aanbieders. Lukt het om koppelingen tussen vraag en aanbod tot stand te brengen, dan bloeit er wat moois op.’ Ishetgeenmarktverdringing? ‘Die kritiek krijgen we. Ik vind het onzin. Onze hulpvragers gaan geen hovenier inhuren. Zij kunnen zich geen hondenuitlaatservice veroorloven. Vergeet niet dat tachtig procent van de WMO-gebruikers op het bestaansminimum leeft.’ Devoordelenvoorhulpvragerszijnevident,maarwatziterin hetvatvoordeaanbiedersvanhulp? ‘Veel! Zij doen levenservaring op, leren van de hulpvragers. Daarnaast bieden we ze scholing aan. Wij geven mensen eigen- waarde én begeleiden deelnemers naar werk. We hebben coaches die met ze evalueren. We hebben al zo’n veertig mensen aan betaald werk geholpen. En enorm belangrijk: hun kinderen groeien anders op. Hoeveel werkloosheid wordt binnen een gezin niet van generatie op generatie overgedragen? Kinderen zien nu dat het anders kan. Het meedoen van hun papa of mama verrijkt hun leven.’ Hoekomtdestichtingaanmiddelen? ‘Mijn man en ik hebben er geld in gestoken omdat we wat moois willenachterlaten.Derestvandekostendekkenwedoorsponsoring. We zijn een ANBI-stichting, dus giften zijn fiscaal aantrekkelijk. Voor het bedrijfsleven heeft het nog twee voordelen. Door te participeren in onze stichting scoor je punten op eisen rond maat- schappelijk verantwoord ondernemerschap. Dat is van belang bij aanbestedingen door de overheid. Bovendien is de participatiewet sinds januari van kracht. Het bedrijfsleven heeft zich gecommitteerd aandebelofteextrabanentescheppen.Nietelkbedrijfkandiebelof- te zelf waarmaken, maar door ons te steunen lukt dat ineens wel.’ Watzijndeambities? ‘Ditmoeteenolievlekworden.Wehelpenhulpbehoevendenénon- dertussenorganiserenweeendagbesteding,doorgroeinaareenbe- taaldebaan,besparingenopzorgkostenenuitkeringen.Maarwezijn nog“tenoordelijk”.Ikwilnietslieverdanditlandelijkuitbouwen.’ Sociaal ondernemen: steeds meer mensen vinden het volstrekt van- zelfsprekend. Maar hoe doe je dat? Floor Wijburg van Yes We Care helpt ondernemers om dit inzichtelijk te maken. Ze lanceerde een licentiesysteem voor bedrijven. Niet alleen in Nederland, maar door een partnership met een New Yorks bureau aan te gaan, biedt Yes We Care ook licenties in Amerika aan. ‘Je gelooft het niet, maar zelfs in Amerika hadden ze dit nog niet bedacht.’ Yes We Care. Hoe is het zo gekomen? ‘Mijn man en ik hadden een restaurant. Op een dag zeiden we tegen elkaar: is dit het nu? Een zoektocht was het gevolg. Van hokken schoonmaken in het asiel tot bestuurswerk bij vrijwilligersorgani- saties. We hebben echt álles gedaan.’ Wat voor wereld trof je aan? ‘Wat ons vooral opviel was dat vrijwilligersorganisaties meer moeten leren ondernemen, terwijl ondernemers juist socialer kunnen denken. Maar aan beide kanten wíllen mensen wel graag.’ ‘ZelfsinAmerika haddenzeditnog nietbedacht’ In haar ideale wereld worden bedrijven naast hun winst ook beoordeeld op hun maatschappelijke betrokkenheid. Floor Wijburg is medeoprichter van Yes We Care, een organisatie die bedrijven helpt hun maatschappelijke toegevoegde waarde in kaart te brengen. ‘Ze hebben vaak geen idee wat het waard is wat ze doen.’ Floor Wijburg FloorWijburgwerdin1979geboreninRotterdam,volgde eenmarketingopleidingengingnaastdiverseandere werkzaamheden,waaronderhetrunnenvaneen restaurant,zichinzettenvoorgoededoelen.Samenmet haarmanrichttezevijfjaargeledenYesWeCareop. Wijburgisdirecteurvandezeorganisatie.Daarnaastisze operationeeldirecteurvanmarketingbureauW&IGroup, eenorganisatiediezeeveneensmethaarmanheeft opgerichtenwaarinzijmethaarexpertisedetakvan sociaal-economischeonderwerpenleidt. DedirecteursfunctiediezebekleedtbijYesWeCareiseen geheelvrijwillige,onbezoldigdefunctie. ...maakt sociaal ondernemerschap transparant FloorWijburg (YesWeCare) Waarom is het zinvol om als organisatie een werkplek te creëren voor iemand met een beperking? ‘Omdat het veel oplevert’, stelt Sjiera de Vries, lector Sociale Innovatie en Verscheidenheid aan Windesheim. 1...omdatjij‘meedoen’kuntorganiseren ‘Een goede leider kan zijn of haar organisatie uitdagen om functie- beschrijvingen slim te her-schikken. Denk vanuit de mens en organiseer takenclusters die op maat zijn gesneden voor potentiële collega’s. Jobcarving heet dat. Het vraagt om organisatietalent en leiderschap. Medewerkers moeten anders durven kijken naar de inrichting van werkprocessen.’ 2...omdathetnuallukt ‘Bedrijven zijn aan zet. Sinds 1 januari dit jaar vervangt de Participatiewet de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Tussen nu en 2026 moeten 100.000 banen beschikbaar komen.Uit een tussen-meting is gebleken dat er in 2014 al 9.224 extra banen zijn bijgekomen in de marktsector. Het bedrijfsleven ligt op schema. Dat verbaast me niet, want het Nederlandse bedrijfsleven is aantoonbaar goed in staat om werk succesvol en slim te organiseren. Van alle ‘sociale innovaties’ is 77 procent succesvol.’ goederedenenomwerknemers meteenbeperkingaantenemen7 3...omdathetenergiegeeft ‘Een Wajonger aannemen, of iemand anders met een afstand tot de arbeids-markt, kost energie. Dat kan ik niet ontkennen. Daar staat tegenover dat het ookenergieoplevert.Medewerkers vindenhetgeweldigomiemandtehelpendie de organisatie kleurt. Dat geeft energie. Zo ken ik een bedrijf waareenblinde medewerksterisaangenomen.Terwijlzijwerkt,latencollega’shaar blindengeleidehond uit. Na zo’n wandeling komen zij fris terug.’ 4…omdathetgoodwilloplevert ‘Bedrijven die maatschappelijk bewust ondernemen, worden hoger gewaardeerd door hun omgeving. En die goodwill is concreter dan een schouderklopje. De overheid neemt in aan- bestedingstrajectenalsbeoordelingscriteriummeeofbedrijven hunmaatschappelijkeverantwoordelijkheidserieusnemen.’ 5 …omdatdemenstekortkomingencompenseert ‘De mens is geweldig in staat om een zwakte om te zetten in kracht. Een voetballer die klein is en niet kopsterk,kan de beste aanvaller ter wereld worden omdat hij die tekortkoming compenseert met snelheid en spelinzicht. Mensen die slechtziend zijn, zijn aantoonbaar beter in staat om onderzoek naar borstkanker te verrichten. Zij hebben een beter ontwikkelde tastzin. Deze medewerkers verrijken een team. Niet ondanks hun beperking, maar dankzij hun uitzonderlijke vaardigheden op andere terreinen.’ 6…omdaterhulpis ‘Ik wil de bevordering van participatie niet mooier maken dan het is. Het is best moeilijk, het geeft gedoe en het zal niet vanzelf gaan. Gelukkig is er volop hulp. Denk aan De Normaalste Zaak (www.denormaalstezaak.nl), maar ook aan jobcoaches bij het UWV. Zij kunnen wijzen op interessante subsidiemogelijkheden.’ 7 …omdathetnetwerkenversterkt ‘Zeker in het MKB kan het scheppen van banen voor mensen met een beperking lastig zijn. Hoe kleiner een bedrijf, hoe moeilijker het wordt. De oplossing: doe het samen! Ga praten met ondernemers die al succesvol zijn op dit terrein. Bovendien: in netwerk-verband kun je wellicht een functie creëren. Inclusief ondernemen versterkt op die manier een persoonlijk en zakelijk netwerk.’ Meer weten? Stuur een mail naar sjiera.de.vries@windesheim.nl 11WinWin NR.9 DECEMBER 201510
  • 7. Entoenbedachtenjullie… ‘Bedrijven zijn mini-samenlevingen. Het midden- en kleinbedrijf is goed voor zestig procent van de werknemers in Nederland. Bij deze groep valt voor goede doelen de meeste winst te behalen. En juist deze bedrijven worstelen met het professionaliseren van hun relatie met die goede doelen. Shell heeft daar een afdeling en een manager voor, maar een lokale ondernemer doet alles zelf. Dus ligt het voor de hand om dáár naar oplossingen te zoeken. Wat als bedrijven en vrijwilligersorganisaties elkaar nu eens zouden helpen op dit vlak, zou dat niet prachtig zijn? Om dat te bereiken hebben we Yes We Care opgericht.’ Maar veel bedrijven doen toch al wat? ‘Ja, maar er is geen duidelijk beeld van wat er precies gebeurt, om hoeveel tijd en geld het gaat en wat de inspanningen opleveren. De goede doelen staan meestal alleen op de balans in de vorm van sponsoring, maar er gebeurt zoveel meer. Vaak zie je dat òf de directeur een goed doel heeft waar hij persoonlijk erg bij betrokken is maar zijn medewerkers niet òf dat er allerlei losse projecten van medewerkers zijn, waar de directeur weer niet genoeg vanaf weet.’ Enwatisjullieoplossing? ‘Het is de kunst om de investering van de organisatie en de opbrengsten in kaart te brengen en op een goede manier te delen met de medewerkers en de klanten. Bedrijven die goede doelen steunen, kunnen vanaf augustus dit jaar een licentie van ons kopen. Vanaf dat moment worden ze door ons ondersteund. Een recentelijk voorbeeld: bij een Rotterdams advocatenbureau wordt al jaren van alles gedaan. Van het pro deo verdedigen van mensen met weinig geld tot sponsoring en fondsenwerving via diners. Yes We Care moet het definitieve getal nog vaststellen, maar al die activiteiten samen, inclusief de uren die erin werden gestoken, lijken een bedrag met zes cijfers op te gaan leveren. Toen we daar voor het eerst over begonnen, vielen ze wel van hun stoel. Intern geeft zo’n overzicht een enorme prikkel. Op die manier helpen wij organisaties van leuke dingen doen naar duurzame inspanningen voor goede doelen. En onze licentie maakt hun klanten duidelijk dat het om serieuze inspanningen gaat.’ Nog een leuk voorbeeld? ‘Onze samenwerking met voetbalclub Excelsior is erg leuk. Hun sponsor geeft de ruimte die hij gekocht heeft op de T-shirts aan ons en zet zijn eigen naam er klein boven. Mensen zien dat en vragen zich hardop af wat Yes We Care is. Nu, na drie jaar merken we dat de business club zich zeer bewust is van de maatschappelijke betrokkenheid en dat supporters ons opzoeken voor vrijwilligerswerk. En de club promoveerde en handhaafde zich in de eredivisie hè? Zo zie je maar. Haha. Maar serieus: maatschappelijke betrokkenheid komt daar echt tot bloei’ Maar iedereen is toch aan het individualiseren? ‘De nieuwe generatie medewerkers is juist zeer betrokken bij de samenleving, maar wil niet als groep aangesproken worden. Mensen willen zelf bepalen hoe en wanneer ze iets goeds doen. Dát is individualisme. Niets mis mee.’ Jehebteigenlijktweefulltimebanen,hoehoudjedatvol? ‘Door goed te plannen en voor de lange termijn te gaan: de dingen waar ik als ik tachtig ben graag op terug wil kijken. Het is hard werken, dat is waar. Maar dat komt ook doordat ik van een zekere luxe houd: een fijn huis, mooie kleren. Ik heb veel respect voor mensen die in vluchtelingenkampen werken, maar zo zit ik niet in elkaar. Daar ben ik heel eerlijk in. Daarom hebben mijn man en ik eerst een marketingbureau opgericht om van te leven. Daarna kwam Yes We Care, waar het nooit om harde winst mag gaan draaien. Ja, om vijf uur opstaan en tot middernacht doorgaan is wel eens doorbijten, maar het hogere doel maakt het ‘t allemaal waard.’ Hoe ziet de ideale wereld van Floor Wijburg er uit? ‘Dat bedrijven worden beoordeeld op de winst die ze maken én de sociale bijdrage die ze leveren aan de samenleving en dat dat volstrekt vanzelfsprekend is.’ ‘Dedingenwaar ikalsiktachtig bengraagop terugwilkijken’ Kunjesamenwerkingmeten? Wie heeft het de afgelopen crisisjaren niet gehoord: alles moet efficiënter en effectiever. Dat geldt ook voor samenwerking. Monique Mensen is senior onderzoeker en docent Verpleegkunde bij Windesheim. Zij onderzoekt of er samenwerkingsthermometers te ontwikkelen zijn waarmee zorg- en welzijnprofessionals de kwaliteit van samenwerking in diverse zorg-netwerken kunnen meten en verbeteren. Dit doet zij samen met mantelzorgers, vrijwilligers en zorgprofessionals zoals huisartsen, maatschappelijk werkers, politie, wmo-consulenten, sociaal werkers en wijkverpleegkundigen. De instrumenten die Monique ontwikkelt moeten samenwerkings-verbanden zoals sociale wijkteams versterken. Naast senior onderzoeker en docent ben je bij Windesheim projectleider ‘Professioneel samenwerken in de wijk’. Met alle ontwikkelingen die op wijkteams afkomen, kies jij voor de ontwikkeling van een thermometer. Waarom? ‘In het najaar van 2013 ben ik samen met diverse andere onderzoekers van Windesheim in gesprek gegaan met professionals in de wijk. Wij wilden weten wat de gevolgen zijn van de decentralisatie van de zorg. We vroegen: waarmee kunnen wij helpen? Uit de reacties maakten we op dat er grote onzekerheid heerste over hun eigen rol, positie en optreden in nieuwe samenwerkingsverbanden. Ze vroegen zich af hoe ze zelf de kwaliteit van de samenwerking kunnen bepalen. Er speelden vragen als “Waaraan kan ik zien of de samenwerking goed is? Wat kan ik doen als een samenwerking niet lekker loopt?”. Goede samenwerking draagt immers bij aan een wij-gevoel, goede taakuitvoering en hogere cliënttevredenheid. Ook vonden ze dat er nadrukkelijker geïnvesteerd moest worden in de samenwerking met vrijwilligers en mantelzorgers. Waar moet je als professional dan op letten? We hebben toen besloten om twee samenwerkingsthermometers met en voor ze te ontwikkelen.’ Twee? ‘Eigenlijk twee soorten. Het ene type thermometer is te gebruiken om de samenwerking in een samenwerkings- verband te monitoren en het andere type is een soort reflectie-instrument waarmee de kwaliteit van de samenwerking met vrijwilligers en mantelzorgers in kaart kan worden gebracht. We zijn inmiddels zo ver dat we de eerste concept-thermometers in de praktijk testen. Dat doen we binnen vijf totaal uiteenlopende netwerken in Groningen, Zwolle, Meppel en Dalfsen. De eerste reacties zijn positief en bieden handvatten om de samenwerking te versterken. Ons project wordt financieel gesteund door Regieorgaan SIA.’ Jullie hebben bevorderende en belemmerende factoren voor de samenwerking in kaart gebracht. Kun je zulke factoren noemen? ‘Cruciaal zijn factoren die te maken hebben met teamprocessen zoals vertrouwen en de mogelijkheid om regelmatig contact met elkaar te hebben. Het helpt als je een ander met je mee laat kijken. De samenwerking wordt sterker wanneer professionals ervaren dat ze elkaar nodig hebben om goede hulp en diensterlening te bieden. Een andere factor is dat partijen in januari 2015 direct aan de slag zijn gegaan om cliënten te helpen en dat nu de behoefte aan een gedeelde visie urgent wordt. Ook de “schurende beroepsethiek” is een dilemma. Verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en toegepaste gerontologen, bijvoorbeeld, leggen protocollen over het delen van informatie op verschillende wijze uit. Tenslotte is het een dilemma wat je kunt vragen van vrijwilligers. Waar is professionele hulp nodig en waar juist niet? Ons project wil met de ontwikkeling van de thermometers het precaire samenspel in samenwerkingsverbanden zoals sociale wijkteams, goed op elkaar afstemmen. Samenwerken gaat immers niet vanzelf en vraagt ook regelmatig om onderhoud.’ 1. 2. 3. DRIE VRAGEN AAN Monique Mensen Meer weten of belangstelling voor de samenwerkingsthermometers? Stuur een mail naar mwm.mensen@windesheim.nl WinWin NR.9 DECEMBER 201512 13
  • 8. Van de arbeids- gehandicapten in Nederland werkt 5,2% in de bouw door: stefan klein koerkamp beeld: GettY imaGes Senior onderzoeker Judith van Helvert van Windesheim bezoekt Jelle Weever van Weever BV in Kampen, een familiebedrijf dat actief is in de bouw- en sloopbranche. Een vraaggesprek over reputatieschade, de risico’s van de participatiesamenleving en MVO als crashdieet. ‘Knap, maar met alleen een kunstje blijf je niet slank.’ LEES VERDER OP PAGINA 16 ‘Verantwoord ondernemen moetgeenjojozijn’ LEES VERDER OP PAGINA 16 WinWin NR.9 DECEMBER 201514 15
  • 9. JudithvanHelvert Judith van Helvert is senior onderzoeker bij het Windesheim Landelijk Expertisecentrum Familie- bedrijven. Zij doet onderzoek naar het gebruik van een Raad van Advies binnen familiebedrijven. Binnen afzienbare tijd promoveert Van Helvert op dit onderwerp aan de Jönköping International Business School in Zweden. Van Helvert: Was het meteen duidelijk dat jij, als vierde generatie Weever, in het bedrijf terecht zou komen? Weever: ‘Nee, helemaal niet. Natuurlijk, mijn ouders doen het samen en ook mijn broer is ver- antwoordelijk voor een tak van het bedrijf. Maar ik heb de ruimte gekregen om mezelf te ontwikkelen buiten het bedrijf, om eigen keuzes te maken. Toen ik in 2011 toch besloot om in het bouwbedrijf te stappen, hebben we na verschil- lende gesprekken besloten ons te gaan richten op de zogenaamde business to business-sector. Daar ligt míjn hart; veel in het voortraject mee- praten, relaties opbouwen en netwerken onder- houden. En ik kan het samen met mijn broer doen. Ik zag aan mijn vader dat het best een eenzaam bestaan kan zijn, dat ondernemen. Dat wilde ik niet. Nu vullen we elkaar mooi aan, ook qua karakter.’ Dit bedrijf is opgericht door de oom van je opa en is al vier generaties in de familie. Hoe voelt dat? ‘Natuurlijk ben ik trots op wat zij bereikt hebben, op de naam die zij gevestigd hebben. Maar wij willen het op onze manier doen. Met dezelfde waarden en normen als mijn vader en opa, dat wel. Maar die dragen mijn broer en ik als vanzelf uit.’ Duid die waarden eens voor me. ‘Wij willen oprecht en eerlijk zaken doen. Daar- naast zijn maatschappelijke betrokkenheid en een actief personeelsbeleid van vitaal belang. Ons personeel is ons goud. Dat zie je terug in de lange dienstverbanden - we hebben een be- drijfsleider die op zijn twaalfde voor mijn opa kwam werken. Daar investeren we ook in. In de crisis hebben wij bijvoorbeeld werknemers met financiële problemen geholpen door met onze boekhouder financiële plannen voor ze te ma- ken; we stellen alles in het werk om loonbesla- gen te voorkomen. Ook sturen we laaggeletter- de medewerkers op cursus. Sowieso willen we voldoende groeimogelijkheden bieden.’ Heb jij daar een hand in gehad? ‘Nee, dat deden mijn ouders al. Waar we wel in verschillen is onze manier van leidinggeven. Mijn vader is iets autoritairder, mijn broer en ik proberen wat meer tussen de mensen te staan; een logisch gevolg van het veranderde tijds- beeld volgens mij. Zo hadden we gisteren een ploeg die tot na middernacht druk was met het storten van een betonvloer. Dan rijd ik er om elf uur nog heen, even horen hoe het gaat. Ik wil niet dat zij denken: de baas ligt lekker op de bank terwijl ik het geld verdien. Nee, wij willen saamhorigheid kweken.’ Welke activiteiten ontplooien jullie op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)? ‘Naast ons personeelsbeleid steunen we (sport-) verenigingen, activiteiten en goede doelen in de stad. Wij hebben een binding met Kampen, het gros van onze vijftig mensen komt er vandaan. Wij bestaan dankzij deze stad, daar doen we graag wat voor terug. En dat is niet iets dat we bedacht hebben, dat doen we al jaren zo. Waar- om zou ik dat veranderen?’ Is een dergelijke bedrijfscultuur inherent aan een familiebedrijf? ‘Weet ik niet. Het zit in ons karakter en wij zul- len er altijd naar streven om dit onderdeel van onze bedrijfscultuur te behouden. Het is geen trucje, geen holle frase voor in een bidbook of een aanbesteding. Klanten voelen dat wel, ondanks dat we er niet zo mee te koop lopen.’ Dat is wel vaak een spanningsveld bij fami- liebedrijven: die bescheidenheid. Op jullie website zie ik die MVO-activiteiten gelukkig wel deels terug. ‘Tja, het moet wel. Zeker in de bouwwereld werken we veel met eenmalige klanten, steeds weer moeten we nieuwe klanten aan ons binden. Dan moeten we online tonen wat we doen, wat we kunnen, wat we in huis hebben. En klanten vragen daarbij ook specifiek naar het MVO-beleid.’ Wat vindt je vader daarvan? ‘Nergens voor nodig, die borstklopperij, zegt hij dan: hij is heel down to earth. Je werk goed doen, dan komt de rest vanzelf. We moeten ons niet teveel gaan verbeelden, zegt-ie altijd. Daar heeft hij gelijk in.’ Toch zie ik dat jullie veel nevenactiviteiten ontplooien. Je vader was politiek actief, jij zit ook in verschillende besturen en denkt sinds kort mee in de SER Overijssel. Is dat onderdeel van jullie MVO-beleid? ‘Niet zozeer beleid. Het is onze overtuiging dat we allemaal een maatschappelijke invulling aan ons leven dienen te geven. Nederland zou gebaat zijn bij meer ondernemers in de politiek en andere maatschappelijke functies. Maar er kleeft altijd een afbreukrisico aan. Dat maakt ondernemers denk ik wat terughoudend; daar- om houd ik me ook ver van de politiek. Terwijl me dat hartstikke leuk lijkt.’ Omdat jouw naam hier op de gevel staat. ‘Precies. Wij kiezen er ook in toenemende mate voor om op de site en in sociale media zoveel ‘ Ons personeel is ons goud’ ‘Wij bestaan dankzij Kampen, daar doen we graag wat voor terug’ mogelijk de medewerkers centraal te stellen. Zij zijn ons kapitaal, waarom niet ook ons gezicht? Dat proberen we te tonen. Maar op een oprechte manier, niet gemaakt.’ Anders wordt het een trucje? ‘Precies.’ Zit daar niet nog wat tussenin? ‘Nee, wat mij betreft niet. Je hebt MVO-beleid enerzijds, dan maak je afspraken over wat je gaat doen en met welk doel. Of het zit inge- bakken in je cultuur, omdat het intrinsiek van- uit jezelf komt. In dat laatste geloven wij.’ Wel grappig dat je dat zegt. Uit een recente Italiaanse studie is gebleken dat familiebe- drijven een grotere variëteit aan MVO-acti- viteiten ontplooien dan niet-familiebedrij- ven. Daarnaast richten ze die activiteiten niet alleen anders in, maar ook totaal wars van richtlijnen. Vanuit het hart. ‘Als ik daar op mag inhaken: een tijd terug wil- de een bedrijf ons een ISO-certificering verko- pen voor onze MVO-activiteiten. Staat goed op je website, zeiden ze. We kwamen heel snel tot een unanieme conclusie: niets voor ons. Alsof zo’n certificering het verschil maakt! Vergelijk het met afvallen. Als ik kilo’s kwijt wil, kan ik een crashdieeet volgen en keihard gaan spor- ten. Dan val ik af. Knap, maar met alleen dat kunstje blijf ik niet slank. Ik moet regelmatig sporten, gezond eten; mijn levensstijl moet sportief zijn om op gewicht blijven. Dát is de- zelfde intrinsieke motivatie. Wij zijn geen jojo.’ Hangt dat samen met grootte en professio- naliteit? Als relatief klein bedrijf is dat na- tuurlijk makkelijker. ‘Ja, dat klopt wel. Wij willen zo min mogelijk muurtjes en bruggetjes. Zit er een manage- mentlaag tussen – of twee, dan wordt het al moeilijker om te zorgen dat iedereen binnen die filosofie past. Voor je het weet ben je richt- lijnen, statuten en procedures aan het schrij- ven. Dan wordt het iets bedachts, is het geen cultuur meer.’ Nou komt Nederland net uit de crisis. In tijden dat het financieel lastig is: hoe sterk is die cultuur dan nog? ‘Die blijft. Hebben wij het goed, dan hebben anderen het ook goed. Maar hebben wij het minder, dan moeten we wel selectiever wor- den. Dan kan niet elke medewerker dat jaar op cursus, dan krijgt een sportvereniging een jaar wat minder. Moeilijk, maar wat niet in de por- temonnee zit kan er ook niet uit.’ En hoe sta je tegenover opgelegde maatrege- len vanuit de overheid, zoals de participatie- maatschappij? Er wordt gesproken over quota voor bedrijven om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. ‘Da’s heel nobel, maar de overheid moet van een maatschappelijk probleem geen onderne- mersprobleem maken. Gedwongen nering is nooit goed, heb ik altijd geleerd. Als mensen willen werken kunnen ze aan de slag, daar ben ik heilig van overtuigd. Zolang de juiste prik- kels maar aanwezig zijn. We hebben een mede- werker die in het verleden een Wajong-uitke- ring ontving, maar hij kwam bij ons met de boodschap: “ik wil gewoon werken, ik mankeer niets”. Dan krijgt hij een kans en die heeft hij gegrepen. Hij heeft nu een vaste baan – omdat hij wíl werken. In onze sector is het niet een- voudig om Wajongers of mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te integreren, in veel gevallen zijn ze niet geschikt omdat een bouwplaats te weinig repeterend werk heeft. Dergelijke intreders hebben constant begelei- ders nodig en dat kan niet altijd. En wij hebben de verantwoordelijkheid een gezond bedrijf neer te zetten; we moeten wel geld verdienen om MVO te kunnen zijn. De overheid heeft in het verleden veel te makkelijk stempels gezet op iedereen, dat probleem proberen ze nu af te wentelen op de ondernemers. Dat kan niet.’ Je moet misschien toch de politiek in gaan. ‘Ja, hè? Het lijkt me echt heel leuk, maar voor- lopig nog maar even niet.’ Jelle Weever Sinds 2012 is Jelle Weever (29) directeur van Weever Bouw enSloopinKampen.Samen metzijnbroerBartrunthijhet familiebedrijf.JelleWeeveris verantwoordelijk voor de bouwtak van het bedrijf, zijn broer Bart runt het sloopbedrijf. Daarnaast zit Jelle Weever in het bestuur van SER Overijssel en MKB Regio Zwolle. ‘ De overheid heeft in het verleden veel te makkelijk stempels gezet op iedereen, dat probleem proberen ze nu af te wentelen op de ondernemers. Dat kan niet.’ WinWin nr.9 december 201516 17
  • 10. inwendige insulinepomp ontwikkeld. Hier is wereldwijd slechts één type van en deze is verou- derd. Doorontwikkeling is daarom noodzakelijk. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de software van de implementeerbare elektronica, maar bijvoorbeeld ook naar de gebruikersinterface en beveiliging. Dit luistert nauw, want verkeerd gebruik van een insulinepomp kan tot grote gezondheidsschade leiden. PARTNERS: IPADIC, TechForFuture en Centre of Expertise HTSM Oost DUUR VAN HET ONDERZOEK: 21 maanden MEER WETEN? Dr. ir. Henri ter Hofte, associate lector ICT-innovaties in de Zorg (h.ter.hofte@windesheim.nl) Ketenfinanciering in de logistiek WAT ONDERZOEKEN WE? De mogelijkheden voor logistiek dienstverleners om als financieel ketenregisseur te fungeren. BELANGRIJK WANT: Het aanbieden van financiële diensten door logistieke dienstverleners biedt grote commerciële kansen. Zij zijn zich hier echter nog onvoldoende van bewust. Dit onderzoek brengt de potentie van logistieke dienstverle- ners als aanbieders van financiële diensten aan ketenpartners in kaart. Bij de deelnemende be- drijven wordt onderzocht wat kansrijke financiële diensten zijn, wat de voorwaarden, obstakels en succesfactoren zijn voor implementatie van een financiële dienst en hoe een succesvolle business case eruit ziet. Uiteindelijk levert het onderzoek een set van tools op die logistieke dienstverleners concrete handvatten biedt voor het vinden van geschikte financiële diensten om aan te bieden, voor het berekenen van het (markt)potentieelvan dezedienstenenvoorhettoepassen hiervan. PARTNERS: Supply Chain Finance Community, Inchainge BV, University of St. Gallen, Fraunhofer IML, Politecnico di Milano, University of Warwick en (inter)nationale logistieke dienstverleners DUUR VAN HET ONDERZOEK: 32 maanden MEER WETEN?Drs.MichielSteeman,lectorSupply Chain Finance (ma.steeman@windesheim.nl) De uitkomst van handelsmissies WAT ONDERZOEKEN WE? Een verklaring voor de invloed van de kenmerken van ondernemers en bedrijven op de resultaten van handelsmissies. BELANGRIJK WANT: In een globaliserende wereld zijn handelsmissies een belangrijk instrument voor het stimuleren van bilaterale handel tussen landen en het ondersteunen van het internationa- liseringsproces van bedrijven. Tot nu toe heeft onderzoek niet geleid tot een goede verklaring voor de effectiviteit en de uitkomsten van handelsmissies. Beter inzicht in het fenomeen handelsmissies en invloed die de verschillende deelnemers op het resultaat hebben, kan zowel overheden als het bedrijfsleven helpen bij het verbe-teren van hun internationale prestaties. DUUR VAN HET ONDERZOEK: 4 jaar MEER WETEN? Rob Bartman MSc MBA, senior onderzoeker lectoraat International business (r.bartman@windesheim.nl) Boeren bedrijfsopvolging WAT ONDERZOEKEN WE? Het proces van bedrijfsopvolging binnen agrarische bedrijven. Hoe kan het opvolgingsproces zodanig worden vormgegeven, dat de belangen van familieleden (het individu), van de familie én van het bedrijf in balans kunnen worden gebracht? BELANGRIJK WANT: Schaalvergroting en veranderingen in de samenleving maken het opvolgingsproces in agrarische bedrijven complexer. Zaken moeten financieel en juridisch goed worden geregeld, maar ook moet het goede gesprek tot stand komen tussen de huidige eige- naren, die het bedrijf overdragen, hun opvolgers en broers en zussen die niet in het bedrijf (blijven) werken. Beslissingen over de toekomst van het bedrijf - bijvoorbeeld over bedrijfsopvolging - worden vaak genomen aan de keukentafel. Door de toenemende complexiteit van bedrijfsvoering en door maatschappelijke ontwikkelingen neemt de behoefte aan advies en ondersteuning bij bedrijfsopvolgingsvraagstukken bij agrarische mkb-familiebedrijven toe. PARTNERS: Agrarische Hogeschool Dronten (kenniscentrum Agrofoods en ondernemen), NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt), LTO-Noord en 15 agrarische bedrijfsfamilies DUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 jaar MEER WETEN? Jelle Bouma, Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven (jelle.bouma@windesheim.nl) I.O.IN ONDERZOEK Opdrachten verstrekt aan Windesheim Ondernemen zonder grenzen WAT ONDERZOEKEN WE? In welke mate star- tende social entrepreneurs baat hebben bij een programma dat hen ondersteunt om voet aan de grond te krijgen in ontwikkelingslanden. BELANGRIJK WANT: Het programma Ondernemen Zonder Grenzen van Crosswise Works stimuleert sociaal ondernemers te ondernemen in ontwikkelingslanden, onder andere met een leer- traject en een businessplan-competitie. Het onderzoekt biedt inzicht in hoeverre het pro- gramma de ondernemers letterlijk en figuurlijk ver- der brengt. Ook geeft het onderzoek inzicht in wat het effect van de ondernemingen is op de mensen in de ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld doordat de bedrijven werkgelegenheid hebben gecreëerd bij de lokale bevolking (als een product daar geprodu- ceerd wordt) of doordat de ondernemersactivitei- ten het welzijn van de bevolking hebben vergroot. PARTNER: Stichting Crosswise Works DUUR VAN HET ONDERZOEK: 6 maanden MEER WETEN? Dr. Huub Ruël, lector International Business (hjm.ruel@windesheim.nl) Inwendige insulinepomp 2.0 WAT ONDERZOEKEN WE? De verdere ontwikke- ling van een inwendige insulinepomp voor diabe- tespatiënten. BELANGRIJK WANT: Voor ongeveer 400.000 diabetespatiënten wereldwijd geldt niet alleen dat hun lichaam geen insuline aanmaakt, maar ook dat hun lichaam slecht reageert op de gebruikelijke manier van insulinetoediening via injecties of een uitwendige pomp. Voor die groep patiënten is een WinWin NR.9 DECEMBER 201518 19
  • 11. door: bart de haan beeld: stefan klein koerkamp 20 01.00 PM LUNCH+ STELLING 1: De participatiemaatschappij is vooral een kille bezuiniging LinekeVerkooijen: ‘Ik vind participatiemaatschappij een las- tig woord. Bij de verzorgingsstaat voelde de staat zich verant- woordelijk voor het welzijn van al haar burgers. Zou je partici- patiestaat op dezelfde manier gebruiken, dan is het net alsof de staat zich verantwoordelijk voelt voor de participatie van elke burger. Volgens mij is dat wat ze juist niet bedoelen. Wat ze doen ishunverantwoordelijkheideenstukmindergrootmaken–indie zin is er sprake van een bezuiniging en een terugtredende over- heid – maar wel met een waarborg voor het kunnen participeren. Maar burgers zullen het zelf moeten doen. In die opvatting hoef je het zeker niet te zien als een kille bezuiniging.’ FreekBrouwer: ‘Als wethouder ben ik geneigd direct “ja” te zeggen. De gemeente Urk is bijvoorbeeld op het gebied van de WMO het meest gekort van alle gemeenten. Maar aan de andere kant: het kon zo niet doorgaan, die snelheid waarmee de zorg al het geld opslokte. Dus kil gaat inderdaad te ver, maar we moeten te snel. Daardoor voert de bezuinigingsoperatie nu de boventoon. Terwijl het eigenlijk over de veranderingen moet gaan en hoe we die goed gaan aanpakken. Het voelt alsof we iets nieuws moeten opbouwen, maar het ook meteen weer moeten afbouwen. En daar word ik soms best verdrietig van.’ SimonevanRuth: ‘Ik deel die zorg. Er kan zeker bezuinigd worden – de overheid is soms te ver gegaan in het zorgen. Dus ja: iedereen moet meedoen. Laat de mensen die dat goed kunnen ook gewoon met rust. Geen betutteling. Maar zorg wel voor een vangnet voor mensen die dat niet kunnen. Dát borgen is belangrijk.Jemoetbezuinigen,prima,maarhetgaatomgerichte keuzes met het overgebleven geld. Kijken we dan voldoende naar de meest kwetsbaren? Dat is een zorgpunt voor mij.’ Freek: ‘Ik denk niet dat er burgers in de knel raken. Gemeenten houden uiteindelijk hun zorgplicht. Het wordt anders ingedeeld, maar dat hoeft volgens mij niet ten koste te gaan van de zorg.’ Simone: ‘Wij zien wel dat de afstand tussen mensen die mee kunnen doen en de mensen die niet mee kunnen doen steeds groter wordt. Vroeger had je arm versus rijk, nu zie je meedoen versus niet-meedoen. Zeker omdat er steeds meer een beroep wordt gedaan op zelfredzaamheid en op samenredzaamheid. Dat vraagt veel van de groep mensen die bijvoorbeeld niet meer in aanmerking komt voor dagbesteding of andere voor- zieningendiedoordegemeentenenbijvoorbeelddeGGZwerden aangeboden. Deze mensen worden geacht dat zelf op te vangen. Sommigen kunnen dat, anderen niet. Deze mensen lopen straks de kans thuis te blijven zitten en geïsoleerd te raken. Wij accepteren - is mijn angst - als samenleving dat er een steeds grotere groep op deze manier aan de zijlijn komt te staan. Daar sluiten we onze ogen te makkelijk voor.’ Lineke: ‘In aanvulling daarop zou ik willen pleiten voor de ac- ceptatie van onredzaamheid. De participatiesamenleving gaat namelijk uit van de gedachte dat iedereen zelfredzaam zou zijn. In plaats daarvan moeten we accepteren dat niet iedereen dat is. Die ruimte moet er ook zijn.’ LEES VERDER OP PAGINA 22 Watkunjewelaandemaatschappijoverlatenenwatniet?Wanneerkunnenmensen welvoorzichzelfenanderenzorgenenwanneerniet?Belangrijkevrageninde flink veranderendezorgsector.UrkerwethouderFreekBrouwer,zorgbestuurderSimone van RuthenWindesheim-lectorLinekeVerkooijenprateninAlmereoverdeterugtrekkende overheid,denoodzaaktotbezuinigenenderolvanhetbedrijfsleven.‘We moetenons realiserendatwepasachtmaandenbezig zijn–ditprocesgaatnog jarenduren.’ GESPREK MET KARAKTER 21
  • 12. daar ben ik van overtuigd. Maar zelfs professionals kun je niet alles vragen. Specialisten blijven nodig.’ Lineke: ‘Precies. En mantelzorgers doen al zo veel! Als ze het niet meer redden, doen ze een beroep op de professionals. Dat is altijd zo geweest en dat zal ook zo blijven.’ Simone:‘Wemoetenjuistoppassendatwemantel- zorgers niet overvragen waardoor ze overbelast raken, met alle gevolgen van dien. Ik zie wel een beweging dat de zorg meer verschuift naar het informele circuit, dat er meer vrijwilligers ingezet worden. Dat vind ik mooi.’ Freek: ‘Op Urk hebben we een club van zeshonderd vrijwilligers onder de vlag van Caritas. Daarmee kunnen we alle kanten op, cliënten en vrijwilligers weten elkaar ook goed te vinden. Maar bepaalde zaken, zoals bijvoorbeeld de keukentafelge- sprekken, hebben we juist bij objectieve pro- fessionals belegd.‘ Simone: ‘Het kan elkaar heel goed versterken. Maak een gezamenlijk plan, bekijk wie welke rol daarin kan vervullen – vrijwilliger, mantelzorger én professional. Zo lang de cliënt maar de regis- seur blijft, dat is voor mij altijd het vertrekpunt.’ Lineke: ‘Het is voor veel mensen een drempel om mensen in hun netwerk om hulp te vragen terwijl uit onderzoeken blijkt: als mensen gevraagd worden, helpen ze graag.’ Simone: ‘Vaak zeggen mensen: laat maar weten als ik iets kan doen. Als je dan als burger een heel gerichte vraag hebt, bijvoorbeeld: “Kun je mij elke dinsdag naar de zorgboerderij brengen,” dan wordt dat heel vaak positief ontvangen. Het is een overzichtelijke, gerichte vraag. Mensen zijn dan blij dat ze kunnen helpen.’ Freek: ‘Zeker wanneer het een naaste is, wanneer je affiniteit hebt met die persoon. Als de voetbal- vereniging mij vraagt om een team te trainen, zal ik twijfelen. Voetbalt mijn zoontje in dat team, dan doe ik dat gewoon. Zo werkt het.’ STELLING 3: Kleine gemeenten kunnen beter omgaan met de decentralisaties in het sociale domein. Naar elkaar omkijken is daar al eeuwen heel gewoon! Simone: ‘Niet per definitie.’ Lineke: ‘Eens met Simone. Ik kom zelf uit een klein dorpje en het wordt in mijn ogen nogal geromanti- seerd. Alsof daar niet ook gewoon mensen wonen, met al hun nukken. Het is niet te bewijzen dat het beter of slechter werkt in een kleine gemeenschap.’ Freek: ‘Deopdrachtomtegelijkertijdteveranderen en te bezuinigen, was bij nader inzien misschien nietzoslim.Bouweennieuwzorgstelselénbespaar daarmee twintig procent. Ik had dat liever volgtij- delijk aangepakt: eerst de zorg opnieuw inrichten en vervolgens van daaruit kijken waar het zuiniger en slimmer kan.’ Simone: ‘Maar het is ook de economische realiteit om tot scherpere keuzes te komen. We moeten ons realiseren dat we pas acht maanden bezig zijn – dit proces gaat nog jaren duren. Ik merk nu dat ie- dereen op adem aan het komen is; langzamerhand begint het stof wat neer te dalen. Ik denk dat we nog wel vier of vijf jaar verder zijn, willen we écht de contouren zien. Maar ik ben wel hoopvol. Er ontstaat steeds meer waardering tussen gemeen- tes en zorgprofessionals, merk ik. We hebben el- kaar nodig en dat gaan we steeds meer inzien. De dynamiek dwingt, ondanks de donkere wolk van de bezuiniging, tot creativiteit.’ STELLING 2: Mantelzorgers in plaats van professionals lossen alle problemen op in de zorg Freek: ‘Ik val over het woord alle. Mantelzorgers en ook vrijwilligers kunnen veel dingen oppakken, Simone: ‘Op dit moment worden we door veel gemeenten ingekocht op basis van inzet in uren f fte’s, met de bijbehorende verantwoording. We zijn met gemeenten wel op zoek naar meer “output-indicatoren”,maardatisnogbesteenklus.’ Lineke: ‘Wat zijn dan de prestatie-indicatoren? Dat is moeilijk te bepalen.’ Simone: ‘De eigenheid van cliënten is zeer bepa- lend voor het uiteindelijke resultaat. Het is niet zo simpel als: we stoppen er X in, dus komt er Y uit.’ Freek: ‘Wij controleren niet op persoonsniveau. Dat kunnen we niet en willen we niet. Wij onder- zoeken de klanttevredenheid en hebben een hel- dere en toegankelijke klachtenprocedure. Ook hebben we een onafhankelijke sociaal regis- seur aangesteld om het grote geheel in de gaten te houden. Verder vertrouwen we op de expertise in de teams.’ Simone: ‘Dat klinkt goed. Het is belangrijk om de passie en kunde van die mensen te benutten. Laten we ze de ruimte geven. Dat was ook de insteek, maar het kan nog wel wat beter.’ Lineke: ‘Ik kies voor de wensen van de burgers als vertrekpunt, uiteraard binnen wettelijke kaders. Dat ondersteunt de eigen regie en zeggenschap en leidt tot zorg op maat. Dáár moeten we dan in het kader van controle prestatie-indicatoren bij zoeken. Klanttevredenheid en ontevredenheid zeggen eigenlijk weinig over de prestaties. Mensen kunnen al gauw tevreden zijn, omdat iemand aardig is. Maar wat is dan de prestatie?’ Freek: ‘Ik kan alleen voor Urk spreken. We zijn klein enhecht,meteenbloeiendverenigingsleven,sterke kerken en dus zo’n zeshonderd vrijwilligers. Daar komt onze eilandmentaliteit nog bij, dus ja: bij ons is het wel vanzelfsprekend. Maar ik zie ook initia- tieven in steden ontstaan, waar wijken en buurten zich verenigen en naar elkaar omkijken. Lijkt me dus niet voorbehouden aan kleine dorpen. Lineke: ‘Dat denk ik ook niet. Ik denk dat er een bepaald evenwicht moet zijn tussen afstand en nabijheid. Kleine gemeenten moeten zorgen dat ze niet te nabij komen, grote gemeenten moeten waken voor een te grote afstand tot de burger. Ik denk dat daar de opdracht zit, niet in de omvang.’ Simone: ‘Een kleine gemeente heeft daarnaast soms ook te weinig beleidscapaciteit om te onder- steunenbijdetransities,terwijlingrotegemeenten er soms een risico is dat te veel mensen verkokerd langs elkaar heen werken. Er zal ergens een ideale schaal zijn, ongetwijfeld. Maar wat dat optimum dan is?’ Freek: ‘Het scheelt dat we op Urk veel families hebben die in het dorp wonen, die zoeken elkaar al op. En de kerk speelt een grote rol. Ieder huis- houden krijgt eens per jaar een diaken of ouder- ling op bezoek. Gewoon om te horen hoe het gaat, kijken wat we voor elkaar kunnen beteke- nen. Daar voegen wij als gemeente nog een pro- fessionele laag aan toe, zodat ook de laatste schroom om problemen te delen hopelijk wordt weggenomen. Voor zover ik kan beoordelen, af- gaande op de klanttevredenheid en andere feed- back, gaat dat goed.’ STELLING 4: Om excessen te voorkomen, hebben gemeenten de neiging om de uitvoering van de zorg meer te controleren. Dit moeten zij niet doen. Simone: ‘Ik denk dat we op termijn toe moeten naar gemeentelijke sturing op resultaat, in plaats van op de inhoud van de uitvoering.’ Freek: ‘Mee eens. Natuurlijk moeten we als ge- meente bewaken dat het goed gaat, maar we moeten ook vertrouwen op de expertise van de door onszelf ingekochte professionals. Objectief de hele situatie blijven bekijken, wettelijk de kaders en richtlijnen borgen. Maar uiteindelijk verder niet mee bemoeien.’ DE LOCATIE: LUNCHEN BIJ TANTE TRUUS Dit gesprek vond plaats bij Tante Truus, in de binnenstad van Almere. Deze lunchroom werd opgezet door ouders van mensen met een verstandelijke beperking, om hun kinderen een werkplek te bieden midden in de maatschappij. Deze kinderen noemen ze ‘mensen met karakter’. Zonder subsidies van de overheid houdt Tante Truus inmiddels al tien jaar de eigen broek op. Ook een keer lunchen met karakter? www.tantetruusalmere.nl werkplek te bieden midden in de maatschappij. Deze kinderen noemen ze ‘mensen met karakter’. ‘Laten we accepteren dat niet iedereen zelfredzaam is’ WinWin NR.9 DECEMBER 201522 23
  • 13. WIEIS WIE? STELLING 5: Zonder betrokkenheid van het bedrijfsleven wordt het niks met de participatiemaat- schappij. Freek: ‘Lijkt me een logische. Het bedrijfsleven moet bereid zijn tijd en aandacht te steken in het participeren van bijvoorbeeld Wajongers. Maar volgens mij gaat dat al wel aardig goed.’ Simone: ‘Kijkjepuurnaardearbeid:ja,dankunnen we niet zonder het bedrijfsleven. Maar je kunt op veel manieren meedoen, we moeten ons niet blind staren op die arbeidscomponent. Daarin is een rol voor de overheid onontbeerlijk.’ Lineke: ‘Het lijkt wel of participeren en werk hetzelfde zijn. Als we vast blijven houden aan dat gedachtengoed – het werk als heilig doel – dan wordt het nooit wat met die participatiemaat- schappij. Zonde!’ Simone: ‘Alsof arbeid het hoogste goed is. We zitten nu in een lunchroom, waar mensen met een beperking de bediening verzorgen. Niet iede- reen kan dat, hoor. Mensen die niet in aanmerking komen voor werk, zullen zich per definitie minder gaan voelen als we op deze voet verder gaan. Dat lijkt me niet de bedoeling. Meedoen naar vermogen, dát moet het uitgangspunt zijn.’ LINEKE VERKOOIJEN (59) islectorKlantenperspectiefin OndersteuningenZorgbijWindesheimFlevoland.Zebegonhaar carrièrealsverpleegkundigeenstudeerdeGezondheidswetenschappen. In2006promoveerdezeaandeUniversiteitvoorHumanistiekin Utrechtophetonderwerp‘Ondersteuningeigenregievoeringen vraaggestuurdezorg’. FREEK BROUWER (55) isgeborenengetogenopUrkensinds2014 namensdeChristenuniewethouderSociaalDomeinindiegemeente. DaarvoorwashijstatenlidinFlevoland,metcultureelerfgoed,visserij enjeugdzorgalsbelangrijkstespeerpunten.Daarnaastwashij directeurvandeplaatselijkebasisschoolopUrk. SIMONE VAN RUTH (43) studeerdeGezondheidswetenschappenen RechteninMaastrichtenwerkteinverschillendesectorenindezorg. Sinds2010werktzealsdirecteurvoorMEEIJsseloevers,in2014kwam daarookMEEVeluwebij.AlseenhoofdigeRaadvanBestuur pleit ze voormeerregiebijdecliëntenmeerautonomievoordezorgprofessionals. Doorverliescompensatierechtennietofnietvolledigte waarderen,zijngepubliceerdewinstenvanbeursgenoteerde ondernemingensystematischvertekend.Ditblijktuitonder- zoekvanhetlectoraatAccountancyenControllingvan Windesheim.Hetonderzoekvolgtopeerderonderzoek waaruitalbleekdatwinstcijfersvanbeursfondsenintijden vanhoogconjunctuursystematischvertekendzijn. Bedrijven mogen verliezen verrekenen met winsten in toekomstige jaren. Deze voorwaartse verliescompensatie leidt tot lagere toe- komstige winsten en bijgevolg lagere toekomstige belastingaf- drachten. Voorwaartse verliescompensatierechten hebben daarmee waarde en dienen in de balans te worden opgenomen. Uit onderzoek van dr. Peter Epe RA, lector Accountancy en Controlling bij Windesheim, bleek in 2005 al dat gepubliceerde winsten van Nederlandse beursfondsen 18 procent afwijken van de werkelijke winst. ‘In de jaren die volgen op het verliesjaar blijken bedrijven vrijwel altijd over voldoende fiscale winstruimte te beschikken om het verlies volledig te verrekenen. Dat betekent dat verliescompensatierechten ten onrechte niet of niet volledig zijn gewaardeerd’, aldus Epe. Uit het recente onderzoek blijkt nu dat beursfondsen óók in crisisjaren genoeg fiscale winstruimte blijken te hebben voor volledige verliescompensatie. Omdat in perioden van recessie de bedrijfswinsten achterblijven, heeft het niet of niet volledig waar- deren een nog grotere invloed op de winstcijfers. De onterechte voorzichtigheid vertekent de gepubliceerde winstcijfers met ruim 27 procent. ‘Winstcijfers van beursfondsen worden vooral in jaren van laagconjunctuur systematisch vertekend. Met het thema van ons lectoraat in ons achterhoofd - integriteit in de financiële wereld - is het vraagstuk van de waardering van verliescompen- satierechten actueler dan ooit’, aldus Epe. WindesheimlanceertLandelijk ExpertisecentrumFamiliebedrijven HetLandelijkExpertisecentrumFamiliebedrijvenisvan startgegaan.Hetcentrumstaatonderleidingvandr.Ilse Matser,lectorFamiliebedrijvenbijWindesheiminZwolle. ‘Familiebedrijvenvormendemotorvandeeconomie’,zegt Matser.‘Metonsonderzoekenkennisuitwisselingwillen wijhunondernemendekrachtversterken.’ Nederland moet bewuster omgaan met zijn familiebedrijven en metdevolgendegeneratieondernemersinfamiliebedrijven.Daarom pleit het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven voor meer kennisinvesteringen in familiebedrijven. Deze bedrijven zijn een belangrijke economische pijler in onze samenleving. Landelijk is 69% van alle bedrijven familiebedrijf, in Overijssel zelfs 76%. Daarmee zijn hun activiteiten cruciaal voor werkgelegenheid, inno- vatie en welvaart. Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven versterkt de ondernemende kracht van familiebedrijven met kennis en inzichten uit praktijkgericht onderzoek. Het onderzoek van het nieuwe expertisecentrum Familiebedrijven richt zich op actuele strategische vraagstukken. Bijvoorbeeld op het vlak van de meerwaarde van de familie als ‘resource’ voor het bedrijf, goed bestuur in familiebedrijven en ondernemerschap door de generaties heen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met landelijke branchevereni- gingen en diverse universiteiten binnen en buiten Europa. ‘Maar de belangrijkste samenwerkingspartners zijn uiteraard de bedrijven zelf’, zegt Matser. ‘Zij vormen het bestaansrecht van het expertisecentrum en zijn daarom nauw betrokken, onder andere via het Comité van Aanbeveling.’ UIT- GEZOCHT Winstcijfers beursfondsen systematisch vertekend Landelijk is 69%van alle bedrijven familiebedrijf WinWin nr.9 december 201524 25
  • 14. 3. 2. 1. Samen sterk voor elk talent Samen met elf bedrijven en instanties zet Windesheim zich extra in voor mensen met een functiebeperking. Zo krijgen deze mensen bij het volgen van een studie de beschikking over uitgebreide voorzie- ningen zoals speciale software of aanpassing in toetsen. Als ze op zoek zijn naar passend werk, worden banen gecreëerd. Naast Windesheim doen de volgende partijen mee: Randstad Groep, PEC Zwolle United, het UWV, de gemeente Zwolle, de Ambelt, Vitaalpunt, Trias Jeugd- hulp, de Dilemmamanager, Landstede, Deltion en Expertise-centrum Handicap en Studie. Hiervoor heb- ben ze onlangs het statement ‘Samen sterk voor elk talent’ ondertekend. Windesheim traint sociale wijkteams Zwolle Op verzoek van de gemeente Zwolle traint Windesheim sociale wijkteams in de techniek van motiverende gespreksvoering. Uit onderzoek blijkt dat de gesprekstechniek en de kennis erover bij veel zorg- en welzijnprofessionals snel verwatert. Medewerkers in de sociale wijkteams zetten motiverende gespreksvoering in met het doel cliënten te stimuleren bepaald gedrag te veranderen. Om op een goed niveau qua gesprekstechniek te blijven is veel training en feedback nodig. Windesheim Flevoland en Coloriet kleuren zorgmarkt Windesheim Flevoland en zorgaanbieder Coloriet hebben een partnerschapovereenkomst gesloten. De overeenkomst is gericht op kennisdeling met het doel een impuls te geven aan de toekomstige arbeidsmarkt voor zorgprofessionals in Flevoland. Coloriet haalt met de samenwerking jonge mensen en frisse ideeën binnen haar zorgorganisatie voor complexe ouderenzorg. Rien Komen, directeur Windesheim Flevoland, is van mening dat met de samenwerking de kans groter wordt dat hoogopgeleiden uit de regio na hun studie ook in de regio blijven werken. DeTekenTrekTrainer,ontwikkelddoorstudentenenonderzoekers van het lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim voor het RIVM en Pontes Medical, heeft de RIVM Innovatieprijs 2015 gewonnen. Met de kunststof TekenTrekTrainer kan op een realistische wijze worden geoefend met het verwijderen van teken die zich vastbijten in de huid van dieren of mensen. Veel teken in Nederland dragen de ziekte van Lyme. Het snel verwijderen van een teek is belangrijk om te voorkomen dat de teek zijn ziekteverwekkers overbrengt. De TekenTrekTrainer bestaat uit een kunststof huid en kunst- teken. De ontwikkelde siliconen huid is vergelijkbaar met de menselijke huid. De kunststof teken zijn met een 3D-printer gemaakt. Margie Topp, lector Kunststoftechnologie bij Windesheim, is trots op het product dat uiteindelijk is opgeleverd en nu in de prijzen is gevallen. ‘Voorheen werden medische professionals, boswachters en scouts getraind om tekenteverwijderendoorkruidnagelsuitsinaasappelstetrekken. De beleving hiervan is ver verwijderd van het weghalen van echte teken.’ Het RIVM gaat nu onderzoeken hoe de TekenTrek- Trainer daadwerkelijk in productie kan worden genomen. Meer informatie? Dr. Margie Topp, Lector Kunststof- technologie (m.topp@windesheim.nl) TekenTrekTrainer wint RIVM Innovatieprijs Facts +figures 1,5 miljoenmensen in Nederland met een arbeidshandicap hebben problemen met het vinden of behouden van een baan. (Bron: Arbokennisnet) 2.600.000mantelzorgers zijn er in Nederland. Zij zorgen minimaal 8 uur per week voor drie maanden of langer voor een naaste. De geschatte waarde van de mantelzorg ligt op 7 miljard euro. (Bron: Stichting Werk&Mantelzorg) hebben we vorig jaar per hoofd van de bevolking uitgegeven aan zorg. De totale zorgkosten zijn met 1,8% gestegen tot 95 miljard euro. (Bron: CBS) 5.630 euro Er zit een rancuneuze kant aan de bejubeling van de participatiesamenleving: bestuurders en managers zijn de sjaak. Het viel me op toen ik voor het boek “De ondernemende burger” met collega-journalist Jelle van der Meer het land door toerde langs burgerinitiatieven. De leiding- gevenden van de formele instanties waar ondernemende burgers mee te maken kregen, konden meestal geen goed doen. Vaak trof de hoon gemeentebestuurders, maar ook managers van zorg- en welzijnsinstellingen en uitkeringsinstanties. Die willen formaliseren, controleren en het liefst elk initiatief van mensen om een buurthuis zelf te runnen, de zorg te organiseren en een zwembad te bestieren de nek omdraaien. Er heerste, kortom, een diep geworteld wantrouwen tegen ‘de formelen.’ En weet u? Vaak hadden ze nog gelijk ook. Vragen en eisen over outputcijfers, democratisch gehalte, representativiteit - zeg maar al dat gezeur uit de ‘systeemwereld’ - daar heb je natuurlijk geen boodschap aan als je enthou- siast je best doet voor buurt of dorp. Dan wil je de ruimte krijgen. Kunnen de formelen daarom niet iets preciezer kijken hoe ze burgerini- tiatieven kunnen faciliteren? Met meer lucht in regels en protocollen? Zou het daarbij niet helpen dat ze met zo’n verluchtiging ook in eigen huis hun voordeel doen? Ik las over een welzijnsinstelling die alle formele functies heeft afgeschaft, waar nauwelijks verschil meer mag bestaan tussen gewone burger, vrijwilliger en betaalde kracht. Ik weet het, op veel plekken is de beweging eerder de andere kant op, naar meer regels en protocollen. Toch zou het bestuurders en managers enorm moeten aanspreken om op zo’n manier wat meer leefwereld in huis te halen. De voordelen voor werkplezier en servicegerichtheid liggen voor het oprapen. Hoog tijd dat de ‘formelen’ en ‘informelen’ vaker met elkaar gaan verkennen waar het schuurt, en – immers, zonder wrijving geen glans – ze elkaar versterken. Bestuurderszijn desjaak. Terecht? COLUMN MarcelHam HoofdredacteurvanhetTijdschrift voorSocialeVraagstukkenen socialevraagstukken.nl.Auteurvan o.a.‘Gaatdeeliteonsredden?’ ‘Diepgeworteld wantrouwen tegendeformelen’ WinWin NR.9 DECEMBER 201526 27
  • 15. Marty Veen (59) is stagecoördinator bij de opleidingen Bewegen en Sport van Windesheim. Hij is (post)-hbo opgeleid, had jarenlang twee banen en heeft de ziekte van Parkinson. In 2010 is hij gestopt met zijn baan als vakleerkracht in het basisonder- wijs. Hij koos voor zijn werk bij Windesheim. Is Windesheim aantrekkelijk voor jou? ‘Ja, ik voel me hier erg gewaardeerd. Bij de opleidingen Bewegen en Sport is de collegialiteit groot. Een voorbeeld? Vroeger gaf ik voorlichting aan stagebegeleiders. Op een gegeven moment werd me dat te veel. Een collega bood spontaan aan om de voorlichting over te nemen. Ik bleef erbij om aanvullingen te geven. Dat gebeurt hier gewoon. Mijn collega’s verrasten mij ook eens met een zweefmolentje, omdat ik alles zo goed draaiende houd. Dat soort dingen. Verder zijn de taken bij Windesheim dusdanig passend dat ik het werk hier goed aan kan.’ Waar ben je goed in? ‘Ik ben nauwkeurig. Als ik ergens aan begin, maak ik het af. Ik ben enthousiast en wil graag mee in vernieuwingen. Ik vind het leuk om voor collega’s en studenten iets te betekenen.’ En waarvoor kunnen we je beter niet vragen? ‘Je moet mij niet meer alleen voor een grote groep neerzetten. Dat kost mij te veel energie. En ik kan niet tegen externe druk met een te krappe deadline.’ Hoeomschrijvencollega’sjou? Marty schiet een collega aan. Zonder aarzeling zegt deze: ‘Integer.’ Vervolgens: ‘Marty is betrouwbaar. Hij is er altijd, ook al werkt hij op papier maar 0,3 fte. Hij is erg betrokken en ondernemend.’ Martyvoegt kleur toe