1. 16 Opinie
Opleiding jurist
moet breder
Schrap de wettelijke eis dat alleen bachelors in de rechten tot de
advocatenopleiding mogen worden toegelaten. Advocatuur is juist
gediend bijgeneralisten, betogen Martijn Snoep, Arnold Croiset van
Uchelen, Johan Rijlaarsdam, Michaëla Ulrici en Bas Boris Visser.
‘W
aarom experts
vinden dat u een
T-shaped client lo-
ving lawpreneur
moet worden’,
kopte het Advo-
catenblad onlangs. Hiermee wordt be-
doeld dat advocaten diepgaande kennis
(de staander in de T) moeten combineren
met meer algemene kennis en vaardighe-
den (de ligger in de T).
Een terechte oproep, die net zo goed
geldt voor rechters en andere juristen. Met
uitsluitend kennis van het recht kunnen zij
complexe problemen niet langer oplos-
sen. Een echtscheidingsadvocaat moet be-
grijpen wat de psychologische impact is
van een scheiding. Een rechter moet ge-
voel hebben voor de maatschappelijke ef-
fecten van zijn beslissing. En een bedrijfs-
jurist moet weten wat de financiële gevol-
gen zijn van een contractbreuk. Basisken-
nis van psychologie, sociologie, politicolo-
gie en economie is onontbeerlijk. Alsmede
academische vaardigheden als analytisch
denken, argumenteren en interpreteren.
Helaas biedt de universitaire studie
daarvoor nauwelijks nog ruimte. In de ba-
chelorfase wordt overwegend aandacht
besteed aan juridische techniek, zoals het
stelsel van Nederlandse en Europese wet-
geving, jurisprudentie en doctrine. Dat is
geen vrijwillige keuze van de universitei-
ten. De wetgever dwingt hen daartoe door
eisen te stellen aan het curriculum. Die ba-
chelor, aangevuld met een eenjarige mas-
ter, geeft toegang tot de advocatenoplei-
ding. Zonder bachelor rechten kom je er
niet tussen.
Een aantal universiteiten heeft oog voor
de maatschappelijke vraag naar breder
opgeleide juristen en probeert hierin te
voorzien binnen het wettelijke kader. Uni-
versity College van de Universiteit Utrecht
biedt een ‘liberal arts & sciences’- bache-
lor aan, waarmee studenten zowel een ba-
chelor rechten als social sciences kunnen
halen. Ook de UvA en VU overwegen iets
vergelijkbaars aan te bieden. De Erasmus
Universiteit kent een zesjarig programma
waarin een bachelor en master voor zowel
economie als rechten te behalen is.
Helaas betreft het hier allemaal klein-
schalige, selectieve opleidingen waarvoor
studenten al op hun achttiende moeten
kiezen. Studenten die na een niet-juridi-
sche bachelor een juridisch beroep willen,
kunnen praktisch niet meer instromen.
Noodgrepen zijn wel op komst: UvA en VU
denken aan een tweejarige vervolgoplei-
ding voor deze groep. Dat zou een goede
ontwikkeling zijn.
Een meerderheid van de rechtenstuden-
ten blijft echter nog steeds verstoken van
andere kennis dan de juridische. En zelfs
die blijft niet hangen. In de driejarige part-
time advocatenopleiding die volgt op de
verplichte master moeten belangrijke juri-
disch-technische vakken worden overge-
daan. Bovendien is juridische kennis snel
achterhaald. Deze praktijk gaat allemaal
ten koste van een bredere academische
opleiding. Dat is zonde, want meer dan de
helft van bachelor-juristen gaat uiteinde-
lijk helemaal geen traditioneel juridisch
beroep uitoefenen. Juist voor deze groep
is een bredere opleiding zinnig.
Hier ligt een taak voor de wetgever.
Schrap de eis dat alleen bachelors in de
rechten tot de advocatenopleiding mogen
worden toegelaten. Een master rechten,
zonder bachelor vooraf, zou voldoende
moeten zijn. Voor juristen in spe kunnen
dan brede bachelorprogramma’s opgezet
worden, met sociaal-wetenschappelijke
vakken. Om toegang te krijgen tot de advo-
catenopleiding hoeft vervolgens alleen
een eenjarige, op Nederlands recht gerich-
te juridische master te worden afgerond.
Die master is alleen toegankelijk voor stu-
denten met basale juridische kennis, op-
gedaan tijdens een bachelor rechten, een
bachelor social sciences met een juridi-
sche major of voor studenten zonder eni-
ge juridische voorkennis, na het volgen
van een eenjarig schakelprogramma dat
universiteiten kunnen gaan aanbieden. Ef-
fectief is er dan sprake van minimaal twee
jaar juridisch-technisch onderwijs voordat
men de advocatenopleiding instroomt.
De Nederlandse situatie komt zo meer
in lijn met die in de Verenigde Staten, waar
inmiddels ook een tweejarige juridische
master overwogen wordt die voor iedere
bachelor toegankelijk is. Tevens zullen we
aansluiting vinden bij het Verenigd Ko-
ninkrijk, waar iedere academicus, onge-
acht de gevolgde master, na het afronden
van een eenjarige conversion course kan
worden toegelaten tot de relatief wat
zwaardere advocatenopleiding. Men kan
veel zeggen over juristen uit beide landen,
maar niet dat zij minder goed zijn opgeleid
dan de Nederlandse.
Uiteraard staat het Nederlandse univer-
siteiten vrij om de juridisch-technische ba-
chelor te handhaven, maar om de brede
opleiding voor de ‘T-shaped lawyers’ mo-
gelijk te maken is het van belang de wet te
wijzigen. De Tweede Kamer is nu aan zet.
Martijn Snoep, bestuursvoorzitter De
Brauw Blackstone W estbroek. Arnold Croi-
set van Uchelen, bestuursvoorzitter Allen &
O very. Johan Rijlaarsdam, bestuursvoorzit-
ter H outhoff Buruma. Michaëla Ulrici, be-
stuursvoorzitter Nauta Dutilh. Bas Boris
Visser, bestuursvoorzitter C lifford C hance.
Zorg dat de
pleidooien,
adviezen en
vonnissen
van juristen
een beetje
wereldser
worden
ILLUSTRATIEPAVELCONSTANTIN