3. Epidemiologie
• Ongeveer 1500 suïcides per jaar
• Ongeveer 15.000 pogingen per jaar in beeld
bij de gezondheidszorg (SEH/GGZ/IC)
• Stijging sinds 2007
• Duidelijke relatie met economie (Shu-Sen
Chang (Universiteit van Hong Kong) en
collega’s in BMJ (2013;347:f5239))
4. Visie op Suïcidaal Gedrag
• De term ‘suïcidaal gedrag’ verwijst naar het
geheel aan gedachten, voorbereidings-handelingen
en pogingen die een zekere
intentie uitdrukken om zichzelf te doden
• Naast een intentie om dood te gaan, is er vaak
een intentie om te leven
• Belangrijk: suïcides zijn niet te voorspellen!
Alleen het risico kan redelijk betrouwbaar
worden geschat!
6. Algemene Principes
• Basisvaardigheden:
– herkenning van suïcidaal gedrag;
– onderzoek naar de suïcidale toestand;
– onderzoek naar het complex van factoren
dat bij de individuele patiënt tot het suïcidale
gedrag heeft geleid;
– beoordeling van de mate waarin de patiënt
in staat geacht mag worden zijn of haar
belangen te overzien en te waarderen.
7. Algemene Principes (vervolg)
• Structuurdiagnose:
– een beschrijving van de huidige suïcidale
toestand;
– een beschrijving van de relevante stress- en
kwetsbaarheidsfactoren;
– hypothesen over de etiologie
(ontstaansvoorwaarden) en pathogenese
(ontstaanswijze) van het suïcidale gedrag;
– de mate van wilsbekwaamheid.
8. Algemene Principes (vervolg)
• Contact maken!
– empathisch, niet veroordelend
• Naasten betrekken!
– weeg de balans tussen privacy en veiligheid
• Veiligheid en continuïteit van zorg!
9. Diagnostiek
• Durf er naar te vragen
• Durf door te vragen
• CASE-benadering (Chronological Assessment of
Suïcide Events: Shea, 1998):
– vraag eerst naar actuele gedachten en
gebeurtenissen
– dan naar recente voorgeschiedenis (4-8 weken)
– vervolgens naar ruimere voorgeschiedenis van
eerdere episodes
– tot slot hoe patiënt de toekomst ziet, welke
plannen, en wat er zou moeten veranderen om
weer perspectief te hebben.
10. Behandeling
• Opname (Gesloten): bij psychose/delier
• Opname (Open): bij overige As I en As II,
indien ambulant niet mogelijk is (bijv. beperkt
steunsysteem)
– herstel eigen (gedeeltelijke)
verantwoordelijkheid/autonomie
– NB: opname voorkomt niet in absolute zin
suïcide
• Ambulant: indien mogelijk (steunsysteem,
coöperatie, etc)
12. Handelen na een Suïcide
• Informeren
– familie
– eindverantwoordelijken Instelling
– (eventuele) medepatiënten
– huisarts
– rapporteren
• Opvang organiseren
– familie
– (eventuele) medepatiënten
– leden multidisciplinaire team
• Reconstrueren van de suïcide
• (Eventueel) melden van de suïcide aan de inspectie
13. Aanbevelingen SEH/Huisarts
• contact maken, zorg voor veiligheid en
continuïteit en het bij de zorg betrekken van
naasten
• herkennen of mogelijk sprake is van een
psychiatrische stoornis;
• kunnen beoordelen of verwijzing en/of
consultatie van een deskundige nodig is.
• WGBO vóór BOPZ
• 113Online.nl
15. Casus 1
• 23 jarige vrouw, sinds 16e bekend in de GGZ.
Veel TSen met medicatie. Ook sprake van
automutilatie. Veel diagnosen: PTSS,
Dysthymie, Borderline.
• Meldt zich telefonisch bij HAP dat ze 4 pakjes
PCM heeft genomen en een halve fles vodka
16. Casus 1 (vervolg)
• Ingestuurd naar SEH, gespoeld en
opgenomen ter observatie
• Volgende dag vraagt Internist een
psychiatrische beoordeling
17. Casus 2
• 52 jarige man, blanco psychiatrische VG
• Recent baan kwijt geraakt, schulden. Staat op
het punt zijn huis kwijt te raken. Echtgenote wil
ook van hem scheiden.
• Is fors gaan drinken
• Meldt zich bij de huisarts ivm slaapproblemen
18. Casus 2 (vervolg)
• blijkt bij doorvragen forse suïcide gedachten te
hebben. Heeft voorbereidingen getroffen (touw
en haak voor in de schuur). Afscheidsbrief al
klaar.
• Huisarts verwijst naar Crisisdienst