1. Dia 1:
Uit 1 Tim.4:8 Oefen u in de Godsvrucht! Want de oefe¬ning van het
lichaam is van weinig nut... heeft men wel afgeleid, dat Paulus tegen sport
was. Men bespeurt bij hem zelfs een onderwaardering van het lichaam.
Toch moeten we deze veel geciteerde tekst niet verkeerd begrijpen.
Paulus wil er alleen mee aangeven, dat er iets is wat nog veel belangrijker
is dan sport.
Bij sportbeoefening kun je teveel denken aan het hier en nu. Als ik hier
maar win, als ik hier maar geniet, maar er is ook een toekomst. Hoe staat
het er dan met je voor? In dat licht gezien kan lichamelijke
conditietraining je niet helpen. Er is geestelijke conditietraining nodig(dus
bijbelstudie etc.)
Paulus kent die wereld, die bol staat van sport en vindt die training niet
nutteloos, maar als je het vergelijkt met de oneindige waarde van het
geloof, dan is het geen vraag meer wat het belangrijkste is.
Dia 2:
- Hoogmoed: De trots van de mens is inherent aan professionele sporten. “Hij is de beste;
ik ben de beste; wij zijn de besten; wij winnen de meeste wedstrijden, maken de meeste
doelpunten, hebben de beste verdediging en de beste spitsen ….”. De trots en hoogmoed die
uit professionele sporten en hun aanhangers straalt is doordringend. “Want van binnenuit,
uit het hart van de mensen, komen voort … hoogmoed, onverstand; al deze verkeerde
dingen komen voort van binnenuit en verontreinigen de mens” (Markus 7:21-23), maar
God waarschuwt dat we dit moeten wegdoen. Dit komt uit het evangelie van Marcus.
- Egoïsme: “Omdat het een geest van naijver en zelfzucht ontwikkelt; iemands hele
verlangen gaat naar persoonlijk succes, ongeacht wat met de anderen gebeurt”. In feite leert
sport ons blij te zijn wanneer onze opponenten falen of wanneer een andere speler uitvalt en
ik zijn positie kan innemen. Winnen en de promotie van het “ik” is alles wat telt.Spreuken
8:13 “Het kwade haten is vrees voor de HEER. Ik haat hoogmoed, verwaandheid,
wangedrag en een mond vol slinkse woorden”
- Heldencultus: De verering en cultus van sportsterren krijgt met de jaren een grotere
impact vanuit de grote massa, en ze neemt de meest dwaze proporties en gedaanten aan. Om
misselijk van de worden. Het maakt het hart ziek. In Jesaja 42:8 waarschuwt God: “Mijn
eer zal Ik geen anderen geven”!
- Hebzucht: Hebzucht is een van de definities van moderne professionele sporten.
Schandalig hoe sporters en hun entourage fortuinen “verdienen” met tegen een bal te trappen
of te slaan, pedalen rond te draaien, de ander K.O. te boksen, en andere compleet zinloze
prestaties. De professionele sport in het Westen is een orgie van geld en hebzucht, en de
Bijbel zegt dat dit een zonde is die gelijk staat met afgoderij. “Dood dan uw leden die op de
aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die
afgoderij is” (Kol. 3:5). Uit de brief aan de Kolossenzen.
Dia 3:
Om de kritiek af te sluiten tot slot dit citaat: Mattheüs 6:24: “Niemand kan twee heren dienen:
hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de
andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de Mammon”
2. De Mammon is een afgod, bekend uit de Bijbel. Het woord mammon is Syrisch voor geld of rijkdom,
waarbij vaak gold dat die rijkdom als een god vereerd werd.
In de Willibrordvertaling is het vertaald als geldduivel.
De uitdrukking "de mammon dienen" betekent in de Nederlandse taal: "geldzuchtig zijn".
Dia 4: Madonna del Ghisallo
Madonna del Ghisallo, voluit Santuario della Madonna del Ghisallo, is een kerkje uit 1632 op de
heuvel Ghisallo, nabij het Comomeer in Italië, en is vernoemd naar een
legendarische mariaverschijning. Het kerkje is beroemd als bedevaartsoord voor het wielrennen in
Italië. Het ligt langs de route van de Ronde van Lombardije, ongeveer halverwege de
plaatsen Canzo en Regatola (op de landpunt in het meer) en op 50 kilometer van de stad Varese.
Volgens de legende werd in de Middeleeuwen graaf Ghisallo aangevallen door struikrovers, toen hij
een verschijning van Maria zag, op een altaar. Hij rende erheen en werd gered van de rovers.
Madonna del Ghisallo werd patroonheilige van reizigers.
In 1949 werd Madonna del Ghisallo, op voorstel van de priester Ermelindo Viganò, door Paus Pius
XII uitgeroepen tot beschermheilige van wielrenners.[1] Sindsdien wordt het kerkje bezocht door
wielertoeristen. In het kerkje brandt een eeuwige vlam voor gestorven renners. Voor de deur van de
kerk staat een standbeeld van Fausto Coppi dat in 1960 werd onthuld, alsmede een standbeeld
van Gino Bartali, twee kampioenen van weleer. Op 31 mei 2006 werd de laatste - door
paus Benedictus XVI gezegende - steen gelegd voor een wielermuseum, dat naast de kapel werd
gebouwd. In het museum zijn wieleraandenken te vinden: racefietsen, biografieën en foto's, tricots van
winnaars en wat dies meer zij. Ook de verwrongen fiets van streekgenoot Fabio Casartelli is hier
aanwezig. Enige herinnering aan een Nederlandse renner alhier: Joop Zoetemelk. [2]
Dia 5:
- Je leert in teamverband werken. In sport is iedere speler
belangrijk. Je leert een ander waarderen.
- Je leert ook verlies te accepteren. Je leert daarin
teleurstellingen incasseren, hetgeen je ook kan helpen in andere
situaties in het leven.
- Je leert het best uit jezelf te halen
- Je leert jezelf te verbeteren en kritisch op jezelf te zijn