SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 8
Downloaden Sie, um offline zu lesen
1
beter samen!
Notitie over de toekomst van het pensioenstelsel van
het Algemeen Bestuur van de CNV Vakcentrale 11 april 2016
2
Leeswijzer
Het eerste hoofdstuk laat zien waarom het nu voor het CNV tijd is positie te kiezen in de nationale dialoog
over een toekomstbestendig pensioenstelsel en pensioencontract. Het tweede hoofdstuk biedt plaats aan
de waarden die gelden voor het CNV bij het bepalen van deze positionering. Het derde en laatste hoofdstuk
geeft aan welke positie het CNV kiest en om welke redenen.
Het CNV kiest binnen de SER discussie voor een toekomstbestendig pensioencontract. Bij deze keuze gel-
den als uitgangspunten het arbeidsvoorwaardelijke karakter van pensioen en het behoud van solidariteit,
collectiviteit en de verplichtstelling. Vanwege het tegengaan van pech- en gelukgeneraties kiest het CNV
voor de varianten met een collectieve buffer voor risico`s, de varianten IB en IVC.
Deze twee varianten, of anders geformuleerd, deze twee mogelijke nieuwe pensioencontracten weten de
uitdagingen van nu het best te combineren met het behoud van de goede bouwstenen van het uitkerings-
contract, dat te kwetsbaar is geworden. En dat is exact de strekking van de titel van dit position paper:
beter samen dan alleen, maar dan in een nieuw pensioencontract.
3
Waarom dit position paper?
Probleemanalyse
Het overgrote merendeel van de Nederlandse werknemers bouwt nu verplicht ouderdomspensioen op in
de vorm van een uitkeringsovereenkomst binnen verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Uitgangs-
punt is dat de nominaal opgebouwde pensioenuitkering gegarandeerd is, de indexatie in zowel de opbouw-
fase als de uitkeringsfase is echter voorwaardelijk. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
kan op verzoek van werknemers en werkgevers een pensioenfonds verplicht stellen voor een bedrijfstak.
Gevolg van een verplichtstelling is dat op alle werkgevers binnen een betreffende bedrijfstak de verplich-
ting rust zich aan te sluiten bij dit pensioenfonds. Ratio van de verplichtstelling is het tegen gaan van
concurrentie binnen een bedrijfstak en om er voor te zorgen dat er zo min mogelijk werknemers zijn die
geen ouderdomspensioen opbouwen. De verplichtstelling staat er borg voor dat ouderdomspensioen col-
lectief wordt opgebouwd. Dit brengt schaalvoordelen met zich mee en daarmee besparing van kosten. Een
ander kenmerk van dit pensioenstelsel is zijn intergenerationele solidariteit. Binnen een verplicht gesteld
bedrijfstakpensioenfonds worden risico`s als langleven, arbeidsongeschiktheid en fluctuerend beleg-
gingsrendement met elkaar gedeeld. Dit delen van risico`s betekent economische winst voor werknemers
en reeds gepensioneerden.
Door de crises en als gevolg daarvan tegen vallende beleggingsrendementen, een structureel lage rente,
gecombineerd met een sterk vergrijzende bevolking, die bovendien steeds ouder wordt, wordt de houd-
baarheid van het pensioenstelsel waarin verplicht ouderdomspensioen wordt opgebouwd binnen pensi-
oenfondsen erg kwetsbaar.
Sociale partners, organisaties van jongeren en ouderen, de beide toezichthouders, de politiek, de weten-
schap en de Sociaal-Economische Raad (SER) denken nu intensief na hoe deze kwetsbaarheid te beant-
woorden in de vorm van een mogelijk wel toekomstbestendig pensioenstelsel en pensioencontract.
SER Adviestraject Toekomst Pensioenstelsel
Op 4 april 2014 verzocht staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (staatssecreta-
ris) de SER te komen tot een advies “hoe de SER aankijkt tegen de pijler van de aanvullende pensioenen in
de toekomst en welk transitiepad daarvoor nodig is”. Op 20 februari 2015 presenteerde de SER zijn “Advies
Toekomst Pensioenstelsel”, waarin de SER aangeeft waarom aanpassing van het huidig pensioenstelsel
wenselijk is en hoe dit mogelijk gerealiseerd kan worden. Hier een overzicht van de gemaakte analyses in
het advies.
Sterke punten huidig pensioenstelsel
De SER ziet de goede toereikendheid van pensioeninkomen als gevolg van de hoge participatiegraad, vol-
doende premie-inleg, het levenslange karakter van het uitgekeerde pensioen, de fiscale facilitering via de
omkeerregel, de mogelijkheden voor een lange termijn beleggingsbeleid, de lage uitvoeringskosten en de
mogelijkheden tot risicodeling, als de sterke punten van het huidige pensioenstelsel. De SER benadrukt
dat bij een aanpassing van het pensioenstelsel deze punten niet verloren mogen gaan.
Redenen waarom aanpassing huidig pensioenstelsel wenselijk is
Door en na de crisis is duidelijk geworden dat de huidige pensioenregelingen geen garantie bieden voor
4
een koopkrachtig pensioen: indexatie blijft achterwege en sommige fondsen hebben moeten korten. Daar-
naast worden de huidige pensioenregelingen gekenmerkt door een grote rentegevoeligheid, wat negatief
kan uitwerken voor de koopkracht van het pensioeninkomen. Verder kent het huidig pensioenstelsel een
“one-size-fits-all” benadering. Deze knelt volgens de SER omdat risico`s steeds meer bij deelnemers zijn
komen te liggen en deelnemers aangeven meer keuzevrijheid te willen hebben, zowel in de opbouw- als
de uitkeringsfase. Tevens klinkt er een toenemende roep om een betere definiëring van de eigendoms-
rechten van deelnemers. Ook is de tendens zichtbaar dat werknemers meer dan vroeger het geval, eerder
en frequenter, van werkgever wisselen of dat zij al dan niet tijdelijk kiezen voor het zzp`erschap. Werk-
nemers jonger dan 45 jaar lopen dan het risico, als zij dit doen vanuit een werkgever, die aangesloten is
bij een pensioenfonds met doorsneesystematiek, hiervan financieel nadeel te ondervinden. Immers, zij
hebben actuarieel gezien tot dan toe te veel betaald en lopen de subsidie van jong naar oud mis. De door-
sneesystematiek vormt dus een obstakel op de huidige arbeidsmarkt voor werknemers en om die reden is
afschaffing van de doorsneesystematiek voor de hand liggend.
Analyse varianten voor een toekomstig pensioenstelsel
De SER heeft in zijn advies een analyse gemaakt van mogelijke fundamenten van een toekomstig pensi-
oenstelsel. Er zijn vier varianten geanalyseerd, met onderlinge verschillende kenmerken qua kapitaalop-
bouw, keuzevrijheid, mate van collectiviteit en risicodeling. Deze varianten zijn:
I 	 Uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw (een nominale (IA) en een reële variant (IB));
II 	 Nationale pensioenregeling met doorsneesystematiek;
III 	 Persoonlijk pensioenvermogen met vrijwillige risicodeling zonder doorsneesystematiek;
IV 	 Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling zonder doorsneesystematiek.
Deze varianten zijn beoordeeld op criteria als: pensioenresultaat, betaalbaarheid, aansluiting op maat-
schappelijke trends, macro-economische effecten en de effecten van transitie (van het huidige naar een
toekomstige pensioenstelsel).
Stand van zaken SER Adviestraject Toekomst Pensioenstelsel
De SER beschouwt variant IV als een ‘interessante maar onbekende variant’ en heeft het initiatief geno-
men deze variant nader te verkennen.
De SER heeft dit geconcretiseerd in de oprichting van twee werkgroepen: de werkgroep doorsneesyste-
matiek en de werkgroep nadere invulling variant IV. In de werkgroep doorsneesystematiek staat de vraag
centraal hoe de doorsneesystematiek mogelijk afgeschaft kan worden en welke transitiegevolgen hieraan
verbonden zijn. De werkgroep nadere invulling variant IV buigt zich over de vraag hoe risico`s collectief
gedeeld kunnen worden in een stelsel dat als uitgangspunt individuele pensioenrekeningen kent. Beide
werkgroepen zijn gestart in de week van 18 mei 2015 en rapporteren hun bevindingen aan de SER Com-
missie Toekomst Pensioenstelsel. Naar verwachting verschijnt de SER verkenning Toekomst Pensioen-
stelsel in mei van dit jaar.
5
Hoofdlijnennota van een toekomstbestendig pensioenstelsel
Op 6 juli 2015 verstuurde de staatssecretaris de Hoofdlijnennota van een toekomstbestendig pensioenstel-
sel (hoofdlijnennota) naar de Tweede Kamer, met daarin de vier hoofdlijnen:
I 	Een toereikend pensioen voor alle werkenden, waarbij geldt niet te weinig, maar ook niet te veel.
II 	 Overgang naar een actuarieel correcte systematiek van pensioenopbouw. Het kabinet wil overgaan op
een actuarieel meer correcte manier van pensioenopbouw, mits de overgang vanuit de huidige syste-
matiek zorgvuldig kan worden vormgegeven. Hiertoe wil het kabinet in nauw overleg met sociale part-
ners en de pensioensector een transitiepad ontwikkelen. Het kabinet heeft 2020 genoemd als het jaar
waarin de overstap plaats kan vinden.
III 	 Naar een transparanter en eenvoudiger pensioen. Lees persoonlijke pensioenvermogens met collec-
tieve risicodeling.
IV 	 Meer ruimte voor maatwerk en keuzemogelijkheden.
Werkprogramma herziening pensioenstelsel
Vervolgens verzond de staatssecretaris op 18 december 2015 het Werkprogramma herziening pensioen-
stelsel (werkprogramma) aan de Tweede Kamer.
Het werkprogramma geeft aan welk onderzoek er nog nodig is om de in de hoofdlijnennota geschetste
hoofdlijnen verder uit te werken. Verder meldt het werkprogramma dat de staatssecretaris nog voor het
zomerreces van dit jaar aan de Tweede Kamer een uitwerkingsnota wil verzenden. Het is uitdrukkelijk niet
de bedoeling dat deze uitwerkingsnota een blauwdruk bevat van een toekomstig pensioenstelsel. De uit-
werkingsnota zal eerder een weergave zijn van de uitkomsten van het onderzoek hoe vorm te geven aan de
hoofdlijnen. Deze uitkomsten zullen, zo verwoordt de staatssecretaris het, door het Centraal Plan Bureau
(CPB) worden doorgerekend, zodat de verschillende politieke partijen ze desgewenst kunnen gebruiken bij
het opstellen van hun verkiezingsprogramma`s.
De SER verkenning Toekomst Pensioenstelsel dient overigens als belangrijke input voor de uitwerkings-
nota.
Actuele dekkingsgraden pensioenfondsen
Mede door het huidige opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn de dekkingsgraden
van verschillende grote pensioenfondsen momenteel dusdanig gedaald dat het doorvoeren van kortingen
in 2017 steeds reëler wordt.
Huidige stand van zaken
Op dit moment is het wachten op de SER verkenning Toekomst Pensioenstelsel en de mede daarop
gebaseerde uitwerkingsnota van de staatssecretaris. Tegelijkertijd wordt er nu geschreven aan de
programma`s voor de verkiezingen van de Tweede Kamer in maart 2017. Binnen dit krachtenveld is het
belangrijk dat het CNV positie kiest hoe een toekomstbestendig pensioenstelsel in zijn ogen vorm moet
krijgen.
6
Wat zijn de CNV pensioenwaarden?
CNV uitgangspunt: een toereikend pensioen voor alle werkenden
Het uitgangspunt van het CNV is het streven naar een toereikend pensioen voor alle werkenden, dus zowel
voor mensen in loondienst als voor mensen die het zelfstandig ondernemerschap uitoefenen. Hiermee komt
de CNV gedachte tot uiting dat de hoogte van het te bereiken pensioen gerelateerd is aan het verdiende in-
komen tijdens iemands werkzame leven.
Pensioen is voor het CNV een inkomens gerelateerde arbeidsvoorwaarde
Pensioen is voor het CNV een onvervreemdbaar onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat de
architectuur van deze arbeidsvoorwaarde ligt in handen van sociale partners.
De kernwaarden collectiviteit en solidariteit moeten behouden blijven in een toekomstig pensioenstelsel
Kenmerkend voor het Nederlandse pensioenstelsel is de bereidheid tot het collectief delen van risico`s. Een
collectieve organisatievorm impliceert kostendeling en biedt daarmee de mogelijkheid tot een optimaler
pensioenresultaat. Van het solidair delen van risico`s gaat een prijsdrukkend effect uit. Ook hierdoor ont-
staat de mogelijkheid tot een optimaler pensioenresultaat. Voor het CNV is het dan ook glashelder dat een
toekomstbestendig pensioenstelsel is gefundeerd op collectiviteit en solidariteit: beter samen dan alleen.
Ook de verplichtstelling moet behouden blijven in een toekomstig pensioenstelsel
Zonder de bouwstenen collectiviteit en solidariteit dreigt op voorhand al gevaar voor de toekomstbesten-
digheid van het nieuw te ontwerpen pensioenstelsel. De verplichtstelling kan concurrentieverstorend uit-
werken. De Europese rechter heeft echter bepaald dat deze inbreuk op de mededinging toch is toegestaan,
vanwege de “hoge mate van solidariteit” (binnen een verplicht gestelde pensioenregeling). Deze gedachte is
ook door de Nederlandse regering omarmd: “Het kabinet is van mening dat de bedrijfstak brede solidariteit,
die met verplichtstelling bevorderd kan worden, voldoende rechtvaardiging biedt voor het ontbreken van
volledige marktwerking in de tweede pijler”. Zonder collectiviteit en solidariteit als bouwstenen wordt de
handhaving van de verplichtstelling dus vanuit juridisch oogpunt erg kwetsbaar. Het mogelijke verlies van
de verplichtstelling is voor het CNV buitengewoon onwenselijk. Dit betekent immers ook het verlies van de
hiervoor omschreven baten van collectiviteit en solidariteit en is daarmee de voorbode voor een (sterk) ver-
minderd pensioenresultaat.
Daarnaast is het nog zeer de vraag of mensen vrijwillig bereid zouden zijn om tijdens hun werkzame leven
te sparen voor hun pensioen. In veel gevallen zal helaas een ontkennend antwoord volgen. Dit staat haaks
op het uitgangspunt van het CNV: het streven naar een toereikend pensioen voor alle werkenden.
De doorsneesystematiek: een struikelblok op de weg naar een toekomstig pensioenstelsel? Afschaffing
enkel mogelijk wanneer generaties niet tegen elkaar worden uitgespeeld
Een actueel zeer belangrijk vraagstuk is de intergenerationele solidariteit, en dan in het bijzonder de door-
sneesystematiek. Onverkorte handhaving van de doorsneesystematiek zou de institutionele houdbaarheid
van het pensioenstelsel ondermijnen. Want, zo wordt gezegd, indien jongeren zouden begrijpen dat ze ou-
deren subsidiëren, zouden jongeren niet langer meer bereid zijn om aan het pensioenstelsel deel te willen
nemen. Het CNV heeft zich in het voorjaar 2014 uitgesproken voor degressieve pensioenopbouw met behoud
van doorsneepremie. Het kabinet heeft in zijn hoofdlijnennota van zomer 2015 gezegd te willen komen tot
een overgang naar een actuarieel correcte systematiek van pensioenopbouw. Het kabinet heeft daarbij aan-
gegeven net als het CNV de (voorlopige) voorkeur te hebben voor een systeem van degressieve pensioenop-
bouw.
7
Een mogelijke afschaffing van de doorsneesystematiek, kan -wat betreft het CNV- alleen wanneer gene-
raties niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Het CNV is blij dat de SER en het kabinet zich reeds in gelijke
bewoordingen hierover uitgesproken hebben.
Pensioenopbouw bij flexwerkers en zzp`ers: een oplossing in de fiscaliteit
Een ander veel gehoord onderwerp in het actuele debat rondom een toekomstbestendig pensioenstelsel
is het vraagstuk hoe de pensioenopbouw van de groepen zzp`ers en werknemers met flexibele contracten
verbeterd kan worden. Werknemers met flexibele contracten worden vaak geconfronteerd met wachtre-
gelingen in pensioenregelingen en met een relatief korte pensioenopbouw bij mogelijk meerdere pensi-
oenuitvoerders.
De groep zzp`ers is uiterst heterogeen, er zijn zzp`ers met hoge tot zeer hoge inkomens over wie ge-
zegd zou kunnen worden dat ze in staat zijn “om hun eigen financiële toekomst vorm te geven”. De groep
zzp`ers met een veel bescheidener inkomen is echter veel groter, en juist deze groep zou vanwege deze
inkomenspositie moeten kunnen profiteren van de voordelen van een collectieve en solidaire pensioenre-
geling, want alleen op deze manier wordt “pensioen voor hen betaalbaar”.
Het CNV vindt dat de belastingvoordelen voor zzp`ers, bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek, een tijdelijk
karakter moeten hebben om startende zzp`ers “op weg te helpen.” Het CNV denkt daarbij aan een termijn
van drie jaar. Na afloop van deze termijn moeten de fiscale voordelen voor zzp`ers geclausuleerd worden
enkel voor pensioenopbouw.
Geen pensioen inzetten voor wonen of zorg
In het debat is er ook geopperd om een deel van het opgebouwde pensioenvermogen of een deel van de
pensioenpremie te besteden aan het financieren van de eigen woning of het inkopen van zorg op een later
moment in het leven. Het is voor het CNV blijvend belangrijk te benadrukken dat pensioen uitgesteld loon
is en dus geen “potje” om bepaalde financieringsvraagstukken mee op te lossen.
Is een keuze voor maatwerk en keuzevrijheid wel de juiste keuze?
Ook is in het debat de roep hoorbaar om meer maatwerk en keuzevrijheid in pensioenregelingen. Jonge-
ren en hoger opgeleiden zouden hier voorstander van zijn. Diverse onderzoeken, waaronder de in het voor-
jaar 2015 gehouden CNV Pensioenenquête, tonen echter aan dat het overgrote deel van de bevolking juist
“ontzorgd wenst te worden”, en daarnaast meer dan bereid is tot solidariteit. Solidariteit zowel wat betreft
biometrische risico`s alsook als het gaat om financieel-economische risico`s.
Tevens is er ruimschoots onderzoek beschikbaar dat aantoont dat mensen “het maken van voor hen opti-
male financiële keuzen erg moeilijk vinden”. Maatwerk en keuzevrijheid moet dan ook vergezeld gaan van
default keuzen en van een begrijpelijke keuze-architectuur.
SER variant IVC
Binnen de SER werkgroep nadere invulling variant IV is een nader onderscheid gemaakt in drie varianten
individuele pensioenrekeningen: A, B en C. In alle drie de varianten worden de biometrische risico`s (lang
leven, arbeidsongeschiktheid) collectief gedeeld. In variant A is het beleggingsrisico in zowel de opbouw-
fase als de uitkeringsfase individueel. In variant B wordt dit collectief gedeeld in de uitkeringsfase, en is
zowel individueel als collectief mogelijk in de opbouwfase. In variant C wordt het beleggingsrisico in beide
fases gedeeld.
SER variant IB
De SER variant IB is een reële uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw en doorsneepremie. Een
belangrijke overeenkomst met variant IVC is dat er sprake is van collectieve risicodeling via buffervorming.
Anders dan bij de nominale variant IA is het aannemelijk dat de regels van het Financieel Toetsingskader
niet gelden omdat de aanspraken bij variant IB zacht zijn gemaakt.
8
Wat is volgens het CNV een toekomstbestendig pensioencontract?
Vanwege het tegengaan van pech- en gelukgeneraties kiest het CNV voor de SER varianten met een collectieve buffer
voor risico`s, de varianten IB en IVC, waarbij opgemerkt wordt dat IB meer een renterisico kent. Pensioenfondsen die nu
een dekkingsgraad hebben lager dan 100% zullen waarschijnlijk ook IB nodig hebben als tussenstap, wanneer deze pen-
sioenfondsen overwegen over te stappen naar variant IVC.
Een voordeel aan een keuze voor de varianten IB en IVC is dat afscheid genomen mag worden van het huidige strenge
prudentiële toezichtkader, zodat de onrust over kortingen en indexatie zal wegebben, met meer zicht op herstel van ver-
trouwen in het pensioenstelsel.
Het CNV zal zijn voorkeur voor de varianten IB en IVC actief uit gaan dragen naar de opstellers van de
verkiezingsprogramma`s en andere stakeholders.
Samenvatting
Het uitgangspunt van het CNV is het streven naar een toereikend pensioen voor alle werkenden. Dit kan enkel met col-
lectiviteit, solidariteit en de verplichtstelling. Pensioen is voor werknemers een loongerelateerde arbeidsvoorwaarde,
vorm te geven door sociale partners. Voor het vraagstuk pensioen en zzp`ers moet zo snel mogelijk een adequate oplos-
sing gevonden worden. Want er zijn nu te veel zzp`ers voor wie een toereikend pensioen onbereikbaar is. Daarbij komt
dat de welvaartswinst dankzij collectiviteit en solidariteit het grootst is als iedereen meedoet. Een toereikend pensioen
wordt echter niet bereikt wanneer pensioenpremie moet worden aangewend voor andere doeleinden, bijvoorbeeld hypo-
theekaflossing, dan voor de opbouw van pensioen. De pensioenuitkering mag niet a priori bestemd worden voor zorgkos-
ten. Een verdere neerwaartse aftopping van het pensioengevend salaris van nu 100.000 euro is dan ook zeer onwenselijk
want dit staat haaks op het uitgangspunt van een toereikendheid pensioen voor alle werkenden.
Het CNV spreekt zijn voorkeur uit voor de SER varianten IB en IVC als mogelijke toekomstige pensioencontracten en zal
deze keuze vanaf mei 2016 breed gaan uitdragen richting politiek en andere stakeholders.

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

новорічні заходи. білицька зош №10
новорічні заходи. білицька зош №10новорічні заходи. білицька зош №10
новорічні заходи. білицька зош №10Руслан Симивол
 
Anexo familias logicas 4 a eo (1)
Anexo familias logicas 4 a eo (1)Anexo familias logicas 4 a eo (1)
Anexo familias logicas 4 a eo (1)Josue Om
 
Brief aan kamer over langdurige werkloosheid
Brief aan kamer over langdurige werkloosheidBrief aan kamer over langdurige werkloosheid
Brief aan kamer over langdurige werkloosheidHans Hemmes
 

Andere mochten auch (6)

новорічні заходи. білицька зош №10
новорічні заходи. білицька зош №10новорічні заходи. білицька зош №10
новорічні заходи. білицька зош №10
 
новорічне свято в нвк№3
новорічне свято в нвк№3новорічне свято в нвк№3
новорічне свято в нвк№3
 
Presentación2
Presentación2Presentación2
Presentación2
 
Anexo familias logicas 4 a eo (1)
Anexo familias logicas 4 a eo (1)Anexo familias logicas 4 a eo (1)
Anexo familias logicas 4 a eo (1)
 
Thesis presentation JA
Thesis presentation JAThesis presentation JA
Thesis presentation JA
 
Brief aan kamer over langdurige werkloosheid
Brief aan kamer over langdurige werkloosheidBrief aan kamer over langdurige werkloosheid
Brief aan kamer over langdurige werkloosheid
 

Ähnlich wie Cnvalg 0516-ab notitie pensioen

Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...CNV Vakcentrale
 
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v41436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v4Pascal Hogenboom
 
Verklaring partijen ftk 13 sept 2013
Verklaring partijen ftk 13 sept 2013Verklaring partijen ftk 13 sept 2013
Verklaring partijen ftk 13 sept 2013CNV Vakcentrale
 
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingenImpact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingenAon Nederland
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Tjitsger Hulshoff
 
2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...
2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...
2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...Jeroen M. Tielman
 
Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022
Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022
Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022Jos Berkemeijer
 
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016Rick van Gelder
 
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in PensioenmarktIG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarktskroonen
 
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...CNV Vakcentrale
 
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...Jeroen de Bruin
 
Nederlands pensioen probleem
Nederlands pensioen probleemNederlands pensioen probleem
Nederlands pensioen probleemPim Piepers
 
De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...
De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...
De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...Stephan Linnenbank RM CPE
 
Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]Pensiontalk
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale
 
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apfReactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apfCNV Vakcentrale
 

Ähnlich wie Cnvalg 0516-ab notitie pensioen (20)

Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
 
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v41436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
 
Verklaring partijen ftk 13 sept 2013
Verklaring partijen ftk 13 sept 2013Verklaring partijen ftk 13 sept 2013
Verklaring partijen ftk 13 sept 2013
 
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingenImpact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
 
2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...
2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...
2006 07 Bank- en Effectenbedrijf - Transparante risicodeling basis voor houdb...
 
Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022
Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022
Demo Evenwichtige Pensioentransitie Jos Berkemeijer 2022
 
Trends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenenTrends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenen
 
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
 
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in PensioenmarktIG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
 
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
 
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
 
Nederlands pensioen probleem
Nederlands pensioen probleemNederlands pensioen probleem
Nederlands pensioen probleem
 
De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...
De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...
De pensioenmarkt in 2020: balanceren op het snijvlak van individualisering en...
 
Pensioen ontwikkelingen Curacao_v0 5
Pensioen ontwikkelingen Curacao_v0 5Pensioen ontwikkelingen Curacao_v0 5
Pensioen ontwikkelingen Curacao_v0 5
 
netspar thesis
netspar thesisnetspar thesis
netspar thesis
 
Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
 
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apfReactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
 
P14+15
P14+15P14+15
P14+15
 

Cnvalg 0516-ab notitie pensioen

  • 1. 1 beter samen! Notitie over de toekomst van het pensioenstelsel van het Algemeen Bestuur van de CNV Vakcentrale 11 april 2016
  • 2. 2 Leeswijzer Het eerste hoofdstuk laat zien waarom het nu voor het CNV tijd is positie te kiezen in de nationale dialoog over een toekomstbestendig pensioenstelsel en pensioencontract. Het tweede hoofdstuk biedt plaats aan de waarden die gelden voor het CNV bij het bepalen van deze positionering. Het derde en laatste hoofdstuk geeft aan welke positie het CNV kiest en om welke redenen. Het CNV kiest binnen de SER discussie voor een toekomstbestendig pensioencontract. Bij deze keuze gel- den als uitgangspunten het arbeidsvoorwaardelijke karakter van pensioen en het behoud van solidariteit, collectiviteit en de verplichtstelling. Vanwege het tegengaan van pech- en gelukgeneraties kiest het CNV voor de varianten met een collectieve buffer voor risico`s, de varianten IB en IVC. Deze twee varianten, of anders geformuleerd, deze twee mogelijke nieuwe pensioencontracten weten de uitdagingen van nu het best te combineren met het behoud van de goede bouwstenen van het uitkerings- contract, dat te kwetsbaar is geworden. En dat is exact de strekking van de titel van dit position paper: beter samen dan alleen, maar dan in een nieuw pensioencontract.
  • 3. 3 Waarom dit position paper? Probleemanalyse Het overgrote merendeel van de Nederlandse werknemers bouwt nu verplicht ouderdomspensioen op in de vorm van een uitkeringsovereenkomst binnen verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Uitgangs- punt is dat de nominaal opgebouwde pensioenuitkering gegarandeerd is, de indexatie in zowel de opbouw- fase als de uitkeringsfase is echter voorwaardelijk. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op verzoek van werknemers en werkgevers een pensioenfonds verplicht stellen voor een bedrijfstak. Gevolg van een verplichtstelling is dat op alle werkgevers binnen een betreffende bedrijfstak de verplich- ting rust zich aan te sluiten bij dit pensioenfonds. Ratio van de verplichtstelling is het tegen gaan van concurrentie binnen een bedrijfstak en om er voor te zorgen dat er zo min mogelijk werknemers zijn die geen ouderdomspensioen opbouwen. De verplichtstelling staat er borg voor dat ouderdomspensioen col- lectief wordt opgebouwd. Dit brengt schaalvoordelen met zich mee en daarmee besparing van kosten. Een ander kenmerk van dit pensioenstelsel is zijn intergenerationele solidariteit. Binnen een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds worden risico`s als langleven, arbeidsongeschiktheid en fluctuerend beleg- gingsrendement met elkaar gedeeld. Dit delen van risico`s betekent economische winst voor werknemers en reeds gepensioneerden. Door de crises en als gevolg daarvan tegen vallende beleggingsrendementen, een structureel lage rente, gecombineerd met een sterk vergrijzende bevolking, die bovendien steeds ouder wordt, wordt de houd- baarheid van het pensioenstelsel waarin verplicht ouderdomspensioen wordt opgebouwd binnen pensi- oenfondsen erg kwetsbaar. Sociale partners, organisaties van jongeren en ouderen, de beide toezichthouders, de politiek, de weten- schap en de Sociaal-Economische Raad (SER) denken nu intensief na hoe deze kwetsbaarheid te beant- woorden in de vorm van een mogelijk wel toekomstbestendig pensioenstelsel en pensioencontract. SER Adviestraject Toekomst Pensioenstelsel Op 4 april 2014 verzocht staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (staatssecreta- ris) de SER te komen tot een advies “hoe de SER aankijkt tegen de pijler van de aanvullende pensioenen in de toekomst en welk transitiepad daarvoor nodig is”. Op 20 februari 2015 presenteerde de SER zijn “Advies Toekomst Pensioenstelsel”, waarin de SER aangeeft waarom aanpassing van het huidig pensioenstelsel wenselijk is en hoe dit mogelijk gerealiseerd kan worden. Hier een overzicht van de gemaakte analyses in het advies. Sterke punten huidig pensioenstelsel De SER ziet de goede toereikendheid van pensioeninkomen als gevolg van de hoge participatiegraad, vol- doende premie-inleg, het levenslange karakter van het uitgekeerde pensioen, de fiscale facilitering via de omkeerregel, de mogelijkheden voor een lange termijn beleggingsbeleid, de lage uitvoeringskosten en de mogelijkheden tot risicodeling, als de sterke punten van het huidige pensioenstelsel. De SER benadrukt dat bij een aanpassing van het pensioenstelsel deze punten niet verloren mogen gaan. Redenen waarom aanpassing huidig pensioenstelsel wenselijk is Door en na de crisis is duidelijk geworden dat de huidige pensioenregelingen geen garantie bieden voor
  • 4. 4 een koopkrachtig pensioen: indexatie blijft achterwege en sommige fondsen hebben moeten korten. Daar- naast worden de huidige pensioenregelingen gekenmerkt door een grote rentegevoeligheid, wat negatief kan uitwerken voor de koopkracht van het pensioeninkomen. Verder kent het huidig pensioenstelsel een “one-size-fits-all” benadering. Deze knelt volgens de SER omdat risico`s steeds meer bij deelnemers zijn komen te liggen en deelnemers aangeven meer keuzevrijheid te willen hebben, zowel in de opbouw- als de uitkeringsfase. Tevens klinkt er een toenemende roep om een betere definiëring van de eigendoms- rechten van deelnemers. Ook is de tendens zichtbaar dat werknemers meer dan vroeger het geval, eerder en frequenter, van werkgever wisselen of dat zij al dan niet tijdelijk kiezen voor het zzp`erschap. Werk- nemers jonger dan 45 jaar lopen dan het risico, als zij dit doen vanuit een werkgever, die aangesloten is bij een pensioenfonds met doorsneesystematiek, hiervan financieel nadeel te ondervinden. Immers, zij hebben actuarieel gezien tot dan toe te veel betaald en lopen de subsidie van jong naar oud mis. De door- sneesystematiek vormt dus een obstakel op de huidige arbeidsmarkt voor werknemers en om die reden is afschaffing van de doorsneesystematiek voor de hand liggend. Analyse varianten voor een toekomstig pensioenstelsel De SER heeft in zijn advies een analyse gemaakt van mogelijke fundamenten van een toekomstig pensi- oenstelsel. Er zijn vier varianten geanalyseerd, met onderlinge verschillende kenmerken qua kapitaalop- bouw, keuzevrijheid, mate van collectiviteit en risicodeling. Deze varianten zijn: I Uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw (een nominale (IA) en een reële variant (IB)); II Nationale pensioenregeling met doorsneesystematiek; III Persoonlijk pensioenvermogen met vrijwillige risicodeling zonder doorsneesystematiek; IV Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling zonder doorsneesystematiek. Deze varianten zijn beoordeeld op criteria als: pensioenresultaat, betaalbaarheid, aansluiting op maat- schappelijke trends, macro-economische effecten en de effecten van transitie (van het huidige naar een toekomstige pensioenstelsel). Stand van zaken SER Adviestraject Toekomst Pensioenstelsel De SER beschouwt variant IV als een ‘interessante maar onbekende variant’ en heeft het initiatief geno- men deze variant nader te verkennen. De SER heeft dit geconcretiseerd in de oprichting van twee werkgroepen: de werkgroep doorsneesyste- matiek en de werkgroep nadere invulling variant IV. In de werkgroep doorsneesystematiek staat de vraag centraal hoe de doorsneesystematiek mogelijk afgeschaft kan worden en welke transitiegevolgen hieraan verbonden zijn. De werkgroep nadere invulling variant IV buigt zich over de vraag hoe risico`s collectief gedeeld kunnen worden in een stelsel dat als uitgangspunt individuele pensioenrekeningen kent. Beide werkgroepen zijn gestart in de week van 18 mei 2015 en rapporteren hun bevindingen aan de SER Com- missie Toekomst Pensioenstelsel. Naar verwachting verschijnt de SER verkenning Toekomst Pensioen- stelsel in mei van dit jaar.
  • 5. 5 Hoofdlijnennota van een toekomstbestendig pensioenstelsel Op 6 juli 2015 verstuurde de staatssecretaris de Hoofdlijnennota van een toekomstbestendig pensioenstel- sel (hoofdlijnennota) naar de Tweede Kamer, met daarin de vier hoofdlijnen: I Een toereikend pensioen voor alle werkenden, waarbij geldt niet te weinig, maar ook niet te veel. II Overgang naar een actuarieel correcte systematiek van pensioenopbouw. Het kabinet wil overgaan op een actuarieel meer correcte manier van pensioenopbouw, mits de overgang vanuit de huidige syste- matiek zorgvuldig kan worden vormgegeven. Hiertoe wil het kabinet in nauw overleg met sociale part- ners en de pensioensector een transitiepad ontwikkelen. Het kabinet heeft 2020 genoemd als het jaar waarin de overstap plaats kan vinden. III Naar een transparanter en eenvoudiger pensioen. Lees persoonlijke pensioenvermogens met collec- tieve risicodeling. IV Meer ruimte voor maatwerk en keuzemogelijkheden. Werkprogramma herziening pensioenstelsel Vervolgens verzond de staatssecretaris op 18 december 2015 het Werkprogramma herziening pensioen- stelsel (werkprogramma) aan de Tweede Kamer. Het werkprogramma geeft aan welk onderzoek er nog nodig is om de in de hoofdlijnennota geschetste hoofdlijnen verder uit te werken. Verder meldt het werkprogramma dat de staatssecretaris nog voor het zomerreces van dit jaar aan de Tweede Kamer een uitwerkingsnota wil verzenden. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze uitwerkingsnota een blauwdruk bevat van een toekomstig pensioenstelsel. De uit- werkingsnota zal eerder een weergave zijn van de uitkomsten van het onderzoek hoe vorm te geven aan de hoofdlijnen. Deze uitkomsten zullen, zo verwoordt de staatssecretaris het, door het Centraal Plan Bureau (CPB) worden doorgerekend, zodat de verschillende politieke partijen ze desgewenst kunnen gebruiken bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma`s. De SER verkenning Toekomst Pensioenstelsel dient overigens als belangrijke input voor de uitwerkings- nota. Actuele dekkingsgraden pensioenfondsen Mede door het huidige opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn de dekkingsgraden van verschillende grote pensioenfondsen momenteel dusdanig gedaald dat het doorvoeren van kortingen in 2017 steeds reëler wordt. Huidige stand van zaken Op dit moment is het wachten op de SER verkenning Toekomst Pensioenstelsel en de mede daarop gebaseerde uitwerkingsnota van de staatssecretaris. Tegelijkertijd wordt er nu geschreven aan de programma`s voor de verkiezingen van de Tweede Kamer in maart 2017. Binnen dit krachtenveld is het belangrijk dat het CNV positie kiest hoe een toekomstbestendig pensioenstelsel in zijn ogen vorm moet krijgen.
  • 6. 6 Wat zijn de CNV pensioenwaarden? CNV uitgangspunt: een toereikend pensioen voor alle werkenden Het uitgangspunt van het CNV is het streven naar een toereikend pensioen voor alle werkenden, dus zowel voor mensen in loondienst als voor mensen die het zelfstandig ondernemerschap uitoefenen. Hiermee komt de CNV gedachte tot uiting dat de hoogte van het te bereiken pensioen gerelateerd is aan het verdiende in- komen tijdens iemands werkzame leven. Pensioen is voor het CNV een inkomens gerelateerde arbeidsvoorwaarde Pensioen is voor het CNV een onvervreemdbaar onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat de architectuur van deze arbeidsvoorwaarde ligt in handen van sociale partners. De kernwaarden collectiviteit en solidariteit moeten behouden blijven in een toekomstig pensioenstelsel Kenmerkend voor het Nederlandse pensioenstelsel is de bereidheid tot het collectief delen van risico`s. Een collectieve organisatievorm impliceert kostendeling en biedt daarmee de mogelijkheid tot een optimaler pensioenresultaat. Van het solidair delen van risico`s gaat een prijsdrukkend effect uit. Ook hierdoor ont- staat de mogelijkheid tot een optimaler pensioenresultaat. Voor het CNV is het dan ook glashelder dat een toekomstbestendig pensioenstelsel is gefundeerd op collectiviteit en solidariteit: beter samen dan alleen. Ook de verplichtstelling moet behouden blijven in een toekomstig pensioenstelsel Zonder de bouwstenen collectiviteit en solidariteit dreigt op voorhand al gevaar voor de toekomstbesten- digheid van het nieuw te ontwerpen pensioenstelsel. De verplichtstelling kan concurrentieverstorend uit- werken. De Europese rechter heeft echter bepaald dat deze inbreuk op de mededinging toch is toegestaan, vanwege de “hoge mate van solidariteit” (binnen een verplicht gestelde pensioenregeling). Deze gedachte is ook door de Nederlandse regering omarmd: “Het kabinet is van mening dat de bedrijfstak brede solidariteit, die met verplichtstelling bevorderd kan worden, voldoende rechtvaardiging biedt voor het ontbreken van volledige marktwerking in de tweede pijler”. Zonder collectiviteit en solidariteit als bouwstenen wordt de handhaving van de verplichtstelling dus vanuit juridisch oogpunt erg kwetsbaar. Het mogelijke verlies van de verplichtstelling is voor het CNV buitengewoon onwenselijk. Dit betekent immers ook het verlies van de hiervoor omschreven baten van collectiviteit en solidariteit en is daarmee de voorbode voor een (sterk) ver- minderd pensioenresultaat. Daarnaast is het nog zeer de vraag of mensen vrijwillig bereid zouden zijn om tijdens hun werkzame leven te sparen voor hun pensioen. In veel gevallen zal helaas een ontkennend antwoord volgen. Dit staat haaks op het uitgangspunt van het CNV: het streven naar een toereikend pensioen voor alle werkenden. De doorsneesystematiek: een struikelblok op de weg naar een toekomstig pensioenstelsel? Afschaffing enkel mogelijk wanneer generaties niet tegen elkaar worden uitgespeeld Een actueel zeer belangrijk vraagstuk is de intergenerationele solidariteit, en dan in het bijzonder de door- sneesystematiek. Onverkorte handhaving van de doorsneesystematiek zou de institutionele houdbaarheid van het pensioenstelsel ondermijnen. Want, zo wordt gezegd, indien jongeren zouden begrijpen dat ze ou- deren subsidiëren, zouden jongeren niet langer meer bereid zijn om aan het pensioenstelsel deel te willen nemen. Het CNV heeft zich in het voorjaar 2014 uitgesproken voor degressieve pensioenopbouw met behoud van doorsneepremie. Het kabinet heeft in zijn hoofdlijnennota van zomer 2015 gezegd te willen komen tot een overgang naar een actuarieel correcte systematiek van pensioenopbouw. Het kabinet heeft daarbij aan- gegeven net als het CNV de (voorlopige) voorkeur te hebben voor een systeem van degressieve pensioenop- bouw.
  • 7. 7 Een mogelijke afschaffing van de doorsneesystematiek, kan -wat betreft het CNV- alleen wanneer gene- raties niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Het CNV is blij dat de SER en het kabinet zich reeds in gelijke bewoordingen hierover uitgesproken hebben. Pensioenopbouw bij flexwerkers en zzp`ers: een oplossing in de fiscaliteit Een ander veel gehoord onderwerp in het actuele debat rondom een toekomstbestendig pensioenstelsel is het vraagstuk hoe de pensioenopbouw van de groepen zzp`ers en werknemers met flexibele contracten verbeterd kan worden. Werknemers met flexibele contracten worden vaak geconfronteerd met wachtre- gelingen in pensioenregelingen en met een relatief korte pensioenopbouw bij mogelijk meerdere pensi- oenuitvoerders. De groep zzp`ers is uiterst heterogeen, er zijn zzp`ers met hoge tot zeer hoge inkomens over wie ge- zegd zou kunnen worden dat ze in staat zijn “om hun eigen financiële toekomst vorm te geven”. De groep zzp`ers met een veel bescheidener inkomen is echter veel groter, en juist deze groep zou vanwege deze inkomenspositie moeten kunnen profiteren van de voordelen van een collectieve en solidaire pensioenre- geling, want alleen op deze manier wordt “pensioen voor hen betaalbaar”. Het CNV vindt dat de belastingvoordelen voor zzp`ers, bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek, een tijdelijk karakter moeten hebben om startende zzp`ers “op weg te helpen.” Het CNV denkt daarbij aan een termijn van drie jaar. Na afloop van deze termijn moeten de fiscale voordelen voor zzp`ers geclausuleerd worden enkel voor pensioenopbouw. Geen pensioen inzetten voor wonen of zorg In het debat is er ook geopperd om een deel van het opgebouwde pensioenvermogen of een deel van de pensioenpremie te besteden aan het financieren van de eigen woning of het inkopen van zorg op een later moment in het leven. Het is voor het CNV blijvend belangrijk te benadrukken dat pensioen uitgesteld loon is en dus geen “potje” om bepaalde financieringsvraagstukken mee op te lossen. Is een keuze voor maatwerk en keuzevrijheid wel de juiste keuze? Ook is in het debat de roep hoorbaar om meer maatwerk en keuzevrijheid in pensioenregelingen. Jonge- ren en hoger opgeleiden zouden hier voorstander van zijn. Diverse onderzoeken, waaronder de in het voor- jaar 2015 gehouden CNV Pensioenenquête, tonen echter aan dat het overgrote deel van de bevolking juist “ontzorgd wenst te worden”, en daarnaast meer dan bereid is tot solidariteit. Solidariteit zowel wat betreft biometrische risico`s alsook als het gaat om financieel-economische risico`s. Tevens is er ruimschoots onderzoek beschikbaar dat aantoont dat mensen “het maken van voor hen opti- male financiële keuzen erg moeilijk vinden”. Maatwerk en keuzevrijheid moet dan ook vergezeld gaan van default keuzen en van een begrijpelijke keuze-architectuur. SER variant IVC Binnen de SER werkgroep nadere invulling variant IV is een nader onderscheid gemaakt in drie varianten individuele pensioenrekeningen: A, B en C. In alle drie de varianten worden de biometrische risico`s (lang leven, arbeidsongeschiktheid) collectief gedeeld. In variant A is het beleggingsrisico in zowel de opbouw- fase als de uitkeringsfase individueel. In variant B wordt dit collectief gedeeld in de uitkeringsfase, en is zowel individueel als collectief mogelijk in de opbouwfase. In variant C wordt het beleggingsrisico in beide fases gedeeld. SER variant IB De SER variant IB is een reële uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw en doorsneepremie. Een belangrijke overeenkomst met variant IVC is dat er sprake is van collectieve risicodeling via buffervorming. Anders dan bij de nominale variant IA is het aannemelijk dat de regels van het Financieel Toetsingskader niet gelden omdat de aanspraken bij variant IB zacht zijn gemaakt.
  • 8. 8 Wat is volgens het CNV een toekomstbestendig pensioencontract? Vanwege het tegengaan van pech- en gelukgeneraties kiest het CNV voor de SER varianten met een collectieve buffer voor risico`s, de varianten IB en IVC, waarbij opgemerkt wordt dat IB meer een renterisico kent. Pensioenfondsen die nu een dekkingsgraad hebben lager dan 100% zullen waarschijnlijk ook IB nodig hebben als tussenstap, wanneer deze pen- sioenfondsen overwegen over te stappen naar variant IVC. Een voordeel aan een keuze voor de varianten IB en IVC is dat afscheid genomen mag worden van het huidige strenge prudentiële toezichtkader, zodat de onrust over kortingen en indexatie zal wegebben, met meer zicht op herstel van ver- trouwen in het pensioenstelsel. Het CNV zal zijn voorkeur voor de varianten IB en IVC actief uit gaan dragen naar de opstellers van de verkiezingsprogramma`s en andere stakeholders. Samenvatting Het uitgangspunt van het CNV is het streven naar een toereikend pensioen voor alle werkenden. Dit kan enkel met col- lectiviteit, solidariteit en de verplichtstelling. Pensioen is voor werknemers een loongerelateerde arbeidsvoorwaarde, vorm te geven door sociale partners. Voor het vraagstuk pensioen en zzp`ers moet zo snel mogelijk een adequate oplos- sing gevonden worden. Want er zijn nu te veel zzp`ers voor wie een toereikend pensioen onbereikbaar is. Daarbij komt dat de welvaartswinst dankzij collectiviteit en solidariteit het grootst is als iedereen meedoet. Een toereikend pensioen wordt echter niet bereikt wanneer pensioenpremie moet worden aangewend voor andere doeleinden, bijvoorbeeld hypo- theekaflossing, dan voor de opbouw van pensioen. De pensioenuitkering mag niet a priori bestemd worden voor zorgkos- ten. Een verdere neerwaartse aftopping van het pensioengevend salaris van nu 100.000 euro is dan ook zeer onwenselijk want dit staat haaks op het uitgangspunt van een toereikendheid pensioen voor alle werkenden. Het CNV spreekt zijn voorkeur uit voor de SER varianten IB en IVC als mogelijke toekomstige pensioencontracten en zal deze keuze vanaf mei 2016 breed gaan uitdragen richting politiek en andere stakeholders.