SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 52
Downloaden Sie, um offline zu lesen
2012
Ghislaine Damen
[Vernieuwing dwarslaesiecursus voor patiënten
en hun familie / partners]
Verslaglegging van het ontwikkelingsproces van nieuwe fysiotherapeutische en uiterlijke
onderdelen binnen de cursus voor dwarslaesiepatiënten en hun familie / partners van de klinische
behandelafdeling op Rijndam revalidatiecentrum.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 1
Betrokkenen van dit product:
Auteur:
Ghislaine Damen, student Hogeschool Rotterdam
0796843
Opdrachtgever:
Karin Postma, fysiotherapeut/ bewegingswetenschapper Rijndam
revalidatiecentrum
Projectbegeleider:
Perry Kanters, docent Hogeschool Rotterdam
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 2
Inhoudsopgave
Betrokkenen .....................................................................................................................................1
Inhoudsopgave..................................................................................................................................2
1. Inleiding.......................................................................................................................................3
1.1 Aanleiding van het project ..........................................................................................................3
1.2 Beknopte analyse oude situatie..................................................................................................4
1.3 Analyse van de projectopdracht .................................................................................................4
2. Methode en werkwijze...............................................................................................................6
2.1 Werken vanuit evidence-based practice (EBP) ..........................................................................6
3. Literatuurstudie..........................................................................................................................8
3.1 Aanleiding van de literatuurstudie..............................................................................................8
3.2 Doelstelling en vraagstelling .......................................................................................................8
3.3 Methode en werkwijze................................................................................................................9
3.4 Resultaten ................................................................................................................................ 10
3.5 Discussie................................................................................................................................... 11
3.6 Conclusie .................................................................................................................................. 13
4. Uitvoering ................................................................................................................................ 14
4.1 Vernieuwing inhoud fysiotherapielessen................................................................................. 16
4.2 Vernieuwing uiterlijk gehele cursus......................................................................................... 26
4.3 Ontwikkeling van docentinstructies......................................................................................... 27
5. Evaluatie................................................................................................................................... 28
6. Literatuurlijst ........................................................................................................................... 31
7. Bijlagen.................................................................................................................................... 33
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 3
1. Inleiding
1.1 Aanleiding van het project
Rijndam revalidatiecentrum biedt de dwarslaesiepatiënten van de klinische behandelafdeling
(hierna te noemen: KBA3) een cursus aan, waarin belangrijke informatie wordt gegeven over
verschillende gevolgen van een dwarslaesie en de mogelijkheden van revalidatie. Voor deze
cursus worden tevens de betrokken familieleden / partners van de patiënten uitgenodigd. Op
deze manier willen de zorgverleners van Rijndam moeilijke (soms voor het publiek nog
onbekende) onderwerpen kenbaar en bespreekbaar maken. Bovendien wil men met behulp
van de cursus de deelnemers laten anticiperen op eventuele mogelijkheden en beperkingen
die er bestaan in het leven met een dwarslaesie, zowel tijdens als na revalidatie.
De dwarslaesiecursus is jaren geleden ontwikkeld en heeft sindsdien geen vernieuwingen
gehad. Hierdoor was de inhoud van de cursus verouderd en kreeg men behoefte aan
herziening van de informatie. Daarnaast is er in de loop der tijd de vraag ontstaan om de
cursus qua vormgeving aantrekkelijker te maken. Met vormgeving wordt bedoeld: zowel het
uiterlijk van de PowerPointpresentaties, als de vorm van het lesgeven. Er is bijvoorbeeld
onvoldoende beeldmateriaal in de presentaties verwerkt, waardoor de lessen vrij theoretisch
van aard waren. Bovendien bood de vorm van lesgeven weinig interactie met de cursisten.
Deze factoren hebben ertoe geleid dat het lesgevend personeel van de cursus een gemis
ervaren op het gebied van levendigheid en actualiteit van de cursus. De motivatie om de
cursus te geven bleek hierdoor niet meer optimaal. Hieruit voortvloeiend is de vraag ontstaan
of de dwarslaesiecursus vernieuwd kan worden.
Ik heb tijdens mijn stageperiode op KBA3 ervaring opgedaan op het gebied van fysiotherapie
bij mensen met een dwarslaesie en op het gebied van multidisciplinair samenwerken. Als
aansluiting op mijn stage en de minor “In en vanuit het ziekenhuis” is dit project aan mij
toegekend. Gezien de omvang van de cursus en mijn specialisering op het gebied van
fysiotherapie, zal dit project zich richten op vernieuwing van de lessen die qua inhoud
betrekking hebben op het gebied van fysiotherapie. Daarnaast zal het uiterlijk van de cursus
in zijn geheel vernieuwd worden.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 4
1.2 Beknopte analyse oude situatie
De verouderde dwarslaesiecursus was in de grote lijnen als volgt opgezet:
Alle betrokken disciplines van KBA3 hebben verschillende onderwerpen binnen zijn of haar
beroepsgebied uitgewerkt tot één of meerdere lesonderdelen. Alle lesonderdelen hebben
totaal 11 individuele lessen gevormd, welke zijn onderverdeeld in verschillende modules
binnen de cursus. De inhoud van de lessen is verwerkt in verschillende
PowerPointpresentaties. Aan de hand van de PowerPointpresentaties presenteren één of
twee vertegenwoordigende personen van de bijbehorende discipline(s) iedere week een
nieuw thema van de cursus. Elke bijeenkomst duurt ongeveer 1,5 uur, waarin de cursisten
de ruimte geboden wordt om vragen te stellen. Ter afsluiting van de cursus is een twaalfde
bijeenkomst georganiseerd om binnen een groepsgesprek met alleen familieleden/ partners
van de dwarslaesiepatiënten de behandelde informatie te evalueren en eventueel niet
besproken onderwerpen in te brengen. Tevens wordt er gebruik gemaakt van de
aanwezigheid van een ervaringsdeskundige, die eventueel voor vragen en/ of aanvullende
informatie de lessen ondersteund. Een globale indeling van de oude dwarslaesiecursus in
weergegeven in bijlage 1.
1.3 Analyse van de projectopdracht
Allereerst is onderzocht vanuit wie de grootste behoefte is ontstaan om de cursus te
vernieuwen en waarom deze behoefte is ontstaan. De cursus werd zowel door het lesgevend
personeel als door de cursisten als nuttig, maar enigszins ‘saai’ omschreven. De grootste
behoefte aan vernieuwing bleek te komen vanuit de mensen die de cursus geven. De
volgende factoren die bij hen hebben geleid tot de ontevredenheid over de cursus zijn
onderverdeeld in de categorieën ‘uiterlijk’ en ‘inhoudelijk’:
De meest kritische punten op het gebied van uiterlijk:
 Niet alle lessen zijn uniform
 Er is onvoldoende interactie met cursisten
 Weinig tot geen gebruik van beeldmateriaal, zoals foto’s en filmpjes
Op het gebied van inhoud (van de fysiotherapielessen):
 De informatie is verouderd
 De informatie is niet evidence-based
 Niet alle onderwerpen van fysiotherapie worden behandeld
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 5
Op basis van deze kritische punten is de doelstelling voor dit project gevormd. De
doelstelling bestaat uit verschillende onderdelen en komt op het volgende neer:
De vormgeving van de dwarslaesiecursus wordt door deelnemers als duidelijk en informatief
gewaardeerd. De lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie zijn voorzien van recente
onderbouwing en kunnen op basis van de geleverde achtergrondinformatie door alle
fysiotherapeuten die op de dwarslaesie afdeling gegeven worden. De lessen die raakvlak
hebben met fysiotherapie worden ondersteund door multimedia en door patiënten als
duidelijk en leerzaam beoordeeld.
Als aansluiting op deze doelstelling worden de volgende eindproducten verwacht:
- De vernieuwde dwarslaesiecursus weergegeven in PowerPoint
- Docentinstructie voor de lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie. Deze
instructie moet achtergrondinformatie over de onderwerpen bevatten die, waar
mogelijk, onderbouwd zijn op basis van wetenschappelijke studies en anders op
basis van ‘best clinical practice’ of ‘expert opinion’.
- Een factsheet voor patiënten over de lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie
Om richting te geven aan de uitvoering van dit project, zijn van tevoren tevens verschillende
vraagstellingen geformuleerd. Deze vraagstellingen luiden als volgt:
- Welke onderwerpen van fysiotherapie moet de dwarslaesiecursus bevatten?
- Welke onderwerpen van fysiotherapie kunnen met behulp van multimedia
ondersteund worden?
- Welke informatie kan uit wetenschappelijke studies, dan wel uit “best clinical
practice”, of “expert opinion” van toepassing zijn om de fysiotherapielessen te
onderbouwen?
- Hoe maak je een presentatie duidelijk en aantrekkelijk?
- Hoe zijn informatievoorzieningen georganiseerd en vormgegeven binnen andere
organisaties en media die zich richten tot de doelgroep dwarslaesiepatiënten?
Aan de hand van bovengenoemde vraagstellingen zullen de antwoorden in verschillende
informatiebronnen worden gezocht. De zoektocht naar antwoorden op deze vraagstellingen,
vormt de basis voor de verzameling van bruikbare informatie voor het vernieuwen van de
dwarslaesiecursus.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 6
2. Methode en werkwijze
Om de vraagstellingen binnen dit project te kunnen beantwoorden, is er een methodisch
werkplan opgezet. De volgende methoden en werkwijzen zijn geselecteerd om de
ontwikkeling van de verwachte eindproducten tot stand te laten komen:
 een (inter)nationale literatuurstudie; op basis hiervan wordt de informatie omtrent het
onderwerp “gezonde leefstijl” onderbouwd;
 onderzoek naar informatieoverdracht binnen de gezondheidszorg; zowel in literatuur
als bij externe instanties die in contact staan tot mensen met een dwarslaesie;
 onderzoeken hoe externe (zorg)instanties educatie over het onderwerp dwarslaesie
hebben georganiseerd en vormgegeven;
 interviewen van personen die gespecialiseerd zijn op het gebied van
gezondheidseducatie voor mensen met een dwarslaesie;
 overleggen en vergaderen met de fysiotherapeuten op KBA3 over de inhoud van de
cursus; inventariseren welke wensen en eisen de fysiotherapeuten van Rijndam
hebben en daarop afstemmen;
 format maken voor alle Power Point presentaties van de dwarslaesiecursus;
 met alle overige betrokken disciplines overleggen en bespreken over uiterlijk /
vormgeving van de cursus; aangeven waar de wensen en eisen liggen op het gebied
van uiterlijk en vormgeving van de gehele cursus;
 selecteren van onderwerpen die ondersteunend beeldmateriaal vereisen;
 films maken en/of foto’s toevoegen van de geselecteerde onderwerpen, en dit
materiaal in de cursus verwerken;
 uitschrijven van de inhoud van de fysiotherapielessen, welke uiteindelijk zal fungeren
als docentinstructie;
 ontwikkelen van een fact-sheet voor de deelnemers van de cursus.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 7
2.1 Werken vanuit evidence-based practice (EBP)
Onderdeel van de doelstelling van dit project is het evidence-based maken van de inhoud
van de fysiotherapielessen. Daarom is er voorafgaand aan de uitvoering van het project
onderzocht welke principes er worden beschreven van het werken vanuit EBP.
Het geven van een dwarslaesiecursus kan beschouwd worden als een vorm van
gezondheidspromotie. Gezondheidspromotie wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie
(“World Health Organisation”, oftewel WHO) gedefinieerd als “het proces waardoor mensen
of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer controle te verwerven over de
determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te verbeteren”.1
Gezondheidspromotie pleit voor de principes van het evidence-based werken: “Evidence-
based werken is ook in de gezondheidspromotie doorgedrongen. Projecten worden
wetenschappelijk onderbouwd met reviewstudies en evaluaties die de effectiviteit van een
interventie beoordelen.” 2
Evidence-based practice, kortweg EBP, is een begrip dat het afgelopen decennium een
belangrijke plaats heeft ingenomen binnen de paramedische beroepsgroepen. Sackett et al.
(1999) definieert EBP als volgt: “EBP is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig
gebruikmaken van het voorhanden zijnde beste bewijs bij het nemen van beslissingen.”
Volgens de werkwijze van EBP dient de therapeut informatie te halen uit drie verschillende
kennisbronnen om keuzes binnen het hulpverleningsproces te onderbouwen, te weten:
1. kennis uit wetenschappelijk onderzoek, de externe evidenties;
2. kennis uit de professionele ervaring, “best clinical practice” of “expert opinion”;
3. kennis en verwachtingen van de patiënt, de “patient values”. 3
Het werken volgens EBP is een verantwoorde en waardevolle strategie om uiteindelijk de
projectopdracht te kunnen beantwoorden. Daarom is er tijdens dit project het werken volgens
de principes van EBP op verschillende vlakken in praktijk gebracht.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 8
3. Literatuurstudie
3.1 Aanleiding van de literatuurstudie
Zowel de opleiding als de opdrachtgever vragen om de gemaakte keuzes binnen het project
te kunnen verantwoorden. Een literatuuronderzoek is daarom een vereiste om de basis van
het project op grond van wetenschappelijke studies en literatuur te kunnen onderbouwen.
Gezien de omvang van het project, is het is helaas niet mogelijk om alle verschillende
onderwerpen van de cursus binnen één literatuurstudie aan bod te laten komen. Daarom is
er gekozen voor volgende strategie:
- De fysiotherapeuten hadden aangegeven dat zij binnen de cursus een gemis ervaren
van informatie over de gevolgen van gezonde en ongezonde leefgewoonten. Daarom
is ervoor gekozen om tijdens dit project een nieuw onderwerp te implementeren
binnen de fysiotherapielessen: “Gezonde leefstijl, tijdens en na revalidatie”. Omdat dit
een nieuw thema is binnen de cursus en tevens de laatste jaren steeds meer in
opspraak is gekomen binnen de gezondheidszorg, is besloten om de literatuurstudie
te wijden aan dit onderwerp.
- Overige onderwerpen binnen de cursus zullen afzonderlijk in recente literatuur
(“handboeken” over dwarslaesie, wetenschappelijke artikelen) en op basis van
aanwezige kennis (“best clinical practice” en “expert opinion”) binnen Rijndam
onderbouwd worden.
3.2 Doelstelling en vraagstelling
Het thema “gezonde leefstijl” is een breed begrip. Een gezonde leefstijl schrijft bijvoorbeeld
onder meer voor om niet te roken, gezond en gevarieerd te eten en voldoende te bewegen.
Het is aangetoond onder de algemene populatie dat men met een gezonde leefstijl onder
andere het risico op hart- en vaatziekten (kortweg: HVZ) verlaagt.4
Uit onderzoek blijkt dat
dwarslaesiepatiënten een grote risicogroep zijn voor HVZ.5,6
Gezien dit feit is de interesse
ontstaan om binnen de literatuurstudie te onderzoeken wat er op het gebied van lichamelijke
activiteit en risicoverlaging van HVZ onder dwarslaesiepatiënten bekend is. Er is hierbij
geïnventariseerd wat het aanbod en de kwaliteit is van wetenschappelijk onderzoek tot op
heden en of informatie hieruit voortvloeiend eventueel ter ondersteuning kan zijn van het
nieuwe onderwerp “gezonde leefstijl” binnen de dwarslaesiecursus.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 9
Doel van deze studie is tevens dat er een onderbouwd advies aan de dwarslaesiepatiënten
gegeven kan worden hoe zij eventueel zelf (en uiteraard met hulp) met hun activiteitenniveau
(beweging) hun gezondheid positief kunnen beïnvloeden.
Om het gebied af te bakenen waarin er informatie is gezocht, is er een hoofdvraag
geformuleerd. Deze vraagstelling luidt als volgt:
Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het verlagen van risicofactoren voor hart- en
vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie?
Er bestaan verschillende risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Deze studie heeft zich
echter beperkt tot enkele onderdelen, daarom is de hoofdvraag onderverdeeld in
verschillende subvragen:
- Wat is het effect van lichamelijke activiteit op overgewicht bij mensen met een
dwarslaesie?
- Wat is het effect van lichamelijke activiteit op de bloeddruk bij mensen met een
dwarslaesie?
- Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het lipidenprofiel bij mensen met een
dwarslaesie?
3.3 Methoden en werkwijze
3.3.1 Zoekstrategie van literatuursearch (trefwoorden, databases)
Het zoeken naar relevante artikelen voor deze literatuurstudie heeft plaatsgevonden door
middel van het raadplegen van de volgende elektronische databronnen en bibliotheken:
- PubMed/Medline
- Cochrane Library
- Mediatheek Hogeschool Rotterdam
- Google ‘Scolar’
- Rijndam revalidatiecentrum
Afgeleid uit de vraagstelling van dit onderzoek, zijn de volgende trefwoorden gebruikt:
“ spinal cord injury” & “paraplegia, tetraplegia” gecombineerd met :cardiovascular diseases,
secondary conditions, coronary diseases, physical activity, active lifestyle, sport activity, risk
factor, lipid profile, cholesterol, health.
Op basis van verschillende combinaties van bovenstaande trefwoorden, is in de databases
gezocht. De gevonden titels zijn allen op datum beoordeeld. Er is voor gekozen artikelen
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 10
ouder dan 25 jaar buiten beschouwing te houden binnen deze studie. De samenvattingen
van de artikelen zijn beoordeeld op inhoud en vervolgens op basis van overeenstemming
met de zoekopdracht in het geheel opgevraagd.
Naast bovenstaande zoekmethode, is er gebruikt gemaakt van de zogeheten
“sneeuwbalmethode”. Deze methode houdt in dat er via de literatuurverwijzingen van de
gevonden studies, nieuwe literatuur is gevonden die tevens betrekking heeft op de
vraagstelling. Ook is er gezocht op de namen van onderzoekers van de gevonden studies
voor het zoeken naar meer gelijkwaardige literatuur.
Bovendien zijn professionals geraadpleegd voor relevante artikelen voor dit
literatuuronderzoek; dit heeft één artikel voor deze studie opgeleverd.
3.3.2 Selectiecriteria
Voorafgaand aan het literatuuronderzoek, zijn inclusie- en exclusiecriteria opgesteld voor het
zoeken naar relevante studies. Deze criteria luiden als volgt:
 De studies beschrijven mensen met een dwarslaesie.
 De studies zijn Nederlands- of Engelstalig.
 De studies bevatten niet minder dan 15 onderzoekspersonen.
 Studies zijn niet ouder dan 25 jaar. Na een korte inventarisatie van de gevonden
literatuur, werd duidelijk dat de grens van 15 jaar naar 25 jaar moest worden
verschoven. Dit heeft als oorzaak dat er waarschijnlijk weinig studies met betrekking
tot dit onderwerp bestaan en de meeste studies vrij klein zijn.
 Studies zijn: RCT’s, systematische reviews, cross-sectional of cohort studies.
 De studies beschrijven de relatie tussen het handhaven van een actieve leefstijl en
de invloed op risicofactoren voor hart-en vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie
3.4 Resultaten
Uiteindelijk heeft voornoemde zoekstrategie zes artikelen opgeleverd voor deze
literatuurstudie.7-12
Deze artikelen zijn volledig opgevraagd en voldoen inhoudelijk aan alle
selectiecriteria. De geselecteerde artikelen zijn op basis van de kerngegevens in twee
schema’s gezet (bijlage 2 en 3). Deze schema’s geven een duidelijk overzicht van de
inhoudelijke gegevens, de uitkomsten van de onderzoeken en de overeenkomsten en
verschillen tussen de artikelen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 11
3.5 Discussie
De resultaten van deze literatuurstudie hebben uitgewezen dat ieder geselecteerd onderzoek
significante verbanden heeft gevonden tussen een hoger activiteitenniveau van
dwarslaesiepatiënten en gunstigere waarden binnen het risicoprofiel voor HVZ. Voorafgaand
aan de discussie dient men er rekening mee te houden dat de bewijskracht van deze
uitkomsten per definitie al vrij laag is, omdat deze literatuurstudie alleen cohort- of cross-
sectionele onderzoeken bevat en deze onderzoeken relatief kleine populaties hebben
onderzocht. Bovendien is het opvallend dat de uitkomsten van de onderzochte risicofactoren
onderling erg variëren. Dit fenomeen valt te verklaren doordat de studies ook zeer
verschillend zijn opgezet.
Aan het begin van deze literatuurstudie zijn er voortvloeiend uit de hoofdvraagstelling
verschillende subvragen geformuleerd. Deze discussie zal verschillende kanten belichten
van hoe de resultaten uit de onderzoeken van deze literatuurstudie geïnterpreteerd kunnen
worden, om vervolgens een afgewogen antwoord te kunnen geven op de subvragen.
3.5.1 Wat is het effect van lichamelijke activiteit op overgewicht bij mensen
met een dwarslaesie?
Slechts twee van de zes onderzoeken hebben biometrische gegevens voor overgewicht
onderzocht; Weliswaar vonden beiden onderzoeken een significant verband tussen hoger
activiteitenniveau en lagere buikomvang bij paraplegen. Eén onderzoek heeft zowel de
buikomvang, het percentage vetmassa als de BMI getest en vond bij alle drie van deze
factoren gunstigere waarden bij de actieve versus niet-actieve dwarslaesiepatiënten (zowel
parapleeg als tetrapleeg). Gezien deze feiten mag men concluderen dat activiteit een gunstig
effect heeft op het verlagen van overgewicht bij mensen met een dwarslaesie. Allicht dient
men zich er sterk van bewust te zijn dat het aanbod van dit bewijs erg summier en niet
gecontroleerd is. Belangrijkste van alles is, dat de pijlen de goeden kant op richten wat
betreft het vermoeden dat activiteit onder dwarslaesiepatiënten tevens in verband staat met
een lager gezonder gewicht. Echter zal er grootschaliger en gecontroleerd onderzoek nodig
voor zijn, wil men aan kunnen tonen dat activiteit bij dwarslaesiepatiënten de prevalentie van
overgewicht werkelijk doet verminderen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 12
3.5.2 Wat is het effect van lichamelijke activiteit op de bloeddruk bij mensen
met een dwarslaesie?
Opvallend aan alle onderzoeken is dat slechts één onderzoek de bloeddruk als uitkomstmaat
heeft getest, terwijl het algemeen bekend is dat een hoge bloeddruk een belangrijke
risicofactor voor HVZ is. De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat de actieve groep
paraplegen een gunstigere bloeddruk heeft dan inactieve paraplegen. Het is interessant dat
er alleen bij tetraplegen geen verband tussen activiteit en bloeddruk werd gevonden. Dit
verschijnsel valt waarschijnlijk te wijten aan het feit dat bij tetraplegische
dwarslaesiepatiënten de bloedcirculatie per definitie afwijkend is door controleverlies vanuit
het ruggenmerg.13
Er is dus vrij weinig bewijskracht voor het antwoord op de vraag welke
invloed lichamelijke activiteit bij dwarslaesiepatiënten heeft op de bloeddruk. Verder
onderzoek met controlegroepen zou moeten uitwijzen of lichamelijke activiteit de bloeddruk
bij mensen met een dwarslaesie (en tetraplegie) kan beïnvloeden.
3.5.3 Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het lipidenprofiel bij
mensen met een dwarslaesie?
Ieder onderzoek heeft één of meerdere parameters van het lipidenprofiel onderzocht. Zoals
de resultaten al duidelijk in bijlage 3 laten zien, zijn de uitkomsten onderling vrij verschillend.
Twee onderzoeken hebben de TC/HDL-ratio onderzocht en een significant verband
gevonden met activiteit. Dit maakt deze twee onderzoeken het meest opvallend, aangezien
het TC/HDL-ratio als een betere voorspeller voor HVZ gezien wordt dan de
cholesterolwaardes afzonderlijk.14,15
Daarnaast valt er één onderzoek op die zowel de
parameters van het lipidenprofiel als de BMI, buikomvang en bloeddruk heeft onderzocht; Dit
onderzoek vond alleen significante verbanden tussen activiteit en de biometrische gegevens,
niet tussen activiteit en het lipidenprofiel. Een verklaring voor deze uitkomsten van dit
onderzoek zou kunnen zijn dat er tussen de onderzoeksgroepen slechts een klein verschil in
activiteitenniveau bestond. De mensen zijn binnen dit onderzoek gecategoriseerd naar
besteding van meer óf minder dan 25 minuten per dag aan “Leisure Time Physical Activity
(LTPA)”, oftewel vrijetijdsbeweging. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld de ene groep mensen die
gemiddeld 22 minuten LTPA besteed per dag als ‘laag actief’ werd gecategoriseerd; de
groep mensen die gemiddeld 26 minuten aan LTPA per dag besteed als ‘hoog actief’. Het is
dan terecht om te betwijfelen dat zodanig klein verschil in activiteit, een significant verschil in
bloedwaarden (van het lipidenprofiel) doet uitkomen. Wederom zijn er genoeg aanwijzingen
dat er een relatie bestaat tussen activiteit en de invloed daarvan op het lipidenprofiel bij
dwarslaesiepatiënten. Echter ook op dit punt is het zeker van belang dat er specifieker, beter
gecontroleerd en uniform onderzoek gedaan moet worden op dit gebied. Doordat de studies
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 13
namelijk zo divers zijn opgezet, is het mogelijk dat daardoor ook de uitkomsten in het
lipidenprofiel vertekend uitkomen.
Wanneer men wil onderzoeken of activiteit van invloed is op het risicoprofiel voor HVZ, dient
de onderzoeker er zich bewust van te zijn dat vele factoren de uitkomsten kunnen
vertekenen. Het grootste probleem begint al bij het feit dat onderzoeksgroepen snel
onterecht gecategoriseerd kunnen worden als actief of inactief, doordat men veelal in deze
studies het activiteitenniveau niet waterdicht heeft vastgesteld. Het invullen van vragenlijsten
heeft namelijk als nadeel dat mensen zich kunnen over- of onderschatten. Bovendien
beperken de cross-sectionele studies zich in de zeggenschap over het werkelijke
activiteitenniveau, omdat zij slechts een momentopname onderzoeken. Gezien deze
belangrijke aandachtspunten, is de recentste studie9
binnen dit literatuuronderzoek het
meest betrouwbaar: Hierin heeft men de activiteit zo objectief mogelijk vastgelegd met
behulp van accelerometers en op verschillende tijdstippen, verdeeld over een langere
periode, metingen uitgevoerd. Hiermee wordt vertekening van het activiteitenniveau zo goed
als mogelijk uitgesloten en kan men ontwikkeling van het lipidenprofiel beter in kaart brengen
door de resultaten van verschillende meetmomenten naast elkaar te leggen. Jammer genoeg
zijn de overige vijf onderzoeken binnen deze studie gedateerd en/of valt de manier waarop
metingen zijn uitgevoerd te betwijfelen (vragenlijsten).
3.6 Conclusie
Als antwoord op de hoofdvraag “Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het verlagen
van risicofactoren voor hart- en vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie?” , kan op basis
van de gevonden literatuur gezegd worden dat lichamelijke activiteit wordt geassocieerd met
lagere aanwezigheid van risicofactoren voor HVZ bij dwarslaesiepatiënten. Echter de kleine
omvang en de verschillende opzetten van deze studies, zorgt ervoor dat deze conclusie niet
heel sterk onderbouwd is. Desalniettemin kan het ook van de andere kant bekeken worden;
geen van de onderzoeken wijzen uit dat activiteit een negatieve invloed op het risicoprofiel
heeft. Daarentegen bestaan er zelfs aanwijzingen dat een bepaalde mate van activiteit eerder
een positieve invloed op het risicoprofiel voor HVZ heeft. Gezien dit feit dient er vooralsnog
tijdens het revalidatieproces veel aandacht en begeleiding te zijn voor lichamelijke activiteit,
met als doel dwarslaesiepatiënten te stimuleren ook na de revalidatieprocedure een actieve
leefstijl te handhaven.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 14
4. Uitvoering
In navolging op de literatuurstudie, is de uitvoering van het ontwikkelingsproces van de
nieuwe dwarslaesiecursus in gang gezet. De ontwikkeling van de verschillende
eindproducten is onderverdeeld in drie verschillende fases, te weten:
1. Vernieuwing inhoud en uiterlijk van de fysiotherapielessen
2. Vernieuwing van het uiterlijk van de gehele cursus
3. Ontwikkeling van docentinstructies
Ieder onderdeel zal in de volgende hoofdstukken apart worden behandeld en toegelicht
welke stappen zijn ondernomen om tot het eindresultaat te komen.
Het onderdeel ‘vernieuwing van de inhoud en het uiterlijk van de fysiotherapielessen’ had
tijdens dit project de hoogste prioriteit om tot uitvoering te brengen. Aangezien dit onderdeel
van het project een breed spectrum aan handelingen vereiste, is er vooraf een overzichtelijk
plan van aanpak opgezet. Een schematische opzet hiervan is op de volgende pagina
weergegeven.
Plan van aanpak – vernieuwing fysiotherapielessen
Op basis van feedback van opdrachtgever en
fysiotherapeuten Rijndam lessen aanpassen
Advies inwinnen fysiotherapeuten
Rijndam
Op basis van bevindingen, selecteren welke thema’s de
nieuwe fysiotherapielessen moeten bevatten
Hoe wordt de lay-out
vormgegeven?
Hoe en waar is ondersteunend
beeldmateriaal gebruikt?
Hoe zijn de onderwerpen per
thema onderverdeeld / Is er
voorkeur voor een bepaalde
volgorde?
Raadplegen “handboeken” over
dwarslaesierevalidatie,
internetsites, wetenschappelijke
artikelen, andere revalidatiecentra
Inventariseren welke thema’s voorlichtingsbronnen voor
dwarslaesiepatiënten handhaven
(m.b.t. fysiologie/ fysiotherapie)
Overzicht maken van alle thema’s /
onderwerpen die aan bod komen in
huidige dwarslaesiecursus Rijndam
Ontwikkelen en vernieuwen fysiotherapielessen
Eindproduct fysiotherapielessen
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 16
4.1 Vernieuwing inhoud fysiotherapielessen
Op basis van het plan van aanpak zal de inhoud en het uiterlijk van de fysiotherapielessen
vernieuwd worden. Het ontwikkelingsproces hiervan is per onderdeel in de volgende tekst
uitgebreid beschreven.
4.1.1 Oude versie
Voor het vernieuwen van de inhoud van de fysiotherapielessen is allereerst geïnventariseerd
hoe deze lessen waren georganiseerd en welke informatie hierin aan bod kwam. De
toenmalige indeling van de fysiotherapielessen bevatte globaal gezien de volgende
onderdelen:
Les 1:
Genezen fracturen
Contracturen, botvorming (NHO)
Ademhaling
Les 2:
Pijn
Spasme
(Onderdeel ‘Pijn’ door revalidatiearts, ‘Spasme’ door fysiotherapeut)
Les 3:
Staan lopen
Transfers
Bewegen en blijven bewegen (sport)
4.1.2 Raadplegen verschillende informatiebronnen
Nadat er in kaart is gebracht welke informatieve onderwerpen de toenmalige
fysiotherapielessen inhielden, is er op zoek gegaan naar verschillende bronnen die gericht
zijn op informatievoorziening voor dwarslaesiepatiënten.
De zoektocht naar informatie heeft op verschillende gebieden plaatsgevonden:
- research naar informatieve internetsites
- research naar literatuur
- research binnen andere zorginstellingen
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 17
Op internet zijn verschillende sites gevonden die zeer brede informatie aanbieden over het
onderwerp dwarslaesie. Er zijn een aantal sites geselecteerd die als informatief en
betrouwbaar zijn beoordeeld. Deze sites zijn namelijk door erkende organisaties, in nauwe
samenwerking met mensen met een dwarslaesie en professionals uit de revalidatiezorg
opgezet. De volgende sites zijn geraadpleegd voor het inventariseren van eventueel
bruikbare informatie voor de vernieuwing van de fysiotherapielessen:
www.dwarslaesie.nl - Opgezet door Dwarslaesie Organisatie Nederland.
www.spinalnet.nl - Opgezet door Coloplast BV.
www.dwarslaesiefonds.nl – Opgezet door het Dwarslaesiefonds.
http://www.rijndam.nl/dwarslaesie - Opgezet door Rijndam revalidatiecentrum.
www.nvdg.nl - Opgezet door het Nederlands-Vlaams Dwarslaesie Genootschap (NVDG).
Op het gebied van literatuur zijn verschillende “handboeken” geraadpleegd die geschreven
zijn voor zowel dwarslaesiepatiënten als voor professionals op het gebied van
dwarslaesierevalidatie. 16-19
Deze literatuur beschrijft onder andere gedetailleerde
onderwerpen met betrekking tot lichamelijke, sociaal-psychologische en maatschappelijke
gevolgen van een dwarslaesie. Tevens zijn reguliere behandelmethoden, hulpmiddelen en
richtlijnen beschreven op het gebied van dwarslaesierevalidatie en nazorg. Deze informatie
is van toepassing om te inventariseren welke verschillende onderwerpen op het gebied van
fysiotherapie bij mensen met een dwarslaesie aan bod komen en hoe deze onderwerpen
begrijpelijk en overzichtelijk worden beschreven.
Tijdens de literatuurstudie binnen dit project zijn verschillende wetenschappelijke artikelen
gevonden die tevens als informatiebron hebben gediend voor de ontwikkeling van nieuwe
inhoud van de fysiotherapielessen. Onderdeel van het evidence based werken is het in kaart
brengen van de “patient values”. Aangezien er alleen op kleine schaal onderzoek gedaan
kon worden binnen Rijndam naar de informatiebehoefte van de destijds aanwezige
dwarslaesiepatiënten, is ervoor gekozen om een bestaand extern onderzoek te raadplegen
op dit gebied. Via de medische database Pubmed zijn twee internationale grootschalige
onderzoeken gevonden die de informatiebehoefte van dwarslaesiepatiënten hebben
onderzocht.20, 21
Resultaten uit deze onderzoeken leverden een selectie van de meest
populaire onderwerpen op, die bij de ondervraagde dwarslaesiepatiënten de meeste
interesse toebehoorden. Deze uitkomsten hebben als ondersteuning gediend en richting
gegeven bij het ontwikkelen van de nieuwe inhoud van de fysiotherapielessen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 18
Wat betreft de informatie-inwinning bij andere revalidatiecentra is Mark van der Mijll Dekker,
fysiotherapeut van revalidatiecentrum Heliomare, benaderd voor inzage in de cursus die
binnen dit revalidatiecentrum is ontwikkeld voor dwarslaesiepatiënten. Ook bij hen bleek de
cursus al enige tijd verouderd te zijn. We hebben tijdens een bijeenkomst een overzicht van
de aan bod komende onderwerpen binnen de fysiotherapielessen bekeken en besproken
waarom juist deze onderwerpen in de cursus zijn opgenomen. Op deze manier is kennis
opgedaan over hoe andere professionals zich gespecialiseerd hebben op het gebied van
gezondheidsvoorlichting binnen de dwarslaesierevalidatie en hoe zij dit (in de vorm van een
cursus) hebben vormgegeven. Tevens is er geïnventariseerd welke inhoudelijke aspecten
van fysiotherapie zij van belang vinden op het gebied van educatie van
dwarslaesiepatiënten.
4.1.3 Ontwikkelen nieuwe indeling
Na inventarisatie van alle aan bod komende onderwerpen in de verschillende geraadpleegde
informatiebronnen, is er een vergelijking gemaakt met de verouderde dwarslaesiecursus van
Rijndam. Hierin bleken sommige onderwerpen niet aan bod te komen of sommige
onderwerpen slechts oppervlakkig beschreven te zijn. Ik heb daarom een overzicht gemaakt
van de ontbrekende onderwerpen op het gebied van fysiotherapie binnen de
dwarslaesiecursus en geprobeerd in overleg met de opdrachtgever een nieuwe indeling te
maken van de onderwerpen van de fysiotherapielessen. Vervolgens is deze nieuwe indeling
tijdens een bijeenkomst voorgelegd aan alle fysiotherapeuten van KBA3 en hebben we
unaniem besloten de volgende ontbrekende onderwerpen bij de fysiotherapielessen te
implementeren:
- Anatomie
- Herstel van een dwarslaesie
- Motorische vaardigheden: rolstoelvaardigheden/ training, mogelijkheden met
betrekking tot lopen/staan en robotica
- Gezonde leefstijl
Tijdens de bijeenkomst met de therapeuten is er een voorstel gedaan over een nieuwe
indeling van de drie fysiotherapielessen, waarin zowel de nieuwe, als de reeds aanwezige
onderwerpen op elkaar aansloten en per les één nieuw geheel vormden.
De reeds bestaande onderwerpen van de fysiotherapielessen zijn tevens besloten te
herzien, aangezien de therapeuten aangaven dat betreffende onderwerpen betere
ondersteuning (zowel met multimedia als literatuur), vernieuwing, uitbreiding en meer
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 19
diepgang konden gebruiken. De therapeuten hebben verschillende tips gegeven voor de
nieuwe vormgeving, indeling en ondersteuning van de fysiotherapielessen. Er is onder meer
gebrainstormd over welke onderwerpen door films ondersteund kunnen worden en hoe er
binnen de cursus zo helder en compleet mogelijk overzicht kan worden gemaakt voor de
verschillende mogelijkheden die er bestaan op het gebied van motorische vaardigheden.
4.1.4 Nieuwe indeling lessen fysiotherapie
In aansluiting op het overleg met de therapeuten van KBA3 is er een nieuwe definitieve
indeling gemaakt van de drie fysiotherapielessen van de dwarslaesiecursus. De nieuwe
indeling bevat globaal gezien de volgende onderwerpen:
Les 1: Dwarslaesie en motorische vaardigheden
Deel 1: Wat is een dwarslaesie?
 Anatomie
 Gevolgen van dwarslaesie met betrekking tot uitval van spierfunctie en gevoel
 Hoe wordt de dwarslaesie vastgesteld? / Classificatie
 Oorzaken dwarslaesie / Traumatisch- niet-traumatisch
 Behandeling van fracturen
 Behandeling niet-traumatische oorzaken
 Herstelt een dwarslaesie? / Functioneel herstel en neurologisch herstel
 Onderzoek naar neurologisch herstel
Deel 2: Motorische vaardigheden
 Verwachting motorische vaardigheden bij complete laesies
 Functionele prognose
 Voortbewegen met rolstoel / rolstoeltraining
 Verplaatsen in bed
 Voorbeelden transfers
 Staan en lopen met hulpmiddelen
 Staan met sta-unit
 Lopen zonder spierfunctie in benen
 Lopen met gedeeltelijke spierfunctie in benen
 Robotica: Lokomat
 Functionaliteit van lopen
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 20
Les 2: Pijn, spasticiteit en contracturen
Deel 1: Pijn
 Verschillende soorten pijn
 Verschillende oorzaken pijn
 Mogelijkheden van behandeling
Deel 2: Spasticiteit
 Wat is spasticiteit?
 Normaal / “abnormaal” beloop van spasticiteit
 Gevolgen van spasticiteit
 Voordelen van spasticiteit
 Keuze wel of niet behandelen
 Mogelijkheden van behandeling
Deel 3: Contracturen
 Wat is een contractuur?
 Oorzaken
 Symptomen
 Nadelige gevolgen
 Behandeling tijdens en na revalidatie
 Wat is NHO (botvorming)
 Symptomen en onderzoek
 Behandeling NHO
 Bedligging
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 21
Les 3: Ademhaling en gezonde leefstijl
Deel 1: Ademhaling
 Hoe werkt de ademhaling
 Gevolgen voor de ademhaling bij complete laesies
 Oorzaken ademhalingscomplicaties
 Veel voorkomende ademhalingscomplicaties
 Onderzoek en meten van longfunctie
 Behandeling
 Oefeningen
 Preventie
Deel 2: Gezonde leefstijl: tijdens en na revalidatie
 Dwarslaesie en gevolgen voor activiteit en gewicht
 Risico op overgewicht, HVZ en suikerziekte
 Relatie inactieve leefstijl en risicofactoren
 Beloop van activiteit tijdens en na revalidatie
 Beloop van gewicht tijdens en na revalidatie
 Voordelen van bewegen
 Tips voor behouden gezonde leefstijl
 Tips voor gewichtscontrole
 Mogelijkheden op sportgebied
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 22
4.1.5 Vernieuwen inhoud van PowerPointpresentaties
Nadat er is besloten wat de nieuwe indeling van de lessen ging worden, zijn alle
onderwerpen in detail uitgewerkt in PowerPoint. Alle verzamelde gegevens uit de
geraadpleegde informatiebronnen en vanuit kennis van professionals, is in dit proces
samengevoegd. Op basis van de ervaring van het werken met mensen met een dwarslaesie
en op basis van de opgedane kennis uit de zoekstrategie binnen dit project, heb ik
geselecteerd welke informatie (met oog op de doelgroep) op de beste manier geformuleerd
en weergegeven kon worden in de lessen. Vervolgens zijn de conceptversies van de lessen
beoordeeld door de opdrachtgever. Op basis van feedback en aanvullingen op deze
conceptversies, zijn de lessen opnieuw aangepast. Uiteindelijk zijn de resultaten gedurende
het project ook meerdere malen overlegd aan de fysiotherapeuten van KBA3. Via dit nauwe
samenwerkingsverband is er getracht om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen waarin
de nodige wensen en eisen van de opdrachtgever zijn verwerkt.
Les 1
Het onderdeel “Wat is een dwarslaesie?”, is als geheel nieuw thema ingevoerd binnen de
cursus. Doelstelling van dit thema is de deelnemers aan het begin van de cursus uit te
leggen wat er in het lichaam gebeurt na een dwarslaesie en welke uiteenlopende gevolgen
dat met zich mee kan brengen, voornamelijk op gebied van spierfunctie en gevoel. Dit
lesonderdeel bevat bijvoorbeeld anatomie van de wervelkolom en het ruggenmerg en uitleg
over classificatie van de dwarslaesie. Rekening houdend met de doelgroep, is de informatie
ondersteund door duidelijke afbeeldingen en is er (waar mogelijk) op verschillende punten
interactie met het publiek ingebracht. Door middel van vragen te stellen aan het publiek met
betrekking tot de onderwerpen, worden de deelnemers zoveel mogelijk betrokken in de les.
Hierdoor worden mensen gestimuleerd bewust stil te staan bij de gedachtes die zij hebben
en die te helpen verwoorden. Zodoende wordt iedereen ook in de gelegenheid gesteld om
aan te geven of alle informatie begrijpelijk en helder genoeg is. Uiteindelijk is de
revalidatiearts benaderd en verzocht dit lesonderdeel voortaan te presenteren, gezien de
medische achtergrond van de onderwerpen. Na goedkeuring van de revalidatiearts van de
inhoud, is tevens ingestemd om dit lesonderdeel voortaan door zijn discipline te laten
presenteren.
Het tweede deel van de les “Motorische vaardigheden” bevat enkele onderwerpen zoals
‘transfers’ en ‘loopvaardigheden’ die tevens in de oude dwarslaesiecursus aan bod kwamen.
Weliswaar zijn alle onderwerpen volledig vernieuwd en uitgebreid: er is een onderverdeling
gemaakt van verschillende laesiehoogtes (en compleet / incompleet) en de daarbij
behorende mogelijkheden op het gebied van motorische vaardigheden. Bovendien zijn er ter
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 23
bevordering van de beeldvorming van deze onderwerpen films gemaakt van mensen met
verschillende laesiehoogtes. In deze films worden diverse motorische vaardigheden
uitgebeeld, zoals het maken van een autotransfer en het lopen met- en zonder beenfunctie.
Alle mensen die zijn gefilmd, hebben een formulier ingevuld waarin zij toestemming geven
de beelden te gebruiken voor educatieve doeleinden vanuit Rijndam revalidatiecentrum.
Les 2
De inhoud van les 2 bestond voor het eerste gedeelte uit het onderdeel “Pijn”, dat voorheen
door de revalidatiearts was ontwikkeld. Tijdens het project zijn alle disciplines gevraagd de
inhoud van de lessen te herzien. Zo heeft ook de revalidatiearts de inhoud van het onderdeel
“Pijn” herzien, waardoor de inhoud up-to-date is gemaakt en goed aansluit op de overige
fysiotherapeutische onderdelen van deze les. Het tweede onderdeel van les 2 “Spasticiteit” is
in nauwe samenwerking met de opdrachtgever ontwikkeld. Gezien haar specialisatie op het
gebied van spasticiteit, heeft de opdrachtgever zelf veel inbreng gehad op de indeling en
vormgeving van dit lesonderdeel. Belangrijk in dit lesonderdeel is ook meteen het betrekken
van het publiek door te beginnen met de vraag of mensen weten wat spasticiteit is en of
mensen bepaalde kenmerken kunnen benoemen. Spasticiteit is een breed en moeilijk
onderwerp voor een hoop mensen, weliswaar is het van belang te weten hoe je met
spasticiteit kan leren omgaan. Door middel van het beloop van spasticiteit in verschillende
grafieken uit te beelden, is er voor het publiek zo helder mogelijk geprobeerd toe te lichten
hoe spasticiteit zich kan uiten. Spasticiteit kan zich namelijk bij iedereen weer op een andere
manier uiten, waardoor er soms géén eenduidige behandeling bestaat. Verschillende
factoren en afwegingen die een rol spelen voor eventuele behandeling van spasticiteit is
daarom ook in een ‘keuzeschema’ uiteengezet.
Het derde onderdeel “Contracturen” was tevens een bestaand onderwerp in de oude versie
van de dwarslaesiecursus. Echter was dit onderdeel wel verouderd en is de inhoud compleet
vernieuwd en herzien op basis van recente literatuur. Waar mogelijk, zijn de onderdelen met
afbeeldingen ondersteund. Doelstelling van dit onderdeel is voornamelijk de mensen
informeren over wat contracturen zijn en voorlichten wanneer men alert moet zijn op
contracturen. Bovendien worden verschillende voorbeelden gegeven van hoe men tijdens
revalidatie zelf of met hulp preventief kan handelen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 24
Les 3
De inhoud van het onderdeel “Ademhaling” was tevens een bestaand onderdeel van de
verouderde versie van de dwarslaesiecursus. Wederom is dit lesonderdeel geheel herzien
en vernieuwd op basis van informatie uit de “handleiding respiratoire stoornissen” die
speciaal is ontwikkeld voor de behandelaren en dwarslaesiepatiënten van Rijndam
revalidatiecentrum. Er zijn nieuwe afbeeldingen gebruikt ter ondersteuning van de informatie
en ook in dit lesonderdeel is er een onderverdeling gemaakt tussen verschillende (complete )
laesieniveaus en de mogelijke gevolgen voor de ademhaling. Ter bevordering van de
interactie met de deelnemers, wordt er tijdens dit lesonderdeel het publiek geïnstrueerd
verschillende ademhalingsoefeningen als voorbeeld uit te voeren.
Het tweede onderdeel van les 3 “Gezonde leefstijl” is onder meer aan de hand van de
informatie geschreven die de literatuurstudie heeft opgeleverd. Verschillende
wetenschappelijke artikelen zijn geraadpleegd voor de onderbouwing van de inhoud van dit
onderwerp. Daarnaast zijn er ook mensen benaderd die gespecialiseerd zijn op het gebied
van gezondheidspromotie voor dwarslaesiepatiënten. Rogier Broeksteeg (fysiotherapeut op
KBA3), Carla Nooijen (bewegingswetenschapper Erasmus MC) en Hedwig Kooijmans
(bewegingswetenschapper Erasmus MC) zijn geïnterviewd aangezien zij onderzoek hebben
gedaan naar items van gezonde leefstijl en gezondheidspromotie, specifiek gericht op de
doelgroep dwarslaesiepatiënten. Deze mensen hebben mij nuttige tips en bruikbaar
informatiemateriaal aangereikt ten behoeve van de ontwikkeling en onderbouwing van de
inhoud van dit lesonderdeel.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 25
4.1.6 Ontwikkelen van een fact-sheet voor dwarslaesiepatiënten
In de loop der tijd bleek er vanuit de deelnemers van de cursus de vraag te komen of
mensen een soort “geheugensteun” van de inhoud van de lessen konden ontvangen.
Daarom is het idee ontstaan om een fact-sheet te ontwikkelen waarop de verwijzingen staan
van welke informatie uit de cursus waar is terug te vinden.
Voorheen kregen de dwarslaesiepatiënten van KBA3 een tas van Dwarslaesie Organisatie
Nederland (DON) uitgedeeld met daarin zeer uitgebreide informatie over verschillende
hulpmiddelen en praktische onderwerpen die betrekking hebben op het leven / revalideren
na een dwarslaesie. Ook bevatte deze tas het boekje uitgegeven door DON: “Nou, daar zit je
dan”.19
Dit is een soort handboek over allerlei onderwerpen die te maken hebben met
dwarslaesie, speciaal geschreven voor dwarslaesiepatiënten en betrokkenen. Dit boekje is
erg begripvol en helder geschreven en bevat alle onderwerpen die tevens in de lessen van
de dwarslaesiecursus aan bod komen. Bovendien is er in dit boek ook nog een uitgebreide
lijst van handige informatiebronnen weergegeven. Tijdens de ontwikkeling van de
fysiotherapielessen is er daarom voor gekozen te verwijzen naar verschillende hoofdstukken
in dit boek, inclusief de literatuurlijst uit dit boek.
De fact-sheet is uiteindelijk ontworpen in de vorm van een laatste PowerPoint dia van de
fysiotherapielessen. Hierop is een kort en helder overzicht weergegeven van enkele handige
informatiebronnen die tevens geraadpleegd kunnen worden voor meer informatie. In de
toekomst zal blijken of deze fact-sheet voldoende handvat geeft aan de deelnemers van de
cursus, of dat zij bijvoorbeeld beter een papieren uitdraai van de PowerPointpresentaties
kunnen krijgen. Met oog op de kosten die dit met zich mee zal brengen, is er besloten de
fact-sheet eerst op deze manier uit te proberen.
Jammer genoeg bleek aan het einde van dit project besloten te zijn dat de tas van DON (dus
ook het boek “nou, daar zit je dan”), niet meer uitgegeven wordt aan de dwarslaesiepatiënten
van Rijndam vanwege bezuinigingen. Voorlopig is de verwijzing naar het boek en de tas van
DON wel in de cursus blijven staan, omdat onduidelijk was vanaf welk moment de uitgave
hiervan wordt afgeschaft. De opdrachtgever zal in de toekomst besluiten of deze
verwijzingen uiteindelijk uit de lessen worden gehaald, aangezien de deelnemers
waarschijnlijk het boek dan op eigen kosten zouden moeten aanschaffen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 26
4.2 Vernieuwing uiterlijk van de gehele cursus
4.2.1 Ontwikkeling format
Voor de uitvoering van dit onderdeel van het project is er kennis opgedaan uit verschillende
boeken die informatie verschaffen over gezondheidsvoorlichting.22-25
Met de globale kennis
opgedaan uit deze literatuur, is geïnformeerd naar de wensen en eisen van de
opdrachtgever. Het vernieuwde uiterlijk van de dwarslaesiecursus diende volgens de
opdrachtgever minimaal aan de volgende criteria te voldoen:
 alle PowerPointpresentaties van de cursus hebben dezelfde achtergrond van
Rijndam revalidatiecentrum;
 er is een uniforme lay-out op gebied van lettertype, lettergrootte etc.;
 alle lessen hebben een titelblad met vermelding van bijbehorende discipline.
Op basis van de verzamelde informatie vanuit literatuur en in overleg met de opdrachtgever,
is er een format ontwikkeld voor alle lessen van de dwarslaesiecursus (bijlage 4). Er is hierbij
tevens rekening gehouden met de opzet van elke les. Het format biedt ook eventueel
richtlijnen die van toepassing zijn bij herziening van de inhoud van de lessen.
4.2.2 Afspraken met overige disciplines
Weliswaar is de verantwoordelijkheid voor het vernieuwen van de inhoud van de overige
lessen bij de disciplines zelf neergelegd. Gedurende het project heb ik er wel naar gestreefd
om de disciplines te stimuleren zowel de uiterlijke als de inhoudelijke onderdelen van het
format toe te passen in hun lessen. Met iedere discipline heb ik verschillende malen via e-
mail en in persoon contact gehad. Tijdens een bijeenkomst met iedere discipline afzonderlijk,
heb ik het format toegelicht en kort uitgelegd wat de doelstelling is van mijn project. Tijdens
deze bijeenkomst heb ik een deadline vastgesteld waarvoor de nieuwste versies van de
lessen aan mij gestuurd konden worden. Zodoende zou ik dan een overzicht hebben van alle
laatste gecorrigeerde versies van de lessen om deze vervolgens op één USB stick te kunnen
zetten. Dit biedt als houvast voor de toekomst, dat er één product aanwezig is op KBA3
waarop alle laatst gecorrigeerde versies van de lessen staan. Dit om verwarring te
voorkomen met eventueel andere versies van de lessen die in de rondgang kunnen zijn.
Voor zover mogelijk hebben de disciplines slechts enkele lessen kunnen herzien binnen de
tijd van project en de nieuwste versies aan mij toegestuurd. Ik heb met de disciplines
overlegd dat ik zelf de uiterlijke criteria van het format zal toepassen op de lessen die niet
binnen de tijd van het project zijn herzien, aangezien dat een vereiste van het project was.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 27
Inhoudelijk zijn sommige lessen dus nog niet herzien door tijdsgebrek van de
verantwoordelijke discipline.
4.3 Ontwikkeling van docentinstructies
In de eindfase van het project zijn de “laatste” conceptversies van de fysiotherapielessen aan
fysiotherapeuten voorgelegd. Hierin is tevens de vraag gesteld in welke vorm er behoefte is
aan instructie bij de fysiotherapielessen. Hierin gaven de therapeuten aan geen behoefte te
hebben aan een letterlijke, gedetailleerde beschrijving van de bijbehorende informatie van de
PowerPointpresentaties. Zij gaven hierbij als reden aan, dat de fysiotherapeuten al behoren
te weten wat de lesstof inhoudt en tevens in staat zijn die lesstof (waar nodig) zelf
uitgebreider toe te lichten. Wel is er besproken om in de docentinstructie te beschrijven wat
de nodige “kern-aandachtspunten” zijn. De informatie moet bruikbaar kunnen zijn als
handleiding voor eventueel nieuwe docenten die de les willen geven, uitgaand van het feit
dat de docenten over voldoende parate kennis beschikken. Er is uiteindelijk besloten dat de
docentinstructie aan de volgende criteria dient te voldoen:
- aandachtspunten met betrekking tot het presenteren (helder spreken, tussendoor
pauze en vragen stellen etc.)
- aandachtspunten met betrekking tot de inhoud: welke termen vragen meer aandacht
of toelichting zodat deze voor het publiek beter te begrijpen zijn
- snel leesbare kerninformatie per sheet (alleen waar nodig, in principe kan de
PowerPoint ook voldoende zijn);
- aanduiding van interactie met het publiek;
De docentinstructies voor de fysiotherapielessen zijn zowel overzichtelijk verwerkt in een
Word-document alsmede verwerkt in de PowerPointpresentaties in de velden die
beschikbaar zijn gesteld voor ‘notities’. Op deze manier kunnen de docenten van de
fysiotherapielessen ervoor kiezen het Word-document als geheugensteun te gebruiken
tijdens de presentatie, of alle dia’s als “notitiepagina” uit te printen waarop zowel de dia’s als
bijbehorende docentinstructies staan weergeven.
Bovendien is er één algemene instructie geschreven die op elke les van de
dwarslaesiecursus van toepassing kan zijn. De ontwikkelde docentinstructies zijn terug te
vinden in de bijlagen. De ontwikkelde docentinstructies zijn terug te vinden in bijlage 5.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 28
5. Evaluatie
Aan het begin van het project heb ik een overzicht gemaakt van alle stappen die
ondernomen moesten worden om tot het verwachte eindresultaat te komen. Daarop
gebaseerd, is een tijdsplanning (bijlage 6) gemaakt die een inschatting gaf van de
benodigde tijd per onderdeel van het project. Dit diende tevens als houvast voor de
uitvoering en het overzicht van de voortgang van dit project. Terugkijkend naar de gehele
uitvoering van het project, zijn er toch altijd situaties ontstaan waardoor bepaalde
onderdelen van het project meer tijd in beslag namen dan verwacht. Hierdoor diende de
tijdslijn regelmatig aangepast te worden.
Het was een lastige opgave om een gerichte zoektocht op te zetten naar bruikbare
informatie voor dit project, omdat er zeer breed aanbod van informatie bestaat op het
gebied van gezondheidsvoorlichting voor dwarslaesiepatiënten. Vanuit een brede
oriëntatiefase is er, door middel van steeds opnieuw bekritiseren en selecteren van de
gevonden informatie, toegewerkt naar een specifiek eindresultaat.
Een vereiste van de opleiding was een literatuurstudie te doen ter onderbouwing van de
inhoud van het project. Aangezien er voor het vernieuwen van de dwarslaesiecursus veel
verschillende onderwerpen aan bod kwamen, was het niet mogelijk om met één
literatuurstudie de uitvoering van het gehele project te onderbouwen. Daarom is er naast
het literatuuronderzoek verdere research gedaan naar literatuur die de overige
onderdelen van de fysiotherapielessen konden ondersteunen.
Achteraf gezien is er aan het ontwikkelen van les 1 veruit de meeste tijd besteed binnen
dit project, aangezien deze les voornamelijk uit nieuwe onderdelen bestaat. Selecteren
van de juiste informatie vereiste veel aandacht, omdat het aanbod van informatie over
gevolgen van een dwarslaesie en de mogelijkheden op het gebied van motorische
vaardigheden zeer breed is. Daarnaast is dit onderdeel van de cursus soms moeilijk te
begrijpen voor het publiek gezien de medische achtergrond van de onderwerpen. Door
veel aanpassen en afstemmen op feedback van zowel opdrachtgever als
fysiotherapeuten van KBA3, is ernaar gestreefd om binnen deze les een zo begrijpelijk,
compleet en overzichtelijk mogelijk beeld te geven van wat een dwarslaesie inhoudt en
welke uiteenlopende mogelijkheden er bestaan tijdens het revalideren. Er is kritisch
gekeken naar het gebruik van medische termen, en het overzichtelijk maken van de
verscheidene mogelijkheden per “soort” (hoogte, compleetheid) dwarslaesie.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 29
Bovendien vroeg voornamelijk het onderdeel “motorische vaardigheden” ondersteuning
van beeldmateriaal. Het filmen van dwarslaesiepatiënten en het bewerken en toepassen
van de films heeft tevens veel tijd in beslag genomen.
Doordat er in verhouding de meeste tijd is besteed aan de ontwikkeling van les 1, zijn de
overige twee fysiotherapielessen minder vaak herzien. Voor les 2 was dit geen probleem,
omdat de onderdelen van deze les al vrij snel ontwikkeld waren en goedgekeurd door de
opdrachtgever en fysiotherapeuten. De inhoud van les 3 is (net als bij de andere lessen)
in eerste instantie vanuit mijn kennis ontwikkeld, op basis van de verzamelde informatie
uit het vooronderzoek binnen het project. Hierop heeft de opdrachtgever vervolgens
feedback gegeven welke onderdelen nog verbeterd zouden moeten worden. Les 3 is met
behulp van de eerste feedback wederom aangepast. Vervolgens was er de mogelijkheid
om de inhoud van alle lessen (inclusief les 3) te presenteren aan de fysiotherapeuten.
Tijdens deze bijeenkomst ben ik echter niet verder gekomen dan de inhoud van alleen
les 1 te bespreken. Daarop heb ik besloten les 2 en 3 op papier en per mail aan te
bieden aan de fysiotherapeuten met de vraag alsnog hun feedback te verzamelen en aan
mij terug te geven. Aangezien dit precies rond de kerstvakantieperiode had moeten
plaatsvinden, waren de therapeuten door afwezigheid en tijdsgebrek er niet meer aan
toegekomen de nodige feedback te geven.
Aan het eind van het project zijn uiteindelijk alle eindproducten aan op één USB-stick
aangeleverd bij de opdrachtgever. Alle eindproducten op deze USB stick voldoen aan de
volgende eisen:
- de fysiotherapielessen weergegeven in PowerPoint, zowel inhoudelijk als uiterlijk
vernieuwd. De inhoud is onderbouwd op basis van externe evidentie, dan wel “clinical
practise” of “expert opninion”.
- De fact-sheet voor dwarslaesiepatiënten, weergegeven binnen de
PowerPointpresentaties van de fysiotherapielessen;
- de laatst bewerkte versies van alle lessen van de dwarslaesiecursus volgens de
uiterlijke criteria van het format;
- de docentinstructies, verwerkt in de PowerPointpresentaties van de
fysiotherapielessen en apart als Word-documenten;
- het format met uiterlijke als inhoudelijke criteria voor alle lessen van de
dwarslaesiecursus.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 30
Aan het einde van het project heeft de opdrachtgever aangegeven dat zij eventuele verdere
aanpassingen binnen de dwarslaesiecursus zal doen en zij de verantwoordelijkheid neemt
voor de verdere ontwikkeling van de dwarslaesiecursus.
5.1 Verbeterpunten
Terugkijkend op de gehele uitvoering van het project, zijn er veel leermomenten geweest
omdat sommige onverwachte situaties niet door mij voorzien waren. Ik merkte dat ik het
moeilijk had om tijdens het project overzicht te houden op de zaken die soms tegelijkertijd of
soms juist al ver van tevoren gepland of uitgevoerd moesten worden. Ik heb in sommige
lastige situaties op tijd aansturing gekregen van of gevraagd aan de opdrachtgever en/ of
projectbegeleider, waardoor ik zelf weer op het juiste pad wist te komen. Achteraf gezien
hadden sommige zaken binnen het project door tijdsgebrek of door gebrek aan overzicht
minder aandacht gekregen dan ik had gewild. Hierdoor heb ik wel geleerd dat soms kleine
zaken zoals gestructureerd notulen maken en daar regelmatig naar terugkijken, van groot
belang kunnen zijn tijdens het projectmatig werken. Enkele verbeterpunten van de uitvoering
van het project heb ik op een rijtje gezet:
- zicht op de planning; in de eindfase van het project bleken veel zaken tegelijkertijd
geregeld te moeten worden terwijl daar eigenlijk nog weinig ruimte voor was;
- overzicht; ik heb de neiging om me snel te richten op één ding binnen het project
terwijl het van belang is de ontwikkeling van meerdere onderdelen continue bij te
houden of dat volgens planning en verwachting verloopt;
- structuur; ik vergat soms notulen te maken of deze terug te lezen, waardoor ik de
essentie van sommige besproken onderwerpen over het hoofd zag. Dit kwam dan
later in het project naar voren, waardoor het meer tijd kostte om dit weer te
corrigeren;
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 31
6. Literatuurlijst
1
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ): Wat is
gezondheidspromotie?
http://www.vigez.be/zoek_op_onderwerp?thema=28&set_keuze=1#item_127
2
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ): Effectiviteit,
evidence, reviews en evaluatie.
http://www.vigez.be/zoek_op_onderwerp?thema=28&set_keuze=1
3
Sacket, D., Rosenberg, W., Gray, J.A., Haynes, B., & Richardson, W. S. (1996).
Evidence-based medicine: What it is and what it isn’t, BMJ, 312, 71-72
4
L.A.T.M. van Leest, W.M.M. Verschuren.(2006) Leefstijl- en risicofactoren voor harten
vaatziekten in de Nederlandse bevolking: prevalenties en trends.
http://www.hartstichting.nl/9800/13341/15305/rapport_hvz_2006_hfd_6_leefstijl_en_risico
factor_voor_hvz
5
Wahman K, Nash MS, Lewis JE, Seiger A, Levi R. Cardiovascular disease risk and the
need for prevention after paraplegia determined by conventional multifactorial risk
models: The Stockholm spinal cord injury study. J Rehabil Med. 2011 Feb;43(3):237-42.
6
16. Wahman K, Nash MS, Westgren N, Lewis JE, Seiger A, Levi R. Cardiovascular
disease risk factors in persons with paraplegia: the Stockholm spinal cord injury study. J
Rehabil Med. 2010 Mar;42(3):272-8.
7
Andrea C Buchholz, Kathleen A Martin Ginis, Steven R Bray, B Catharine Craven,
Audrey L Hicks, Keith C Hayes, Amy E Latimer, Mary Ann McColl, Patrick J Potter and
Dalton L Wolfe: Greater daily leisure time physical activity is associated with lower
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 32
chronic disease risk in adults with spinal cord injury.(2009) PMID 19767799 Appl Physiol
Nutr Metab 34(4):640-7
8
Manns PJ, McCubbin JA, Williams DP. Fitness, inflammation, and the metabolic
syndrome in men with paraplegia. Arch Phys Med Rehabil. 2005 Jun;86(6):1176-81.
9
Carla F.J. Nooijen, Sonja de Groot, Karin Postma, Michael P. Bergen, Henk J. Stam,
Johannes B. Bussmann, Rita J. van den Berg-Emons. A more active lifestyle in persons
with a recent spinal cord injury benefits physical fitness and health. Accepted for
publication in Spinal Cord: November 2011
10
Hetz SP, Latimer AE, Buchholz AC, Martin Ginis KA; SHAPE-SCI Research Group.
Increased participation in activities of daily living is associated with lower cholesterol
levels in people with spinal cord injury. Arch Phys Med Rehabil. 2009 Oct;90(10):1755-9.
11
Dallmeijer AJ, van der Woude LH, van Kamp GJ, Hollander AP. Changes in lipid,
lipoprotein and apolipoprotein profiles in persons with spinal cord injuries during the first 2
years post-injury. Spinal Cord. 1999 Feb;37(2):96-102.
12
Brenes G, Dearwater S, Shapera R, LaPorte RE, Collins E. High density lipoprotein
cholesterol concentrations in physically active and sedentary spinal cord injured patients.
Arch Phys Med Rehabil. 1986 Jul;67(7):445-50.
13
Rosado-Rivera D, Radulovic M, Handrakis JP, Cirnigliaro CM, Jensen AM, Kirshblum S,
Bauman WA, Wecht JM: Comparison of 24-hour cardiovascular and autonomic function
in paraplegia, tetraplegia, and control groups: implications for cardiovascular risk. J
Spinal Cord Med. 2011 Jul;34(4):395-403.
14
CBO, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg. Multidisciplinaire richtlijn
Cardiovasculair risicomanagement 2006. Utrecht: CBO,2006.
15
Nederlandse Hartstichting. Factsheet Cholesterol en hart- en vaatziekten(2003).
http://webshop.hartstichting.nl/Producten/Producten.aspx?CatID=63
16
Van Asbeck, F.W.A. (Red.) (2007) Handboek dwarslaesierevalidatie. Houten: Bohn
Stafleu van Loghum.
17
Harvey, L. (Red.) (2008) Management of Spinal Cord Injuries. Edinburgh: Butterworth
Heinemann, an imprint of Elsevier Limited
18
Beckers, D.M.L., & Buck, M.J.I. (1992). De revalidatie van dwarslaesiepatienten, een
multidisciplinaire benadering. Utrecht: De Tijdstroom.
19
Vermeer, I. (2008) Nou daar zit je dan, praktische handleiding voor mensen met een
dwarslaesie. Utrecht: Dwarslaesieorganisatie Nederland.
20
Matter B, Feinberg M, Schomer K, Harniss M, Brown P, Johnson K. Information needs of
people with spinal cord injuries. J Spinal Cord Med. 2009;32(5):545-54.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 33
21
Hart KA, Rintala DH, Fuhrer MJ. Educational interests of individuals with spinal cord
injury living in the community: medical, sexuality, and wellness topics. Rehabil Nurs. 1996
Mar-Apr;21(2):82-90.
22
Gerards, F. & Borgers, R. (2006) Health Counseling. Het adviesgesprek in de
(para)medische en verpleegkundige zorg. Soest: Uitgeverij Nelissen
23
Brug J., Schaalma H., Kok G., Meertens R.M. & van der Molen, H.T.(2000)
Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering :een planmatige aanpak.
24
JCJM de Haes, AM Hoos, JJE van Everdingen (1999) Communiceren met patiënten.
25
J. Silverman, S. Kurtz, J. Draper ( 2006) Vaardig communiceren in de gezondheidszorg:
een evidence-based benadering.
7. Bijlagen
Bijlage 1: Oude indeling dwarslaesiecursus van Rijndam revalidatiecentrum
Module mobiliteit
Les 1: Genezen fracturen (botbreuken), contracturen botvorming, ademhaling.
Door: fysiotherapeut
Les 2: Pijn, spasme.
Door: revalidatiearts en fysiotherapeut
Les 3: Staan, lopen, transfers, bewegen en blijven bewegen, sport.
Door: fysiotherapeut
Les 4: Zitten, rolstoel rijden, vervoer.
Door: ergotherapeut
Module persoonlijke verzorging
Les 5: Mogelijkheden van hulpverlening bij de ADL.
Door: maatschappelijk werker en ergotherapeut
Les 6: Darmproblematiek en decubitus.
Door: verpleging en revalidatiearts
Les 7: Blaasproblematiek en autonome disregulatie.
Door: verpleging en arts
Module Dagbesteding
Les 8: Wonen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 34
Door: ergotherapeut en maatschappelijk werker
Les 9: Dagbesteding (beroep/werk, scholing/omscholing, bezigheden).
Door: ergotherapeut en maatschappelijk werker
Module relaties
Les 10: Seksualiteit.
Door: verpleging en arts
Les 11: Verwerking (partner/kinderen, vrienden, belangenbehartiging).
Door: maatschappelijk werker
Les 12: Verwerking voor familie. Deze les is alleen bedoeld voor familieleden van patiënten.
Door: maatschappelijk werker
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 35
Bijlage 2: Gegevens en uitkomsten van de geselecteerde artikelen binnen deze literatuurstudie.
Artikel Jaar Opzet Aantal Populatie Fysieke activiteit
Hoe gemeten?
Uitkomstmaat?
Risicofactoren hart-en
vaatziekten
Hoe gemeten?
Uitkomstmaten?
Uitkomsten
Fitness, inflammation and the
metabolic syndrome in men
with paraplegia
–Manns et al.
2005 Cross-
sectioneel
N=22 Mannen, parapleeg,
complete leasie
vanaf (T2-L2)
30-48 jr.
8-26 jr. na trauma
- Vragenlijst: Physical
Activity en Disability Scale
(PADS)
- Arbeidseenheden
- Bloedtests, meetlint
- HDL-C, TG, totaal cholesterol
Buikomvang
Lagere fysieke activiteit duidt op
hogere toename glucose, lager
HDL-C en een grotere
buikomvang.
Increased participation in
“Activities Daily Living” (ADL) is
associated with lower
cholesterol levels in people
with SCI
– Hetz et al.
2009 Cross-
sectional
N=75 Mannen (N=61) en
vrouwen (N=14),
Parapleeg/
tetrapleeg
- Vragenlijst Physical
Activity Recall Assesment
for People with SCI (PARA-
SCI)
- ADL-activiteiten: in
aantal, tijdsduur en
intensiteit
- Bloedtests, meetlint
- Totaal cholesterol, LDL-C, HDL-
C, TG
Buikomvang
Toegenomen mobiliteit ADL’s
zijn in relatie te brengen met
lager totaal cholesterol en LDL-
C. Geen andere significante
relaties zijn gevonden.
A more active lifestyle in
persons with a recent spinal
cord injury benefits physical
fitness and health’
-Nooijen et al.
2011 Prospectief
cohort
N=30 Mannen/vrouwen
18-65 jaar
Afhankelijk van
handbewogen
rolstoel
- Metingen aan het
begin, tijdens en 1jr
na het actieve
revalidatieproces na
trauma
- Accelerometers,
bevestigd op het lichaam
gedurende 24 u, 2 dagen
per week
- De totale tijdsduur van
de gedetecteerde
dynamische activiteiten,
als percentage van 24 uur
-Bloedtests
-Totaal cholesterol, HDL-C, LDL-
C, TG, TC-HDL ratio en LDL-HDL
ratio
Toename in activiteit beïnvloedt
2 van de 6 parameters van het
lipidenprofiel gunstig : TC-HDL
ratio en TG gehaltes, wat het
risico op HVZ verminderd.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 36
High density lipoprotein
cholesterol concentrations in
physically active and sedentary
spinal cord injured patients
-Brenes et al.
1986 Cross-
sectional
N=214 - Inactieve
individuen met een
dwarslaesie (N=66)
- Atleten met een
dwarslaesie (N=22)
- Actieve, lichamelijk
niet-beperkte
mensen (N=126)
- Mannen en
vrouwen
Classificeren testpersonen
op activiteitenniveau en
lichamelijke beperking
1. Niet-sporten SCI
2. Wel sporten (min.
3 dagen per week
vast trainings-
programma) SCI
3. Geen lichamelijke
beperking
-Bloedtests
-HDL-C, HDL-2, HDL-3
Bij de inactieve
dwarslaesiegroep zijn significant
lagere waardes HDL in het bloed
gevonden, in vergelijking tot de
atletische dwarslaesiegroep, en
de lichamelijk niet-beperkt
mensen.
Changes in lipid, lipoprotein
and apolipoprotein profiles in
persons with spinal cord
injuries during the first 2 years
post-injury
-Dallmeijer et al.
1999 Cohort N=19 - Mannen en
vrouwen met
recente dwarslaesie
tijdens en tot +/- 1
jaar na revalidatie
- Vragenlijst
- Sportactiviteit
weergegeven in uren per
week
-Bloedtests
- TC, HDL-C, LDL-C, TG, ratio
TC/HDL-C
Het lipidenprofiel bij mensen
met een dwarslaesie gedurende
de eerste 2 jaar na trauma
verbetert en lichamelijk actief
zijn beïnvloedt daarnaast het
vetprofiel gunstig.
Greater daily leisure time
physical activity (LTPA) is
associated with lower chronic
disease risk in adults with
spinal cord injury.
- Bucholz et al.
2009 Cross-
sectional
N=76 - Mannen en
vrouwen met
chronische
dwarslaesie,
parapleeg en
tetrapleeg
- Vragenlijst PARA-SCI
- LTPA per dag:
< 25 min. tijdsbesteding
LTPA per dag
vs.
>25 min. tijdsbesteding
per dag LTPA
- Gewicht/lengte, meetlint, BIA
en elektroden (meten
lichaamssamenstelling),
bloedtests
- BMI
- Buikomvang
- Percentage vetmassa en perc.
vetvrije-massa
- Glucose , HDL-C, LDL-C
- Bloeddruk
Meer dagelijkse tijdsbesteding
LTPA is te relateren aan lagere
risicofactoren voor hart-en
vaatziekten bij mensen met een
dwarslaesie
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 37
Bijlage 3: Uitkomsten van de onderzoeken voor verbanden tussen activiteitenniveau en risicofactoren HVZ.
Toelichting: Een - betekent dat er geen significant verband is gevonden bij betreffend onderzoek, een + geeft aan dat er wel een significant verband is gevonden.
AUTEUR ACT.NIVEAU TC TC/HDL
RATIO
LDL-C HDL-C TG BMI / %
VETMASSA
BUIKOMVANG BLOEDDRUK
Manns et
al.
De score van het
aantal activiteit-
eenheden
volgens PADS
- + - - +
Nooijen et
al.
Objectief gemeten
dynamische
activiteit
gedurende 48 uur
- + - - +
Hetz et al. Mate van
tijdsbesteding
mobiliteit-ADL’s
per dag
+ + - - -
Bucholz et
al.
> 25 min. LTPA
per dag vs. < 25
min. LTPA per
dag
- - - - + + (paraplegen) + (paraplegen)
Dallmeijer
et al.
< 1 uur per week
vs. >1 uur per
week
sportactiviteit
+ + + - -
Brenes et
al.
Atleten vs. niet-
atleten
+ -
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 38
Bijlage 4: Format ontwikkeld voor het vernieuwen van de dwarslaesiecursus van Rijndam
revalidatiecentrum
Format dwarslaesiecursus Rijndam
Lay-out
Lettertype: Arial Unicode MS
Kleur: Zwart
Tekengrootte:
Eerste sheet: Titel: 44, Discipline: 32
Volgende sheets: Koppen: 40, Tekst: 24, Opsommingen: 20
Opsommingteken: •
Maximum aantal woorden per slide: 40
Achtergrond: “Rijndam”
Sheets nummeren
Opzet
1e
sheet ( titelblad):
Les (1, 2, 3...) :
Omvattende titel van de les
Discipline
2e
sheet
- Titel: “Deze les bestaat uit … (bijv. twee) onderdelen:”
- Benoem hierna enkele hoofdonderdelen die deze les bevat, dus geen opsomming van alle sub
koppen!
- Verwijzing naar boek “Nou, daar zit je dan”.
- Geef hier aan dat les interactief is: mogelijkheid om tussendoor vragen te stellen, discussie,
gedachten uitwisselen.
3e
sheet
Begin met “openingsvraag” voor publiek  Probeer bij elk nieuw thema binnen de les eerst te beginnen
met een sheet met een openingsvraag voor het publiek.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 39
Één na laatste sheet:
Sluit af met samenvatting: Alle hoofdpunten kort en bondig benoemen, formuleer duidelijk voor het
publiek wat de hoofdboodschappen/ essenties zijn van de les.
Laatste sheet: Afsluiten met: “Vragen?”
Aandachtspunten algemeen:
- Beperk de hoeveelheid tekst zoveel mogelijk
- Gebruik niet teveel opsommingen (bullit points) per sheet; probeer alles te verdelen in
verschillende hoofdstukken
- Gebruik zoveel mogelijk steekwoorden, vermijd lange zinnen
- Gebruik geen punten aan het einde van de zin
- Juist gebruik hoofdletters ( kleine letters bij opsomming of na dubbele punt )
- Controleer op taalfouten!
- Gebruik zoveel mogelijk begrijpelijke taal, licht medische begrippen helder toe!
- Als je (tekst) kleur gebruikt, let dan op leesbaarheid en verantwoorde kleurencombinaties
(rood/groen bijv.)
- Gebruik bij veel en/of moeilijke informatie afbeeldingen
- Kies afbeeldingen met zorg
- Animaties maken de presentatie levendig, maar houd het beperkt ( snel te druk)
- Maak, waar nodig, gebruik van ( duidelijke) grafieken en tabellen
- Betrek het publiek in het verhaal. Creëer ruimte en tijd om tussendoor vragen te stellen/
ervaringen uit te wisselen:
Begrijpt iedereen het verhaal?; Welke onderwerpen waren nog onbekend / Welke onderwerpen
waren al enigszins bekend; Herkent u bepaalde dingen bij zichzelf?; Hoe ging u daarmee om?
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 40
Bijlage 5: Docentinstructies
Docentinstructie
dwarslaesiecursus Rijndam (algemeen)
Algemeen:
1. Duidelijk spreken: Akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg
en verstaan daardoor slecht.
2. Nodig mensen uit actief mee te doen;
- Controleer regelmatig of er vragen zijn
- Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten
3. Houd pauze tussen deel 1 en 2 van de les. Thee / koffie inschenken en even ontspannen.
4. Houd rekening met “instromers” (laatste in les 5): Leg uit dat zij de eerste lessen pas aan
het einde gepresenteerd krijgen.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 41
Docentinstructie
Les 1:
Dwarslaesie en motorische vaardigheden
Algemeen:
Duidelijk spreken: akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan
daardoor slecht.
Interactie met het publiek is belangrijk: nodig mensen uit actief mee te doen
Controleer regelmatig of er vragen zijn
Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten
Inhoudelijk:
Deel 1 Wat is een dwarslaesie?
Dia 2:
Deel 1 door arts
Deel 2 door fysiotherapeut
Bij eerste muisklik verschijnt boek “nou, daar zit je dan”, bij tweede muisklik:
Dit symbool verwijst regelmatig naar bijbehorende hoofdstukken uit dit boek. Motiveer mensen dit te lezen
= vrij helder geschreven! (zit in tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland)
Dia 5:
Circulatie wordt niet specifiek behandelt in één van de lessen, alleen les 7 bespreekt autonome
dysregulatie; onderwerp kan alleen hier aansluiten.
Dia 6:
Hoogte van laesie: termen cervicaal, thoracaal, lumbaal en sacraal toelichten. Komt later in les terug.
Ernst van de schade: leg onderscheid uit tussen complete / incomplete laesie.
Dia 7:
Wat is paraplegie / tetraplegie? Uitleggen bij incomplete laesie dat gevolgen verschillen (geef eventueel
voorbeelden).
Dia 8:
Interactie met publiek: let op dat mensen niet teveel in details treden! (tijd) Beperk tot vragen op dia.
Plaatjes illustreren uitval bij complete hoge/lage laesie en incomplete laesie.
Belangrijk: Inventariseer aan de hand van de vragen bij dia 8 wat de verdeling in het publiek is qua
hoge/lage, complete/incomplete laesies. Stem daar in deel 2 op af.
Dia 10:
ASIA kaart is puur ter illustratie, niet nodig in details te treden. Kort toelichten dat arts uitkomsten van tests
hier invult en aan de hand daarvan de laesie “classificeert”.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 42
Dia 12:
Licht toe: Wat is fixatie, decompressie en immobiliseren verwijs naar volgende afbeeldingen hoe dat er uit
ziet
Dia 16:
Eventueel toelichting spinale shockfase
Dia 18:
Houd pauze tussen deel 1 en 2 van de les. Thee / koffie inschenken en even ontspannen.
Deel 2 Motorische vaardigheden
Dia 19:
Bij eerste muisklik  verwijzen naar boek “nou daar zit je dan”
Tweede muisklik vraag eerst aan het publiek “waar denkt u aan..”
Derde muisklik geeft antwoorden.
Dia 20:
Ga niet te ver in op details, tabel illustreert alleen complete laesies. Volgende dia’s behandelen uitgebreid
mogelijkheden bij transfers, rolstoelrijden en staan/lopen bij verschillende dwarslaesies.
Dia 21:
Na de voorbeelden eventueel de deelnemers van de cursus laten verwoorden wat zij denken dat hun
functionele prognose is.
Dia 22:
Meer informatie over rolstoelen en vervoer in les 4 (ergotherapeut).
Toelichten welke factoren meespelen bij keuze van rolstoel (fitheid, praktisch etc.)
Bij incomplete laesie toelichten wanneer rolstoel wel/ niet of soms noodzakelijk kan zijn.
Dia 25:
Bij eerste muisklik film starten. Vraag aan het publiek welke techniek beste is en waarom. Bij tweede
muisklik antwoorden.
Dia 29:
Licht zonodig toe wat transfer is (voor partners). Beschrijf technieken verschillende transfers: afhankelijk
van laesiehoogte en lenigheid, balans, leerbaarheid.
Dia’s 30 en 31:
Tijdens films wijzen op inzicht, veiligheid en techniek. Handen (ver)plaatsen, goed schoeisel, rem, snelheid,
volgorde van handelingen, rolstoel plaatsing, voeten plaatsen etc.
Dia 32:
Let op: voorkom decubitus tijdens transfer(oefeningen)
Dia 40:
Licht toe welke factoren rol spelen bij lopen met gedeeltelijke beenfunctie: veel inspanning, vaak niet
mogelijk voor lange afstanden etc.
Dia 45:
Verwijs mensen naar boekenlijst in “nou daar zit je dan”: nog veel meer nuttige sites, boeken etc.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 43
Docentinstructie
Les 2: Pijn, spasticiteit en contracturen
Algemeen:
Duidelijk spreken: akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan
daardoor slecht.
Interactie met het publiek is belangrijk: nodig mensen uit actief mee te doen
Controleer regelmatig of er vragen zijn
Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten
Inhoudelijk:
Deel 1: Pijn
Dia 2:
Deel 1: door arts
Deel 2 en 3: door fysiotherapeut
Bij eerste muisklik verschijnt boek “nou, daar zit je dan”, bij tweede muisklik:
Dit symbool verwijst regelmatig naar bijbehorende hoofdstukken uit dit boek. Motiveer mensen dit te lezen
= vrij helder geschreven! (zit in tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland)
Dia 3:
Interactie met publiek: vragen aan of mensen vaak / soms pijn ervaren.
Dia 4:
Licht moeilijke begrippen toe: decubitus, spasticiteit (verdere uitleg deel 2), cervicaal, lumbaal.
Dia 7:
Licht kort toe wat referred pain is en autonome dysreflexie (autonome dysreflexie in les 7 uitgebreide
toelichting)
Dia 9:
Licht toe wat wortelpijn is / hoe het ontstaat 7
Dia 10:
Licht toe wat fantoompijn is
PAO= botvorming  NHO wordt in deel 3 deze les uitgelegd
Dia 12:
Licht toe wat pijnblokkades zijn
Deel 2 Spasticiteit
Dia 14:
Interactie met publiek: Laat mensen ervaringen uitwisselen, inventariseer hoeveel mensen last hebben van
spasticiteit.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 44
Dia 15:
Moeilijk plaatje: geef duidelijk aan dat ruggenmerg vergroot is!
Twee “wegen” van aansturing spieren:
Signaal uit hersenenruggenmerg bijv. been, en weer terug
Signaal uit bijv. been  ruggenmerg, en direct terug naar been = reflex
 Hierbij dus geen aansturing van hersenen
Bij schade ruggenmerg:
Signalen vanuit lichaam kunnen niet meer goed worden doorgegeven
Overreactie of juist geen/ ongecontroleerde remming vanuit hersenen en/of ruggenmerg spasticiteit
Dia 16:
Geef aan dat per persoon verschilt in welke mate spasticiteit voorkomt:
meestal eerste periode toename, na 3-6 maanden wel “stabiel” niveau
Dia 17:
Ondanks dat spasticiteit “stabiel” is, kan toch nog elke dag / week verschillen. Zijn geen grote verschillen.
Dia 18:
Heftige toename van spasticiteit= meestal alarmteken
Tijdens stabiele fase snel verschil merkbaar, maar tijdens “onstabiele” fase moeilijk in te schatten of
toename spasticiteit normaal of abnormaal is.
Dia 20:
Signaalfunctie= erg belangrijk, hierdoor wordt je op tijd gewaarschuwd als er iets in het lichaam mis is.
Dia 22:
Leg uit dat wel of niet behandelen per persoon en per situatie wordt bekeken.
Dia 23:
Verschillende manieren om spasticiteit de “baas”te zijn.
Dia 24:
Licht toe hoe lokale blokkades werken: volledige platleggen van spier  onomkeerbaar
Deel 3: Contracturen
Dia 25:
Interactie met het publiek: vraag eerst of mensen weten wat contracturen zijn (partners) Inventariseer
hoeveel mensen last hebben van contracturen, stem daar op af.
Dia 26:
Pijn kan ook leiden tot ontzien van bepaalde beweging = bij incomplete laesie
Dia 27:
Door uitval van gevoel / spierfunctie minder snel alert op dit soort veranderingen in het lichaam. Daarom
belangrijk om bewust gewrichten in het lichaam te controleren / onderhouden.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 45
Dia 29:
In beginfase revalidatie meeste kans op contracturen.
Positioneren in bed: door bv. voet tegen “brood”(stevig kussen), elleboog in strekking+ supinatie, soms
schouderabductie (zie plaatje), buikligging.
Dia 30:
Leg uit dat fysiotherapeut adviseert hoe je zelf met preventie of behandeling van contracturen om kan
gaan: met bepaalde oefeningen, bepaalde hulpmiddelen etc. Is per persoon verschillend.
Dia 31:
Vraag of mensen bekend zijn met NHO, eventueel vragen of iemand last van heeft. Licht toe aan de hand
van plaatje.
Dia 33:
Benadruk dat mensen bij deze symptomen alert moeten zijn, op tijd arts / fysio waarschuwen.
Dia 34:
Licht toe dat intensieve oefeningen juist nog meer de NHO prikkelen, daarom voorzichtigheid van belang
Medicatie remt calciumvorming  – effect is kans op osteoporose en effect is niet wetenschappelijk
onderbouwd
Bot verwijderen middels operatie alleen als; functionele problemen, compressie van zenuwen /bloedvaten
of decubitus zich voordoet.  alleen als NHO niet meer actief is.
Dia 35:
Wijs op belang van goede bedligging. Wisselen van buik- / ruglig en goed kunnen verplaatsen in bed.
Dia 37:
Verwijs mensen naar boekenlijst in “nou daar zit je dan”: nog veel meer nuttige sites, boeken etc.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 46
Docentinstructie
Les 3 Ademhaling en gezonde leefstijl
Algemeen:
Duidelijk spreken: akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan
daardoor slecht.
Interactie met het publiek is belangrijk: nodig mensen uit actief mee te doen
Controleer regelmatig of er vragen zijn
Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten
Inhoud:
Deel 1: Ademhaling
Dia 2:
Bij eerste muisklik verschijnt boek “nou, daar zit je dan”, bij tweede muisklik:
Dit symbool verwijst regelmatig naar bijbehorende hoofdstukken uit dit boek. Motiveer mensen dit te lezen
= vrij helder geschreven! (zit in tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland)
Dia 3:
Deel ervaringen met elkaar uit, houdt wel rekening met tijd!
Inventariseer hoeveel mensen ademhalingsproblemen ervaren, stem daar dit onderdeel van de les op af
(keuze maken soms juist wel of niet dieper op de stof in te gaan).
Dia 4:
Licht toe hoe de luchtstroom loopt en hoe gaswisseling plaatsvindt:
Lucht rijk aan zuurstof (O2; heeft het lichaam voor alle processen nodig)  stroomt de longen in via mond
en luchtpijp  In longblaasjes vindt gaswisseling plaats O2 wordt via longblaasjes in het bloed
opgenomen tegelijkertijd wordt koolstofdioxide (CO2; afvalstof) vanuit het bloed weer afgegeven aan de
lucht in de longen  CO2 stroomt bij uitademing via de luchtpijp en mond naar buiten.
Dia 5:
Licht toe hoe diafragma (middenrif) werkt tijdens ademhaling = belangrijkste ademhalingsspier die
aanspant bij inademen
Tevens helpen tussenrib- nek- en buikspieren bij de inademen trekken ribben en borstkas omhoog
waardoor borstkas uitzet en meer plaats voor de lucht in de longen ontstaat.
Bij krachtig uitademen, zoals bij hoesten, niezen en bij lichamelijke inspanning, is aanspannen van de
buikspieren en de inwendige tussenribspieren nodig.
Dia 8:
Licht alle termen duidelijk toe.
Dia 10:
Leg uit dat spirometer snelheid en volume van ingeademde en uitgeademde lucht meet . Leg uit wat FVC en
PEF is.
Dia 11:
Licht termen duidelijk toe. Eventueel als voorbeeld oefeningen doen met publiek
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 47
Deel 2: Gezonde leefstijl tijdens en na revalidatie
Dia 14:
Interactie met het publiek: probeer te richten op gezond eetpatroon, bewegen, hobby’s, sport (voorheen).
Probeer antwoord te krijgen of mensen na de dwarslaesie hun gezondheid nog meer/ minder/ even
belangrijk vinden. Hoe gaan ze daarmee om?
Dia 17:
Uitleggen wat er in onderzoek gedaan wordt.
Bloed onderzocht: wat zijn suikers en lipidenprofiel? Wat is BMI, hoe wordt dat gemeten? Al deze factoren
hebben voorspellende waarde voor het krijgen van hart- en vaatziekten.
Dia 18:
Leg nadruk op het feit dat een dwarslaesie door de uitval zorgt voor minder kunnen bewegen. Inactieve
leefstijl is min of meer “logisch” gevolg.
Bij tweede muisklik: leg verband tussen het feit dat mensen met een dwarslaesie door uitval van
spierfunctie ook spiermassa verliezen, daardoor hoort “nieuwe” gezonde gewicht lager te liggen. Hierdoor
kan men (meer) overgewicht hebben zonder dat men dat weet.
Dia 19:
Toelichting tabel:
100 % activiteitenniveau = gezonde mensen (normaal actief)
35 % = niveau van dwarslaesiepatiënten (gemiddelde van tetraplegen én paraplegen bij elkaar, dus bij
tetraplegen vaak nog lager)
Licht toe dat mensen met een dwarslaesie gemiddeld slechts één derde van het “normale”
activiteitenniveau bereiken. Vergelijk met activiteitenniveau van andere diagnosegroepen.
Dia 20:
Leg uit dat men tijdens revalidatie juist wél actief is, alleen na ontslag een sterke daling ontstaat
Dia 21:
Vaak na de dwarslaesie sterke gewichtsafname door:
Lange immobilisatie / verlies spiermassa
Hoog energieverbruik door het herstelproces
Weinig eetlust / moeilijkheden met eten
Vervolgens snelle toename in gewicht:
Door bijvoeding: Toedienen van calorie- en bouwstofrijke voedingsmiddelen tegen ondervoeding Gevolg:
Doorschieten naar overgewicht.
Dia 22:
Licht toe dat het moeilijk is cirkel te doorbreken zolang men inactief raakt na een dwarslaesie.
Dia 23:
Vraag mensen welke barrières zij in de toekomst denken tegen te komen.
Dia 24:
Dit blijkt uit onderzoeken onder mensen die regelmatig bewegen. Dit kan zowel gelden voor sporten als
voor “bewegen in de vrije tijd”.
Licht toe dat meestal niet meer makkelijk is om te bewegen met een dwarslaesie, denk aan: kost veel
energie, geld, hulpmiddelen nodig, moeilijk toegang tot gebouwen etc. Levert uiteindelijk wel positieve
effecten op.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 48
Dia 25:
Leg nadruk op dat mensen niet per sé aan een bepaalde sport hoeven te doen; bestaan allerlei vormen van
activiteit die bijdragen aan de gezondheid.
30 minuten = richtlijn. Geef wel aan dat dit bewegen enigszins inspanning moet vragen.
Dia 26:
Discussie wat reële doelen zijn voor een gezonde leefstijl en hoe je die zelf kan stellen. Welke barrières/
motiverende factoren kan je nu al bedenken?
Dia 28:
Verwijs hier eventueel naar diëtiste.
Dia 29:
Veel informatie en handige links in het boek “nou daar zit je dan”
Eventueel vragen of mensen interesse hebben in welke sporten er bestaan, welke mogelijkheden biedt
Rijndam? Rolstoelsporten in sportzaal, zwembad, Roparun.
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 49
Bijlage 6: Tijdsplanning project
tijds-
planning
fase
activiteiten
Periode tot
21-2
Projectvoorstel Schrijven projectvoorstel
Inleveren en goedkeuren projectvoorstel
Periode
van 5-9
tot 16-10
Literatuurstudie
Week 1:
5-11 september
Ghislaine:
Doornemen artikelen en laatste versie literatuuronderzoek
Opschrijven welke punten nog ontbreken en/ of gecorrigeerd
dienen te worden
Karin:
Doornemen verbeterpunten literatuuronderzoek, zonodig hierop
aanvullingen geven
Bijeenkomst 12-9 Bespreken verbeterpunten literatuuronderzoek
Werkafspraken maken voor komende periode
Data vastzetten voor presenteren en/of bespreken onderdelen
van het project bij refereerbijeenkomsten en afdelingsoverleg
Week 2/3 :
12-25 september
Ghislaine:
Herschrijven van ‘Resultaten’, ‘Discussie’ en ‘Conclusie’
“Concept” opsturen vóór 26-9
Mailen Marijke Meijboom voor inplannen afdelingsoverleg (1 x
p/mnd) om format te kunnen presenteren
Karin:
Beoordelen ingeleverde teksten
Bijeenkomst
vervalt: Mail
“definitieve versie”
literatuuronderzoe
k voor 26-9
Karin:
Per mail commentaar literatuuronderzoek
Week 4/5:
26 september-
9 oktober
Ghislaine:
Inplannen fysio-refereerbijeenkomsten voor het bespreken van de
lessen in dwarslaesiecursus Suzan Vogels
Opschrijven verbeterpunten inhoud lessen fysiotherapie
Laatste verbeterpunten literatuuronderzoek
Alles opsturen vóór 6-10
Karin:
Opmerkingen/ aanvullingen geven over verbeterpunten inhoud
lessen fysiotherapie
Perry:
Beoordelen literatuuronderzoek
Bijeenkomst 10-10 Inventariseren welke criteria de format moet bevatten
Bespreken inhoud lessen dwarslaesiecursus: Wat moet er per les
verbeterd worden?
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 50
Week 6:
10-16 oktober
Ghislaine:
Opzet maken voor format
Inhoud lessen fysiotherapie aanpassen
Perry
Goedkeuring literatuuronderzoek
16-10 Literatuur-
onderzoek
afgerond
Week 7:
17-23 oktober
Ghislaine:
Ontwerp inleveren format vóór 20-10
Inhoud lessen fysiotherapie aapassen  voorbereiden op fysio-
refereer voor presentatie “concept” lessen
Inhoud lessen fysiotherapie overleggen aan therapeuten tijdens
refereer
Inventariseren mogelijkheid voor een extra les “gezonde leefstijl”
 overleggen met therapeuten
Karin:
Inhoud lessen fysiotherapie controleren
Eventuele knelpunten bespreken van de lessen van de overige
disciplines
Nakijken / goedkeuren format
Bijeenkomst 24-10 Bespreken format
Bespreken inhoud lessen fysiotherapie
Selecteren welk systeem voor de presentatie gebruikt gaat
worden (PowerPoint of ander systeem)
Week 8/9:
24 oktober- 6
november
Ghislaine:
27 oktober bijeenkomst fysiotherapeuten: presenteren plan/
voorbeelden voor inhoud fysiotherapielessen
Eventueel aanpassen + vaststellen format
Presenteren format aan disciplines?
Vaststellen contactpersonen per discipline
Tijdschema per discipline invullen concrete data!
Gedeeltelijk rapporteren uitvoering project
Inleveren rapportage bij Perry
Perry:
Nakijken Rapportage
Bijeenkomst 7-11 Nog in te vullen
7-11 - Rapportage
afgerond
- Proces van
invoeren format
gestart
Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 51
Week 10/11:
7- 20 november
Afspraken nakomen met overige disciplines, inhoud lessen
doornemen en aanpassen
Inhoud lessen fysiotherapie completeren  voorbereiden op
fysio-refereer voor presentatie “definitieve” lessen
Inhoud lessen fysiotherapie presenteren aan therapeuten tijdens
refereer
Eventueel laatste aanpassingen doen van de inhoud lessen
fysiotherapie
Experts/ literatuur raadplegen voor tips hoe een presentatie
aantrekkelijker gemaakt kan worden
Overleggen met Rijndam wat mogelijk is op het gebied van
software/ budget
Bijeenkomst 21-11 Bespreken en eventueel verder aanpassen lessen fysiotherapie
Afspraken maken over schrijven van de docentinstructies en fact-
sheets
Week 12/13:
21 november- 4
december
Ghislaine:
Schrijven docentinstructies en fact-sheets; vóór 1 december
opsturen
Inhoud lessen overige disciplines passend maken in format
Eventueel verder aanpassen presentaties en docentinstructies
voor de lessen fysiotherapie
Karin:
Controleren aanpassingen lessen en resultaat docentinstructies
Bijeenkomst 5-12 Bespreken resultaten voor zover van alle producten
Besluiten wat de laatste noodzakelijke punten van aandacht zijn
Week 14/15/16:
5-25 december
Ghislaine:
Definitieve inhoud overige lessen zetten in format
Afronden uiterlijk en inhoud gehele cursus
Laatste overleg met fysio voor akkoord invoer nieuwe lessen 22-12
Afronden projectverslag
Week 17-20:
26 december- 8
januari 2012
Presentatie dwarslaesiecursus Rijndam revalidatiecentrum
Presentatie Hogeschool Rotterdam
Inleveren beroepsproducten: - Dwarlaesiecursus Rijndam
Fact-sheet
Docentinstructie cursus
8-1-2012 Invoer vernieuwde
cursus afgerond

Weitere ähnliche Inhalte

Ähnlich wie Projectverslag- pdf

2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
ssuser7c8583
 
gelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurdgelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurd
Alan Veys
 
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief OnderwijsEvaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Hester Radstake
 
Leidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijs
Leidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijsLeidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijs
Leidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijs
Ikina Morsch
 
Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014
Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014
Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014
Ilya Zitter
 
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Ilya Zitter
 
OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...
OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...
OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...
SURF Events
 
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr logenerieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
Arjen Speekenbrink
 
Eindrapportage Professionele Master Delta Development
Eindrapportage Professionele Master Delta Development Eindrapportage Professionele Master Delta Development
Eindrapportage Professionele Master Delta Development
Peter Blonk
 
Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014
Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014
Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014
Evelyn Cloosen
 
Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)
Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)
Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)
Pieter-Bas Prins
 
Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010
Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010
Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010
wvn
 
Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Ilya Zitter
 

Ähnlich wie Projectverslag- pdf (20)

2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
 
gelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurdgelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurd
 
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief OnderwijsEvaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
 
Leidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijs
Leidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijsLeidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijs
Leidraad-studeerbaar-en-robuust-onderwijs
 
Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014
Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014
Sessie6 module onderwijsontwerpen_v31maart2014
 
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
 
OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...
OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...
OWD2010 - 4 - De Student meer Centraal: een verbeteraanpak in het onderwijsaa...
 
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr logenerieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
 
Eindrapportage Professionele Master Delta Development
Eindrapportage Professionele Master Delta Development Eindrapportage Professionele Master Delta Development
Eindrapportage Professionele Master Delta Development
 
Geert Driessen, Paul Jungbluth & Jo Louvenberg (1987) Onderwijs in Eigen Taal...
Geert Driessen, Paul Jungbluth & Jo Louvenberg (1987) Onderwijs in Eigen Taal...Geert Driessen, Paul Jungbluth & Jo Louvenberg (1987) Onderwijs in Eigen Taal...
Geert Driessen, Paul Jungbluth & Jo Louvenberg (1987) Onderwijs in Eigen Taal...
 
Leidt verbinding onderzoek en onderwijs tot professionalisering en/of beter o...
Leidt verbinding onderzoek en onderwijs tot professionalisering en/of beter o...Leidt verbinding onderzoek en onderwijs tot professionalisering en/of beter o...
Leidt verbinding onderzoek en onderwijs tot professionalisering en/of beter o...
 
The Hofstede Centre Workshop for the Educational Sector 2015 dutch
The Hofstede Centre Workshop for the Educational Sector 2015 dutch The Hofstede Centre Workshop for the Educational Sector 2015 dutch
The Hofstede Centre Workshop for the Educational Sector 2015 dutch
 
Manager Onderwijs Hannie van Leening over SAMEN LEREN
Manager Onderwijs Hannie van Leening over SAMEN LERENManager Onderwijs Hannie van Leening over SAMEN LEREN
Manager Onderwijs Hannie van Leening over SAMEN LEREN
 
Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014
Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014
Intensieve trainingsdag Universal Design for Learning (UDL) - 27 februari 2014
 
Leerlijn onderzoek doen bij de FEM: Werk in uitvoering!
Leerlijn onderzoek doen  bij de FEM: Werk in uitvoering!Leerlijn onderzoek doen  bij de FEM: Werk in uitvoering!
Leerlijn onderzoek doen bij de FEM: Werk in uitvoering!
 
INACT IO1 Module 3.pptx
INACT IO1 Module 3.pptxINACT IO1 Module 3.pptx
INACT IO1 Module 3.pptx
 
Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)
Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)
Studentenklapper 2016-2017 blok 1a(1)
 
Kandinsky College over Opbrengstgericht Werken
Kandinsky College over Opbrengstgericht WerkenKandinsky College over Opbrengstgericht Werken
Kandinsky College over Opbrengstgericht Werken
 
Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010
Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010
Presentatie csv zorgroute 26 oktober 2010
 
Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
Sessie1 module onderwijsontwerpen_v17feb2014
 

Projectverslag- pdf

  • 1. 2012 Ghislaine Damen [Vernieuwing dwarslaesiecursus voor patiënten en hun familie / partners] Verslaglegging van het ontwikkelingsproces van nieuwe fysiotherapeutische en uiterlijke onderdelen binnen de cursus voor dwarslaesiepatiënten en hun familie / partners van de klinische behandelafdeling op Rijndam revalidatiecentrum.
  • 2. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 1 Betrokkenen van dit product: Auteur: Ghislaine Damen, student Hogeschool Rotterdam 0796843 Opdrachtgever: Karin Postma, fysiotherapeut/ bewegingswetenschapper Rijndam revalidatiecentrum Projectbegeleider: Perry Kanters, docent Hogeschool Rotterdam
  • 3. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 2 Inhoudsopgave Betrokkenen .....................................................................................................................................1 Inhoudsopgave..................................................................................................................................2 1. Inleiding.......................................................................................................................................3 1.1 Aanleiding van het project ..........................................................................................................3 1.2 Beknopte analyse oude situatie..................................................................................................4 1.3 Analyse van de projectopdracht .................................................................................................4 2. Methode en werkwijze...............................................................................................................6 2.1 Werken vanuit evidence-based practice (EBP) ..........................................................................6 3. Literatuurstudie..........................................................................................................................8 3.1 Aanleiding van de literatuurstudie..............................................................................................8 3.2 Doelstelling en vraagstelling .......................................................................................................8 3.3 Methode en werkwijze................................................................................................................9 3.4 Resultaten ................................................................................................................................ 10 3.5 Discussie................................................................................................................................... 11 3.6 Conclusie .................................................................................................................................. 13 4. Uitvoering ................................................................................................................................ 14 4.1 Vernieuwing inhoud fysiotherapielessen................................................................................. 16 4.2 Vernieuwing uiterlijk gehele cursus......................................................................................... 26 4.3 Ontwikkeling van docentinstructies......................................................................................... 27 5. Evaluatie................................................................................................................................... 28 6. Literatuurlijst ........................................................................................................................... 31 7. Bijlagen.................................................................................................................................... 33
  • 4. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding van het project Rijndam revalidatiecentrum biedt de dwarslaesiepatiënten van de klinische behandelafdeling (hierna te noemen: KBA3) een cursus aan, waarin belangrijke informatie wordt gegeven over verschillende gevolgen van een dwarslaesie en de mogelijkheden van revalidatie. Voor deze cursus worden tevens de betrokken familieleden / partners van de patiënten uitgenodigd. Op deze manier willen de zorgverleners van Rijndam moeilijke (soms voor het publiek nog onbekende) onderwerpen kenbaar en bespreekbaar maken. Bovendien wil men met behulp van de cursus de deelnemers laten anticiperen op eventuele mogelijkheden en beperkingen die er bestaan in het leven met een dwarslaesie, zowel tijdens als na revalidatie. De dwarslaesiecursus is jaren geleden ontwikkeld en heeft sindsdien geen vernieuwingen gehad. Hierdoor was de inhoud van de cursus verouderd en kreeg men behoefte aan herziening van de informatie. Daarnaast is er in de loop der tijd de vraag ontstaan om de cursus qua vormgeving aantrekkelijker te maken. Met vormgeving wordt bedoeld: zowel het uiterlijk van de PowerPointpresentaties, als de vorm van het lesgeven. Er is bijvoorbeeld onvoldoende beeldmateriaal in de presentaties verwerkt, waardoor de lessen vrij theoretisch van aard waren. Bovendien bood de vorm van lesgeven weinig interactie met de cursisten. Deze factoren hebben ertoe geleid dat het lesgevend personeel van de cursus een gemis ervaren op het gebied van levendigheid en actualiteit van de cursus. De motivatie om de cursus te geven bleek hierdoor niet meer optimaal. Hieruit voortvloeiend is de vraag ontstaan of de dwarslaesiecursus vernieuwd kan worden. Ik heb tijdens mijn stageperiode op KBA3 ervaring opgedaan op het gebied van fysiotherapie bij mensen met een dwarslaesie en op het gebied van multidisciplinair samenwerken. Als aansluiting op mijn stage en de minor “In en vanuit het ziekenhuis” is dit project aan mij toegekend. Gezien de omvang van de cursus en mijn specialisering op het gebied van fysiotherapie, zal dit project zich richten op vernieuwing van de lessen die qua inhoud betrekking hebben op het gebied van fysiotherapie. Daarnaast zal het uiterlijk van de cursus in zijn geheel vernieuwd worden.
  • 5. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 4 1.2 Beknopte analyse oude situatie De verouderde dwarslaesiecursus was in de grote lijnen als volgt opgezet: Alle betrokken disciplines van KBA3 hebben verschillende onderwerpen binnen zijn of haar beroepsgebied uitgewerkt tot één of meerdere lesonderdelen. Alle lesonderdelen hebben totaal 11 individuele lessen gevormd, welke zijn onderverdeeld in verschillende modules binnen de cursus. De inhoud van de lessen is verwerkt in verschillende PowerPointpresentaties. Aan de hand van de PowerPointpresentaties presenteren één of twee vertegenwoordigende personen van de bijbehorende discipline(s) iedere week een nieuw thema van de cursus. Elke bijeenkomst duurt ongeveer 1,5 uur, waarin de cursisten de ruimte geboden wordt om vragen te stellen. Ter afsluiting van de cursus is een twaalfde bijeenkomst georganiseerd om binnen een groepsgesprek met alleen familieleden/ partners van de dwarslaesiepatiënten de behandelde informatie te evalueren en eventueel niet besproken onderwerpen in te brengen. Tevens wordt er gebruik gemaakt van de aanwezigheid van een ervaringsdeskundige, die eventueel voor vragen en/ of aanvullende informatie de lessen ondersteund. Een globale indeling van de oude dwarslaesiecursus in weergegeven in bijlage 1. 1.3 Analyse van de projectopdracht Allereerst is onderzocht vanuit wie de grootste behoefte is ontstaan om de cursus te vernieuwen en waarom deze behoefte is ontstaan. De cursus werd zowel door het lesgevend personeel als door de cursisten als nuttig, maar enigszins ‘saai’ omschreven. De grootste behoefte aan vernieuwing bleek te komen vanuit de mensen die de cursus geven. De volgende factoren die bij hen hebben geleid tot de ontevredenheid over de cursus zijn onderverdeeld in de categorieën ‘uiterlijk’ en ‘inhoudelijk’: De meest kritische punten op het gebied van uiterlijk:  Niet alle lessen zijn uniform  Er is onvoldoende interactie met cursisten  Weinig tot geen gebruik van beeldmateriaal, zoals foto’s en filmpjes Op het gebied van inhoud (van de fysiotherapielessen):  De informatie is verouderd  De informatie is niet evidence-based  Niet alle onderwerpen van fysiotherapie worden behandeld
  • 6. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 5 Op basis van deze kritische punten is de doelstelling voor dit project gevormd. De doelstelling bestaat uit verschillende onderdelen en komt op het volgende neer: De vormgeving van de dwarslaesiecursus wordt door deelnemers als duidelijk en informatief gewaardeerd. De lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie zijn voorzien van recente onderbouwing en kunnen op basis van de geleverde achtergrondinformatie door alle fysiotherapeuten die op de dwarslaesie afdeling gegeven worden. De lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie worden ondersteund door multimedia en door patiënten als duidelijk en leerzaam beoordeeld. Als aansluiting op deze doelstelling worden de volgende eindproducten verwacht: - De vernieuwde dwarslaesiecursus weergegeven in PowerPoint - Docentinstructie voor de lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie. Deze instructie moet achtergrondinformatie over de onderwerpen bevatten die, waar mogelijk, onderbouwd zijn op basis van wetenschappelijke studies en anders op basis van ‘best clinical practice’ of ‘expert opinion’. - Een factsheet voor patiënten over de lessen die raakvlak hebben met fysiotherapie Om richting te geven aan de uitvoering van dit project, zijn van tevoren tevens verschillende vraagstellingen geformuleerd. Deze vraagstellingen luiden als volgt: - Welke onderwerpen van fysiotherapie moet de dwarslaesiecursus bevatten? - Welke onderwerpen van fysiotherapie kunnen met behulp van multimedia ondersteund worden? - Welke informatie kan uit wetenschappelijke studies, dan wel uit “best clinical practice”, of “expert opinion” van toepassing zijn om de fysiotherapielessen te onderbouwen? - Hoe maak je een presentatie duidelijk en aantrekkelijk? - Hoe zijn informatievoorzieningen georganiseerd en vormgegeven binnen andere organisaties en media die zich richten tot de doelgroep dwarslaesiepatiënten? Aan de hand van bovengenoemde vraagstellingen zullen de antwoorden in verschillende informatiebronnen worden gezocht. De zoektocht naar antwoorden op deze vraagstellingen, vormt de basis voor de verzameling van bruikbare informatie voor het vernieuwen van de dwarslaesiecursus.
  • 7. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 6 2. Methode en werkwijze Om de vraagstellingen binnen dit project te kunnen beantwoorden, is er een methodisch werkplan opgezet. De volgende methoden en werkwijzen zijn geselecteerd om de ontwikkeling van de verwachte eindproducten tot stand te laten komen:  een (inter)nationale literatuurstudie; op basis hiervan wordt de informatie omtrent het onderwerp “gezonde leefstijl” onderbouwd;  onderzoek naar informatieoverdracht binnen de gezondheidszorg; zowel in literatuur als bij externe instanties die in contact staan tot mensen met een dwarslaesie;  onderzoeken hoe externe (zorg)instanties educatie over het onderwerp dwarslaesie hebben georganiseerd en vormgegeven;  interviewen van personen die gespecialiseerd zijn op het gebied van gezondheidseducatie voor mensen met een dwarslaesie;  overleggen en vergaderen met de fysiotherapeuten op KBA3 over de inhoud van de cursus; inventariseren welke wensen en eisen de fysiotherapeuten van Rijndam hebben en daarop afstemmen;  format maken voor alle Power Point presentaties van de dwarslaesiecursus;  met alle overige betrokken disciplines overleggen en bespreken over uiterlijk / vormgeving van de cursus; aangeven waar de wensen en eisen liggen op het gebied van uiterlijk en vormgeving van de gehele cursus;  selecteren van onderwerpen die ondersteunend beeldmateriaal vereisen;  films maken en/of foto’s toevoegen van de geselecteerde onderwerpen, en dit materiaal in de cursus verwerken;  uitschrijven van de inhoud van de fysiotherapielessen, welke uiteindelijk zal fungeren als docentinstructie;  ontwikkelen van een fact-sheet voor de deelnemers van de cursus.
  • 8. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 7 2.1 Werken vanuit evidence-based practice (EBP) Onderdeel van de doelstelling van dit project is het evidence-based maken van de inhoud van de fysiotherapielessen. Daarom is er voorafgaand aan de uitvoering van het project onderzocht welke principes er worden beschreven van het werken vanuit EBP. Het geven van een dwarslaesiecursus kan beschouwd worden als een vorm van gezondheidspromotie. Gezondheidspromotie wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (“World Health Organisation”, oftewel WHO) gedefinieerd als “het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te verbeteren”.1 Gezondheidspromotie pleit voor de principes van het evidence-based werken: “Evidence- based werken is ook in de gezondheidspromotie doorgedrongen. Projecten worden wetenschappelijk onderbouwd met reviewstudies en evaluaties die de effectiviteit van een interventie beoordelen.” 2 Evidence-based practice, kortweg EBP, is een begrip dat het afgelopen decennium een belangrijke plaats heeft ingenomen binnen de paramedische beroepsgroepen. Sackett et al. (1999) definieert EBP als volgt: “EBP is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruikmaken van het voorhanden zijnde beste bewijs bij het nemen van beslissingen.” Volgens de werkwijze van EBP dient de therapeut informatie te halen uit drie verschillende kennisbronnen om keuzes binnen het hulpverleningsproces te onderbouwen, te weten: 1. kennis uit wetenschappelijk onderzoek, de externe evidenties; 2. kennis uit de professionele ervaring, “best clinical practice” of “expert opinion”; 3. kennis en verwachtingen van de patiënt, de “patient values”. 3 Het werken volgens EBP is een verantwoorde en waardevolle strategie om uiteindelijk de projectopdracht te kunnen beantwoorden. Daarom is er tijdens dit project het werken volgens de principes van EBP op verschillende vlakken in praktijk gebracht.
  • 9. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 8 3. Literatuurstudie 3.1 Aanleiding van de literatuurstudie Zowel de opleiding als de opdrachtgever vragen om de gemaakte keuzes binnen het project te kunnen verantwoorden. Een literatuuronderzoek is daarom een vereiste om de basis van het project op grond van wetenschappelijke studies en literatuur te kunnen onderbouwen. Gezien de omvang van het project, is het is helaas niet mogelijk om alle verschillende onderwerpen van de cursus binnen één literatuurstudie aan bod te laten komen. Daarom is er gekozen voor volgende strategie: - De fysiotherapeuten hadden aangegeven dat zij binnen de cursus een gemis ervaren van informatie over de gevolgen van gezonde en ongezonde leefgewoonten. Daarom is ervoor gekozen om tijdens dit project een nieuw onderwerp te implementeren binnen de fysiotherapielessen: “Gezonde leefstijl, tijdens en na revalidatie”. Omdat dit een nieuw thema is binnen de cursus en tevens de laatste jaren steeds meer in opspraak is gekomen binnen de gezondheidszorg, is besloten om de literatuurstudie te wijden aan dit onderwerp. - Overige onderwerpen binnen de cursus zullen afzonderlijk in recente literatuur (“handboeken” over dwarslaesie, wetenschappelijke artikelen) en op basis van aanwezige kennis (“best clinical practice” en “expert opinion”) binnen Rijndam onderbouwd worden. 3.2 Doelstelling en vraagstelling Het thema “gezonde leefstijl” is een breed begrip. Een gezonde leefstijl schrijft bijvoorbeeld onder meer voor om niet te roken, gezond en gevarieerd te eten en voldoende te bewegen. Het is aangetoond onder de algemene populatie dat men met een gezonde leefstijl onder andere het risico op hart- en vaatziekten (kortweg: HVZ) verlaagt.4 Uit onderzoek blijkt dat dwarslaesiepatiënten een grote risicogroep zijn voor HVZ.5,6 Gezien dit feit is de interesse ontstaan om binnen de literatuurstudie te onderzoeken wat er op het gebied van lichamelijke activiteit en risicoverlaging van HVZ onder dwarslaesiepatiënten bekend is. Er is hierbij geïnventariseerd wat het aanbod en de kwaliteit is van wetenschappelijk onderzoek tot op heden en of informatie hieruit voortvloeiend eventueel ter ondersteuning kan zijn van het nieuwe onderwerp “gezonde leefstijl” binnen de dwarslaesiecursus.
  • 10. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 9 Doel van deze studie is tevens dat er een onderbouwd advies aan de dwarslaesiepatiënten gegeven kan worden hoe zij eventueel zelf (en uiteraard met hulp) met hun activiteitenniveau (beweging) hun gezondheid positief kunnen beïnvloeden. Om het gebied af te bakenen waarin er informatie is gezocht, is er een hoofdvraag geformuleerd. Deze vraagstelling luidt als volgt: Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het verlagen van risicofactoren voor hart- en vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie? Er bestaan verschillende risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Deze studie heeft zich echter beperkt tot enkele onderdelen, daarom is de hoofdvraag onderverdeeld in verschillende subvragen: - Wat is het effect van lichamelijke activiteit op overgewicht bij mensen met een dwarslaesie? - Wat is het effect van lichamelijke activiteit op de bloeddruk bij mensen met een dwarslaesie? - Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het lipidenprofiel bij mensen met een dwarslaesie? 3.3 Methoden en werkwijze 3.3.1 Zoekstrategie van literatuursearch (trefwoorden, databases) Het zoeken naar relevante artikelen voor deze literatuurstudie heeft plaatsgevonden door middel van het raadplegen van de volgende elektronische databronnen en bibliotheken: - PubMed/Medline - Cochrane Library - Mediatheek Hogeschool Rotterdam - Google ‘Scolar’ - Rijndam revalidatiecentrum Afgeleid uit de vraagstelling van dit onderzoek, zijn de volgende trefwoorden gebruikt: “ spinal cord injury” & “paraplegia, tetraplegia” gecombineerd met :cardiovascular diseases, secondary conditions, coronary diseases, physical activity, active lifestyle, sport activity, risk factor, lipid profile, cholesterol, health. Op basis van verschillende combinaties van bovenstaande trefwoorden, is in de databases gezocht. De gevonden titels zijn allen op datum beoordeeld. Er is voor gekozen artikelen
  • 11. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 10 ouder dan 25 jaar buiten beschouwing te houden binnen deze studie. De samenvattingen van de artikelen zijn beoordeeld op inhoud en vervolgens op basis van overeenstemming met de zoekopdracht in het geheel opgevraagd. Naast bovenstaande zoekmethode, is er gebruikt gemaakt van de zogeheten “sneeuwbalmethode”. Deze methode houdt in dat er via de literatuurverwijzingen van de gevonden studies, nieuwe literatuur is gevonden die tevens betrekking heeft op de vraagstelling. Ook is er gezocht op de namen van onderzoekers van de gevonden studies voor het zoeken naar meer gelijkwaardige literatuur. Bovendien zijn professionals geraadpleegd voor relevante artikelen voor dit literatuuronderzoek; dit heeft één artikel voor deze studie opgeleverd. 3.3.2 Selectiecriteria Voorafgaand aan het literatuuronderzoek, zijn inclusie- en exclusiecriteria opgesteld voor het zoeken naar relevante studies. Deze criteria luiden als volgt:  De studies beschrijven mensen met een dwarslaesie.  De studies zijn Nederlands- of Engelstalig.  De studies bevatten niet minder dan 15 onderzoekspersonen.  Studies zijn niet ouder dan 25 jaar. Na een korte inventarisatie van de gevonden literatuur, werd duidelijk dat de grens van 15 jaar naar 25 jaar moest worden verschoven. Dit heeft als oorzaak dat er waarschijnlijk weinig studies met betrekking tot dit onderwerp bestaan en de meeste studies vrij klein zijn.  Studies zijn: RCT’s, systematische reviews, cross-sectional of cohort studies.  De studies beschrijven de relatie tussen het handhaven van een actieve leefstijl en de invloed op risicofactoren voor hart-en vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie 3.4 Resultaten Uiteindelijk heeft voornoemde zoekstrategie zes artikelen opgeleverd voor deze literatuurstudie.7-12 Deze artikelen zijn volledig opgevraagd en voldoen inhoudelijk aan alle selectiecriteria. De geselecteerde artikelen zijn op basis van de kerngegevens in twee schema’s gezet (bijlage 2 en 3). Deze schema’s geven een duidelijk overzicht van de inhoudelijke gegevens, de uitkomsten van de onderzoeken en de overeenkomsten en verschillen tussen de artikelen.
  • 12. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 11 3.5 Discussie De resultaten van deze literatuurstudie hebben uitgewezen dat ieder geselecteerd onderzoek significante verbanden heeft gevonden tussen een hoger activiteitenniveau van dwarslaesiepatiënten en gunstigere waarden binnen het risicoprofiel voor HVZ. Voorafgaand aan de discussie dient men er rekening mee te houden dat de bewijskracht van deze uitkomsten per definitie al vrij laag is, omdat deze literatuurstudie alleen cohort- of cross- sectionele onderzoeken bevat en deze onderzoeken relatief kleine populaties hebben onderzocht. Bovendien is het opvallend dat de uitkomsten van de onderzochte risicofactoren onderling erg variëren. Dit fenomeen valt te verklaren doordat de studies ook zeer verschillend zijn opgezet. Aan het begin van deze literatuurstudie zijn er voortvloeiend uit de hoofdvraagstelling verschillende subvragen geformuleerd. Deze discussie zal verschillende kanten belichten van hoe de resultaten uit de onderzoeken van deze literatuurstudie geïnterpreteerd kunnen worden, om vervolgens een afgewogen antwoord te kunnen geven op de subvragen. 3.5.1 Wat is het effect van lichamelijke activiteit op overgewicht bij mensen met een dwarslaesie? Slechts twee van de zes onderzoeken hebben biometrische gegevens voor overgewicht onderzocht; Weliswaar vonden beiden onderzoeken een significant verband tussen hoger activiteitenniveau en lagere buikomvang bij paraplegen. Eén onderzoek heeft zowel de buikomvang, het percentage vetmassa als de BMI getest en vond bij alle drie van deze factoren gunstigere waarden bij de actieve versus niet-actieve dwarslaesiepatiënten (zowel parapleeg als tetrapleeg). Gezien deze feiten mag men concluderen dat activiteit een gunstig effect heeft op het verlagen van overgewicht bij mensen met een dwarslaesie. Allicht dient men zich er sterk van bewust te zijn dat het aanbod van dit bewijs erg summier en niet gecontroleerd is. Belangrijkste van alles is, dat de pijlen de goeden kant op richten wat betreft het vermoeden dat activiteit onder dwarslaesiepatiënten tevens in verband staat met een lager gezonder gewicht. Echter zal er grootschaliger en gecontroleerd onderzoek nodig voor zijn, wil men aan kunnen tonen dat activiteit bij dwarslaesiepatiënten de prevalentie van overgewicht werkelijk doet verminderen.
  • 13. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 12 3.5.2 Wat is het effect van lichamelijke activiteit op de bloeddruk bij mensen met een dwarslaesie? Opvallend aan alle onderzoeken is dat slechts één onderzoek de bloeddruk als uitkomstmaat heeft getest, terwijl het algemeen bekend is dat een hoge bloeddruk een belangrijke risicofactor voor HVZ is. De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat de actieve groep paraplegen een gunstigere bloeddruk heeft dan inactieve paraplegen. Het is interessant dat er alleen bij tetraplegen geen verband tussen activiteit en bloeddruk werd gevonden. Dit verschijnsel valt waarschijnlijk te wijten aan het feit dat bij tetraplegische dwarslaesiepatiënten de bloedcirculatie per definitie afwijkend is door controleverlies vanuit het ruggenmerg.13 Er is dus vrij weinig bewijskracht voor het antwoord op de vraag welke invloed lichamelijke activiteit bij dwarslaesiepatiënten heeft op de bloeddruk. Verder onderzoek met controlegroepen zou moeten uitwijzen of lichamelijke activiteit de bloeddruk bij mensen met een dwarslaesie (en tetraplegie) kan beïnvloeden. 3.5.3 Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het lipidenprofiel bij mensen met een dwarslaesie? Ieder onderzoek heeft één of meerdere parameters van het lipidenprofiel onderzocht. Zoals de resultaten al duidelijk in bijlage 3 laten zien, zijn de uitkomsten onderling vrij verschillend. Twee onderzoeken hebben de TC/HDL-ratio onderzocht en een significant verband gevonden met activiteit. Dit maakt deze twee onderzoeken het meest opvallend, aangezien het TC/HDL-ratio als een betere voorspeller voor HVZ gezien wordt dan de cholesterolwaardes afzonderlijk.14,15 Daarnaast valt er één onderzoek op die zowel de parameters van het lipidenprofiel als de BMI, buikomvang en bloeddruk heeft onderzocht; Dit onderzoek vond alleen significante verbanden tussen activiteit en de biometrische gegevens, niet tussen activiteit en het lipidenprofiel. Een verklaring voor deze uitkomsten van dit onderzoek zou kunnen zijn dat er tussen de onderzoeksgroepen slechts een klein verschil in activiteitenniveau bestond. De mensen zijn binnen dit onderzoek gecategoriseerd naar besteding van meer óf minder dan 25 minuten per dag aan “Leisure Time Physical Activity (LTPA)”, oftewel vrijetijdsbeweging. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld de ene groep mensen die gemiddeld 22 minuten LTPA besteed per dag als ‘laag actief’ werd gecategoriseerd; de groep mensen die gemiddeld 26 minuten aan LTPA per dag besteed als ‘hoog actief’. Het is dan terecht om te betwijfelen dat zodanig klein verschil in activiteit, een significant verschil in bloedwaarden (van het lipidenprofiel) doet uitkomen. Wederom zijn er genoeg aanwijzingen dat er een relatie bestaat tussen activiteit en de invloed daarvan op het lipidenprofiel bij dwarslaesiepatiënten. Echter ook op dit punt is het zeker van belang dat er specifieker, beter gecontroleerd en uniform onderzoek gedaan moet worden op dit gebied. Doordat de studies
  • 14. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 13 namelijk zo divers zijn opgezet, is het mogelijk dat daardoor ook de uitkomsten in het lipidenprofiel vertekend uitkomen. Wanneer men wil onderzoeken of activiteit van invloed is op het risicoprofiel voor HVZ, dient de onderzoeker er zich bewust van te zijn dat vele factoren de uitkomsten kunnen vertekenen. Het grootste probleem begint al bij het feit dat onderzoeksgroepen snel onterecht gecategoriseerd kunnen worden als actief of inactief, doordat men veelal in deze studies het activiteitenniveau niet waterdicht heeft vastgesteld. Het invullen van vragenlijsten heeft namelijk als nadeel dat mensen zich kunnen over- of onderschatten. Bovendien beperken de cross-sectionele studies zich in de zeggenschap over het werkelijke activiteitenniveau, omdat zij slechts een momentopname onderzoeken. Gezien deze belangrijke aandachtspunten, is de recentste studie9 binnen dit literatuuronderzoek het meest betrouwbaar: Hierin heeft men de activiteit zo objectief mogelijk vastgelegd met behulp van accelerometers en op verschillende tijdstippen, verdeeld over een langere periode, metingen uitgevoerd. Hiermee wordt vertekening van het activiteitenniveau zo goed als mogelijk uitgesloten en kan men ontwikkeling van het lipidenprofiel beter in kaart brengen door de resultaten van verschillende meetmomenten naast elkaar te leggen. Jammer genoeg zijn de overige vijf onderzoeken binnen deze studie gedateerd en/of valt de manier waarop metingen zijn uitgevoerd te betwijfelen (vragenlijsten). 3.6 Conclusie Als antwoord op de hoofdvraag “Wat is het effect van lichamelijke activiteit op het verlagen van risicofactoren voor hart- en vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie?” , kan op basis van de gevonden literatuur gezegd worden dat lichamelijke activiteit wordt geassocieerd met lagere aanwezigheid van risicofactoren voor HVZ bij dwarslaesiepatiënten. Echter de kleine omvang en de verschillende opzetten van deze studies, zorgt ervoor dat deze conclusie niet heel sterk onderbouwd is. Desalniettemin kan het ook van de andere kant bekeken worden; geen van de onderzoeken wijzen uit dat activiteit een negatieve invloed op het risicoprofiel heeft. Daarentegen bestaan er zelfs aanwijzingen dat een bepaalde mate van activiteit eerder een positieve invloed op het risicoprofiel voor HVZ heeft. Gezien dit feit dient er vooralsnog tijdens het revalidatieproces veel aandacht en begeleiding te zijn voor lichamelijke activiteit, met als doel dwarslaesiepatiënten te stimuleren ook na de revalidatieprocedure een actieve leefstijl te handhaven.
  • 15. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 14 4. Uitvoering In navolging op de literatuurstudie, is de uitvoering van het ontwikkelingsproces van de nieuwe dwarslaesiecursus in gang gezet. De ontwikkeling van de verschillende eindproducten is onderverdeeld in drie verschillende fases, te weten: 1. Vernieuwing inhoud en uiterlijk van de fysiotherapielessen 2. Vernieuwing van het uiterlijk van de gehele cursus 3. Ontwikkeling van docentinstructies Ieder onderdeel zal in de volgende hoofdstukken apart worden behandeld en toegelicht welke stappen zijn ondernomen om tot het eindresultaat te komen. Het onderdeel ‘vernieuwing van de inhoud en het uiterlijk van de fysiotherapielessen’ had tijdens dit project de hoogste prioriteit om tot uitvoering te brengen. Aangezien dit onderdeel van het project een breed spectrum aan handelingen vereiste, is er vooraf een overzichtelijk plan van aanpak opgezet. Een schematische opzet hiervan is op de volgende pagina weergegeven.
  • 16. Plan van aanpak – vernieuwing fysiotherapielessen Op basis van feedback van opdrachtgever en fysiotherapeuten Rijndam lessen aanpassen Advies inwinnen fysiotherapeuten Rijndam Op basis van bevindingen, selecteren welke thema’s de nieuwe fysiotherapielessen moeten bevatten Hoe wordt de lay-out vormgegeven? Hoe en waar is ondersteunend beeldmateriaal gebruikt? Hoe zijn de onderwerpen per thema onderverdeeld / Is er voorkeur voor een bepaalde volgorde? Raadplegen “handboeken” over dwarslaesierevalidatie, internetsites, wetenschappelijke artikelen, andere revalidatiecentra Inventariseren welke thema’s voorlichtingsbronnen voor dwarslaesiepatiënten handhaven (m.b.t. fysiologie/ fysiotherapie) Overzicht maken van alle thema’s / onderwerpen die aan bod komen in huidige dwarslaesiecursus Rijndam Ontwikkelen en vernieuwen fysiotherapielessen Eindproduct fysiotherapielessen
  • 17. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 16 4.1 Vernieuwing inhoud fysiotherapielessen Op basis van het plan van aanpak zal de inhoud en het uiterlijk van de fysiotherapielessen vernieuwd worden. Het ontwikkelingsproces hiervan is per onderdeel in de volgende tekst uitgebreid beschreven. 4.1.1 Oude versie Voor het vernieuwen van de inhoud van de fysiotherapielessen is allereerst geïnventariseerd hoe deze lessen waren georganiseerd en welke informatie hierin aan bod kwam. De toenmalige indeling van de fysiotherapielessen bevatte globaal gezien de volgende onderdelen: Les 1: Genezen fracturen Contracturen, botvorming (NHO) Ademhaling Les 2: Pijn Spasme (Onderdeel ‘Pijn’ door revalidatiearts, ‘Spasme’ door fysiotherapeut) Les 3: Staan lopen Transfers Bewegen en blijven bewegen (sport) 4.1.2 Raadplegen verschillende informatiebronnen Nadat er in kaart is gebracht welke informatieve onderwerpen de toenmalige fysiotherapielessen inhielden, is er op zoek gegaan naar verschillende bronnen die gericht zijn op informatievoorziening voor dwarslaesiepatiënten. De zoektocht naar informatie heeft op verschillende gebieden plaatsgevonden: - research naar informatieve internetsites - research naar literatuur - research binnen andere zorginstellingen
  • 18. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 17 Op internet zijn verschillende sites gevonden die zeer brede informatie aanbieden over het onderwerp dwarslaesie. Er zijn een aantal sites geselecteerd die als informatief en betrouwbaar zijn beoordeeld. Deze sites zijn namelijk door erkende organisaties, in nauwe samenwerking met mensen met een dwarslaesie en professionals uit de revalidatiezorg opgezet. De volgende sites zijn geraadpleegd voor het inventariseren van eventueel bruikbare informatie voor de vernieuwing van de fysiotherapielessen: www.dwarslaesie.nl - Opgezet door Dwarslaesie Organisatie Nederland. www.spinalnet.nl - Opgezet door Coloplast BV. www.dwarslaesiefonds.nl – Opgezet door het Dwarslaesiefonds. http://www.rijndam.nl/dwarslaesie - Opgezet door Rijndam revalidatiecentrum. www.nvdg.nl - Opgezet door het Nederlands-Vlaams Dwarslaesie Genootschap (NVDG). Op het gebied van literatuur zijn verschillende “handboeken” geraadpleegd die geschreven zijn voor zowel dwarslaesiepatiënten als voor professionals op het gebied van dwarslaesierevalidatie. 16-19 Deze literatuur beschrijft onder andere gedetailleerde onderwerpen met betrekking tot lichamelijke, sociaal-psychologische en maatschappelijke gevolgen van een dwarslaesie. Tevens zijn reguliere behandelmethoden, hulpmiddelen en richtlijnen beschreven op het gebied van dwarslaesierevalidatie en nazorg. Deze informatie is van toepassing om te inventariseren welke verschillende onderwerpen op het gebied van fysiotherapie bij mensen met een dwarslaesie aan bod komen en hoe deze onderwerpen begrijpelijk en overzichtelijk worden beschreven. Tijdens de literatuurstudie binnen dit project zijn verschillende wetenschappelijke artikelen gevonden die tevens als informatiebron hebben gediend voor de ontwikkeling van nieuwe inhoud van de fysiotherapielessen. Onderdeel van het evidence based werken is het in kaart brengen van de “patient values”. Aangezien er alleen op kleine schaal onderzoek gedaan kon worden binnen Rijndam naar de informatiebehoefte van de destijds aanwezige dwarslaesiepatiënten, is ervoor gekozen om een bestaand extern onderzoek te raadplegen op dit gebied. Via de medische database Pubmed zijn twee internationale grootschalige onderzoeken gevonden die de informatiebehoefte van dwarslaesiepatiënten hebben onderzocht.20, 21 Resultaten uit deze onderzoeken leverden een selectie van de meest populaire onderwerpen op, die bij de ondervraagde dwarslaesiepatiënten de meeste interesse toebehoorden. Deze uitkomsten hebben als ondersteuning gediend en richting gegeven bij het ontwikkelen van de nieuwe inhoud van de fysiotherapielessen.
  • 19. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 18 Wat betreft de informatie-inwinning bij andere revalidatiecentra is Mark van der Mijll Dekker, fysiotherapeut van revalidatiecentrum Heliomare, benaderd voor inzage in de cursus die binnen dit revalidatiecentrum is ontwikkeld voor dwarslaesiepatiënten. Ook bij hen bleek de cursus al enige tijd verouderd te zijn. We hebben tijdens een bijeenkomst een overzicht van de aan bod komende onderwerpen binnen de fysiotherapielessen bekeken en besproken waarom juist deze onderwerpen in de cursus zijn opgenomen. Op deze manier is kennis opgedaan over hoe andere professionals zich gespecialiseerd hebben op het gebied van gezondheidsvoorlichting binnen de dwarslaesierevalidatie en hoe zij dit (in de vorm van een cursus) hebben vormgegeven. Tevens is er geïnventariseerd welke inhoudelijke aspecten van fysiotherapie zij van belang vinden op het gebied van educatie van dwarslaesiepatiënten. 4.1.3 Ontwikkelen nieuwe indeling Na inventarisatie van alle aan bod komende onderwerpen in de verschillende geraadpleegde informatiebronnen, is er een vergelijking gemaakt met de verouderde dwarslaesiecursus van Rijndam. Hierin bleken sommige onderwerpen niet aan bod te komen of sommige onderwerpen slechts oppervlakkig beschreven te zijn. Ik heb daarom een overzicht gemaakt van de ontbrekende onderwerpen op het gebied van fysiotherapie binnen de dwarslaesiecursus en geprobeerd in overleg met de opdrachtgever een nieuwe indeling te maken van de onderwerpen van de fysiotherapielessen. Vervolgens is deze nieuwe indeling tijdens een bijeenkomst voorgelegd aan alle fysiotherapeuten van KBA3 en hebben we unaniem besloten de volgende ontbrekende onderwerpen bij de fysiotherapielessen te implementeren: - Anatomie - Herstel van een dwarslaesie - Motorische vaardigheden: rolstoelvaardigheden/ training, mogelijkheden met betrekking tot lopen/staan en robotica - Gezonde leefstijl Tijdens de bijeenkomst met de therapeuten is er een voorstel gedaan over een nieuwe indeling van de drie fysiotherapielessen, waarin zowel de nieuwe, als de reeds aanwezige onderwerpen op elkaar aansloten en per les één nieuw geheel vormden. De reeds bestaande onderwerpen van de fysiotherapielessen zijn tevens besloten te herzien, aangezien de therapeuten aangaven dat betreffende onderwerpen betere ondersteuning (zowel met multimedia als literatuur), vernieuwing, uitbreiding en meer
  • 20. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 19 diepgang konden gebruiken. De therapeuten hebben verschillende tips gegeven voor de nieuwe vormgeving, indeling en ondersteuning van de fysiotherapielessen. Er is onder meer gebrainstormd over welke onderwerpen door films ondersteund kunnen worden en hoe er binnen de cursus zo helder en compleet mogelijk overzicht kan worden gemaakt voor de verschillende mogelijkheden die er bestaan op het gebied van motorische vaardigheden. 4.1.4 Nieuwe indeling lessen fysiotherapie In aansluiting op het overleg met de therapeuten van KBA3 is er een nieuwe definitieve indeling gemaakt van de drie fysiotherapielessen van de dwarslaesiecursus. De nieuwe indeling bevat globaal gezien de volgende onderwerpen: Les 1: Dwarslaesie en motorische vaardigheden Deel 1: Wat is een dwarslaesie?  Anatomie  Gevolgen van dwarslaesie met betrekking tot uitval van spierfunctie en gevoel  Hoe wordt de dwarslaesie vastgesteld? / Classificatie  Oorzaken dwarslaesie / Traumatisch- niet-traumatisch  Behandeling van fracturen  Behandeling niet-traumatische oorzaken  Herstelt een dwarslaesie? / Functioneel herstel en neurologisch herstel  Onderzoek naar neurologisch herstel Deel 2: Motorische vaardigheden  Verwachting motorische vaardigheden bij complete laesies  Functionele prognose  Voortbewegen met rolstoel / rolstoeltraining  Verplaatsen in bed  Voorbeelden transfers  Staan en lopen met hulpmiddelen  Staan met sta-unit  Lopen zonder spierfunctie in benen  Lopen met gedeeltelijke spierfunctie in benen  Robotica: Lokomat  Functionaliteit van lopen
  • 21. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 20 Les 2: Pijn, spasticiteit en contracturen Deel 1: Pijn  Verschillende soorten pijn  Verschillende oorzaken pijn  Mogelijkheden van behandeling Deel 2: Spasticiteit  Wat is spasticiteit?  Normaal / “abnormaal” beloop van spasticiteit  Gevolgen van spasticiteit  Voordelen van spasticiteit  Keuze wel of niet behandelen  Mogelijkheden van behandeling Deel 3: Contracturen  Wat is een contractuur?  Oorzaken  Symptomen  Nadelige gevolgen  Behandeling tijdens en na revalidatie  Wat is NHO (botvorming)  Symptomen en onderzoek  Behandeling NHO  Bedligging
  • 22. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 21 Les 3: Ademhaling en gezonde leefstijl Deel 1: Ademhaling  Hoe werkt de ademhaling  Gevolgen voor de ademhaling bij complete laesies  Oorzaken ademhalingscomplicaties  Veel voorkomende ademhalingscomplicaties  Onderzoek en meten van longfunctie  Behandeling  Oefeningen  Preventie Deel 2: Gezonde leefstijl: tijdens en na revalidatie  Dwarslaesie en gevolgen voor activiteit en gewicht  Risico op overgewicht, HVZ en suikerziekte  Relatie inactieve leefstijl en risicofactoren  Beloop van activiteit tijdens en na revalidatie  Beloop van gewicht tijdens en na revalidatie  Voordelen van bewegen  Tips voor behouden gezonde leefstijl  Tips voor gewichtscontrole  Mogelijkheden op sportgebied
  • 23. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 22 4.1.5 Vernieuwen inhoud van PowerPointpresentaties Nadat er is besloten wat de nieuwe indeling van de lessen ging worden, zijn alle onderwerpen in detail uitgewerkt in PowerPoint. Alle verzamelde gegevens uit de geraadpleegde informatiebronnen en vanuit kennis van professionals, is in dit proces samengevoegd. Op basis van de ervaring van het werken met mensen met een dwarslaesie en op basis van de opgedane kennis uit de zoekstrategie binnen dit project, heb ik geselecteerd welke informatie (met oog op de doelgroep) op de beste manier geformuleerd en weergegeven kon worden in de lessen. Vervolgens zijn de conceptversies van de lessen beoordeeld door de opdrachtgever. Op basis van feedback en aanvullingen op deze conceptversies, zijn de lessen opnieuw aangepast. Uiteindelijk zijn de resultaten gedurende het project ook meerdere malen overlegd aan de fysiotherapeuten van KBA3. Via dit nauwe samenwerkingsverband is er getracht om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen waarin de nodige wensen en eisen van de opdrachtgever zijn verwerkt. Les 1 Het onderdeel “Wat is een dwarslaesie?”, is als geheel nieuw thema ingevoerd binnen de cursus. Doelstelling van dit thema is de deelnemers aan het begin van de cursus uit te leggen wat er in het lichaam gebeurt na een dwarslaesie en welke uiteenlopende gevolgen dat met zich mee kan brengen, voornamelijk op gebied van spierfunctie en gevoel. Dit lesonderdeel bevat bijvoorbeeld anatomie van de wervelkolom en het ruggenmerg en uitleg over classificatie van de dwarslaesie. Rekening houdend met de doelgroep, is de informatie ondersteund door duidelijke afbeeldingen en is er (waar mogelijk) op verschillende punten interactie met het publiek ingebracht. Door middel van vragen te stellen aan het publiek met betrekking tot de onderwerpen, worden de deelnemers zoveel mogelijk betrokken in de les. Hierdoor worden mensen gestimuleerd bewust stil te staan bij de gedachtes die zij hebben en die te helpen verwoorden. Zodoende wordt iedereen ook in de gelegenheid gesteld om aan te geven of alle informatie begrijpelijk en helder genoeg is. Uiteindelijk is de revalidatiearts benaderd en verzocht dit lesonderdeel voortaan te presenteren, gezien de medische achtergrond van de onderwerpen. Na goedkeuring van de revalidatiearts van de inhoud, is tevens ingestemd om dit lesonderdeel voortaan door zijn discipline te laten presenteren. Het tweede deel van de les “Motorische vaardigheden” bevat enkele onderwerpen zoals ‘transfers’ en ‘loopvaardigheden’ die tevens in de oude dwarslaesiecursus aan bod kwamen. Weliswaar zijn alle onderwerpen volledig vernieuwd en uitgebreid: er is een onderverdeling gemaakt van verschillende laesiehoogtes (en compleet / incompleet) en de daarbij behorende mogelijkheden op het gebied van motorische vaardigheden. Bovendien zijn er ter
  • 24. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 23 bevordering van de beeldvorming van deze onderwerpen films gemaakt van mensen met verschillende laesiehoogtes. In deze films worden diverse motorische vaardigheden uitgebeeld, zoals het maken van een autotransfer en het lopen met- en zonder beenfunctie. Alle mensen die zijn gefilmd, hebben een formulier ingevuld waarin zij toestemming geven de beelden te gebruiken voor educatieve doeleinden vanuit Rijndam revalidatiecentrum. Les 2 De inhoud van les 2 bestond voor het eerste gedeelte uit het onderdeel “Pijn”, dat voorheen door de revalidatiearts was ontwikkeld. Tijdens het project zijn alle disciplines gevraagd de inhoud van de lessen te herzien. Zo heeft ook de revalidatiearts de inhoud van het onderdeel “Pijn” herzien, waardoor de inhoud up-to-date is gemaakt en goed aansluit op de overige fysiotherapeutische onderdelen van deze les. Het tweede onderdeel van les 2 “Spasticiteit” is in nauwe samenwerking met de opdrachtgever ontwikkeld. Gezien haar specialisatie op het gebied van spasticiteit, heeft de opdrachtgever zelf veel inbreng gehad op de indeling en vormgeving van dit lesonderdeel. Belangrijk in dit lesonderdeel is ook meteen het betrekken van het publiek door te beginnen met de vraag of mensen weten wat spasticiteit is en of mensen bepaalde kenmerken kunnen benoemen. Spasticiteit is een breed en moeilijk onderwerp voor een hoop mensen, weliswaar is het van belang te weten hoe je met spasticiteit kan leren omgaan. Door middel van het beloop van spasticiteit in verschillende grafieken uit te beelden, is er voor het publiek zo helder mogelijk geprobeerd toe te lichten hoe spasticiteit zich kan uiten. Spasticiteit kan zich namelijk bij iedereen weer op een andere manier uiten, waardoor er soms géén eenduidige behandeling bestaat. Verschillende factoren en afwegingen die een rol spelen voor eventuele behandeling van spasticiteit is daarom ook in een ‘keuzeschema’ uiteengezet. Het derde onderdeel “Contracturen” was tevens een bestaand onderwerp in de oude versie van de dwarslaesiecursus. Echter was dit onderdeel wel verouderd en is de inhoud compleet vernieuwd en herzien op basis van recente literatuur. Waar mogelijk, zijn de onderdelen met afbeeldingen ondersteund. Doelstelling van dit onderdeel is voornamelijk de mensen informeren over wat contracturen zijn en voorlichten wanneer men alert moet zijn op contracturen. Bovendien worden verschillende voorbeelden gegeven van hoe men tijdens revalidatie zelf of met hulp preventief kan handelen.
  • 25. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 24 Les 3 De inhoud van het onderdeel “Ademhaling” was tevens een bestaand onderdeel van de verouderde versie van de dwarslaesiecursus. Wederom is dit lesonderdeel geheel herzien en vernieuwd op basis van informatie uit de “handleiding respiratoire stoornissen” die speciaal is ontwikkeld voor de behandelaren en dwarslaesiepatiënten van Rijndam revalidatiecentrum. Er zijn nieuwe afbeeldingen gebruikt ter ondersteuning van de informatie en ook in dit lesonderdeel is er een onderverdeling gemaakt tussen verschillende (complete ) laesieniveaus en de mogelijke gevolgen voor de ademhaling. Ter bevordering van de interactie met de deelnemers, wordt er tijdens dit lesonderdeel het publiek geïnstrueerd verschillende ademhalingsoefeningen als voorbeeld uit te voeren. Het tweede onderdeel van les 3 “Gezonde leefstijl” is onder meer aan de hand van de informatie geschreven die de literatuurstudie heeft opgeleverd. Verschillende wetenschappelijke artikelen zijn geraadpleegd voor de onderbouwing van de inhoud van dit onderwerp. Daarnaast zijn er ook mensen benaderd die gespecialiseerd zijn op het gebied van gezondheidspromotie voor dwarslaesiepatiënten. Rogier Broeksteeg (fysiotherapeut op KBA3), Carla Nooijen (bewegingswetenschapper Erasmus MC) en Hedwig Kooijmans (bewegingswetenschapper Erasmus MC) zijn geïnterviewd aangezien zij onderzoek hebben gedaan naar items van gezonde leefstijl en gezondheidspromotie, specifiek gericht op de doelgroep dwarslaesiepatiënten. Deze mensen hebben mij nuttige tips en bruikbaar informatiemateriaal aangereikt ten behoeve van de ontwikkeling en onderbouwing van de inhoud van dit lesonderdeel.
  • 26. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 25 4.1.6 Ontwikkelen van een fact-sheet voor dwarslaesiepatiënten In de loop der tijd bleek er vanuit de deelnemers van de cursus de vraag te komen of mensen een soort “geheugensteun” van de inhoud van de lessen konden ontvangen. Daarom is het idee ontstaan om een fact-sheet te ontwikkelen waarop de verwijzingen staan van welke informatie uit de cursus waar is terug te vinden. Voorheen kregen de dwarslaesiepatiënten van KBA3 een tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland (DON) uitgedeeld met daarin zeer uitgebreide informatie over verschillende hulpmiddelen en praktische onderwerpen die betrekking hebben op het leven / revalideren na een dwarslaesie. Ook bevatte deze tas het boekje uitgegeven door DON: “Nou, daar zit je dan”.19 Dit is een soort handboek over allerlei onderwerpen die te maken hebben met dwarslaesie, speciaal geschreven voor dwarslaesiepatiënten en betrokkenen. Dit boekje is erg begripvol en helder geschreven en bevat alle onderwerpen die tevens in de lessen van de dwarslaesiecursus aan bod komen. Bovendien is er in dit boek ook nog een uitgebreide lijst van handige informatiebronnen weergegeven. Tijdens de ontwikkeling van de fysiotherapielessen is er daarom voor gekozen te verwijzen naar verschillende hoofdstukken in dit boek, inclusief de literatuurlijst uit dit boek. De fact-sheet is uiteindelijk ontworpen in de vorm van een laatste PowerPoint dia van de fysiotherapielessen. Hierop is een kort en helder overzicht weergegeven van enkele handige informatiebronnen die tevens geraadpleegd kunnen worden voor meer informatie. In de toekomst zal blijken of deze fact-sheet voldoende handvat geeft aan de deelnemers van de cursus, of dat zij bijvoorbeeld beter een papieren uitdraai van de PowerPointpresentaties kunnen krijgen. Met oog op de kosten die dit met zich mee zal brengen, is er besloten de fact-sheet eerst op deze manier uit te proberen. Jammer genoeg bleek aan het einde van dit project besloten te zijn dat de tas van DON (dus ook het boek “nou, daar zit je dan”), niet meer uitgegeven wordt aan de dwarslaesiepatiënten van Rijndam vanwege bezuinigingen. Voorlopig is de verwijzing naar het boek en de tas van DON wel in de cursus blijven staan, omdat onduidelijk was vanaf welk moment de uitgave hiervan wordt afgeschaft. De opdrachtgever zal in de toekomst besluiten of deze verwijzingen uiteindelijk uit de lessen worden gehaald, aangezien de deelnemers waarschijnlijk het boek dan op eigen kosten zouden moeten aanschaffen.
  • 27. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 26 4.2 Vernieuwing uiterlijk van de gehele cursus 4.2.1 Ontwikkeling format Voor de uitvoering van dit onderdeel van het project is er kennis opgedaan uit verschillende boeken die informatie verschaffen over gezondheidsvoorlichting.22-25 Met de globale kennis opgedaan uit deze literatuur, is geïnformeerd naar de wensen en eisen van de opdrachtgever. Het vernieuwde uiterlijk van de dwarslaesiecursus diende volgens de opdrachtgever minimaal aan de volgende criteria te voldoen:  alle PowerPointpresentaties van de cursus hebben dezelfde achtergrond van Rijndam revalidatiecentrum;  er is een uniforme lay-out op gebied van lettertype, lettergrootte etc.;  alle lessen hebben een titelblad met vermelding van bijbehorende discipline. Op basis van de verzamelde informatie vanuit literatuur en in overleg met de opdrachtgever, is er een format ontwikkeld voor alle lessen van de dwarslaesiecursus (bijlage 4). Er is hierbij tevens rekening gehouden met de opzet van elke les. Het format biedt ook eventueel richtlijnen die van toepassing zijn bij herziening van de inhoud van de lessen. 4.2.2 Afspraken met overige disciplines Weliswaar is de verantwoordelijkheid voor het vernieuwen van de inhoud van de overige lessen bij de disciplines zelf neergelegd. Gedurende het project heb ik er wel naar gestreefd om de disciplines te stimuleren zowel de uiterlijke als de inhoudelijke onderdelen van het format toe te passen in hun lessen. Met iedere discipline heb ik verschillende malen via e- mail en in persoon contact gehad. Tijdens een bijeenkomst met iedere discipline afzonderlijk, heb ik het format toegelicht en kort uitgelegd wat de doelstelling is van mijn project. Tijdens deze bijeenkomst heb ik een deadline vastgesteld waarvoor de nieuwste versies van de lessen aan mij gestuurd konden worden. Zodoende zou ik dan een overzicht hebben van alle laatste gecorrigeerde versies van de lessen om deze vervolgens op één USB stick te kunnen zetten. Dit biedt als houvast voor de toekomst, dat er één product aanwezig is op KBA3 waarop alle laatst gecorrigeerde versies van de lessen staan. Dit om verwarring te voorkomen met eventueel andere versies van de lessen die in de rondgang kunnen zijn. Voor zover mogelijk hebben de disciplines slechts enkele lessen kunnen herzien binnen de tijd van project en de nieuwste versies aan mij toegestuurd. Ik heb met de disciplines overlegd dat ik zelf de uiterlijke criteria van het format zal toepassen op de lessen die niet binnen de tijd van het project zijn herzien, aangezien dat een vereiste van het project was.
  • 28. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 27 Inhoudelijk zijn sommige lessen dus nog niet herzien door tijdsgebrek van de verantwoordelijke discipline. 4.3 Ontwikkeling van docentinstructies In de eindfase van het project zijn de “laatste” conceptversies van de fysiotherapielessen aan fysiotherapeuten voorgelegd. Hierin is tevens de vraag gesteld in welke vorm er behoefte is aan instructie bij de fysiotherapielessen. Hierin gaven de therapeuten aan geen behoefte te hebben aan een letterlijke, gedetailleerde beschrijving van de bijbehorende informatie van de PowerPointpresentaties. Zij gaven hierbij als reden aan, dat de fysiotherapeuten al behoren te weten wat de lesstof inhoudt en tevens in staat zijn die lesstof (waar nodig) zelf uitgebreider toe te lichten. Wel is er besproken om in de docentinstructie te beschrijven wat de nodige “kern-aandachtspunten” zijn. De informatie moet bruikbaar kunnen zijn als handleiding voor eventueel nieuwe docenten die de les willen geven, uitgaand van het feit dat de docenten over voldoende parate kennis beschikken. Er is uiteindelijk besloten dat de docentinstructie aan de volgende criteria dient te voldoen: - aandachtspunten met betrekking tot het presenteren (helder spreken, tussendoor pauze en vragen stellen etc.) - aandachtspunten met betrekking tot de inhoud: welke termen vragen meer aandacht of toelichting zodat deze voor het publiek beter te begrijpen zijn - snel leesbare kerninformatie per sheet (alleen waar nodig, in principe kan de PowerPoint ook voldoende zijn); - aanduiding van interactie met het publiek; De docentinstructies voor de fysiotherapielessen zijn zowel overzichtelijk verwerkt in een Word-document alsmede verwerkt in de PowerPointpresentaties in de velden die beschikbaar zijn gesteld voor ‘notities’. Op deze manier kunnen de docenten van de fysiotherapielessen ervoor kiezen het Word-document als geheugensteun te gebruiken tijdens de presentatie, of alle dia’s als “notitiepagina” uit te printen waarop zowel de dia’s als bijbehorende docentinstructies staan weergeven. Bovendien is er één algemene instructie geschreven die op elke les van de dwarslaesiecursus van toepassing kan zijn. De ontwikkelde docentinstructies zijn terug te vinden in de bijlagen. De ontwikkelde docentinstructies zijn terug te vinden in bijlage 5.
  • 29. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 28 5. Evaluatie Aan het begin van het project heb ik een overzicht gemaakt van alle stappen die ondernomen moesten worden om tot het verwachte eindresultaat te komen. Daarop gebaseerd, is een tijdsplanning (bijlage 6) gemaakt die een inschatting gaf van de benodigde tijd per onderdeel van het project. Dit diende tevens als houvast voor de uitvoering en het overzicht van de voortgang van dit project. Terugkijkend naar de gehele uitvoering van het project, zijn er toch altijd situaties ontstaan waardoor bepaalde onderdelen van het project meer tijd in beslag namen dan verwacht. Hierdoor diende de tijdslijn regelmatig aangepast te worden. Het was een lastige opgave om een gerichte zoektocht op te zetten naar bruikbare informatie voor dit project, omdat er zeer breed aanbod van informatie bestaat op het gebied van gezondheidsvoorlichting voor dwarslaesiepatiënten. Vanuit een brede oriëntatiefase is er, door middel van steeds opnieuw bekritiseren en selecteren van de gevonden informatie, toegewerkt naar een specifiek eindresultaat. Een vereiste van de opleiding was een literatuurstudie te doen ter onderbouwing van de inhoud van het project. Aangezien er voor het vernieuwen van de dwarslaesiecursus veel verschillende onderwerpen aan bod kwamen, was het niet mogelijk om met één literatuurstudie de uitvoering van het gehele project te onderbouwen. Daarom is er naast het literatuuronderzoek verdere research gedaan naar literatuur die de overige onderdelen van de fysiotherapielessen konden ondersteunen. Achteraf gezien is er aan het ontwikkelen van les 1 veruit de meeste tijd besteed binnen dit project, aangezien deze les voornamelijk uit nieuwe onderdelen bestaat. Selecteren van de juiste informatie vereiste veel aandacht, omdat het aanbod van informatie over gevolgen van een dwarslaesie en de mogelijkheden op het gebied van motorische vaardigheden zeer breed is. Daarnaast is dit onderdeel van de cursus soms moeilijk te begrijpen voor het publiek gezien de medische achtergrond van de onderwerpen. Door veel aanpassen en afstemmen op feedback van zowel opdrachtgever als fysiotherapeuten van KBA3, is ernaar gestreefd om binnen deze les een zo begrijpelijk, compleet en overzichtelijk mogelijk beeld te geven van wat een dwarslaesie inhoudt en welke uiteenlopende mogelijkheden er bestaan tijdens het revalideren. Er is kritisch gekeken naar het gebruik van medische termen, en het overzichtelijk maken van de verscheidene mogelijkheden per “soort” (hoogte, compleetheid) dwarslaesie.
  • 30. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 29 Bovendien vroeg voornamelijk het onderdeel “motorische vaardigheden” ondersteuning van beeldmateriaal. Het filmen van dwarslaesiepatiënten en het bewerken en toepassen van de films heeft tevens veel tijd in beslag genomen. Doordat er in verhouding de meeste tijd is besteed aan de ontwikkeling van les 1, zijn de overige twee fysiotherapielessen minder vaak herzien. Voor les 2 was dit geen probleem, omdat de onderdelen van deze les al vrij snel ontwikkeld waren en goedgekeurd door de opdrachtgever en fysiotherapeuten. De inhoud van les 3 is (net als bij de andere lessen) in eerste instantie vanuit mijn kennis ontwikkeld, op basis van de verzamelde informatie uit het vooronderzoek binnen het project. Hierop heeft de opdrachtgever vervolgens feedback gegeven welke onderdelen nog verbeterd zouden moeten worden. Les 3 is met behulp van de eerste feedback wederom aangepast. Vervolgens was er de mogelijkheid om de inhoud van alle lessen (inclusief les 3) te presenteren aan de fysiotherapeuten. Tijdens deze bijeenkomst ben ik echter niet verder gekomen dan de inhoud van alleen les 1 te bespreken. Daarop heb ik besloten les 2 en 3 op papier en per mail aan te bieden aan de fysiotherapeuten met de vraag alsnog hun feedback te verzamelen en aan mij terug te geven. Aangezien dit precies rond de kerstvakantieperiode had moeten plaatsvinden, waren de therapeuten door afwezigheid en tijdsgebrek er niet meer aan toegekomen de nodige feedback te geven. Aan het eind van het project zijn uiteindelijk alle eindproducten aan op één USB-stick aangeleverd bij de opdrachtgever. Alle eindproducten op deze USB stick voldoen aan de volgende eisen: - de fysiotherapielessen weergegeven in PowerPoint, zowel inhoudelijk als uiterlijk vernieuwd. De inhoud is onderbouwd op basis van externe evidentie, dan wel “clinical practise” of “expert opninion”. - De fact-sheet voor dwarslaesiepatiënten, weergegeven binnen de PowerPointpresentaties van de fysiotherapielessen; - de laatst bewerkte versies van alle lessen van de dwarslaesiecursus volgens de uiterlijke criteria van het format; - de docentinstructies, verwerkt in de PowerPointpresentaties van de fysiotherapielessen en apart als Word-documenten; - het format met uiterlijke als inhoudelijke criteria voor alle lessen van de dwarslaesiecursus.
  • 31. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 30 Aan het einde van het project heeft de opdrachtgever aangegeven dat zij eventuele verdere aanpassingen binnen de dwarslaesiecursus zal doen en zij de verantwoordelijkheid neemt voor de verdere ontwikkeling van de dwarslaesiecursus. 5.1 Verbeterpunten Terugkijkend op de gehele uitvoering van het project, zijn er veel leermomenten geweest omdat sommige onverwachte situaties niet door mij voorzien waren. Ik merkte dat ik het moeilijk had om tijdens het project overzicht te houden op de zaken die soms tegelijkertijd of soms juist al ver van tevoren gepland of uitgevoerd moesten worden. Ik heb in sommige lastige situaties op tijd aansturing gekregen van of gevraagd aan de opdrachtgever en/ of projectbegeleider, waardoor ik zelf weer op het juiste pad wist te komen. Achteraf gezien hadden sommige zaken binnen het project door tijdsgebrek of door gebrek aan overzicht minder aandacht gekregen dan ik had gewild. Hierdoor heb ik wel geleerd dat soms kleine zaken zoals gestructureerd notulen maken en daar regelmatig naar terugkijken, van groot belang kunnen zijn tijdens het projectmatig werken. Enkele verbeterpunten van de uitvoering van het project heb ik op een rijtje gezet: - zicht op de planning; in de eindfase van het project bleken veel zaken tegelijkertijd geregeld te moeten worden terwijl daar eigenlijk nog weinig ruimte voor was; - overzicht; ik heb de neiging om me snel te richten op één ding binnen het project terwijl het van belang is de ontwikkeling van meerdere onderdelen continue bij te houden of dat volgens planning en verwachting verloopt; - structuur; ik vergat soms notulen te maken of deze terug te lezen, waardoor ik de essentie van sommige besproken onderwerpen over het hoofd zag. Dit kwam dan later in het project naar voren, waardoor het meer tijd kostte om dit weer te corrigeren;
  • 32. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 31 6. Literatuurlijst 1 Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ): Wat is gezondheidspromotie? http://www.vigez.be/zoek_op_onderwerp?thema=28&set_keuze=1#item_127 2 Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ): Effectiviteit, evidence, reviews en evaluatie. http://www.vigez.be/zoek_op_onderwerp?thema=28&set_keuze=1 3 Sacket, D., Rosenberg, W., Gray, J.A., Haynes, B., & Richardson, W. S. (1996). Evidence-based medicine: What it is and what it isn’t, BMJ, 312, 71-72 4 L.A.T.M. van Leest, W.M.M. Verschuren.(2006) Leefstijl- en risicofactoren voor harten vaatziekten in de Nederlandse bevolking: prevalenties en trends. http://www.hartstichting.nl/9800/13341/15305/rapport_hvz_2006_hfd_6_leefstijl_en_risico factor_voor_hvz 5 Wahman K, Nash MS, Lewis JE, Seiger A, Levi R. Cardiovascular disease risk and the need for prevention after paraplegia determined by conventional multifactorial risk models: The Stockholm spinal cord injury study. J Rehabil Med. 2011 Feb;43(3):237-42. 6 16. Wahman K, Nash MS, Westgren N, Lewis JE, Seiger A, Levi R. Cardiovascular disease risk factors in persons with paraplegia: the Stockholm spinal cord injury study. J Rehabil Med. 2010 Mar;42(3):272-8. 7 Andrea C Buchholz, Kathleen A Martin Ginis, Steven R Bray, B Catharine Craven, Audrey L Hicks, Keith C Hayes, Amy E Latimer, Mary Ann McColl, Patrick J Potter and Dalton L Wolfe: Greater daily leisure time physical activity is associated with lower
  • 33. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 32 chronic disease risk in adults with spinal cord injury.(2009) PMID 19767799 Appl Physiol Nutr Metab 34(4):640-7 8 Manns PJ, McCubbin JA, Williams DP. Fitness, inflammation, and the metabolic syndrome in men with paraplegia. Arch Phys Med Rehabil. 2005 Jun;86(6):1176-81. 9 Carla F.J. Nooijen, Sonja de Groot, Karin Postma, Michael P. Bergen, Henk J. Stam, Johannes B. Bussmann, Rita J. van den Berg-Emons. A more active lifestyle in persons with a recent spinal cord injury benefits physical fitness and health. Accepted for publication in Spinal Cord: November 2011 10 Hetz SP, Latimer AE, Buchholz AC, Martin Ginis KA; SHAPE-SCI Research Group. Increased participation in activities of daily living is associated with lower cholesterol levels in people with spinal cord injury. Arch Phys Med Rehabil. 2009 Oct;90(10):1755-9. 11 Dallmeijer AJ, van der Woude LH, van Kamp GJ, Hollander AP. Changes in lipid, lipoprotein and apolipoprotein profiles in persons with spinal cord injuries during the first 2 years post-injury. Spinal Cord. 1999 Feb;37(2):96-102. 12 Brenes G, Dearwater S, Shapera R, LaPorte RE, Collins E. High density lipoprotein cholesterol concentrations in physically active and sedentary spinal cord injured patients. Arch Phys Med Rehabil. 1986 Jul;67(7):445-50. 13 Rosado-Rivera D, Radulovic M, Handrakis JP, Cirnigliaro CM, Jensen AM, Kirshblum S, Bauman WA, Wecht JM: Comparison of 24-hour cardiovascular and autonomic function in paraplegia, tetraplegia, and control groups: implications for cardiovascular risk. J Spinal Cord Med. 2011 Jul;34(4):395-403. 14 CBO, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg. Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement 2006. Utrecht: CBO,2006. 15 Nederlandse Hartstichting. Factsheet Cholesterol en hart- en vaatziekten(2003). http://webshop.hartstichting.nl/Producten/Producten.aspx?CatID=63 16 Van Asbeck, F.W.A. (Red.) (2007) Handboek dwarslaesierevalidatie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. 17 Harvey, L. (Red.) (2008) Management of Spinal Cord Injuries. Edinburgh: Butterworth Heinemann, an imprint of Elsevier Limited 18 Beckers, D.M.L., & Buck, M.J.I. (1992). De revalidatie van dwarslaesiepatienten, een multidisciplinaire benadering. Utrecht: De Tijdstroom. 19 Vermeer, I. (2008) Nou daar zit je dan, praktische handleiding voor mensen met een dwarslaesie. Utrecht: Dwarslaesieorganisatie Nederland. 20 Matter B, Feinberg M, Schomer K, Harniss M, Brown P, Johnson K. Information needs of people with spinal cord injuries. J Spinal Cord Med. 2009;32(5):545-54.
  • 34. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 33 21 Hart KA, Rintala DH, Fuhrer MJ. Educational interests of individuals with spinal cord injury living in the community: medical, sexuality, and wellness topics. Rehabil Nurs. 1996 Mar-Apr;21(2):82-90. 22 Gerards, F. & Borgers, R. (2006) Health Counseling. Het adviesgesprek in de (para)medische en verpleegkundige zorg. Soest: Uitgeverij Nelissen 23 Brug J., Schaalma H., Kok G., Meertens R.M. & van der Molen, H.T.(2000) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering :een planmatige aanpak. 24 JCJM de Haes, AM Hoos, JJE van Everdingen (1999) Communiceren met patiënten. 25 J. Silverman, S. Kurtz, J. Draper ( 2006) Vaardig communiceren in de gezondheidszorg: een evidence-based benadering. 7. Bijlagen Bijlage 1: Oude indeling dwarslaesiecursus van Rijndam revalidatiecentrum Module mobiliteit Les 1: Genezen fracturen (botbreuken), contracturen botvorming, ademhaling. Door: fysiotherapeut Les 2: Pijn, spasme. Door: revalidatiearts en fysiotherapeut Les 3: Staan, lopen, transfers, bewegen en blijven bewegen, sport. Door: fysiotherapeut Les 4: Zitten, rolstoel rijden, vervoer. Door: ergotherapeut Module persoonlijke verzorging Les 5: Mogelijkheden van hulpverlening bij de ADL. Door: maatschappelijk werker en ergotherapeut Les 6: Darmproblematiek en decubitus. Door: verpleging en revalidatiearts Les 7: Blaasproblematiek en autonome disregulatie. Door: verpleging en arts Module Dagbesteding Les 8: Wonen.
  • 35. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 34 Door: ergotherapeut en maatschappelijk werker Les 9: Dagbesteding (beroep/werk, scholing/omscholing, bezigheden). Door: ergotherapeut en maatschappelijk werker Module relaties Les 10: Seksualiteit. Door: verpleging en arts Les 11: Verwerking (partner/kinderen, vrienden, belangenbehartiging). Door: maatschappelijk werker Les 12: Verwerking voor familie. Deze les is alleen bedoeld voor familieleden van patiënten. Door: maatschappelijk werker
  • 36. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 35 Bijlage 2: Gegevens en uitkomsten van de geselecteerde artikelen binnen deze literatuurstudie. Artikel Jaar Opzet Aantal Populatie Fysieke activiteit Hoe gemeten? Uitkomstmaat? Risicofactoren hart-en vaatziekten Hoe gemeten? Uitkomstmaten? Uitkomsten Fitness, inflammation and the metabolic syndrome in men with paraplegia –Manns et al. 2005 Cross- sectioneel N=22 Mannen, parapleeg, complete leasie vanaf (T2-L2) 30-48 jr. 8-26 jr. na trauma - Vragenlijst: Physical Activity en Disability Scale (PADS) - Arbeidseenheden - Bloedtests, meetlint - HDL-C, TG, totaal cholesterol Buikomvang Lagere fysieke activiteit duidt op hogere toename glucose, lager HDL-C en een grotere buikomvang. Increased participation in “Activities Daily Living” (ADL) is associated with lower cholesterol levels in people with SCI – Hetz et al. 2009 Cross- sectional N=75 Mannen (N=61) en vrouwen (N=14), Parapleeg/ tetrapleeg - Vragenlijst Physical Activity Recall Assesment for People with SCI (PARA- SCI) - ADL-activiteiten: in aantal, tijdsduur en intensiteit - Bloedtests, meetlint - Totaal cholesterol, LDL-C, HDL- C, TG Buikomvang Toegenomen mobiliteit ADL’s zijn in relatie te brengen met lager totaal cholesterol en LDL- C. Geen andere significante relaties zijn gevonden. A more active lifestyle in persons with a recent spinal cord injury benefits physical fitness and health’ -Nooijen et al. 2011 Prospectief cohort N=30 Mannen/vrouwen 18-65 jaar Afhankelijk van handbewogen rolstoel - Metingen aan het begin, tijdens en 1jr na het actieve revalidatieproces na trauma - Accelerometers, bevestigd op het lichaam gedurende 24 u, 2 dagen per week - De totale tijdsduur van de gedetecteerde dynamische activiteiten, als percentage van 24 uur -Bloedtests -Totaal cholesterol, HDL-C, LDL- C, TG, TC-HDL ratio en LDL-HDL ratio Toename in activiteit beïnvloedt 2 van de 6 parameters van het lipidenprofiel gunstig : TC-HDL ratio en TG gehaltes, wat het risico op HVZ verminderd.
  • 37. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 36 High density lipoprotein cholesterol concentrations in physically active and sedentary spinal cord injured patients -Brenes et al. 1986 Cross- sectional N=214 - Inactieve individuen met een dwarslaesie (N=66) - Atleten met een dwarslaesie (N=22) - Actieve, lichamelijk niet-beperkte mensen (N=126) - Mannen en vrouwen Classificeren testpersonen op activiteitenniveau en lichamelijke beperking 1. Niet-sporten SCI 2. Wel sporten (min. 3 dagen per week vast trainings- programma) SCI 3. Geen lichamelijke beperking -Bloedtests -HDL-C, HDL-2, HDL-3 Bij de inactieve dwarslaesiegroep zijn significant lagere waardes HDL in het bloed gevonden, in vergelijking tot de atletische dwarslaesiegroep, en de lichamelijk niet-beperkt mensen. Changes in lipid, lipoprotein and apolipoprotein profiles in persons with spinal cord injuries during the first 2 years post-injury -Dallmeijer et al. 1999 Cohort N=19 - Mannen en vrouwen met recente dwarslaesie tijdens en tot +/- 1 jaar na revalidatie - Vragenlijst - Sportactiviteit weergegeven in uren per week -Bloedtests - TC, HDL-C, LDL-C, TG, ratio TC/HDL-C Het lipidenprofiel bij mensen met een dwarslaesie gedurende de eerste 2 jaar na trauma verbetert en lichamelijk actief zijn beïnvloedt daarnaast het vetprofiel gunstig. Greater daily leisure time physical activity (LTPA) is associated with lower chronic disease risk in adults with spinal cord injury. - Bucholz et al. 2009 Cross- sectional N=76 - Mannen en vrouwen met chronische dwarslaesie, parapleeg en tetrapleeg - Vragenlijst PARA-SCI - LTPA per dag: < 25 min. tijdsbesteding LTPA per dag vs. >25 min. tijdsbesteding per dag LTPA - Gewicht/lengte, meetlint, BIA en elektroden (meten lichaamssamenstelling), bloedtests - BMI - Buikomvang - Percentage vetmassa en perc. vetvrije-massa - Glucose , HDL-C, LDL-C - Bloeddruk Meer dagelijkse tijdsbesteding LTPA is te relateren aan lagere risicofactoren voor hart-en vaatziekten bij mensen met een dwarslaesie
  • 38. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 37 Bijlage 3: Uitkomsten van de onderzoeken voor verbanden tussen activiteitenniveau en risicofactoren HVZ. Toelichting: Een - betekent dat er geen significant verband is gevonden bij betreffend onderzoek, een + geeft aan dat er wel een significant verband is gevonden. AUTEUR ACT.NIVEAU TC TC/HDL RATIO LDL-C HDL-C TG BMI / % VETMASSA BUIKOMVANG BLOEDDRUK Manns et al. De score van het aantal activiteit- eenheden volgens PADS - + - - + Nooijen et al. Objectief gemeten dynamische activiteit gedurende 48 uur - + - - + Hetz et al. Mate van tijdsbesteding mobiliteit-ADL’s per dag + + - - - Bucholz et al. > 25 min. LTPA per dag vs. < 25 min. LTPA per dag - - - - + + (paraplegen) + (paraplegen) Dallmeijer et al. < 1 uur per week vs. >1 uur per week sportactiviteit + + + - - Brenes et al. Atleten vs. niet- atleten + -
  • 39. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 38 Bijlage 4: Format ontwikkeld voor het vernieuwen van de dwarslaesiecursus van Rijndam revalidatiecentrum Format dwarslaesiecursus Rijndam Lay-out Lettertype: Arial Unicode MS Kleur: Zwart Tekengrootte: Eerste sheet: Titel: 44, Discipline: 32 Volgende sheets: Koppen: 40, Tekst: 24, Opsommingen: 20 Opsommingteken: • Maximum aantal woorden per slide: 40 Achtergrond: “Rijndam” Sheets nummeren Opzet 1e sheet ( titelblad): Les (1, 2, 3...) : Omvattende titel van de les Discipline 2e sheet - Titel: “Deze les bestaat uit … (bijv. twee) onderdelen:” - Benoem hierna enkele hoofdonderdelen die deze les bevat, dus geen opsomming van alle sub koppen! - Verwijzing naar boek “Nou, daar zit je dan”. - Geef hier aan dat les interactief is: mogelijkheid om tussendoor vragen te stellen, discussie, gedachten uitwisselen. 3e sheet Begin met “openingsvraag” voor publiek  Probeer bij elk nieuw thema binnen de les eerst te beginnen met een sheet met een openingsvraag voor het publiek.
  • 40. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 39 Één na laatste sheet: Sluit af met samenvatting: Alle hoofdpunten kort en bondig benoemen, formuleer duidelijk voor het publiek wat de hoofdboodschappen/ essenties zijn van de les. Laatste sheet: Afsluiten met: “Vragen?” Aandachtspunten algemeen: - Beperk de hoeveelheid tekst zoveel mogelijk - Gebruik niet teveel opsommingen (bullit points) per sheet; probeer alles te verdelen in verschillende hoofdstukken - Gebruik zoveel mogelijk steekwoorden, vermijd lange zinnen - Gebruik geen punten aan het einde van de zin - Juist gebruik hoofdletters ( kleine letters bij opsomming of na dubbele punt ) - Controleer op taalfouten! - Gebruik zoveel mogelijk begrijpelijke taal, licht medische begrippen helder toe! - Als je (tekst) kleur gebruikt, let dan op leesbaarheid en verantwoorde kleurencombinaties (rood/groen bijv.) - Gebruik bij veel en/of moeilijke informatie afbeeldingen - Kies afbeeldingen met zorg - Animaties maken de presentatie levendig, maar houd het beperkt ( snel te druk) - Maak, waar nodig, gebruik van ( duidelijke) grafieken en tabellen - Betrek het publiek in het verhaal. Creëer ruimte en tijd om tussendoor vragen te stellen/ ervaringen uit te wisselen: Begrijpt iedereen het verhaal?; Welke onderwerpen waren nog onbekend / Welke onderwerpen waren al enigszins bekend; Herkent u bepaalde dingen bij zichzelf?; Hoe ging u daarmee om?
  • 41. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 40 Bijlage 5: Docentinstructies Docentinstructie dwarslaesiecursus Rijndam (algemeen) Algemeen: 1. Duidelijk spreken: Akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan daardoor slecht. 2. Nodig mensen uit actief mee te doen; - Controleer regelmatig of er vragen zijn - Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten 3. Houd pauze tussen deel 1 en 2 van de les. Thee / koffie inschenken en even ontspannen. 4. Houd rekening met “instromers” (laatste in les 5): Leg uit dat zij de eerste lessen pas aan het einde gepresenteerd krijgen.
  • 42. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 41 Docentinstructie Les 1: Dwarslaesie en motorische vaardigheden Algemeen: Duidelijk spreken: akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan daardoor slecht. Interactie met het publiek is belangrijk: nodig mensen uit actief mee te doen Controleer regelmatig of er vragen zijn Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten Inhoudelijk: Deel 1 Wat is een dwarslaesie? Dia 2: Deel 1 door arts Deel 2 door fysiotherapeut Bij eerste muisklik verschijnt boek “nou, daar zit je dan”, bij tweede muisklik: Dit symbool verwijst regelmatig naar bijbehorende hoofdstukken uit dit boek. Motiveer mensen dit te lezen = vrij helder geschreven! (zit in tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland) Dia 5: Circulatie wordt niet specifiek behandelt in één van de lessen, alleen les 7 bespreekt autonome dysregulatie; onderwerp kan alleen hier aansluiten. Dia 6: Hoogte van laesie: termen cervicaal, thoracaal, lumbaal en sacraal toelichten. Komt later in les terug. Ernst van de schade: leg onderscheid uit tussen complete / incomplete laesie. Dia 7: Wat is paraplegie / tetraplegie? Uitleggen bij incomplete laesie dat gevolgen verschillen (geef eventueel voorbeelden). Dia 8: Interactie met publiek: let op dat mensen niet teveel in details treden! (tijd) Beperk tot vragen op dia. Plaatjes illustreren uitval bij complete hoge/lage laesie en incomplete laesie. Belangrijk: Inventariseer aan de hand van de vragen bij dia 8 wat de verdeling in het publiek is qua hoge/lage, complete/incomplete laesies. Stem daar in deel 2 op af. Dia 10: ASIA kaart is puur ter illustratie, niet nodig in details te treden. Kort toelichten dat arts uitkomsten van tests hier invult en aan de hand daarvan de laesie “classificeert”.
  • 43. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 42 Dia 12: Licht toe: Wat is fixatie, decompressie en immobiliseren verwijs naar volgende afbeeldingen hoe dat er uit ziet Dia 16: Eventueel toelichting spinale shockfase Dia 18: Houd pauze tussen deel 1 en 2 van de les. Thee / koffie inschenken en even ontspannen. Deel 2 Motorische vaardigheden Dia 19: Bij eerste muisklik  verwijzen naar boek “nou daar zit je dan” Tweede muisklik vraag eerst aan het publiek “waar denkt u aan..” Derde muisklik geeft antwoorden. Dia 20: Ga niet te ver in op details, tabel illustreert alleen complete laesies. Volgende dia’s behandelen uitgebreid mogelijkheden bij transfers, rolstoelrijden en staan/lopen bij verschillende dwarslaesies. Dia 21: Na de voorbeelden eventueel de deelnemers van de cursus laten verwoorden wat zij denken dat hun functionele prognose is. Dia 22: Meer informatie over rolstoelen en vervoer in les 4 (ergotherapeut). Toelichten welke factoren meespelen bij keuze van rolstoel (fitheid, praktisch etc.) Bij incomplete laesie toelichten wanneer rolstoel wel/ niet of soms noodzakelijk kan zijn. Dia 25: Bij eerste muisklik film starten. Vraag aan het publiek welke techniek beste is en waarom. Bij tweede muisklik antwoorden. Dia 29: Licht zonodig toe wat transfer is (voor partners). Beschrijf technieken verschillende transfers: afhankelijk van laesiehoogte en lenigheid, balans, leerbaarheid. Dia’s 30 en 31: Tijdens films wijzen op inzicht, veiligheid en techniek. Handen (ver)plaatsen, goed schoeisel, rem, snelheid, volgorde van handelingen, rolstoel plaatsing, voeten plaatsen etc. Dia 32: Let op: voorkom decubitus tijdens transfer(oefeningen) Dia 40: Licht toe welke factoren rol spelen bij lopen met gedeeltelijke beenfunctie: veel inspanning, vaak niet mogelijk voor lange afstanden etc. Dia 45: Verwijs mensen naar boekenlijst in “nou daar zit je dan”: nog veel meer nuttige sites, boeken etc.
  • 44. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 43 Docentinstructie Les 2: Pijn, spasticiteit en contracturen Algemeen: Duidelijk spreken: akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan daardoor slecht. Interactie met het publiek is belangrijk: nodig mensen uit actief mee te doen Controleer regelmatig of er vragen zijn Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten Inhoudelijk: Deel 1: Pijn Dia 2: Deel 1: door arts Deel 2 en 3: door fysiotherapeut Bij eerste muisklik verschijnt boek “nou, daar zit je dan”, bij tweede muisklik: Dit symbool verwijst regelmatig naar bijbehorende hoofdstukken uit dit boek. Motiveer mensen dit te lezen = vrij helder geschreven! (zit in tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland) Dia 3: Interactie met publiek: vragen aan of mensen vaak / soms pijn ervaren. Dia 4: Licht moeilijke begrippen toe: decubitus, spasticiteit (verdere uitleg deel 2), cervicaal, lumbaal. Dia 7: Licht kort toe wat referred pain is en autonome dysreflexie (autonome dysreflexie in les 7 uitgebreide toelichting) Dia 9: Licht toe wat wortelpijn is / hoe het ontstaat 7 Dia 10: Licht toe wat fantoompijn is PAO= botvorming  NHO wordt in deel 3 deze les uitgelegd Dia 12: Licht toe wat pijnblokkades zijn Deel 2 Spasticiteit Dia 14: Interactie met publiek: Laat mensen ervaringen uitwisselen, inventariseer hoeveel mensen last hebben van spasticiteit.
  • 45. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 44 Dia 15: Moeilijk plaatje: geef duidelijk aan dat ruggenmerg vergroot is! Twee “wegen” van aansturing spieren: Signaal uit hersenenruggenmerg bijv. been, en weer terug Signaal uit bijv. been  ruggenmerg, en direct terug naar been = reflex  Hierbij dus geen aansturing van hersenen Bij schade ruggenmerg: Signalen vanuit lichaam kunnen niet meer goed worden doorgegeven Overreactie of juist geen/ ongecontroleerde remming vanuit hersenen en/of ruggenmerg spasticiteit Dia 16: Geef aan dat per persoon verschilt in welke mate spasticiteit voorkomt: meestal eerste periode toename, na 3-6 maanden wel “stabiel” niveau Dia 17: Ondanks dat spasticiteit “stabiel” is, kan toch nog elke dag / week verschillen. Zijn geen grote verschillen. Dia 18: Heftige toename van spasticiteit= meestal alarmteken Tijdens stabiele fase snel verschil merkbaar, maar tijdens “onstabiele” fase moeilijk in te schatten of toename spasticiteit normaal of abnormaal is. Dia 20: Signaalfunctie= erg belangrijk, hierdoor wordt je op tijd gewaarschuwd als er iets in het lichaam mis is. Dia 22: Leg uit dat wel of niet behandelen per persoon en per situatie wordt bekeken. Dia 23: Verschillende manieren om spasticiteit de “baas”te zijn. Dia 24: Licht toe hoe lokale blokkades werken: volledige platleggen van spier  onomkeerbaar Deel 3: Contracturen Dia 25: Interactie met het publiek: vraag eerst of mensen weten wat contracturen zijn (partners) Inventariseer hoeveel mensen last hebben van contracturen, stem daar op af. Dia 26: Pijn kan ook leiden tot ontzien van bepaalde beweging = bij incomplete laesie Dia 27: Door uitval van gevoel / spierfunctie minder snel alert op dit soort veranderingen in het lichaam. Daarom belangrijk om bewust gewrichten in het lichaam te controleren / onderhouden.
  • 46. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 45 Dia 29: In beginfase revalidatie meeste kans op contracturen. Positioneren in bed: door bv. voet tegen “brood”(stevig kussen), elleboog in strekking+ supinatie, soms schouderabductie (zie plaatje), buikligging. Dia 30: Leg uit dat fysiotherapeut adviseert hoe je zelf met preventie of behandeling van contracturen om kan gaan: met bepaalde oefeningen, bepaalde hulpmiddelen etc. Is per persoon verschillend. Dia 31: Vraag of mensen bekend zijn met NHO, eventueel vragen of iemand last van heeft. Licht toe aan de hand van plaatje. Dia 33: Benadruk dat mensen bij deze symptomen alert moeten zijn, op tijd arts / fysio waarschuwen. Dia 34: Licht toe dat intensieve oefeningen juist nog meer de NHO prikkelen, daarom voorzichtigheid van belang Medicatie remt calciumvorming  – effect is kans op osteoporose en effect is niet wetenschappelijk onderbouwd Bot verwijderen middels operatie alleen als; functionele problemen, compressie van zenuwen /bloedvaten of decubitus zich voordoet.  alleen als NHO niet meer actief is. Dia 35: Wijs op belang van goede bedligging. Wisselen van buik- / ruglig en goed kunnen verplaatsen in bed. Dia 37: Verwijs mensen naar boekenlijst in “nou daar zit je dan”: nog veel meer nuttige sites, boeken etc.
  • 47. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 46 Docentinstructie Les 3 Ademhaling en gezonde leefstijl Algemeen: Duidelijk spreken: akoestiek in kantine is slecht. Sommige mensen in bed liggen ver weg en verstaan daardoor slecht. Interactie met het publiek is belangrijk: nodig mensen uit actief mee te doen Controleer regelmatig of er vragen zijn Creëer ruimte voor uitwisseling van gedachten Inhoud: Deel 1: Ademhaling Dia 2: Bij eerste muisklik verschijnt boek “nou, daar zit je dan”, bij tweede muisklik: Dit symbool verwijst regelmatig naar bijbehorende hoofdstukken uit dit boek. Motiveer mensen dit te lezen = vrij helder geschreven! (zit in tas van Dwarslaesie Organisatie Nederland) Dia 3: Deel ervaringen met elkaar uit, houdt wel rekening met tijd! Inventariseer hoeveel mensen ademhalingsproblemen ervaren, stem daar dit onderdeel van de les op af (keuze maken soms juist wel of niet dieper op de stof in te gaan). Dia 4: Licht toe hoe de luchtstroom loopt en hoe gaswisseling plaatsvindt: Lucht rijk aan zuurstof (O2; heeft het lichaam voor alle processen nodig)  stroomt de longen in via mond en luchtpijp  In longblaasjes vindt gaswisseling plaats O2 wordt via longblaasjes in het bloed opgenomen tegelijkertijd wordt koolstofdioxide (CO2; afvalstof) vanuit het bloed weer afgegeven aan de lucht in de longen  CO2 stroomt bij uitademing via de luchtpijp en mond naar buiten. Dia 5: Licht toe hoe diafragma (middenrif) werkt tijdens ademhaling = belangrijkste ademhalingsspier die aanspant bij inademen Tevens helpen tussenrib- nek- en buikspieren bij de inademen trekken ribben en borstkas omhoog waardoor borstkas uitzet en meer plaats voor de lucht in de longen ontstaat. Bij krachtig uitademen, zoals bij hoesten, niezen en bij lichamelijke inspanning, is aanspannen van de buikspieren en de inwendige tussenribspieren nodig. Dia 8: Licht alle termen duidelijk toe. Dia 10: Leg uit dat spirometer snelheid en volume van ingeademde en uitgeademde lucht meet . Leg uit wat FVC en PEF is. Dia 11: Licht termen duidelijk toe. Eventueel als voorbeeld oefeningen doen met publiek
  • 48. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 47 Deel 2: Gezonde leefstijl tijdens en na revalidatie Dia 14: Interactie met het publiek: probeer te richten op gezond eetpatroon, bewegen, hobby’s, sport (voorheen). Probeer antwoord te krijgen of mensen na de dwarslaesie hun gezondheid nog meer/ minder/ even belangrijk vinden. Hoe gaan ze daarmee om? Dia 17: Uitleggen wat er in onderzoek gedaan wordt. Bloed onderzocht: wat zijn suikers en lipidenprofiel? Wat is BMI, hoe wordt dat gemeten? Al deze factoren hebben voorspellende waarde voor het krijgen van hart- en vaatziekten. Dia 18: Leg nadruk op het feit dat een dwarslaesie door de uitval zorgt voor minder kunnen bewegen. Inactieve leefstijl is min of meer “logisch” gevolg. Bij tweede muisklik: leg verband tussen het feit dat mensen met een dwarslaesie door uitval van spierfunctie ook spiermassa verliezen, daardoor hoort “nieuwe” gezonde gewicht lager te liggen. Hierdoor kan men (meer) overgewicht hebben zonder dat men dat weet. Dia 19: Toelichting tabel: 100 % activiteitenniveau = gezonde mensen (normaal actief) 35 % = niveau van dwarslaesiepatiënten (gemiddelde van tetraplegen én paraplegen bij elkaar, dus bij tetraplegen vaak nog lager) Licht toe dat mensen met een dwarslaesie gemiddeld slechts één derde van het “normale” activiteitenniveau bereiken. Vergelijk met activiteitenniveau van andere diagnosegroepen. Dia 20: Leg uit dat men tijdens revalidatie juist wél actief is, alleen na ontslag een sterke daling ontstaat Dia 21: Vaak na de dwarslaesie sterke gewichtsafname door: Lange immobilisatie / verlies spiermassa Hoog energieverbruik door het herstelproces Weinig eetlust / moeilijkheden met eten Vervolgens snelle toename in gewicht: Door bijvoeding: Toedienen van calorie- en bouwstofrijke voedingsmiddelen tegen ondervoeding Gevolg: Doorschieten naar overgewicht. Dia 22: Licht toe dat het moeilijk is cirkel te doorbreken zolang men inactief raakt na een dwarslaesie. Dia 23: Vraag mensen welke barrières zij in de toekomst denken tegen te komen. Dia 24: Dit blijkt uit onderzoeken onder mensen die regelmatig bewegen. Dit kan zowel gelden voor sporten als voor “bewegen in de vrije tijd”. Licht toe dat meestal niet meer makkelijk is om te bewegen met een dwarslaesie, denk aan: kost veel energie, geld, hulpmiddelen nodig, moeilijk toegang tot gebouwen etc. Levert uiteindelijk wel positieve effecten op.
  • 49. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 48 Dia 25: Leg nadruk op dat mensen niet per sé aan een bepaalde sport hoeven te doen; bestaan allerlei vormen van activiteit die bijdragen aan de gezondheid. 30 minuten = richtlijn. Geef wel aan dat dit bewegen enigszins inspanning moet vragen. Dia 26: Discussie wat reële doelen zijn voor een gezonde leefstijl en hoe je die zelf kan stellen. Welke barrières/ motiverende factoren kan je nu al bedenken? Dia 28: Verwijs hier eventueel naar diëtiste. Dia 29: Veel informatie en handige links in het boek “nou daar zit je dan” Eventueel vragen of mensen interesse hebben in welke sporten er bestaan, welke mogelijkheden biedt Rijndam? Rolstoelsporten in sportzaal, zwembad, Roparun.
  • 50. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 49 Bijlage 6: Tijdsplanning project tijds- planning fase activiteiten Periode tot 21-2 Projectvoorstel Schrijven projectvoorstel Inleveren en goedkeuren projectvoorstel Periode van 5-9 tot 16-10 Literatuurstudie Week 1: 5-11 september Ghislaine: Doornemen artikelen en laatste versie literatuuronderzoek Opschrijven welke punten nog ontbreken en/ of gecorrigeerd dienen te worden Karin: Doornemen verbeterpunten literatuuronderzoek, zonodig hierop aanvullingen geven Bijeenkomst 12-9 Bespreken verbeterpunten literatuuronderzoek Werkafspraken maken voor komende periode Data vastzetten voor presenteren en/of bespreken onderdelen van het project bij refereerbijeenkomsten en afdelingsoverleg Week 2/3 : 12-25 september Ghislaine: Herschrijven van ‘Resultaten’, ‘Discussie’ en ‘Conclusie’ “Concept” opsturen vóór 26-9 Mailen Marijke Meijboom voor inplannen afdelingsoverleg (1 x p/mnd) om format te kunnen presenteren Karin: Beoordelen ingeleverde teksten Bijeenkomst vervalt: Mail “definitieve versie” literatuuronderzoe k voor 26-9 Karin: Per mail commentaar literatuuronderzoek Week 4/5: 26 september- 9 oktober Ghislaine: Inplannen fysio-refereerbijeenkomsten voor het bespreken van de lessen in dwarslaesiecursus Suzan Vogels Opschrijven verbeterpunten inhoud lessen fysiotherapie Laatste verbeterpunten literatuuronderzoek Alles opsturen vóór 6-10 Karin: Opmerkingen/ aanvullingen geven over verbeterpunten inhoud lessen fysiotherapie Perry: Beoordelen literatuuronderzoek Bijeenkomst 10-10 Inventariseren welke criteria de format moet bevatten Bespreken inhoud lessen dwarslaesiecursus: Wat moet er per les verbeterd worden?
  • 51. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 50 Week 6: 10-16 oktober Ghislaine: Opzet maken voor format Inhoud lessen fysiotherapie aanpassen Perry Goedkeuring literatuuronderzoek 16-10 Literatuur- onderzoek afgerond Week 7: 17-23 oktober Ghislaine: Ontwerp inleveren format vóór 20-10 Inhoud lessen fysiotherapie aapassen  voorbereiden op fysio- refereer voor presentatie “concept” lessen Inhoud lessen fysiotherapie overleggen aan therapeuten tijdens refereer Inventariseren mogelijkheid voor een extra les “gezonde leefstijl”  overleggen met therapeuten Karin: Inhoud lessen fysiotherapie controleren Eventuele knelpunten bespreken van de lessen van de overige disciplines Nakijken / goedkeuren format Bijeenkomst 24-10 Bespreken format Bespreken inhoud lessen fysiotherapie Selecteren welk systeem voor de presentatie gebruikt gaat worden (PowerPoint of ander systeem) Week 8/9: 24 oktober- 6 november Ghislaine: 27 oktober bijeenkomst fysiotherapeuten: presenteren plan/ voorbeelden voor inhoud fysiotherapielessen Eventueel aanpassen + vaststellen format Presenteren format aan disciplines? Vaststellen contactpersonen per discipline Tijdschema per discipline invullen concrete data! Gedeeltelijk rapporteren uitvoering project Inleveren rapportage bij Perry Perry: Nakijken Rapportage Bijeenkomst 7-11 Nog in te vullen 7-11 - Rapportage afgerond - Proces van invoeren format gestart
  • 52. Vernieuwing dwarslaesiecursus Rijndam Revalidatiecentrum | G.S. Damen 51 Week 10/11: 7- 20 november Afspraken nakomen met overige disciplines, inhoud lessen doornemen en aanpassen Inhoud lessen fysiotherapie completeren  voorbereiden op fysio-refereer voor presentatie “definitieve” lessen Inhoud lessen fysiotherapie presenteren aan therapeuten tijdens refereer Eventueel laatste aanpassingen doen van de inhoud lessen fysiotherapie Experts/ literatuur raadplegen voor tips hoe een presentatie aantrekkelijker gemaakt kan worden Overleggen met Rijndam wat mogelijk is op het gebied van software/ budget Bijeenkomst 21-11 Bespreken en eventueel verder aanpassen lessen fysiotherapie Afspraken maken over schrijven van de docentinstructies en fact- sheets Week 12/13: 21 november- 4 december Ghislaine: Schrijven docentinstructies en fact-sheets; vóór 1 december opsturen Inhoud lessen overige disciplines passend maken in format Eventueel verder aanpassen presentaties en docentinstructies voor de lessen fysiotherapie Karin: Controleren aanpassingen lessen en resultaat docentinstructies Bijeenkomst 5-12 Bespreken resultaten voor zover van alle producten Besluiten wat de laatste noodzakelijke punten van aandacht zijn Week 14/15/16: 5-25 december Ghislaine: Definitieve inhoud overige lessen zetten in format Afronden uiterlijk en inhoud gehele cursus Laatste overleg met fysio voor akkoord invoer nieuwe lessen 22-12 Afronden projectverslag Week 17-20: 26 december- 8 januari 2012 Presentatie dwarslaesiecursus Rijndam revalidatiecentrum Presentatie Hogeschool Rotterdam Inleveren beroepsproducten: - Dwarlaesiecursus Rijndam Fact-sheet Docentinstructie cursus 8-1-2012 Invoer vernieuwde cursus afgerond