SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 22
Geld in de Gouden Eeuw ,[object Object],[object Object]
De Gouden Eeuw van Olff Stevenszoon
Olff Stevenszoon, moutmaker, overlijdt in 1651 in Enkhuizen.
[object Object]
Stadhuis VOC, Kamer Enkhuizen Kamer van de WIC Straat van Olff Stevenszoon
Maak opdrachten 1a en 1b ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
Enkhuizen in de Gouden Eeuw
Materiële cultuur ,[object Object]
Huisraad
Boekenbezit
Schilderijen ,[object Object]
Materiële cultuur ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
[object Object]
STAMBOOM ,[object Object],[object Object],Olff Stevensz Kirdorp Onen Jansz Volckert   Meynertszoon  Semeyns Jan Gerritszoon Bootshaeck   (?) X Steven Alyt Jansdochter  moeder Onen? X X moeder Olff ? ? ? ?
‘ Item een huys staande aan de westzijde van de Noorderdijck genaampt Anthonijs Levigen’ Noorderdijk Misschien het andere huis van Olff Stevenszoon…? Let op: het noorden ligt rechts (kaart is uit 1577) Huis en mouterij
[object Object],[object Object],[object Object]
Moutmaker
‘ Item een stuk land gelegen tussen de twee dycken te noorden deser stadgroot ontrent zeseneenhalf morgen’ Waarschijnlijk hier ergens…
Vetteweider
[object Object],[object Object],[object Object],Geld in de Gouden Eeuw
Het vermogen van Olff Stevensz (in guldens) 7.335 Totaal 7.335 Totaal         3.875 Eigen vermogen (200) Inboedel     500 Koeien     3.450 Landerijen     460 Huis Noorderdijk     750 Huis en mouterij 3.460 Schulden 1.975 Vorderingen           SCHULDEN   BEZITTINGEN
[object Object]

Olff Stevensz - Dynamiek en stagnatie in de Republiek

  • 1.
  • 2. De Gouden Eeuw van Olff Stevenszoon
  • 3. Olff Stevenszoon, moutmaker, overlijdt in 1651 in Enkhuizen.
  • 4.
  • 5. Stadhuis VOC, Kamer Enkhuizen Kamer van de WIC Straat van Olff Stevenszoon
  • 6.
  • 7. Enkhuizen in de Gouden Eeuw
  • 8.
  • 11.
  • 12.
  • 13.
  • 14.
  • 15. ‘ Item een huys staande aan de westzijde van de Noorderdijck genaampt Anthonijs Levigen’ Noorderdijk Misschien het andere huis van Olff Stevenszoon…? Let op: het noorden ligt rechts (kaart is uit 1577) Huis en mouterij
  • 16.
  • 18. ‘ Item een stuk land gelegen tussen de twee dycken te noorden deser stadgroot ontrent zeseneenhalf morgen’ Waarschijnlijk hier ergens…
  • 20.
  • 21. Het vermogen van Olff Stevensz (in guldens) 7.335 Totaal 7.335 Totaal         3.875 Eigen vermogen (200) Inboedel     500 Koeien     3.450 Landerijen     460 Huis Noorderdijk     750 Huis en mouterij 3.460 Schulden 1.975 Vorderingen           SCHULDEN   BEZITTINGEN
  • 22.

Hinweis der Redaktion

  1. Deze les is gemaakt in het kader van een onderzoek dat wij aan de Universiteit Utrecht uitvoeren naar de ontwikkeling van financiele markten in Europa voor de Industriele Revolutie. Wij kijken in het bijzonder naar de manier waarop overheden, bedrijven en particulieren in de Lage Landen tussen 1500 en 1800 financiele markten gebruikten om hun uitgaven en/of investeringen te financieren. Oscar Gelderblom is universitair hoofddocent en Ruben Schalk junior onderzoeker, beiden verbonden aan het Departement Geschiedenis.
  2. Deze dia is geschikt om de opdracht in te leiden (zie uitleg in lesbrief) en om leerlingen uit te leggen dat er in deze opdracht met een echt historisch document gewerkt wordt. DI is een foto van de eerste twee bladzijden van het notariele protocol zoals we dat in Enkhuizen vonden. Het zal onmiddellijk duidelijk zijn dat deze tekst, zonder kennis van oud schrift (paleografie) niet te begrijpen is. Om ervoor te zorgen dat leerlingen de tekst toch kunnen gebruiken hebben we een transcriptie (vertaling) gemaakt waarbij we enkele tekstfragmenten hebben ingekort en dubbelzinnige, onduidelijke, of onleesbare passages hebben weggelaten.
  3. Deze dia introduceert de hoofdpersoon en kan door de docent gebruikt worden om de hoofdpersoon te introduceren. Daarbij verdient het aanbeveling om de leerlingen uit te leggen dat het een puzzelopdracht is en dat het ze uiteindelijk helpt om de rol van geld in de gouden eeuw beter te begrijpen en dat ze er gaandeweg achter zullen komen hoe arm of rijk Olff was.
  4. Deze dia neemt leerlingen mee de gouden eeuw van Enkhuizen in. Het is een voorproefje van het soort informatie dat uit de boedelinventaris te halen is. Bovenaan de beschrijving van het huis uit de inventaris, daaronder de kaart met het huis nader aangeduid. De Oude Rie[t]dijk waar Olff Stevenszoon zijn huis en mouterij had, heet tegenwoordig de Van Bleiswijkstraat. Dit klopt inderdaad volgens de kaart van Blaeu ui 1649 (zie foto en uitsnede). De Oude Rietdijk ligt onder de Nieuwe Rietdijk en loopt van zuid naar noord. Deze straat bestond reeds voor de stadsuitbreidingen van de jaren 1590. Volgens Richard W. Unger, History of brewing in Holland, 900-1900 (2001 ), was het niet ongebruikelijk dat brouwers (en waarschijnlijk ook mouters) hun brouwerij tegelijk als woning gebruikten.
  5. Deze dia, waarop opnieuw het adres van Olff is aangegeven kan gebruikt worden om iets meer over Enkhuizen in de Gouden Eeuw te vertellen. De stofomschrijving biedt de nodige aanknopingspunten.
  6. kaart van Enkhuizen in 1652, uit Blaeu's Toonneel der Steden.
  7. Op de achtergrond: Schilderij van Jan Steen, ‘The World Upside Down (c. 1663). www.britannica.com De dia geeft een definitie van het begrip materiele cultuur. Sinds de jaren 1970 wordt door historici wereldwijd veel onderzoek gedaan naar de bezittingen van huishoudens.
  8. Dit schilderij van Adriaan van Ostade uit 1661 wordt door het Rijksmuseum op haar website als volgt beschreven: In een ruim maar sober ingericht vertrek zit een boerengezelschap. Centraal bij de schouw staat een man te praten, een kruik bier in de hand. Het groepje voor hem zit er ontspannen bij, de een stopt een pijpje en de ander rookt er eentje. Iets verderop staan twee boeren te praten en achterin zit nog een groepje aan tafel. Overal liggen goudse pijpen Goudse pijpen De zogenoemde 'Goudse pijpen' zijn witte pijpen met lange, smalle stelen en een kleine kop. Vanaf ca. 1617 werden deze pijpen in grote hoeveelheden gemaakt in Gouda en omgeving, waar de benodigde witgebrande klei (pijpaarde) gedolven werd. Met behulp van koperen mallen werd de klei in de gewenste vorm gedrukt en gebakken in de ovens van lokale pottenbakkers. Pijpen uit andere steden hadden meestal kortere stelen. Lange stelen waren zeer gewild omdat de rook in het langere rookkanaal beter kan afkoelen. Deze stelen waren echter ook moeilijker te maken en alleen in de stad Gouda was het niveau van de pijpenmakerij hoog genoeg om zulke lange stelen te produceren.; er staan kannen op de grond en ander huisraad. Helemaal op de voorgrond wordt de aandacht getrokken door een klein meisje dat iets aan het eten is en tegelijkertijd haar hondje aankijkt. Met dit ontspannen tafereel heeft de schilder Adriaen van Ostade een gemoedelijk beeld geschetst van boeren in hun vrije tijd. In zijn andere werk worden boeren soms meer te kijk gezet. De belangrijkste twee conclusies die leerlingen uit de boedelbeschrijving van Olff moeten trekken zijn dat (1) hij een sobere inventaris had en (2) hij desalniettemin wel een aantal voorwerpen had die wijzen op de invoer van producten uit andere delen van Europa. De samenstellers van de les zijn onvoldoende bekend met de materiele cultuur van de Gouden Eeuw om schilderijen te kiezen die qua objecten het dichtst bij de boedel van Olff Stevensz staan en hebben dit schilderij vooral gekozen omdat het een goede weergave is van de soberheid van interieurs van gewonen mensen.
  9. Over de dia: Een oplettende leerling zal zien dat we een beetje smokkelen met deze afbeelding. Er is een aantal oude boekbanden te zien, waaronder een over het leven van Michiel de Ruyter, maar rechtsboven zijn ook enkele paperbacks zichtbaar: dit is dus een twintigste eeuwse boekenkast. Belangrijk om op te merken voor de leerlingen is dat de liggende boeken die hier zichtbaar zijn opnieuw zeer kostbare banden zijn. Het is niet onmogelijk dat met name de bijbel en het psalmboeck in de boedel van Olff ook betrekkelijk luxe uitgaven waren, maar helaas kunnen we hier slechts naar gissen. In het boek van Thera Wijsenbeek-Olthuis, Achter de Gevels van Delft, zijn over Delft omstreeks 1700 gegevens over boekenbezit genomen. Zo was het boekenbezit onder wat zij klasse A noemde (de armste klasse) rond de 6 per boedel (p. 257). Olff Stevenszoon had 7 boeken. Volgens Koolbergen in de bundel Aards Geluk hadden boeren maximaal 7 boeken en de middenklasse rond de 8. Religieuze boeken waren meestal in de meerderheid. HIER KAN EEN VOORUITWIJZING NAAR OPDRACHT 2 GEDAAN WORDEN: Gebaseerd op zijn bezittingen lijkt het erop dat Stevenszoon aan de onderkant van de middenklasse geplaatst kan worden. Hij had niet heel veel boeken en schilderijen en net genoeg huisraad om te voorzien in dagelijks onderhoud.
  10. Over de dia: Vermeer, ‘The Allegory of Painting’ (c. 1665). www.johannesvermeer.org. Het schilderij is interessant om een aantal redenen Vermeer was een van de vele schilders die in de Gouden Eeuw in opdracht van Hollandse burgers schilderde. Merk wel op dat hij aan de bovenkant van de markt opereerde en dat de schilderijen die Olff Stevenszoon in zijn huis had van veel mindere kwaliteit en waarde waren Het schilderij beeld Clio, de muze van de geschiedenis af en is daarmee een directe verwijzing naar ons vakgebied Op het schilderij is een kaart ze zien van Nederland en Belgie, de Lage Landen, zoals deze nog vaak werden afgebeeld in de zeventiende eeuw: een eenheid alsof de Hollandse opstand nooit had plaatsgevonden. Aan de linker en rechterkant van de kaart zijn stadsgezichten opgenomen – een verwijzing naar het stedelijk karakter van de Republiek. Een van deze steden zal beslist Enkhuizen geweest zijn. Extra achtergrondinformatie over schilderijenbezit: Door de Amerikaanse historicus is het Delftse schilderijenbezit in 1640 op gemiddeld 8 tot 11 schilderijen per huishouden geschat. Maar Delft was een groter centrum voor schilderkunst dan Enkhuizen. Stevenszoon bezat vier stukken die als een soort van schilderij zijn aan te merken, en de meeste daarvan lijken religieus van onderwerp. Bezitten van religieuze schilderijen was zeer wijdverspreid onder de Delftse boedels (rond de 20 % van de schilderijen in de periode 1640-60). Maar religieuze schilderijen waren veel populairder in de jaren ervoor; toen lag het percentage rond de 30 %. Landschappen en stillevens werden juist meer gewild. In Delft scheen het veel voor te komen dat zowel rijk en arm portretten van de Oranjes aan de muur hadden hangen. Stevenszoon’s collectie lijkt meer traditioneel dan die gevonden in Delft, met vooral religieuze schilderijen en geen uitingen ‘vaderlandsliefde’. Het was volgens Montias normaal dat schilderijen vaak summier werden beschreven in inventarissen. Maar juist rond 1640-50 begonnen notarissen in Delft steeds vaker de naam van de schilder wel te registreren. Het lijkt opvallend dat het prentbord van Keulen in de boedel van Olff Stevensz als eerste wordt genoemd, maar volgens Montias waren deze kaarten van steden vaak de meest waardevolle vorm van drukken, zeker als ze opgehangen konden worden. Meestal werden dit soort prenten geveild voor bedragen tussen de 15 stuivers en twee gulden.
  11. Schilderij van Jan Steen, ‘The World Upside Down (c. 1663). www.britannica.com
  12. In het antwoordmodel worden de mogelijke familierelaties van Olff uitgebreid beschreven. Deze geanimeerde dia is een uitwerking van Opdracht 1b in de vorm van een stamboom. De zwart gedrukte gegevens geven aan wat we zeker weten, de kruizen geven huwelijken weer, de pijlen eventuele kinderen, en de rode gegevens onbekende feiten. Volckert Meynertszoon Semeyns is toegevoegd omdat hij in het huis van Olff woonde zonder dat iets blijkt van een familierelatie
  13. Olffs huis op de Noorderdijk stond waarschijnlijk op wat nu de Oosterdijk heet. Volgens Google wordt deze Oosterdijk nog steeds zo genoemd, omdat hij vanuit Enkhuizen ligt op het noorden, maar eigenlijk is dit het oostelijke deel van de Westfriese Omringdijk. Binnen dit gebied lag zijn huis ten westen van de dijk, wat betekent dat het eigenlijk overal in de buurt van deze uitgestrekte dijk kan zijn geweest
  14. Deze dia is een pauzedia; leerlingen moeten nu in de klas aan het werk met opdracht 2.
  15. Zoals in het antwoordmodel beschreven was Olff tijdens zijn leven waarschijnlijk moutmaker. Het hier na volgende is gebaseerd op Richard Unger, A History of Brewing . Deze informatie kan gebruikt worden om de leerlingen een idee te geven van wat een moutmaker(ij) was. Om bier te kunnen maken heb je mout nodig. Om dat te maken werd haver, gerst of tarwe op een grote vloer gestort om te ontkiemen. Daarna werd het graan gedroogd in ovens en gezeefd. Hierna werd het mout gemalen door een moutmolen. Als laatste stap werd het goedje na het malen opgelost in water met een temperatuur van ca. 65 C. In de Republiek hadden brouwers het proces van mouten overwegend in eigen hand maar kleine brouwerijen besteedden het ook uit aan moutmakers die hun producten bovendien ook kwijt konden aan andere afnemers, zoals distilleerders van brandewijn. Merk op dat Olff aan een brouwer en brandewijnbrander krediet had verleend . We weten niet hoeveel brouwerijen er precies in Enkhuizen waren omstreeeks 1650.
  16. Hier wordt weer even gepuzzeld: wat zouden we kunnen afleiden uit het feit dat Olff zeven morgen (waarschijnlijk weide-)land bezat. Dit is ruim zes hectare en daarmee een aanzienlijk bezit. De vraag is natuurlijk wat hij met die grond deed en daarover gaat de volgende dia. MERK OP: ter orientatie is opnieuw de straat waarin Olff woonde aangeduid.
  17. Potters koe uit het rijksmuseum: Paulus Potter (1625-1654) werkzaam in Den Haag) staat bekend om zijn dierschilderijen. Hij beeldde bijna nooit mensen af, maar concentreerde zich op koeien, paarden, geiten en schapen in typisch Nederlandse landschappen. Potter had een sterk gevoel voor sfeer en belichting. In dit werk steken de koeien scherp af tegen de donkere wolkenlucht. Hun zware lijven werpen donkere slagschaduwen. Het lijkt alsof de dieren zich schrapzetten tegen dreigend noodweer. De pezige beesten zijn zeer indrukwekkend doordat Potter een laag gezichtspunt koos. Hoewel Paulus Potter maar kort heeft geleefd - hij stierf op 29-jarige leeftijd - hebben zijn schilderijen grote invloed gehad op landschapsschilders tot ver in de 19de eeuw. Potter is natuurlijk gekozen omdat zijn vee heel beroemd is onder kunstkenners maar het biedt ook een mooie illustratie van de vijf koeien die Olff had en die hij vermoedelijk (zie antwoordmodel) vetmestte en slachtte om daarna het vlees te verkopen. De informatie uit het antwoordmodel kan gebruikt worden om bij deze dia meer te vertellen.
  18. Bij de dia: Plaatje van protocollen (www.ckrumlov.info) dat een indruk geeft van de enorme hoeveelheid papier die in de gouden eeuw geproduceerd werd om allerhande economische transacties te registreren. Voor deze achtergrond is gekozen omdat het de mogelijkheid biedt even stil te staan, samen met de leerlingen, bij de opdracht waar ze mee bezig zijn. Ze doen met deze opdracht het werk van echte historici en het is belangrijk hen erop te wijzen dat wat we weten over de Gouden Eeuw voor een groot deel afkomstig is uit dergelijke papieren bronnen. Bovendien loont het de moeite om te benadrukken dat dit papier ook voor de Gouden Eeuwers zelf heel belangrijk was, getuige natuurlijk ook de schuldboeken die Olff bewaarde en de nauwkeurige reconstructie van zijn vorderingen en schulden die de notaris kennelijk zonder problemen kon maken na zijn dood. De dia is tevens het opstapje naar het antwoord op vraag (e) van opdracht 2: hoe rijk of arm was Olff.
  19. Deze dia is bedoeld om stap voor stap te animeren. Stap 1. (de dia zoals hij verschijnt) toont de basisopstelling van een balans met links de bezittingen en rechts de schulden. Mocht dit u niet helemaal duidelijk zijn, vraag gerust een collega van economie om mee te kijken – het principe is simpel maar vergt misschien even studie en overleg om het te doorgronden Stap 2. onder het kopje bezittingen verschijnen de verschillende soorten bezittingen die uit de boedel kunnen worden afgeleid. Alvorens dit te tonen kan met de leerlingen mondeling (evt. met schoolbord) overlegd worden over de soorten bezit die hier thuis horen. Als dat teveel tijd of moeite vergt kunt u er ook voor kiezen de categorieen meteen te tonen en vervolgens de leerlingen te vragen de bedragen er bij te zoeken. Daar is … Stap 3: het tonen van de waarde van de bezittingen en het totaal bedrag van de bezittingen. Merk op dat de optelling van de vorderingen is afgerond en dat het bedrag voor de koeien verhoogd is tot 100 gulden per beest, ervan uitgaande dat hij ze inmiddels vetgemest heeft en er dus meer geld voor zal krijgen als ze geslacht worden (m.a.w. ze zijn tegen marktwaarde, niet tegen vervangingswaarde geboekt) Stap 4: Nu is het de vraag aan de leerlingen hoe groot de schulden waren. Het antwoord hierop moeten ze eenvoudig kunnen vinden: een optelling van alle bedragen van openstaande schulden. Stap 5: Dan het fraaie van een balans: door nu het totaalbedrag van de ‘schulden’ te tonen (net als de vorderingen 7.335 gulden) ontbreekt er duidelijk een bedrag en dat bedrag is het geschatte vermogen van Olff
  20. Hier eindigt de powerpoint omdat deze opdracht de terugvertaling van Olffs verhaal naar de examenstof is. Wij laten dit graag aan u over.