De Facebookmonologen van 2010

1. De
Facebook
Monologen
[2010]

2. Ik wil op ukeleleles.

3. Zullen we, nu het zout op is,
het zoet inzetten?

4. De pofmouw is de
nieuwe schoudervulling.

5. Als ik een staart had,
zou ik nu kwispelen!

6. Ik zat gisteren op een grasveldje en toen
vroeg een voorbijganger of ik dakloos was.

7. Sag mal, kenn ich dir
nicht irgendwo von...?

8. Als ik een meisje was geweest,
had ik Marijke geheten.

9. Ik verenig vandaag het nutteloze
met het onaangename.

10. Het roken staat mij nader dan het slapen.

11. Op bloemen krijg je tegenwoordig
een x-aantal dagen 'vaasgarantie'.

12. Er is een feestje in de tuin van de jongen
met de mooiste auto van de straat.

13. Herbal essesses.

14. Ik maak een 'plan van inpak',
voor de aanstaande verhuizing.

15. Gehoord bij het postkantoor: 'Goedemiddag,
ik kom mijn identiteit ophalen.'

16. Ik zeg niet dat ik niet naar de Roller Skate
Disko ga, maar de kans dat ik niet ga is heel
klein.

17. Ik wou dat de af was.

18. Er was een vaste klant in het café, en die zei
tegen het barpersoneel: 'Leden van de
feestcommissie, mag ik nog een rode wijn?'

19. Ik heb te diep in
het plastic bekertje gekeken.

20. Toen ik aan het kassameisje van de
campingwinkel naar een apotheek vroeg zei
ze: 'Er zit wel een drogist in 't dorp. Aan de
rechterkant.'

21. 'Ik heb een duizend-dingendagje’,
zei m'n moeder.

22. Ik zie de televisie van de onderburen
weerspiegeld in het raam van de overburen.
Ik moest maar eens iets gaan doén.

23. Ik hield mijn pen op de kop, en toen viel er
zomaar een verhaal uit.

24. Hou toch je stroopwaffel!

25. Vanmorgen noemde R. me een
langspeelplaatje. Daarna verbeterde ze zich
en noemde me een langslaapspeeltje.

26. Wie mooi wil zijn,
moet dit seizoen geen winterjas kopen.

27. Als ik een dochter krijg,
noem ik haar Polly Esther.

28. 'Goed gereedschap hangt onder een
afdakje', zei een meisje op tv over een
jongen met een buikje.

29. In dit huishouden werd de tijd vannacht per
ongeluk TWEE uur teruggezet. En wat
hébben ze lekker geslapen.

30. Ik vind het niet léuk om te dealen. Maar het
houdt me tenminste van de straat.

31. Permanent duurt het langst.

32. Ik zit in een blijf-van-mijn-huislijf.

33. In het verkeer botsen
niet zelden de ego's.

34. De week staat weer voor de deur.
Ik doe mooi niet open.

35. 'Het is de toekomst maar,' zei ik, 'er ligt nog
meer in het verschiet.'

36. Ik heb net kibbeling gegeten, maar het had
net zo goed nat karton kunnen zijn.

37. Een knies-chijf die daar op let!

38. Woord van de dag: oppasopa.

39. Twerd later en later.

40. Ik wilde een tatoeage van een leesteken. De
keuze is gevallen op de spatie.

41. 'Het ergste dat kan gebeuren,' zei de vrouw
die meedeed aan een kookprogramma, 'is
dat het een grote mislukking wordt.'

42. Ze was om door een calamaresje te halen.

43. Een muts is een must.

44. Het angstig beven van de assistente van de
messenwerper bedierf de pret van het
circusbezoek een beetje.

45. Ik wil mezelf namens iedereen
hele fijne feestdagen wensen.

46. 'Insemineren kun je leren',
zei de melkveehouder.

47. 'Jouw slee heeft een stuurtje', zei ik jaloers
tegen het tienjarige jongetje. 'Tja, daar
betaal je voor' zei hij.

48. De straat is een slush puppie!

49. Ik wil niet veel zeggen,

50. 'Mag ik nog een stukje zalm,' zeurt het zusje.
'Nee,' zegt moeder streng, 'we gaan nu eerst
taart eten.'