1. Vorige keer, eh ja, vorige keer was het best saai. Loretta verveelde zich netzoals ik 

2. Een enge droom veroorzaakt een onrustige nacht. Vermoeid wrijf ik in mij ogen.

3. Ik kijk naar mij werk rooster. Twee punten voor creativiteit. Ik kijk rond. Nee... Nergens staat een schildersezel. Ik draai me om en PLING. Een ezel met een doek staat voor me. Snel begin ik aan mijn kunstwerk.

4. Ik voel me wat eenzaam en bel Erik en Christa. Al kletsend denk ik aan de kinderen in het weeshuis. Die voelen zich vast nog eenzamer…

5. Ik zie een man langs lopen met keurig gekamd haar en een net pak aan. Ik maak maar een praatje met hem.

6. Ik voel me wat beroerd maar ga toch naar me werk. Zoals gewoonlijk…

7. Laat in de avond kom ik terug van het broodjes bakken. De taxichauffeur heeft haast zie ik. Ze toetert er op los.

8. Het is erg stil in mijn huis. Ik slaap al en de lichten zijn uit.

9. Al vroeg in de morgen word ik wakker. Mijn huis kan wel een poetsbeurt gebruiken. Snel begin ik met het poetsen van de badkamer.

10. Na een paar gesprekken met de adoptiedienst, blijkt dat ik nog niet genoeg geld heb om een kind te adopteren.

11. Graven is ook een hobby van me geworden. Met de spulletjes die ik vind kan ik vast de adoptie betalen.

12. Ik heb een oud bot, een chinees poppetje en nog wat spulletjes gevonden. PLING, verkocht!

13. Weer in de late avond kom ik thuis. Ik ben erg moe en ga weer slapen.

14. Verveling slaat toe, ik heb vrij, en daar ga ik gebruik van maken. Vrienden maken en werken aan de vaardigheden die ik nodig heb.

15. Nadat ik hard gestudeerd heb, kan ik wel wat ontspanning gebruiken. Ik bel Christa op, en ze komt meteen!

16. De tijd gaat snel, en het is al weer tijd om te gaan slapen.

17. Van het slapen krijg je honger. Ik maak een bordje cornflakes voor mezelf en begin het hap voor hap op te eten.

18. Nog eens mijn oude, maar nog altijd goede kookboek te voorschijn halen.

19. Ik probeer nog eens te bellen. En eindelijk met goed resultaat! Morgen om 10 uur komt mijn kind!

20. Maar ook minder goed nieuws. De rekeningen. Zuchtend betaal ik ze weer…

21. Ik ga op ’t bed liggen en bedenk me hoe het zou zijn als het kind er is. Bijna vergeet ik dat ik naar mijn werk moet.

22. En het harde studeren wordt beloond. Promotie! Ik ben nu in de top van de horeca.

23. Ik kruip al vlug mijn bedje in. Ik kan niet wachten tot morgen!

24. Ik sta vroeg op (zoals altijd), en maak alles schoon voor mijn kind. 10 uur komt hij/zij. Dat moet lukken om dan alles klaar te krijgen.

25. 8uur, en ik ben bijna klaar met schoonmaken. Hier en daar een vlekje dat maar niet weggaat, maar ik ga ervoor.

26. Het is 10uur, het is zover! Ik wacht buiten op mijn kind. Een vrolijk kopje komt tevoorschijn. ‘Is ze dat’ vraagt ze aan de vrouw en ze wijst naar mij. De vrouw knikt streng.

27. Ze rent meteen naar binnen, ik volg haar. Na alles gecontroleerd te hebben, geeft ze me een knuffel. ‘Dag mevrouw, mijn naam is Jessica’ zegt ze spontaan. ‘Ik ben Loretta’ antwoord ik. ‘Ik vind het heel erg lief van je dat je mij wilt hebben, mevrouw!’ zegt het meisje. Ik moet lachen. ‘Met alle plezier schat’. Ze lacht terug.

28. ‘ Kijk mevrouw Loretta! Ik ben een poesje!’ roept het meisje en ze kruipt op haar bedje. ‘En het poesje heeft een beetje honger!’ zegt ze. ‘Och meisje, noem me gerust Loretta!’ Jessica miauwt terug. ‘Wat ben je een grapjas! Zal ik maar een lekker soepje maken?’ ze knikt.

29. Dan zie ik dat er wat is. Ze zegt dat ze er anders uit wilt zien. Omdat ze anders aan vroeger terug denkt. Ik luister naar wat ze wilt en beloof dat we gaan winkelen.

30. Ik roept dat het eten klaar is en meteen stormt Jessica aan tafel. ‘Zou je misschien een TV of een speelgoedkist willen?’ vraag ik. Ze knikt enthousiast. ‘Ja! Dat zou leuk zijn.’

31. ‘ Weet je wat, Jessica? Als je morgen uit school komt, dan zal ik je verassen.’ Zeg ik met een knipoog. Wat is dit fijn. Ik zit niet meer alleen aan tafel, eindelijk wat gezelschap. Gezelschap van een liefdevol kind, recht voor me.

32. We praten nog veel over welke dingen er nog in huis kunnen komen. ‘Zullen we nu naar een winkel gaan?’ vraagt Jessica. ‘Maar, ik zei toch morgen na school?’ antwoord ik. ‘Ik bedoel…’ ze wijst naar haar kapsel en kleding. Ik begrijp haar en we wandelen naar een winkelcentrum.

33. ‘ Loretta, waar zijn al die kuilen voor?’ Ik moet lachen. ‘Vroeger zocht ik schatten, maar nu ben jij m’n schat. Kom, je moet wat slapen.’

34. We zijn naar de kapper geweest en naar de kledingzaak. Ze komt blij binnen in haar huis. Ik heb ook mezelf verwend.

35. Jessica staat al voor het bed met haar pyjama aan. ‘Welterusten mama’ zegt ze. Ik voel me blij, ze noemde me voor het eerst mama!

36. Generaties 1 Loretta 2 Jessica Dit was ie! Ikzelf vond hem veel beter dan de vorige, waarschijnlijk omdat ze hier eindelijk is begonnen met haar adoptie! En ik heb er nu ook ff de generaties bijgeplakt  Tot de volgende!