150206 Essay Sociale innovatie en energiecoöperaties in Het Groene Woud (1)
1. 1
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Sociale innovatie en energiecoöperaties
in Het Groene Woud
Ontwikkel de menskant
Dianne Schellekens en Vincent Snels
12-2014
Het onderzoek is uitgevoerd door coöperatie VET-Vught UA in opdracht van de Verenigde
Energie Coöperaties Noord-Brabant UA. Gebruik is vrij o.v.v. VET-Vught.
2. 2
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Sociale innovatie en energiecoöperaties in Het Groene Woud. Ontwikkel de
menskant!
Om sociale doelen van een energiecoöperatie vorm en inhoud te geven, ligt er een grote
uitdaging in het vormen van een community. De plaats waar het gebeurt is lokaal. Elke
community is uniek en dat maakt dat er geen blauwdruk is voor de ideale aanpak. Het is
tijd om de focus te leggen op de menskant. Op basis van interviews (bijlage 3 en 4) en
enquêtes (bijlage 5) onder vrijwilligers is dit essay geschreven; om de ervaringen en
inzichten te delen.
De lokale energiecoöperatie organiseert ‘warme’ handel, mensen zetten samen de
schouders onder energieopwekking en –reductie en ontwikkelen samen een aanbod dat
lokaal mensen verbindt. Gebeurt dat niet dan kunnen ze net zo goed ieder voor zich een
energie- of installatiebedrijf beginnen.
Het is de uitdaging om de vrijwilligers die actief worden voor de coöperatie aan elkaar en
daarmee aan de coöperatie te binden. Het actief zijn voor de coöperatie moet naast
nuttig, ook leuk zijn. Het gaat om de invulling van vrije tijd. Wat zijn de kwaliteiten van
de vrijwilligers die meedoen en benut deze. Welke kwaliteiten ontbreken om activiteiten
te ontwikkelen en uit te voeren: ga er actief naar op zoek in de eigen gemeenschap. Het
gaat over met elkaar praten in plaats van voor en over elkaar praten. De energie zit in de
lokale verbinding: ontwikkel de menskant!
Revolutie in Het Groene Woud
In Het Groene Woud (HGW) is een sociale revolutie gaande. Mensen slaan de handen
ineen om voor en met elkaar aan de slag te gaan met transities op het terrein van zorg,
voedsel en duurzame energie. Vrijwilligers werken lokaal bij energiecoöperaties aan
zowel productie van energie en als reductie van energieverbruik. Ervaring, kennis en
kunde wordt met en voor elkaar ingezet door samen verantwoordelijkheid te nemen om
een betaalbare energierekening voor iedereen haalbaar te maken.
Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt dat transities voor 25% voortkomen uit
technische innovatie en 75% uit sociale innovatie. Je kan concluderen dat wanneer er
transities optreden er dus sprake is van sociale innovatie, van een revolutie.
De energiecoöperaties zijn ‘initiatieven van onderop’ zoals die overal in het land
opkomen. Vijf energie coöperaties in HGW zijn nader bekeken door Vincent Snels en
Dianne Schellekens om sociale innovatie zichtbaar te maken en te onderzoeken hoe deze
kan worden vastgehouden en versterkt. Het gaat om de energiecoöperaties in Boxtel,
Schijndel, Oisterwijk, Vught en Heusden. Deze 5 staan in dit essay model voor wat er
overal in HGW en de rest van Nederland gebeurt: mensen nemen verantwoordelijkheid
voor hun eigen omgeving! Mensen in al hun hoedanigheden zowel zakelijk als privé, als
inwoner, bestuurder, vrijwilliger, ondernemer etc.
Mensen aan zet
In Nederland staan steeds meer mensen op die zich lokaal verbinden en zelf het heft in
handen nemen. Niet alleen omdat de overheid zich terugtrekt. Maar juist omdat voor het
oplossen van hedendaagse complexe maatschappelijke problemen de oude manieren niet
meer voldoende zijn, niet meer aansluiten bij wat mensen willen. Dit valt te lezen in
‘Burgers aan zet’, een onderzoek naar de ervaringen van inwoners van HGW. Uitgevoerd
in opdracht van Streekhuis Het Groene Woud en de overheden in deze regio. Dat schept
de verwachting dat de overheden de initiatieven van de energiecoöperaties steunen, met
hen samenwerken en hen (gaan) faciliteren. Zo ontstaat er een duurzame
samenwerking.
Het schept ook verplichtingen voor de coöperaties. Zij moeten zich goed organiseren en
met kennis van zaken voor de dag komen om een serieuze partner in het lokale netwerk
van maatschappelijke en zakelijke partners te kunnen zijn. Een sterke organisatie
3. 3
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
ontwikkelen, goed geworteld in het dorp, de wijk of de stad, is dan onontbeerlijk. Om
daar te komen is het belangrijk dat inwoners actief worden, verantwoordelijkheid nemen
en dat samen doen. Hoe kan een energiecoöperatie leden aan zich binden? Wat heeft een
burger nodig om zich voor langere tijd aan een energiecoöperatie te verbinden? Wat
vraagt dit van de organisatie van de coöperatie? Daar gaan we in dit essay op in.
Actief burgerschap
De energiecoöperaties in HGW bieden dicht bij huis oplossingen voor besparen en
opwekken van energie. Zij bestaan uit inwoners en doen dit als inwoners met en voor de
andere inwoners van hun wijk, dorp of gemeente.
Uit het onderzoek ‘Burgers aan zet’ blijkt dat wanneer iemand binding heeft met het
onderwerp waar een burgerinitiatief voor staat, de bereidheid zich daarvoor in te zetten
groot is. De bereidheid is groter als een burger door iemand uit de directe eigen
omgeving wordt gevraagd. Uit dit onderzoek blijkt verder dat het belangrijk is kennis van
zaken op te kunnen doen en de juiste ondersteuning te krijgen. Wanneer het doel van
het initiatief aansluit op de persoonlijke belangen en belangstelling, is men bereid tijd te
investeren. Uit het onderzoek kan de conclusie worden getrokken dat:
- energiecoöperaties in aanzet vooral mensen aan zich binden die invloed willen op
besparen en opwekken van energie
- ledengroei vooral tot stand komt doordat leden nieuwe leden werven
- ontbreken van kennis geen belemmering vormt als er de juiste ondersteuning is
en/of kennis kan worden opgedaan
Energiecoöperaties haken aan op persoonlijke belangen en interesses van leden en
vrijwilligers.
Buurtrechten
Inwoners eisen een eigen plek op. Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve
bewoners (LSA) en de bewonersbedrijven geven voorbeelden van actieve mensen die
hun krachten bundelen en verantwoordelijkheid nemen, ja opeisen. Een ontwikkeling die
is komen overwaaien uit Engeland. ‘The social value act’ die regelt dat inwoners een ‘
right to bid’ en een ‘ right to challenge’ hebben. Het ‘right to challenge’ is ingebed in de
Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Voor nadere informatie volgt hier de link.
Er is een duidelijke parallel met de energiecoöperaties. Ook zij willen serieus genomen
worden en het recht krijgen om actief deel te nemen aan de energiemarkt, gebruik
kunnen maken van maatschappelijk vastgoed om b.v. zonnecentrales te plaatsen en zelf
kunnen beschikken en beslissen over wat er in hun dorp, wijk of stad gedaan wordt.
Uit de vergelijking valt op te maken dat het opkomen van burgerinitiatieven samen
opgaat met het terugtreden van de overheid. Belangrijk is, en dat bevestigt het
onderzoek ‘Burgers aan zet’, dat institutionele actoren (waaronder de overheid) burgers
serieus moeten nemen, willen inwoners zich blijvend inzetten. Ruimte voor inwoners en
steun voor hun eigen initiatief, rechten geven zoals LSA het noemt, is essentieel voor het
betrekken en betrokken houden van inwoners op een initiatief.
Sociale cohesie en sociale innovatie
De coöperatie kan een rol vervullen als netwerk van burgers die samen een belang, een
doel nastreven. Een doel dat niet of veel moeilijker alleen is te bereiken versterkt het
belang van samenwerken, van een band aangaan, van het tot stand komen van cohesie
tussen leden onderling.
De Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) schaart
energiecoöperaties dan ook terecht onder de ‘doe-democratie’, een aanpak die stoelt op
samen een probleem aanpakken. In ‘De kracht van sociale innovatie’ valt te lezen: ‘De
doe-democratie daarentegen lijkt vooral betrekking te hebben op problemen waar
oplossingen al voorhanden zijn en waarover er ook maatschappelijke consensus is. De
4. 4
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
activiteiten die onder de doe-democratie begrepen worden zijn veelal gericht op het
behoud van publieke voorzieningen (exploitatie van zwembaden, bibliotheken, de
dorpssuper) en zorg voor elkaar of samenredzaamheid (energiecoöperaties,
broodfondsen). De coöperatie is een organisatievorm die zich vormt vanuit sociale
cohesie. Het benoemen en werken aan de gemeenschappelijke doelen versterkt die
cohesie.’
De beweging is gaande. Om met Jan Rotmans te spreken ‘Het is geen tijdperk van
verandering, maar een verandering van tijdperk’. De verandering, de shift, is op gang en
is onomkeerbaar. Om zoveel mogelijk mensen actief te laten deelnemen is een wenkend
perspectief nodig. Een perspectief wat mensen zelf scheppen door betekenisvolle
verbindingen aan te gaan en van daaruit hun doelen te stellen en te realiseren.
Friskijkers, Dwarsdenkers, Koplopers en Kantelaars
Volgens Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde, bevinden we ons op een kantelpunt.
Dat vraagt betrokkenheid en inzet van mensen die anders denken en anders doen.
Volgens Rotmans gaan we van exploitatie, structuren, onnatuurlijk, ontlenen en lineair
naar coöperatie, mensen, natuurlijk, waarde creëren en circulair.
Hoe kunnen we de transitie versnellen vraagt Rotmans zich af. Hij wijst de weg door te
wijzen op:
- herverdeling van hulpbronnen, nieuwe macht
- open source, kennis delen
- verbinden van mensen, initiatieven
- samenwerking koplopers en grote bedrijven
- lobbykracht vanuit gemeenschappelijk belang
Daarvoor zijn nodig:
- kantelaars: koplopers met kennis, empathie, authentiek en organisatievermogen
- frisdenkers en dwarskijkers: non conformisten die verandering brengen
Energiecoöperaties hebben ook volgens Rotmans toekomst. Om de verandering waar zij
voor staan te versnellen doen zij er goed aan om kantelaars, frisdenkers en dwarskijkers
binnen hun gelederen te krijgen of er verbinding mee te krijgen. Zijn denkwijze
doortrekkend vraagt dat om kritisch naar je ledenbestand te kijken. Is er een diversiteit
in de leden, in kennis, vaardigheden, geslacht, leeftijd, opleidingsniveau? Zitten er
kantelaars, frisdenkers en dwarskijkers tussen?
Enthousiaste effectieve coöperatie
De aantrekkelijkheid van een coöperatie een belangrijke factor voor het werven en
aansluiten van leden en vrijwilligers. Met de aantrekkelijkheid om aan te sluiten zit het
klaarblijkelijk wel snor. Op veel plaatsen komen coöperaties tot stand, vinden ze leden en
vrijwilligers en gaat men aan de slag. Bij allen is er de drive om zelf verantwoordelijkheid
te nemen voor energiereductie en –productie, al dan niet uit ‘groene’ overwegingen, en
zeggenschap krijgen over wat nu ‘buiten bereik’ ligt, spreekt blijkbaar aan. Om als
organisatie verder te ontwikkelen is het nodig dat de leden en vrijwilligers zich voor
lange(re) tijd aan de coöperatie verbinden en dat zij zich voor het realiseren van de
doelstellingen willen inzetten.
We hebben onderzocht wat de vrijwilligers van de coöperaties in HGW drijft en wat er
nodig is om de lange(re) verbintenissen tot stand te brengen. Immers geen draagvlak,
betekent geen invloed en geen activiteiten.
We zien dat het moment van oprichting en de aanloop er naar toe, het moment is dat er
de grootste toeloop van leden is. Vervolgens sluiten zich voornamelijk personen aan die
een product afnemen van de organisatie. De kwaliteit van de producten die de coöperatie
5. 5
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
levert is afhankelijk van de kwaliteit van de vrijwilligers. En de kwaliteit van de
vrijwilligers bepaalt het succes van de coöperatie. Dit onderstreept dat een beleid
ontwikkelen om vrijwilligers te werven en te binden van cruciaal belang is voor het
ontwikkelen van de coöperatie.
De kunst van het verleiden
Door te denken vanuit de marketingstrategie (de Marketingmix) helpt een coöperatie
zichzelf. Het maakt al snel duidelijk dat je eerst mensen moet verleiden om zich aan te
sluiten om de organisatie samen op te bouwen. Hieruit komen de activiteiten voort voor
ledenwerving en binding. Voor informatie over de Marketingmix volg deze link
Met de eerste 3 van de 7 P’s (plaats, product, prijs) van de Marketing-mix, die goed
toepasbaar is op de activiteiten van een coöperatie, zit het wel goed. Interessant worden
de volgende 4 P’s van promotie, personeel, proces en physical evidence.
Wanneer je afhankelijk bent van je lokale inbedding en het werken met vrijwilligers is
focus op vrijwilligers (=je personeel), lokaal draagvlak (=proces) en vertrouwen winnen
(=physical evidence) van cruciaal belang voor het invullen van de overige P’s. Dus
richten we ons hier vooral op vrijwilligers en verbinding.
En als we dan toch aan het analyseren zijn. We zien de mens graag als de homo
economicus die zich vooral laat leiden door rationele besluiten. Het blijkt dat mensen
vooral kiezen uit emotie waarbij de sociale omgeving van grote invloed is. Meer hierover
is te lezen in de samenvatting van de workshop ‘Hogere verleidingskunde: leer praten
met het reptielenbrein’ van Hier Opgewekt. De informatie vind je via deze link. Zet de
sociale omgeving in en organiseer zo dat actieve leden hun persoonlijke netwerk
meebrengen.
Leden of klanten, over wie gaat het?
De worsteling met de begrippen leden, vrijwilligers en af en toe klanten komt zowel uit
de interviews als de enquête met naar voren. Terecht was hier op het laatste congres
van Hier Opgewekt aandacht voor. Op basis van het onderzoek bij de coöperaties in HGW
komen wij tot de conclusie dat het belangrijk is om duidelijk te zijn over en wat leden
binnen een coöperatie van elkaar verwachten en duidelijkheid te geven naar nieuwe
mensen die zich aansluiten.
De coöperaties in HGW hebben geen van 5 een duidelijk leden- of vrijwilligersbeleid. Uit
de gesprekken is wel een grof onderscheid te maken op wie de coöperaties zich richten.
We zien de volgende indeling:
• I= persoon die vanuit persoonlijke Idealen zich aansluiten bij de coöperatie, actief
of passief lid van de coöperatie, kan tegelijkertijd D en/of P zijn.
• D=persoon die met concreet persoonlijk Doel aansluit bij de coöperatie, actief of
passief lid van de coöperatie, kan tegelijkertijd I en/of P zijn.
• P=persoon die om reden van een Product eenmalig e/o terugkerend meedoet, klant
van de coöperatie, kan tegelijkertijd I en/of D zijn.
Een actief lid is een lid die in welke vorm dan ook zich inzet voor de coöperatie in brede
zin of voor het uitvoeren van projecten. Een passief lid is een lid dat geen activiteiten
uitvoert voor de coöperatie. Het lidmaatschap kan gecombineerd zijn met klant zijn van
de coöperatie
Het belangrijk is een onderscheid tussen I, D en P te maken. DeA (Duurzame
Energiecoöperatie Apeldoorn) hanteert een dergelijk onderscheid reeds met succes. Het
onderscheid tussen leden (ideëel verbonden) en klanten (nemen producten af) brengt
een goed onderscheid aan in de relatie tussen de coöperatie als organisatie en
aangeslotenen. Het ordent in de relatie en de verwachtingen tussen de organisatie
6. 6
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
enerzijds en de aangesloten leden en klanten anderzijds. Zie de presentatie op het Hier
opgewekt congres 2014. Klik voor deze presentatie hier.
Bij elk project dat gestart wordt, is het van belang te onderzoeken op welke van deze
groepen het project zich richt en wat dat dan betekent voor de competenties van de
vrijwilligers. Zo bindt de coöperatie haar actieve leden (=Personeel) en kan actief
geworven worden op ontbrekende competentie. Zo wordt er gebouwd aan een
community waardoor de coöperatie zich in de lokale gemeenschap verankert. Praat met
leden en met klanten en laat ze meedenken in de ontwikkeling van activiteiten in plaats
van over hen te praten en voor hen te denken.
Zet Idealisten in als het geweten van de energiecoöperatie. Zij spreken de leden aan op
het inhoud geven van de oorspronkelijke doelen. Door deze groep zo in te zetten
organiseer je het kritisch vermogen van de coöperatie. Deze leden zijn vaak zichtbaar bij
de start van de coöperatie, maar worden maar voor een deel actief lid. Ze dragen het
initiatief een warm hart en steunen het vanuit persoonlijke principes en idealen.
Van werkgroep naar project
In de diepte-interviews met bestuursleden van de 5 coöperaties wordt duidelijk dat er
overal geworsteld wordt met het werven en het binden van actieve vrijwilligers. Het
antwoord daarop is de tendens om het werken met de werkgroepen los te laten en de
over te gaan op projectmatig werken. ECSchijndel is het verst met deze ontwikkeling en
is recent overgestapt op projectmatig werken. VET Vught ervaart dat de werkgroepen
vanaf het initiatief nemen tot aan de oprichting van de coöperatie nuttig zijn om elkaar te
leren kennen en tot uitvoerbare plannen te komen.
Het goed optuigen en uit de startblokken krijgen van concrete projecten blijkt bij de HGW
coöperaties moeizaam. Het gaat dan over voldoende vrijwilligers en over de benodigde
competenties. De coöperaties ervaren dat, wanneer de omslag is gemaakt naar een
projectenorganisatie, er een natuurlijk moment ontstaat om bewust te kijken naar
competenties die nodig zijn om de projecten tot een goed einde te brengen.
Werkgroepen zien we vooral in de fase tot aan de oprichting en daarna komt ontstaat er
een meer project gerichte aanpak. Dit is breed herkenbaar. In veel presentaties op het
Hier opgewekt congres 2014 klonk deze ontwikkeling door. Zeker daar waar er sprake
wordt van klanten en professionalisering van de coöperatie.
Het schept een natuurlijk moment waarop je andere mensen kunt zoeken, mensen een
andere plaats kunnen kiezen enz. Je hebt ervaring opgedaan met de vrijwilligers en van
daaruit weet je welke competenties je nodig hebt en wie daar het beste bij past.
Daarenboven vraagt een coöperatie initiëren wat anders dan een coöperatie door
ontwikkelen en beheren. Het blijkt belangrijk om de natuurlijke momenten te benutten
om je af te vragen of de juiste mensen op de juiste plaats zitten met de juiste
competenties om de gestelde doelen te realiseren.
Bij het opstarten van de coöperatie staan ideële en praktische doelen voorop, moet er
een transitie op gang komen en vormen de initiatiefnemers van de coöperatie vaak het
eerste bestuur. Bij de verdere opbouw en uitbouw is er behoefte aan een bestuur dat
voorwaarden schept voor de projecten. Uit het onderzoek in HGW blijkt dat vrijwilligers
aanhaken op concrete projecten die SMART zijn geformuleerd en in de tijd zijn begrensd.
De opmerkingen uit HGW dat er verloop onder vrijwilligers is, is niet vreemd. De
behoefte van de organisatie wijzigt immers. Ook signaleren de coöperaties in HGW dat
een beperkte groep het ‘hart’ vormt en er een meer flexibele schil van vrijwilligers en
leden/klanten omheen gevormd wordt. Zolang dat ‘hart’ zich richt op het faciliteren van
de ‘zwerm’ sluiten die goed op elkaar aan. De ‘zwerm’ bemenst de projecten en geeft
7. 7
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
vorm en uitvoering aan de door ‘hart’ gefaciliteerde projecten. Een coöperatie doet er
goed aan zich hiervan bewust te zijn en er actief op in te spelen. Regelmatig stilstaan bij
de competenties die nodig zijn is hiervoor noodzakelijk en de competentie om dit te
faciliteren moet aanwezig zijn in het bestuur. Een speels hulpmiddel hierbij kan het ‘Skills
Plotting Tool’ zijn dat projectgroep inzicht geeft in beschikbare en ontbrekende
competenties in de groep. Lees hier verder over deze speelse aanpak link.
De meest gebruikte theorie over teamvorming (voor nadere info volg deze link) leert dat
elk team fases doormaakt. De teamleden groeien in samenwerking. Daar horen ook
conflicten bij. Vooraf inschatten hoeveel mensen met welke competenties er nodig zijn, is
een belangrijke factor om tot een ‘presterend team’ te komen. Ook de afronding, het
delen van ervaring en afronden van het project is een onderdeel van de teamvorming.
De fases in teamvorming ondersteunt de ontwikkelingsstap om projectmatig te gaan
werken binnen energiecoöperaties in Het Groene Woud.
De coöperatie kent vele gezichten
In de ontwikkeling van een coöperatie zijn 3 fasen te onderscheiden: de Initiatieffase, de
Ontwerpfase en de Realisatiefase. Iedere fase heeft zijn aantrekkelijkheid voor mensen
om zich aan te sluiten, om zich te verbinden of verbonden te blijven.
8. 8
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Vaak zijn bij de start idealisten betrokken, de denkers. Daarna moet er een organisatie
opgezet worden met passende activiteiten. Daaraan verbinden zich de doeners. Zodra
producten of diensten zijn te leveren haken leden en klanten aan. Hierbij zijn ook alle
activiteiten vervat gericht op community vorming! De kracht van een coöperatie in de
lokale worteling, de lokale binding, de lokale cultuur die doorklinkt in de aanpak en
werkwijze. Daarom is de overstap naar een projectgericht gerichte organisatie logisch.
Elke fase heeft zijn eigen aantrekkelijkheid, zijn eigen dynamiek, zijn eigen
vraagstukken. De kunst van de coöperatie is om, in elke fase voor die groep mensen die
nodig is om vooruit te komen, aantrekkelijk te zijn.
Dat vraagt om een gedegen afweging van benadering. In het begin heeft de coöperatie
mensen nodig die de organisatie, activiteiten, producten en diensten ontwikkelen. Later
heb je klanten nodig om als organisatie te kunnen bestaan en je ideële doelstelling te
kunnen waarmaken. Daar bewust mee omgaan, daar eigen lokale strategieën op
ontwikkelen is essentieel. De coöperaties zijn voorlopig organisaties in verandering en
dat begint pas echt als deze is opgericht. Lees hiervoor de diepte interviews met
bestuursleden van de energiecoöperaties via deze link.
Omdat er geen blauwdruk ligt voor een lokale energiecoöperatie zal de aanpak voorlopig
steeds in verandering zijn.
Organiseer betrokkenheid
Een blauwdruk voor een energiecoöperatie bestaat niet. Zie Hier opgewekt congres 2014.
Elke energiecoöperatie heeft overeenkomsten maar ook en vooral eigen unieke
kenmerken. In dat laatste zit vooral datgene wat de coöperatie haar bestaansrecht geeft
in de lokale gemeenschap. Die eigen kleur is iets wat de coöperatie vooral door actief te
zijn vorm en inhoud geeft. Aansluiten bij de cultuur, gewoonten van de gemeenschap is
belangrijk om iedereen te bereiken. Een coöperatie, het woord zegt het al, moet het
hebben van samenwerking met anderen. Dat betekent dat kennis van en aansluiting
vinden bij bestaande structuren en netwerken belangrijk is. Het is handig als je mensen
kent die daar al een plaats in hebben, de gewoonten kennen en je kunnen introduceren.
Je bent wie je kent wordt wel eens gezegd.
Projectmatig werken kan een handig hulpmiddel zijn om doelgericht betrokkenheid en
verbinding tussen bijv. inwoners onderling, coöperatie en gemeente, inwoners en (lokale)
ondernemers te organiseren. In de aanpak van elk project zit in de initiatieffase de stap
om te focussen op wie het project gericht is en het actief betrekken van deze doelgroep.
Dat is iets dat juist lokaal kan omdat inwoners elkaar kennen. Projectmatig werken helpt
te structureren en maakt het eenvoudiger om na afloop van een project de succes- en
faalfactoren aan te geven. Dit zijn belangrijke leermomenten voor de vrijwilligers en de
coöperatie. Hiermee wordt actief het benutten van succes en het leren van fouten
onderdeel van de werkwijze van de coöperatie.
De tijd die de coöperatie van zijn vrijwilligers vraagt, het menselijk kapitaal, moet in de
eerste plaats voor de vrijwilliger, maar ook voor de organisatie slim en doelmatig worden
ingezet.
De vrijwilliger die (tijdelijk) voor de coöperatie aan de slag wil dat het resultaat van zijn
inspanning ertoe doet, er serieus wat mee wordt gedaan. De ervaring leert dat mensen
zich sneller aansluiten bij een succesvolle organisatie die een duidelijke vraag stelt.
9. 9
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Energieke coöperatie
Uit ons onderzoek blijkt dat een slagvaardige organisatie, die invloed en betrokkenheid
organiseert, belangrijk is om aantrekkelijk te zijn zich aan te sluiten. Uit de analyse van
de ontwikkeling van de coöperaties blijkt dat het traditionele model van een bestuur met
daaronder werkgroepen snel terrein verliest. De investering van tijd in relatie tot het
resultaat ervaren leden als niet effectief.
Er is een slagvaardiger en tegelijkertijd flexibel model in opkomst. Dat bestaat uit een
zwerm vrijwilligers die in steeds wisselende groepen samenwerken. Het ‘hart’ van deze
zwerm is het bestuur dat projectmatig werken faciliteert en zich daarnaast richt op lokale
en bovenlokale samenwerking. Het grootste deel van de vrijwilligers werkt in wisselende
samenstelling aan projecten die het vorm en inhoud geven aan de lokale activiteiten. De
tijdsinvestering is overzichtelijker en de benodigde competenties duidelijker en een
project is in de tijd begrensd. Met name deze laatste twee factoren blijken van eminent
belang om zich al dan niet aan een coöperatie te binden. We spreken bewust van
vrijwilligers, omdat niet elke vrijwilliger lid is en niet alle leden vrijwilliger zijn.
Deze aanpak heeft als neveneffect dat er al snel een organisatie kan staan die breed in
de samenleving wortelt. Dat geldt temeer omdat er ook makkelijk
samenwerkingspartners aangehaakt kunnen worden. Tenslotte is het geen enkel
probleem tijdelijk wel of niet actief te zijn. De energiecoöperaties in Het Groene Woud
kunnen hun waarde-creatie en lokale verankering versterken door aan sterke teams te
werken.
10. 10
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Ontwikkel de menskant
1. Schaar niet alle leden over een kam en ken je klanten. Maak onderscheid in
actieve en passieve leden en benut klanten.
2. Benut de structuur van projectmatig werken en maak werving en binding van
leden hier onderdeel van.
3. Het samenstellen van een projectgroep met de juiste competenties maakt
onderdeel uit van elke projectopzet.
4. Vraag het aan je leden en bevraag het bovenlokale netwerk. Samen weet je
meer.
5. Weet welke competenties de vrijwilligers inbrengen.
6. Benoem de competenties die nodig zijn om een project te realiseren.
7. Maak het samenstellen van de juiste projectgroep op competenties onderdeel
van elk projectplan.
8. Werf binnen en buiten de coöperatie op benodigde competenties vrijwilligers.
9. Maak een bestuurslid verantwoordelijk voor de ontwikkeling en monitoring van
leden- en vrijwilligersbeleid.
10. Bouw het leden en vrijwilligersbeleid stap voor stap op. Maak daarbij actief
gebruik van de evaluatie van projecten. Volg de lijn van ‘leren door doen’.
11. Organiseer eenmaal per jaar een moment om als bestuur met de vrijwilligers
te bespreken wat er geleerd is en wat dat betekent voor het beleid.
12. Leer competenties te zien en te benoemen door het gebruiken van een tool als
het “skills plotting game”.
13. Deel de successen en de missers en vooral wat de coöperatie er van geleerd
heeft met de leden en met het bovenlokale netwerk.
14. Zet de idealisten in als het geweten van de energie coöperatie. Bedenk
hiervoor een creatieve vorm. Een raad van inspiratie naast de raad van
toezicht.
Dianne Schellekens en Vincent Snels
11. 11
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan
een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers.
Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Bijlagen:
1. Smart samenvatting onderzoeksaanpak t.b.v. energie coöperaties
bijlage-1-A4-smart-samenvatting-vraag-EC-onderzoek-Sociale-innovatie-in-Het-
Groene-Woud.pdf
2. Opzet diepte-interview
bijlage-2-opzet-diepte-interviews-bestuursleden.pdf
3. Rapportage diepte-interviews
bijlage-3-diepte-interviews-bestuursleden-EC-HGW.pdf
4. Verwerking diepte-interviews
bijlage-4-verwerking-diepte-interviews-bestuursleden-EC-HGW.pdf
5. Verwerking enquête actieve leden
bijage-5-verwerking-enquete-actieve-leden.pdf
6. Skills Plotting Tool
bijlage-6-Skills-Plotting-Tool.pdf
7. Stappen oprichting lokale energiecoöperatie
Handboek-opstart-LEC-2014.pdf
Bronnen:
Burgers aan zet. ‘Een onderzoek naar de ervaringen van burgers en institutionele
actoren omtrent actief burgerschap in Het Groene Woud’ – 2013
Burgers-aan-zet-een-onderzoek-naar-actief-burgerschap-in-Het-Groene-Woud-
Ruud-LeeijenAutosaved.pdf
De kracht van sociale innovatie – AWTI 2013
De-kracht-van-sociale-innovatie.pdf
Right to challenge en buurtrechten
Stand-van-zaken-Right-to-Challenge-Buurtrechten-in-het-land-24112014.pdf
VET-Vught
www.vet-vught.nl
Energiecoöperatie Boxtel
www.ecboxtel.nl
Energiecoöperatie Schijndel
www.energieschijndel.nl
Duurzame Energiecoöperatie Oisterwijk
www.dec-oisterwijk.nl
Energiek Heusden
www.energiekheusden.nl
Verenigde Energiecoöperaties Brabant
www.vecb.nl/producten-het-groene-woud/
Dossiers Hier Opgewekt
www.hieropgewekt.nl/dossiers/330/organisatie-ontwikkeling
www.hieropgewekt.nl/dossiers/316/burgerkracht
www.hieropgewekt.nl/dossiers/214/ledenwerving-en-ledenaanbod
De Innovatieparadox
slim_managen_innovatief_organiseren.pdf
Leiderschap en teamontwikkeling
teamontwikkeling_tuckman.html
Marketingmix
www.economische-begrippen.nl/marketingmix/
Streek Het Groene Woud
www.hetgroenewoud.com/