Hoofdstuk 7

1. Hoofdstuk 7 : Ontologieën in
Topic maps
Op naar het semantisch web

2. = Weergeven van een set van concepten in een
kennisdomein
 Vastleggen van concepten
 Vastleggen van relaties
Vastleggen van een semantische logica
1. Wat is een ontologie (1)

3. Een ontologie bestaat uit :
 Classes: classes of concepten uit een kennisdomein
 Relationships : relationships geven de aard van verwantschap -
tussen concepten of classes- weer
 Properties : propterties, eigenschappen of attributen zijn het
geheel van de kenmerken van een class of concept
 Individuals
1. Wat is een ontologie (2)

4. Een ontologie bestaat uit :
1. Wat is een ontologie (3)

5. Definitie?
Een strikt en uitputtend schema voor een bepaald
onderwerpsdomein, meestal in een hiërarchische structuur,
die alle relevante grootheden en hun relaties bevat, alsmede
de regels waaraan die grootheden en relaties binnen dat
domein voldoen.'
1. Wat is een ontologie (4)

6. Drie soorten ontologieën :
 Top ontologie
 Domein ontologie
 Applicatie ontologie
1. Wat is een ontologie (5)

7. Algemeen :
 Vooral voor het ontsluiten van grote verzamelingen informative
 Specfieke doeleinden
 Conceptuele navigatie
 Semantische navigatie
 Ondersteunen web-based retrieval
 Ondersteunen zoekmachines
2. Gebruik van ontologieën (1)

8. Algemeen :
 Nauw verband met databanken
 Abstractie van databankmodellen
 Situeren zich op semantische niveau ipv. Logisch niveau
 Los van databankstructuren en implementatie niveau’s
 Belangrijk component van het semantische web
2. Gebruik van ontologieën (2)

9. Semantisch web :
 Huidige web / retrieval = HTML gebaseerd
 Formele kenmerken
 Geen inhoudelijke kennis
 Geen notie van relaties
 Doel = kennis bij elkaar brengen
 Decentrale informative
 = knooppunt van netwerken en kennis
2. Gebruik van ontologieën (3)

10. Semantisch web :
 Standaard = OWL
 Web ontology language
 HTML/RDF gebaseerd
 Legt regels vast voor ontologieën
 Uitwisselbaar  zie later ook voorbeelden
2. Gebruik van ontologieën (4)

11. Zie voorbeelden in de les
3. Praktisch : Protegé