1. Autisme en
gehechtheid
Birgit de Cnodder
Klinisch psycholoog / psychotherapeut
Systeemtherapeut en psychodynamisch psychotherapeut i.o. 16 oktober 2019
2. Auteursrechten /
naamsvermelding
Tenzij anders vermeld is alles in dit werk gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal - licentie. Wanneer je
gebruik wilt maken van dit werk, moet je gepaste credits geven, een link voorzien naar de licentie en kenbaar maken welke veranderingen je hebt
aangebracht. Dat moet je doen op een wijze die niet suggereert dat de licentiehouder jou of je veranderingen per definitie onderschrijft.
Hanteer voor dit werk de volgende methode van naamsvermelding: B. de Cnodder, Autisme en gehechtheid (2019), CC-BY 4.0 gelicenseerd.
Except where otherwise noted, this work is licensed under a Creative Commons BY 4.0 International Licence. You must give appropriate credit,
provide a link to the license, and indicate if changes were made. You may do so in any reasonable manner, but not in any way that suggests the
licensor endorses you or your use.
De volledige licentie-tekst is te lezen op / read complete licence text on
https://creativecommons.nl/4-0-licenties/
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/
In de loop van mijn carrière tot nu toe heb ik van velen mogen leren. Deze mensen wil ik recht doen in de
bijdrage die zij aan mijn kennis en kunde hebben geleverd. Ik heb getracht om zo zorgvuldig mogelijk aan
bronvermelding te doen. Mocht iemand desondanks vinden dat ik hem of haar tekort heb gedaan in
genoemde vermelding, nodig ik diegene uit om contact met mij op te nemen en dat bespreekbaar te maken.
5. Wat ga je leren?
❖ wat begrijpen we onder ‘hechting’?
❖ wat kan de invloed zijn van ASS op de stijl van gehechtheid?
❖ Hoe is heeft de hechting invloed op cliënten die geadopteerd zijn? → welke invloed heeft adoptie
op de gehechtheid?
❖Cliënten met een andere nationaliteit (uit een hecht gezin) en cultuur. Is dit nog iets om m.b.t.
hechting rekening mee te houden?
❖ hoe ontstaan hechtingsproblemen?
❖ wat is het verband met trauma? PTSS, is dat vergelijkbaar met trauma of toch ook weer anders?
❖M.b.t. onze oudere cliënten, die pas op latere leeftijd gediagnosticeerd zijn en in vele instellingen/
gast gezinnen zijn geweest voordat ze op WWA kwamen wonen. Wat voor impact heeft dit, iig nog
iets waar wij in de begeleiding op kunnen letten?
❖ hoe herken je hechtingsproblemen?
❖ wat doe je daar dan mee in de praktijk? Is er ook een methodiek of visie die gebruikt wordt binnen
dit onderwerp naar mensen met autisme. En wat is dan het doel/streven binnen de behandeling?
6. Programma
OCHTEND
Inleiding: wat is gehechtheid
Ontwikkeling van veilige
gehechtheid
Onveilige gehechtheid
Invloed van ASS
• Sensoriek
• Informatieverwerking(snelheid) –
contextblindheid – detailgerichtheid
• Sociaal emotionele leeftijd
MIDDAG
Casuïstiek en naar aanleiding van
wat jullie inbrengen theoretische
kaders
Gehechtheid en de therapeutische
benadering
7. Vraag vooraf
Breng de ideeën en
associaties die je m.b.t.
onze doelgroep krijgt in
of houdt ze bij voor de
discussie
Voer een idee niet te
snel af; de gekste
invallen zijn soms de
beste ;-)
9. Historisch kader
Hechtingstheorie vloeit voor uit de objectrelatieheorie
Grondlegger Bowlby (1907-1990): ontwikkelde in de jaren 50 van de
vorige eeuw de kern van de gehechtheidstheorie; zag de gevolgen van te
vroege en te lange separatie
10. Wat is een gehechtheidsrelatie
Een diepgaande en wederkerige emotionele en fysieke relatie, in eerste
instantie tussen een kind en zijn ouder.
Eerste gehechtheidsrelatie vormt de basis voor alle latere relaties MAAR is
ook bij te stellen.
Is er meteen vanaf de geboorte; een aantal auteurs stellen dat deze relatie er
al is vanaf de conceptie en zelfs daarvoor
11. Gezond hechtingsgedrag
De tendens van mensen om, met name onder
stress -bij gevaar-, (fysieke maar vooral
emotionele) nabijheid te zoeken bij diegene
die ze liefhebben en van wie ze hopen dat
diegene hen lief heeft.
13. Twee kanten van hechting
Verbinding
Autonomie
In een veilige gehechtheidsrelatie kan je je autonomie
bewaren zonder de ander te verliezen en verbinding met
de ander behouden zonder jezelf te verliezen
Oscilleren tussen afstand en nabijheid, tussen samen en apart
14. Veilige gehechtheid stelt je in staat om in een relatie:
verbinding met de ander te hebben zonder jezelf te
verliezen
én
in deze verbinding jezelf te zijn zonder de ander te
verliezen
15. Iedereen heeft een bepaalde tendens in
zijn gehechtheidsstijl
Vermijdend
Gepreoccupeerd
Kan veilig dan wel onveilig zijn!
Gaat om een continuüm.
17. De ontwikkeling van een veilige
gehechtheidsrelatie vereist
Fysieke & emotionele
beschikbaarheid & afstemming
van zowel ouder als kind
Sensitiviteit en adequate intuning
Responsiviteit
18. Gehechtheid is dyadisch
een gehechtheidsrelatie speelt zich af tussen 2
mensen en de mate van veiligheid kan verschillen
van relatie tot relatie
de relatie met de eerste verzorger(s) is anderzijds
in grote mate bepalend voor hoe je over het
algemeen relaties in gaat
20. De rol van zintuigen en het lichaam
In de eerste levensjaren zijn voorál belangrijk:
oogcontact
huid op huid contact
21. Via de eerste gehechtheidsrelatie ontwikkelt
een kind
1. Mentale representaties / interne werkmodellen:
Op basis van je ervaringen met een gehechtheidsfiguur, bouw je een
innerlijke beeld op van jezelf, de ander en hoe het werkt tussen jou en
anderen.
2. Vermogen tot emotieregulatie
Co-regulatie
Van daaruit: ontwikkeling van het vermogen tot zelfregulatie
23. Gehechtheid en mentale representaties
Mentale representaties gaan over
de sensitiviteit en responsiviteit van de ander in tijden van
eigen emotionele ontregeling
én
over de eigen capaciteit om de ander te mobiliseren
→ mentale representatie = impliciet relationeel weten
daarmee navigeer je later in relaties
24. Een beetje een idee van ‘mentale
representaties’
Fragment Inside out
https://www.youtube.com/watch?v=Cjgdiy_SGjA
25. Representaties interageren
In interactie brengt elk van de deelnemers zijn eigen representaties mee
Relationele lenigheid vraagt dat je:
• de tendens van je eigen representaties kent
• kan bedenken dat de representaties van een ander verschillen van die
van jou
• dat expliciet kan maken, met name bij wrijving tussen jou en die ander
= mentaliseren!
26. Mentaliseren
=
Bedoelingen, intenties etc. van jezelf en anderen snappen
én door krijgen hoe die elkaar wederzijds beïnvloeden (TOM)
Gehechtheid gaat dus eigenlijk over sociaal leren
28. Veilige hechting resulteert in
• Basic trust
• Epistemic trust
• Positieve representaties van anderen en jezelf
(zelfbeeld!)
• ‘Goed genoeg’ kunnen verdragen: frustratietolerantie
• Objectconstantie: de ander ‘in mind’ bij je houden
30. stressbestendigheid en emotieregulatie
Veilig gehechte mensen kunnen beter / langer mentaliseren dan
onveilig gehechte mensen en beschikken over een bredere
window of tolerance omdat ze:
meer op zichzelf kunnen vertrouwen als het gaat om
emotieregulatie: positieve zelfrepresentatie
en tegelijk
meer kunnen rekenen op hulp van de belangrijke ander hier
in: geleerd dat anderen sensitief en adequaat responsief zijn
31. Let op:
Hechting is een noodzakelijke maar niet voldoende
voorwaarde voor regulatie
Ook nodig:
spel en samenwerking
33. Het effect van veilige gehechtheid is
neurobiologisch terug te vinden
Verticale verbinding: amygdala en frontaalkwab
→ emotieregulatie
Horizontale verbinding: linker en rechter hersenhelft: corpus callosum
→ beschikbaarheid van affect én cognitie;
integratie van beiden
38. Gehechtheid gaat over
het overleven van gevaar
Om dat te kunnen ontwikkel je
overlevingsstrategieën
Deze strategieën veranderen en breiden uit met het
toenemen van de leeftijd
→ toename rijping van het brein én leergeschiedenis
39. Ontwikkeling van overlevingsstrategieën
gaat via 3 informatiekanalen
• Somatisch
• Affectief
• Cognitief
Die gebruik je om
1. Te voorspellen waar het gevaar vandaan komt
2. Een actie te genereren van jezelf en/of de ander met het oog op het
afwenden van gevaar en/of herstel van veiligheid
Meest belangrijke
eerste 1000 dagen
van het leven
40. Informatieselectie en leergeschiedenis
In de loop van zijn leven leert iemand:
1. Op welke informatiekanalen hij of zij het meeste moet letten om te kunnen voorspellen
2. Met welke informatie ánderen gemobiliseerd worden
Een mix van de drie kanalen is het meest adequaat
je leert dus:
1. Waar je op moet letten om gevaar te tackelen
2. Het te doen met die informatie waarvan je ervaren hebt dat je daarmee iets van grip kan
krijgen op gevaar
Je leert de zin en onzin van de informatie op basis van hoe je eerste verzorgers reageren
41. Hoe gaat het dan mis?
Informatie wordt óf genegeerd, óf 1 type buitengewoon belangrijk gemaakt
Bv.
Worden je somatische noden genegeerd, leer je ze ook negeren (cfr vroege
verwaarlozing)
Worden je affectieve noden niet adequaat beantwoord door dat ze hetzij genegeerd
worden, hetzij buitengewoon veel aandacht krijgen, dan wordt je inschatting van
hoe belangrijk die informatie is, anders; je leert (te) veel of juist (te) weinig belang
hechten aan je affectieve informatie
42. 3 varianten van onveilige gehechtheid
Belangrijke ander onveilig maar wel voorspelbaar; vast patroon in
contact met verzorger
gepreoccupeerde gehechtheidsstijl: onvoldoende adequate
responsiviteit van belangrijke ander; teveel, te weinig, ‘er naast’
vermijdende gehechtheidsstijl: onvoldoende sensitiviteit (en bij gevolg
ook responsiviteit) bij belangrijke ander
Belangrijke ander onveilig en onvoorspelbaar
Gedesorganiseerde gehechtheidsstijl: vaak bij vroeg trauma;
→ de hand die slaat is tegelijk de enige toevlucht
43. Gepreoccupeerde gehechtheidsstijl
• Aanklampend in tijden van stress
• Gericht op verbinding; offert autonomie op
• Angst voor (vermeende) verlating
• Affect voorop
• Moeite met inhiberen; hyperactiveert; heeft de ander nodig voor
down-regulatie
• Vraagt om interventies die de emotionele lading afzwakken
• Vaak veeleisend in therapie: willen voortdurend geruststelling, contact
etc.
44. Als kind: onvoldoende adequate
responsiviteit van belangrijke ander
Reactie van de ouder vaak ‘er naast’ of ‘te groot’. Geen gemarkeerde spiegeling.
Effect op informatieverwerking:
Vervormde en overdreven affectieve informatie
Leren behoeften afsplitsen en ze te negeren; ‘mijn behoefte kenbaar maken is geen
manier om de ander te mobiliseren. Dat krijg ik wel voor elkaar als ik in ga op de
behoefte van de ander’. →Als kind geleerd dat je de ander bij je kan houden door te
zorgen voor die ander
45. Vermijdende gehechtheidsstijl
• Vertrouwt alleen op zichzelf in tijden van nood; terugtrekken in tijden van
stress
• Gericht op autonomie; offert verbinding op
• Angst voor (vermeende) afwijzing; die wordt voorkomen door zelf af te
wijzen
• Cognitie voorop
• Overinhibeert; de-activeert; keert zich af van de ander bij ervaren
emotionaliteit
• Vraagt om interventies die gericht zijn op het levendig maken van affect
• Lastig in therapie: hebben niet geleerd dat je iets aan anderen kan hebben
46. Als kind: onvoldoende sensitiviteit bij
belangrijke ander
Lijden / gevaar wordt niet opmerkt of afgedaan als onbelangrijk
Effect op informatieverwerking:
Vals positief affect
Weglaten / negeren van negatieve affectieve informatie
Leren affecten afsplitsen
47. Gedesorganiseerde gehechtheid
• Wisselen beide stijlen af
• Ontwikkelt vaak in de context van mishandeling / misbruik door
verzorgers
• Onvoorspelbaar voor anderen / behandelaar
• Centraal staat de angst waaraan niet te ontsnappen is
48. Als kind: angst zonder
ontsnappingsmogelijkheid
Veiligheid en gevaar komen uit dezelfde hoek
Vooral verwarring, strategie moeilijk te voorspellen
53. Gaat over vertrouwen in
Jezelf
+ -
De ander
+ Veilig Gepreoccupeerd (angstig
aanklampend)
- Angstig-vermijdend Gedesorganiseerd
54. Effect van onveilige gehechtheid op
interne representatie / werkmodel
Veilig werkmodel
= flexibel en adaptief, maakt van alle
informatiekanalen gebruik
Onveilig werkmodel
= rigide, vertekend, contradictorisch en relatief
veranderingsresistent, informatie wordt
genegeerd, overdreven of vertekend
55. En hoe zit dat
nou allemaal als
er autisme speelt?
56. Met de informatie die je nu over
hechting hebt, hoe denk je dat ASS
de gehechtheidsontwikkeling
beïnvloedt?
58. Neurobiologie
Bij mensen met autisme wordt o.a. gevonden dat:
• rechts veel minder ontwikkelt dan links: meer cognitie dan emotie, minder
emotiewoorden, minder empathie
• grotere amygdala: angstniveau vaak hoger
• minder snoei in dendrieten: minder lange verbindingen, meer details en
minder overzicht
• er een dunner corpus callosum is: minder verbinding tussen emotie en
cognitie
59. Video Baron Cohen; ASS en hersenontwikkeling
https://youtu.be/0o1PXeFEcL0
67. Sociale agnosie en (ogenschijnlijk??)
minder interesse in contact
Niet kunnen lezen van:
• Gezichtsuitdrukkingen
• Lichaamstaal
• Intonatie
Boodschap die ontvangen wordt is dan makkelijk: ‘Jij bent raar, niet te
begrijpen’
→ Isolatie & negatief zelfbeeld
68. Vaak in combinatie met
Alexithymie
Eigen emotionele informatie ontbrekend of beperkt
→ Innerlijk kompas ontbreekt
69. Je verdwaalt als je
niet kan rekenen
op affectieve
informatie om de
richting te bepalen
71. Detailgerichtheid, verwerkingssnelheid,
en contextblindheid
Wat nou als je….
Je verdwaalt in details, het geheel niet ziet
Beslissen moeilijk is omdat alles even belangrijk lijkt
Je (mede door 1 & 2) trager bent dan anderen
Je moeilijk kan schakelen en alles wat onverwacht is buitengewoon
angstig maakt
Je anderen gewoon echt niet snapt
72. Informatieverwerkingsproblemen en
(on)voorspelbaarheid
Hechting gaat over het overleven van gevaar maar als je er (vanwege
detailgerichtheid, contextblindheid etc.) niet in slaagt een set aan regels te
ontdekken waarmee je kan voorspellen welke strategie wanneer gaat werken om het
gevaar af te wenden, wordt de wereld om je heen en de mensen er in onveiliger.
→ veiligheid minder beschikbaar → meer angstig
De ervaren basisveiligheid is laag vanwege ervaren onvoorspelbaarheid
74. Invloed contextblindheid op
vertrouwen
Omdat de werkzaamheid van een strategie afhankelijk is van de context, wordt een
vertrouwensband snel geschaad.
Binnen 1 contact
maar zeker over contacten heen
bv.
Een regel verandert in hun beleving de hele tijd omdat er geen aanpassing plaats vindt al
naargelang de situatie. De vertrouwenspersoon wordt dan ‘onbetrouwbaar’.
Veilig is niet hetzelfde als iedereen vertrouwen; worden op basis van een ervaring van
betrouwbaarheid in 1 relatie soms naïef, worden beschaamd en installeren vervolgen nieuwe
regelen: ‘algeheel wantrouwen’. Die wordt rigide, in álle situaties toegepast.
75. Invloed van het sociaal en emotioneel
ontwikkelingsniveau
Mensen met ASS zijn sociaal maar vooral
emotioneel vaak jonger dan kalenderleeftijd
Worden, zeker als ze talig zijn, makkelijk overschat
en overbelast, met name emotioneel
76. Emotioneel jong: geen objectconstantie
Dan draag je de ander die je kan
geruststellen niet bij je en moet je het
hebben van een concrete actie, anders blijf
je je verloren en alleen voelen
77.
78. Er is een verband met het onvermogen om
te spelen, met name symbolisch spel…
… omdat je via symbolisch spel leert hoe je je dingen kan voorstellen zodat je ze kan
oproepen als je ze nodig hebt.
82. Samenvattend:
Ontwikkeling van de hechtingsrelatie staat onder druk door o.a.:
• Sensorische problemen
• Minder interesse in contact
• Andere manier van informatieverwerking dan gemiddeld
• Duidelijk maken wat je nodig hebt is veel lastiger voor het kind
• Afstemming is veel lastiger voor de ouder
Het kind ontmoedigt door (ogenschijnlijk?) gebrek aan responsiviteit
→ veel hangt ook af van de gevoeligheden en oplossingsstrategieën van de ouder
83. En als je de wereld zo slecht begrijpt, en de
wereld begrijpt jou zo slecht, dan word je
Angstig
Onzeker
Negatief zelfbeeld
Soms overdekt met agressie
…
84. Mag de conclusie zijn dat ASS een verhoogd
risico geeft op onveilige gehechtheid?
Ja, helaas wel
Hechtingsproces wordt bedreigd door zowel de (ondoenlijke) attunement als
de (onmogelijke) receptiviteit → wederzijdse sensitiviteit en responsiviteit
beperkt
Maar ook hier: het gaat om een continuüm
86. Kijk tips
Love is not enough: Early Childcare and Emotional Development - Dr. Gabor Maté (brain development)
https://www.youtube.com/watch?v=Xy57UpKRNEo&feature=youtu.be
Mary Ainsworth's Strage Situation: Attachment and the Growth of Love
https://www.youtube.com/watch?v=SFCQLshYL6w
Still Face Experiment: Dr. Edward Tronick
https://www.youtube.com/watch?v=apzXGEbZht0&feature=youtu.be
Developing Attachment: Inconsistent Response to a Baby's Distress
https://www.youtube.com/watch?v=8BA8CcEUP84&feature=youtu.be
Developing Attachment: Rejecting a Baby's Distress
https://www.youtube.com/watch?v=9u8ObYi_EB0&feature=youtu.be
How Babies Form Attachments | Four Stages | Schaffer & Emerson
https://www.youtube.com/watch?v=WRQiCcH351E
InBrief: The Science of Neglect
https://www.youtube.com/watch?v=bF3j5UVCSCA
87. Literatuur
Alvarez, A. & Reid, S. (1999). Autism and Personality. Routledge London and Neyw York
Baljon, M. & Geuzinge, R. (2017). Echo’s van trauma, Boom
Bateman, A. & Fonagy, P. (2016). Mentalization Based Treatment for Personality Disorders A Practical Guide.
Oxford
Berckelaer-Onnes, van, I., Degrieck, S., & Hufen, M. (2017). Autisme en zintuigelijke problemen. Boom
Bloemendaal, T. (2019). Neurosequential Model & Traumasensitief werken. Powerpoint via
file:///C:/Users/Birgit/AppData/Local/Temp/WS2%20Tony%20Bloemendaal.pdf
Bleumer, P. & Meijer, R. (2018). Mentaliserend Coachen. Boom
Brisch, K.H. (2014) Treating Attachement Disorders. Second edition. The Guilford Press.
Bruin, de, C. (2018). Dit is autism; van hersenwerking tot gedrag. Doetinchem Graviant Educatieve Uitgaven.
Cashin, A. (2004). Painting the Vortex: The Existentioal Structure of the Experience of Parenting an Child with
Autism. Int Forum Psychoanalysis, 13, 164-174
Ciesa, M., Cirasola, A.; Willams, R. & Fonagy, P. (2016) Categorical and dimensional approaches in the evaluation
of the relationship between attachment and personality disorders: an empirical study Article in Attachment &
Human Development November 2016
Cluckers, G., Leroy, C., & Vliegen, N. (2012). Het raadsel autisme. Garant Antwerpen-Apeldoorn
88. Cnodder, de, B. (2016). Hechting en relationeel geweld. GGZWetenschappelijk, pp 37-49 In 2015 eerder verschenen in: F. Koenraadt,
K. ’t Lam, L. Eurelings-Bontekoe, M. Lancel (red) (2015). Hechting of hechtenis? Uitgeverij Wolf Legal Publishers, Oisterwijk, pp 161-
177
Cutler, E. (2016). A Thorn in Mu Pocket. Temple Grandin’s Morhter Telss teh Family Story. Future Horizons, Inc
Crittenden, P. M. (Press. 2000a). A dynamic-maturational approach to continuity and change in pattern of attachment. In P. M.
Crittenden & A. H. Claussen (Eds.), The organization of attachment relationships: Maturation, culture, and context (343–357). New
York, NY: Cambridge University
Crittenden, P. M. (2000b). A dynamic-maturational exploration of the meaning of security and adaptation: Empirical, cultural, and
theoretical considerations. In P. M. Crittenden & A. H. Claussen (Eds.), The organization of attachment relationships: Maturation,
culture, and context (pp. 358–384). New York, NY: Cambridge University
Crittenden, P. (2002). Attachment, information processing, and psychiatric disorder. World Psychiatry 1:2, 72-75
Dijkstra, P. (2005). Omgaan met hechtingsproblemen. Bohn Stafleu van Loghum
Fraiberg onderzoek (Fraiberg, S.., Adelson, E. & Shapiro, V., (1975) Gohsts in the nursery: a psychoanalytic approach to the problems
of impaired infoant-motheer relationships. Americian Academy of Child and Adolescent Psycholgy 14 (3), 378-421
Grandin, T. & Panek, R. (2014). Het autistische brein. Uitgeverij Nieuwezijds
Herman, J.L. (2010). Trauma en herstel. Wereldbibliotheek.
Hickey, E. J., Nix, R. L., & Hartley, S.L .(2019). Family Emotional Climate and Children with Autism Spectrum Disorder, Journal of Autism
and Developmental Disorder, 49:3244-3259