HOSHIN KANRI.
komen tot een logische set van doelen en inspanningen.
In veel organisaties komen doelstellingen op als paddenstoelen. Idem voor projecten en andere inspanningen. Maar zijn die niet aan elkaar gelinkt.
Of zijn de team- en afdelingsdoelen niet gelinkt aan de Organisatiedoelen, de strategische meerjarendoelen.
5. Hoshin Kanri is een term die steeds bekender wordt
Het is een van oorsprong Japanse term. Bestaande uit twee
woorden
Hoshin betekent zoiets als kompas
En Kanri betekent ‘management’ of ‘beheersing’
6. HOSHIN = Koers of Kompas
KANRI = Management of Grip
HOSHIN KANRI = Kompasmanagement?
HOSHIN KANRI
Yokoten
7. Samen maakt dat ‘kompasmanagement’
Vrij vertaald kan je zeggen dat Hoshin Kanri gaat over koers
houden en continu collectief gericht verbeteren- verbeteren
in de juiste richting
9. Dit plaatje laat zien wat het is om ongericht te
verbeteren.
Er is geen samenhang tussen alle kleine en grote
verbeteringen. En dat is verspilling. Want de som
van alle kleine verbeteringen zou een grote
verbeterstap in de juiste richting moeten vormen.
11. Als die samenhang er niet is zouden de kleine
verbeterstapjes niet leiden tot een grote stap
voorwaarts of zouden de positieve effecten van
alle kleine stappen elkaar tegen kunnen werken.
Vandaar dat het verspilling van moeite is.
13. Met Hoshin Kanri vraag je je af:
oWe zijn heel druk met duizend dingen.
oMaar doen we de juiste dingen?
oKlopt wat we willen DOEN met wat we willen
BEREIKEN?
oWat is onze gezamenlijke richting?
14. oHeel druk met duizend dingen.
oMaar doen we de juiste dingen?
oKlopt wat we willen DOEN met wat we willen
BEREIKEN?
oWat is onze gezamenlijke richting?
HOSHIN KANRI
Yokoten
15. En wil je:
o De juiste dingen DOEN om meer te BEREIKEN.
Zodat iedereen kan zeggen:
o “Wat ik doe en bereik, draagt bij aan onze
gezamenlijke doelen.”
16. oDe juiste dingen DOEN om meer te
BEREIKEN.
o“Wat ik doe en bereik, draagt bij aan
onze gezamenlijke doelen.”
HOSHIN KANRI
Yokoten
17. oCoherent geheel van doelstellingen
oCoherent geheel van doelstellingen en
inspanningen
HOSHIN KANRI
Yokoten
18. Vooral dat,
Dat alle doelen door de hele organisatie heen op elkaar
aansluiten.
En dat elke inspanning, elk project, elke verbetering een
bijdrage levert aan de doelen van de organisatie.
19. | 19
Focus:
Waarop de aandacht is gericht
Scherp stellen
Hoshin Kanri moet leiden tot gezamenlijke focus. en focus dat
is:
21. Focus op de gezamenlijke ambities.
Niet dat een manager, een afdeling of een team zijn eigen
doelen nastreeft. en daar zelfstandig inspanningen voor start,
zoals projecten.
Maar dat alle doelen met elkaar verbonden zijn.
23. Misschien heb je wel eens van de x-matrix gehoord.
Hoshin Kanri is niet hetzelfde als de x-matrix. Die matrix is
een van de bouwstenen. Kijk maar naar deel 5 van de
YouTube-filmpjes op het Yokoten-kanaal
25. Hoshin Kanri zou je het bouwen aan een gezamenlijke
gedragen strategie kunnen noemen.
Strategie, dat is: een plan waar men heen wil en hoe daar te
komen.
Het bevat
De Richting (visie en doelen)
De weg er naar toe (in de tijd en met welke inspanningen)
Wat men daarvoor nodig heeft (de middelen, zoals
capaciteit en geld)
26. Hoshin Kanri zou je het bouwen aan een
gezamenlijke gedragen strategie kunnen
noemen. Strategie: dat is een plan waar men
heen wil en hoe daar te komen.
Richting (visie en doelen)
De weg er naar toe (tijd en inspanningen)
Wat men nodig heeft (middelen)
STRATEGIE
27. •Deliberate Strategie (proactief, opzettelijk,
gepland en voorgeschreven)
•Emergente Strategie (reactief, opkomend,
volgend, meebewegend)
•Hybride Strategie (voorgeschreven, maar
flexibel en meebewegend)
STRATEGIE (Mintzberg)
28. -Uitgangspunt: toekomst is enigszins voorspelbaar
-Proactief
-Missie – Waar staan we voor en Visie – Waar gaan we voor
-Doelen – de visie meetbaar gemaakt
-Meerjaren doelen
-Jaardoelen
-Plannen/jaarplan – de weg ernaar toe, de inspanningen en
middelen
DELIBERATE STRATEGIE
29. -Uitgangspunt: kan nauwelijks vooruitkijken, toekomst
is onvoorspelbaar
-Reactief
-Itererend verbeteren
-Stap voor stap, Na stap 1 komt stap 1
-Wat je volgende inspanning gaat worden, kan je pas
bepalen als het resultaat van de vorige bekend en
begrepen is
-Geen jaarplan
EMERGENTE STRATEGIE
37. DEMING-CYCLUS - PDCA
Doelen stellen
Benodigde verbeteringen vast-
stellen
Inspanningen plannen
Bestuderen
van de
effecten
Leren en
Bijsturen
Uitvoeren van de
geplande inspanningen
38. De zwakte van Hoshin Kanri is dat
we niet in de toekomst kunnen
kijken.
40. De wet van de remmende ambitie:
“Beter een paar ambitieuze doelen
dan een ambitieus aantal doelen”
“Hoe meer je wil gaan DOEN,
hoe minder je BEREIKT”
41. CASCADE VAN DOELEN
Het halen van een doel door
een deel (team of afdeling),
draagt bij aan het realiseren
van de doelen van het geheel.
44. 1. Bepaal de 4 á 5 strategische meerjarendoelen (bijvoorbeeld 4 jaren)
2. Bepaal de 4 á 5 jaardoelstellingen voor jaar 1
3. Bepaal de 4 á 5 afdelingsdoelstellingen voor jaar 1
4. Bepaal voor elke doelstelling welke verbeteringen benodigd zijn
5. Bepaal welke inspanningen gaan leiden tot het realiseren van die benodigde
verbeteringen
6. Schat in of de set van doelen en inspanningen coherent zijn en voldoende om de
jaardoelstellingen te halen en of er voldoende capaciteit is en onderhandel
7. Ontwerp de cascade van prestatiedialogen (in dag- en weekstarts) en eventuele
periodieke rapportages
HOSHIN KANRI in 7 STAPPEN
45. JUL AUG SEP OKT NOV DEC
DOELENMATRIX
X-MATRIX
PLANNING EN BEGROTING
JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
DOELENMATRIX
X-MATRIX
PLANNING EN BEGROTING
DOEN, PRESTATIEDIALOGEN EN BIJSTUREN
JAN FEB MRT APR MEI
JAAR 1 JAAR 2 JAAR 3
DOEN, ETC……
49. Prestatie-indicatoren, kpi’s: de prestaties meten, hoe het gaat
Wat je meet hoeft niet altijd beter. Als het wel beter moet, geef
je het een doelstelling mee.
Meetbare doelstellingen: waar je naar toe wil, wat je wil bereiken
Niet alles wat belangrijk is, krijgt een doelstelling. Geen
doelstelling betekent dat de prestatie op het huidige niveau moet
blijven.
Inspanningen: wat je wil doen om je doelen te halen, zoals
programma’s, projecten en verbeteracties. Zonder die extra
inspanningen haal je je doelstellingen niet.
1
2
3
Terminologie
51. Doelstelling
‘Wat willen we bereiken?’
‘Wanneer zijn we tevreden?’
‘Is extra inspanning (die tot verbetering leidt) voor
nodig’
52. SMARTI
• Specifiek – duidelijk en afgebakend
• Meetbaar – is meetbaar
• Acceptabel – willen mensen aan werken
• Realistisch – kunnen mensen behalen
• Tijdgebonden – per wanneer gehaald
• Inspirerend – willen mensen graag aan werken
‘Wat willen we bereiken?’
‘Wanneer zijn we tevreden?’
53. Doelstellingen zijn altijd meetbaar
TIP:
Als doelstellingen niet meetbaar zijn, leidt dat tot het sturen op
inspanningen. (en als je veel doet, dan doe je het goed)
“Kijk eens wat we allemaal hebben gedaan…”
54. •LEADING Indicatoren – Zijn voorspellend en nog te
beïnvloeden. Hiervan leren om bij te sturen of te
anticiperen.
•LAGGING Indicatoren – Dan is het werk klaar of het
dossier afgesloten. Het is achteraf kijken. Hiervan
leren om het de volgende keer beter te doen.
Soorten Prestatie Indicatoren
55. • INPUT/INSTROOM-indicatoren – Kernvraag: Hoeveel van welk werk komt er binnen?
• Zoals: #instroom, uren instroom
• MIDDELEN-indicatoren – Kernvraag: Wat hebben we nodig/verbruikt?
• Zoals: Uren, Kosten, maar ook #Klanten en ook inspanningen (zoals het aantal
intakegesprekken, # )
• PROCES-indicatoren – Kernvraag: wat is de kwaliteit van onze processen en ons werk?
• Zoals: Doorlooptijden, Voorraden, Snelheid / beweeglijkheid, Voorspelbaarheid, Uniformiteit
• RESULTAAT-indicatoren – Kernvraag: wat komt er uit (output)?
• Zoals: Totale doorlooptijd, #Opgeloste meldingen, Kwaliteit van de producten
• EFFECT-indicatoren – Kernvraag: welk effect (outcome) hebben die resultaten? ZITTEN HET
DICHTST BIJ JE VISIE EN MISSIE
• Zoals: ‘Verlaging van de criminaliteit’, ‘Tevreden burgers / gebruikers’, ‘Iedereen doet mee’,
‘Schone stad’, ‘Veilige stad’
Indicatoren
56. Sturing: kpi’s en doelstellingen in je eigen taal en
waar je zelf invloed op hebt
In de juiste taal
57. | 57
Criteria: een goede indicator (en kpi)
• Is eenvoudig uit te leggen
• Is maar voor één uitleg vatbaar
• Heeft de juiste meeteenheid
• Geeft voldoende indicatie van de betreffende
prestatie
• Is betrekkelijk eenvoudig te meten
• Is betrouwbaar te meten
• Is met voldoende regelmaat te meten
58. 1 Indicatoren: meten hoe het gaat (klokjes en metertjes)
Wat je meet hoeft niet altijd beter. Als het wel beter moet, geef je het een doelstelling mee.
2 Kritieke (Prestatie) Indicatoren, kpi’s: de belangrijkste (‘key’) klokjes en metertjes
Een paar van die indicatoren zijn het belangrijkst. Vaak gaan die over de prestaties, maar
niet altijd. Want de instroomhoeveelheid en de capaciteit in uren kunnen ook kritiek zijn.
3 Meetbare doelstellingen: waar je naar toe wil, wat je wil bereiken
Niet alles wat belangrijk is krijgt een doelstelling. Geen doelstelling betekent dat de
prestatie op het huidige niveau kan en moet blijven. Doelstellingen heb je meestal op KPI’s.
4 Inspanningen: wat je wil doen om je doelen te halen, zoals programma’s, projecten en
verbeteracties. Zonder die extra inspanningen haal je je doelstellingen niet.
Terminologie
59. •Monitoring van de indicatoren:
op de hoogte blijven (indirecte
invloed)
•Sturing op de indicatoren:
tijdig reageren (directe invloed)
Sturing op de indicatoren, of
Monitoring van de indicatoren
+
60. 4. RESULTAAT-
INDICATOREN
1. INSTROOM-
INDICATOREN
6. EFFECT-
INDICATOREN
3. PROCES-INDICATOREN
5. VERHOUDINGS-
INDICATOREN
5. VERHOUDINGS-
INDICATOREN
Indicatoren – de stem van het proces
2.
MIDDELEN-
INDICATOREN
Kpi = Kritieke of Kritische Prestatie Indicator (key)
65. • % van de klachten dat tijdig wordt afgehandeld
• Er is een procesbeschrijving gemaakt en aan het MT
aangeboden
• Aantal medewerkers dat aan MBO 2, 3 of
gelijkwaardig voldoet
• Onderhoudsmanagementsysteem is geïmplementeerd
• % inkoopfacturen dat is voorzien van een verplichting
• DECOS is voor OO ingericht
• Er is een ‘Welkom op de Werf’-boek met alle ins en
outs van de werf
Een Prestatie Indicator of een Activiteit?
68. FINANCIËN
Ini
Do
KPI
Doel
Wat moeten
we doen om
succesvol te
zijn in de
ogen van de
aandeel-
houders
KLANTEN
Ini
Do
KPI
Doel
Wat moeten
we doen om
succesvol te
zijn in de
ogen van
onze
klanten
LEREN EN GROEIEN
Ini
Do
KPI
Doel
Wat moeten
we doen om
steeds beter
te worden in
continu
leren en
verbeteren
INTERNE PROCESSEN
Ini
Do
KPI
Doel
Tevreden
klanten en
aandeel-
houders door
excellente
processen
VISIE
&
STRATEGIE
Doel = strategisch doel
KPI = Kritieke Prestatie Indicator
Do = Doelstelling
Ini = Verbeterinitiatief
70. Bij inspanningen vraag je:
Waarom gaan we dit doen?
Wat willen we daarmee bereiken?
Welk doel gaan we er mee halen?
TIP:
71. Wat is een programma?
Programma:
• een groep van samenhangende projecten, taken en/of activiteiten,
• die op een gezamenlijke gecoördineerde wijze gemanaged wordt,
• die niet op voorhand eindig is in zijn bestaan, maar is wel uiteindelijk tijdelijk is
• en waarin een voortdurende doorstroming van taken, projecten en/of activiteiten kan
plaatsvinden.
Als het in de lijnorganisatie niet lukt.
Soort Programma’s:
1. Thematische programma (bijvoorbeeld Integrale Veiligheid)
2. Gebiedsprogramma (bijvoorbeeld Stadsdeel Centrum)
3. Doelgroepenprogramma (bijvoorbeeld jeugd en jongeren).
Een programma is multidisciplinair, gecompliceerd en strategisch (onderdeel van de
gemeenteagenda).
72. Programma
• Krijgt een doelstelling (het WAT) van een
opdrachtgever. Programmamanager mag zelf het
HOE bepalen.
• Krijgt een ‘inspanningsopdracht’ (het WAT en het
HOE) van een opdrachtgever. Is logisch gevolg
van de doelstelling van de opdrachtgever.
73. Wat is een programma?
Programma:
meerdere doelstellingen; vaak effect-doelstellingen
volgt de PDCA-routine
Project:
één doelstelling; vaak resultaatdoelstellingen
volgt de PDCA-routine
74. Wat is een programma?
Drie varianten om programmamanagement vorm te gegeven:
1. In de lijn; Inbedding in de bestaande lijnorganisatie, waarbij de lijnmanager als
programmamanager fungeert,
2. Naast de lijn; Programmamanagement naast de bestaande organisatie plaatsen. De
eindverantwoordelijke in de lijn (i.c. de algemeen/directeur/gemeentesecretaris) delegeert in
deze variant programma’s aan managers die geen deel uitmaken van de lijn.
Matrixorganisatie.
3. In plaats van de lijn; Inrichting van de organisatie geheel volgens programmamanagement.
Er is geen lijnorganisatie meer.
75. 1. Bepaal de richting: Stel organisatiedoelen
2. Bepaal de kpi’s voor je afdeling
3. Bepaal aan de hand van de
organisatiedoelen welke kpi’s jouw afdeling
verbeteren moet
4. Stel daarvoor doelen
5. Bedenk vervolgens wat je allemaal moet
doen om die afdelingsdoelstellingen te
bereiken (welke verbeteracties)
Eerst WAT en dan HOE
W
A
T
H
O
E
77. De kloof tussen doel en werkelijkheid
KLOOF
Die kloof
verklaren leidt
tot de
‘Benodigde
verbeteringen’
Huidige niveau = 30%
Doelstelling = 60%
?
Tijd
% op tijd
afgewerkt
78. O N D J F M A M J J A S O N D
2021 2022
Huidig niveau
= 40%
Doel niveau = 60%
O N D J F M A M J J A S O N D
2021 2022
Huidig niveau
= 40%
Doel niveau = 60%
Aan het einde van 2022
is het doel gehaald
Gemiddeld over 2022 is
het doel gehaald
Wanneer gehaald?
De doelstelling voor 2022 is een stijging
van 40% naar 60%
79. Doelen, benodigde verbeteringen en
inspanningen
• DOELSTELLING: wat willen we bereiken?
SMART
• BENODIGDE VERBETERINGEN: wat moeten we dan verbeteren?
Met verbeterwoorden, zoals: verminderen, verkorten, vergroten,
verbeteren, optimaliseren, …….
• INSPANNINGEN: wat gaan wie doen?
Acties, activiteiten, projecten en programma’s of spullen of
diensten aanschaffen
81. Benodigde verbeteringen
• Heb je nodig om doelstellingen te halen
• Bevatten altijd woorden als:
o Versnellen
o Vergroten
o Verkleinen
o Verkorten
o Verminderen
• Kan je vertalen naar inspanningen.
• Een inspanning levert altijd een of meer verbeteringen die benodigd
zijn om een doelstelling te halen
82. Elke verbetering,
Elke interventie
Elk instrument
Is een hypothese (= een vermoeden, een visie, een mening,
een educated guess, een experiment)
Totdat het effect met feiten is bewezen
Hypothese
83. Wereldkampioen 1.500 meter in 2022
DOELSTELLING
BENODIGDE
VERBETERINGEN
INSPANNINGEN
Sneller starten
Openingstijd: 26s
Bochten beter
aansnijden
Longinhoud
verbeteren
Starthoudingen
uitproberen
Krachttraining
kuitspieren
Lichtere
schaatsen laten
maken
Oefenen op
eerder insnijden
Hoogtestage
92. De jaardoelstellingen van 2021 moeten bijdragen aan het realiseren van de Strategische
Meerjarendoelstellingen.
Maximaal 5, want focus is gewenst.
En meetbaar, want als je het niet kan meten, kan je ook niet monitoren en erop sturen.
Stap 2: de Jaardoelstellingen van A&G
96. Vaststellen van doelen en inspanningen
MT-leden reageren op elkaars afdelingsdoelen en inspanningen.
Bediscussiëren:
- Waar men elkaar nodig heeft
- Of er afdelingsdoelen ontbreken
- Of er afdelingsdoelen zijn die niet aansluiten
bij de jaardoelen
- De haalbaarheid van het geheel van doelen en
inspanningen
109. Bedenk niet wat je het komende
jaar allemaal zou willen doen,
maar bedenk wat je het komende
jaar allemaal gaat doen
TIP:
110. Wie bepaalt jouw doelstellingen?
• Hoe meer doelstellingen je krijgt,
• of hoe ambitieuzer de doelstellingen zijn,
• hoe meer middelen het vraagt
111. Van WAT naar HOE
Doelstellingen
Benodigde verbeteringen
Inspanningen
Wat willen we bereiken?
Wat moeten we daarvoor verbeteren?
Hoe en waarmee gaan we dat doen?
113. Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat
MT OF DIRECTIENIVEAU
Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat
AFDELINGSNIVEAU
OF WAARDESTROOM
TEAMNIVEAU
Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat
Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat
Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat
Belanghebbende
Kritieke
Succesfactoren
Kritieke
prestatie-indicatoren
Vorig
jaar
Doel-
stelling Norm
De klanten
De aandeelhouders
De medewerkers
Sneller reageren
Minder
fouten
maken
Retourzendingen
Rendement op de
investeringen
Persoonlijk kunnen
ontwikkelen
Prettige
omgevin
g om in
te
werken
Levertijd (OTIF)
Foutpromillage bij
uitgangscontrole
% ROI
% realisatie van de
POP afspraken
MTO arbo cijfer
Gem. aantal
dagen zonder
ongevallen
Resul-
taat
C3
C2
C1 C4 C5
B
D3
D2
D1
E1 E2 E3
E4
E5
F2
A1
A2
F1
120. Wie bepaalt jouw doelstellingen?
• Doelstellingen krijg je ’van boven’
= WAT en het WAAROM en WAARTOE
• Jij bepaalt zelf wat er verbeterd moet worden om die
doelstellingen te halen
= HOE (gaan we die doelstelling realiseren?)
• Jij bepaalt de inspanningen die tot die verbeteringen
zullen leiden
= WAARMEE (gaan we die verbeteringen realiseren?
124. Een kort gesprek met het hele team
op een vast tijdstip over:
• de voortgang van het werk,
• de prestaties,
• de obstakels en
• verbeterideeën.
KENMERKEN
Even de koppen bij elkaar
125. WEEKSTART
DAG- OF WEEKSTART
OP MT OF DIRECTIENIVEAU
WEEKSTART
DAGSTART
DAGSTART
DAGSTART DAGSTART WEEKSTART DAGSTART DAGSTART DAGSTART DAGSTART
DAG- OF WEEKSTARTS
op AFDELINGSNIVEAU
DAG- OF WEEKSTARTS op TEAMNIVEAU
128. Boek:
Creëer Flow op Kantoor
Bert Teeuwen
Uitgeverij Yokoten
Elke (internet-)boekhandel
Yokoten
Hinweis der Redaktion
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Figuur 3
Figuur 3
Figuur 3
Figuur 3
Watervalconcept
1 PDCA cyclus
Elk niveau heeft haar eigen pi’s. Maar dan in hun eigen taal. Mdw op de werkvloer praten niet in procenten tijdigheid, maar in aantal dossiers te laat, aantallen bijna te laat en hoelang het duurt om een bepaalde handeling te doen.
In weekstarts alleen praten over pi’s waar de deelnemers invloed op hebben. PI’s waar ze geen directe invloed op hebben of die niet in hun taal zijn geformuleerd zijn slechts ter informatie.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Een norm of een Doelstelling?
Doelstelling: wereldkampioen 1.500 meter in 2022
Benodigde verbeteringen: sneller starten, bochtenwerk verbeteren en ik moet dieper zitten
Inspanningen: starthoudingen proberen en de best passende oefenen. buik- en rugspieroefeningen
Doelstelling: wereldkampioen 1.500 meter in 2022
Benodigde verbeteringen: sneller starten, bochtenwerk verbeteren en ik moet dieper zitten
Inspanningen: starthoudingen proberen en de best passende oefenen. buik- en rugspieroefeningen
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.