SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 47
CREËER
KANTOOR Yokoten
op
3
Boek:
Creëer Flow op Kantoor
Bert Teeuwen
Uitgeverij Yokoten
Elke (internet-)boekhandel
Yokoten
1 Het PERFECTE systeem en de Wet van Little
Yokoten
2 Kingmans vergelijking / wachtrij-theorie
3 Het STABIELE systeem met buffers
4 Een hoge bezettingsgraad met bundels
5 De Waardestroom-analyse
Alle 6 YouTube filmpjes over FLOW OP KANTOOR:
6 Werk verdelen en het Pull-principe
HET STABIELE
BUFFERS Yokoten
met
3
SYSTEEM
UITSTROOM
(OUTPUT)
INSPANNINGS-
INDICATOREN
INSTROOM
(INPUT)
CAPACITEIT
DOORSTROOM
(THROUGHPUT)
ONDERHANDEN WERK
(WORK-IN-PROGRESS)
INSTROOM:
100 UUR WERK PER DAG
NETTO BESCHIKBARE CAPACITEIT:
100 UUR PER DAG
UITSTROOM:
100 UUR WERK PER DAG
DE BEZETTINGSGRAAD
De bezettingsgraad bereken
je door de instroom per dag
(of uur) te delen door de
nettocapaciteit per dag (of
uur)
Bezettingsgraad = x 100% = 100%
100 uur instroom per dag
100 uur nettocapaciteit per dag
De perfecte
DE PERFECTE
BEZETTINGSGRAAD
De perfecte bezettingsgraad is 100%. Hoger dan 100% is onmogelijk,
tenzij de kengetallen niet kloppen of het team kan toveren.
Een systeem is perfect als:
- Het stabiel is: De instroom per uur gelijk is aan de uitstroom
per uur
en
- De bezettingsgraad 100% is
HET PERFECTE SYSTEEM
Systemen zijn nooit perfect
Systemen zijn op z’n best stabiel
Instroom
Uitstroom
Voorraad
STABIEL SYSTEEM
Het hoogst haalbare:
Een stabiel systeem
Instroom = Uitstroom
Als instroomtempo =
Uitstroomtempo,
Dan blijft de WIS gelijk en
Blijft de doorlooptijd stabiel en
voorspelbaar
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
DOEL 2.EEN ZO HOOG
MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD
CREËER FLOW OP KANTOOR
HOE?
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
HOE:
1. Minder variatie, variabiliteit en
verstoringen
2.Buffers
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
HOE:
1. Minder variatie, variabiliteit en
verstoringen
2.Buffers
Variabiliteit: het aantal mogelijke varianten
• Zoals bij soorten vissen (haai, goudvis, guppy)
• Zoals de soorten klantvragen
Variatie: verschillen in meetwaarden binnen een variant
• Zoals de lengte van vissen
• Zoals de spreiding in de afhandeltijden van één
bepaalde werksoort/klantvraag
VARIABILITEIT EN VARIATIE
INSPANNINGS-
INDICATOREN
INSTROOM
(INPUT)
MIDDELEN
DOORSTROOM
(THROUGHPUT)
WERK-IN-HET PROCES (WIP)
WERK-IN-DE
WACHTRIJ (WIR)
VARIATIE IN HET SYSTEEM
2. Variatie in de
beschikbare
Netto Capaciteit
1. Variatie in het
instroomvolume 3. Variatie in de
behandeltijden
Er zijn minimaal 3 soorten variatie
die op een systeem inwerken.
EXPONENTIELE STIJGING
Naast variatie is er variabiliteit. Dat is de diversiteit aan soorten
klantvragen die het systeem in stromen.
De exponentiele stijging zet
veel eerder in als er meer
variabiliteit door het
systeem gaat. De maximale
bezettingsgraad bij veel
variabiliteit is zeker geen
80%, maar minder.
VARIABILITEIT IN DE INSTROOM
Dit is de Volume-Variabiliteits-
matrix. Met 6 typen instroom.
Hardlopers zijn uniforme
klantvragen die in grote aantallen
het systeem in gaan.
Onbekenden zijn allemaal unieke klantvragen waarvan pas na gedegen
onderzoek duidelijk worden wat de klant precies wil.
Hoe groter de variatie en de variabiliteit,
hoe lager de maximale bezettingsgraad,
hoe eerder de doorlooptijd exponentieel
omhoog schiet
Variatie en variabiliteit vergroten de onzekerheid,
en verlagen de prestaties (output) van een systeem,
Met als gevolg:
Een NERVEUS SYSTEEM
Hoe kleiner de variatie en de variabiliteit,
hoe hoger de maximale bezettingsgraad
van het systeem
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
HOE:
1. Minder variatie, variabiliteit en
verstoringen in het systeem laten
2. Buffers in het systeem bouwen
Yokoten
BUFFERS
Variabiliteit en variatie vang je op met:
Doel: het systeem stabiel houden
(IN = UIT en gelijkmatige bezettingsgraad)
Je kan het systeem in evenwicht houden met 4 buffers:
1. De doorlooptijd of wachtrij (gemakzuchtige buffer)
2. Voorraad (schijnbuffer)
3. Capaciteit (tijdbuffer)
4. De ‘versnelling’ (de turbobuffer)
4 BUFFERS
• Permanente overcapaciteit
• Inhuur
• Overwerken (actiedagen / knaldagen)
• Verschil netto/bruto tijdelijk verkleinen (niet
primair werk naar achteren plannen, zoals
projecten en scholing)
• Wachtrij laten oplopen
• Voorraden laten oplopen
3. Capaciteit
2. Voorraad (W.I.P.)
• Wachtrij laten oplopen
1. Doorlooptijd of wachtrij (W.I.R.)
‘Gemakzuchtige buffer’
‘Schijnbuffer’
‘Capaciteitsbuffer’
• Tijdelijk de schouders eronder
4. De versnelling
‘Turbobuffer’
4 BUFFERS
Buffers kosten wat.
De vraag is wie de prijs betaald?
Doel: het systeem stabiel houden
(IN = UIT en gelijkmatige bezettingsgraad)
Je kan bufferen met:
1. De doorlooptijd of wachtrij (gemakzuchtige buffer)
2. Voorraad (schijnbuffer)
3. Capaciteit (tijdbuffer)
4. De ‘versnelling’ (de turbobuffer)
De klant betaalt de prijs
• Wachtrij laten oplopen
• Voorraden Onderhanden Werk
laten oplopen
3. Capaciteit
2. Voorraad (W.I.P.)
-
1. Doorlooptijd of wachtrij (W.I.R.)
‘Gemakzuchtige buffer’
‘Schijnbuffer’
‘Capaciteitsbuffer’
4. De versnelling
‘Turbobuffer’
4 BUFFERS
Stel: van een systeem stijgt het instroomvolume
of krijgt meer variatie
SYSTEEM
De WIR (de wachtrij) als buffer
‘de gemakzuchtige buffer’
SYSTEEM
Niets doen in het systeem is de gemakzuchtige buffer. De klantrij is de buffer. Als
het druk is, moeten de klanten gewoon maar wat langer wachten
= de klant-onvriendelijke buffer
De WIP (onderhanden werk) als buffer
‘de schijnbuffer’
SYSTEEM
Met meer klantvragen tegelijkertijd bezig zijn. De wachtrij blijft dan klein, maar
het onderhanden werk stijgt. En het overzicht wordt minder. Doorlooptijden
worden langer.
Doel: het systeem stabiel houden
(IN = UIT en gelijkmatige bezettingsgraad)
Je kan bufferen met:
1. De doorlooptijd of wachtrij (gemakzuchtige buffer)
2. Voorraad (schijnbuffer)
3. Capaciteit (tijdbuffer)
4. De ‘versnelling’ (de turbobuffer)
De organisatie betaalt de prijs
• Permanente overcapaciteit beschikbaar houden
• Inhuren van extra capaciteit
• Overwerken (zaterdagen / actiedagen)
• Verschil netto/bruto tijdelijk verkleinen
• Wachtrij laten oplopen
• Voorraden Onderhanden Werk
laten oplopen
3. Capaciteit
2. Voorraad (W.I.P.)
1. Doorlooptijd of wachtrij (W.I.R.)
‘Gemakzuchtige buffer’
‘Schijnbuffer’
‘Capaciteitsbuffer’
• Tijdelijk de schouders eronder
• Niet opeisbare buffer
• Tijdelijk, want vermoeidheid sluipt erin
4. De versnelling
‘Turbobuffer’
4 BUFFERS
Hoe groter de variabiliteit en variatie,
hoe groter de BUFFERS moeten zijn
om het op te vangen.
Hoe lager de maximale
bezettingsgraad van het systeem
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
DOEL 2.EEN ZO HOOG
MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD
CREËER FLOW OP KANTOOR
Stabiele systemen zijn gemakkelijk
instabiel te maken
CAPACITEIT of WIP
VERPLAATSEN?
Als er drie systemen zijn die
dezelfde soort klantvragen
verwerken.
Twee daarvan zijn stabiel
en hebben geen achterstanden.
Eén (oranje) is instabiel.
CAPACITEIT of WIP
VERPLAATSEN?
Het ligt voor de hand om dan werk (WIR of WIP) van het
instabiele systeem te schuiven naar de twee stabiele. Of
mensen van de stabiele systemen over te plaatsen naar het
instabiele systeem.
Toch beter maar niet doen.
CAPACITEIT of WIP
VERPLAATSEN?
Het resultaat kan zijn:
3 instabiele systemen.
• Toename van variatie
• Variabiliteit laten toenemen
• Verstoringen in het systeem toelaten (zoals
telefoontjes tussendoor en batches met werk)
• Mensen of werk verplaatsen van systeem naar systeem
CREËER INSTABILITEIT EN
EEN LAGE BEZETTINGSGRAAD
Yokoten
BURN-OUT
CURVE
Instabiele systemen kunnen en Burn-out krijgen:
Doorlooptijd
(in dagen)
Tijd (maanden)
BURN-OUT CURVE
Een exponentiele toename van de
doorlooptijd (en van de voorraden) kan
binnen enkele weken.
Als je geen buffers hebt.
Doorlooptijd
(in dagen)
Tijd (maanden)
BURN-OUT CURVE
De eenmaal exponentieel opgelopen doorlooptijd
en achterstanden nemen niet exponentieel af,
maar op z’n best lineair.
Het kan soms maanden of wel langer dan een
jaar duren voordat het systeem weer stabiel is
en de achterstanden weggewerkt zijn.
BURN-OUT CURVE
Zoals in dit praktijkvoorbeeld van tien teams/systemen die allemaal
dezelfde soorten klantvragen afhandelen. In mei 2018 is er een wijziging
van de gebruikte software.
En moeten alle medewerkers
naar een training van een
halve dag om ermee te
kunnen werken. De
softwarewijziging zorgt voor
langere afhandeltijden per
klantvraag. De trainingen
voor een flinke duikeling in de
beschikbare netto capaciteit.
Met als gevolg instabiliteit voor de meeste
systemen die soms wel langer dan een
jaar duurt.
De doorlooptijd zal door instabiliteit
van het systeem hard stijgen
En langzaam dalen
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
DOEL 2.EEN ZO HOOG
MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD
CREËER FLOW OP KANTOOR
HOE?
DOEL 2.EEN ZO HOOG
MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD
EEN HOGE
BUNDELS Yokoten
met
4
BEZETTINGSGRAAD

Weitere ähnliche Inhalte

Mehr von BertTeeuwen1

Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptxHoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptxBertTeeuwen1
 
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptxHoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptxBertTeeuwen1
 
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptxHoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptxBertTeeuwen1
 
Hoshin Kanri 1 wat is dat?
Hoshin Kanri 1 wat is dat?Hoshin Kanri 1 wat is dat?
Hoshin Kanri 1 wat is dat?BertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschapKaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschapBertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 5: de tools.pptx
Kaizen, deel 5: de tools.pptxKaizen, deel 5: de tools.pptx
Kaizen, deel 5: de tools.pptxBertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptxKaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptxBertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptxKaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptxBertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptxKaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptxBertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptxKaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptxBertTeeuwen1
 
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptxTPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptxBertTeeuwen1
 
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptxTPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptxBertTeeuwen1
 
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptxTPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptxBertTeeuwen1
 
About Creating Value EN.pptx
About Creating Value EN.pptxAbout Creating Value EN.pptx
About Creating Value EN.pptxBertTeeuwen1
 
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptxWachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptxBertTeeuwen1
 
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptxWachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptxBertTeeuwen1
 
SMED deel 2 De voorbereiding.pptx
SMED deel 2 De voorbereiding.pptxSMED deel 2 De voorbereiding.pptx
SMED deel 2 De voorbereiding.pptxBertTeeuwen1
 
Precies en Nauwkeurig NE.pptx
Precies en Nauwkeurig NE.pptxPrecies en Nauwkeurig NE.pptx
Precies en Nauwkeurig NE.pptxBertTeeuwen1
 
SMED deel 2 De voorbereiding
SMED deel 2 De voorbereidingSMED deel 2 De voorbereiding
SMED deel 2 De voorbereidingBertTeeuwen1
 
SMED deel 1 De theorie
SMED deel 1 De theorieSMED deel 1 De theorie
SMED deel 1 De theorieBertTeeuwen1
 

Mehr von BertTeeuwen1 (20)

Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptxHoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
 
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptxHoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
 
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptxHoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
 
Hoshin Kanri 1 wat is dat?
Hoshin Kanri 1 wat is dat?Hoshin Kanri 1 wat is dat?
Hoshin Kanri 1 wat is dat?
 
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschapKaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
 
Kaizen, deel 5: de tools.pptx
Kaizen, deel 5: de tools.pptxKaizen, deel 5: de tools.pptx
Kaizen, deel 5: de tools.pptx
 
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptxKaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
 
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptxKaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
 
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptxKaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
 
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptxKaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
 
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptxTPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
 
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptxTPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
 
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptxTPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
 
About Creating Value EN.pptx
About Creating Value EN.pptxAbout Creating Value EN.pptx
About Creating Value EN.pptx
 
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptxWachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
 
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptxWachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
 
SMED deel 2 De voorbereiding.pptx
SMED deel 2 De voorbereiding.pptxSMED deel 2 De voorbereiding.pptx
SMED deel 2 De voorbereiding.pptx
 
Precies en Nauwkeurig NE.pptx
Precies en Nauwkeurig NE.pptxPrecies en Nauwkeurig NE.pptx
Precies en Nauwkeurig NE.pptx
 
SMED deel 2 De voorbereiding
SMED deel 2 De voorbereidingSMED deel 2 De voorbereiding
SMED deel 2 De voorbereiding
 
SMED deel 1 De theorie
SMED deel 1 De theorieSMED deel 1 De theorie
SMED deel 1 De theorie
 

Creëer Flow op Kantoor Deel 3 Het Stabiele Systeem.pptx

  • 2. Boek: Creëer Flow op Kantoor Bert Teeuwen Uitgeverij Yokoten Elke (internet-)boekhandel Yokoten
  • 3. 1 Het PERFECTE systeem en de Wet van Little Yokoten 2 Kingmans vergelijking / wachtrij-theorie 3 Het STABIELE systeem met buffers 4 Een hoge bezettingsgraad met bundels 5 De Waardestroom-analyse Alle 6 YouTube filmpjes over FLOW OP KANTOOR: 6 Werk verdelen en het Pull-principe
  • 5. UITSTROOM (OUTPUT) INSPANNINGS- INDICATOREN INSTROOM (INPUT) CAPACITEIT DOORSTROOM (THROUGHPUT) ONDERHANDEN WERK (WORK-IN-PROGRESS) INSTROOM: 100 UUR WERK PER DAG NETTO BESCHIKBARE CAPACITEIT: 100 UUR PER DAG UITSTROOM: 100 UUR WERK PER DAG DE BEZETTINGSGRAAD De bezettingsgraad bereken je door de instroom per dag (of uur) te delen door de nettocapaciteit per dag (of uur)
  • 6. Bezettingsgraad = x 100% = 100% 100 uur instroom per dag 100 uur nettocapaciteit per dag De perfecte DE PERFECTE BEZETTINGSGRAAD De perfecte bezettingsgraad is 100%. Hoger dan 100% is onmogelijk, tenzij de kengetallen niet kloppen of het team kan toveren.
  • 7. Een systeem is perfect als: - Het stabiel is: De instroom per uur gelijk is aan de uitstroom per uur en - De bezettingsgraad 100% is HET PERFECTE SYSTEEM
  • 8. Systemen zijn nooit perfect Systemen zijn op z’n best stabiel
  • 9. Instroom Uitstroom Voorraad STABIEL SYSTEEM Het hoogst haalbare: Een stabiel systeem Instroom = Uitstroom Als instroomtempo = Uitstroomtempo, Dan blijft de WIS gelijk en Blijft de doorlooptijd stabiel en voorspelbaar
  • 10. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM DOEL 2.EEN ZO HOOG MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD CREËER FLOW OP KANTOOR
  • 11. HOE? DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
  • 12. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM HOE: 1. Minder variatie, variabiliteit en verstoringen 2.Buffers
  • 13. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM HOE: 1. Minder variatie, variabiliteit en verstoringen 2.Buffers
  • 14. Variabiliteit: het aantal mogelijke varianten • Zoals bij soorten vissen (haai, goudvis, guppy) • Zoals de soorten klantvragen Variatie: verschillen in meetwaarden binnen een variant • Zoals de lengte van vissen • Zoals de spreiding in de afhandeltijden van één bepaalde werksoort/klantvraag VARIABILITEIT EN VARIATIE
  • 15. INSPANNINGS- INDICATOREN INSTROOM (INPUT) MIDDELEN DOORSTROOM (THROUGHPUT) WERK-IN-HET PROCES (WIP) WERK-IN-DE WACHTRIJ (WIR) VARIATIE IN HET SYSTEEM 2. Variatie in de beschikbare Netto Capaciteit 1. Variatie in het instroomvolume 3. Variatie in de behandeltijden Er zijn minimaal 3 soorten variatie die op een systeem inwerken.
  • 16. EXPONENTIELE STIJGING Naast variatie is er variabiliteit. Dat is de diversiteit aan soorten klantvragen die het systeem in stromen. De exponentiele stijging zet veel eerder in als er meer variabiliteit door het systeem gaat. De maximale bezettingsgraad bij veel variabiliteit is zeker geen 80%, maar minder.
  • 17. VARIABILITEIT IN DE INSTROOM Dit is de Volume-Variabiliteits- matrix. Met 6 typen instroom. Hardlopers zijn uniforme klantvragen die in grote aantallen het systeem in gaan. Onbekenden zijn allemaal unieke klantvragen waarvan pas na gedegen onderzoek duidelijk worden wat de klant precies wil.
  • 18. Hoe groter de variatie en de variabiliteit, hoe lager de maximale bezettingsgraad, hoe eerder de doorlooptijd exponentieel omhoog schiet
  • 19. Variatie en variabiliteit vergroten de onzekerheid, en verlagen de prestaties (output) van een systeem, Met als gevolg: Een NERVEUS SYSTEEM
  • 20. Hoe kleiner de variatie en de variabiliteit, hoe hoger de maximale bezettingsgraad van het systeem
  • 21. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM HOE: 1. Minder variatie, variabiliteit en verstoringen in het systeem laten 2. Buffers in het systeem bouwen
  • 23. Doel: het systeem stabiel houden (IN = UIT en gelijkmatige bezettingsgraad) Je kan het systeem in evenwicht houden met 4 buffers: 1. De doorlooptijd of wachtrij (gemakzuchtige buffer) 2. Voorraad (schijnbuffer) 3. Capaciteit (tijdbuffer) 4. De ‘versnelling’ (de turbobuffer) 4 BUFFERS
  • 24. • Permanente overcapaciteit • Inhuur • Overwerken (actiedagen / knaldagen) • Verschil netto/bruto tijdelijk verkleinen (niet primair werk naar achteren plannen, zoals projecten en scholing) • Wachtrij laten oplopen • Voorraden laten oplopen 3. Capaciteit 2. Voorraad (W.I.P.) • Wachtrij laten oplopen 1. Doorlooptijd of wachtrij (W.I.R.) ‘Gemakzuchtige buffer’ ‘Schijnbuffer’ ‘Capaciteitsbuffer’ • Tijdelijk de schouders eronder 4. De versnelling ‘Turbobuffer’ 4 BUFFERS
  • 25. Buffers kosten wat. De vraag is wie de prijs betaald?
  • 26. Doel: het systeem stabiel houden (IN = UIT en gelijkmatige bezettingsgraad) Je kan bufferen met: 1. De doorlooptijd of wachtrij (gemakzuchtige buffer) 2. Voorraad (schijnbuffer) 3. Capaciteit (tijdbuffer) 4. De ‘versnelling’ (de turbobuffer) De klant betaalt de prijs
  • 27. • Wachtrij laten oplopen • Voorraden Onderhanden Werk laten oplopen 3. Capaciteit 2. Voorraad (W.I.P.) - 1. Doorlooptijd of wachtrij (W.I.R.) ‘Gemakzuchtige buffer’ ‘Schijnbuffer’ ‘Capaciteitsbuffer’ 4. De versnelling ‘Turbobuffer’ 4 BUFFERS
  • 28. Stel: van een systeem stijgt het instroomvolume of krijgt meer variatie SYSTEEM
  • 29. De WIR (de wachtrij) als buffer ‘de gemakzuchtige buffer’ SYSTEEM Niets doen in het systeem is de gemakzuchtige buffer. De klantrij is de buffer. Als het druk is, moeten de klanten gewoon maar wat langer wachten = de klant-onvriendelijke buffer
  • 30. De WIP (onderhanden werk) als buffer ‘de schijnbuffer’ SYSTEEM Met meer klantvragen tegelijkertijd bezig zijn. De wachtrij blijft dan klein, maar het onderhanden werk stijgt. En het overzicht wordt minder. Doorlooptijden worden langer.
  • 31. Doel: het systeem stabiel houden (IN = UIT en gelijkmatige bezettingsgraad) Je kan bufferen met: 1. De doorlooptijd of wachtrij (gemakzuchtige buffer) 2. Voorraad (schijnbuffer) 3. Capaciteit (tijdbuffer) 4. De ‘versnelling’ (de turbobuffer) De organisatie betaalt de prijs
  • 32. • Permanente overcapaciteit beschikbaar houden • Inhuren van extra capaciteit • Overwerken (zaterdagen / actiedagen) • Verschil netto/bruto tijdelijk verkleinen • Wachtrij laten oplopen • Voorraden Onderhanden Werk laten oplopen 3. Capaciteit 2. Voorraad (W.I.P.) 1. Doorlooptijd of wachtrij (W.I.R.) ‘Gemakzuchtige buffer’ ‘Schijnbuffer’ ‘Capaciteitsbuffer’ • Tijdelijk de schouders eronder • Niet opeisbare buffer • Tijdelijk, want vermoeidheid sluipt erin 4. De versnelling ‘Turbobuffer’ 4 BUFFERS
  • 33. Hoe groter de variabiliteit en variatie, hoe groter de BUFFERS moeten zijn om het op te vangen. Hoe lager de maximale bezettingsgraad van het systeem
  • 34. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM DOEL 2.EEN ZO HOOG MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD CREËER FLOW OP KANTOOR
  • 35. Stabiele systemen zijn gemakkelijk instabiel te maken
  • 36. CAPACITEIT of WIP VERPLAATSEN? Als er drie systemen zijn die dezelfde soort klantvragen verwerken. Twee daarvan zijn stabiel en hebben geen achterstanden. Eén (oranje) is instabiel.
  • 37. CAPACITEIT of WIP VERPLAATSEN? Het ligt voor de hand om dan werk (WIR of WIP) van het instabiele systeem te schuiven naar de twee stabiele. Of mensen van de stabiele systemen over te plaatsen naar het instabiele systeem. Toch beter maar niet doen.
  • 38. CAPACITEIT of WIP VERPLAATSEN? Het resultaat kan zijn: 3 instabiele systemen.
  • 39. • Toename van variatie • Variabiliteit laten toenemen • Verstoringen in het systeem toelaten (zoals telefoontjes tussendoor en batches met werk) • Mensen of werk verplaatsen van systeem naar systeem CREËER INSTABILITEIT EN EEN LAGE BEZETTINGSGRAAD
  • 41. Doorlooptijd (in dagen) Tijd (maanden) BURN-OUT CURVE Een exponentiele toename van de doorlooptijd (en van de voorraden) kan binnen enkele weken. Als je geen buffers hebt.
  • 42. Doorlooptijd (in dagen) Tijd (maanden) BURN-OUT CURVE De eenmaal exponentieel opgelopen doorlooptijd en achterstanden nemen niet exponentieel af, maar op z’n best lineair. Het kan soms maanden of wel langer dan een jaar duren voordat het systeem weer stabiel is en de achterstanden weggewerkt zijn.
  • 43. BURN-OUT CURVE Zoals in dit praktijkvoorbeeld van tien teams/systemen die allemaal dezelfde soorten klantvragen afhandelen. In mei 2018 is er een wijziging van de gebruikte software. En moeten alle medewerkers naar een training van een halve dag om ermee te kunnen werken. De softwarewijziging zorgt voor langere afhandeltijden per klantvraag. De trainingen voor een flinke duikeling in de beschikbare netto capaciteit. Met als gevolg instabiliteit voor de meeste systemen die soms wel langer dan een jaar duurt.
  • 44. De doorlooptijd zal door instabiliteit van het systeem hard stijgen En langzaam dalen
  • 45. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM DOEL 2.EEN ZO HOOG MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD CREËER FLOW OP KANTOOR
  • 46. HOE? DOEL 2.EEN ZO HOOG MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD

Hinweis der Redaktion

  1. Vooral het opvangen van variatie. Systemen zonder variatie bestaan niet. Wat de werkelijke bezettingsgraad van de systemen van de SVB is, is lastig te bepalen omdat de spreiding tussen de individuele afhandeltijden te groot is en niet goed verdeeld.
  2. Hoe meer variatie en variabiliteit, hoe onzekerder (nerveuzer) het systeem wordt en hoe lager de prestatie (het doorstroomtempo) van het systeem. Grote onzekerheid betekent minder goed te plannen.
  3. De wachtrij is een resultaat-buffer. Als je niets doet in je systeem vangt de wachtrij de klappen op. De doorlooptijd varieert mee. Is wel een linke, omdat de doorlooptijd exponentieel stijgt als de max. bezettingsgraad is bereikt. Hij galoppeert van je weg. En weer krimpen zal eerder lineair gaan.
  4. De wachtrij is een resultaat-buffer. Als je niets doet in je systeem vangt de wachtrij de klappen op. De doorlooptijd varieert mee. Is wel een linke, omdat de doorlooptijd exponentieel stijgt als de max. bezettingsgraad is bereikt. Hij galoppeert van je weg. En weer krimpen zal eerder lineair gaan.
  5. De wachtrij is een resultaat-buffer. Als je niets doet in je systeem vangt de wachtrij de klappen op. De doorlooptijd varieert mee. Is wel een linke, omdat de doorlooptijd exponentieel stijgt als de max. bezettingsgraad is bereikt. Hij galoppeert van je weg. En weer krimpen zal eerder lineair gaan.
  6. Als je twee stabiele systemen hebt en een instabiele. En je verplaatst werk van de instabiele naar de stabiele (batches), dan kunnen die systemen ook instabiel worden. Hetzelfde geldt voor het verplaatsen van capaciteit over de teams. Nerveuze systemen. Stel dat je die superwoman in RD van het ene team verplaatst naar het andere?
  7. Als je twee stabiele systemen hebt en een instabiele. En je verplaatst werk van de instabiele naar de stabiele (batches), dan kunnen die systemen ook instabiel worden. Hetzelfde geldt voor het verplaatsen van capaciteit over de teams. Nerveuze systemen. Stel dat je die superwoman in RD van het ene team verplaatst naar het andere?
  8. Als je twee stabiele systemen hebt en een instabiele. En je verplaatst werk van de instabiele naar de stabiele (batches), dan kunnen die systemen ook instabiel worden. Hetzelfde geldt voor het verplaatsen van capaciteit over de teams. Nerveuze systemen. Stel dat je die superwoman in RD van het ene team verplaatst naar het andere?
  9. Komt te paard en gaat te voet
  10. Komt te paard en gaat te voet