5S gaat niet over opruimen, maar over het creeren van een visuele en krachtige werkplek.
Waar afwijkingen meteen opvallen.
En geen verliezen zijn. Maximale flow.
9. o Hoe materiaal door een proces heen stroomt,
namelijk
o Zonder onderbrekingen
(stilstanden, wachten, opstoppingen, haperingen)
o Een proces zonder verliezen
WAT IS FLOW
10. Het doel van 5S is het creeren
van maximale flow
27. Schaduwborden, het is niet ideaal.
Centraal opslaan zorgt voor veel heen-en-weer
gewandel.
En als er iets ontbreekt, waar is het dan?
Liever geen gereedschap en
schoonmaakmateriaal. Dan hoef je het ook niet
op te slaan
31. Te veel spullen, op de verkeerde plekken leiden
tot verliezen, tot Flow verstoorders.
TRANSPORT BEWEGEN
FLOW VERSTOORDERS
32. Dagelijks: heel dichtbij, grijpafstand
Wekelijks: centraal in de hal in een kast
of aan een bord
Maandelijks of onregelmatig:
in een magazijn
WAAR?
Denk goed na op welke plek je iets wilt bewaren
33. Hoe vaker je iets nodig hebt,
hoe dichter bij de werkplek
opslaan
34. 2E S: SCHIKKEN
•Voor alles een vaste plek
•Alles op zijn vaste plek
•Alles een minimum en maximum hoeveelheid
35. Met een kanbansysteem beperk je de hoogte van
de voorraden, en zorg je dat altijd zichtbaar is als
er iets ontbreekt en aangevuld moet worden
Kanban =
uithangbord of
signaal
KANBAN-
SYSTEEM
36. Op de volgende sheet een kanbansysteem bij een
machine met twee palletplaatsen met
verpakkingsmaterialen.
Een lege palletplaats is het signaal (de kanban)
voor de interne transporteur om weer een volle
pallet bij de machine neer te zetten.
KANBANSYSTEEM
41. Veel meer over Kanban
in ons YouTube filmpje.
Op het Yokoten-kanaal.
YOUTUBE
42. Op de visuele werkplek kan je
Op elk willekeurig moment, in
één oogopslag zien hoe het is
en hoe het gaat
43. Ga op een plek op de werkvloer staan, als je dan in
één oogopslag kan zien:
- Dat al het nodige er is (gereedschappen,
materialen, enz)
- Dat er niet te veel ligt; en niet te weinig
- Hoe het staat met de voortgang van het werk
- Dat de veiligheid is gewaarborgd
Dan heb je een krachtige, visuele werkplek
gecreëerd.
44. 1e S - SCHEIDEN
DE
5 S’en 2e S - SCHIKKEN
3e S - SCHOONMAKEN
4e S - STANDAARDISEREN
5e S – STAND HOUDEN
46. Schoonmaken en opruimen
zijn een vorm van inspectie
Schoonmaken brengt afwijkingen aan het licht
Vuil veroorzaakt versnelde slijtage van machines
En is ongezond
3E S: SCHOONMAKEN
47. Als je schoonmaakt of aan het opruimen bent,
Doe je dat met je ogen open.
Ondertussen loop je de kans om allerlei
afwijkingen te zien.
Dingen die ontbreken of kapot zijn.
En waarop je meteen actie op kan ondernemen.
Dat is precies de bedoeling: schoonmaken =
inspectie
49. Tijdens het
schoonmaken
schrijven de
operators,
monteurs en
leidinggevenden
drie soorten labels.
Vervuilingslabel Volgnr.:
Omschrijving:
002
002
Omschrijving:
Maatregel:
Datum maatregel:
Omschrijving:
Naam:
Afdeling:
Datum:
Machine:
CLEAN OUT LABELS
50. De Clean Out is de start van 5S: met het hele
team een kleine oppervlakte volgens de 5S-
principes inrichten.
Andere basiscondities, zoals achterstallig
onderhoud, kunnen ook aan de orde komen. Dan
komen de labels. Die maken onderdeel uit van de
7 stappen van Autonoom Onderhoud. AO begint
ook met een Clean-Out.
CLEAN OUT LABELS
51. Veel meer over de zeven
stappen van Autonoom
Onderhoud in ons
YouTube filmpje.
Op het Yokoten-kanaal.
YOUTUBE
53. Schoonmaken en opruimen zijn verliezen. Omdat
de productie (de machines) stilstaan.
Schoonmaken en opruimen is
symptoombestrijding: de gevolgen van morsen en
lekkages verwijderen. Verwijder liever de bronnen
van vervuiling. Hoe minder schoonmaak- en
opruimtijd, hoe beter.
NOOIT MEER SCHOONMAKEN
60. Doelstelling:
Proces onder controle krijgen door alles
volgens vaste afspraak uit te voeren
Standaardiseren en borgen van de eerste 3
S’en
4E S: STANDAARDISEREN
61. “Het komen tot een afgesproken werkwijze”
Doel: Borging zo gemakkelijk mogelijk maken.
“Ervoor zorgen dat iedereen volgens die
afgesproken werkwijze werkt en blijft werken”
STANDAARDISEREN
BORGEN
63. 1. Zijn gemakkelijk in het gebruik
2. Werken intuïtief
3. Geven een beloning (zoals tijdwinst of minder
moeite)
4. Zijn gemaakt door de gebruikers
5. Maken het borgen eenvoudiger
(de 5e S: Stand houden)
STERKE STANDAARDEN
65. Hoe zwakker de standaard,
hoe meer controle nodig is
En het elkaar aanspreken op
de borging
66. FLOW VERSTOORDERS
FOUTEN REWORK INSPECTIE
Niet of niet goed gestandaardiseerd maakt de kans
op fouten en herstellen (rework) groter.
Kwaliteit borg je niet door meer te controleren,
maar door beter te standaardiseren.
67. FLOW VERSTOORDERS
Kies voor failsafes als je gaat standaardiseren: dan
kan het niet meer fout gaan. Onmogelijk.
Een instructie is de zwakste vorm van
standaardiseren. Want wie gaat dat allemaal lezen
en onthouden?
Kies liever een standaard zo hoog mogelijk in de
borgingspiramide.