Er komt een nieuwe samenwerkingsvorm aan in de Wet gemeenschappelijke regelingen: de bedrijfsvoeringsorganisatie. Deze samenwerkingsvorm is lichter dan een openbaar lichaam maar zwaarder dan een gemeenschappelijk orgaan.
Nieuwe samenwerkingsvorm in de Wgr: de bedrijfsvoeringsorganisatie
1. Vijverberg update bestuursrecht
Nieuwe samenwerkingsvorm in de Wet
gemeenschappelijke regelingen: de
bedrijfsvoeringsorganisatie
Op 3 april 2013 is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel
(kamerstuk 33 597) ingediend tot Wijziging van de Wet
gemeenschappelijke regelingen. Het belangrijkste doel
van de voorgestelde wijzigingen is de publiekrechtelijke
samenwerking tussen decentrale overheden te
verbeteren. In deze update een voorbeschouwing over
één van de voorgestelde wijzigingen: de introductie van
een nieuwe (lichte) samenwerkingsvorm voor
bedrijfsvoering en uitvoerende taken. Een nieuwe
samenwerkingsvorm die lichter is dan een zogenaamd
openbaar lichaam, maar zwaarder dan een
gemeenschappelijk orgaan.
Huidige samenwerkingsvormen in de Wgr
De Wgr kent thans drie mogelijkheden voor publiekrechtelijke
samenwerking: de centrumgemeente, het gemeenschappelijk
orgaan en het openbaar lichaam. Voor de twee laatstgenoemde
samenwerkingsvormen, het gemeenschappelijk orgaan en het
openbaar lichaam, is het mogelijk een bestuursorgaan in te
stellen ter behartiging van bepaalde belangen of taken. In de
praktijk blijkt dat deze samenwerkingsvormen beide voor- en
nadelen hebben die te maken hebben met het bezitten van wel
of geen rechtspersoonlijkheid en het hebben van wel of geen
geleed bestuur.
Wel of geen rechtspersoonlijkheid
Het gemeenschappelijk orgaan bezit geen
rechtspersoonlijkheid; het openbaar lichaam wél. Om die reden
wordt vaak gekozen voor het openbaar lichaam als
samenwerkingsvorm. Het bezit van rechtspersoonlijkheid
betekent dat het openbaar lichaam bevoegd is zelfstandig aan
het maatschappelijk verkeer deel te nemen en
privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Te denken
valt aan het sluiten van overeenkomsten, het doen van
aanbestedingen (vallend onder de Aanbestedingsrichtlijn en/of
Dienstenrichtlijn) en het in dienst nemen van personeel. Het
gemeenschappelijk orgaan kan dit niet. Personeel dat werkt
voor een gemeenschappelijk orgaan moet bijvoorbeeld altijd in
dienst zijn van één of meer van de deelnemende partijen.
Wel of geen geleed bestuur
Een ander verschil is dat het openbaar lichaam een zwaardere
bestuursstructuur heeft dan een gemeenschappelijk orgaan.
Het gemeenschappelijk orgaan heeft een ongeleed bestuur;
het openbaar lichaam heeft een geleed bestuur, bestaande uit
een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
2013/2
website ›
Heeft u vragen of wilt u
meer info?
Neem gerust contact op
per e-mail of telefoon.
Vijverberg Juristen
Röntgenlaan 23
2719 DX Zoetermeer
Tel. (079) 363 19 19
Fax (079) 363 19 39
info@vijverbergjuristen.nl
www.vijverbergjuristen.nl
Update | Vijverberg Juristen http://www.vijverbergjuristen.nl/nl/Publications/bestuursrecht_2013-0...
1 van 2 28-8-2013 18:00
2. Daarom kunnen aan organen van een openbaar lichaam in
beginsel álle bevoegdheden worden overdragen, ook de
bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende
voorschriften en het heffen van bepaalde belastingen. Door het
gelede bestuur is immers sprake van voldoende “checks en
balances” tussen het algemeen bestuur en het dagelijks
bestuur.
Bedrijfsvoeringsorganisatie: met rechtspersoonlijkheid
en enkelvoudig bestuur
Voor gemeenschappelijke regelingen op het gebied van
bedrijfsvoering en uitvoeringstaken is in de praktijk behoefte
ontstaan aan een nieuwe samenwerkingsvorm die net als een
openbaar lichaam wel rechtspersoonlijkheid heeft maar niet
belast is met de “zware” bestuursstructuur (met een algemeen
bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter). De
toelichting op het wetsvoorstel noemt als voorbeelden van
bedrijfsvoeringsterreinen waarop kan worden samengewerkt:
personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën,
administratie, communicatie en huisvesting (zogenaamde
PIOFACH-taken). En als voorbeelden van uitvoeringstaken: het
opleggen van belastingaanslagen en het invorderen van
belastingen, groenvoorziening, afvalinzameling,
gemeentereiniging, leerlingenvervoer en het uitvoeren van de
Leerplichtwet.
De gedachte is dat taken op het gebied van bedrijfsvoering
naar hun aard, “vanwege hun beleidsneutrale karakter” niet
vragen om een dergelijke zware bestuurlijke aansturing. Dat
geldt ook voor uitvoeringstaken die geen of een geringe
beleidsmatige component hebben. Voor een slagvaardige
aansturing van de organisatie is tegelijkertijd wel
rechtspersoonlijkheid vereist. Om die reden wordt thans
voorgesteld om in de Wgr een nieuwe samenwerkingsvorm met
rechtspersoonlijkheid en een enkelvoudig bestuur te
introduceren onder de naam “bedrijfsvoeringsorganisatie”.
Wat is een bedrijfsvoeringsorganisatie?
Op grond van het wetsvoorstel wordt een
bedrijfsvoeringsorganisatie ingesteld bij een zogenaamde
collegeregeling waaraan uitsluitend colleges van B&W
deelnemen. De regeling mag alleen worden getroffen “ter
behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende
processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers.”
Dit is een belangrijke omschrijving waarmee beoogd wordt aan
te geven dat het niet de bedoeling is dat in de
bedrijfsorganisatie beleidsmatige keuzes worden gemaakt. Het
wetsvoorstel zegt terecht: beleidsmatige keuzes horen thuis bij
een gemeente of een openbaar lichaam. Over dit punt is het
laatste woord echter nog niet gezegd. Want wat wordt precies
verstaan onder ondersteuning en uitvoering? En kan beleid en
uitvoering wel zo strikt gescheiden worden? De eerste
Kamervragen zijn inmiddels gesteld.
Wordt vervolgd!
Update | Vijverberg Juristen http://www.vijverbergjuristen.nl/nl/Publications/bestuursrecht_2013-0...
2 van 2 28-8-2013 18:00