1. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule?
2. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
3. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
2,3 =50
G
4. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
2,3 =50
G
G = 2,3 50 » 5,5kg
5. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
2,3 =50
G
G = 2,3 50 » 5,5kg
Dus gewicht havik is 5,5 kg
6. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
2,3 =50
G
stel Roofvolel A = 1 kg
G = 2,3 50 » 5,5kg
Dus gewicht havik is 5,5 kg
Dan is Roofvolel B =…kg
7. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
2,3 =50
G
stel Roofvolel A = 1 kg
G = 2,3 50 » 5,5kg
Dus gewicht havik is 5,5 kg
Dan is Roofvolel B =3 kg
8. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,2G2,3 .
b) Wat kun je van het leefgebied van twee
a) Een havik heeft leefgebied van 60 km2 .
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 3
Welk gewicht volgt hieruit volgens de
keer zwaarder is dan de andere?
formule? 1,2G2,3 =60
2,3 =50
G
stel Roofvolel A = 1 kg L = 1,212,3 .
G=
2,3
50 » 5,5kg
Dus gewicht havik is 5,5 kg
R
2,3
Dan is Roofvolel B =3 kg LR = 1,23 .
9. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule?
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
10. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule? 5200 hm2=52 km2
1,3G2,1 =52
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
11. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule? 5200 hm2=52 km2
1,3G2,1 =52
G2,1 =40
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
12. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule? 5200 hm2=52 km2
1,3G2,1 =52
G2,1 =40
G = 2,1 40 » 5,8
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
13. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule? 5200 hm2=52 km2
Stel leefgebied
dan leefgebied
1,3G2,1 =52
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = ….
G2,1 =40
G = 2,1 40 » 5,8
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
14. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule? 5200 hm2=52 km2
Stel leefgebied
dan leefgebied
1,3G2,1 =52
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
G2,1 =40
G = 2,1 40 » 5,8
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
15. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van b) Wat kun je van het gewicht van twee
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
volgens de formule? 5200 hm2=52 km2
Stel leefgebied
dan leefgebied
1,3G2,1 =52
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
G2,1 =40
1,3G2,1 =1
1,3G2,1 =5
2,1
G=
40 » 5,8
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
16. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied van roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
5200 hm2 . Welk gewicht volgt hieruit
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
2=52 km2
volgens de formule? 5200 hm
Stel leefgebied
dan leefgebied
2,1 =52
2
1,3G
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
G2,1 =40
1,3G2,1 =1
1,3G2,1 =5
G2,1 =1:1,3
2,1
G2,1 =5:1,3
G=
40 » 5,8
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
17. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2
2
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52 5200 hm =52 km
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
g
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
18. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2
2
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52 5200 hm =52 km
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
op 2. De formule van y = an4,5
gaat door het punt K(3,10).
Bereken a
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
door het punt M(5,11) en (2,p)
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
19. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
op 2. De formule van y = an4,5
door het punt M(5,11) en (2,p)
gaat door het punt K(3,10).
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
Bereken a
20. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
op 2. De formule van y = an4,5
door het punt M(5,11) en (2,p)
gaat door het punt K(3,10).
n y
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
Bereken a
a34,5 =10
21. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 3. De formule van y = ax3,2 gaat
op 2. De formule van y = an4,5
door het punt M(5,11) en (2,p)
gaat door het punt K(3,10).
n y
Bereken p. Rond af op 1 decimaal.
Bereken a
a34,5 =10
a=10: 34,5 =0,07
22. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 2. De formule van y = an4,5 op 3. De formule van y = ax3,2 gaat door het punt M(5,11)
en (2,p). Bereken p, rond af op 1 decimaal.
gaat door het punt K(3,10).
n y
Bereken a
a53,2 =11
a34,5 =10
a=10: 34,5 =0,07
23. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 2. De formule van y = an4,5 op 3. De formule van y = ax3,2 gaat door het punt M(5,11)
en (2,p). Bereken p, rond af op 1 decimaal.
gaat door het punt K(3,10).
n y
Bereken a
a53,2 =11
a=11: 53,2≈0,06
a34,5 =10
a=10: 34,5 ≈0,07
24. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 2. De formule van y = an4,5 op 3. De formule van y = ax3,2 gaat door het punt M(5,11)
en (2,p). Bereken p, rond af op 1 decimaal.
gaat door het punt K(3,10).
n y
Bereken a
a53,2 =11
y = 0,06x3,2
a=11: 53,2≈0,06
a34,5 =10
a=10: 34,5 ≈0,07
25. Klas 4 vwo a h5: toepassingen machten en wortels www.al-awwadi.nl
op 1. Er bestaat een verband tussen het gewicht G van dieren en het leefgebied L in km2 .
Voor Roofvogels geld LR = 1,3G2,1 .
b) Wat kun je van het gewicht van twee
a) Een een slechtvalk heeft leefgebied
roofdieren zeggen, als je weet dat de ene 5
2 . Welk gewicht volgt
van 5200 hm
keer grotere leefgebied heeft dan de andere?
hieruit volgens de formule?
Stel leefgebied
dan leefgebied
2=52 km2
5200 hm
2
roofvogel A = 1 km
roofvogel B = 5 km2
2,1 =52
1,3G
1,3G2,1 =1
2,1 =40
1,3G2,1 =5
G
G2,1 =1:1,3
G2,1 =5:1,3
G = 2,1 (1:1, 3) » 0,88k
G = 2,1 (5 :1,3) » 1,90 k
G = 2,1 40 » 5,8
Roofvogel B 2,1√(1:1,3):g2,1√(5:1,3)=2,16 keer zwaarder
g
Dus gewicht slechtvalk = 5,8 kg
Roofvogel B is 2,1√5=2,16 keer zwaarder
op 2. De formule van y = an4,5 op 3. De formule van y = ax3,2 gaat door het punt M(5,11)
en (2,p). Bereken p, rond af op 1 decimaal.
gaat door het punt K(3,10).
n y
Bereken a
a53,2 =11
y = 0,06x3,2
a=11: 53,2≈0,06
a34,5 =10
y = 0,0633,2 =0,6
a=10: 34,5 ≈0,07
Dus p =0,6