1. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
2. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Wat ga je leren:
Toepassen van combinatie (nCr) bij opdelen van groepen
Toepassen van combinatie (nCr) en herhaalde berekeningen bij opdelen van
groepen
3. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
derde klus 3 mensen nodig heeft.
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
4. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
derde klus 3 mensen nodig heeft.
Eerste klus tweede klus derde klus
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
5. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
derde klus 3 mensen nodig heeft.
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
6. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
derde klus 3 mensen nodig heeft.
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
7. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
8. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
(3)
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
9. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
10. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
( )
( ) ( )=
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
11. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( ) ( )=
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
12. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
(7 ) ( ) =
4
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
13. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
(7 ) ( ) =
4
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
14. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( 7 ) (3 ) =
4
3
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
15. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( 7 ) ( 3 ) = 108108
4
3
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
16. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( 7 ) ( 3 ) = 108108
4
3
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
Eerste prijs tweede prijs derde prijs
( )
( )
( )=
17. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( 7 ) ( 3 ) = 108108
4
3
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
Eerste prijs tweede prijs derde prijs
(8 )
1
( )
( )=
18. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( 7 ) ( 3 ) = 108108
4
3
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
Eerste prijs tweede prijs derde prijs
(8 )
1
(7 )
3
( )=
19. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 33 en maak de volgende opdrachten
Op 1.
Een aannemer beschikt over 15 timmermannen. Hoeveel mogelijkheden zijn er
om de klussen te verdelen als:
a. Voor 1 klus 7 mensen nodig zijn, voor een andere klus 5 mensen en voor de
15-7 =8
derde klus 3 mensen nodig heeft.
8-5 =3
Eerste klus tweede klus derde klus
( 15)
7
(8 )
5
( 3 ) = 360360
3
b. Voor eerste klus 5 mensen nodig zijn, voor tweede klus 3 mensen, voor de
derde klus 4 mensen en voor de vierde klus 3 mensen
Eerste klus tweede klus derde klus vierde klus
( 15)
5
10
(3 )
( 7 ) ( 3 ) = 108108
4
3
Op 2. acht mensen kunnen een ieder een prijs winnen. Er is een eerste prijs
van €100.000, er zijn drie prijzen van €5.000 en 4 prijzen van €100
Eerste prijs tweede prijs derde prijs
(8 )
1
(7 )
3
( 4 ) = 280
4
20. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
21. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( )
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
22. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) =
3
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
23. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
24. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
25. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
( )+
( ) + ( )
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
26. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
( ) + ( )
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
27. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( )
14
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
28. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
29. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
218 =262144
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
30. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
218 =262144
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
Eerste laatste rest
31. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
218 =262144
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
Eerste laatste rest
1
32. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
218 =262144
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
Eerste laatste rest
1
1
33. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kerstverlichting bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er in totaal?
218 =262144
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
Eerste laatste rest
1
1
(16 ) =
10
34. Klas 4 vwo wiskunde A h1: groepen opdelen deel 1.1
Lees de theorie op blz. 35 en 36 en maak de volgende opdrachten
Op 3. Een toelatingsexamen bestaat 15 vragen tweekeuze vragen.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er met 12 juiste antwoorden
15
(12 ) ( 3 ) = 445
3
445 1 = 445
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er met minstens 13 juiste antwoorden.
13 juiste of 14 juiste of 15 juiste
(15 ) +
13
(15 ) + ( 15 ) = 121
14
15
Op2. Meneer Prins heeft zijn huis versierd met kersverlichting, bestaand uit 18
lampjes die onafhankelijk van elkaar voortdurend aan en uit staan.
a) Hoeveel mogelijkheden er in totaal?
218 =262144
b) In hoeveel situaties branden in elk geval de eerste en de laatste en er in
totaal 12 lampjes branden.
Eerste laatste rest
1
1
(16 ) =8008
10