This PDf is a description and reflection regarding my public art project 07:05:1945: that ran between May 7 and June 9, 2013 on the Dam Square in Amsterdam.
2. 07:05:1945:inleiding
Op 17 mei verscheen een door Sjoerd Bakker ingezonden brief in het Parool. De tekst bestond uit slechts 87 woorden en was een toonbeeld van
helderheid en compactheid.
Bakker’s vader Popke was een van de slachtoffers van de schietpartij
op 7 mei 1945. De brief raakte mij, want hij beschreef 07:05:1945: als
de aanleiding om, 68 jaar na dato, eindelijk te praten over een van de
aangrijpendste gebeurtenissen in zijn leven: het verlies van zijn vader.
Vito Acconci beschrijft het effect van kunst in de publieke ruimte als een
moment waarin in het voorbijgaan iets zichtbaar is vanuit de ooghoeken, een subtiele aanwezigheid die niet direct valt te duiden, maar nochtans een weerslag heeft op de status quo van de plek. Los van wat dit
betekent voor de latere projecten van Acconci heeft zijn uitspraak mij altijd beziggehouden. Ik interpreteer zijn uitspraak als een poging om de
gradaties van aanwezigheid te duiden: welk verhaal wordt opgeroepen,
en met welke middelen kan dit verhaal worden verbonden met de plek?
Het verhaal dat ik met 07:05:1945: heb willen vertellen is verbonden
met het laatste grote bloedbad op Nederlandse bodem. Wat toen plaatsvond is monumentaal, ingrijpend en uiterst beladen. Velen kennen de
gebeurtenis, maar velen ook niet. ‘7 mei 1945’ bevindt zich nog steeds
in het schemerduister van wat in de nadagen van de bezetting heeft
plaatsgevonden.
Met 07:05:1945: werd óók de geschiedenis vanuit de ooghoeken opgevangen, als iets dat wordt geregistreerd ‘in het voorbijgaan’. Maar voor
Sjoerd Bakker was het kunstproject een directe confrontatie.
links: http://de-dam-zevenmei1945.nl/popke-bakker/ | rechts: ingezonden brief Het Parool
Het doel van 07:05:1945: was om de hoofdingrediënten van een historische gebeurtenis als extra laag toe te voegen aan de huidige context.
Iedere plek wordt gekenmerkt door een vorm van historische geologie:
wat heeft plaatsgevonden laat sporen na, hoe subtiel dan ook. Sommige
sporen zijn echter zo onzichtbaar geworden door de dynamiek van de
plek, dat ze nauwelijks nog traceerbaar zijn.
Bij het bekijken van de vele foto’s die zijn gemaakt tijdens de schietpartij
op de Dam vielen mij de objecten op die als rekwisieten een sleutelrol
vervullen. Op de foto’s lijken de mensen zich om de rekwisieten heen te
bewegen, of zich zelfs aan hen vast te klampen. De objecten vervullen
een rol als ankers temidden van een drama -een Kammerspiel- met de
gebouwen als begrenzing. Destijds vormden die objecten ijkpunten van
de publieke ruimte: het draaiorgel als ambulante verschijning, de twee
kiosken aan de rand van het toenmalige Damplantsoen als permanente
verschijningen.
‘Rekwisiet’ is een aan het Frans ontleend woord dat ‘het vereiste’ betekent. Wat vereist is bepaalt de wijze waarop met slechts een beperkt
aantal rekwisieten een gebeurtenis tot leven kan worden gewekt.
Een toneelstuk van Bertold Brecht, bijvoorbeeld, wordt gekenmerkt
door een uiterst spaarzaam gebruik van rekwisieten. Ook 07:05:1945:
diende te bestaan uit een spaarzaam gebruik van rekwisieten, ondanks
de weelde aan visuele ankers op de foto’s: het draaiorgel, de lantaarnpalen, de ijscokar, de kiosken, de vrachtauto met verweesde filmcamera,
een bakfiets met daarop een geïmproviseerde poppenkast, karren met
snijbloemen, ontheemde kinderwagens, schoenen, tassen...kortom alles
wat is achtergelaten in het heetst van de strijd tot overleven.
De meest aangrijpende foto’s zijn niet die tijdens of net na de schietpartij zijn gemaakt. Wiel van der Randen fotografeerde de Dam nadat het
plein vrijwel geheel was verlaten en alleen nog een klein aantal mensen
bezig was om de laatste slachtoffers in veiligheid te brengen. Op deze
foto’s treden de hoofdrekwisieten op de voorgrond: de twee kiosken aan
de rand van het Damplantsoen, draaiorgel het Snotneusje als ambulant
schild, de vrachtauto, en, als de lijnen die de structuur van een bordspel
bepalen, de bovenleidingen van de tram.
Sinds 7 mei 1945 zijn alleen de bovenleidingen van de tram overgebleven. De kiosken zijn na de oorlog afgebroken, draaiorgel Het Snotneusje
bevindt zich als object van historische waarde in de verzameling van het
Amsterdam Museum, maar is in de jaren na de tweede wereldoorlog
ingrijpend verbouwd. De vrachtauto met filmcamera is alleen op de historische foto’s en als gespreksonderwerp van enkele getuigen -zoals Bert
Haanstra- in herinnering gebleven.
De research die vooraf ging aan de realisatie van het project is in dat
opzicht een vorm van cultureel forensisch onderzoek: wát openbaart
zich in het beeldmateriaal, wát zijn de residuen van de gebeurtenis die,
zoals het verstrooide kruit van een pistoolschot, opduiken in de verhalen van overlevenden, nabestaanden en onderzoekers?
In dit licht vormt 07:05:1945: het hoogtepunt van een aantal projecten
die ik de afgelopen jaren ondernam en waarin deze vorm van culturele
Spurensicherung zowel uitgangspunt, gereedschap, als kwintessens
vormt van het visuele resultaat.
Wat ik mij realiseerde bij het ontwikkelen van 07:05:1945: was dat er
een verschuiving plaatsvindt in wat tijdelijk (efemeer) is, en wat permanent (bestendig).
Het betekenis van Nationaal Monument op de Dam, een gedenkteken
dat wordt geacht een zekere tijdloosheid en historische robuustheid te
hebben, wordt feitelijk bepaald door de veranderende tijdsgeest.
Evenals de taal zijn alle objecten in de stedelijke ruimte onderhevig aan
veranderingen in de connotatie: het Nationaal Monument van de 50-er
jaren is een ander monument dan dat van de 60-er en 70-er jaren, toen
het een verzamelpunt werd van een alternatieve jongerencultuur. Het
Nationaal Monument wordt gebruikt voor een veelheid aan projecties,
en altijd is het potentieel het lijdend voorwerp van eenieder die er zijn
blik op laat vallen.
Anderzijds wordt de foto, zodra het een beeldicoon is geworden, een
constante in de collectieve herinnering. De foto’s van Willem Leijns, Wiel
van der Randen, of Cas Oorthuys zijn als gedenktekens bestendiger dan
het Nationaal Monument op de Dam, met uitzondering van dat ene moment op 4 mei om 8 uur ‘s avonds, als de stilte neerdaalt.
Een project als 07:05:1945: kon alleen worden ontwikkeld door het
opbouwen van een netwerk waarin alle relevante personen en groepen
die met deze gebeurtenis en lokatie verbonden zijn, een rol spelen. Mijn
rol was derhalve niet die van kunstenaar alleen: ik bouwde een netwerk
op waarin ik zowel uitvoerend kunstenaar, mediator als opdrachtgever
was. Waar de kunstenaar in meer conventionele opdrachtsituaties wordt
benaderd door een opdrachtgever die de randvoorwaarden reeds heeft
voorontwikkeld, creëerde ik met mijn meervoudige rol een context waarin het project zowel door mij als door alle stakeholders kon worden
gerealiseerd.
Dit samenwerkingsverband weerspiegelt zich ten eerste in wie financieel
bijdroeg aan het project. Het Mondriaan Fonds ondersteunde het project als een pilot voor het ontwikkelen van relevant opdrachtgeverschap,
het Amsterdams Fonds voor de Kunst beschouwde 07:05:1945: als een
voorbeeldproject voor de verdieping van het collectieve bewustzijn over
de geschiedenis van de stad en haar sociale en culturele knooppunten.
Het V-Fonds droeg bij omdat het project een dimensie toevoegt aan de
wijze waarop zulke ingrijpende historische gebeurtenissen als de schietpartij op 7 mei 1945 herdacht worden. Stichting Stokroos nam deel
aan het project omdat haar bestuur 07:05:1945: zag als een relevante
stap vooruit ten opzichte van eerder gehonoreerd werk, zoals Tristes Tropiques: Illustrations hors texte.
Partizan Publik, dagblad het Parool, NRC Handelsblad, de Groote Industrieele Club, het Amsterdam Museum, en Amsterdam stadsdeel Centrum
hebben alle bijgedragen aan de ontwikkeling, ondersteuning, en pubieke
inbedding van het project.
Een zeer bijzondere rol echter speelt het bestuur van Stichting Memorial
2015 voor Damslachtoffers, dat met raad en daad heeft deelgenomen
aan de ontwikkeling en realisatie van het project. Met de stichting hoop
ik volgend jaar een publicatie het licht te doen zien waarin 07:05:1945:
met actuele informatie en nieuwe inzichten zal worden belicht.
De stichting werkt nu aan het samenstellen van de definitieve lijst van
slachtoffers en hoopt met uitgebreid onderzoek de ware toedracht rond
de schietpartij te ontsluiten. Bovendien is sinds de publicatie van Flip
Bool en Veronica Hekking uit 1991 veel nieuw historisch beeldmateriaal
opgedoken, waardoor de reconstructie van wat zich op die dag afspeelde in een nieuw perspectief kan worden geplaatst.
Wiel van der Randen, 7 mei 1945 - bron: Spaarnestad Foto & Nationaal Archief
3. Willem Leijns, 7 mei 1945 - foto genomen vanf de derde verdieping van gebouw Industria
4. 07:05:1945:realisatie (1)
De twee kiosken werden gebouwd door Kloosterboer Decor in Purmerend, een bedrijf dat vanouds theatersets produceert voor de grote Nederlandse theatergezelschappen en inrichtingen ontwerpt en realiseert
voor diverse musea, waaronder het Stedelijk Museum.
De gemeente Amsterdam beschikt nog over de originele blauwdrukken
van de kiosken, waarvan zich tussen 1919 en het eind van de 40er jaren
enkele tientallen exemplaren in de Amsterdamse binnenstad bevonden.
Stylistisch bevinden deze door J.B.A. de Meyer in 1918 ontworpen kiosken zich tussen de Amsterdamse School en de Nieuwe Zakelijkheid in.
De grootste uitdaging vormde het transponeren van historische objecten
en fotomateriaal in het jaar 2013. Ik wilde hun intrinsieke kwaliteit niet
exploiteren ten behoeve van het project, maar hen veredelen.
De kiosken werden minutieus nagebouwd, aan de hand van de originele
blauwdrukken. Zij dienden vóór alles iconische objecten te zijn, en als
gedenktekens en ‘geesten van 7 mei 1945’ toegevoegd te worden aan
het Nationaal Monument. Ik creëerde een ensemble dat bestond uit het
Nationaal Monument met aan weerszijden de twee leeuwen op ronde
sokkels, en de twee kiosken die binnen de bestaande symmetrie naadloos werden opgenomen. Hierdoor ontstond een effectieve relatie tussen
de permanente en tijdelijke objecten die zich gedurende vijf weken als
eenheid manifesteerden.
Tegenover het gestyleerde travertijnen zwaard van het Nationaal monument plaatste ik het ultieme icoon van de Amsterdamse straatcultuur:
draaiorgel het Snotneusje, dat welhaast vermenselijkt wordt in de verhalen die circuleren over 7 mei 1945, omdat het als schild tientallen levens
redde, werd door mij gereconstrueerd.
Het originele draaiorgel werd in 1992 aangekocht door het Amsterdam
Museum van de fa. Perlee, die het in de 30-er jaren had laten bouwen.
In de 70-er jaren werd het instrument ingrijpend omgebouwd, waardoor
de huidige versie sterk afwijkt van het draaiorgel dat op 7 mei 1945
de kogels opving. De oorspronkelijke uitvoering liet ik op basis van 3D
scanwerk en foto’s van het orginele draaiorgel met 3D software reconstrueren door industrieel ontwerper en 3D-expert Bastiaan Ekeler.
Het Nederlands Forensisch Instituut stelde ballistische data beschikbaar,
waardoor ik het originele klankgat van het draaiorgel kon transformeren
tot een 3D-gescande uitvergroting van een kogelgat. Deze twee bestanden liet ik door Bastiaan Ekeler vermengen.
De La Roy Isolatie en Design, een gespecialiseerd bedrijf in Gemert dat
beschikt over de grootste CNC-portaalfrees in Europa, was in staat om
het object uit één massief stuk hardschuim computergestuurd te frezen.
Vervolgens werd het voorzien van een harde, weer- en molestbestendige
coating. Voor De La Roy was het de eerste keer dat zij met hun apparatuur een dergelijk gedetailleerd object produceerden.
Tijdens de productie van het Ballistisch Draaiorgel nam ik het definitieve
besluit om geen geluid toe te voegen aan het object. Het bleek bij nader
inzien volstrekt overbodig te zijn.
Het bijzondere is dat zij als een soort Agitprop-objecten aan iedere
zijde voorzien waren van advertentiepanelen. Deze panelen heb ik bij
de witte kiosk vervangen door lichtkasten met Led-verlichting, waarin
gefotografeerde reconstructies van een aantal historische foto’s werden
geinstalleerd.
De zwarte kiosk had twee lichtkasten voor en achter waarin 3D-renderings van de twee wapens werden geinstalleerd die tijdens de schietpartij op 7 mei 1945 een centrale rol speelden: het Duitse MG42-machinegeweer, waarmee Duitse soldaten van de Kriegsmarine tientallen
slachtoffers maakten, en een Stengun waarmee door een lid van de Binnenlandse Strijdkrachten naar alle waarchijnlijkheid de eerste schoten in
de richting van de Groote Club werden gelost.
Door het draaiorgel aan de overzijde op het plein vóór het Koninklijk Paleis te plaatsen, precies op de zichtas die vanaf het Nationaal Monument
tussen de leeuwen doorloopt, creëerde ik een afgewogen ensemble gevormd door een symmetrische ruitvorm.
Zoals ik eerder beschreef was het mijn intentie om een 07:05:1945:-laag
toe te voegen aan de huidige situatie op de Dam: Een verdwenen situatie (de kiosken, het draaiorgel) als echo van een gebeurtenis. Opvallend
waren de reacties van Amsterdammers die de oude situatie nog hadden
meegemaakt: de verdubbeling gaf hun herinneringen aan de Dam van
de 40-er jaren een concrete plek. Velen beschouwden de combinatie van
gereconstrueerde en permanente objecten als een ‘stereobeeld van twee
tijdperken’.
Hoewel er een redelijke grote afstand lag tussen draaiorgel en kiosken
met het Nationaal Monument op de achtergrond, bleek er visueel toch
een sterke verbinding te zijn gelegd. Dit hing wel af van de drukte op de
Dam. Op zeer drukke dagen gebeurde er zo veel tegelijkertijd dat er als
het ware sprake was van een confettie van objecten en activiteiten, een
situatie die inherent is aan deze centrale publieke ruimte in Amsterdam.
Uitsnede plattegrond van de Dam, met opstelling van de drie objecten t.o.v. het Nationaal Monument
Ik beschreef eerder mijn wens om de objecten meer iconisch dan functioneel te laten zijn. Ik besloot echter een gradatie toe te passen: terwijl
de zwarte kiosk zich manifesteerde als een gesloten monoliet en als
zodanig de kenmerken had van het Nationaal Monument, had de witte
kiosk een meer open uitstraling, en diende het gebouwtje als ontmoetings- en informatiepunt.
Door een uitgebreid tweetalig colofon op de achterzijde van de witte
kiosk waren bezoekers en passanten in staat om kennis te nemen van
07:05:1945:. De krantenartikelen waren hier verkrijgbaar en te lezen
op de ramen van de kiosk. Met behulp van een QR code die op de kiosk
was aangebracht kon met smartphones worden genavigeerd naar de
Wordpress- en Facebook-pagina’s die met het project zijn verbonden.
Romy Overdorp:
“Dit bericht is zowel een geschiedenisles als een persoonlijk verhaal van mijn
familie. Hier het verhaal van mijn oma, zij was die dag op de Dam.
Mijn oma werkte bij een tandarts als schoonmaakster, zij besloot die dag vrij
te nemen om de vrijheid te vieren op de Dam samen met haar vriendin Elsie.
Ze vertelde mij dat iedereen aan het lachen en aan het feesten was. Plotseling
omstreeks drie uur veranderde alles in één keer. Een lawine van kogels vloog
over de Dam, het doodde en verwondde mensen. Het schieten kwam van ‘De
Groote Club’ vandaan. Een aantal Duitsers van de Kriegsmarine had besloten
om zoveel mogelijk mensen te doden.
Niemand, tot op de dag van vandaag, weet waarom. Mijn oma en haar vriendin
lieten zich op de grond vallen en probeerden een schuilplaats te zoeken.
Meneer Perlee, van draaiorgel het Snotneusje, pakte hen beiden en plaatste
hen veilig achter het draaiorgel. Mijn oma zag mensen vallen en schreeuwen
om hulp.
Nadat de rust was weergekeerd zijn mijn oma en Elsie zo snel en zo ver mogelijk van de Dam weggegaan. Mijn oma is behoorlijk getraumatiseerd door
deze ervaring.”
Bezoekersaantallen zijn weliswaar een graadmeter voor het succes van
een culturele onderneming, maar evenzogoed is dit succes óók afmeetbaar aan wíe kennis neemt van een project.
De kunstwereld (voor zover het zeer wijde spectrum van wat ‘de kunstwereld’ wordt genoemd zich in één verzamelbegrip laat samenvatten)
was overwegend enthousiast. Het spreekt voor zich dat met name personen en instellingen die zich actief verhouden tot kunst in de publieke
ruimte hun stem hebben laten horen.
Maar de meest onvergetelijke ontmoetingen op de Dam waren toch die
met mensen die de schietpartij in levende lijve hebben meegemaakt.
Vaak waren dit mensen, zoals Sjoerd Bakker, die er soms jarenlang met
niemand over spraken, ook niet met hun naasten. 07:05:1945: was voor
hen als een angel in de huid, maar in sommige gevallen óók een catharsis, en voor allen een herinneringsmachine voor de duur van vijf weken.
Gezien de aard van de Dam als centraal Amsterdams plein is het moeilijk
in te schatten hoeveel bezoekers 07:05:1945: heeft getrokken.
In zijn algemeenheid zijn dit er meer dan 100.000, gebaseerd op regelmatige dagelijkse observaties, maar de gerichte bezoekersaantallen
(mensen die speciaal voor het project naar de Dam kwamen) heeft
steekproefsgewijs geleid tot een definitief aantal van 17.500 bezoekers.
http://de-dam-zevenmei1945.nl/romy-overdorp/
5.
6. Maanden voordat kon worden aangevangen met de realisatie van het
project had ik 07:05:1945: reeds geïntroduceerd bij dagblad het Parool.
Om werkelijk effectief te zijn en zoveel mogelijk mensen te bereiken, besloot ik om beperkt gebruik te maken van conventionele publicatiemiddelen: er wordt een uitnodiging gedrukt, een catalogus samengesteld
en vervolgens duikt de onzekerheid op of de media al of niet aandacht
besteden aan het project. Ik verstuurde alleen digitale uitnodigingen.
Zodra de financiering van het project rond was begon ik via de sociale
media aandacht voor 07:05:1945: te genereren. Ik bouwde via mijn
persoonlijke Facebook-pagina een Facebook-community-pagina die uit
een gemeenschap van relaties die in meerdere of mindere mate aan het
project waren gelieerd of meer dan normale belangstelling hadden.
Bovendien lanceerde ik een Wordpress Website ten behoeve van het
project, omdat lang niet iedereen verbonden is met Facebook of er gebruik van maakt.
Aankondigingen en posts van het project vonden zowel plaats op mijn
persoonlijke Facebook-pagina als via 07-05-1945-ronald-van-tienhoven
en http://07051945damproject.wordpress.com.
De aandacht gegeneerd via Facebook was veel groter dan via Wordpress, waar de sociale vervlechting zoals valt te verwachten minder is.
Ik presenteerde 07:05:1945: reeds in het begin van 2012 aan adjuncthoofdredacteur en Chef Kunst Ronald Ockhuysen van het Parool, en
stelde voor om een speciale editie van de PS (Parool-bijlage) aan het
project te wijden. Ockhuysen was enthousiast en zegde toe om zowel
de redactie als de afdeling Marketing te informeren over het project en
zodoende een speciale editie van de PS mogelijk te maken.
In principe zou de PS-bijlage van 07:05:1945: geheel worden gewijd
aan het project, maar ingrijpende bezuinigingen bij het Parool in de loop
van 2012 en begin 2013 noopten Ockuysen en zijn staf ertoe het project
aan te passen. Er verscheen weliswaar een speciale PS, maar deze zou
niet exclusief aan het project gewijd zijn. Als compensatie verscheen
op maandag 6 mei, een dag vóór de opening, een uitgebreid interview
over het project met Parool-redacteur Daniël Bertina. Bij nader inzien
was deze redactionele splitsing effectiever: met het interview werd
het project aangekondigd, en met de PS-editie op dinsdag 7 mei werd
07:05:1945: officieel gelanceerd.
Algemeen Handelsblad (1828) en Nieuwe Rotterdamsche Courant (1844)
The Grandmaster,
een epos over
kungfu
Film
Advertenties
LLJA L SO UA RPD EFRIJBF AR
I A E N
P E F E
L
a
S
Roman
U
P
e
R
Ilja
Leonard
Pfeijffer
B
a
Bravissimo.
– vrij
nederland
Ode aan de
verbeelding.
– nrc
handelsblad
w w w. a r b e i d e r s p e r s . n l
Oek de JOnG
Pier en
Oceaan
boven: Wordpress-statistiek voor de periode april-september 2013 - totaal 1065 bezoekers/views
onder: Facebook-07-05-1945-pagina (selectie) voor de periode april-juni 2013 - totaal 16.340 bezoekers/views
Woensdag 8 mei & Donderdag 9 mei 2013
Prijs € 2,–
Jonge Afghanen
leven zich uit bij
rockconcert
Buitenland 12-13
Transportmieren
op jacht naar
melkpoeder
Economie 25
Iconische foto van 7 mei 1945 nagespeeld op de Dam, meer doden dan gedacht
Amsterdam. Precies zo, maar dan 68 jaar geleden, verscholen zich Nederlanders op de Dam in Amsterdam achter draaiorgel Het Snotneusje. Uit angst voor kogels die
Duitse soldaten vanuit de Groote Club afvuurden op een
feestvierende menigte. Dat was op 7 mei 1945, twee dagen
na de Bevrijding. Gistermiddag herschiep kunstenaar
Ronald van Tienhoven die situatie, als begin van een opstelling die op de Dam is te zien. Deze foto is een re-enactment van een van de vele foto’s die destijds gemaakt zijn.
Na de dodenherdenking op 4 mei gaf ik een lezing over 07:05:1945: in
het NRC-café aan het Rokin. Ik was hiervoor benaderd door kunstredacteur Bianca Stigter, die eveneens een lezing gaf in samenhang met haar
publicatie De Bezette Stad. Naar aanleiding van mijn presentatie die
avond besloot de redactie van NRC Handelsblad speciale aandacht te
geven aan 07:05:1945: in haar editie van 8 mei.
Tijdens het re-enactment op 7 mei waren de redacteurs Gijsbert van Es
en Bas Blokker en fotografen van NRC Handelsblad aanwezig. NRC-freelance-redacteur Ine Poppe nam deel aan het re-enactment en schreef
daarover in de editie van 8 mei. Bas Blokker schreef het voorpagina-artikel en een hoofdartikel in een dubbele spread op pagina’s 16-17. Met
deze aandacht in drie fasen in twee landelijke kranten op 6, 7, en 8 mei
genereerde het project zeer veel publieke belangstelling, die tot laat in
Jaargang 43 no.185
Winnaar
Gouden
Boekenuil
2013
oekdejong.nl
Bij de schietpartij blijken meer mensen te zijn omgekomen dan de 22 die tot nog toe altijd werden genoemd.
Van zeker 33 mensen staat vast dat zij door het Duitse salvo zijn omgekomen, zegt Arthur Rebattu (op de foto
links naast het draaiorgel). Hij begon de schietpartij op
de Dam te onderzoeken, nadat een achterneef van hem
had verteld dat diens moeder op de Dam was overleden.
Rebattu is met een groep vrijwilligers aan de slag gegaan
om alle namen te achterhalen. De belangrijkste bron
voor hen is een doos uit het Stadsarchief, waarin de artsenverklaringen bij alle sterfgevallen in de stad zaten. Aan de
hand daarvan zijn veertig namen overgehouden van mensen die door kogelwonden zijn omgekomen. Van 33 hebben Rebattu en zijn medeonderzoekers door getuigenverklaringen kunnen vaststellen dat die op de Dam zijn omgekomen. Ze hopen op 7 mei 2015 een plaquette met namen van alle slachtoffers op de Dam te kunnen plaatsen.
Foto Jeroen Dietz Het Grote Verhaal: pagina 16-17
Gemeenten geven meer uit aan hulp
dan ze vergoed krijgen van het Rijk
Door onze redacteur
Ingmar Vriesema
Amsterdam. De meeste gemeenten
geven meer geld uit aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
dan ze van het Rijk binnenkrijgen. In
2010 gold dit voor bijna 70 procent
van de gemeenten, zo blijkt uit een
vandaag verschenen rapport van het
Sociaal en Cultureel Planbureau.
En dat percentage neemt sindsdien toe, zegt senior beleidsmedewerker Linda Hazenkamp van de
Vereniging Nederlandse Gemeenten. „Bijna alle gemeenten vragen
sinds een jaar of twee een eigen bijdrage aan burgers die een beroep
doen op de Wmo. Daaruit blijkt dat
gemeenten manieren zoeken om de
oplopende zorgkosten in te dammen.” De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en bedraagt minimaal 20 euro per maand.
Gehandicapten, ouderen en andere hulpbehoevende mensen kunnen
sinds 2007 bij de gemeente een beroep doen op de Wmo. De wet verplicht gemeenten hen te helpen zich
binnen- en buitenshuis te redden,
bijvoorbeeld met een traplift, een
scootmobiel of huishoudelijke hulp.
„De plicht burgers te helpen staat
centraal in de Wmo”, zegt Hazenkamp. Die plicht leidt ertoe dat overschrijdingen van het budget zo veel
voorkomen: gemeenten moeten
hulpbehoevenden
nu
eenmaal
‘maatschappelijk ondersteunen’.
De kosten zullen hoogstwaarschijnlijk niet afnemen, want de
Wmo dijt uit. Taken uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten verkassen de komende jaren naar de
Wmo. Dat gaat dan bijvoorbeeld om
hulp bij het aan- en uitkleden. Gemeenten moeten die zorgtaken voor
minder geld uitvoeren. Zo sneuvelt
voor huishoudelijke hulp vanaf
2015 40 procent van het budget: een
bezuiniging van ongeveer 600 miljoen euro.
De vraag is wat dit betekent voor
burgers. Een versobering van de
Wmo ligt voor de hand: gemeenten
hebben weliswaar niet de vrijheid
een hulpvraag te negeren, maar ze
mogen wel bepalen hoe ze de hulp leveren, zegt Hazenkamp. Uit het vandaag gepubliceerde SCP-onderzoek
blijkt dat die versobering al in 2010
gaande was. Vier op de tien gemeenten werden toen al strenger bij het
toekennen van hulp. Het is een voorbode voor wat kwetsbare burgers de
komende jaren kunnen verwachten:
niet langer een eigen scootmobiel,
maar een ‘scootmobielpool’ – een uitleendepot in het verzorgingstehuis.
Niet langer een eigen huishoudelijke
hulp, maar een tegenvraag van de
Wmo-ambtenaar: kunt u echt niet terecht bij een mantelzorger?
18°C Geregeld zon
Bezorginformatie: www.nrc.nl/service of
088 5720 555 ma t/m vr 08.00-19.45 uur,
zat 11.00-16.45 uur Prijs € 2,00 www.nrc.nl
Morgen in het oosten nog een bui,
verder droog en geregeld zon, 13 tot
18 graden. Vrijdag tot en met maandag: lagere temperaturen, veel bewolking en geregeld regen.
Weeroverzicht: pagina 35
x(7B0BB4*KKLKKT( +@!=!:!#!%
48 PAGINA’S: Binnenland 6-9 Buitenland 11-13 Familieberichten 14-15, 38 Het Grote Verhaal 16-17 Opinie 18-19 Wetenschap 21 Cultuur 22-23 Economie 25-31 Sport 32-33 Media 34-39 Film 1-8
BELGIË & LUXEMBURG € 2,50
07:05:1945:realisatie (2)
de projectperiode merkbaar was. Op de Dam konden zowel de bijlage
PS van het Parool als de andere Parool- en NRC-artikelen als ‘catalogi’
worden ingezet.
7.
8. PS4
DINSDAG 7 MEI 2013
Fietsen en karren vlogen in het rond, mensen vielen neer op de Dam, 7 mei 1945.
FOTO KRYN TACONIS
KOGELREGEN
OP DE DAM
Met kunstproject 07:05:1945 reconstrueert Ronald
van Tienhoven vanaf vandaag de schietpartij op de
Dam, twee dagen na de bevrijding, waarbij tientallen
mensen om het leven kwamen. Atte Jongstra kijkt
terug op die rampzalige dag. Wat ging er mis?
PS5
DINSDAG 7 MEI 2013
Ronald van Tienhoven toont in zijn kunstproject een reconstructie van de historische schietpartij.
O
p 7 mei 1945 gebeurt op de Dam een
ramp. De slachtoffers worden op
karren en wagens afgevoerd naar
het Binnengasthuis. De cijfers:
twintig doden, vijftig zwaar- en
honderd lichtgewonden. En dat terwijl iedereen dacht feest te kunnen
vieren: de capitulatie was twee dagen jong. De net niet meer illegale
De Waarheid schrijft de volgende
dag: ‘Nazi-desperado’s vuren op
feestvierende menigte. Een uur
lang hevige strijd rondom de Groote Club. Omstreeks drie
uur werden in de Paleisstraat een tweetal SS-officieren
door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) ontwapend en gearresteerd. Drie soldaten die uit de richting
Rozengracht kwamen, werden eveneens gesommeerd hun
wapens af te geven. In plaats daarvan deden zij een poging
beide SS-officieren te ontzetten. Eén van hen schoot op een
BS-lid, maar werd buiten gevecht gesteld.’
De krant vervolgt: ‘Onmiddellijk daarop werd vanuit
de Groote Club, waar de staf van de Kriegsmarine is gevestigd, het vuur geopend. Op dat ogenblik immers was
de gehele omgeving een deinende mensenmassa. Het
schieten kon niet anders dan een wilde paniek ten gevolge hebben. Fietsen werden weggesmeten, kinderwagens
kantelden, Mensen vielen, door het moordend lood van
de Nazi-desperado’s getroffen. Bezaaid lag de Dam met
dode en gewonde, kreunende mensen. Feestgangers, die
de bevrijding vierden. Onder het geratel der machinepistolen wordt het tweede bevrijdingsnummer van De Waarheid gereed gemaakt. Wel zelden zal ergens ter wereld
een krant onder zulke omstandigheden zijn gedrukt ... Te
midden van alle vreugde neigt Amsterdam de vlag voor
deze ongelukkige slachtoffers en voor de gevallen dapperen der Binnenlandse Strijdkrachten.’
Tot zo ver De Waarheid. We nemen de redacteuren
hun eigen lof niet kwalijk – ‘wel zelden zal ergens ter wereld een krant…’ Ze hadden moed getoond. We kunnen
hun woordkeus ‘nazi-desperado’s’ begrijpen; de stem
des tijds. Maar spreekt De Waarheid de waarheid?
Nederland als natie is de laatste twee eeuwen tweemaal bezet gebied geweest. De eerste keer was in 1810,
toen Nederland werd ingelijfd bij het Frankrijk onder Napoleon. Nieuw bestuursstelsel, nieuwe wetten, onderdrukking. Belangrijk doel was de handel met Napoleons
vijand Engeland onmogelijk te maken. De controle van de
Franse douaniers was moordend. Handel gaat van twee
kanten. Ook de Nederlanders konden niks meer verdienen. Armoede volgde, honger. Men haatte de Fransen, die
almaar riepen Allez travailler! In Friesland werd dat halje
trawalje. Groot was de vreugde toen Napoleon in 1813 bij
Leipzig de Volkerenslag verloor. Nederland was vrij.
Intussen zaten tot in Denemarken Franse douaniers.
Er kwam een klein leger van terugtrekkers in beweging.
Wegwezen voor je opgesloten raakt. Men vluchtte via
Friesland. Harlingen en Staveren zagen ze komen, de
nu door doodsangst voortgejaagde onderdrukkers met
hun eeuwige Allez travailler. In het beste geval zou het
bij schelden blijven. ‘Een hele kerel nou? Met je halje
trawalje!’
Sindsdien staat halje trawalje in Friesland voor
‘haast’.
Met de in 1813 terugtrekkende troepen van Napoleon
is het redelijk afgelopen. Verstandige Nederlanders hielpen de vijand op weg naar huis.
Bij het einde van de tweede bezetting van Nederland
was alles uiteraard erger. Om te beginnen de bezetting
zelf. Meer systeem, Hongerwinter, alle afgevoerde Joden
– de gruwelen van de moderne tijd. De haat tegen de
Duitsers was te snijden.
Maar de situatie op 7 mei 1945 is vergelijkbaar. De
Duitsers hebben verloren, maar zijn nog niet naar huis.
De Canadezen zijn nog niet in de stad. Een machtsvacuüm. Wie heeft de wapens? In die volstrekte chaos na de
Duitse bezetting zijn daar de Binnenlandse Strijdkrachten: gehelmde amateurs in een blauwe overall met een
stengun. Ongeleide projectielen, sommigen sjouwen met
FOTO GERT JAN VAN ROOIJ
bazooka’s. Aan de andere kant de Duitsers, bang als de
Franse douaniers in 1813: hoe komen ze heelhuids weg
uit dit haatgebied? Een explosieve cocktail.
Precies die cocktail ontploft in Amsterdam, op 7 mei
1945. De Duitse Kriegsmarine-soldaten zien de Dam met
feestvierders. In de gebouwen achter de Groote Club zagen ze mannen met geweren voor het raam. Wegwezen
voor je opgesloten raakt? Er is geen weg. Dan horen ze
schieten op de Nieuwezijds Voorburgwal, achter het Paleis. Ze pakken hun geweren. Er knalt iets in de gevel van
de Groote Club. Granaatinslag? Paniek. Ze schieten.
Halje mitralje.
Velen in Amsterdam kennen mensen, die mensen
kennen, die ‘one handshake away’ zijn van het 7 mei
1945-drama. Zelfs een Fries als ik hoorde van een voormalig schoonvader hoe hij de lijkenkarren voorbij zag rollen, tijdens een uitgelaten bevrijdingsborrel nabij het
Binnengasthuis.
Jaren later is het kunstenaar Ronald van Tienhoven
die de hele zaak… Ja wat? Op een rijtje zet? Reconstrueert? Ook ja. Minutieus maar met nuances.. Wie had
schuld? De nazi-desperado’s? De BS? Ga naar de Dam en
denk zelf na. Zou het niet eerder chaos zijn, die rampen
als dit ene halje mitralje doet ontstaan?
Lees verder op pagina 6
9. Lijken op de Dam
Op 7 mei 1945, twee dagen na de capitulatie, schoten
Duitse soldaten op de Dam in Amsterdam op feestende
burgers. Er vielen enkele tientallen doden. Van die
moordpartij bestaat een iconische foto, die gisteren
opnieuw werd vastgelegd.
Door onze redacteur
Bas Blokker
E
en van de iconische foto’s van de
Tweede Wereldoorlog is niet uit
de oorlog maar van daarna. Van
net daarna. Het is een foto die
Willem Leijns maakte op 7 mei 1945 op de
Dam in Amsterdam. Twee dagen nadat in
Hotel De Wereld in Wageningen de onderhandelingen over de overgave van de
Duitse troepen waren begonnen. Een dag
na de ondertekening van de capitulatie.
Op maandag 7 mei was Nederland dus
echt bevrijd en duizenden mensen trokken naar de Dam om dat te vieren. Het was
zonnig, 21 graden – op een van de foto’s
van Leijns zie je tientallen mensen zitten
of liggen in het plantsoen, waar nu het Nationaal Monument staat.
Enkele uren, misschien maar enkele
minuten later, ziet de Dam er uit als oorlogsgebied. Her en der liggen doden en
gewonden, achter elk denkbaar obstakel,
een lantaarnpaal, een vrachtwagentje of
zelfs achter de stoeprand, zie je mensen
bukken om maar niet geraakt te worden
door rondvliegende kogels. Op de iconische foto van Leijns zien we een groep
mensen schuilen achter een draaiorgel –
‘Het Snotneusje’ heette het, en het heeft
drie kogels opgevangen die Duitse soldaten hadden afgevuurd vanuit de Groote
Club op de hoek van de Dam.
Duitse soldaten? Die hadden zich toch
overgegeven? Ja, maar dat wil niet zeggen
dat ‘de Nederlanders’ of ‘de Geallieerden’
daarmee effectief het gezag hadden overgenomen. Die eerste dagen na de capitulatie bevond het land zich in een onbestemd
gebied tussen recht en wetteloosheid, met
zowel wettige arrestaties als eigenrichting. Op 7 mei werd NSB-leider Mussert
aangehouden. Op 8 mei executeerden
Duitse soldaten acht Nederlandse mannen in Bolnes. Op 9 mei dreigden Canadese soldaten te schieten als ze troepen van
de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) met
vuurwapens tegenkwamen.
De Dam werd die zevende mei nog bewaakt door gewapende Duitsers en intussen liepen meer of minder geregelde troepen van de BS door de stad. De ontwapening van de Duitsers was voorbehouden
De scène van de schietpartij op de
Dam in Amsterdam op 7 mei 1945
werd gistermiddag op locatie nagespeeld. Foto’s Ilvy Njiokiktjien
‘De Dam ligt
bezaaid met lijken
en wij willen het
vege lijf redden’
aan de geallieerde troepen, maar desondanks deden de ijverige Nederlanders het
af en toe zelf. De toedracht van de schietpartij op de Dam is nog altijd in nevelen
gehuld. „Zooals in dergelijke gevallen,
lokte het eene schot het andere uit”,
schreef C.F. Overhoff, de gewestelijk commandant van de BS. Daarmee verontschuldigde hij de Duitsers niet, maar
toonde hij wel begrip voor de onoverzichtelijkheid van het moment. De Dam was
maar een van de plekken waar zulke incidenten plaatsvonden. Dezelfde dag werd
in Amsterdam ook in de buurt van het
Centraal Station geschoten. En in Utrecht
kwamen negen mensen om bij een schietpartij tussen Duitsers en BS’ers.
„Het limbo van een machtswisseling” is
wat kunstenaar Ronald van Tienhoven
(1956) intrigeert. Van Tienhoven reconstrueerde de situatie aan de hand van foto’s die door de in groten getale op de Dam
aanwezige fotografen en filmers zijn gemaakt. Op de foto’s vastgelegde details –
achtergebleven schoenen, een omgevallen
kinderwagen, verstrooide bloemen –
schikte hij opnieuw in zijn fotostudio en
het resultaat is sinds gisteren te zien op de
Dam, in de sierlijke kiosken die hij liet nabouwen. En om drie uur ’middags, precies
68 jaar na dato, ‘opende’ hij zijn installatie
door de foto van Leijns opnieuw te maken.
Op de Dam stond een 3D-kopie van het
draaiorgel, erachter een groep schuilende
mensen en de fotocamera in het raam van
de Industrieele Groote Club. Daar stond
Leijns in 1945, procuratiehouder en amateurfotograaf, die gedurende de oorlogsjaren zorgvuldig een fotorolletje had bewaard voor de bevrijding.
Eromheen liepen gisteren, tussen alle
toeristen en passanten, ten minste drie
mensen die de schietpartij hadden meegemaakt. Kinderen, die door hun vader waren meegesleurd toen het schieten begon.
In de Nieuwe Kerk op de grond gedrukt, of
in een zijstraatje van de Nieuwendijk,
schuilend voor de kogels en rondvliegend
glas. En achteraf een glaasje water voor de
schrik.
De meeste historische gegevens in dit stuk
zijn ontleend aan het boekje De Dam 7 mei
1945 van Flip Bool en Veronica Hekking.
De vrouw in die witte jurk, dat ben
ik. Kont naar achteren. Ik hurk en
neem de houding aan van een
vrouw die 78 jaar geleden schuilde
achter een draaiorgel voor een kogelregen van de Duitsers. Want ik,
en nog 24 mensen met mij, zijn
door Ronald van Tienhoven gevraagd om als figurant op te treden
en een foto van Willem Leijns na te
spelen: re-enactment van de
schietpartij van 7 mei 1945.
Die foto heb ik goed bestudeerd.
Een mengelmoes van mensen die
samen achter het orgel proberen te
schuilen. De Dam ligt bezaaid met
lijken en wij willen het vege lijf redden. De vrouw wier houding ik
moet aannemen, had een lichtgekleurde jurk aan want ze dacht
feest te gaan vieren. Ook ik heb een
vrolijke jurk aan en het voelt als een
feestje: het is stralend weer.
De Dam is vol toeristen. Repetitie.
We worden opgesteld voor de foto.
Onderwijl komt een oude dame
naar ons toe. Ze vertelt dat ze erbij
was, ze school een eind verderop.
„Was het traumatisch?”, vraag ik.
„Ach”, zegt ze „Nee. Ik was 17. De
volgende dag was ik weer op de
Dam. Toen was het echt bevrijding.
Feestvieren! Ik sprong op een auto
vol Canadezen.”
Dan roept Van Tienhoven nogmaals: op je plaatsen! Er wordt een
plaatje van ons geschoten. Een
vrouw met een kersverse baby
staat voor me, ernaast een jongetje.
We kijken elkaar wat lacherig aan,
het voelt vreemd. Even zijn we lotgenoten.
De foto die Willem Leijns op 7 mei 1945 maakte van de schietpartij op de Dam.
Ine Poppe
10. Draaiorgel “Het Snotneusje”, 1930-1940
Fa. G. Perlee
hoogte 270 cm, breedte 316 cm, diepte 149,5 cm
aankoop Amsterdam Museum 1992
inv.nr. KA 19279.1
Twee kogels, gevonden in draaiorgel het Snotneusje
Nederlands Forensisch Instituut, Dan Haag - 3D-draadmodel van een kogelgat
Draaiorgel het Snotneusje in de 40-er jaren, met de oorspronkelijke beschilderingen
Draaiorgel het Snotneusje in de 50-er jaren, met nieuwe beschilderingen
Draaiorgel het Snotneusje in zijn huidige staat, na modificaties verricht in de 70-er jaren
11.
12. “Meer dan de media is de kunst in staat om gebeurtenissen te
duiden: de films van Ozu of Antonioni bijvoorbeeld.
Bij hen vallen de momenten waarin niets gebeurd niet tussen
de gebeurtenissen in: zij bevinden zich ín de gebeurtenissen,
en geven hen hun diepte.”
Gilles Deleuze
13.
14. Willem Leijns - vanuit de Groote Industrieele Club
(vermoedelijk) Magreet van Konijnenburg - vanuit de Bijenkorf
Wiel van der Randen- vanuit de een pand nabij de ingang van de Nieuwe Kerk
Algemeeen Dagblad (bron: Stadsarchief Amsterdam) - 1947 (?)
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24. Fotografen tijdens de schietpartij op de Dam
Puck Voute
Wiel van der Randen
Cas Oorthuys
Bertus Haanstra
Willem F. Leijns
Hans Sibbelee
Carel Blazer
Charles Breyer
J.A. Fernhout
J.W. Jongkind
J.W. Hofman
Frits Lemaire
Margreet Meijboom van Konijnenburg
Piet Out
Sem Presser
Kryn Taconis
Ben van Meerendonk
J. Woudhuizen
Boven: J.W. Hofman (slachtoffers nabij de Nieuwe Kerk) Onder: Hans Sibbelee (dode Duitser)
Boven: Hans Holbein de Jonge - Christus in zijn tombe (1521)
25.
26. 07:05:1945:realisatie (3)
De foto’s gemaakt tijdens de schietpartij op 7 mei 1945 tonen de kenmerken van alle foto’s uit die periode: ze zijn geladen met het patina van
de tijd. Hun korreligheid, sterke contrastwerking, en het bijna terloopse
karakter van de compositie maken dat het krachtige beelden zijn.
Het is niet voor niets dat fotoagentschap Magnum nog vele jaren na de
onstuitbare opmars van de kleurenfotografie vasthield aan zwart-wit fotografie; kleurenfotografie was entertainment, van licht allooi.
Het gebruiken van dergelijke foto’s voor een kunstproject als 07:05:1945:
leek mij absoluut geen optie. Ik noemde eerder het woord ‘veredeling’
als verwijzing naar het veredelen van de historische objecten die ik liet
reconstrueren.
Ik besloot om een aantal historische foto’s opnieuw te maken in de studio, in een door mij gecontroleerde kunstlichtsituatie, en met alle digitale bewerkingsmiddelen die mij ter beschikking staan. Het terloopse,
journalistieke karakter van de originele foto’s diende te worden gefilterd,
en omgebogen tot een vorm van hyperrealiteit.
Ik liet een groot deel van het historische plaveisel dat is te zien op foto’s
die werden gemaakt door fotografen op 7 mei 1945 opnieuw leggen in
de fotostudio. Via bedrijven die props voor speelfilms verhuren kwam ik
aan uniformen en objecten uit die tijd.
Ik koos ervoor om samen te werken met fotograaf Gert Jan van Rooij,
die een zeldzame sensibiliteit aan de dag legt bij het fotograferen van
omgevingen met daarin personen, die zowel ‘figuren’ als ‘mensen van
vlees en bloed’ zijn. Ik streefde naar een De Chirico-achtige sfeer, een
stolling van een gebeurtenis, zoals ook Robert Bresson oproept in zijn
films.
Wij fotografeerden met een digitale middenformaat Hasselblad-camera
met een extreme scherpte(-diepte) en zeer hoge resolutie, waardoor de
foto’s die in de witte kiosk werden gemonteerd zonder enig kwaliteitsverlies tot grote formaten konden worden opgeblazen. Bij de nabewerking waren wij in staat om een kleurenpalet samen te stellen, die zich
ergens ophoudt tussen zwart-wit- en kleurenfotografie.
In drie dagen tijd bouwden wij de sets op en namen de foto’s. Al die tijd
werd ik geassisteerd door Frank Oorthuys, die nog steeds beschikt over
de Rolleiflex-camera die zijn vader Cas gebruikte op de Dam op 7 mei,
en voor ons een perfect optisch referentiepunt was.
Wij beperkten ons tot een klein aantal situaties die op de historische
foto’s zijn te zien. ook beperkten wij ons tot het aantal fotografen. Wij
reconstrueerden foto’s van Cas Oorthuys, Kryn Taconis, Hans Sibbelee,
Carel Blazer en Wicher Hofman.
Een plek waar destijds veel was gefotografeerd is de hoek Dam-Damrak.
Deze lokatie vormde voor ons de centrale lokatie, die wij zorgvuldig
opbouwden aan de hand van het historische fotomateriaal. Daarnaast
reconstrueerden wij de plekken van twee doden gebaseerd op foto’s van
Sibbelee en Hofman. De beroemde foto door Carel Blazer van een dode
Duitser die op een bakfiets wordt afgevoerd werd gefotografeerd ten
behoeve van de digitale uitnodiging.
Op de dag van het re-enactment op 7 mei was Gert Jan van Rooij niet
beschikbaar. Zijn plaats werd ingenomen door Jeroen Dietz, die vanaf de
derde verdieping van gebouw Industria (waar ook W.F. Leijns stond toen
hij de schietpartij fotografeerde) het re-enactment vastlegde. Deze foto
werd op 8 mei gebruikt op de voorpagina van het NRC Handelsblad.
Bij het re-enactment ter plekke vroeg ik Maurice Boyer, die als fotojournalist uiterst bedreven is in reportagefotografie. Hij werkt al vele jaren
voor NRC Handelsblad. NRC besloot echter ook een andere fotograaf af
te vaardigen (Ilvy Njiokiktjien).
Ik liet het re-enactment tevens filmen vanuit twee standpunten: Frank
Oorthuys filmde het vanaf de derde etage van gebouw Industria, Inge
Willems legde het vast op de Dam.
Frank Oorthuys monteerde zijn videomateriaal tot een korte film, die
later door Inge Willems werd nabewerkt. Deze film werd in juli en september van dit jaar getoond op het EZUFF filmfestival in New York, en
zal later ook te zien zijn tijdens EZUFF-voorstellingen in Toronto en San
Francisco.
Via deze Weblink kan de film worden bekeken:
https://vimeo.com/66310001
Frank Oorthuys in de fotostudio, in een reconstructie van een foto van zijn vader, Cas oorthuys
Cas Oorthuys’ Rolleiflex camera
27. Carel Blazer - Gedode Duitse Grüner Polizist wordt op bakfiets afgevoerd