![Sociale media simpel uitgelegd ,[object Object]](data:image/gif;base64,R0lGODlhAQABAIAAAAAAAP///yH5BAEAAAAALAAAAAABAAEAAAIBRAA7)
Empfohlen
Empfohlen
Weitere ähnliche Inhalte
Was ist angesagt?
Was ist angesagt? (20)
Andere mochten auch
Andere mochten auch (20)
Ähnlich wie Nieuwe media waas en dender
Ähnlich wie Nieuwe media waas en dender (20)
Nieuwe media waas en dender
- 1. Nieuwe sociale media Werkgroep Beweging ACW Waas en Dender 9 mei 2011
- 26. 3. Crossmediaal: Gent aan Zee
Hinweis der Redaktion
- Deze cijfers om maar aan te tonen hoe wijdverbreid nieuwe media zijn, hoe breed het publiek is dat je ermee kunt bereiken. Maar tegelijk zie je in welke oceaan van informatie je terecht komt als je zelf je boodschap wil verspreiden. Nieuwe media zijn zeer toegankelijk en zeer ontoegankelijk tegelijk. Ze maken het zeer gemakkelijk om je boodschap gepubliceerd te krijgen. Je bent in principe met 1 klik bereikbaar voor miljoenen mensen, maar diezelfde miljoenen mensen zijn ook zelf boodschapper. Het was nog nooit zo eenvoudig om zelf content te publiceren, maar het was nog nooit zo moeilijk om diezelfde content te laten opvallen tussen de massale en ongestuurde informatiestroom van het internet.
- Waarom infmatie delen? Eigenlijk zouden we ons die vraag als beweging niet moeten stellen. We hebben er als beweging alle belang bij onze boodschap zoveel mogelijk te verspreiden. Bovendien betekent informatie delen dat je in interactie treedt met andere mensen en bewegingen die op hun beurt informatie delen met jou. Informatie delen is ook netwerken en dat is toch onze core business. Net zoals we in real life bruggen willen bouwen tussen mensen en verenigingen kunnen we dat ook op het internet. We hoeven ook niet alles op ons eentje te doen of alles zelf uit te vinden. Liefst niet zelfs. Vroeger luidde het devies, Knowlegde is power. Vandaag wordt dat Sharing Knowledge is Power
- Zoals je hier ziet, vormen nieuwe media een constante stroom aan informatie. Een enorme brond van inspiratie, maar tegelijk een onoverzichtelijke jungle, zeker voor mensen die daar minder kaas van gegeten hebben. Conclusie? Een sociale beweging kan het zich simpelweg niet veroorloven om afwezig te zijn in nieuwe media. Sterker, we hebben hier wellicht een belangrijke taak om helderheid te scheppen in de wirwar van informatie, links, filmpjes en netwerken. Niet in de plaats van onze achterban, maar samen met hen.
- Sociale media zetten de gebruiker centraal: bottom-up ipv top down. Cruciaal voor onze werking. Tegelijk sluit het perfect aan bij onze manier van werken. Participatie een, zoniet de belangrijkste pijler van onze werking. Wel, nieuwe media zijn per definitie participatief. Het grote verschil met wat wij doen, is dat ze heel moeilijk te overschouwen of te doorgronden zijn. Daar ligt voor ons een levensbelangrijke uitdaging. Hoe smeden we die eindeloze reeks interacties en netwerken om tot een structureel verhaal met een min of meer heldere boodschap. Met dat laatste hebben we het zo al moeilijk genoeg, zonder nieuwe media. In de huidige digitale context wordt die uitdaging alleen maar groter. Sociale media zijn multimediaal, intertextueel (hyperlinking) en interactief. Geen enkel medium staat nog op zichzelf. Tekst en inhoud blijven belangrijk, maar treden al langer niet meer alleen op de voorgrond. We moeten (bewegende) beelden, tekst, animatie naast elkaar gebruiken liefst geïntegreerd. Het wordt ook interactief. Wij linken naar anderen, anderen linken naar ons. Wat je publiceert, genereert reacties die je niet altijd in de hand hebt. Sociale media zijn massaal. Opvallen in die oceaan van informatie, dat is de grote uitdaging. We komen hier straks nog op terug.
- Wat is er eigenlijk zo sociaal aan sociale media? Ze zijn doorgaans heel laagdrempelig en zo goed als gratis beschikbaar. Gebruikers voegen zelf informatie toe en delen die met anderen. Anderen kunnen die voorzien van commentaar, beoordeling en kunnen de informatie op hun beurt delen met anderen. Je kunt heel gemakkelijk in contact treden met anderen, zelfs zonder dat je mensen echt eerst moet leren kennen. Dat kan voor professionele doeleinden, of op basis van gemeenschappelijke interesses of gelijkaardige profielen. Facebook doet bijvoorbeeld voortdurend suggesties van mogelijk nieuwe vrienden die je al kent of die je misschien wilt leren kennen. Natuurlijk roept dat ook vragen op over de bescherming van privacy. Het is een afweging die elke gebruiker voor zichzelf moet maken. Belangrijk is dat je nog altijd zelf controle hebt over wat je wel of niet deelt met anderen.
- Het betekent op zijn minst een radicaal andere manier van communiceren. Als we kijken naar onze ledenbladen, Visie voorop, dan is onze communicatie nog altijd in de eerste plaats bottom-up. We creëren relatief weinig interactie. We treden weinig in discussie met de lezers en leden. Onze boodschap is wel intern, en bij onze duizenden vrijwilligers, afgetoetst en gedragen, maar niet bij onze leden. Hoe we dan wel moeten communiceren, is voer voor discussie. Ik ga mij daar hier en nu niet over uitspreken, maar het is zeker iets waarover we moeten nadenken. Ons model van getrapte democratie is zeer waardevol, maar komt danig onder druk te staan door de directe en weinig gestroomde manier van communiceren via nieuwe media. We evolueren naar een netwerksamenleving met horizontale netwerken die naast elkaar bestaan en met elkaar in interactie treden. De vraag is niet of we daar deel van moeten uitmaken, maar op welke manier. Onze expertise ligt in het betrekken van mensen bij complexe dossiers en die bevattelijk uitleggen. Daar zijn nieuwe media nu net uiterst geschikt voor. Binnen onze beweging worden ze nog vaak gezien als een bedreiging of hooguit als iets van voorbijgaande aard. Misschien moeten we ze net zien als een kans om mensen op een andere manier samen te brengen.
- Die communities vormen, dat is wat wij eigenlijk sinds ons ontstaan al doen. Alleen gebeurt het nu sneller, directer en vaak ook tijdelijker en meer oppervlakkig. Zoals gezegd, dat hoeft niet per se negatief of bedreigend te zijn. Misschien kunnen digitale, ‘oppervlakkige’ netwerken net een opstap zijn naar meer gedragen samenwerking en interactie.
- Dus, een waardevolle bron van informatie, maar zeker niet alleen zaligmakend.
- Nieuwe media zijn schier eindeloos, de platforms meestal gratis, het ene al gebruiksvriendelijker dan het andere. Eigenlijk is er maar één manier om ze te leren kennen, en dat is ze uitproberen.
- Stap 1: Zoals gezegd, je gaat best stap voor stap te werk. Niet overhaast. Neem de tijd om de mogelijkheden van de verschillende nieuwe media te ontdekken. Al doende zul je merken wat wel of niet werkt. Best starten met het meest toegankelijke. Voor Facebook heb je nauwelijks voorkennis nodig. Voor een blog hoef je evenmin een internaut te zijn, maar het vraagt wel wat meer oefening om het geheel visueel en inhoudelijk op punt te zetten. Stap2: Het is belangrijk om je verschillende kanalen te integreren en aan elkaar te linken, bvb. via een gemeenschappelijk platform. Op termijn is het bvb. de bedoeling om de Visie-blog volledig te integreren in de ACW-site. Stap 3: het creëen van een specifiek platform waarin de verschillende nieuwe media met elkaar verbonden zijn en met elkaar in interactie treden. Een gebruiker kan dan op een en hetzelfde platform al je informatie terugvinden, terwijl alle kanalen afzonderlijk even goed beschikbaar blijven. Zo vergroot je je bereik, je toegankelijkheid en ontsluit je de informatie veel beter. Dit vraag wel professionele ondersteuning. Het ACW zit doorgaans nog in stap 1, per uitzondering in stap 2 (Visiekempen). LBC-NVK staat al met twee voeten in stap 2 en is klaar om stap 3 te wagen.
- De mogelijkheden zijn, zoals gezegd, eindeloos. Het komt er in de eerste plaats op aan om sociale media gericht te gebruiken het juiste medium voor het juiste doel in te zetten. Laten we dat even van naderbij bekijken.
- Enerzijds is het makkelijk om te experimenteren, anderzijds is het belangrijk om vooraf goed na te denken over waar je met nieuwe media naartoe wil. Erop aanwezig zijn op zich is niet voldoende. Je moet er ook tijd, energie en middelen durven in investeren. Dat hoeft niet noodzakelijk veel extra werkdruk en hoge kosten met zich mee te brengen. Veel tools zijn gratis beschikbaar en vaak zijn ze ook (zeer) gebruiksvriendelijk. Je hoeft geen internaut te zijn om er te leren mee omgaan. Hier geldt meer dan ooit het devies, al doende leert men. Door te netwerken leer je nog veel meer. Bepaal doelstellingen en doelgroepen: wat wil je bereiken met nieuwe media. Wil je werven? Wil je nieuwe vormen van actie voeren uitproberen? Wil je je leden informeren over activiteiten, standpunten? Voor al die verschillende doelstellingen moet je het juiste kanaal inzetten. Je sociale media structureren vloeit eigenlijk automatisch voort uit het voorgaande. Als je goed nadenkt over welk kanaal je waarvoor wilt gebruiken, zul je ook een goede structuur kunnen uitbouwen. Zorg voor een herkenbare naam, logo dat in je verschillende kanalen kan terugkomen. Wij proberen Visie bijvoorbeeld uit te bouwen als een soort referentie voor laagdrempelige, sociaal relevante informatie. Zorg dat diezelfde naam of logo altijd en overal terugkomt in je publicaties. Het heeft geen zin om tegelijk Facebook, blog, twitter en een Youtube-kanaal op te starten. Bij Visie zijn we gestart met een Facebook-pagina en ondertussen hebben we ook onze blog. Daar investeren we eerst in zodat die inhoudelijk sterk zijn en voldoende mensen bereiken. Soms stel je ook vast dat iets niet werkt (bvb. Facebook).
- Sociale media zijn heel toegankelijk en daardoor ook verleidelijk om overal op in te pikken. Zomaar in het wilde weg alles aan elkaar breien is geen goed idee. Het is belangrijk om sociale media als middel te blijven zien en niet als doel op zich . Ze kunnen je helpen om een nieuw publiek aan te boren, je bestaande achterban anders, beter en sneller te informeren of meer interactie uit te lokken. Vergeet echter niet dat een aanzienlijk deel van ons publiek zich nog steeds informeert via traditionele dragers (tv, radio, print). Sociale media zijn daar een aanvulling op. Hoe de toekomstige communicatiemix er zal uitzien, is nog koffiedik kijken, maar we mogen er van uitgaan dat de papieren Visie nog wel een tijd zal meegaan.
- Na meer dan 20 jaar telefonisch teleblok aan te bieden, stegen de cijfers niet. Via de kindertelefoon en teleonthaal op het idee van chat gekomen. In januari 2010 voor de eerste maal chathulpverlening aangeboden. Het bleek tijdens die 2 weken meteen een groot succes. De grote test kwam er tijdens de blokperiode mei, juni 2010. Toen waren er al meer chatsessies dan telefoongesprekken. Waarschijnlijk zijn studenten meer geneigd te chatten omdat het nog meer anoniem is, er blijven geen sporen achter op hun computer. Ze halen ook meer problemen aan dan bij een telefonisch gespreken en de chatsessies duren veel langer dan een telefonisch gesprek (gem. 50 à 60 min.) Dergelijke chatsessies zijn zeer arbeidsintensief. Alle vrijwilligers krijgen dan ook een grondige opleiding (eerst telefonisch nadien chat). Het gevaar van de chatsessies is dat de vrijwilligers informeler gaan zijn. Men mag niet vergeten dat men als vertegenwoordiger van een organisatie aan het werk is. Een andere valkuil is het technisch gedeelte. De hele chatsessie staat of valt met een goede technische ondersteuning.
- Het verbond Limburg is onlangs gestart met de website www.limburgheeftzin.be . Bedoeling van deze website is het middenveld van Limburg een publieke stem te geven en dit nav het groenboek van de Vlaamse Regering. Op de website kunnen mensen zelf hun berichten posten en zo hun stem laten horen. Aan de website werd ook een facebookpagina gekoppeld en die kent een enorm groot succes. Ze zijn zelfs slachtoffer van hun eigen succes. Bij facebook kan je blijkbaar maar enkele honderden vrienden per dag aanvaarden terwijl er meer dan 2000 mensen vragende partij zijn om vriend te worden van limburgheeftzin.be.