SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 27
Downloaden Sie, um offline zu lesen
magazinenov 2010 JAARGANG 17 NO. 1
www.aureus-vu.nl
“Een vliegdekschip regelen?
Ja dat kan!” Interview met
de netwerkkoning
NIEUW! Rubriek
I Amsterdam
social capitalPutting the pieces together
audit J tax J advisory
w w w.ga a an.nU
Tien minUTen voor de presenTaTie
van een proposal a an de CFo
© 2010 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.
Change your idea of
what’s possible at work.
We’re doing it every day.
HP technologies help over a billion customers around the world connect, create
and accomplish amazing things. If you want to have a hand in what’s next—in the
innovative technology that makes the world a better place to live and to work—meet
the like minds at HP. Working here will challenge you to lead, and reward you when
you do. Take a closer look, and discover everything that’s possible for your career.
hp.com/go/jobs
©Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. The Hewlett-Packard Company is an equal opportunity employer, dedicated to workforce diversity.
Veel doen, veel zien en vooral heel veel meemaken in
korte tijd. Waarbij je ongetwijfeld wel eens voor
verrassingen zult komen te staan. Dat kenmerkt het
Achmea Management Traineeship. Je kunt je breed
oriënteren en opdrachten doen op het gebied van
bijvoorbeeld bedrijfskunde, marketing en HR. Maar
je kunt er ook voor kiezen de focus te leggen op
Finance door alleen financiële opdrachten te kiezen.
Dit is een mooi startpunt voor een succesvolle carrière
binnen de financiële kolom bij de grootste verzekeraar
van Nederland. In de twee jaar dat het traineeship
duurt, krijg je vier opdrachten van zes maanden. Zo
kun je de ene periode aan de slag bij Interpolis en de
volgende bij Centraal Beheer Achmea. Een van de
vier opdrachten vervul je in het buitenland. Zo
ontwikkel je een brede blik en ontdek je wat je echt
leuk vindt en waar je goed in bent. Intussen leer je veel
mensen kennen, krijg je intensieve begeleiding en de
gelegenheid om trainingen en cursussen te volgen.
Meer weten?
Kijk op onze website www.werkenbijachmea.nl wat
het Achmea Management Traineeship allemaal voor
jou in petto heeft.
Het Achmea Management Traineeship
Wat doe je? als je alles
wilt meemaken aan het
begin van je carrière
Ontzorgen is een werkwoord
AV ÉRO A C HME A
C EN T R A A L BEHEER A C HME A
FB T O
IN T ER P OL IS
Z ILV ER EN K RUIS A C HME A
INHOUDnov2010JAARGANG17NO.1
Editorial: Netwerken: het spel, de uitdaging!
Avenir stelt zich voor
Ambities zo groots als haar gebouwen: een blik op
het bestemmingsplan van de Zuidas
Verbeter de wereld, begin bij… geld?
Wat populair is wordt... nagemaakt
Is Nederland rampenmoe?
Dance4life: mijn ervaring als trainee
7 Tips om je netwerk uit te breiden
Burning Bangkok: the exchange experience
Hoe haal ik het einde van de maand?
Inleiding thema social capital
Sociale lijm bindt voor het groter goed
Studentcolumn: Nerdwerken
De invloed van het nieuwe netwerken: interview met Karl Moore
Docentcolumn: It’s a Small World
Maffiamaatjes
Social capital: the very heart of our business,
interview met Dorothee van Vredenburch
Nepotisme als overlevingsmiddel in de politiek
Een vliegdekschip regelen? Ja, dat kan!
Interview met Charles Ruffolo, de netwerkkoning
Social Capital op zijn slechtst
“Werken is meer dan 8 uur lang een kunstje doen”, interview
met Ruud Veltenaar
Eten met Avenir
I Amsterdam van…
Aureus bestuurspagina
Facultaire Studentenraad
Berichten uit de faculteit
07
08
09
10-11
13
14,15
16,17
19
20,21
23
24,25
26
27
28,29
31
32,33
34
36,37
38,39
40,41
42,43
46
47
49
50
50
Het bestemmingsplan van
de Zuidas
Verbeter de wereld, begin bij…
Geld?
Interview met de netwerkkoning
09 38-3910-11
5AVENIR
COLOFON
17e JAARGANG EDITIE 1, OPLAGE 5300
ISSN 1387-2680
Redactie adres
De Boelelaan 1105, kamer 2A-11
1081 HV Amsterdam
T: 020 598 61 35
I: www.avenir-vu.nl
E: avenir@feweb.vu.nl
Hoofdredacteur
Pim Hermans
CHEF-REDACTEUR
Marjolein van der Aar
REDACTEUR EXTERNE BETREKKINGEN
Amy Landman
EINDREDACTEUR
Linda Jongbloed
BEELDREDACTEUR
Malon van Eerde
auteurs
M. van der Aar, S. Addink, M. Beenackers, D. Beijert,
T. Bloem, J. Botchey, R. de Crom, N. Dekker,
M. van Eerde, E. van Eindhoven, , P. Hermans,
P. Inen, L. Jong, J. Kijzer, A. Landman, K. Li,
M. Moeliker, T. Mooren, A. de Roos, A. Pijnenborg,
Z. Sasovova, I. Schoone
VORMGEVING/DTP
Raak Vormgeving en Communicatie
info@raakvormgeving.nl
DRUKWERK
DeltaHage
ACQUISITIe
Corstiaan Smit
ADVERTENTIE-INDEX
Avenir Magazine is een uitgave van Stichting Aureus
Media en verschijnt zes maal per jaar onder alle
studenten en medewerkers verbonden aan de
Faculteit der Economische Wetenschappen en
Bedrijfskunde van de vrije Universiteit Amsterdam.
Geplaatste artikelen geven niet noodzakelijkerwijs de
mening van de redactie weer. Het is niet toegestaan
om, zonder toestemming van de redactie, door Avenir
gepubliceerde artikelen, onderzoeken, of gedeelten
daarvan over te nemen, te (doen) publiceren of
anderszins openbaar te maken of verveelvoudigen.
KPMG 02
Hewlett-Packard 03
Achmea 04
Ministerie van Finacien 05
Grant Thornton 12
Ministerie van Financien 18
Hewlett-Packard 22
ING 30
AAC 44,45
Aureus 48
PricewaterhouseCoopers 51
Ernst & Young 52
EDITORIAL
Netwerken: het spel, de uitdaging!
September 2008. Ik rij richting de Zuidas voor de eerste Aureus borrel als nieuw actief lid. Het is
mijn tweede studiejaar en ik ken op twee meiden na niemand binnen de vereniging. Spannend!
Een stap naar buiten, uit mijn comfort zone. Die twee meiden zijn er niet... wat nu? Bij een groep-
je gaan staan en dan zien wat er gebeurt? Ik kan moeilijk in mijn eentje blijven staan.
De gedachte‘wat zou IK doen als een nieuw lid naar mij toe zou komen’schiet door mijn hoofd.
Het antwoord is simpel: diegene welkom heten, een drankje aanbieden en een gesprek begin-
nen. En dat doe ik. Aan het eind van de avond is mijn sociale netwerk in Amsterdam vertienvou-
digd en heb ik een fantastische avond achter de rug. Netwerken komt neer op durven en doen,
go for it!
Alleen?
In de (nu toch wel koude) Noordzee surf ik alleen op de golven, niemand om mij heen. Alleen zijn er-
vaar ik dan als fijn. Wanneer ik wèl omringd wil zijn door mensen, is als ik aan het eind van dit studiejaar
mijn Master afrond. En ook zodra ik de arbeidsmarkt op ga is het handig en verstandig om veel mensen
te kennen. Door nu te geven zal ik straks ontvangen. De wet van wederkerigheid, daar geloof ik in.
Blonde types
Mijn tip aan jou is om zin te‘maken’in het netwerken. Zie het als een spel, daag jezelf uit. Neem jezelf
bijvoorbeeld voor: ik ga vanavond niet naar huis voordat ik met vijf voor mij nieuwe mensen heb ge-
praat die een rood of blauw kledingstuk dragen, of alleen maar blonde types. Het geeft een extra prik-
kel aan je avond. Wie weet wie je tegenkomt en wat jullie voor elkaar kunnen betekenen, op sociaal of
zakelijk gebied. De enige die jouw netwerk kan uitbreiden, dat ben jij. The future is in your hands.
Op een dag ben jij een netwerkkoning(in).
Succes!
Pim Hermans | Hoofdredacteur Avenir Magazine
Werken bij het Rijk. Als je verder denkt
...maak jij het nieuws van de dag.
Het kabinet werkt aan nieuwe plannen
voor de komende jaren. Het ministerie van
Financiën is daarbij nauw betrokken. Geld kan
maar één keer uitgegeven worden, dus het is
van belang dat de juiste keuzes worden ge-
maakt. Logisch dat de pers daar bovenop zit.
De minister heeft advies nodig. En snel ook.
25 november 2010...
www.werkenbijhetrijk.nl
Tijdens de Studentendag 2010 sta je oog in oog met de minister en de staats-
secretaris van Financiën. Je werkt aan een echte case, met alle media-aandacht
van dien. En je maakt kennis met een interessante werkgever. Een jonge
organisatie waarin nieuw talent direct wordt beloond met een flinke dosis
verantwoordelijkheid.
Bij Financiën tel je meteen mee.
Schrijf je in voor 15 november 2010
Wat betreft je profiel: je bent eindejaars bachelor- of masterstudent algemene,
bedrijfs- of fiscale economie. Ook met Nederlands of fiscaal recht en met
bestuurskunde ben je van harte welkom, net als met iedere andere studie
met het vak openbare financiën. Dus: heb je interesse in het financieel nieuws?
En wil je op 25 november 2010 zelf het nieuws van de dag maken?
Schrijf je dan vóór 15 november 2010 in via www.studentendag.nl.
7AVENIR
AVENIR8
9AVENIR
op de faculteit
Dit jaar zal de ambitieuze redactie een aantal veranderingen doorvoeren om de Avenir voor jou als lezer nog leuker en interessanter te
maken, maar voor nu nog even de Avenir zoals je die gewend bent. Wij, als nieuwe redactie, stellen ons graag aan je voor.
Ben je enthousiast geworden en wil je voor ons als auteur aan de slag? Dat kan! Stuur een mail naar avenir@feweb.vu.nl, dan nemen wij
contact met je op. Verder zijn we voor een nieuwe rubriek op zoek naar jouw SOG (studieontwijkend gedrag). Stuur jouw SOG in één woord of
korte zin naar avenir@feweb.vu.nl. De leukste inzending krijgt een gratis kaartje voor Intense student party.
AVENIR8
Avenir stelt zich voor
Amy Landman (21),
RedactirceExterneBetrekkingen,BachelorBedrijfskunde
Waarom de Avenirredactie:Eennieuweuitdagingineenleukteam!!
Favoriete bezigheid:Metvriendengenietenvanhetlevenen
dewereldverkennen
Over 10 jaar:Uitdagendebaan,waarbijikveelkanreizenenthuiskan
komenbijmijngezinnetje
Tip:Haaleenseensprintkaartjebijhetconcertgebouwomeenbeetje
cultuurteproeveninAmsterdamofhaaleenverrukkelijkeDaiqiuribij
hetCubaCafé(Nieuwmarkt)
Tofste moment:BackpackendoorhetzuidenvanAfrika
Pim Hermans (21),
Hoofdredacteur,MasterStrategyOrganization
Waarom de Avenirredactie:Deuitdagingomhet
bladflinkonderhandentenemenenervaringals
voorzitteropdoen
Favoriete bezigheid:Surfen,droomtripnaarBalisvp!
Word ik graag naast wakker: EmmanuelleChriqui
Over 10 jaar:RijdikinmijnJaguarrichtingmijncasa
inBarça
Tip:BuitenlandseAureusactiviteiten
Motto:‘Staytruetoyourself’
Marjolein van der Aar (21),
Chef-redactrice,BachelorBedrijfskunde
Waarom de Avenirredactie:Ommeteontwikkelenin
eenandererichtingdaniktotnutoehebgedaanenomdat
ikhetheelleukvindomvoorAureusbezigtezijn!
Favoriete bezigheid:Reizen
Over 10 jaar:Hm…Eengezinnetjeeneenleukebaan,
misschieninArgentinië?
Tip:Genietvanhetleven!Gavoorhetbackpackgevoel
enheerlijkecocktailsinAmsterdamnaarCoco’soutback
(Thorbeckeplein)
Favoriete plek op aarde:Cordoba,Argentinië
Teun Jan Spits (21),
ControllerAureus,bedrijfskunde
Waarom Avenir:vanuitbestuurcoördineerik
deAvenirredactie,hetiseenuitdagendeen
verantwoordelijkecommissiediemethuncreatieve
inbrengmijnoverigetakenalspenningmeesterveel
inspiratiegeeft.
Favoriete bezigheid:organiseren(indebreedst
mogelijkezin).
Over 10 jaar:baasbijeenmultinational.
Tip: Congresvan17november!
Verder: denkerovernaomwatactiefstedoennaast
jestudie,hetvoegtechtwattoeaanjestudententijd.
Linda Jongbloed (21),
Eindredactrice,BachelorBedrijfskunde
Waarom de Avenirredactie:Ikbenalvanafmijneerstestudiejaar
actiefbijAureus,watikergleukvindenikhoudvantaal.Aveniris
eenmooiecombinatievanbeiden.
Favoriete bezigheid:Indezonzittenmetvrienden
eneenwijntje.
Over 10 jaar:Hebikeenleukebaan,leukemanenmooihuisen
woonikhetliefstergenswaarhetwatvakermooiweeris.
Tip:Onderneemveelactiviteitennaastjestudieengenietvan
jestudententijd.
Dit wil ik nog kwijt: Ganieuweuitdagingenaanenontwikkeljezelf.
Malon van Eerde (21),
Beeldredactrice,MasterEconomics
Waarom de Avenirredactie: Eenleukeuitdagingomin
teamverbandeenleukmagazineneertezetten
Favoriete bezigheid: Samenmeteenvriendofvriendin genieten
vanheerlijkekopcappuccino,eenglas roséofeenbiertje opeen
terrasjeinhetzonnetjeofbinnenineengezelligekroeg
Over 10 jaar:Benikrichfamous;)
Tip:GaeensbackpackeninRoemenie,ofwatdichterbijhuis:huur
eenwaterfietsinAmsterdam
Dit wil ik nog kwijt:Verlegjegrenzen,zowelletterlijkalsfiguurlijk
Zakendistrict Zuidas telt 270 hectare waar
op dit moment al ruim 400 vaak wereldwijd
opererende bedrijven zijn gevestigd. Een
centrum van kennis voor grote bedrijven
en ambitieuze kleine spelers, op steenworp
afstand van een universiteit, wereldstad,
snelweg, internationaal vliegveld en interci-
tystation. Uniek in Europa. Na de avondspits
mag het dan een saaie bedoening zijn, de
vaak futuristisch vormgegeven immense
kantoorgebouwen spreken zeer zeker tot de
verbeelding. Wat te denken van het ietwat
bizarre hoofdgebouw van de ING Groep,
dat lijkt op een op poten geplaatste schoen,
voorzien van 6 binnentuinen, om maar iets
markants te noemen. Ook het hoofdge-
bouw van bijvoorbeeld ABN AMRO en Ernst
 Young zijn gevestigd aan de Zuidas.
De Zuidas leek geknipt om het nieuwe za-
kelijke centrum van Nederland te worden,
ware het niet dat er na 2007 turbulente tij-
den aanbraken die het miljardenproject in
Overdag krioelt het er van de mensen en maakt het haar in-
ternationale roem om haar professionele sfeer en bedrijvig-
heid volledig waar. ‘s Avonds ontbreekt van deze levendig-
heid ieder spoor en doet de Zuidas meer denken aan een
zondagnacht in de Bible Belt. De ongezellige zakelijke buur
van Oud-Zuid staat echter een intensieve gezelligheidscur-
sus te wachten. Van ‘Financial Mile’ tot volksbuurt in twintig
jaar!
nabij Oud-Zuid in een nette buurt vlakbij de
universiteit: klinkt natuurlijk buitengewoon
aantrekkelijk, zeker met het schrijnende ka-
mertekort van vandaag. Om het de nieuwe
bewoners nog aantrekkelijker te maken,
wordt er hard gewerkt aan meer horeca,
en aan meer kunst en cultuur gerelateerde
evenementen. Zuidas Amsterdam belooft
ons een toekomst die vooral Amsterdams,
internationaal georiënteerd, ambitieus en
levendig zou zijn. Vooral naar dat laatste
zijn we natuurlijk erg benieuwd. Vermoede-
lijk zal het nog wel even duren voordat de
Zuidas bezaaid ligt met lege blikken Amstel,
glasscherven en dronken studenten.
Maarten Beenackers (19),
is tweedejaars student
Economie  Bedrijfseconomie.
Door Maarten Beenackers
Ambities zo groots
als haar gebouwen
Een blik op het bestemmingsplan van de Zuidas
De plannen zijn gerust
rigoureus te noemen.
Voor 2035 moeten de
A10 en Station Zuid vol-
ledig ondergronds zijn.
de problemen brachten. Kantoorpanden
waren buitengewoon moeilijk te verkopen
en werden met moeite verhuurd. Terwijl
projectontwikkelaars ongeduldig stonden
te trappelen project Zuidas door te ontwik-
kelen werden er tijdelijk geen panden bij-
gebouwd. De afgelopen jaren zijn verschil-
lende partijen veelvuldig rond de tafel gaan
zitten en is ook de politiek duidelijk achter
een doorstart gaan staan. De plannen zijn
gerust rigoureus te noemen. Voor 2035
moeten de A10 en Station Zuid volledig on-
dergronds zijn (al is hier de financiering nog
niet van rond) en wordt er ruimte gemaakt
voor meer woongebieden en recreatiecen-
tra, zoals een nachtclub en een groots mu-
ziektheater van Joop van den Ende.
De komende jaren wordt er actief gezocht
naar maar liefst 50 nieuwe internationale
bedrijven, die het imago als internationaal
zakencentrum een extra boost moeten
geven. Daarnaast worden er 1.000 nieuwe
woningen gecreëerd, waarvan er 500 be-
doeld zijn voor studenten om de omgeving
letterlijk wat levendiger te maken. Wonen
fun  Cultuur
AVENIR10
11AVENIR
economie
in ontwikkelingslanden lager zijn dan hier?
Dan verdwijnt het ideaal van gelijkheid. Bo-
vendien zou dit betekenen dat Westerse lan-
den wel blijven profiteren van landen door
de lagere lonen en dergelijke, maar voor de
rest geen aandacht zouden besteden aan
de negatieve kanten. Dit lijkt mij ook niet
ethisch verantwoord. Helemaal niets doen,
dus als westers land ook geen zaken doen
in ontwikkelingslanden? Dit zou een stagna-
tie van de globalisering betekenen met alle
gevolgen van dien. Complexe kwesties dus
waar in een artikel van twee pagina’s niet zo
makkelijk een antwoord op te geven is.
Kostendekking of winstgevendheid?
Ook een oordeel geven over de hoge rentes
is niet eenvoudig. Volgens experts op dit
gebied moeten mensen die geen verstand
hebben van kredietverlening zich niet uitla-
tenoverdehoogtevanderentepercentages.
Het is heel gemakkelijk voor een leek om te
roepen dat de rentes te hoog en onethisch
zijn. Zo geeft universitair docent in Wage-
ningen, de heer Moll, een voorbeeld hiervan
in Risk Magazine. Zelf heeft hij een project
opgestart in Indonesië, om een coöperatief
spaar- en kredietprogramma te ontwikkelen.
Problemen waar hij op stuitte, waren onder
andere corruptie en het ontbreken van een
goed werkende kapitaalmarkt. Om deze ri-
sico’s in te dekken en te kunnen garanderen
dat de kredietverstrekking door kan gaan,
zijn er hoge rentes nodig. Ook het innen van
deze leningen kunnen zij bijvoorbeeld een
naaimachine kopen om een klein kleding-
winkeltje te beginnen of nog simpeler, een
geit waarmee zij zichzelf kunnen voorzien
van eten en drinken en een deel kunnen
verkopen. De essentie hiervan is dat mensen
zelf gestimuleerd worden om iets te doen en
hierdoorzelfietsopbouwen.Hulpindevorm
van microkredieten zal hierdoor zorgen voor
een beter effect op de lange termijn.
Geld verliezen is geen optie
Microkredieten worden onder andere uitge-
geven door commerciële organisaties. Hier
ontstaan de problemen. Het commercieel
belang speelt hierbij namelijk ook een rol.
Het uitgeven van microfinanciering zorgt
voor aanzien van een organisatie. Met de
trends van maatschappelijk sociaal onderne-
men, kan een organisatie eigenlijk niet meer
zonder het bieden van ontwikkelingshulp.
In hoeverre is het uitgeven van microkredie-
ten door commerciële organisaties dan nog
wel ethisch verantwoord? Allereerst zijn er
de kleine bedragen is een grote kostenpost.
Alle schaalvoordelen die banken normaal
hebben, gaan bij microkredieten niet op.
Vraag blijft dan natuurlijk wel; in hoeverre
gaat het om kostendekking en in hoeverre
om een winstelement?
	
Geen wondermiddel
Reden voor het schrijven van dit artikel,
was meer duidelijkheid scheppen over het
concept microkredieten. Het liefst wilde
ik natuurlijk antwoord geven op de vraag
of microkredieten zouden kunnen zorgen
voor het einde van armoede in de wereld.
In plaats van antwoord te hebben gegeven
op deze vraag, zijn er alleen maar meer vra-
gen bij gekomen. Ontwikkelingshulp is een
complex fenomeen waar wetenschappers,
politici, journalisten en anderen zich vaak
het hoofd over breken. Wat is nu goede ont-
wikkelingshulp en waar helpen we mensen
nou echt mee? Microkredieten zouden zo-
maar een stap in de goede richting kunnen
zijn, maar veel duidelijkheid is hier niet over.
Belangrijk om te beseffen, is dat microkre-
dieten één van de vijf instrumenten van de
VN zijn in de strijd tegen armoede. Dé oplos-
sing is het dus misschien niet, maar wanneer
mensen bewust blijven van wat ze doen en
niet het commerciële belang voorop zetten,
zullen microkredieten waarschijnlijk een bij-
drage leveren aan het behalen van de mil-
lenniumdoelen in 2015. Nog maar vijf jaar te
gaan en duidelijk is wel dat microkredieten
geen wondermiddel zijn. Tijd om achterover
te leunen en te bekijken hoe de wereld zich
verbetert, is er dus nog niet.Wat dan wel? De
discussie aangaan, ogen open houden en je
bewust blijven van wat er in de wereld ge-
beurt en niet alleen maar de winstcijfers als
belangrijkste levensbehoefte zien, lijkt me
een goed begin.
genoeg van deze organisaties die profiteren
van de lagere welvaart in ontwikkelingslan-
den. Hoe vaak wordt ons niet verteld dat het
grote voordeel van globalisering de lagere
arbeidskosten zijn? Natuurlijk zijn er landen
waar het levensonderhoud goedkoper is,
waardoor de lonen ook lager kunnen zijn,
maar aan de arbeidsomstandigheden wordt
weinig aandacht besteed. Heel zwart-wit
zouden we kunnen stellen dat westerse lan-
den lekker goedkoop kunnen produceren in
ontwikkelingslanden en vervolgens ook nog
eens commercieel kunnen profiteren van
het effect dat maatschappelijk verantwoord
ondernemen heeft op hun imago. Dit alles
natuurlijk wel tegen hoge rentes, want ja,
we kunnen niet het risico lopen om geld te
verliezen.
Ethische verantwoording
Dit is wel zeer zwart-wit gesteld. Zowel op
het gebied van de microkredieten als met
de millenniumdoelen, is kennis hierbij een
belangrijk punt. Want wat is goede ontwik-
kelingshulp? Helpen we de mensen met het
overdragen van onze westerse normen en
waarden? Als je hierover nadenkt, is het ant-
woord waarschijnlijk ‘nee’. Maar wat moeten
we dan? Hulp bieden die de lokale bevolking
nodig heeft. Maar hoe komen we hierachter?
Mensen vragen die in het land wonen. Maar
wie vraag je dat dan? Wie heeft er binnen
een land de meeste kennis van wat er nodig
is? Waar stopt onze bemoeienis? Kortom;
veel vragen waarop het antwoord onduide-
lijk is. Moeten we dan niets doen en gewoon
accepteren dat de levensomstandigheden
De handen ineen slaan
Daar gaat het uiteindelijk allemaal om: ge-
lijkheid in de wereld. Met de opgestelde mil-
lenniumdoelen van de Verenigde Naties (zie
kader), zal de welvaart in de wereld in 2015
beter verdeeld moeten zijn. Alle kinderen
naar school, minder kindersterfte, bestrij-
ding van HIV/aids. Wanneer alle landen in de
wereld de handen ineen zouden slaan, zou
dit werkelijkheid kunnen worden.
Hulp op de lange termijn
Ontwikkelingshulp is ooit begonnen met
de zogenaamde ‘turnkeyprojecten’. Het
overplanten van een stukje westerse cul-
tuur zou een keerpunt in de welvaart van
een gemeenschap moeten betekenen. Dit
leverde problemen op. De westerse cultuur
bleek namelijk niet altijd een goede oplos-
sing voor problemen in ontwikkelingslan-
den. In de jaren ‘70 werden de microkredie-
ten geïntroduceerd. Het idee hierachter is
dat er kleine leningen worden uitgegeven
aan mensen in ontwikkelingslanden. Met
In de discussie over ontwikkelingshulp worden ze vaak genoemd; de microkredie-
ten. Het uitgeven van kleine leningen zou ervoor zorgen dat mensen in ontwikke-
lingslanden zelf iets op kunnen bouwen, wat een langdurige en structurele verbe-
tering tot gevolg kan hebben. Helemaal in de trend van de kredietcrisis struikelen
steeds meer mensen over de woekerrentes die gevraagd worden voor de kleine
kredieten. Rentepercentages van 30% zijn geen uitzondering en kunnen zelfs nog
oplopen. Zijn de microkredieten dan wel een ethisch hulpmiddel om gelijkheid in
de wereld te bevorderen?
Milleniumdoelstellingen:
» De armoede halveren en minder
mensen die honger hebben
» Alle kinderen naar school
» Mannen en vrouwen gelijkwaardig
» Minder kindersterfte
» Verbetering van gezondheid van
moeders
» Bestrijding van HIV/aids, malaria en
andere dodelijke ziekten
» Iedereen schoon drinkwater
» Toegang tot de betaalbare medicijnen
en een eerlijk handelssysteem, minder
schulden voor ontwikkelingslanden
‘Niets doen en gewoon
accepteren dat de
levensomstandigheden
in ontwikkelingslanden
lager zijn dan hier?’
‘Microkredieten zouden
zomaar een stap in de
goede richting kunnen
zijn, maar veel duidelijk-
heid is hier niet over’
Irene Schoone (23) doet de
master Culture, Organization
en Management.
Verbeter de wereld,
begin bij… geld?
Microkredieten
Door Irene Schoone
13AVENIR
De duistere kant van de globalisering
Beperkte het probleem zich tot een jaar of
tien geleden voornamelijk tot cd’s, dvd’s en
textiel, vandaag de dag vertegenwoordigen
luxegoederen nog slechts 9% van de nage-
maakte producten. Namaak treft nu steeds
meer industriële merken en producten zoals
onderdelen voor de industrie, automobiel-
sector of de luchtvaart. Daarbij is er ook een
stijgende trend in de namaak van genees-
middelen en voedingsmiddelen. Dit komt
mede door de toenemende globalisering.
Steeds meer bedrijven verplaatsen, in een
poging de winst te verhogen, hun productie
naar goedkopere arbeidsmarkten. Dit heeft
echter tot gevolg dat het reproduceren van
merken makkelijker en goedkoper wordt.
Soms worden ontwerpen rechtstreeks
gekopieerd; soms zijn er wat dingen
veranderd, maar blijft het origineel nog
duidelijk herkenbaar. Alles, van iPho-
nes, elektronica tot pillen als Viagra,
wordt nagemaakt. De inbreuk op intel-
lectuele eigendomsrechten neemt toe,
denamaakindustrievierthoogtijdagen.
Omgeven door een crimineel netwerk
blijkt het lastig om nabootsers een halt
toe te roepen. Een groeiende handel en
soms zelfs een groeiend gevaar.
Met de kennis en middelen van het pro-
ductieproces, is het voor fabriekseigenaren
relatief eenvoudig namaak te produceren.
Een groot aantal vervalsingen wordt zelfs in
dezelfde fabriek als die van de authentieke
producten geproduceerd. Voor de distri-
butie wordt vervolgens gebruik gemaakt
van landen met de minst strenge contro-
les. Daarbij worden de producten vaak via
meerdere trajecten waaronder het Internet
verhandeld, waardoor de herkomst lastig te
achterhalen is.
Het groeiende gevaar
De handel in namaakproducten doet zich
vooral voor in opkomende markten in Azië.
Van de onderschepte namaakartikelen komt
85% uit China, Hong Kong, Singapore en Tai-
wan. Volgens de Organisatie voor Economi-
sche Samenwerking en Ontwikkeling maken
vervalsingen ongeveer vijf tot zeven procent
uit van de wereldhandel met een waarde van
450 miljard euro. De waarde van namaakar-
tikelen in Nederland steeg afgelopen jaar
met 3,1% tot 130 miljoen euro. De aanwe-
zigheid van een grote haven (Rotterdam) en
luchthaven (Schiphol) maakt Nederland een
belangrijk knooppunt voor deze handel.
De toename van namaakproducten brengt
grote risico’s met zich mee. Het uiterlijke
verschil tussen echt en nep is voor de con-
sument bijna niet waarneembaar, terwijl
de kwaliteit van de namaakproducten vaak
aanzienlijk lager is. Dit brengt zowel veilig-
heid- als gezondheidsrisico’s met zich mee.
Ontploffende Nokia’s door namaak batte-
rijen en baby’s die sterven in China omdat er
met flesvoeding producten is geknoeid, zijn
hier voorbeelden van. Doordat steeds meer
consumenten medicijnen en gezondheids-
producten aanschaffen (die namaak kunnen
zijn), loopt ook de volksgezondheid de ko-
mende jaren gevaar.
De bestrijding van Hiphones en Reloxen?
Wat gebeurt er als een lading namaakpro-
ducten wordt onderschept? Stel, de dou-
ane van Schiphol onderschept een lading
‘Samsing’ telefoons. Onmiskenbaar namaak.
De douane maakt vervolgens enkele foto’s
van de telefoons en stuurt deze door naar
de merkhouder Samsung. Deze moet ver-
volgens beslissen of hij de zaak wil laten
lopen of dat hij overgaat tot vernietiging
van de namaak toestellen. De kosten voor
het vernietigen zijn echter voor Samsung.
Aangezien de vervoerders van de neptoe-
stellen volledig worden ontzien, is het voor
Samsung bijna onmogelijk om de kosten te
verhalen. Hier moet verandering in komen
om de bestrijding van de namaakindustrie
effectiever te maken. Wanneer vervoerders
bijvoorbeeld meebetalen aan de vernieti-
ging van de namaakproducten, zullen deze
beter letten op welke spullen er worden
vervoerd. Daarbij zou de vervoerder de extra
kosten vervolgens weer kunnen verhalen op
zijn opdrachtgever. Op deze manier wordt
de distributie van namaakproducten in ieder
geval bemoeilijkt. Maar of het de namaak
van ‘Hiphones’ en ‘Reloxen’ zal verminderen,
is nog maar de vraag.
Wat belangrijk is, laat je niet los.
Ik wil ruimte om te groeien. Waar zet ik de volgende stap?
Waar je ook bent, belangrijke
beslissingen zijn nooit ver weg. In je rol
als accountant en bij het bepalen van je
volgende carrièrestap. Bij Grant
Thornton begrijpen we dat je
voortdurend bezig bent met je groei.
Sterker nog, wij zijn er zelf ook mee
bezig. Onder andere door jouw ambities
alle ruimte te geven en door je talent te
versterken met een goed doortimmerde
opleidingsaanpak. Meer over ons op onze
website.
www.carrierebijGT.nl
Grant Thornton bij jou in de buurt:
Alphen aan den Rijn - Amsterdam -
Boskoop - Gouda - Leiden - Rijswijk -
Rotterdam - Woerden
Accountancy - Belastingen - Advies
economie
Tom Bloem (21), is derdejaars
bedrijfskunde.
‘De volksgezondheid
loopt gevaar door
namaakmedicijnen’
Door Tom Bloem
Wat populair is wordt...
nagemaakt
AVENIR14
15AVENIR
De vloedgolf in de Indische Oceaan vond
plaats op 26 december 2004, tweede kerst-
dag, een dag waarop de meeste mensen
thuis zaten en het nieuws goed konden vol-
gen. Men had de beelden en documentaires
allemaal gezien en was goed op de hoogte
van de situatie in het gebied. Daarnaast
roept kerst ook goede gevoelens op bij
mensen. Dit had als gevolg dat de meeste
mensen ook acties hebben opgezet en veel
hebben gedoneerd aan giro 555.
Opvallend is dat dagen na de ramp in Pa-
kistan de meeste mensen nog steeds niet
echt besef hadden van de situatie in het
land. Het leek alsof er veel minder filmma-
teriaal beschikbaar was over deze ramp. En
dat terwijl er door de Verenigde Naties ge-
zegd wordt, dat de schaal van de ramp nog
groter is dan die van de tsunami in 2004.
VN secretaris-generaal Ban Ki-moon was op
15 augustus in het land om enkele van de
zwaarst getroffen regio’s te bezoeken. Aan
het eind van zijn bezoek, zondagmiddag,
zei hij dat hij nooit zo’n ramp heeft gezien
als de overstromingen in het land. Wat hij
gezien had noemde hij„hartverscheurend”.
Argumenten voor onbetrokkenheidge-
voel van Nederlanders.
Één van de meest gehoorde argumenten
waarom mensen zich niet betrokken voe-
len met het leed in Pakistan is dat er vooral
moslims wonen in Pakistan. Een ander ar-
gument is dat de regering van Pakistan niet
te vertrouwen is en dat al het geld toch bij
de Taliban terecht zou komen. Daarnaast
zou Pakistan voor en ook na de ramp heb-
ben aangegeven geen hulp nodig te heb-
ben.“Pakistan heeft geen hulp van Westerse
landen nodig en zou op eigen benen moe-
ten staan.”Dat zei de Pakistaanse oppositie-
leider Nawaz Sharif in een interview met
de Britse krant The Daily Telegraph. Volgens
hem heeft het Zuid-Aziatische land genoeg
geld om miljoenen huizen en wegen, die
door overstromingen zijn weggevaagd, te
herbouwen.
Onterechte schattingen.
Dat dodencijfers bij oorlogen of grote na-
tuurrampen worden opgeblazen, is eerder
regel dan uitzondering. Zo werd de tsunami
in Azië, eind 2004, uiteindelijk ook met en-
kele tienduizenden doden naar beneden
bijgesteld. Volgens journalist en Haïtikenner
Linda Polman heeft die ramp een nieuwe
standaard gezet, die eigenlijk overtroffen
moet worden om de internationale ge-
meenschap en donoren nog te wakker te
schudden.
“Het mechanisme lijkt zo te zijn dat de vol-
gende ramp weer‘erger’dan de vorige moet
zijn om iets los te maken bij mensen.” Men
vergeleek deze ramp vanaf het begin de
ramp met de tsunami in 2004. Men heeft die
behoeftekennelijk,dusgaathetaltijdom‘de
grootste ramp in de recente geschiedenis’of
om‘het hoogste aantal doden per vierkante
kilometer in de recente geschiedenis’.”
Het opblazen van statistieken kan ook ris-
kant zijn. Zo verspeelde de klimaatcommis-
sie van de Verenigde Naties (IPCC) onlangs
veel goodwill en geloofwaardigheid toen
bleek dat cijfers in klimaatrapporten waren
aangedikt. Een soortgelijk ‘bedrog’ bij ram-
pencijfers in de toekomst zou ook tot maat-
schappelijke scepsis en afnemende bereid-
heid van donoren kunnen leiden.
Rampenmoeheid in Nederland.
Voor de ramp in Pakistan is minder geld
verzameld dan voor andere soortgelijke
rampen. Een van de redenen die hiervoor
genoemd wordt, is dat wij Nederlanders
rampenmoe zijn. De afgelopen 6 jaar heb-
ben de volgende rampen plaatsgevonden:
Tsunami’s, vooral in Azië (2004, 2006, 2007,
2009), Hurricane Katrina, VS (2005), mod-
derstroom Java, Indonesië (2006), aardbe-
ving Italië, l’Aquila (2009), aardbeving Haiti,
Caraïben (2010), aardbeving Chili (2010),
overstromingen Pakistan en India (2010),
het houdt maar niet op en lijkt in frequentie
toe te nemen.
Minder media aandacht voor Pakistan.
Een andere reden die naar voren komt in het
geval van Pakistan, is dat er minder media
aandacht voor is geweest. Veel mensen ga-
ven aan minder goed op de hoogte te zijn
van de situatie in Pakistan, doordat ze het
minder vaak voorbij hebben zien komen in
het nieuws. Zeker als je het vergelijkt met
voorgaande rampen zoals de aardbeving in
Haïti en de tsunami in de Indische Oceaan,
waar de kranten wekenlang over schreven.
Toen Zuidoost-Azië in 2004 door een ver-
schrikkelijke tsunami getroffen werd, was de
Nederlandse solidariteit indrukwekkend. In
totaal werd er toen voor 208,3 miljoen euro
gedoneerd. De hulpactie voor Haïti leverde
83 miljoen euro op. Voor Pakistan is er 16,1
miljoen euro verzameld en dat terwijl er 14
miljoen mensen getroffen zijn. Eén dag voor
de inzamelingsactie waren er nog twijfels of
de watersnoodramp wel genoeg leeft in Ne-
derland en of men dus wel genoeg geld wil
geven aan Pakistan.
Is Nederland
rampenmoe?
Jemima Rachel Botchey, (19) is
tweedejaars student Bedrijfskunde
aan de VU.
‘Wat hij gezien had
noemde hij
hartverscheurend.’
“Pakistan heeft geen
hulp van Westerse
landen nodig en
zou op eigen benen
moeten staan.”
‘Het mechanisme lijkt zo
te zijn dat de volgende
ramp weer‘erger’dan
de vorige moet zijn om
iets los te maken bij
mensen.’
De afgelopen tijd hebben zich heel wat grote rampen voorgedaan. In december 2004 zorgde een zeebeving in de Indische
Oceaan voor een catastrofe in delen van Zuidoost-Azië. In augustus 2005 richtte orkaan Katrina een verschrikkelijke schade
aan in de stad New Orleans en op 12 januari 2010 deed zich een zware aardbeving voor in Haïti, die honderdduizenden
slachtoffers tot gevolg had. Voor deze rampen zijn grootschalige acties opgezet over heel de wereld. Opmerkelijk was wel
dat er in Nederland voor de ramp die eind juli van dit jaar in Pakistan plaatsvond, minder geld is opgehaald dan voorgaande
keren. Maar wat bepaalt nu eigenlijk of we wel of niet doneren? En in hoeverre blijven we doneren aan giro 555 en andere
opgezette acties?
economie
Door Jemima Rachel Botchey
AVENIR14
AVENIR16
17AVENIR
Mooie start
In oktober 2009 ben ik gestart als trainee
binnenhetYoungSourcingExecutives(YSE)
Program bij Kirkman Company. Als trainee
heb ik gedurende twee jaar de kans om mij
op inhoudelijk vlak te ontwikkelen op het
gebied van Strategic Sourcing en verwerf
ik vaardigheden door middel van opleidin-
gen en coaching.Voor mij als starter was dit
een goede start van mijn carrière. Binnen
twee jaar voer ik 3 tot 4 verschillende op-
drachten uit bij diverse private en publieke
organisaties; een mooie uitdaging.
Mijn eerste externe opdracht vond plaats
bij dance4life. Het YSE Program is suppor-
ter van dance4life. Dance4life internatio-
nal is gehuisvest in hartje Amsterdam en
bestaat uit een hecht, internationaal team.
Voor mij een geluk, aangezien ik net was
verhuisd naar Amsterdam en dus iedere
dag op de fiets naar mijn werk kon. Ge-
durende de eerste zes maanden van mijn
traineeship, was ik onderdeel van dit team
en heb ik met veel plezier aan diverse pro-
jecten gewerkt.
Passie en ambitie
Een van mijn mooiste projecten was het
organiseren van een ‘dance4life experien-
ce’. Dit was een partnership event, waarbij
mogelijke partners meegenomen werden
in een scholenprogramma. Zo stonden
meer dan 200 volwassen mensen de ‘drill’
(dance4life dans) te dansen, dat is mooi om
te zien. Wat mij het meest is bijgebleven?
De enorme passie en ambitie waarmee de
mensen binnen dance4life werken om jon-
geren op een innovatieve, uitdagende en
positieve manier de strijd tegen HIV en aids
aan te laten gaan.
Mentor programme
Nadat ik mijn opdracht bij dance4life had
afgerond, kwam er een nieuwe uitdaging
voorbij, namelijk als mentor van het dance-
4life youth council. Deze ‘youth council’ is
in het leven geroepen om ervoor te zorgen,
dat dance4life niet alleen vóór maar ook
met name dóór jongeren is. De‘youth coun-
cil’(die bestaat uit 15 jongeren uit verschil-
lende landen) denkt mee over de verdere
ontwikkeling van dance4life, representeert
dance4life tijdens nationale en internatio-
nale congressen en mobiliseert hun ach-
terban. Zo zorgt het, dat het programma
goed blijft passen bij de doelgroep en de
specifieke problemen in het land.
Om de jongeren zo optimaal mogelijk te
laten functioneren, laat dance4life hen
coachen door aanstormend talent uit het
bedrijfsleven en ik mag mijzelf tot een van
de gelukkigen prijzen.
Op naar Zuid-Afrika
Voor de kick-off meeting was ik in Zuid-
Afrika van 6 t/m 13 augustus met 15 jon-
geren en 7 mentoren uit het bedrijfsleven.
Een bijeenkomst met 16 verschillende nati-
onaliteiten; heel bijzonder. Ik vind het leuk
om te zien dat de daar aanwezige bedrij-
ven geloven in deze innovatieve vorm van
talentontwikkeling en het zien als een ef-
fectieve manier om invulling te geven aan
Corporate Social Resposibility. Tijdens deze
week kreeg ik samen met de andere men-
toren professionele training op het gebied
van leiderschap, mentoring en coaching en
begeleidden we de jongeren bij het opstel-
len van hun plannen.
Gedurende één jaar coach ik nu twee jon-
geren uit Duitsland en Barbados. Geweldig
dat er zoiets bestaat als Skype, de eerste
meetings staan gepland. Ik kijk uit naar
deze samenwerking; ik vind het nu al een
bijzonder leerzame ervaring die ik niet had
willen missen.
Door Anneke Pijnenborg
Over dance4life
Dance4life is een internationale or-
ganisatie die zich samen met jon-
geren inzet om de verspreiding van
HIV en aids terug te dringen. Van de
7.400 mensen die dagelijks geïnfec-
teerd raken met HIV is bijna de helft
jonger dan 25 jaar. Vanwege deze
schokkende cijfers inspireert dance-
4life daarom juist deze generatie om
zelf in actie te komen. Jongeren in
de leeftijd van 13-19 jaar doorlopen
een uniek scholenproject bestaande
uit vier stappen: inspire, educate, ac-
tivate en celebrate. Startpunt is het
inspireren van jongeren door middel
van o.a. muziek en dans, vervolgens
leren jongeren de nodige vaardighe-
den om zelf in actie te komen. Doel is
het creëren van een ‘movement’ die
bestaat uit 1 miljoen agents4change
in 2014. Het Nederlandse initiatief
vindt inmiddels plaats in 28 landen
verspreid over 5 continenten.
Dans als metafoor
Dans is voor dance4life een metafoor.
Dans is dynamisch, positief, energiek
en een ‘taal’ die jongeren wereldwijd
verbindt. Dance4life geeft jongeren
de mogelijkheden en middelen om
zelf positieve maatschappelijke ver-
anderingen te realiseren.
Internationale social media
campagne
Onlangs gaf dance4life ambassadrice
Doutzen Kroes het startsein van de
nieuwe internationale campagne van
dance4life. Onder het motto‘Beat HIV,
spread the positive virus’kunnen jon-
geren het positieve virus verspreiden
en hun vrienden via Facebook uitno-
digen om hetzelfde te doen.
Het positieve virus
In de 80 dagen tussen 13 september
en 1 december (Wereld Aids Dag) wil
dance4life er voor zorgen dat er meer
jongeren besmet raken met het posi-
tieve virus dan met HIV.
Anneke Pijnenborg is werkzaam bij
YSE, Kirkman Company.
e4lifeDance4lifeMijnervaringalstrainee
economie
19AVENIR
3 6
741
2
Betül Albayrak (26) is adjunct inspecteur bij de
Inspectie der Rijksfinanciën (DG Rijksbegroting) die
deel uitmaakt van het ministerie van Financiën. Zij
studeerde Algemene Economie.
Vanuit het ministerie van Financiën is Betül verantwoordelijk
voor de begroting van het ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (SZW). Met de kredietcrisis spelen
onderwerpen als toenemende werkloosheid en stijgende
ww-aanvragen een grote rol. Betül: ‘SZW is een interessant
departement en de uitgaven van SZW zijn sterk afhankelijk van
de conjunctuur. Voor ons betekent dit dat we samen met SZW
nadenken over maatregelen om de budgettaire consequenties
beperkt te houden en om efficiënte en maatschappelijk
verantwoorde oplossingen te vinden.’
De Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) houdt zich bezig met de
begrotingen van de departementen. De medewerkers beoordelen
beleidsvoorstellen met budgettaire gevolgen op financiële
haalbaarheid en doelmatigheid. Betül heeft daarom veel contact
met de departementen. ‘Als ‘de ogen en oren’ van de minister
hebben wij een adviserende rol naar de minister en wij houden
hem op de hoogte van de uitgaven.’ Op ambtelijk niveau spelen
politieke voorkeuren nauwelijks een rol en daarom zijn de
adviezen puur objectief, vertelt ze. ‘Wij adviseren onze minister
dan ook zo goed en zo volledig mogelijk, maar de politiek is
beslissend voor de uitkomst van alle voorstellen en adviezen.’
‘Daarnaast houd ik me voor de begrotingscyclus bezig met
de uitvoering van de begroting in het lopende jaar en de
voorbereiding van de begroting voor het komende jaar. Ieder
voorjaar, de periode van de begrotingsvoorbereiding, wonen
wij overleggen bij die plaatsvinden tussen onze minister
en de ministers van de andere departementen over wat de
beleidsprioriteiten zijn en hoe de pot met geld verdeeld wordt.
Zo werk ik als adjunct inspecteur in een dynamische omgeving,
sta ik dicht bij beleid en heb ik altijd te maken met actuele
onderwerpen.’
Mogelijkheden voor een econoom
Al tijdens haar studie was Betül bekend met Financiën als
potentiële werkgever. ‘Het doorslaggevend moment voor mij om
stappen te zetten naar Financiën was een oriëntatiegesprek met
twee medewerkers van Financiën. Toen kwam ik meer te weten
over de mogelijkheden voor een startende algemeen econoom
bij Financiën. Dit alles heeft er toe geleid dat ik hier nu zit en
daar heb ik absoluut geen spijt van. Integendeel!’
Kijk voor meer informatie op www.minfin.nl of bel 070 342 89 69.
Je sollicitatie mail je naar recruitment@minfin.nl
‘Ik werk aan de
budgettaire con-
sequenties van de
kredietcrisis’
Bereid je voor
Wil jij je netwerk uitbreiden met specifieke
personendiejebinnenkortgaatontmoeten?
Zoek dan voor de ontmoeting gegevens van
de ander op zoals interesses en werkerva-
ring, zodat je een gemoedelijk gesprek op
gang kunt houden.
Maak nuttig gebruik van visitekaartjes
Bij het ontvangen van een visitekaartje, is het
handig om enkele gegevens van deze per-
soon op het visitekaartje te schrijven als ge-
heugensteun voor in de toekomst. Aangezien
je bij een eerste ontmoeting niet altijd direct
een visitekaartje ontvangt van een zakelijk
contact, is het handig om zelf altijd enkele
visitekaartjes op zak te hebben. Door je eigen
visitekaartje aan te bieden zal je gespreks-
partner zeker zijn visitekaartje teruggeven.
Neem naderhand contact op via mail of tele-
foon, al is het maar om te bedanken voor een
fijn gesprek. Zo blijf je beter hangen.
Heb plezier met het netwerken
Zorg dat je plezier hebt in het uitbreiden,
informeren, contacteren en communiceren
met jouw netwerk op je eigen manier. En-
thousiasme komt goed over waardoor je ge-
sprekspartner je beter zal onthouden.
Wees proactief
Probeer er bij de ander achter te komen welk
probleem hij/zij heeft en bedenk wie binnen
jouw netwerk daarbij kan helpen. Op deze
manier ben jij van toegevoegde waarde. De
ander zal dat zeker waarderen en jou wel-
licht een volgende keer een gunst verlenen.
Amy Landman (21), is vierdejaars
student bedrijfskunde en redacteur
externe betrekkingen van Avenir.
Het begrip netwerken ga je tijdens je
studietijd geheid vaak te horen krijgen.
Het opbouwen van een sociaal en zake-
lijk netwerk om jou verder te helpen in je
werk, carrière en privé-leven kan behoor-
lijk lastig zijn. Enkele tips om je op weg te
helpen met het opbouwen en uitbreiden
van jouw netwerk.
	 Door Amy Landman
7 Tips om je netwerk
uit te breiden
fun  Cultuur
Creëer een divers netwerk
Jouw netwerk bestaat in principe uit alle per-
sonen waarmee je nu contact hebt, of waar
je in het verleden contact mee hebt gehad
en die een positieve indruk van jou hebben.
Denk aan vrienden, familie, klasgenoten, et
cetera. Om een netwerk op te bouwen dat
als vangnet kan dienen voor allerlei situa-
ties, is het belangrijk dat je netwerk divers is.
Focus je dus niet op één sociale groep, maar
zorg dat je netwerk naast je vaste vrienden-
groep ook mensen van je studie, sportclub,
vereniging, buurt en nog meerdere sociale
groepen bevat.
Onthoud namen
Ontmoet je iemand die interessant kan zijn
voor jouw netwerk, zorg dan dat je de naam
en enkele details die diegene je vertelt ont-
houdt. Zo heb je altijd een aanknopingspunt
voor een volgend gesprek en kun je hem of
haar gelijk bij naam noemen. Zorg er ook
voor dat je gesprekspartner weet wat jij
doet, zodat diegene jou kan aanbevelen in
zijn/haar netwerk.
‘Om een netwerk op te
bouwen als vangnet,
is het belangrijk dat je
netwerk divers is.’
‘Door actief gebruik te
maken van sociale
media, is het mogelijk
je netwerk snel uit te
breiden.’
5
Gebruik sociale media
Met de komst van het Internet is de stap
naar het creëren van een groot netwerk veel
kleiner geworden. Sociale media zoals Fa-
cebook, Twitter en LinkedIn zorgen ervoor
dat bijna iedereen door middel van een paar
klikken met de muis bereikbaar is. Door hier
actief en slim gebruik van te maken, is het
mogelijk om snel je netwerk uit te breiden
en gemakkelijk contact te houden met jouw
netwerk zonder dat dit zeer veel inspanning
vereist. Houd in je achterhoofd dat een zake-
lijke lezer jouw profiel ook bekijkt en jou hier
op kan beoordelen.
AVENIR20
21AVENIR
Verliefd makend Bangkok
Aangekomen in Bangkok keek ik mijn ogen
uit. Het krioelde van de mensen, wat niet
gek is aangezien er ruim 12 miljoen mensen
wonen. Het eerste wat me opviel waren de
taxi’s, wat een soort Fast  the Furious Toy-
ota’s zijn, met wel heel opvallende kleuren.
Auto’s vulden de wegen in een onuitputtelij-
ke file en de scooters gebruikten de overige
schaarse ruimte nuttig om vooruit te komen.
Terwijl ik het straatleven verkende, werd ik
van het studentenleven begint na de colle-
ges, wanneer de studenten zich verspreiden
over de vele barretjes en restaurants. Thaise
studenten houden van drinken en vooral
van Johnny Walker. Bij de meiden moet alles
schattig en onschuldig zijn. Een soort Hello
Kitty uitstraling. De studenten (en overige
inwoners) zijn ook behoorlijk verlegen in
eerste instantie, maar zodra het eerste con-
tact gemaakt is zijn ze heel open en warm.
Ontsnapt aan een ladyboy
Bangkok heeft een geweldig nachtleven.
In de clubs wordt van alles gedraaid zoals
RnB  hiphop, house  trance en Thaise live-
bands. Een dansvloer is er niet, want die staat
vol met kleine tafeltjes met sterke drank en
bankjes. In de eerste uren van de avond
wordt er flink gedronken. Drank is heel
goedkoop in Thailand. Voor een fles whisky
met mixers ben je ongeveer 30 euro kwijt.
Na de eerste twee uur zijn al die onschul-
dig uitziende Thaise mensen dronken en
gaat het los. Mij werd van alle kanten drank
aangeboden, mensen vliegen je om de nek
en het is gemakkelijk om nieuwe vrienden
te maken. Om twee uur gaan de reguliere
clubs dicht en kan je terecht bij de vele af-
terparty clubs, om door te gaan tot 5 uur in
de ochtend. Verder heb je ook veel walking
overrompeld door de verschillende geuren
van eetstalletjes en de verkopers aan de
straatkant en de motortaxi jongens op elke
straathoek met het befaamde zinnetje; mis-
ter, where u go? Maar het allermooiste vond
ik de glimlach. Iedereen op straat lacht je toe
met een glimlach die je bijna verliefd doet
maken op het land.
De stad heeft twee merkbaar verschillende
kanten. Allereerst het moderne Bangkok
streets in Bangkok waar je de beruchte go-
go bars vindt inclusief Ladyboys. De lady-
boys zijn een verhaal apart, maar waar het
op neer komt is dat mannen zich laten om-
bouwen tot vrouwen. Bij sommigen is alles
verbouwd en bij sommigen is het alleen tot
de gordel gedaan. Deze ladyboys zijn soms
niet te onderscheiden van echte vrouwen.
Ik ben er zelf ook ingetrapt op mijn tweede
dag in Bangkok. Ik was er gelukkig wel op
tijd achtergekomen. Het ‘gevaarte’ was zich
namelijk vergeten te scheren onder de kin.
Bij mij in de klas zat er overigens een jongen
die in januari een man was en in mei duide-
lijk een vrouw was geworden.
Burn, Baby, Burn!
Na alle mooie ervaringen heb ik ook de rel-
len meegemaakt, wat behoorlijk heftig was.
De roodhemden hadden voor de rellen 5
weken lang het commerciële centrum bezet
gehouden. Ze eisten nieuwe verkiezingen en
het aftreden van de geelhemden, die in 2008
de macht grepen. In mei besloot de regering
om de protestsite te belegeren. Dit mondde
uit in rellen tussen het leger en de roodhem-
den. Nadat het leger omsingeld was, rea-
geerde het met harde maatregelen en zette
snipers, tanks en gewapende soldaten met
live munitie in. Mijn woning bevond zich 2
In het eerste halfjaar van 2010 had ik één van de beste beslissingen gemaakt in mijn le-
ven. Een beslissing die me een geweldige tijd en talloze onvergetelijke herinneringen
heeft bezorgd. Ik heb 6 maanden doorgebracht als exchange student in Bangkok, Thai-
land. Een klein paradijs op aarde gelegen in Zuidoost Azië.
met zijn nieuwe kantoorgebouwen, luxe
hotels, appartementencomplexen en su-
pergrote shopping malls. De andere kant is
het meer culturele en traditionele deel, met
een aantal indrukwekkende tempels met als
hoogtepunt de levensgrote Boeddha in het
Koninklijke paleis. De Thaise architectuur
kenmerkt zich door sierlijke gebouwen, met
veel goudkleurige onderdelen en verschil-
lende felle kleuren.
Verder is er een duidelijk verschil tussen arm
en rijk. Een villawijk keek zo uit op een slop-
penwijk, maar het mooiste is dat er geen
onderlinge wrok bestaat. Arm en rijk leven
vredig naast elkaar. Thaise mensen hebben
namelijk groot respect voor elkaar, de ko-
ning en de Thaise vlag.
Studentenleven
Ik heb een appartement gehuurd dicht bij
de Universiteit. Voor slechts 250 euro kreeg
ik mijn appartement met onder meer zwem-
bad, gym, roomservice en room cleaning. Op
Chulangkorn draagt iedereen een uniform.
Voor de jongens is dat een nette donkere
broek met wit overhemd en voor de meiden
een lange rok met een wit shirtje. De lange
rok werd bij de meiden wel heel snel een
minirokje, dus het testosteron gehalte op de
campus lag behoorlijk hoog. De colleges zijn
even saai als die in Nederland, hoewel de les-
stof wel makkelijker is. Het leukste gedeelte
straten achter de red zone waar de strijd het
hevigst was. Ik kon dus in de avond de ex-
plosies en kogelgeweer geluiden horen. De
roodhemden zetten barricades op en staken
overal in de stad autobanden in brand, om
het leger tegen te houden. Bangkok was be-
dekt onder een dikke wolk van zwarte rook.
Het leek soms op een scene uit de film Black
Hawk Down.
Mijn laatste twee weken moest ik door-
brengen met een avondklok die om 9 uur
‘s avonds inging. Ik was op een zondag met
een aantal vrienden ook de straat opgegaan,
om alles een beetje te bezichtigen en foto’s
te maken, onder meer van de barricades
van brandend rubber. Je maakt toch niet
elke dag een burgeroorlog mee. Op een
kruispunt nabij de red zone zagen wij een
roodhemd op een scooter met een geïm-
proviseerd kanon op zijn rug, die toen hij bij
de barricade aankwam neergeschoten werd
dooreensniper.Demanwerdsnelafgevoerd
met een ambulance. Dat was behoorlijk hef-
tig om mee te maken. De laatste dag van de
rellen had de overheid er genoeg van en liet
het leger een ‘imminent crackdown’ uitvoe-
ren. Barricades werden met geweld omver
geworpen, roodhemd leiders werden gear-
resteerd en geweldplegers werden neerge-
schoten of opgepakt. Op die dag hebben
de zwarthemden, de radicale beweging van
de roodhemden, overal in de stad brand ge-
sticht waaronder het beursgebouw, huizen
van politici, nieuwszenders, banken en me-
trostations. Een aantal dagen later was het
normale leven weer begonnen en leek de
rust teruggekeerd te zijn.
Een paar dagen later moest ik er ook aan
geloven. Nederland riep weer. Ik vertrok met
verdriet, maar één ding was duidelijk. Hier
kom ik heel snel weer terug.
studie
Khalid Li Boukdid (21), is vierdejaars
student bedrijfskunde.
Door Khalid Li Boukdid
Burning
Bangkok
The exchange
experience
AVENIR22
23AVENIR
Trend 1 – Consumerization of IT
The Consumerization of IT can be described
as the ongoing trend of new technologies
and models appearing in the consumer
world first before evolving into the enter-
prise. Good examples are the Blackberry and
new collaboration applications like Google
Docs and Spreadsheets. The challenge for
the IT profession will be to make these tech-
nologies and models safe for enterprise con-
sumption.
Trend 2 – Generation Y
Generation Y, the new generation of know-
ledge workers, has an innate familiarity with
Internet technologies and tools.They expect
facilities such as social networking, blogs
and wikis to be available in their workpla-
ce. The challenge for the IT profession is to
reach the level of agility that is needed to be
responsive on requirements that can change
every day.
Zet je talent om in geld
Momenteelverdienikmijngeldmethetge-
ven van bijles op de VU en de Hotelschool
waar ik in 2008 afstudeerde. In feite ben ik
zelfstandig ondernemer en deel ik mijn ei-
gen tijd in. Ik help per studieblok een aan-
tal studenten op verschillende dagen in de
week. Een bijkomend voordeel is dat mijn
eigen kennisniveau up-to-date blijft en
daarnaast verdient het aardig (in mijn geval
15 euro per student per uur). Ben je goed
in bijvoorbeeld wiskunde of statistiek? Laat
dan je nummer achter bij de decaan/studieadviseur van je voormalige
opleiding (VWO of HBO) en je wordt vanzelf gebeld! Tom van Ruitenbeek
(is bezig met het afronden van zijn MSc Financial Management)
Economisch verantwoord
Om alle kopjes thee, kopietjes en markeer-
stiften te bekostigen die er aan de VU we-
kelijks doorheen gaan, werk ik achter de bar
bij de Sugar Factory. Tijdens mijn bachelor
had ik meerdere bijbaantjes, maar omdat
ik me serieus op mijn Master Economics
wilde richten, besloot ik er maar eentje te
houden. De minst serieuze. Het is vaak hard
werken, maar wel één en al gezelligheid!
Veel leuke optredens, gekke collega’s en
héle lange na-borrels. Ik verdien niet alleen
geld met biertjes tappen, ik bespaar ook een substantieel bedrag uit aan
de mijne. Sinds ik bij de Sugar Factory werk, ga ik zelf een stuk minder
uit en consumpties op mijn werk zijn voor rekening van de baas. Ik zeg:
economisch verantwoord! Delia Leertouwer (MSc Economics)
Trend 3 – Boundary less Environment
Modern organizations define only what
work needs to be done and not where and
how. This allows employees to use their in-
dividual creativity and to find their own ba-
lance between work and their personal lives.
The challenge for the IT profession will be in
supporting the corresponding new techno-
logies such as telepresence facilities, virtual
classrooms and real-time collaboration plat-
forms.
To benefit from their investments in social
capital, companies must anticipate on these
three trends to enable their employees to
work in a smarter and more productive way.
It’s HP’s ambition to lead this evolution of
the next generation end user services. What
we see as an important innovation chal-
lenge is to maintain the human connections
in an electronic world. A good example of a
related HP innovation is Halo, a network of
precisely designed meeting rooms that lets
Astheworld’sleadingproviderofdesktoptechnologywearefrequentlyaskedforourvision
on the workplace of the future. Our reaction is that we see three emerging trends which will
haveamajorimpactontheevolutionofenduserservices.ThesearetheConsumerizationof
IT, the entry of generation Y into the workforce, and the emergence of the“boundary less”
work environment.
Studeren kost geld. Niet alleen de studie zelf, maar ook het studentenleven tast je budget soms behoorlijk aan. Om
alle studieboeken, het collegegeld, maar ook de borrels toch te kunnen blijven financieren hebben de meeste stu-
denten een bijbaan. Wat voor bijbaan studenten hebben varieert. Avenir vroeg vier studenten met verschillende
bijbanen iets over hun bijbaan te vertellen.
you meet with colleagues on the other side
of the world as if they were right across the
table from you. Halo gives you the sense of
being in the same room together. But Halo is
just one specific example.We work hard eve-
ry day to create new possibilities for techno-
logy to have a meaningful impact on people,
businesses, governments and society.
More information
More information about HP is available at
www.hp.com.
Hewlett
Packard
economie
Hoe haal ik het
einde van de maand?
Studenten en hun bijbaantjes
Door Malon van Eerde
Veelzijdige bijbaan
Ikwerknaastmijnstudiealsstudent-traineebij
Samhoud,eenadviesbureaudatorganisaties
in zowel het bedrijfsleven als de overheids-
sector adviseert en begeleidt in visie – en stra-
tegietrajecten, leiderschapsontwikkeling en
cultuur- en verandermanagement. Het leuke
aan studenttrainee zijn, is dat je vanaf dag
één meteen betrokken bent bij het bedrijf. Je
wordt gestimuleerd om actief mee te denken,
je leert heel veel en je bent bij klanten en pro-
jecten betrokken. Ik ondersteun een team van
adviseurs dat zich op de overheid richt. Mijn werkzaamheden zijn heel divers;
onderzoek doen naar een bepaalde overheidsmarkt, meeschrijven aan een
artikel, presentaties voor de klant maken, meedenken over een leersessie en
nog veel meer. Ik krijg op deze manier alle facetten van het adviesvak te zien
en de connectie met de overheidssector maakt het voor mij heel interessant
en leuk om hier te werken! Gabi Brouwer (MSc Economics)
Ondernemen in je studententijd:
theorie of praktijk?
Afgelopen zomer zijn wij een bedrijf ge-
start, genaamd Bozec. Door middel van
onderzoek en advies helpen wij onder-
nemers in het MKB bij hun ambitie om te
investeren in snel ontwikkelende markten
zoals China en India. Het leiden van een
eigen bedrijf is een mooie ervaring: je be-
paalt zelf de werktijden en de koers van
het bedrijf. Daar staat wel tegenover dat je
hard moet werken en blut bent wanneer je
geen nieuwe projecten aantrekt. Voor het aantrekken van nieuwe klan-
ten is het belangrijk om kwaliteit te leveren en zo een reputatie op te
bouwen. Kortom: ondernemen is een sprong in het diepe, maar kan een
lucratieve en leerzame ervaring zijn. Lars Jongerius  Robin Sie (4e jaar
bachelor IBA  MSc Finance and Investments @ RSM Erasmus)
fun  Cultuur
thema
Social Capital
Social Capital: de waarde van sociale relaties.
Hierbij wordt al snel gedacht aan ‘netwerken’, iets dat
de meeste studenten wel aanspreekt. Dit is inderdaad
een onderdeel van social capital, maar dit thema gaat
nog veel verder dan alleen netwerken. Dat blijkt in
deze Avenir uit het brede scala aan artikelen over
Social Capital:
» Neem een kijkje op pagina 32 en stort je in de
maffiawereld
» Lees op pagina 36 over het belang van Social Capital in
de politiek
» Zet je eigen netwerkplatform op met de tips van Charles
Ruffalo op pagina 38
» Ontdek de negatieve gevolgen van Social Capital door je
te verdiepen in complottheorieën op pagina 40.
25AVENIR
AVENIR24
AVENIR26
27AVENIR
social capital
Campagne Obama
Om de waarde van sociale relaties in com-
munities te illustreren, geeft McGill University
professor en management expert Professor
Henry Mintzberg een mooi voorbeeld:“We zijn
sociale dieren die niet effectief kunnen functi-
oneren zonder een sociaal systeem dat groter
is dan onszelf. Dit is wat er bedoeld wordt met
‘community’–desocialelijmdieonsbindtvoor
het groter goed. Je hoeft niet verder te denken
dan de energie die heerste door het sterke
community gevoel in de campagne van Barack
Obama.”
Communities mobiliseren
Wat kan bereikt worden met het stimuleren en
sturing geven aan Social Capital? Op profes-
sioneel gebied kan het senior management
door interactie tussen verschillende afdelingen
aan te moedigen, meer toegang tot belang-
rijke informatie en kennis krijgen die anders
onontdekt zou blijven. Deze informatie en
kennis kan gebruikt worden om bijvoorbeeld
schaarse middelen te verkrijgen. Door deze
verhoogde samenwerking ontstaan er binnen
organisaties hechtere interne netwerken. Voor
een extreem voorbeeld hoe deze netwerken
gebruikt kunnen worden, lees het bizarre ver-
haal van Charles D.A. Ruffolo in deze Avenir
over de wijze waarop hij een vliegdekschip
heeft kunnen regelen. Ook organisaties kun-
nen hierop inspelen door de ontstane commu-
nities te mobiliseren en zodoende collectieve
doelen te realiseren.
Drie pijlers
OmtebegrijpenwaternodigisomSocialCapi-
tal te stimuleren of zelfs te sturen, is het van be-
langkortintegaanopdeonderliggendepijlers
van het concept. Social Capital bestaat uit drie
pijlers, een structurele pijler - dit is de structuur
van het netwerk zelf (denk bijvoorbeeld aan
een ondernemersplatform), een relationele pij-
ler - dit bestaat uit vertrouwen en de hechtheid
van de relaties binnen het netwerk en tot slot
de cognitieve pijler - die gevormd wordt door
gedeelde normen en waarden.
Hoeelkvandezepijlersgestimuleerdwordtom
eensterkSocialCapitaltecreërenwordtuitvoe-
rig beschreven in deze Avenir in de verschillen-
de zeer uiteenlopende voorbeelden van toe-
passing van Social Capital. Niet alleen wordt er
een vliegdekschip geregeld, er wordt ook een
ondernemersplatform opgezet en wordt er een
kijkje genomen in de maffiawereld.
Tim Mooren (26), is Masterstudent
Management Consulting en
organiseert het Amsterdam
Academic Conference.
Door Tim Mooren
Sociale lijm bindt
voor het groter goed
Iedereen leeft, werkt of handelt in één of meerdere gemeenschappen, of communities. Dit kan reiken van de snelle consultancywereld,
de universiteit, een politieke, sport of goede doelen vereniging tot zelfs een parenclub. Door deel uit te maken van verschillende com-
munities heb je toegang tot bepaalde kennis, waar anderen geen toegang tot hebben. Dit maakt jouw netwerk van bekenden uniek en
dat is iets waard. Sterker nog, je netwerk kan bepalend zijn voor hoe succesvol je wordt! Iedereen is het erover eens dat het iets waard
iswanneertweemensenelkaaropeenpositievemanierkennenenmetelkaaromgaan,maarhetislastigomereenvingeropteleggen
wat die waarde nou precies inhoudt. Dit is het vraagstuk waar Social Capital zich mee bezig houdt; de daadwerkelijke en potentiële
waarde van sociale relaties. Als we dit beter zouden begrijpen, kunnen organisaties dan Social Capital stimuleren of zelfs sturen, om
zodoende effectiever hun doelen te realiseren? Of kan de Nederlandse overheid dan beter inspelen op integratievraagstukken?
eindigt. Daarnaast ben ik ook geen persoon
die anderhalf uur naast iemand kan zitten zon-
der er een woord tegen te zeggen; collegetijd
is toch ook een beetje de tijd om te‘socializen.’
En vragen stellen doe ik alleen wanneer ik
ook daadwerkelijk een vraag heb. Zelf vind ik
namelijk bepaalde studenten heel irritant die
niet een vraag stellen omdat ze er zo graag
een antwoord op willen, maar de vraag ver-
pakken met een hele uitleg om te laten zien
hoeveel ze over het onderwerp weten. Ik weet
honderd procent zeker dat je ook zulke perso-
nen in je jaar hebt.
Ten tweede hechten ze in Engeland enorm
veel waarde aan de titel van de referent. Je
scoort dan ook het hoogst als je referent‘prof.’
voor zijn naam heeft staan. Nou weet ik niet
hoe het bij Bedrijfskunde of IBA is, maar bij
Economie krijg je niet vaak les van een pro-
fessor en zowel, dan zijn deze mensen door
tijdtekort meestal niet het makkelijkst bena-
derbaar.
Deze punten kan je omzeilen door contact te
leggen met de professoren die je lesgeven,
of met professoren op een gebied waarin je
verder wilt. Ik heb ervaren dat je beter een
onpersoonlijk mailtje achterwege kunt laten
en gewoon maar de ‘stoute’ schoenen moet
aantrekken. Het zal je verbazen hoe gewillig
professoren zijn om ambitieuze studenten
Dus nu heb ik stress. Waarom? De aanmel-
dingstijd in Engeland is begonnen en het werk
blijkt toch nog meer dan verwacht. Terwijl ik
een motivatiebrief schrijven al moeilijk ge-
noeg vind, moet ik daarnaast ook nog twee
essays, een research proposal, kopie van mijn
cijferlijstendeuitslagenvaneenkwantitatieve
en een Engelse test inleveren. En alhoewel het
gevolg is dat ik nul komma nul vrije tijd heb
naast mijn studie en mijn baantje en soms de
bomen door het bos niet meer kan zien, heb ik
al deze dingen toch zelf in de hand.
Een erg belangrijk onderdeel voor de aanmel-
ding en tevens één waar ik zelf gedeeltelijk
de controle uit handen moet geven, zijn de
referenties. Een referentie krijgen is op zich
geen probleem, een ‘goede’ referentie krijgen
is een ander verhaal. Dat is niet iets wat je in
de laatste twee weken voor je aanmelding re-
gelt, maar waar je tijdens geheel je studietijd
voor moet netwerken. Zelf vind ik dit lastig om
twee punten.
Ten eerste weet ik niet of je dit zelf ook hebt
opgemerkt, maar het is niet heel gemakkelijk
om eruit te springen in een collegezaal van
200 man. Je kan natuurlijk altijd vooraan zit-
ten, goed opletten en vragen stellen. Echter,
dit is mij niet altijd even goed gelukt, aange-
zien ik niet erg goed ben in op tijd komen en
je vaak dan toch iets hoger in de collegezaal
verder te helpen. Natuurlijk moet je wel be-
wijzen aan hen dat je slim, hardwerkend en
referentiewaardig bent. Ik ben zelf ook zonder
afspraak gewoon het kantoor van een profes-
sor binnengelopen. Niet alleen om een refe-
rentie te vragen, maar om te vragen of hij de
supervisor van mijn Research Assistantship
(een optie via het honours programma) en van
mijn bachelorscriptie wilde zijn. Ik heb daarbij
wel uitgelegd dat mijn uiteindelijke doel een
referentie krijgen was en waarom ik deze refe-
rentie nodig heb. Inmiddels is deze professor
eerder een mentor voor mij geworden dan dat
hij alleen supervisor is. Hij helpt mij met mijn
vakken kiezen, motivatiebrieven op te stellen
en al de andere dingen die ik moet doen.
Dus mijn tip aan jou is: heb je een referentie
nodig, loop gewoon bij iemand naar binnen
en doe je verhaal. En kent deze persoon je
niet, bedenk dan hoe jij aan hem/haar kunt
bewijzen dat je referentiewaardig bent. Wees
niet nerveus en stel je van tevoren eerst kort
voor. Klinkt misschien raar, maar er is niets zo
vervelend als heel je verhaal doen en vervol-
gens te horen krijgen: ‘Uhm, klinkt leuk, maar
wie ben jij eigenlijk?’ En geloof mij, ik spreek
uit ervaring...
Emma van Eijndhoven (22), studeert
de bachelor economie
Emma van Eijndhoven
Studentencolumn
Stress!!! Eindelijk is het moment daar! Het moment waar ik drie jaar
lang met bloed, zweet en tranen naar toe heb gewerkt. Mijn tijd aan
de VU betekende voor mij een fulltime intrek in de stiltezaal op de be-
gaande grond en al mijn vrije tijd spenderend bij Aureus (Dat laatste
doe ik natuurlijk ook voor de gezelligheid en de gratis koffie, die vaak
meer wat weg heeft van motorolie). Drie jaar lang heb ik geprobeerd
zo hoog mogelijke cijfers te halen en mijn CV te pimpen met allerlei
extracurriculaire activiteiten. En dat allemaal omdat ik straks mijn mas-
ter graag in Engeland wil gaan doen en daar toegelaten worden een
stuk minder makkelijk is dan in Nederland.
NERDWERKEN
27AVENIR
social capital
AVENIR28
29AVENIR
In uw boek schrijft u over postmodern lei-
derschap en de postmoderne generatie.
Kunt u dit fenomeen voor ons in verband
brengen met social capital? 	
Er is een verschil tussen de moderne en
postmoderne generatie. De modernen,
zoals ik, zijn goed bekend met het post-
modernistische gedachtegoed maar heb-
ben een modernistische opleiding geno-
ten. De hoger opgeleide generatie tot 35
daarentegen heeft enkel een postmoder-
nistische kijk op de wereld; zij weten ook
niet anders. En dit is niet slechts een Wes-
ters fenomeen. Ook studenten in Saudi-
Arabiё en Thailand identificeren zich hier-
mee. Zo heb ik voor het hoofdstuk over
postmodern medicine, met artsen uit de
hele wereld gesproken. Zij beaamden al-
len de veranderingen die ik in mijn boek
beschrijf. Een kenmerkend voorbeeld
hiervan is dat mensen tegenwoordig
voordat zij naar een arts gaan, zelf via goo-
gle op zoek gaan naar wat hen mogelijk
die je haalt uit een face to face interactie.
Dus vraagt hij zijn manager in de betref-
fende steden om te lunchen met deze
mensen om erachter te komen wie zij zijn:
zijn ze getrouwd, hebben ze kinderen, wat
zijn hun hobby’s? Dat zijn allemaal we-
tenswaardigheden die het gemakkelijker
maken om effectief met iemand samen te
werken.
Daarmee komen we meteen bij een van
de uitdagingen van sociaal netwerken.
Deze netwerken werken het beste wan-
neer er een fysieke basis is, dus wanneer je
iemand werkelijk ontmoet hebt en elkaar
hebt leren kennen, zoals in je studenten-
tijd. Een dergelijk fundament is ook voor
online contacten erg belangrijk. Toch zijn
er ook mensen die ik slechts kort ontmoet
heb maar met wie ik me toch sterk ver-
bonden voel door contact via Facebook,
LinkedIn of Twitter. Maar die relaties heb-
ben niet dezelfde diepgang als die met
mensen met wie ik ook daadwerkelijk tijd
heb doorgebracht.
Wat onderscheidt het Advanced Lea-
dership Program (ALP) dat u samen met
Henry Mintzberg ontwikkelde van andere
programma’s op dit gebied?
Het is een programma bestaande uit drie
modules dat de hele wereld over gaat. We
mankeert en na het bezoek, wederom op
het internet, gaan opzoeken wat de arts
nu precies tegen hen gezegd heeft. Zo
komen zij in aanraking met verschillende
opinies met betrekking tot hun klachten.
Dat is een groot verschil met vroeger, toen
wat de arts voorschreef door mensen zon-
der meer werd aangenomen. De dokter
werd vroeger als het ware gezien als een
soort van ‘God’ met een kleine ‘g’.
Wat de postmoderne generatie bindt,
is onder andere de technologie die ze
tot haar beschikking heeft. Vanwege de
hedendaagse technologische mogelijk-
heden, verschilt de wijze waarop zij hun
sociale netwerk opbouwen en contac-
ten onderhouden aanzienlijk van hoe de
modernen dat deden. Wij hadden niet de
middelen van nu, zoals e-mail. Dus toen ik
mijn studie in Los Angelos had afgerond
en terugkeerde naar Toronto, verloor ik
snel het contact met mijn studiegenoten.
zitten met tussenperiodes van drie maan-
den een week in Engeland, in Canada en
in India. Het grote verschil met andere
programma’s is dat het ALP de helft van
de tijd besteedt aan een door de CEO
van een deelnemend bedrijf ingebrachte
kwestie. In plaats van een individu komt
er een groep afgevaardigden van een or-
ganisatie die zich gaat buigen over een
dergelijke ‘McKinsey-kwestie’. Dit doen zij
samen met ons en de faculteit, maar ook
met zogenaamde ‘friendly consultants’
. Dit zijn de senior adviseurs van andere
bedrijven die jou kunnen adviseren vanuit
hun eigen ervaringen. Hiernaast zijn we
ook wel bezig met educatie en geven we
lezingen, maar het gaat ons voornamelijk
om het uitwisselen van ideeёn. Daarnaast
bevordert het voorleggen van CEO kwes-
ties aan bestuursleden begrip voor het
werk dat deze verricht en leren zij in het
ALP omgaan met de vaak dubbelzinnige
vraagstukken waar de CEO mee te maken
krijgt. De bestuursleden leren denken als
een CEO en that’s a good thing.
Hoe kunnen managers het social capital in
hun organisatie het beste inzetten?
Dat hangt af van de taken waar een orga-
nisatie voor staat. Vooral bij zaken waarin
je te maken hebt met de omgeving en
Karl Moore is een professor aan de faculteit der managament, McGill Universiteit. Deze award winning docent is mede directeur
met Henry Mintzberg voor ´the Advanced Leadership Program´ op de McGill Universiteit. Als ervaren corporate manager heeft
hijvoorzijnacademischecarrière12jaarinsalesenmarketingmanagementpositiesgewerkt,indehightechindustrievoorIBM,
Bull en Hitachi. Social capital onder de loep genomen door Karl Moore.
Tegenwoordig ben je na je afstuderen nog
steeds allemaal‘ vrienden’op Facebook en
kun je elkaars netwerk vergroten. Op die
manier bouw je op een heel vanzelfspre-
kende wijze aan je sociaal kapitaal. Mijn
generatie moest daar veel meer moeite
voor doen.
Wat betekenen deze nieuwe netwerken
voor de kwaliteit van de binding tussen
mensen?
Dat is inderdaad een van de kwesties waar
we momenteel mee bezig zijn. Collega’s
van mij hebben onderzoek gedaan naar
global teams. De leden van zo’n team wer-
ken samen maar wonen verspreid over de
hele wereld. Een voormalige student van
mij vertelde bijvoorbeeld dat hij werk-
nemers heeft die hij nog nooit ontmoet
heeft en ook nooit zal ontmoeten. Het
probleem dat daarbij komt kijken, is dat
de informatie die je krijgt via email of sky-
pe een stuk beperkter is dan de informatie
het daarop afstemmen van je strategie en
business model, is het belangrijk om uit
het aanwezige social capital te putten om
informatie te vergaren over de trends en
producten waar zowel klanten als werkne-
mers mee te maken krijgen. De afdelingen
sales en marketing moeten als geen ander
de externe wereld en hun klanten begrij-
pen. Zeker in een tijd waarin strategiёn
niet lang stand houden en er continue
vraag is naar nieuwe producten, moeten
we de ontwikkelingen zien bij te houden.
Sociale netwerken zijn daarvoor een be-
langrijke bron.
Managers geven aan het lastig te vinden
om het social capital in hun organisatie te
benutten. Wat zou u hen adviseren?
Allereerst is het belangrijk dat je je netwerk
wilt delen met anderen. Je moet leren om
goedgeefs te zijn met betrekking tot je so-
cial capital. Ook zijn er zogenaamde‘super-
networkers’die van nature erg goed zijn in
het opbouwen van een sociaal netwerk en
het leggen van verbindingen tussen men-
sen en daar ook plezier aan beleven. Het is
belangrijk om de supernetworkers in een
organisatie te identificeren en een goede
relatie met hen op te bouwen. Zodat je
met een vraagstuk altijd bij hen en hun
gehele netwerk terecht kunt.
Joris Kijzer (21), is Masterstudent
Strategy  Organization.
Tim Mooren (26) is Masterstudent
management consultancy.
Lisette Jong (22) is derdejaars
bachelor sociologie.
Door Joris Kijzer, Tim Mooren en Lisette Jong
Karl Moore
De invloed van het
nieuwe netwerken
Interview met Karl Moore
social capital
31AVENIR
For more information: www.ingtalentprogramme.com
Apply for the talent programme that
suits your qualities and ambition
* Retail Banking Leadership Programme
* Operations  IT Banking Talent Programme
* Global Risk Talent Programme
Are you ready to have an impact
from day one?
Do you want to kick start your
career and reach the position
of manager or specialist in just
three to five years?
Do you have leadership
ambition, strategic vision,
persuasiveness and manage-
ment skills?
Yes
Yes
Yes
Yes
Yes
No
No
No
No
No
Are you an ambitious graduate
with less than two years
of working experience?
Are you looking to put your
leadership potential to good
use by taking on a challenging
traineeship?
YOU COULD BE THE IDEAL CANDIDATE
FOR THE ING TALENT PROGRAMME.
LEARN MORE ABOUT THE CHANCES
AND OPPORTUNITIES AT ING. GO TO
WWW.INGTALENTPROGRAMME.COM
Docentcolumn
“It’s a small world” hoor je vaak onbekende mensen zeggen, als ze er-
achter komen dat ze gezamenlijke kennissen hebben. Vanuit netwerk
perspectief lijkt de wereld inderdaad klein te zijn. Sinds de small world
experimenten van Stanley Milgram, hebben verschillende onderzoekers
geprobeerd aan te tonen dat mensen gemiddeld maar zes stappen nodig
hebben om een willekeurige persoon ergens op de wereld te kunnen be-
reiken. Hoe komt dit? En wat heb je er aan om dit te weten?	
Zuzana Sasovova
It’s a Small
World
De zes stappen of ‘six degrees of separation’
blijken voor allerlei soorten netwerken te
gelden. Zo heeft de acteur Kevin Bacon bij-
voorbeeld in 1994 in een interview laten we-
ten met alle acteurs in Hollywood te hebben
samengewerkt of in ieder geval met iemand
met wie zij samenwerkten. Op basis van deze
uitspraak werd later een Kevin Bacon game
ontwikkeld. Voor een willekeurige acteur
wordt de lengte van het kortste pad bepaald
door het tellen van het aantal stappen naar
Kevin Bacon. Zo heeft bv. Carice van Houten
een ‘Bacon number’ van 2 omdat zij in Repo
men (2010) met Forest Whitaker heeft ge-
speeldendiespeeldesamenmetKevinBacon
in The Air I Breathe (2007). Het bleek erg lastig
te zijn om een acteur te vinden die een ho-
ger ‘Bacon number’ heeft dan 4. Voor weten-
schappers bestaat een vergelijkbare maatstaf
–‘Erdös number’, deze maatstaf geeft aan hoe
ver in het co-auteurschapnetwerk een onder-
zoeker zich bevindt van de zeer productieve
Hongaarse wiskundige Paul Erdös (voor zijn
co-auteurs is het een 1, voor de co-auteurs
van zijn co-auteurs een 2, enz.). Probeer zelf
maar eens op LinkedIn na te gaan hoeveel
stappen je van een bekende onbekende of
een onbekende bekende persoon staat.
Welke eigenschappen van netwerken zor-
gen ervoor dat mensen elkaar in relatief
weinig stappen kunnen bereiken? De ver-
rassend korte afstanden in sociale netwer-
ken zijn vooral bijzonder omdat er in een
netwerk vaak sprake is van lokale clusters
– groepen vrienden die samen een hecht
netwerk vormen. Als dit het enige organise-
rende principe was, zou een netwerk alleen
uit kleinere of soms iets grotere geïsoleerde
eilanden bestaan. Echter, door toeval of ge-
richte zoekacties ontstaan er relaties tussen
clusters (‘random rewiring’) en deze zorgen
ervoor dat de eilanden met elkaar verbon-
den zijn – dat mensen elkaar kunnen be-
ïnvloeden, informatie kunnen uitwisselen,
maar ook virussen en infecties kunnen over-
dragen. Bovendien is de centraliteit binnen
een netwerk ongelijk verdeeld: een beperkt
aantal populaire mensen (die bv. bijzonder
actief zijn) worden veel vaker door anderen
benaderd. Ze komen daardoor centraal in
het netwerk te staan en fungeren als cen-
trale‘hubs’.
Je kunt je voorstellen dat een centrale ‘hub’
een belangrijke functie vervult in een in-
formeel netwerk. Evenals een broker die
de clusters met elkaar verbindt. ‘Hubs’ en
brokers zijn sleutelpersonen die het gehele
netwerk bij elkaar houden door informatie
te ontvangen en gericht door te geven. Bin-
nen organisaties worden centrale mensen
in het adviesnetwerk als invloedrijk gezien.
Bij sollicitaties leidt het hebben van kennis-
sen in de organisatie tot betere resultaten in
salarisonderhandelingen. Ook blijkt uit on-
derzoek dat brokers sneller bevorderd wor-
den. Maar veel in het netwerk gebeurt ook
onbewust. Uit een grootschalig onderzoek
uitgevoerd over 20 jaar is gebleken dat ge-
luk aanstekelijk is en zelfs kan doorwerken
tot de tweede stap in een vriendschapsnet-
werk. Daarbij worden gevoelens van geluk
gemakkelijker verspreid en doorgegeven
dan de minder vrolijke gevoelens – dus hoe
groter je netwerk hoe beter voor je geluk.
Ten slotte, een leuke bijkomstigheid voor
de komende herfst -en wintermaanden: een
gevarieerd netwerk verhoogt zelfs je weer-
stand tegen verkoudheid.
Zuzana Sasovova
Assistant Professor, Faculty of Econo-
mics and Business Administration 
Faculty of Social Sciences, VU Univer-
sity Amsterdam.
social capital
AVENIR32
33AVENIR
over de juiste kwaliteiten beschikt, dan zou
hij zomaar de advocaat of accountant van de
familie kunnen worden. Een zeer lucratieve
baan. Deze banen leveren veel respect op
binnen de familie en maken je een belang-
rijke schakel in de organisatie.
De associates met de grote banen worden,
zodra ze hun sporen verdiend hebben, net
zo goed behandeld als de directe familie. Dit
is deels omdat ze het verdienen, aangezien
zij taken vervullen die de familie zelf niet kan
ondernemen, zoals banen die een hoge op-
leiding vereisen. Maar ze worden ook goed
behandeld omdat de maffia ze nu niet meer
kwijt wil. De associates zijn zo dicht betrok-
ken bij de familie, dat het gevaarlijk zou zijn
als ze uit de familie stappen. Een ex-werkne-
mer kan zomaar met informatie naar de po-
litie stappen, of nog erger: naar een andere
maffiafamilie.
Daarom is het belangrijk om de associate
Family business
In de maffiawereld draait alles om de familie.
Ooms, neven, broers, vaders, ze zitten alle-
maal in de organisatie en handelen in naam
van de Don, het hoofd van de familie. Met
deze directe bloedverwanten kan een maf-
fiaorganisatie ver komen. Maar om de top
halen hebben ze hiervoor de juiste connec-
ties nodig.
Eén van de belangrijkste connecties voor de
familie is de associate. Een associate is geen
bloedverwant van de Don, maar is het ultie-
me“maffiamaatje”.
Hij (of zij, maar voornamelijk hij) werkt voor
de familie en kan solliciteren naar uiteenlo-
pende vacatures: hij kan de loopjongen zijn
en worden ingezet voor inbraken of drugs-
deals, maar het kan ook veel beter. Als hij
overal bij te betrekken. Hij moet zich één
voelen met de maffiafamilie. Hij is eigenlijk
niets anders dan een maffiamaatje, maar
wordt door de familie als bloedverwant be-
handeld.
Associates zijn een vorm van intern social
capital. Ze werken voor de familie (het liefst
ook voor niets of niemand anders) en wor-
den gezien als familielid. De maffia maakt
graag gebruik van dit interne social capital,
want daar hebben ze de meeste controle
over.
Toch heeft de maffia ook extern social capi-
tal. Dit zijn connecties die buiten de familie
handelen.
Intern vs. Extern
Organisaties die op weinig steun kunnen
rekenen van de buitenwereld gebruiken
vaak intern social capital, ook bekend als
“bonding”. Naast de maffia is de Ku Klux
Klan een goed voorbeeld hiervan. In dit
soort gemeenschappen kan je niet altijd
terugvallen op mensen van buitenaf die
zullen helpen, dus probeer je je organisa-
tie zo in te delen dat je zelf (bijna) alles kan
oplossen.
Extern social capital (ook bekend als “brid-
ging”) wordt vaak gebruikt door organi-
saties die populair zijn in de samenleving
(bijvoorbeeld Unicef). Zo’n organisatie kan
vrijwel altijd terugvallen op hulp van de
buitenwereld. Deze externe steun is bij een
bedrijf dat een positieve uitstraling heeft
heel normaal, in tegenstelling tot de te-
rughoudendheid waar organisaties als de
maffia vaak op stuiten.
De maffia toen en nu
Dit artikel focust zich op de maffia van
begin 20e eeuw. Dit is niet omdat de maf-
fia dood is, maar omdat ze tegenwoordig
meer op de achtergrond zijn. De “oude”
maffia bestond uit mediageile mannetjes
die zich graag naast de film- en sportster-
ren van hun tijd lieten fotograferen. Tegen-
woordig is dat anders, een maffioso zal
zich niet zo snel in de spotlights begeven.
Je hoort alleen maar iets over de maffia
wanneer een maffioso wordt opgepakt of
geliquideerd. Over hun dagelijkse activi-
teiten is tegenwoordig jammer genoeg erg
weinig bekend.
Pleinvrees
vulde envelop, maar kunnen ook zeker, waar
nodig, kracht bij gezet worden met chan-
tage of bedreigingen. Een ambtenaar heeft
zelden een schoon geweten en dat weet de
maffia maar al te goed. Als er daarom niet
voldaan wordt aan de wensen van de Don,
kan er wel eens iets heel vervelends gebeu-
ren. Er kan ongewenste informatie op straat
komen te liggen, het hoofd van je lievelings-
paard kan in je bed belanden of de schoe-
nen van cement komen uit de kast.
Het is daarom niet alleen belangrijk voor de
Don om een goede band te hebben met de
autoriteiten, andersom is het voor de autori-
teiten ook zeer wenselijk om in de smaak te
vallen bij de maffia.
De weg naar de top
Subtiel kan je de meeste maffiosi niet noe-
men, maar ze zijn vrijwel allemaal heel goed
in wat ze doen. Het zal maar zelden voorko-
men dat er een onderhandeling mislukt en
als het dan een keer zover is, kunnen ze dit
meestal snel weer rechtzetten.
Door de gehaaide manier van onderhan-
delen en door het brede arsenaal aan be-
dreigingen en chantagemiddelen, zijn de
meeste families meesters in het onderhou-
den, uitbreiden en (waar nodig) uitdunnen
van hun social capital. Of het nou gaat om
intern of extern, ze weten hoe ze connecties
moeten maken met de belangrijke perso-
nen en wat ze moeten doen, om deze om
te toveren tot hun eigen maffiamaatjes. Het
essentiële ingrediënt van een succesvolle
maffiafamilie.
Good cop, bad cop
De belangrijkste vorm van extern social ca-
pital in de maffiawereld, is het contact met
de politie en de politiek. Al veel politiechefs
en gouverneurs zijn ten prooi gevallen aan
de maffia en er zullen er nog vele volgen.
De plaatselijke politie of de landelijke poli-
tiek in je zak hebben is erg belangrijk voor
een maffiafamilie. Dit omdat als de regels
iets soepeler gemaakt kunnen worden voor
je, het werk van sommige van je associates
ook een stuk makkelijker wordt. Bepaalde
fraudezaken zullen niet heel diep onder-
zocht worden en sommige boetes zullen
een fikse korting krijgen.
Tevens zou het fijn zijn als de regels voor
rivaliserende families juist wat strenger
zouden zijn. Onverwachtse invallen in hun
fabrieken, arrestaties van hun belangrijkste
kopstukken, al deze kleine beetjes helpen.
Deze voordelen worden vaak veilig gesteld
met de overhandiging van een kleine ge-
Ayolt de Roos (20), derdejaars student
International Business Administration.
We schrijven de jaren ’20 tot en met ’50 van de vorige eeuw. De hoogtij van
de maffia. De soort die je op het witte scherm ziet. De maffia heeft de over-
hand in New York, het maffia Mekka van die tijd. Het is het tijdperk van Al
“Scarface”Capone en Anthony“Fat Tony”Salerno. Zij hebben de stad onder
controle, gesteund door hun familie, maar ook door enkele buitenstaanders.
“Maffiamaatjes”zoals Jort Kelder ze zou noemen. Social capital zoals ze echt
genoemd zouden moeten worden.
Door Ayolt de Roos
‘Een associate is het
ultieme maffiamaatje’
‘Al veel politiechefs en
gouverneurs zijn ten
prooi gevallen aan de
maffia’
MaffiamaatjesMaffiamaatjes
social capital
AVENIR34
How has social capital helped you to get
where you are now?
Throughout my career as consultant and en-
trepreneur, I have followed the philosophy
that becoming a trusted advisor in services
starts with investing in social capital, by ear-
ning trust and building relationships. For
instance, during First Financial’s first years
of existence, we did not invest in mass mar-
keting, but instead built our brand on what
I call, the “combination of the 3 c-s”: compe-
tence (delivering high quality), congruence
(alignment of word and actions) and care for
the customer (empathy). Especially in the fi-
nancial sector with its high reliance on trans-
action-based service models, this approach
was still rather uncommon at the time.
Financial institutions in particular have long
neglected the importance of trust. Fortuna-
tely, we are now seeing a shift in the financial
industry towards a more relationship-based
service model, as the standard for long-term
growth and stability. As such, the industry
seems to take the lessons from the financial
crisis seriously.
ING is a good example. Its strategic redirec-
tion involves, amongst other things, an in-
creased focus on social capital, by explicitly
prioritising customer centricity and corporate
social responsibility. As I have always been an
advocate of the relationship-based model, I
find this a really encouraging development.
As Managing Director at ING, nowadays, I do
not just tell people to “do as I say”, but I actu-
ally need to convince them to“do as I do”.
 
How do you use social capital in your current
position?
First and foremost, by being crystal clear on
what I believe is important. For me, good per-
formance is all about connecting purpose,
people and performance. Hence, I consider
it my responsibility to clearly communicate
the vision behind our strategic direction as
well as its envisaged achievements to our
stakeholders. Obviously, this starts with our
employees. For if we cannot unite our em-
ployees behind a shared vision of success, it
will be difficult if not impossible to convince
customers and other stakeholders to trust or
value ING and/or the products and services
we provide. 
 
What according to you is the added value of
social capital to the financial industry? 
Currently, the most fundamental challenge
for the financial industry is to rebuild trust
and credibility. For the confidence in financial
markets and businesses has been seriously
damaged by the recent events during the
financial crisis. This is a crucial observation
for the entire sector. It illustrates that finan-
cial institutions, like my own, do not operate
in a vacuum. We are part of society and can-
not flourish in a parallel world. For only when
our customers trust us, they will be willing to
take a chance, by yielding us some control
over their money, secrets, safety and/or other
things they value. As such, social capital lies
at the very heart of our business: it is the sum
of our total reserves of trust and credibility
that determines our success.
Dorothee van Vredenburch’s advice to students:
» ‘Friends may come and go, but enemies
accumulate’
» ‘It’s nice to be important, but it’s more
important to be nice!’
Werken aan vertrouwen.
Wil jij als
econoom
meewerken
aan herstel van
vertrouwen?
De huidige crisis heeft ons geleerd hoe essentieel een stabiel finan­
cieel stelsel is voor onze economie. En helaas is die stabiliteit
niet vanzelfsprekend. De complexiteit van het financiële systeem
vereist scherpe risicoanalyse, vertaald naar slagvaardig beleid, op
nationaal en internationaal niveau.
In die uitdagende omgeving kun jij als startende of ervaren
econoom een (volgende) carrièrestap maken. Meebouwen aan een
stabiele toekomst van de Nederlandse en internationale financiële
sector, en daarmee aan herstel van vertrouwen.
Werken bij DNB betekent werken aan maatschappelijk zeer
relevante zaken. Daarnaast krijg je volop mogelijkheden om je­
zelf te blijven ontwikkelen, zowel binnen je vakgebied als op het
persoonlijk vlak.
Wij jij meewerken aan vertrouwen? Ga dan naar onze web­
site www.werkenbijdnb.nl en reageer op één van onze vacatures
voor economen.
| Analytisch econoom met overtuigingskracht
(vacaturenummers 4219  4263)
| Econoom met statistische affiniteit (vacaturenummer 4239)
| Econoom/econometrist voor modelbouw
(vacaturenummer 4245)
Interview with Dorothee van Vredenburch 
Dorothee van Vredenburch (45, Dutch) has been Managing Director of ING Corporate Communications and Affairs (CCA) since
November 2009. The scope of her responsibilities includes several social capital related elements.
Ms. Van Vredenburch began her career in 1987 as an investment analyst in international securities in the London office of AMRO
Bank. After holding similar positions at Swiss Bank and Carnegie based in London, she returned to the Netherlands and founded her
own financial communications firm, First Financial Communications B.V.The firm became part of the global group Incepta (Citigate)
in 2001, where Ms. Van Vredenburch became Chairman of the Board for Citigate Europe before her departure in 2005.
Social capital:
the very heart
of our business
Danny Beijert (28), Premaster
Management Consultancy
‘I do not just tell people
to“do as I say”, but I ac-
tually need to convince
them to“do as I do”.’
Door Danny Beijert
social capital
AVENIR36
37AVENIR
In Rome en Athene hadden de aristocratische
families eeuwenlang de macht. De middel-
eeuwen werden beheerst door Koninklijke
families en de adel, die de macht onderling
verdeelden en hun machtsposities versterk-
ten door het onderling uithuwelijken van kin-
deren.Tot op de dag van vandaag blijkt social
capital essentieel voor macht en invloed in
democratieën, dictaturen en mengvormen.
Zo ook in onze Nederlandse democratie.
Historische context
De waarde van menselijke relaties werd al
vroeg op waarde geschat. Zo was de mens
volgens de Griekse filosoof Aristoteles ‘van
nature een sociaal wezen’ en komt hij in een
politieke gemeenschap het best tot zijn recht.
De Italiaanse politicus en filosoof Niccolò
Machiavelli schreef in 1513, in zijn bekend-
ste werk ‘Il Principe’, over hoe men mensen
moet inschatten en bespelen. Deel de welda-
den zelf uit en laat harde maatregelen door
anderen uitvoeren. Over menselijke relaties
schreef Machiavelli dat je tegenstanders
moet uitschakelen en vrienden moet aan-
stellen die baat hebben bij jouw beleid. Als
leider moet je ervoor zorgen dat je gevreesd
bent, maar niet gehaat wordt. Machiavelli
beschrijft zijn inzichten in wat wij nu social
capital noemen.
Nationale politiek
Nadat de parlementsverkiezingen van juni
2010 ‘a bridge too far’ bleken voor Jan Peter
Balkenende, schoof PVV-leider Geert Wilders
aan tafel met zijn oude, politieke bekenden
van de VVD. Het CDA ging ondertussen bijna
ten onder aan een interne machtsstrijd. Hier-
bij was Ab Klink het voornaamste slachtoffer
door het uitlekken van zijn brief aan fractielei-
der MaximeVerhagen en waarnemend partij-
voorzitter Henk Bleker. Klink werd in korte tijd
persona non grata binnen de CDA-fractie en
stapte op. Politieke vijanden kun je in korte
tijd maken, zelfs binnen je eigen partij. Dit
bewees ook de LPF-fractie in 2002. De LPF-
ministers Bomhoff en Heinsbroek vochten
elkaar de tent uit en het kabinet-Balkenende
I viel na 86 dagen.
Een mooi voorbeeld van nepotisme (vriend-
jespolitiek) vinden we bij de kabinetsformatie
in 1977. De PvdA was de grote winnaar van
de verkiezingen maar het CDA en de PvdA
kwamen er door de ideologische verschillen
niet uit. Na zeven maanden met diverse for-
matiepogingen legden CDA-leider Dries van
Agt en VVD-voorman Hans Wiegel de basis
voor het kabinet-Van Agt I in één nacht. Een
politieke vriendschap kwam tot stand en vlak
voor de parlementsverkiezingen van juni
2010 bespraken de heren gebroederlijk hun
herinneringen in het tv-programma Nova
College Tour.
De debatten in de Tweede Kamer zijn een an-
der voorbeeld van vriendjespolitiek. Voor het
debat nemen de partijen stellingen in over
het onderwerp. De coalitiepartijen stemmen
hun verantwoording richting de Tweede Ka-
mer op elkaar af en het debat is gedevalu-
eerd tot een schijnvoorstelling. Wanneer een
partij toch van mening verandert dan noemt
men dit ‘draaien’. Deze achterkamertjespoli-
tiek is een schoolvoorbeeld van het belang
van goede relaties in het politieke circuit, al
belemmert deze vorm van nepotisme wel
het politieke proces zoals dit oorspronkelijk
beoogd werd.
Vriendjespolitiek op Europees niveau
Bovenstaande coalitievormingen en vormen
van vriendjespolitiek vind je niet alleen bin-
nen onze landsgrenzen, maar overal. Zo is
het ook binnen de Europese Unie gebruike-
lijk om de meningen van tevoren op elkaar
af te stemmen. Voor een bijeenkomst van de
Raad van de Europese Unie gaan de topamb-
tenaren van de desbetreffende ministers met
Merijn Moeliker (20) is
derdejaarsstudent bedrijfskunde
en tweedejaarsstudent rechten.
beperkt, omdat er maar één politieke partij is
toegestaan.
Een ander land waar het belang van de juiste
relaties tot uiting komt is Rusland. Het meest
duidelijke voorbeeld is de ondergang van
olieconcern Yukos, nadat oprichter en eige-
naar Michael Chodorkovski werd opgepakt.
Hij werd kaalgeplukt vanwege zijn openlijke
steun aan liberaal-democratische politieke
partijen in het land. De macht van de zittende
politiek is groot en de belangrijke posities in
het land worden binnen de Kremlingezinde
partijen verdeeld. Onlangs werd bekend dat
het Kremlin minder blij zou zijn met de bur-
gemeester van Moskou, Joeri Loezjkov. Het
verliezen van politieke vrienden in het Krem-
lin betekent in Rusland meestal het einde van
je politieke carrière.
Essentie
Een dolksteek in de rug is bijna onvermijde-
lijk wanneer je geen politieke vrienden op
de juiste posities hebt. Het is onderdeel ge-
worden van het politieke spel om de macht,
waarbij geen enkel middel wordt geschuwd.
Zo blijkt maar weer dat Machiavelli het in
zijn tijd al voorzag. Al in de zestiende eeuw
schreef hij dat ‘het ethische aspect van de
middelen moet worden vergeten wanneer
het doel onbereikbaar dreigt te worden’. Het
gebeurt zelden dat de waarheid rondom
het politieke spel geheel op tafel komt. Het
liefst houden de dames en heren politici deze
praktijken buiten de media, om imagoschade
te voorkomen. Zo zie je dat goed gebruik van
social capital essentieel is voor politiek succes
en dat verkeerde stappen genadeloos wor-
den afgestraft door mensen waarvan je dacht
dat het vrienden waren.
elkaar om de tafel zitten in het zogenaamde
Comité van Permanente Vertegenwoordigers
(COREPER). De vergaderingen worden door
dit comité ‘voorbereid’, zodat de ministers
van de EU-landen snel kunnen beslissen.
Ook voor aanvang van een bijeenkomst van
de Europese Raad, bestaande uit de 27 re-
geringsleiders van de EU-landen, worden de
stellingen ingenomen en de compromissen
gesloten. Zodoende kan men eenheid uit-
stralen wanneer de Europese Unie zich over
het algemene beleid uitspreekt. De bedre-
venheid van de desbetreffende ambtenaren
om gebruik te maken van social capital is hier
van belang voor het beïnvloeden van poli-
tieke besluiten.
Universele toepassing
De toepassing van social capital is wereldwijd
te vinden. Zo hebben de Verenigde Staten
tweemaal een president gehad met de naam
Bush. George Bush jr. maakte dankbaar ge-
bruik van het door zijn vader, George Bush sr.,
opgebouwde netwerk door diens werk bin-
nen de CIA, de VN en de nationale politiek.
De vader van Bush sr. was lange tijd senator,
dus het geslacht Bush is zeker niet onbekend
binnen de nationale politiek. Andere voor-
beelden van Amerikaanse, politiek zeer ac-
tieve families zijn Clinton en Kennedy. Zulke
bestuurdersfamilies komen vaker voor en dit
is niet altijd in democratische staten. Com-
munistische staten als Cuba en Noord-Korea
zijn al meer dan een halve eeuw in handen
van dezelfde familie. Het begrip social capi-
tal krijgt hier een andere betekenis omdat
één politieke partij alle macht heeft. Verbon-
denheid met andere sociale netwerken ont-
breekt hier grotendeels en de keuze voor de
politieke kringen waarin men zich begeeft is
“Bouw een netwerk op, daar doe je later je voordeel mee.”Talloze malen wordt dit je verteld door do-
centen, familie en vrienden. In ons politieke spectrum, waar de partijen zich behoedzaam bewegen
door ons polderland, zijn goede relaties en vertrouwen belangrijk. Politieke vrienden maken vergt
tijd en inspanning, maar vijanden zijn snel gemaakt. Ook op Europees en internationaal niveau is dit
aan de orde van de dag. Het politieke spel wordt hard gespeeld, want het is overleven of alles verlie-
zen. Een korte geschiedenis illustreert door middel van nationale en internationale voorbeelden het
belang van social capital in de politiek.
	 Door Merijn Moeliker
‘Het debat is slechts een
schijnvoorstelling.’
‘Zo blijkt maar weer dat
Machiavelli het in zijn
tijd al voorzag.’
Nepotisme als
overlevingsmiddel
in de politiek
De essentie van social capital voor politici
social capital
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1
Avenir Magazine 1

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Avenir Magazine 0
Avenir Magazine 0Avenir Magazine 0
Avenir Magazine 0PimHermans
 
ฉันเหมือนใคร 2
ฉันเหมือนใคร 2ฉันเหมือนใคร 2
ฉันเหมือนใคร 2popkullatida
 
Nwz s510 s610 f series operation guide
Nwz s510 s610 f series operation guideNwz s510 s610 f series operation guide
Nwz s510 s610 f series operation guideCarolina Villalobos
 
ฉันเหมือนใคร 8
ฉันเหมือนใคร 8ฉันเหมือนใคร 8
ฉันเหมือนใคร 8popkullatida
 
Parole per la pronuncia con suoni e molte immagini
Parole per la pronuncia con suoni e molte immaginiParole per la pronuncia con suoni e molte immagini
Parole per la pronuncia con suoni e molte immaginiDavide Martini
 
Özgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter Sunumu
Özgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter SunumuÖzgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter Sunumu
Özgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter Sunumuibrahimhizlioglu
 
Avenir Magazine 4
Avenir Magazine 4Avenir Magazine 4
Avenir Magazine 4PimHermans
 
Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...
Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...
Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...Davide Martini
 

Andere mochten auch (9)

Avenir Magazine 0
Avenir Magazine 0Avenir Magazine 0
Avenir Magazine 0
 
ฉันเหมือนใคร 2
ฉันเหมือนใคร 2ฉันเหมือนใคร 2
ฉันเหมือนใคร 2
 
Nwz s510 s610 f series operation guide
Nwz s510 s610 f series operation guideNwz s510 s610 f series operation guide
Nwz s510 s610 f series operation guide
 
ฉันเหมือนใคร 8
ฉันเหมือนใคร 8ฉันเหมือนใคร 8
ฉันเหมือนใคร 8
 
Parole per la pronuncia con suoni e molte immagini
Parole per la pronuncia con suoni e molte immaginiParole per la pronuncia con suoni e molte immagini
Parole per la pronuncia con suoni e molte immagini
 
Özgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter Sunumu
Özgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter SunumuÖzgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter Sunumu
Özgür Web Teknolojileri Günleri 2010 - İbrahim Hızlıoğlu // CodeIgniter Sunumu
 
Explicacion11
Explicacion11Explicacion11
Explicacion11
 
Avenir Magazine 4
Avenir Magazine 4Avenir Magazine 4
Avenir Magazine 4
 
Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...
Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...
Di tutti i colori. Indovinelli basati sugli oggetti che sono "tipicamente" di...
 

Ähnlich wie Avenir Magazine 1

Michael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier Feature
Michael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier FeatureMichael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier Feature
Michael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier FeatureMichael Koenka
 
De people factor in e-commerce (uittreksel)
De people factor in e-commerce (uittreksel)De people factor in e-commerce (uittreksel)
De people factor in e-commerce (uittreksel)CIS-COMMERCE.BE
 
R070 0512 Hob Wbn
R070 0512 Hob WbnR070 0512 Hob Wbn
R070 0512 Hob Wbnmanagerbob
 
Bakker erasmus magazine_het geheim achter flow
Bakker erasmus magazine_het geheim achter flowBakker erasmus magazine_het geheim achter flow
Bakker erasmus magazine_het geheim achter flowArnold Bakker
 
R042 0511 Hob De Graafschap Liemers Def
R042 0511 Hob De Graafschap Liemers DefR042 0511 Hob De Graafschap Liemers Def
R042 0511 Hob De Graafschap Liemers DefJohanKraaijinga
 
Trendvoorspelling voor 2009
Trendvoorspelling voor 2009Trendvoorspelling voor 2009
Trendvoorspelling voor 2009Bob van Leeuwen
 
vFas Congres, Presentatie, 6 oktober 2011
vFas Congres, Presentatie,  6 oktober 2011vFas Congres, Presentatie,  6 oktober 2011
vFas Congres, Presentatie, 6 oktober 2011christldullaert
 
Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016
Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016
Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016Fancy van de Vorst - Senders
 

Ähnlich wie Avenir Magazine 1 (20)

IJBM 15.09 sept 2015 [web]
IJBM 15.09 sept 2015 [web]IJBM 15.09 sept 2015 [web]
IJBM 15.09 sept 2015 [web]
 
Michael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier Feature
Michael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier FeatureMichael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier Feature
Michael Koenka - Communicatie Online #6 - Hallo Hier Feature
 
De people factor in e-commerce (uittreksel)
De people factor in e-commerce (uittreksel)De people factor in e-commerce (uittreksel)
De people factor in e-commerce (uittreksel)
 
Interview magazine Nuance Fancy van de Vorst
Interview magazine Nuance Fancy van de VorstInterview magazine Nuance Fancy van de Vorst
Interview magazine Nuance Fancy van de Vorst
 
Society30
Society30Society30
Society30
 
Society30
Society30Society30
Society30
 
ACE slaat haar vleugels | Jaarbeeld 2012
ACE slaat haar vleugels | Jaarbeeld 2012ACE slaat haar vleugels | Jaarbeeld 2012
ACE slaat haar vleugels | Jaarbeeld 2012
 
NB03 Rabobank-2
NB03 Rabobank-2NB03 Rabobank-2
NB03 Rabobank-2
 
R070 0512 Hob Wbn
R070 0512 Hob WbnR070 0512 Hob Wbn
R070 0512 Hob Wbn
 
Omen2017 web
Omen2017 webOmen2017 web
Omen2017 web
 
Bakker erasmus magazine_het geheim achter flow
Bakker erasmus magazine_het geheim achter flowBakker erasmus magazine_het geheim achter flow
Bakker erasmus magazine_het geheim achter flow
 
Flyer De ToekomstBedrijven
Flyer De ToekomstBedrijvenFlyer De ToekomstBedrijven
Flyer De ToekomstBedrijven
 
R042 0511 Hob De Graafschap Liemers Def
R042 0511 Hob De Graafschap Liemers DefR042 0511 Hob De Graafschap Liemers Def
R042 0511 Hob De Graafschap Liemers Def
 
Trendvoorspelling voor 2009
Trendvoorspelling voor 2009Trendvoorspelling voor 2009
Trendvoorspelling voor 2009
 
business travel
business travelbusiness travel
business travel
 
De Ruis
De Ruis De Ruis
De Ruis
 
FokusOndernemen_092016
FokusOndernemen_092016FokusOndernemen_092016
FokusOndernemen_092016
 
vFas Congres, Presentatie, 6 oktober 2011
vFas Congres, Presentatie,  6 oktober 2011vFas Congres, Presentatie,  6 oktober 2011
vFas Congres, Presentatie, 6 oktober 2011
 
Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016
Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016
Blog Fancy van de Vorst gemeente Eindhoven StartupDelta juni 2016
 
Nieuwsbrief Wiertz Personeelsdiensten
Nieuwsbrief Wiertz PersoneelsdienstenNieuwsbrief Wiertz Personeelsdiensten
Nieuwsbrief Wiertz Personeelsdiensten
 

Avenir Magazine 1

  • 1. magazinenov 2010 JAARGANG 17 NO. 1 www.aureus-vu.nl “Een vliegdekschip regelen? Ja dat kan!” Interview met de netwerkkoning NIEUW! Rubriek I Amsterdam social capitalPutting the pieces together
  • 2. audit J tax J advisory w w w.ga a an.nU Tien minUTen voor de presenTaTie van een proposal a an de CFo © 2010 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden. Change your idea of what’s possible at work. We’re doing it every day. HP technologies help over a billion customers around the world connect, create and accomplish amazing things. If you want to have a hand in what’s next—in the innovative technology that makes the world a better place to live and to work—meet the like minds at HP. Working here will challenge you to lead, and reward you when you do. Take a closer look, and discover everything that’s possible for your career. hp.com/go/jobs ©Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. The Hewlett-Packard Company is an equal opportunity employer, dedicated to workforce diversity.
  • 3. Veel doen, veel zien en vooral heel veel meemaken in korte tijd. Waarbij je ongetwijfeld wel eens voor verrassingen zult komen te staan. Dat kenmerkt het Achmea Management Traineeship. Je kunt je breed oriënteren en opdrachten doen op het gebied van bijvoorbeeld bedrijfskunde, marketing en HR. Maar je kunt er ook voor kiezen de focus te leggen op Finance door alleen financiële opdrachten te kiezen. Dit is een mooi startpunt voor een succesvolle carrière binnen de financiële kolom bij de grootste verzekeraar van Nederland. In de twee jaar dat het traineeship duurt, krijg je vier opdrachten van zes maanden. Zo kun je de ene periode aan de slag bij Interpolis en de volgende bij Centraal Beheer Achmea. Een van de vier opdrachten vervul je in het buitenland. Zo ontwikkel je een brede blik en ontdek je wat je echt leuk vindt en waar je goed in bent. Intussen leer je veel mensen kennen, krijg je intensieve begeleiding en de gelegenheid om trainingen en cursussen te volgen. Meer weten? Kijk op onze website www.werkenbijachmea.nl wat het Achmea Management Traineeship allemaal voor jou in petto heeft. Het Achmea Management Traineeship Wat doe je? als je alles wilt meemaken aan het begin van je carrière Ontzorgen is een werkwoord AV ÉRO A C HME A C EN T R A A L BEHEER A C HME A FB T O IN T ER P OL IS Z ILV ER EN K RUIS A C HME A INHOUDnov2010JAARGANG17NO.1 Editorial: Netwerken: het spel, de uitdaging! Avenir stelt zich voor Ambities zo groots als haar gebouwen: een blik op het bestemmingsplan van de Zuidas Verbeter de wereld, begin bij… geld? Wat populair is wordt... nagemaakt Is Nederland rampenmoe? Dance4life: mijn ervaring als trainee 7 Tips om je netwerk uit te breiden Burning Bangkok: the exchange experience Hoe haal ik het einde van de maand? Inleiding thema social capital Sociale lijm bindt voor het groter goed Studentcolumn: Nerdwerken De invloed van het nieuwe netwerken: interview met Karl Moore Docentcolumn: It’s a Small World Maffiamaatjes Social capital: the very heart of our business, interview met Dorothee van Vredenburch Nepotisme als overlevingsmiddel in de politiek Een vliegdekschip regelen? Ja, dat kan! Interview met Charles Ruffolo, de netwerkkoning Social Capital op zijn slechtst “Werken is meer dan 8 uur lang een kunstje doen”, interview met Ruud Veltenaar Eten met Avenir I Amsterdam van… Aureus bestuurspagina Facultaire Studentenraad Berichten uit de faculteit 07 08 09 10-11 13 14,15 16,17 19 20,21 23 24,25 26 27 28,29 31 32,33 34 36,37 38,39 40,41 42,43 46 47 49 50 50 Het bestemmingsplan van de Zuidas Verbeter de wereld, begin bij… Geld? Interview met de netwerkkoning 09 38-3910-11 5AVENIR
  • 4. COLOFON 17e JAARGANG EDITIE 1, OPLAGE 5300 ISSN 1387-2680 Redactie adres De Boelelaan 1105, kamer 2A-11 1081 HV Amsterdam T: 020 598 61 35 I: www.avenir-vu.nl E: avenir@feweb.vu.nl Hoofdredacteur Pim Hermans CHEF-REDACTEUR Marjolein van der Aar REDACTEUR EXTERNE BETREKKINGEN Amy Landman EINDREDACTEUR Linda Jongbloed BEELDREDACTEUR Malon van Eerde auteurs M. van der Aar, S. Addink, M. Beenackers, D. Beijert, T. Bloem, J. Botchey, R. de Crom, N. Dekker, M. van Eerde, E. van Eindhoven, , P. Hermans, P. Inen, L. Jong, J. Kijzer, A. Landman, K. Li, M. Moeliker, T. Mooren, A. de Roos, A. Pijnenborg, Z. Sasovova, I. Schoone VORMGEVING/DTP Raak Vormgeving en Communicatie info@raakvormgeving.nl DRUKWERK DeltaHage ACQUISITIe Corstiaan Smit ADVERTENTIE-INDEX Avenir Magazine is een uitgave van Stichting Aureus Media en verschijnt zes maal per jaar onder alle studenten en medewerkers verbonden aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de vrije Universiteit Amsterdam. Geplaatste artikelen geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie weer. Het is niet toegestaan om, zonder toestemming van de redactie, door Avenir gepubliceerde artikelen, onderzoeken, of gedeelten daarvan over te nemen, te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken of verveelvoudigen. KPMG 02 Hewlett-Packard 03 Achmea 04 Ministerie van Finacien 05 Grant Thornton 12 Ministerie van Financien 18 Hewlett-Packard 22 ING 30 AAC 44,45 Aureus 48 PricewaterhouseCoopers 51 Ernst & Young 52 EDITORIAL Netwerken: het spel, de uitdaging! September 2008. Ik rij richting de Zuidas voor de eerste Aureus borrel als nieuw actief lid. Het is mijn tweede studiejaar en ik ken op twee meiden na niemand binnen de vereniging. Spannend! Een stap naar buiten, uit mijn comfort zone. Die twee meiden zijn er niet... wat nu? Bij een groep- je gaan staan en dan zien wat er gebeurt? Ik kan moeilijk in mijn eentje blijven staan. De gedachte‘wat zou IK doen als een nieuw lid naar mij toe zou komen’schiet door mijn hoofd. Het antwoord is simpel: diegene welkom heten, een drankje aanbieden en een gesprek begin- nen. En dat doe ik. Aan het eind van de avond is mijn sociale netwerk in Amsterdam vertienvou- digd en heb ik een fantastische avond achter de rug. Netwerken komt neer op durven en doen, go for it! Alleen? In de (nu toch wel koude) Noordzee surf ik alleen op de golven, niemand om mij heen. Alleen zijn er- vaar ik dan als fijn. Wanneer ik wèl omringd wil zijn door mensen, is als ik aan het eind van dit studiejaar mijn Master afrond. En ook zodra ik de arbeidsmarkt op ga is het handig en verstandig om veel mensen te kennen. Door nu te geven zal ik straks ontvangen. De wet van wederkerigheid, daar geloof ik in. Blonde types Mijn tip aan jou is om zin te‘maken’in het netwerken. Zie het als een spel, daag jezelf uit. Neem jezelf bijvoorbeeld voor: ik ga vanavond niet naar huis voordat ik met vijf voor mij nieuwe mensen heb ge- praat die een rood of blauw kledingstuk dragen, of alleen maar blonde types. Het geeft een extra prik- kel aan je avond. Wie weet wie je tegenkomt en wat jullie voor elkaar kunnen betekenen, op sociaal of zakelijk gebied. De enige die jouw netwerk kan uitbreiden, dat ben jij. The future is in your hands. Op een dag ben jij een netwerkkoning(in). Succes! Pim Hermans | Hoofdredacteur Avenir Magazine Werken bij het Rijk. Als je verder denkt ...maak jij het nieuws van de dag. Het kabinet werkt aan nieuwe plannen voor de komende jaren. Het ministerie van Financiën is daarbij nauw betrokken. Geld kan maar één keer uitgegeven worden, dus het is van belang dat de juiste keuzes worden ge- maakt. Logisch dat de pers daar bovenop zit. De minister heeft advies nodig. En snel ook. 25 november 2010... www.werkenbijhetrijk.nl Tijdens de Studentendag 2010 sta je oog in oog met de minister en de staats- secretaris van Financiën. Je werkt aan een echte case, met alle media-aandacht van dien. En je maakt kennis met een interessante werkgever. Een jonge organisatie waarin nieuw talent direct wordt beloond met een flinke dosis verantwoordelijkheid. Bij Financiën tel je meteen mee. Schrijf je in voor 15 november 2010 Wat betreft je profiel: je bent eindejaars bachelor- of masterstudent algemene, bedrijfs- of fiscale economie. Ook met Nederlands of fiscaal recht en met bestuurskunde ben je van harte welkom, net als met iedere andere studie met het vak openbare financiën. Dus: heb je interesse in het financieel nieuws? En wil je op 25 november 2010 zelf het nieuws van de dag maken? Schrijf je dan vóór 15 november 2010 in via www.studentendag.nl. 7AVENIR
  • 5. AVENIR8 9AVENIR op de faculteit Dit jaar zal de ambitieuze redactie een aantal veranderingen doorvoeren om de Avenir voor jou als lezer nog leuker en interessanter te maken, maar voor nu nog even de Avenir zoals je die gewend bent. Wij, als nieuwe redactie, stellen ons graag aan je voor. Ben je enthousiast geworden en wil je voor ons als auteur aan de slag? Dat kan! Stuur een mail naar avenir@feweb.vu.nl, dan nemen wij contact met je op. Verder zijn we voor een nieuwe rubriek op zoek naar jouw SOG (studieontwijkend gedrag). Stuur jouw SOG in één woord of korte zin naar avenir@feweb.vu.nl. De leukste inzending krijgt een gratis kaartje voor Intense student party. AVENIR8 Avenir stelt zich voor Amy Landman (21), RedactirceExterneBetrekkingen,BachelorBedrijfskunde Waarom de Avenirredactie:Eennieuweuitdagingineenleukteam!! Favoriete bezigheid:Metvriendengenietenvanhetlevenen dewereldverkennen Over 10 jaar:Uitdagendebaan,waarbijikveelkanreizenenthuiskan komenbijmijngezinnetje Tip:Haaleenseensprintkaartjebijhetconcertgebouwomeenbeetje cultuurteproeveninAmsterdamofhaaleenverrukkelijkeDaiqiuribij hetCubaCafé(Nieuwmarkt) Tofste moment:BackpackendoorhetzuidenvanAfrika Pim Hermans (21), Hoofdredacteur,MasterStrategyOrganization Waarom de Avenirredactie:Deuitdagingomhet bladflinkonderhandentenemenenervaringals voorzitteropdoen Favoriete bezigheid:Surfen,droomtripnaarBalisvp! Word ik graag naast wakker: EmmanuelleChriqui Over 10 jaar:RijdikinmijnJaguarrichtingmijncasa inBarça Tip:BuitenlandseAureusactiviteiten Motto:‘Staytruetoyourself’ Marjolein van der Aar (21), Chef-redactrice,BachelorBedrijfskunde Waarom de Avenirredactie:Ommeteontwikkelenin eenandererichtingdaniktotnutoehebgedaanenomdat ikhetheelleukvindomvoorAureusbezigtezijn! Favoriete bezigheid:Reizen Over 10 jaar:Hm…Eengezinnetjeeneenleukebaan, misschieninArgentinië? Tip:Genietvanhetleven!Gavoorhetbackpackgevoel enheerlijkecocktailsinAmsterdamnaarCoco’soutback (Thorbeckeplein) Favoriete plek op aarde:Cordoba,Argentinië Teun Jan Spits (21), ControllerAureus,bedrijfskunde Waarom Avenir:vanuitbestuurcoördineerik deAvenirredactie,hetiseenuitdagendeen verantwoordelijkecommissiediemethuncreatieve inbrengmijnoverigetakenalspenningmeesterveel inspiratiegeeft. Favoriete bezigheid:organiseren(indebreedst mogelijkezin). Over 10 jaar:baasbijeenmultinational. Tip: Congresvan17november! Verder: denkerovernaomwatactiefstedoennaast jestudie,hetvoegtechtwattoeaanjestudententijd. Linda Jongbloed (21), Eindredactrice,BachelorBedrijfskunde Waarom de Avenirredactie:Ikbenalvanafmijneerstestudiejaar actiefbijAureus,watikergleukvindenikhoudvantaal.Aveniris eenmooiecombinatievanbeiden. Favoriete bezigheid:Indezonzittenmetvrienden eneenwijntje. Over 10 jaar:Hebikeenleukebaan,leukemanenmooihuisen woonikhetliefstergenswaarhetwatvakermooiweeris. Tip:Onderneemveelactiviteitennaastjestudieengenietvan jestudententijd. Dit wil ik nog kwijt: Ganieuweuitdagingenaanenontwikkeljezelf. Malon van Eerde (21), Beeldredactrice,MasterEconomics Waarom de Avenirredactie: Eenleukeuitdagingomin teamverbandeenleukmagazineneertezetten Favoriete bezigheid: Samenmeteenvriendofvriendin genieten vanheerlijkekopcappuccino,eenglas roséofeenbiertje opeen terrasjeinhetzonnetjeofbinnenineengezelligekroeg Over 10 jaar:Benikrichfamous;) Tip:GaeensbackpackeninRoemenie,ofwatdichterbijhuis:huur eenwaterfietsinAmsterdam Dit wil ik nog kwijt:Verlegjegrenzen,zowelletterlijkalsfiguurlijk Zakendistrict Zuidas telt 270 hectare waar op dit moment al ruim 400 vaak wereldwijd opererende bedrijven zijn gevestigd. Een centrum van kennis voor grote bedrijven en ambitieuze kleine spelers, op steenworp afstand van een universiteit, wereldstad, snelweg, internationaal vliegveld en interci- tystation. Uniek in Europa. Na de avondspits mag het dan een saaie bedoening zijn, de vaak futuristisch vormgegeven immense kantoorgebouwen spreken zeer zeker tot de verbeelding. Wat te denken van het ietwat bizarre hoofdgebouw van de ING Groep, dat lijkt op een op poten geplaatste schoen, voorzien van 6 binnentuinen, om maar iets markants te noemen. Ook het hoofdge- bouw van bijvoorbeeld ABN AMRO en Ernst Young zijn gevestigd aan de Zuidas. De Zuidas leek geknipt om het nieuwe za- kelijke centrum van Nederland te worden, ware het niet dat er na 2007 turbulente tij- den aanbraken die het miljardenproject in Overdag krioelt het er van de mensen en maakt het haar in- ternationale roem om haar professionele sfeer en bedrijvig- heid volledig waar. ‘s Avonds ontbreekt van deze levendig- heid ieder spoor en doet de Zuidas meer denken aan een zondagnacht in de Bible Belt. De ongezellige zakelijke buur van Oud-Zuid staat echter een intensieve gezelligheidscur- sus te wachten. Van ‘Financial Mile’ tot volksbuurt in twintig jaar! nabij Oud-Zuid in een nette buurt vlakbij de universiteit: klinkt natuurlijk buitengewoon aantrekkelijk, zeker met het schrijnende ka- mertekort van vandaag. Om het de nieuwe bewoners nog aantrekkelijker te maken, wordt er hard gewerkt aan meer horeca, en aan meer kunst en cultuur gerelateerde evenementen. Zuidas Amsterdam belooft ons een toekomst die vooral Amsterdams, internationaal georiënteerd, ambitieus en levendig zou zijn. Vooral naar dat laatste zijn we natuurlijk erg benieuwd. Vermoede- lijk zal het nog wel even duren voordat de Zuidas bezaaid ligt met lege blikken Amstel, glasscherven en dronken studenten. Maarten Beenackers (19), is tweedejaars student Economie Bedrijfseconomie. Door Maarten Beenackers Ambities zo groots als haar gebouwen Een blik op het bestemmingsplan van de Zuidas De plannen zijn gerust rigoureus te noemen. Voor 2035 moeten de A10 en Station Zuid vol- ledig ondergronds zijn. de problemen brachten. Kantoorpanden waren buitengewoon moeilijk te verkopen en werden met moeite verhuurd. Terwijl projectontwikkelaars ongeduldig stonden te trappelen project Zuidas door te ontwik- kelen werden er tijdelijk geen panden bij- gebouwd. De afgelopen jaren zijn verschil- lende partijen veelvuldig rond de tafel gaan zitten en is ook de politiek duidelijk achter een doorstart gaan staan. De plannen zijn gerust rigoureus te noemen. Voor 2035 moeten de A10 en Station Zuid volledig on- dergronds zijn (al is hier de financiering nog niet van rond) en wordt er ruimte gemaakt voor meer woongebieden en recreatiecen- tra, zoals een nachtclub en een groots mu- ziektheater van Joop van den Ende. De komende jaren wordt er actief gezocht naar maar liefst 50 nieuwe internationale bedrijven, die het imago als internationaal zakencentrum een extra boost moeten geven. Daarnaast worden er 1.000 nieuwe woningen gecreëerd, waarvan er 500 be- doeld zijn voor studenten om de omgeving letterlijk wat levendiger te maken. Wonen fun Cultuur
  • 6. AVENIR10 11AVENIR economie in ontwikkelingslanden lager zijn dan hier? Dan verdwijnt het ideaal van gelijkheid. Bo- vendien zou dit betekenen dat Westerse lan- den wel blijven profiteren van landen door de lagere lonen en dergelijke, maar voor de rest geen aandacht zouden besteden aan de negatieve kanten. Dit lijkt mij ook niet ethisch verantwoord. Helemaal niets doen, dus als westers land ook geen zaken doen in ontwikkelingslanden? Dit zou een stagna- tie van de globalisering betekenen met alle gevolgen van dien. Complexe kwesties dus waar in een artikel van twee pagina’s niet zo makkelijk een antwoord op te geven is. Kostendekking of winstgevendheid? Ook een oordeel geven over de hoge rentes is niet eenvoudig. Volgens experts op dit gebied moeten mensen die geen verstand hebben van kredietverlening zich niet uitla- tenoverdehoogtevanderentepercentages. Het is heel gemakkelijk voor een leek om te roepen dat de rentes te hoog en onethisch zijn. Zo geeft universitair docent in Wage- ningen, de heer Moll, een voorbeeld hiervan in Risk Magazine. Zelf heeft hij een project opgestart in Indonesië, om een coöperatief spaar- en kredietprogramma te ontwikkelen. Problemen waar hij op stuitte, waren onder andere corruptie en het ontbreken van een goed werkende kapitaalmarkt. Om deze ri- sico’s in te dekken en te kunnen garanderen dat de kredietverstrekking door kan gaan, zijn er hoge rentes nodig. Ook het innen van deze leningen kunnen zij bijvoorbeeld een naaimachine kopen om een klein kleding- winkeltje te beginnen of nog simpeler, een geit waarmee zij zichzelf kunnen voorzien van eten en drinken en een deel kunnen verkopen. De essentie hiervan is dat mensen zelf gestimuleerd worden om iets te doen en hierdoorzelfietsopbouwen.Hulpindevorm van microkredieten zal hierdoor zorgen voor een beter effect op de lange termijn. Geld verliezen is geen optie Microkredieten worden onder andere uitge- geven door commerciële organisaties. Hier ontstaan de problemen. Het commercieel belang speelt hierbij namelijk ook een rol. Het uitgeven van microfinanciering zorgt voor aanzien van een organisatie. Met de trends van maatschappelijk sociaal onderne- men, kan een organisatie eigenlijk niet meer zonder het bieden van ontwikkelingshulp. In hoeverre is het uitgeven van microkredie- ten door commerciële organisaties dan nog wel ethisch verantwoord? Allereerst zijn er de kleine bedragen is een grote kostenpost. Alle schaalvoordelen die banken normaal hebben, gaan bij microkredieten niet op. Vraag blijft dan natuurlijk wel; in hoeverre gaat het om kostendekking en in hoeverre om een winstelement? Geen wondermiddel Reden voor het schrijven van dit artikel, was meer duidelijkheid scheppen over het concept microkredieten. Het liefst wilde ik natuurlijk antwoord geven op de vraag of microkredieten zouden kunnen zorgen voor het einde van armoede in de wereld. In plaats van antwoord te hebben gegeven op deze vraag, zijn er alleen maar meer vra- gen bij gekomen. Ontwikkelingshulp is een complex fenomeen waar wetenschappers, politici, journalisten en anderen zich vaak het hoofd over breken. Wat is nu goede ont- wikkelingshulp en waar helpen we mensen nou echt mee? Microkredieten zouden zo- maar een stap in de goede richting kunnen zijn, maar veel duidelijkheid is hier niet over. Belangrijk om te beseffen, is dat microkre- dieten één van de vijf instrumenten van de VN zijn in de strijd tegen armoede. Dé oplos- sing is het dus misschien niet, maar wanneer mensen bewust blijven van wat ze doen en niet het commerciële belang voorop zetten, zullen microkredieten waarschijnlijk een bij- drage leveren aan het behalen van de mil- lenniumdoelen in 2015. Nog maar vijf jaar te gaan en duidelijk is wel dat microkredieten geen wondermiddel zijn. Tijd om achterover te leunen en te bekijken hoe de wereld zich verbetert, is er dus nog niet.Wat dan wel? De discussie aangaan, ogen open houden en je bewust blijven van wat er in de wereld ge- beurt en niet alleen maar de winstcijfers als belangrijkste levensbehoefte zien, lijkt me een goed begin. genoeg van deze organisaties die profiteren van de lagere welvaart in ontwikkelingslan- den. Hoe vaak wordt ons niet verteld dat het grote voordeel van globalisering de lagere arbeidskosten zijn? Natuurlijk zijn er landen waar het levensonderhoud goedkoper is, waardoor de lonen ook lager kunnen zijn, maar aan de arbeidsomstandigheden wordt weinig aandacht besteed. Heel zwart-wit zouden we kunnen stellen dat westerse lan- den lekker goedkoop kunnen produceren in ontwikkelingslanden en vervolgens ook nog eens commercieel kunnen profiteren van het effect dat maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft op hun imago. Dit alles natuurlijk wel tegen hoge rentes, want ja, we kunnen niet het risico lopen om geld te verliezen. Ethische verantwoording Dit is wel zeer zwart-wit gesteld. Zowel op het gebied van de microkredieten als met de millenniumdoelen, is kennis hierbij een belangrijk punt. Want wat is goede ontwik- kelingshulp? Helpen we de mensen met het overdragen van onze westerse normen en waarden? Als je hierover nadenkt, is het ant- woord waarschijnlijk ‘nee’. Maar wat moeten we dan? Hulp bieden die de lokale bevolking nodig heeft. Maar hoe komen we hierachter? Mensen vragen die in het land wonen. Maar wie vraag je dat dan? Wie heeft er binnen een land de meeste kennis van wat er nodig is? Waar stopt onze bemoeienis? Kortom; veel vragen waarop het antwoord onduide- lijk is. Moeten we dan niets doen en gewoon accepteren dat de levensomstandigheden De handen ineen slaan Daar gaat het uiteindelijk allemaal om: ge- lijkheid in de wereld. Met de opgestelde mil- lenniumdoelen van de Verenigde Naties (zie kader), zal de welvaart in de wereld in 2015 beter verdeeld moeten zijn. Alle kinderen naar school, minder kindersterfte, bestrij- ding van HIV/aids. Wanneer alle landen in de wereld de handen ineen zouden slaan, zou dit werkelijkheid kunnen worden. Hulp op de lange termijn Ontwikkelingshulp is ooit begonnen met de zogenaamde ‘turnkeyprojecten’. Het overplanten van een stukje westerse cul- tuur zou een keerpunt in de welvaart van een gemeenschap moeten betekenen. Dit leverde problemen op. De westerse cultuur bleek namelijk niet altijd een goede oplos- sing voor problemen in ontwikkelingslan- den. In de jaren ‘70 werden de microkredie- ten geïntroduceerd. Het idee hierachter is dat er kleine leningen worden uitgegeven aan mensen in ontwikkelingslanden. Met In de discussie over ontwikkelingshulp worden ze vaak genoemd; de microkredie- ten. Het uitgeven van kleine leningen zou ervoor zorgen dat mensen in ontwikke- lingslanden zelf iets op kunnen bouwen, wat een langdurige en structurele verbe- tering tot gevolg kan hebben. Helemaal in de trend van de kredietcrisis struikelen steeds meer mensen over de woekerrentes die gevraagd worden voor de kleine kredieten. Rentepercentages van 30% zijn geen uitzondering en kunnen zelfs nog oplopen. Zijn de microkredieten dan wel een ethisch hulpmiddel om gelijkheid in de wereld te bevorderen? Milleniumdoelstellingen: » De armoede halveren en minder mensen die honger hebben » Alle kinderen naar school » Mannen en vrouwen gelijkwaardig » Minder kindersterfte » Verbetering van gezondheid van moeders » Bestrijding van HIV/aids, malaria en andere dodelijke ziekten » Iedereen schoon drinkwater » Toegang tot de betaalbare medicijnen en een eerlijk handelssysteem, minder schulden voor ontwikkelingslanden ‘Niets doen en gewoon accepteren dat de levensomstandigheden in ontwikkelingslanden lager zijn dan hier?’ ‘Microkredieten zouden zomaar een stap in de goede richting kunnen zijn, maar veel duidelijk- heid is hier niet over’ Irene Schoone (23) doet de master Culture, Organization en Management. Verbeter de wereld, begin bij… geld? Microkredieten Door Irene Schoone
  • 7. 13AVENIR De duistere kant van de globalisering Beperkte het probleem zich tot een jaar of tien geleden voornamelijk tot cd’s, dvd’s en textiel, vandaag de dag vertegenwoordigen luxegoederen nog slechts 9% van de nage- maakte producten. Namaak treft nu steeds meer industriële merken en producten zoals onderdelen voor de industrie, automobiel- sector of de luchtvaart. Daarbij is er ook een stijgende trend in de namaak van genees- middelen en voedingsmiddelen. Dit komt mede door de toenemende globalisering. Steeds meer bedrijven verplaatsen, in een poging de winst te verhogen, hun productie naar goedkopere arbeidsmarkten. Dit heeft echter tot gevolg dat het reproduceren van merken makkelijker en goedkoper wordt. Soms worden ontwerpen rechtstreeks gekopieerd; soms zijn er wat dingen veranderd, maar blijft het origineel nog duidelijk herkenbaar. Alles, van iPho- nes, elektronica tot pillen als Viagra, wordt nagemaakt. De inbreuk op intel- lectuele eigendomsrechten neemt toe, denamaakindustrievierthoogtijdagen. Omgeven door een crimineel netwerk blijkt het lastig om nabootsers een halt toe te roepen. Een groeiende handel en soms zelfs een groeiend gevaar. Met de kennis en middelen van het pro- ductieproces, is het voor fabriekseigenaren relatief eenvoudig namaak te produceren. Een groot aantal vervalsingen wordt zelfs in dezelfde fabriek als die van de authentieke producten geproduceerd. Voor de distri- butie wordt vervolgens gebruik gemaakt van landen met de minst strenge contro- les. Daarbij worden de producten vaak via meerdere trajecten waaronder het Internet verhandeld, waardoor de herkomst lastig te achterhalen is. Het groeiende gevaar De handel in namaakproducten doet zich vooral voor in opkomende markten in Azië. Van de onderschepte namaakartikelen komt 85% uit China, Hong Kong, Singapore en Tai- wan. Volgens de Organisatie voor Economi- sche Samenwerking en Ontwikkeling maken vervalsingen ongeveer vijf tot zeven procent uit van de wereldhandel met een waarde van 450 miljard euro. De waarde van namaakar- tikelen in Nederland steeg afgelopen jaar met 3,1% tot 130 miljoen euro. De aanwe- zigheid van een grote haven (Rotterdam) en luchthaven (Schiphol) maakt Nederland een belangrijk knooppunt voor deze handel. De toename van namaakproducten brengt grote risico’s met zich mee. Het uiterlijke verschil tussen echt en nep is voor de con- sument bijna niet waarneembaar, terwijl de kwaliteit van de namaakproducten vaak aanzienlijk lager is. Dit brengt zowel veilig- heid- als gezondheidsrisico’s met zich mee. Ontploffende Nokia’s door namaak batte- rijen en baby’s die sterven in China omdat er met flesvoeding producten is geknoeid, zijn hier voorbeelden van. Doordat steeds meer consumenten medicijnen en gezondheids- producten aanschaffen (die namaak kunnen zijn), loopt ook de volksgezondheid de ko- mende jaren gevaar. De bestrijding van Hiphones en Reloxen? Wat gebeurt er als een lading namaakpro- ducten wordt onderschept? Stel, de dou- ane van Schiphol onderschept een lading ‘Samsing’ telefoons. Onmiskenbaar namaak. De douane maakt vervolgens enkele foto’s van de telefoons en stuurt deze door naar de merkhouder Samsung. Deze moet ver- volgens beslissen of hij de zaak wil laten lopen of dat hij overgaat tot vernietiging van de namaak toestellen. De kosten voor het vernietigen zijn echter voor Samsung. Aangezien de vervoerders van de neptoe- stellen volledig worden ontzien, is het voor Samsung bijna onmogelijk om de kosten te verhalen. Hier moet verandering in komen om de bestrijding van de namaakindustrie effectiever te maken. Wanneer vervoerders bijvoorbeeld meebetalen aan de vernieti- ging van de namaakproducten, zullen deze beter letten op welke spullen er worden vervoerd. Daarbij zou de vervoerder de extra kosten vervolgens weer kunnen verhalen op zijn opdrachtgever. Op deze manier wordt de distributie van namaakproducten in ieder geval bemoeilijkt. Maar of het de namaak van ‘Hiphones’ en ‘Reloxen’ zal verminderen, is nog maar de vraag. Wat belangrijk is, laat je niet los. Ik wil ruimte om te groeien. Waar zet ik de volgende stap? Waar je ook bent, belangrijke beslissingen zijn nooit ver weg. In je rol als accountant en bij het bepalen van je volgende carrièrestap. Bij Grant Thornton begrijpen we dat je voortdurend bezig bent met je groei. Sterker nog, wij zijn er zelf ook mee bezig. Onder andere door jouw ambities alle ruimte te geven en door je talent te versterken met een goed doortimmerde opleidingsaanpak. Meer over ons op onze website. www.carrierebijGT.nl Grant Thornton bij jou in de buurt: Alphen aan den Rijn - Amsterdam - Boskoop - Gouda - Leiden - Rijswijk - Rotterdam - Woerden Accountancy - Belastingen - Advies economie Tom Bloem (21), is derdejaars bedrijfskunde. ‘De volksgezondheid loopt gevaar door namaakmedicijnen’ Door Tom Bloem Wat populair is wordt... nagemaakt
  • 8. AVENIR14 15AVENIR De vloedgolf in de Indische Oceaan vond plaats op 26 december 2004, tweede kerst- dag, een dag waarop de meeste mensen thuis zaten en het nieuws goed konden vol- gen. Men had de beelden en documentaires allemaal gezien en was goed op de hoogte van de situatie in het gebied. Daarnaast roept kerst ook goede gevoelens op bij mensen. Dit had als gevolg dat de meeste mensen ook acties hebben opgezet en veel hebben gedoneerd aan giro 555. Opvallend is dat dagen na de ramp in Pa- kistan de meeste mensen nog steeds niet echt besef hadden van de situatie in het land. Het leek alsof er veel minder filmma- teriaal beschikbaar was over deze ramp. En dat terwijl er door de Verenigde Naties ge- zegd wordt, dat de schaal van de ramp nog groter is dan die van de tsunami in 2004. VN secretaris-generaal Ban Ki-moon was op 15 augustus in het land om enkele van de zwaarst getroffen regio’s te bezoeken. Aan het eind van zijn bezoek, zondagmiddag, zei hij dat hij nooit zo’n ramp heeft gezien als de overstromingen in het land. Wat hij gezien had noemde hij„hartverscheurend”. Argumenten voor onbetrokkenheidge- voel van Nederlanders. Één van de meest gehoorde argumenten waarom mensen zich niet betrokken voe- len met het leed in Pakistan is dat er vooral moslims wonen in Pakistan. Een ander ar- gument is dat de regering van Pakistan niet te vertrouwen is en dat al het geld toch bij de Taliban terecht zou komen. Daarnaast zou Pakistan voor en ook na de ramp heb- ben aangegeven geen hulp nodig te heb- ben.“Pakistan heeft geen hulp van Westerse landen nodig en zou op eigen benen moe- ten staan.”Dat zei de Pakistaanse oppositie- leider Nawaz Sharif in een interview met de Britse krant The Daily Telegraph. Volgens hem heeft het Zuid-Aziatische land genoeg geld om miljoenen huizen en wegen, die door overstromingen zijn weggevaagd, te herbouwen. Onterechte schattingen. Dat dodencijfers bij oorlogen of grote na- tuurrampen worden opgeblazen, is eerder regel dan uitzondering. Zo werd de tsunami in Azië, eind 2004, uiteindelijk ook met en- kele tienduizenden doden naar beneden bijgesteld. Volgens journalist en Haïtikenner Linda Polman heeft die ramp een nieuwe standaard gezet, die eigenlijk overtroffen moet worden om de internationale ge- meenschap en donoren nog te wakker te schudden. “Het mechanisme lijkt zo te zijn dat de vol- gende ramp weer‘erger’dan de vorige moet zijn om iets los te maken bij mensen.” Men vergeleek deze ramp vanaf het begin de ramp met de tsunami in 2004. Men heeft die behoeftekennelijk,dusgaathetaltijdom‘de grootste ramp in de recente geschiedenis’of om‘het hoogste aantal doden per vierkante kilometer in de recente geschiedenis’.” Het opblazen van statistieken kan ook ris- kant zijn. Zo verspeelde de klimaatcommis- sie van de Verenigde Naties (IPCC) onlangs veel goodwill en geloofwaardigheid toen bleek dat cijfers in klimaatrapporten waren aangedikt. Een soortgelijk ‘bedrog’ bij ram- pencijfers in de toekomst zou ook tot maat- schappelijke scepsis en afnemende bereid- heid van donoren kunnen leiden. Rampenmoeheid in Nederland. Voor de ramp in Pakistan is minder geld verzameld dan voor andere soortgelijke rampen. Een van de redenen die hiervoor genoemd wordt, is dat wij Nederlanders rampenmoe zijn. De afgelopen 6 jaar heb- ben de volgende rampen plaatsgevonden: Tsunami’s, vooral in Azië (2004, 2006, 2007, 2009), Hurricane Katrina, VS (2005), mod- derstroom Java, Indonesië (2006), aardbe- ving Italië, l’Aquila (2009), aardbeving Haiti, Caraïben (2010), aardbeving Chili (2010), overstromingen Pakistan en India (2010), het houdt maar niet op en lijkt in frequentie toe te nemen. Minder media aandacht voor Pakistan. Een andere reden die naar voren komt in het geval van Pakistan, is dat er minder media aandacht voor is geweest. Veel mensen ga- ven aan minder goed op de hoogte te zijn van de situatie in Pakistan, doordat ze het minder vaak voorbij hebben zien komen in het nieuws. Zeker als je het vergelijkt met voorgaande rampen zoals de aardbeving in Haïti en de tsunami in de Indische Oceaan, waar de kranten wekenlang over schreven. Toen Zuidoost-Azië in 2004 door een ver- schrikkelijke tsunami getroffen werd, was de Nederlandse solidariteit indrukwekkend. In totaal werd er toen voor 208,3 miljoen euro gedoneerd. De hulpactie voor Haïti leverde 83 miljoen euro op. Voor Pakistan is er 16,1 miljoen euro verzameld en dat terwijl er 14 miljoen mensen getroffen zijn. Eén dag voor de inzamelingsactie waren er nog twijfels of de watersnoodramp wel genoeg leeft in Ne- derland en of men dus wel genoeg geld wil geven aan Pakistan. Is Nederland rampenmoe? Jemima Rachel Botchey, (19) is tweedejaars student Bedrijfskunde aan de VU. ‘Wat hij gezien had noemde hij hartverscheurend.’ “Pakistan heeft geen hulp van Westerse landen nodig en zou op eigen benen moeten staan.” ‘Het mechanisme lijkt zo te zijn dat de volgende ramp weer‘erger’dan de vorige moet zijn om iets los te maken bij mensen.’ De afgelopen tijd hebben zich heel wat grote rampen voorgedaan. In december 2004 zorgde een zeebeving in de Indische Oceaan voor een catastrofe in delen van Zuidoost-Azië. In augustus 2005 richtte orkaan Katrina een verschrikkelijke schade aan in de stad New Orleans en op 12 januari 2010 deed zich een zware aardbeving voor in Haïti, die honderdduizenden slachtoffers tot gevolg had. Voor deze rampen zijn grootschalige acties opgezet over heel de wereld. Opmerkelijk was wel dat er in Nederland voor de ramp die eind juli van dit jaar in Pakistan plaatsvond, minder geld is opgehaald dan voorgaande keren. Maar wat bepaalt nu eigenlijk of we wel of niet doneren? En in hoeverre blijven we doneren aan giro 555 en andere opgezette acties? economie Door Jemima Rachel Botchey AVENIR14
  • 9. AVENIR16 17AVENIR Mooie start In oktober 2009 ben ik gestart als trainee binnenhetYoungSourcingExecutives(YSE) Program bij Kirkman Company. Als trainee heb ik gedurende twee jaar de kans om mij op inhoudelijk vlak te ontwikkelen op het gebied van Strategic Sourcing en verwerf ik vaardigheden door middel van opleidin- gen en coaching.Voor mij als starter was dit een goede start van mijn carrière. Binnen twee jaar voer ik 3 tot 4 verschillende op- drachten uit bij diverse private en publieke organisaties; een mooie uitdaging. Mijn eerste externe opdracht vond plaats bij dance4life. Het YSE Program is suppor- ter van dance4life. Dance4life internatio- nal is gehuisvest in hartje Amsterdam en bestaat uit een hecht, internationaal team. Voor mij een geluk, aangezien ik net was verhuisd naar Amsterdam en dus iedere dag op de fiets naar mijn werk kon. Ge- durende de eerste zes maanden van mijn traineeship, was ik onderdeel van dit team en heb ik met veel plezier aan diverse pro- jecten gewerkt. Passie en ambitie Een van mijn mooiste projecten was het organiseren van een ‘dance4life experien- ce’. Dit was een partnership event, waarbij mogelijke partners meegenomen werden in een scholenprogramma. Zo stonden meer dan 200 volwassen mensen de ‘drill’ (dance4life dans) te dansen, dat is mooi om te zien. Wat mij het meest is bijgebleven? De enorme passie en ambitie waarmee de mensen binnen dance4life werken om jon- geren op een innovatieve, uitdagende en positieve manier de strijd tegen HIV en aids aan te laten gaan. Mentor programme Nadat ik mijn opdracht bij dance4life had afgerond, kwam er een nieuwe uitdaging voorbij, namelijk als mentor van het dance- 4life youth council. Deze ‘youth council’ is in het leven geroepen om ervoor te zorgen, dat dance4life niet alleen vóór maar ook met name dóór jongeren is. De‘youth coun- cil’(die bestaat uit 15 jongeren uit verschil- lende landen) denkt mee over de verdere ontwikkeling van dance4life, representeert dance4life tijdens nationale en internatio- nale congressen en mobiliseert hun ach- terban. Zo zorgt het, dat het programma goed blijft passen bij de doelgroep en de specifieke problemen in het land. Om de jongeren zo optimaal mogelijk te laten functioneren, laat dance4life hen coachen door aanstormend talent uit het bedrijfsleven en ik mag mijzelf tot een van de gelukkigen prijzen. Op naar Zuid-Afrika Voor de kick-off meeting was ik in Zuid- Afrika van 6 t/m 13 augustus met 15 jon- geren en 7 mentoren uit het bedrijfsleven. Een bijeenkomst met 16 verschillende nati- onaliteiten; heel bijzonder. Ik vind het leuk om te zien dat de daar aanwezige bedrij- ven geloven in deze innovatieve vorm van talentontwikkeling en het zien als een ef- fectieve manier om invulling te geven aan Corporate Social Resposibility. Tijdens deze week kreeg ik samen met de andere men- toren professionele training op het gebied van leiderschap, mentoring en coaching en begeleidden we de jongeren bij het opstel- len van hun plannen. Gedurende één jaar coach ik nu twee jon- geren uit Duitsland en Barbados. Geweldig dat er zoiets bestaat als Skype, de eerste meetings staan gepland. Ik kijk uit naar deze samenwerking; ik vind het nu al een bijzonder leerzame ervaring die ik niet had willen missen. Door Anneke Pijnenborg Over dance4life Dance4life is een internationale or- ganisatie die zich samen met jon- geren inzet om de verspreiding van HIV en aids terug te dringen. Van de 7.400 mensen die dagelijks geïnfec- teerd raken met HIV is bijna de helft jonger dan 25 jaar. Vanwege deze schokkende cijfers inspireert dance- 4life daarom juist deze generatie om zelf in actie te komen. Jongeren in de leeftijd van 13-19 jaar doorlopen een uniek scholenproject bestaande uit vier stappen: inspire, educate, ac- tivate en celebrate. Startpunt is het inspireren van jongeren door middel van o.a. muziek en dans, vervolgens leren jongeren de nodige vaardighe- den om zelf in actie te komen. Doel is het creëren van een ‘movement’ die bestaat uit 1 miljoen agents4change in 2014. Het Nederlandse initiatief vindt inmiddels plaats in 28 landen verspreid over 5 continenten. Dans als metafoor Dans is voor dance4life een metafoor. Dans is dynamisch, positief, energiek en een ‘taal’ die jongeren wereldwijd verbindt. Dance4life geeft jongeren de mogelijkheden en middelen om zelf positieve maatschappelijke ver- anderingen te realiseren. Internationale social media campagne Onlangs gaf dance4life ambassadrice Doutzen Kroes het startsein van de nieuwe internationale campagne van dance4life. Onder het motto‘Beat HIV, spread the positive virus’kunnen jon- geren het positieve virus verspreiden en hun vrienden via Facebook uitno- digen om hetzelfde te doen. Het positieve virus In de 80 dagen tussen 13 september en 1 december (Wereld Aids Dag) wil dance4life er voor zorgen dat er meer jongeren besmet raken met het posi- tieve virus dan met HIV. Anneke Pijnenborg is werkzaam bij YSE, Kirkman Company. e4lifeDance4lifeMijnervaringalstrainee economie
  • 10. 19AVENIR 3 6 741 2 Betül Albayrak (26) is adjunct inspecteur bij de Inspectie der Rijksfinanciën (DG Rijksbegroting) die deel uitmaakt van het ministerie van Financiën. Zij studeerde Algemene Economie. Vanuit het ministerie van Financiën is Betül verantwoordelijk voor de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Met de kredietcrisis spelen onderwerpen als toenemende werkloosheid en stijgende ww-aanvragen een grote rol. Betül: ‘SZW is een interessant departement en de uitgaven van SZW zijn sterk afhankelijk van de conjunctuur. Voor ons betekent dit dat we samen met SZW nadenken over maatregelen om de budgettaire consequenties beperkt te houden en om efficiënte en maatschappelijk verantwoorde oplossingen te vinden.’ De Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) houdt zich bezig met de begrotingen van de departementen. De medewerkers beoordelen beleidsvoorstellen met budgettaire gevolgen op financiële haalbaarheid en doelmatigheid. Betül heeft daarom veel contact met de departementen. ‘Als ‘de ogen en oren’ van de minister hebben wij een adviserende rol naar de minister en wij houden hem op de hoogte van de uitgaven.’ Op ambtelijk niveau spelen politieke voorkeuren nauwelijks een rol en daarom zijn de adviezen puur objectief, vertelt ze. ‘Wij adviseren onze minister dan ook zo goed en zo volledig mogelijk, maar de politiek is beslissend voor de uitkomst van alle voorstellen en adviezen.’ ‘Daarnaast houd ik me voor de begrotingscyclus bezig met de uitvoering van de begroting in het lopende jaar en de voorbereiding van de begroting voor het komende jaar. Ieder voorjaar, de periode van de begrotingsvoorbereiding, wonen wij overleggen bij die plaatsvinden tussen onze minister en de ministers van de andere departementen over wat de beleidsprioriteiten zijn en hoe de pot met geld verdeeld wordt. Zo werk ik als adjunct inspecteur in een dynamische omgeving, sta ik dicht bij beleid en heb ik altijd te maken met actuele onderwerpen.’ Mogelijkheden voor een econoom Al tijdens haar studie was Betül bekend met Financiën als potentiële werkgever. ‘Het doorslaggevend moment voor mij om stappen te zetten naar Financiën was een oriëntatiegesprek met twee medewerkers van Financiën. Toen kwam ik meer te weten over de mogelijkheden voor een startende algemeen econoom bij Financiën. Dit alles heeft er toe geleid dat ik hier nu zit en daar heb ik absoluut geen spijt van. Integendeel!’ Kijk voor meer informatie op www.minfin.nl of bel 070 342 89 69. Je sollicitatie mail je naar recruitment@minfin.nl ‘Ik werk aan de budgettaire con- sequenties van de kredietcrisis’ Bereid je voor Wil jij je netwerk uitbreiden met specifieke personendiejebinnenkortgaatontmoeten? Zoek dan voor de ontmoeting gegevens van de ander op zoals interesses en werkerva- ring, zodat je een gemoedelijk gesprek op gang kunt houden. Maak nuttig gebruik van visitekaartjes Bij het ontvangen van een visitekaartje, is het handig om enkele gegevens van deze per- soon op het visitekaartje te schrijven als ge- heugensteun voor in de toekomst. Aangezien je bij een eerste ontmoeting niet altijd direct een visitekaartje ontvangt van een zakelijk contact, is het handig om zelf altijd enkele visitekaartjes op zak te hebben. Door je eigen visitekaartje aan te bieden zal je gespreks- partner zeker zijn visitekaartje teruggeven. Neem naderhand contact op via mail of tele- foon, al is het maar om te bedanken voor een fijn gesprek. Zo blijf je beter hangen. Heb plezier met het netwerken Zorg dat je plezier hebt in het uitbreiden, informeren, contacteren en communiceren met jouw netwerk op je eigen manier. En- thousiasme komt goed over waardoor je ge- sprekspartner je beter zal onthouden. Wees proactief Probeer er bij de ander achter te komen welk probleem hij/zij heeft en bedenk wie binnen jouw netwerk daarbij kan helpen. Op deze manier ben jij van toegevoegde waarde. De ander zal dat zeker waarderen en jou wel- licht een volgende keer een gunst verlenen. Amy Landman (21), is vierdejaars student bedrijfskunde en redacteur externe betrekkingen van Avenir. Het begrip netwerken ga je tijdens je studietijd geheid vaak te horen krijgen. Het opbouwen van een sociaal en zake- lijk netwerk om jou verder te helpen in je werk, carrière en privé-leven kan behoor- lijk lastig zijn. Enkele tips om je op weg te helpen met het opbouwen en uitbreiden van jouw netwerk. Door Amy Landman 7 Tips om je netwerk uit te breiden fun Cultuur Creëer een divers netwerk Jouw netwerk bestaat in principe uit alle per- sonen waarmee je nu contact hebt, of waar je in het verleden contact mee hebt gehad en die een positieve indruk van jou hebben. Denk aan vrienden, familie, klasgenoten, et cetera. Om een netwerk op te bouwen dat als vangnet kan dienen voor allerlei situa- ties, is het belangrijk dat je netwerk divers is. Focus je dus niet op één sociale groep, maar zorg dat je netwerk naast je vaste vrienden- groep ook mensen van je studie, sportclub, vereniging, buurt en nog meerdere sociale groepen bevat. Onthoud namen Ontmoet je iemand die interessant kan zijn voor jouw netwerk, zorg dan dat je de naam en enkele details die diegene je vertelt ont- houdt. Zo heb je altijd een aanknopingspunt voor een volgend gesprek en kun je hem of haar gelijk bij naam noemen. Zorg er ook voor dat je gesprekspartner weet wat jij doet, zodat diegene jou kan aanbevelen in zijn/haar netwerk. ‘Om een netwerk op te bouwen als vangnet, is het belangrijk dat je netwerk divers is.’ ‘Door actief gebruik te maken van sociale media, is het mogelijk je netwerk snel uit te breiden.’ 5 Gebruik sociale media Met de komst van het Internet is de stap naar het creëren van een groot netwerk veel kleiner geworden. Sociale media zoals Fa- cebook, Twitter en LinkedIn zorgen ervoor dat bijna iedereen door middel van een paar klikken met de muis bereikbaar is. Door hier actief en slim gebruik van te maken, is het mogelijk om snel je netwerk uit te breiden en gemakkelijk contact te houden met jouw netwerk zonder dat dit zeer veel inspanning vereist. Houd in je achterhoofd dat een zake- lijke lezer jouw profiel ook bekijkt en jou hier op kan beoordelen.
  • 11. AVENIR20 21AVENIR Verliefd makend Bangkok Aangekomen in Bangkok keek ik mijn ogen uit. Het krioelde van de mensen, wat niet gek is aangezien er ruim 12 miljoen mensen wonen. Het eerste wat me opviel waren de taxi’s, wat een soort Fast the Furious Toy- ota’s zijn, met wel heel opvallende kleuren. Auto’s vulden de wegen in een onuitputtelij- ke file en de scooters gebruikten de overige schaarse ruimte nuttig om vooruit te komen. Terwijl ik het straatleven verkende, werd ik van het studentenleven begint na de colle- ges, wanneer de studenten zich verspreiden over de vele barretjes en restaurants. Thaise studenten houden van drinken en vooral van Johnny Walker. Bij de meiden moet alles schattig en onschuldig zijn. Een soort Hello Kitty uitstraling. De studenten (en overige inwoners) zijn ook behoorlijk verlegen in eerste instantie, maar zodra het eerste con- tact gemaakt is zijn ze heel open en warm. Ontsnapt aan een ladyboy Bangkok heeft een geweldig nachtleven. In de clubs wordt van alles gedraaid zoals RnB hiphop, house trance en Thaise live- bands. Een dansvloer is er niet, want die staat vol met kleine tafeltjes met sterke drank en bankjes. In de eerste uren van de avond wordt er flink gedronken. Drank is heel goedkoop in Thailand. Voor een fles whisky met mixers ben je ongeveer 30 euro kwijt. Na de eerste twee uur zijn al die onschul- dig uitziende Thaise mensen dronken en gaat het los. Mij werd van alle kanten drank aangeboden, mensen vliegen je om de nek en het is gemakkelijk om nieuwe vrienden te maken. Om twee uur gaan de reguliere clubs dicht en kan je terecht bij de vele af- terparty clubs, om door te gaan tot 5 uur in de ochtend. Verder heb je ook veel walking overrompeld door de verschillende geuren van eetstalletjes en de verkopers aan de straatkant en de motortaxi jongens op elke straathoek met het befaamde zinnetje; mis- ter, where u go? Maar het allermooiste vond ik de glimlach. Iedereen op straat lacht je toe met een glimlach die je bijna verliefd doet maken op het land. De stad heeft twee merkbaar verschillende kanten. Allereerst het moderne Bangkok streets in Bangkok waar je de beruchte go- go bars vindt inclusief Ladyboys. De lady- boys zijn een verhaal apart, maar waar het op neer komt is dat mannen zich laten om- bouwen tot vrouwen. Bij sommigen is alles verbouwd en bij sommigen is het alleen tot de gordel gedaan. Deze ladyboys zijn soms niet te onderscheiden van echte vrouwen. Ik ben er zelf ook ingetrapt op mijn tweede dag in Bangkok. Ik was er gelukkig wel op tijd achtergekomen. Het ‘gevaarte’ was zich namelijk vergeten te scheren onder de kin. Bij mij in de klas zat er overigens een jongen die in januari een man was en in mei duide- lijk een vrouw was geworden. Burn, Baby, Burn! Na alle mooie ervaringen heb ik ook de rel- len meegemaakt, wat behoorlijk heftig was. De roodhemden hadden voor de rellen 5 weken lang het commerciële centrum bezet gehouden. Ze eisten nieuwe verkiezingen en het aftreden van de geelhemden, die in 2008 de macht grepen. In mei besloot de regering om de protestsite te belegeren. Dit mondde uit in rellen tussen het leger en de roodhem- den. Nadat het leger omsingeld was, rea- geerde het met harde maatregelen en zette snipers, tanks en gewapende soldaten met live munitie in. Mijn woning bevond zich 2 In het eerste halfjaar van 2010 had ik één van de beste beslissingen gemaakt in mijn le- ven. Een beslissing die me een geweldige tijd en talloze onvergetelijke herinneringen heeft bezorgd. Ik heb 6 maanden doorgebracht als exchange student in Bangkok, Thai- land. Een klein paradijs op aarde gelegen in Zuidoost Azië. met zijn nieuwe kantoorgebouwen, luxe hotels, appartementencomplexen en su- pergrote shopping malls. De andere kant is het meer culturele en traditionele deel, met een aantal indrukwekkende tempels met als hoogtepunt de levensgrote Boeddha in het Koninklijke paleis. De Thaise architectuur kenmerkt zich door sierlijke gebouwen, met veel goudkleurige onderdelen en verschil- lende felle kleuren. Verder is er een duidelijk verschil tussen arm en rijk. Een villawijk keek zo uit op een slop- penwijk, maar het mooiste is dat er geen onderlinge wrok bestaat. Arm en rijk leven vredig naast elkaar. Thaise mensen hebben namelijk groot respect voor elkaar, de ko- ning en de Thaise vlag. Studentenleven Ik heb een appartement gehuurd dicht bij de Universiteit. Voor slechts 250 euro kreeg ik mijn appartement met onder meer zwem- bad, gym, roomservice en room cleaning. Op Chulangkorn draagt iedereen een uniform. Voor de jongens is dat een nette donkere broek met wit overhemd en voor de meiden een lange rok met een wit shirtje. De lange rok werd bij de meiden wel heel snel een minirokje, dus het testosteron gehalte op de campus lag behoorlijk hoog. De colleges zijn even saai als die in Nederland, hoewel de les- stof wel makkelijker is. Het leukste gedeelte straten achter de red zone waar de strijd het hevigst was. Ik kon dus in de avond de ex- plosies en kogelgeweer geluiden horen. De roodhemden zetten barricades op en staken overal in de stad autobanden in brand, om het leger tegen te houden. Bangkok was be- dekt onder een dikke wolk van zwarte rook. Het leek soms op een scene uit de film Black Hawk Down. Mijn laatste twee weken moest ik door- brengen met een avondklok die om 9 uur ‘s avonds inging. Ik was op een zondag met een aantal vrienden ook de straat opgegaan, om alles een beetje te bezichtigen en foto’s te maken, onder meer van de barricades van brandend rubber. Je maakt toch niet elke dag een burgeroorlog mee. Op een kruispunt nabij de red zone zagen wij een roodhemd op een scooter met een geïm- proviseerd kanon op zijn rug, die toen hij bij de barricade aankwam neergeschoten werd dooreensniper.Demanwerdsnelafgevoerd met een ambulance. Dat was behoorlijk hef- tig om mee te maken. De laatste dag van de rellen had de overheid er genoeg van en liet het leger een ‘imminent crackdown’ uitvoe- ren. Barricades werden met geweld omver geworpen, roodhemd leiders werden gear- resteerd en geweldplegers werden neerge- schoten of opgepakt. Op die dag hebben de zwarthemden, de radicale beweging van de roodhemden, overal in de stad brand ge- sticht waaronder het beursgebouw, huizen van politici, nieuwszenders, banken en me- trostations. Een aantal dagen later was het normale leven weer begonnen en leek de rust teruggekeerd te zijn. Een paar dagen later moest ik er ook aan geloven. Nederland riep weer. Ik vertrok met verdriet, maar één ding was duidelijk. Hier kom ik heel snel weer terug. studie Khalid Li Boukdid (21), is vierdejaars student bedrijfskunde. Door Khalid Li Boukdid Burning Bangkok The exchange experience
  • 12. AVENIR22 23AVENIR Trend 1 – Consumerization of IT The Consumerization of IT can be described as the ongoing trend of new technologies and models appearing in the consumer world first before evolving into the enter- prise. Good examples are the Blackberry and new collaboration applications like Google Docs and Spreadsheets. The challenge for the IT profession will be to make these tech- nologies and models safe for enterprise con- sumption. Trend 2 – Generation Y Generation Y, the new generation of know- ledge workers, has an innate familiarity with Internet technologies and tools.They expect facilities such as social networking, blogs and wikis to be available in their workpla- ce. The challenge for the IT profession is to reach the level of agility that is needed to be responsive on requirements that can change every day. Zet je talent om in geld Momenteelverdienikmijngeldmethetge- ven van bijles op de VU en de Hotelschool waar ik in 2008 afstudeerde. In feite ben ik zelfstandig ondernemer en deel ik mijn ei- gen tijd in. Ik help per studieblok een aan- tal studenten op verschillende dagen in de week. Een bijkomend voordeel is dat mijn eigen kennisniveau up-to-date blijft en daarnaast verdient het aardig (in mijn geval 15 euro per student per uur). Ben je goed in bijvoorbeeld wiskunde of statistiek? Laat dan je nummer achter bij de decaan/studieadviseur van je voormalige opleiding (VWO of HBO) en je wordt vanzelf gebeld! Tom van Ruitenbeek (is bezig met het afronden van zijn MSc Financial Management) Economisch verantwoord Om alle kopjes thee, kopietjes en markeer- stiften te bekostigen die er aan de VU we- kelijks doorheen gaan, werk ik achter de bar bij de Sugar Factory. Tijdens mijn bachelor had ik meerdere bijbaantjes, maar omdat ik me serieus op mijn Master Economics wilde richten, besloot ik er maar eentje te houden. De minst serieuze. Het is vaak hard werken, maar wel één en al gezelligheid! Veel leuke optredens, gekke collega’s en héle lange na-borrels. Ik verdien niet alleen geld met biertjes tappen, ik bespaar ook een substantieel bedrag uit aan de mijne. Sinds ik bij de Sugar Factory werk, ga ik zelf een stuk minder uit en consumpties op mijn werk zijn voor rekening van de baas. Ik zeg: economisch verantwoord! Delia Leertouwer (MSc Economics) Trend 3 – Boundary less Environment Modern organizations define only what work needs to be done and not where and how. This allows employees to use their in- dividual creativity and to find their own ba- lance between work and their personal lives. The challenge for the IT profession will be in supporting the corresponding new techno- logies such as telepresence facilities, virtual classrooms and real-time collaboration plat- forms. To benefit from their investments in social capital, companies must anticipate on these three trends to enable their employees to work in a smarter and more productive way. It’s HP’s ambition to lead this evolution of the next generation end user services. What we see as an important innovation chal- lenge is to maintain the human connections in an electronic world. A good example of a related HP innovation is Halo, a network of precisely designed meeting rooms that lets Astheworld’sleadingproviderofdesktoptechnologywearefrequentlyaskedforourvision on the workplace of the future. Our reaction is that we see three emerging trends which will haveamajorimpactontheevolutionofenduserservices.ThesearetheConsumerizationof IT, the entry of generation Y into the workforce, and the emergence of the“boundary less” work environment. Studeren kost geld. Niet alleen de studie zelf, maar ook het studentenleven tast je budget soms behoorlijk aan. Om alle studieboeken, het collegegeld, maar ook de borrels toch te kunnen blijven financieren hebben de meeste stu- denten een bijbaan. Wat voor bijbaan studenten hebben varieert. Avenir vroeg vier studenten met verschillende bijbanen iets over hun bijbaan te vertellen. you meet with colleagues on the other side of the world as if they were right across the table from you. Halo gives you the sense of being in the same room together. But Halo is just one specific example.We work hard eve- ry day to create new possibilities for techno- logy to have a meaningful impact on people, businesses, governments and society. More information More information about HP is available at www.hp.com. Hewlett Packard economie Hoe haal ik het einde van de maand? Studenten en hun bijbaantjes Door Malon van Eerde Veelzijdige bijbaan Ikwerknaastmijnstudiealsstudent-traineebij Samhoud,eenadviesbureaudatorganisaties in zowel het bedrijfsleven als de overheids- sector adviseert en begeleidt in visie – en stra- tegietrajecten, leiderschapsontwikkeling en cultuur- en verandermanagement. Het leuke aan studenttrainee zijn, is dat je vanaf dag één meteen betrokken bent bij het bedrijf. Je wordt gestimuleerd om actief mee te denken, je leert heel veel en je bent bij klanten en pro- jecten betrokken. Ik ondersteun een team van adviseurs dat zich op de overheid richt. Mijn werkzaamheden zijn heel divers; onderzoek doen naar een bepaalde overheidsmarkt, meeschrijven aan een artikel, presentaties voor de klant maken, meedenken over een leersessie en nog veel meer. Ik krijg op deze manier alle facetten van het adviesvak te zien en de connectie met de overheidssector maakt het voor mij heel interessant en leuk om hier te werken! Gabi Brouwer (MSc Economics) Ondernemen in je studententijd: theorie of praktijk? Afgelopen zomer zijn wij een bedrijf ge- start, genaamd Bozec. Door middel van onderzoek en advies helpen wij onder- nemers in het MKB bij hun ambitie om te investeren in snel ontwikkelende markten zoals China en India. Het leiden van een eigen bedrijf is een mooie ervaring: je be- paalt zelf de werktijden en de koers van het bedrijf. Daar staat wel tegenover dat je hard moet werken en blut bent wanneer je geen nieuwe projecten aantrekt. Voor het aantrekken van nieuwe klan- ten is het belangrijk om kwaliteit te leveren en zo een reputatie op te bouwen. Kortom: ondernemen is een sprong in het diepe, maar kan een lucratieve en leerzame ervaring zijn. Lars Jongerius Robin Sie (4e jaar bachelor IBA MSc Finance and Investments @ RSM Erasmus) fun Cultuur
  • 13. thema Social Capital Social Capital: de waarde van sociale relaties. Hierbij wordt al snel gedacht aan ‘netwerken’, iets dat de meeste studenten wel aanspreekt. Dit is inderdaad een onderdeel van social capital, maar dit thema gaat nog veel verder dan alleen netwerken. Dat blijkt in deze Avenir uit het brede scala aan artikelen over Social Capital: » Neem een kijkje op pagina 32 en stort je in de maffiawereld » Lees op pagina 36 over het belang van Social Capital in de politiek » Zet je eigen netwerkplatform op met de tips van Charles Ruffalo op pagina 38 » Ontdek de negatieve gevolgen van Social Capital door je te verdiepen in complottheorieën op pagina 40. 25AVENIR AVENIR24
  • 14. AVENIR26 27AVENIR social capital Campagne Obama Om de waarde van sociale relaties in com- munities te illustreren, geeft McGill University professor en management expert Professor Henry Mintzberg een mooi voorbeeld:“We zijn sociale dieren die niet effectief kunnen functi- oneren zonder een sociaal systeem dat groter is dan onszelf. Dit is wat er bedoeld wordt met ‘community’–desocialelijmdieonsbindtvoor het groter goed. Je hoeft niet verder te denken dan de energie die heerste door het sterke community gevoel in de campagne van Barack Obama.” Communities mobiliseren Wat kan bereikt worden met het stimuleren en sturing geven aan Social Capital? Op profes- sioneel gebied kan het senior management door interactie tussen verschillende afdelingen aan te moedigen, meer toegang tot belang- rijke informatie en kennis krijgen die anders onontdekt zou blijven. Deze informatie en kennis kan gebruikt worden om bijvoorbeeld schaarse middelen te verkrijgen. Door deze verhoogde samenwerking ontstaan er binnen organisaties hechtere interne netwerken. Voor een extreem voorbeeld hoe deze netwerken gebruikt kunnen worden, lees het bizarre ver- haal van Charles D.A. Ruffolo in deze Avenir over de wijze waarop hij een vliegdekschip heeft kunnen regelen. Ook organisaties kun- nen hierop inspelen door de ontstane commu- nities te mobiliseren en zodoende collectieve doelen te realiseren. Drie pijlers OmtebegrijpenwaternodigisomSocialCapi- tal te stimuleren of zelfs te sturen, is het van be- langkortintegaanopdeonderliggendepijlers van het concept. Social Capital bestaat uit drie pijlers, een structurele pijler - dit is de structuur van het netwerk zelf (denk bijvoorbeeld aan een ondernemersplatform), een relationele pij- ler - dit bestaat uit vertrouwen en de hechtheid van de relaties binnen het netwerk en tot slot de cognitieve pijler - die gevormd wordt door gedeelde normen en waarden. Hoeelkvandezepijlersgestimuleerdwordtom eensterkSocialCapitaltecreërenwordtuitvoe- rig beschreven in deze Avenir in de verschillen- de zeer uiteenlopende voorbeelden van toe- passing van Social Capital. Niet alleen wordt er een vliegdekschip geregeld, er wordt ook een ondernemersplatform opgezet en wordt er een kijkje genomen in de maffiawereld. Tim Mooren (26), is Masterstudent Management Consulting en organiseert het Amsterdam Academic Conference. Door Tim Mooren Sociale lijm bindt voor het groter goed Iedereen leeft, werkt of handelt in één of meerdere gemeenschappen, of communities. Dit kan reiken van de snelle consultancywereld, de universiteit, een politieke, sport of goede doelen vereniging tot zelfs een parenclub. Door deel uit te maken van verschillende com- munities heb je toegang tot bepaalde kennis, waar anderen geen toegang tot hebben. Dit maakt jouw netwerk van bekenden uniek en dat is iets waard. Sterker nog, je netwerk kan bepalend zijn voor hoe succesvol je wordt! Iedereen is het erover eens dat het iets waard iswanneertweemensenelkaaropeenpositievemanierkennenenmetelkaaromgaan,maarhetislastigomereenvingeropteleggen wat die waarde nou precies inhoudt. Dit is het vraagstuk waar Social Capital zich mee bezig houdt; de daadwerkelijke en potentiële waarde van sociale relaties. Als we dit beter zouden begrijpen, kunnen organisaties dan Social Capital stimuleren of zelfs sturen, om zodoende effectiever hun doelen te realiseren? Of kan de Nederlandse overheid dan beter inspelen op integratievraagstukken? eindigt. Daarnaast ben ik ook geen persoon die anderhalf uur naast iemand kan zitten zon- der er een woord tegen te zeggen; collegetijd is toch ook een beetje de tijd om te‘socializen.’ En vragen stellen doe ik alleen wanneer ik ook daadwerkelijk een vraag heb. Zelf vind ik namelijk bepaalde studenten heel irritant die niet een vraag stellen omdat ze er zo graag een antwoord op willen, maar de vraag ver- pakken met een hele uitleg om te laten zien hoeveel ze over het onderwerp weten. Ik weet honderd procent zeker dat je ook zulke perso- nen in je jaar hebt. Ten tweede hechten ze in Engeland enorm veel waarde aan de titel van de referent. Je scoort dan ook het hoogst als je referent‘prof.’ voor zijn naam heeft staan. Nou weet ik niet hoe het bij Bedrijfskunde of IBA is, maar bij Economie krijg je niet vaak les van een pro- fessor en zowel, dan zijn deze mensen door tijdtekort meestal niet het makkelijkst bena- derbaar. Deze punten kan je omzeilen door contact te leggen met de professoren die je lesgeven, of met professoren op een gebied waarin je verder wilt. Ik heb ervaren dat je beter een onpersoonlijk mailtje achterwege kunt laten en gewoon maar de ‘stoute’ schoenen moet aantrekken. Het zal je verbazen hoe gewillig professoren zijn om ambitieuze studenten Dus nu heb ik stress. Waarom? De aanmel- dingstijd in Engeland is begonnen en het werk blijkt toch nog meer dan verwacht. Terwijl ik een motivatiebrief schrijven al moeilijk ge- noeg vind, moet ik daarnaast ook nog twee essays, een research proposal, kopie van mijn cijferlijstendeuitslagenvaneenkwantitatieve en een Engelse test inleveren. En alhoewel het gevolg is dat ik nul komma nul vrije tijd heb naast mijn studie en mijn baantje en soms de bomen door het bos niet meer kan zien, heb ik al deze dingen toch zelf in de hand. Een erg belangrijk onderdeel voor de aanmel- ding en tevens één waar ik zelf gedeeltelijk de controle uit handen moet geven, zijn de referenties. Een referentie krijgen is op zich geen probleem, een ‘goede’ referentie krijgen is een ander verhaal. Dat is niet iets wat je in de laatste twee weken voor je aanmelding re- gelt, maar waar je tijdens geheel je studietijd voor moet netwerken. Zelf vind ik dit lastig om twee punten. Ten eerste weet ik niet of je dit zelf ook hebt opgemerkt, maar het is niet heel gemakkelijk om eruit te springen in een collegezaal van 200 man. Je kan natuurlijk altijd vooraan zit- ten, goed opletten en vragen stellen. Echter, dit is mij niet altijd even goed gelukt, aange- zien ik niet erg goed ben in op tijd komen en je vaak dan toch iets hoger in de collegezaal verder te helpen. Natuurlijk moet je wel be- wijzen aan hen dat je slim, hardwerkend en referentiewaardig bent. Ik ben zelf ook zonder afspraak gewoon het kantoor van een profes- sor binnengelopen. Niet alleen om een refe- rentie te vragen, maar om te vragen of hij de supervisor van mijn Research Assistantship (een optie via het honours programma) en van mijn bachelorscriptie wilde zijn. Ik heb daarbij wel uitgelegd dat mijn uiteindelijke doel een referentie krijgen was en waarom ik deze refe- rentie nodig heb. Inmiddels is deze professor eerder een mentor voor mij geworden dan dat hij alleen supervisor is. Hij helpt mij met mijn vakken kiezen, motivatiebrieven op te stellen en al de andere dingen die ik moet doen. Dus mijn tip aan jou is: heb je een referentie nodig, loop gewoon bij iemand naar binnen en doe je verhaal. En kent deze persoon je niet, bedenk dan hoe jij aan hem/haar kunt bewijzen dat je referentiewaardig bent. Wees niet nerveus en stel je van tevoren eerst kort voor. Klinkt misschien raar, maar er is niets zo vervelend als heel je verhaal doen en vervol- gens te horen krijgen: ‘Uhm, klinkt leuk, maar wie ben jij eigenlijk?’ En geloof mij, ik spreek uit ervaring... Emma van Eijndhoven (22), studeert de bachelor economie Emma van Eijndhoven Studentencolumn Stress!!! Eindelijk is het moment daar! Het moment waar ik drie jaar lang met bloed, zweet en tranen naar toe heb gewerkt. Mijn tijd aan de VU betekende voor mij een fulltime intrek in de stiltezaal op de be- gaande grond en al mijn vrije tijd spenderend bij Aureus (Dat laatste doe ik natuurlijk ook voor de gezelligheid en de gratis koffie, die vaak meer wat weg heeft van motorolie). Drie jaar lang heb ik geprobeerd zo hoog mogelijke cijfers te halen en mijn CV te pimpen met allerlei extracurriculaire activiteiten. En dat allemaal omdat ik straks mijn mas- ter graag in Engeland wil gaan doen en daar toegelaten worden een stuk minder makkelijk is dan in Nederland. NERDWERKEN 27AVENIR social capital
  • 15. AVENIR28 29AVENIR In uw boek schrijft u over postmodern lei- derschap en de postmoderne generatie. Kunt u dit fenomeen voor ons in verband brengen met social capital? Er is een verschil tussen de moderne en postmoderne generatie. De modernen, zoals ik, zijn goed bekend met het post- modernistische gedachtegoed maar heb- ben een modernistische opleiding geno- ten. De hoger opgeleide generatie tot 35 daarentegen heeft enkel een postmoder- nistische kijk op de wereld; zij weten ook niet anders. En dit is niet slechts een Wes- ters fenomeen. Ook studenten in Saudi- Arabiё en Thailand identificeren zich hier- mee. Zo heb ik voor het hoofdstuk over postmodern medicine, met artsen uit de hele wereld gesproken. Zij beaamden al- len de veranderingen die ik in mijn boek beschrijf. Een kenmerkend voorbeeld hiervan is dat mensen tegenwoordig voordat zij naar een arts gaan, zelf via goo- gle op zoek gaan naar wat hen mogelijk die je haalt uit een face to face interactie. Dus vraagt hij zijn manager in de betref- fende steden om te lunchen met deze mensen om erachter te komen wie zij zijn: zijn ze getrouwd, hebben ze kinderen, wat zijn hun hobby’s? Dat zijn allemaal we- tenswaardigheden die het gemakkelijker maken om effectief met iemand samen te werken. Daarmee komen we meteen bij een van de uitdagingen van sociaal netwerken. Deze netwerken werken het beste wan- neer er een fysieke basis is, dus wanneer je iemand werkelijk ontmoet hebt en elkaar hebt leren kennen, zoals in je studenten- tijd. Een dergelijk fundament is ook voor online contacten erg belangrijk. Toch zijn er ook mensen die ik slechts kort ontmoet heb maar met wie ik me toch sterk ver- bonden voel door contact via Facebook, LinkedIn of Twitter. Maar die relaties heb- ben niet dezelfde diepgang als die met mensen met wie ik ook daadwerkelijk tijd heb doorgebracht. Wat onderscheidt het Advanced Lea- dership Program (ALP) dat u samen met Henry Mintzberg ontwikkelde van andere programma’s op dit gebied? Het is een programma bestaande uit drie modules dat de hele wereld over gaat. We mankeert en na het bezoek, wederom op het internet, gaan opzoeken wat de arts nu precies tegen hen gezegd heeft. Zo komen zij in aanraking met verschillende opinies met betrekking tot hun klachten. Dat is een groot verschil met vroeger, toen wat de arts voorschreef door mensen zon- der meer werd aangenomen. De dokter werd vroeger als het ware gezien als een soort van ‘God’ met een kleine ‘g’. Wat de postmoderne generatie bindt, is onder andere de technologie die ze tot haar beschikking heeft. Vanwege de hedendaagse technologische mogelijk- heden, verschilt de wijze waarop zij hun sociale netwerk opbouwen en contac- ten onderhouden aanzienlijk van hoe de modernen dat deden. Wij hadden niet de middelen van nu, zoals e-mail. Dus toen ik mijn studie in Los Angelos had afgerond en terugkeerde naar Toronto, verloor ik snel het contact met mijn studiegenoten. zitten met tussenperiodes van drie maan- den een week in Engeland, in Canada en in India. Het grote verschil met andere programma’s is dat het ALP de helft van de tijd besteedt aan een door de CEO van een deelnemend bedrijf ingebrachte kwestie. In plaats van een individu komt er een groep afgevaardigden van een or- ganisatie die zich gaat buigen over een dergelijke ‘McKinsey-kwestie’. Dit doen zij samen met ons en de faculteit, maar ook met zogenaamde ‘friendly consultants’ . Dit zijn de senior adviseurs van andere bedrijven die jou kunnen adviseren vanuit hun eigen ervaringen. Hiernaast zijn we ook wel bezig met educatie en geven we lezingen, maar het gaat ons voornamelijk om het uitwisselen van ideeёn. Daarnaast bevordert het voorleggen van CEO kwes- ties aan bestuursleden begrip voor het werk dat deze verricht en leren zij in het ALP omgaan met de vaak dubbelzinnige vraagstukken waar de CEO mee te maken krijgt. De bestuursleden leren denken als een CEO en that’s a good thing. Hoe kunnen managers het social capital in hun organisatie het beste inzetten? Dat hangt af van de taken waar een orga- nisatie voor staat. Vooral bij zaken waarin je te maken hebt met de omgeving en Karl Moore is een professor aan de faculteit der managament, McGill Universiteit. Deze award winning docent is mede directeur met Henry Mintzberg voor ´the Advanced Leadership Program´ op de McGill Universiteit. Als ervaren corporate manager heeft hijvoorzijnacademischecarrière12jaarinsalesenmarketingmanagementpositiesgewerkt,indehightechindustrievoorIBM, Bull en Hitachi. Social capital onder de loep genomen door Karl Moore. Tegenwoordig ben je na je afstuderen nog steeds allemaal‘ vrienden’op Facebook en kun je elkaars netwerk vergroten. Op die manier bouw je op een heel vanzelfspre- kende wijze aan je sociaal kapitaal. Mijn generatie moest daar veel meer moeite voor doen. Wat betekenen deze nieuwe netwerken voor de kwaliteit van de binding tussen mensen? Dat is inderdaad een van de kwesties waar we momenteel mee bezig zijn. Collega’s van mij hebben onderzoek gedaan naar global teams. De leden van zo’n team wer- ken samen maar wonen verspreid over de hele wereld. Een voormalige student van mij vertelde bijvoorbeeld dat hij werk- nemers heeft die hij nog nooit ontmoet heeft en ook nooit zal ontmoeten. Het probleem dat daarbij komt kijken, is dat de informatie die je krijgt via email of sky- pe een stuk beperkter is dan de informatie het daarop afstemmen van je strategie en business model, is het belangrijk om uit het aanwezige social capital te putten om informatie te vergaren over de trends en producten waar zowel klanten als werkne- mers mee te maken krijgen. De afdelingen sales en marketing moeten als geen ander de externe wereld en hun klanten begrij- pen. Zeker in een tijd waarin strategiёn niet lang stand houden en er continue vraag is naar nieuwe producten, moeten we de ontwikkelingen zien bij te houden. Sociale netwerken zijn daarvoor een be- langrijke bron. Managers geven aan het lastig te vinden om het social capital in hun organisatie te benutten. Wat zou u hen adviseren? Allereerst is het belangrijk dat je je netwerk wilt delen met anderen. Je moet leren om goedgeefs te zijn met betrekking tot je so- cial capital. Ook zijn er zogenaamde‘super- networkers’die van nature erg goed zijn in het opbouwen van een sociaal netwerk en het leggen van verbindingen tussen men- sen en daar ook plezier aan beleven. Het is belangrijk om de supernetworkers in een organisatie te identificeren en een goede relatie met hen op te bouwen. Zodat je met een vraagstuk altijd bij hen en hun gehele netwerk terecht kunt. Joris Kijzer (21), is Masterstudent Strategy Organization. Tim Mooren (26) is Masterstudent management consultancy. Lisette Jong (22) is derdejaars bachelor sociologie. Door Joris Kijzer, Tim Mooren en Lisette Jong Karl Moore De invloed van het nieuwe netwerken Interview met Karl Moore social capital
  • 16. 31AVENIR For more information: www.ingtalentprogramme.com Apply for the talent programme that suits your qualities and ambition * Retail Banking Leadership Programme * Operations IT Banking Talent Programme * Global Risk Talent Programme Are you ready to have an impact from day one? Do you want to kick start your career and reach the position of manager or specialist in just three to five years? Do you have leadership ambition, strategic vision, persuasiveness and manage- ment skills? Yes Yes Yes Yes Yes No No No No No Are you an ambitious graduate with less than two years of working experience? Are you looking to put your leadership potential to good use by taking on a challenging traineeship? YOU COULD BE THE IDEAL CANDIDATE FOR THE ING TALENT PROGRAMME. LEARN MORE ABOUT THE CHANCES AND OPPORTUNITIES AT ING. GO TO WWW.INGTALENTPROGRAMME.COM Docentcolumn “It’s a small world” hoor je vaak onbekende mensen zeggen, als ze er- achter komen dat ze gezamenlijke kennissen hebben. Vanuit netwerk perspectief lijkt de wereld inderdaad klein te zijn. Sinds de small world experimenten van Stanley Milgram, hebben verschillende onderzoekers geprobeerd aan te tonen dat mensen gemiddeld maar zes stappen nodig hebben om een willekeurige persoon ergens op de wereld te kunnen be- reiken. Hoe komt dit? En wat heb je er aan om dit te weten? Zuzana Sasovova It’s a Small World De zes stappen of ‘six degrees of separation’ blijken voor allerlei soorten netwerken te gelden. Zo heeft de acteur Kevin Bacon bij- voorbeeld in 1994 in een interview laten we- ten met alle acteurs in Hollywood te hebben samengewerkt of in ieder geval met iemand met wie zij samenwerkten. Op basis van deze uitspraak werd later een Kevin Bacon game ontwikkeld. Voor een willekeurige acteur wordt de lengte van het kortste pad bepaald door het tellen van het aantal stappen naar Kevin Bacon. Zo heeft bv. Carice van Houten een ‘Bacon number’ van 2 omdat zij in Repo men (2010) met Forest Whitaker heeft ge- speeldendiespeeldesamenmetKevinBacon in The Air I Breathe (2007). Het bleek erg lastig te zijn om een acteur te vinden die een ho- ger ‘Bacon number’ heeft dan 4. Voor weten- schappers bestaat een vergelijkbare maatstaf –‘Erdös number’, deze maatstaf geeft aan hoe ver in het co-auteurschapnetwerk een onder- zoeker zich bevindt van de zeer productieve Hongaarse wiskundige Paul Erdös (voor zijn co-auteurs is het een 1, voor de co-auteurs van zijn co-auteurs een 2, enz.). Probeer zelf maar eens op LinkedIn na te gaan hoeveel stappen je van een bekende onbekende of een onbekende bekende persoon staat. Welke eigenschappen van netwerken zor- gen ervoor dat mensen elkaar in relatief weinig stappen kunnen bereiken? De ver- rassend korte afstanden in sociale netwer- ken zijn vooral bijzonder omdat er in een netwerk vaak sprake is van lokale clusters – groepen vrienden die samen een hecht netwerk vormen. Als dit het enige organise- rende principe was, zou een netwerk alleen uit kleinere of soms iets grotere geïsoleerde eilanden bestaan. Echter, door toeval of ge- richte zoekacties ontstaan er relaties tussen clusters (‘random rewiring’) en deze zorgen ervoor dat de eilanden met elkaar verbon- den zijn – dat mensen elkaar kunnen be- ïnvloeden, informatie kunnen uitwisselen, maar ook virussen en infecties kunnen over- dragen. Bovendien is de centraliteit binnen een netwerk ongelijk verdeeld: een beperkt aantal populaire mensen (die bv. bijzonder actief zijn) worden veel vaker door anderen benaderd. Ze komen daardoor centraal in het netwerk te staan en fungeren als cen- trale‘hubs’. Je kunt je voorstellen dat een centrale ‘hub’ een belangrijke functie vervult in een in- formeel netwerk. Evenals een broker die de clusters met elkaar verbindt. ‘Hubs’ en brokers zijn sleutelpersonen die het gehele netwerk bij elkaar houden door informatie te ontvangen en gericht door te geven. Bin- nen organisaties worden centrale mensen in het adviesnetwerk als invloedrijk gezien. Bij sollicitaties leidt het hebben van kennis- sen in de organisatie tot betere resultaten in salarisonderhandelingen. Ook blijkt uit on- derzoek dat brokers sneller bevorderd wor- den. Maar veel in het netwerk gebeurt ook onbewust. Uit een grootschalig onderzoek uitgevoerd over 20 jaar is gebleken dat ge- luk aanstekelijk is en zelfs kan doorwerken tot de tweede stap in een vriendschapsnet- werk. Daarbij worden gevoelens van geluk gemakkelijker verspreid en doorgegeven dan de minder vrolijke gevoelens – dus hoe groter je netwerk hoe beter voor je geluk. Ten slotte, een leuke bijkomstigheid voor de komende herfst -en wintermaanden: een gevarieerd netwerk verhoogt zelfs je weer- stand tegen verkoudheid. Zuzana Sasovova Assistant Professor, Faculty of Econo- mics and Business Administration Faculty of Social Sciences, VU Univer- sity Amsterdam. social capital
  • 17. AVENIR32 33AVENIR over de juiste kwaliteiten beschikt, dan zou hij zomaar de advocaat of accountant van de familie kunnen worden. Een zeer lucratieve baan. Deze banen leveren veel respect op binnen de familie en maken je een belang- rijke schakel in de organisatie. De associates met de grote banen worden, zodra ze hun sporen verdiend hebben, net zo goed behandeld als de directe familie. Dit is deels omdat ze het verdienen, aangezien zij taken vervullen die de familie zelf niet kan ondernemen, zoals banen die een hoge op- leiding vereisen. Maar ze worden ook goed behandeld omdat de maffia ze nu niet meer kwijt wil. De associates zijn zo dicht betrok- ken bij de familie, dat het gevaarlijk zou zijn als ze uit de familie stappen. Een ex-werkne- mer kan zomaar met informatie naar de po- litie stappen, of nog erger: naar een andere maffiafamilie. Daarom is het belangrijk om de associate Family business In de maffiawereld draait alles om de familie. Ooms, neven, broers, vaders, ze zitten alle- maal in de organisatie en handelen in naam van de Don, het hoofd van de familie. Met deze directe bloedverwanten kan een maf- fiaorganisatie ver komen. Maar om de top halen hebben ze hiervoor de juiste connec- ties nodig. Eén van de belangrijkste connecties voor de familie is de associate. Een associate is geen bloedverwant van de Don, maar is het ultie- me“maffiamaatje”. Hij (of zij, maar voornamelijk hij) werkt voor de familie en kan solliciteren naar uiteenlo- pende vacatures: hij kan de loopjongen zijn en worden ingezet voor inbraken of drugs- deals, maar het kan ook veel beter. Als hij overal bij te betrekken. Hij moet zich één voelen met de maffiafamilie. Hij is eigenlijk niets anders dan een maffiamaatje, maar wordt door de familie als bloedverwant be- handeld. Associates zijn een vorm van intern social capital. Ze werken voor de familie (het liefst ook voor niets of niemand anders) en wor- den gezien als familielid. De maffia maakt graag gebruik van dit interne social capital, want daar hebben ze de meeste controle over. Toch heeft de maffia ook extern social capi- tal. Dit zijn connecties die buiten de familie handelen. Intern vs. Extern Organisaties die op weinig steun kunnen rekenen van de buitenwereld gebruiken vaak intern social capital, ook bekend als “bonding”. Naast de maffia is de Ku Klux Klan een goed voorbeeld hiervan. In dit soort gemeenschappen kan je niet altijd terugvallen op mensen van buitenaf die zullen helpen, dus probeer je je organisa- tie zo in te delen dat je zelf (bijna) alles kan oplossen. Extern social capital (ook bekend als “brid- ging”) wordt vaak gebruikt door organi- saties die populair zijn in de samenleving (bijvoorbeeld Unicef). Zo’n organisatie kan vrijwel altijd terugvallen op hulp van de buitenwereld. Deze externe steun is bij een bedrijf dat een positieve uitstraling heeft heel normaal, in tegenstelling tot de te- rughoudendheid waar organisaties als de maffia vaak op stuiten. De maffia toen en nu Dit artikel focust zich op de maffia van begin 20e eeuw. Dit is niet omdat de maf- fia dood is, maar omdat ze tegenwoordig meer op de achtergrond zijn. De “oude” maffia bestond uit mediageile mannetjes die zich graag naast de film- en sportster- ren van hun tijd lieten fotograferen. Tegen- woordig is dat anders, een maffioso zal zich niet zo snel in de spotlights begeven. Je hoort alleen maar iets over de maffia wanneer een maffioso wordt opgepakt of geliquideerd. Over hun dagelijkse activi- teiten is tegenwoordig jammer genoeg erg weinig bekend. Pleinvrees vulde envelop, maar kunnen ook zeker, waar nodig, kracht bij gezet worden met chan- tage of bedreigingen. Een ambtenaar heeft zelden een schoon geweten en dat weet de maffia maar al te goed. Als er daarom niet voldaan wordt aan de wensen van de Don, kan er wel eens iets heel vervelends gebeu- ren. Er kan ongewenste informatie op straat komen te liggen, het hoofd van je lievelings- paard kan in je bed belanden of de schoe- nen van cement komen uit de kast. Het is daarom niet alleen belangrijk voor de Don om een goede band te hebben met de autoriteiten, andersom is het voor de autori- teiten ook zeer wenselijk om in de smaak te vallen bij de maffia. De weg naar de top Subtiel kan je de meeste maffiosi niet noe- men, maar ze zijn vrijwel allemaal heel goed in wat ze doen. Het zal maar zelden voorko- men dat er een onderhandeling mislukt en als het dan een keer zover is, kunnen ze dit meestal snel weer rechtzetten. Door de gehaaide manier van onderhan- delen en door het brede arsenaal aan be- dreigingen en chantagemiddelen, zijn de meeste families meesters in het onderhou- den, uitbreiden en (waar nodig) uitdunnen van hun social capital. Of het nou gaat om intern of extern, ze weten hoe ze connecties moeten maken met de belangrijke perso- nen en wat ze moeten doen, om deze om te toveren tot hun eigen maffiamaatjes. Het essentiële ingrediënt van een succesvolle maffiafamilie. Good cop, bad cop De belangrijkste vorm van extern social ca- pital in de maffiawereld, is het contact met de politie en de politiek. Al veel politiechefs en gouverneurs zijn ten prooi gevallen aan de maffia en er zullen er nog vele volgen. De plaatselijke politie of de landelijke poli- tiek in je zak hebben is erg belangrijk voor een maffiafamilie. Dit omdat als de regels iets soepeler gemaakt kunnen worden voor je, het werk van sommige van je associates ook een stuk makkelijker wordt. Bepaalde fraudezaken zullen niet heel diep onder- zocht worden en sommige boetes zullen een fikse korting krijgen. Tevens zou het fijn zijn als de regels voor rivaliserende families juist wat strenger zouden zijn. Onverwachtse invallen in hun fabrieken, arrestaties van hun belangrijkste kopstukken, al deze kleine beetjes helpen. Deze voordelen worden vaak veilig gesteld met de overhandiging van een kleine ge- Ayolt de Roos (20), derdejaars student International Business Administration. We schrijven de jaren ’20 tot en met ’50 van de vorige eeuw. De hoogtij van de maffia. De soort die je op het witte scherm ziet. De maffia heeft de over- hand in New York, het maffia Mekka van die tijd. Het is het tijdperk van Al “Scarface”Capone en Anthony“Fat Tony”Salerno. Zij hebben de stad onder controle, gesteund door hun familie, maar ook door enkele buitenstaanders. “Maffiamaatjes”zoals Jort Kelder ze zou noemen. Social capital zoals ze echt genoemd zouden moeten worden. Door Ayolt de Roos ‘Een associate is het ultieme maffiamaatje’ ‘Al veel politiechefs en gouverneurs zijn ten prooi gevallen aan de maffia’ MaffiamaatjesMaffiamaatjes social capital
  • 18. AVENIR34 How has social capital helped you to get where you are now? Throughout my career as consultant and en- trepreneur, I have followed the philosophy that becoming a trusted advisor in services starts with investing in social capital, by ear- ning trust and building relationships. For instance, during First Financial’s first years of existence, we did not invest in mass mar- keting, but instead built our brand on what I call, the “combination of the 3 c-s”: compe- tence (delivering high quality), congruence (alignment of word and actions) and care for the customer (empathy). Especially in the fi- nancial sector with its high reliance on trans- action-based service models, this approach was still rather uncommon at the time. Financial institutions in particular have long neglected the importance of trust. Fortuna- tely, we are now seeing a shift in the financial industry towards a more relationship-based service model, as the standard for long-term growth and stability. As such, the industry seems to take the lessons from the financial crisis seriously. ING is a good example. Its strategic redirec- tion involves, amongst other things, an in- creased focus on social capital, by explicitly prioritising customer centricity and corporate social responsibility. As I have always been an advocate of the relationship-based model, I find this a really encouraging development. As Managing Director at ING, nowadays, I do not just tell people to “do as I say”, but I actu- ally need to convince them to“do as I do”.   How do you use social capital in your current position? First and foremost, by being crystal clear on what I believe is important. For me, good per- formance is all about connecting purpose, people and performance. Hence, I consider it my responsibility to clearly communicate the vision behind our strategic direction as well as its envisaged achievements to our stakeholders. Obviously, this starts with our employees. For if we cannot unite our em- ployees behind a shared vision of success, it will be difficult if not impossible to convince customers and other stakeholders to trust or value ING and/or the products and services we provide.    What according to you is the added value of social capital to the financial industry?  Currently, the most fundamental challenge for the financial industry is to rebuild trust and credibility. For the confidence in financial markets and businesses has been seriously damaged by the recent events during the financial crisis. This is a crucial observation for the entire sector. It illustrates that finan- cial institutions, like my own, do not operate in a vacuum. We are part of society and can- not flourish in a parallel world. For only when our customers trust us, they will be willing to take a chance, by yielding us some control over their money, secrets, safety and/or other things they value. As such, social capital lies at the very heart of our business: it is the sum of our total reserves of trust and credibility that determines our success. Dorothee van Vredenburch’s advice to students: » ‘Friends may come and go, but enemies accumulate’ » ‘It’s nice to be important, but it’s more important to be nice!’ Werken aan vertrouwen. Wil jij als econoom meewerken aan herstel van vertrouwen? De huidige crisis heeft ons geleerd hoe essentieel een stabiel finan­ cieel stelsel is voor onze economie. En helaas is die stabiliteit niet vanzelfsprekend. De complexiteit van het financiële systeem vereist scherpe risicoanalyse, vertaald naar slagvaardig beleid, op nationaal en internationaal niveau. In die uitdagende omgeving kun jij als startende of ervaren econoom een (volgende) carrièrestap maken. Meebouwen aan een stabiele toekomst van de Nederlandse en internationale financiële sector, en daarmee aan herstel van vertrouwen. Werken bij DNB betekent werken aan maatschappelijk zeer relevante zaken. Daarnaast krijg je volop mogelijkheden om je­ zelf te blijven ontwikkelen, zowel binnen je vakgebied als op het persoonlijk vlak. Wij jij meewerken aan vertrouwen? Ga dan naar onze web­ site www.werkenbijdnb.nl en reageer op één van onze vacatures voor economen. | Analytisch econoom met overtuigingskracht (vacaturenummers 4219 4263) | Econoom met statistische affiniteit (vacaturenummer 4239) | Econoom/econometrist voor modelbouw (vacaturenummer 4245) Interview with Dorothee van Vredenburch  Dorothee van Vredenburch (45, Dutch) has been Managing Director of ING Corporate Communications and Affairs (CCA) since November 2009. The scope of her responsibilities includes several social capital related elements. Ms. Van Vredenburch began her career in 1987 as an investment analyst in international securities in the London office of AMRO Bank. After holding similar positions at Swiss Bank and Carnegie based in London, she returned to the Netherlands and founded her own financial communications firm, First Financial Communications B.V.The firm became part of the global group Incepta (Citigate) in 2001, where Ms. Van Vredenburch became Chairman of the Board for Citigate Europe before her departure in 2005. Social capital: the very heart of our business Danny Beijert (28), Premaster Management Consultancy ‘I do not just tell people to“do as I say”, but I ac- tually need to convince them to“do as I do”.’ Door Danny Beijert social capital
  • 19. AVENIR36 37AVENIR In Rome en Athene hadden de aristocratische families eeuwenlang de macht. De middel- eeuwen werden beheerst door Koninklijke families en de adel, die de macht onderling verdeelden en hun machtsposities versterk- ten door het onderling uithuwelijken van kin- deren.Tot op de dag van vandaag blijkt social capital essentieel voor macht en invloed in democratieën, dictaturen en mengvormen. Zo ook in onze Nederlandse democratie. Historische context De waarde van menselijke relaties werd al vroeg op waarde geschat. Zo was de mens volgens de Griekse filosoof Aristoteles ‘van nature een sociaal wezen’ en komt hij in een politieke gemeenschap het best tot zijn recht. De Italiaanse politicus en filosoof Niccolò Machiavelli schreef in 1513, in zijn bekend- ste werk ‘Il Principe’, over hoe men mensen moet inschatten en bespelen. Deel de welda- den zelf uit en laat harde maatregelen door anderen uitvoeren. Over menselijke relaties schreef Machiavelli dat je tegenstanders moet uitschakelen en vrienden moet aan- stellen die baat hebben bij jouw beleid. Als leider moet je ervoor zorgen dat je gevreesd bent, maar niet gehaat wordt. Machiavelli beschrijft zijn inzichten in wat wij nu social capital noemen. Nationale politiek Nadat de parlementsverkiezingen van juni 2010 ‘a bridge too far’ bleken voor Jan Peter Balkenende, schoof PVV-leider Geert Wilders aan tafel met zijn oude, politieke bekenden van de VVD. Het CDA ging ondertussen bijna ten onder aan een interne machtsstrijd. Hier- bij was Ab Klink het voornaamste slachtoffer door het uitlekken van zijn brief aan fractielei- der MaximeVerhagen en waarnemend partij- voorzitter Henk Bleker. Klink werd in korte tijd persona non grata binnen de CDA-fractie en stapte op. Politieke vijanden kun je in korte tijd maken, zelfs binnen je eigen partij. Dit bewees ook de LPF-fractie in 2002. De LPF- ministers Bomhoff en Heinsbroek vochten elkaar de tent uit en het kabinet-Balkenende I viel na 86 dagen. Een mooi voorbeeld van nepotisme (vriend- jespolitiek) vinden we bij de kabinetsformatie in 1977. De PvdA was de grote winnaar van de verkiezingen maar het CDA en de PvdA kwamen er door de ideologische verschillen niet uit. Na zeven maanden met diverse for- matiepogingen legden CDA-leider Dries van Agt en VVD-voorman Hans Wiegel de basis voor het kabinet-Van Agt I in één nacht. Een politieke vriendschap kwam tot stand en vlak voor de parlementsverkiezingen van juni 2010 bespraken de heren gebroederlijk hun herinneringen in het tv-programma Nova College Tour. De debatten in de Tweede Kamer zijn een an- der voorbeeld van vriendjespolitiek. Voor het debat nemen de partijen stellingen in over het onderwerp. De coalitiepartijen stemmen hun verantwoording richting de Tweede Ka- mer op elkaar af en het debat is gedevalu- eerd tot een schijnvoorstelling. Wanneer een partij toch van mening verandert dan noemt men dit ‘draaien’. Deze achterkamertjespoli- tiek is een schoolvoorbeeld van het belang van goede relaties in het politieke circuit, al belemmert deze vorm van nepotisme wel het politieke proces zoals dit oorspronkelijk beoogd werd. Vriendjespolitiek op Europees niveau Bovenstaande coalitievormingen en vormen van vriendjespolitiek vind je niet alleen bin- nen onze landsgrenzen, maar overal. Zo is het ook binnen de Europese Unie gebruike- lijk om de meningen van tevoren op elkaar af te stemmen. Voor een bijeenkomst van de Raad van de Europese Unie gaan de topamb- tenaren van de desbetreffende ministers met Merijn Moeliker (20) is derdejaarsstudent bedrijfskunde en tweedejaarsstudent rechten. beperkt, omdat er maar één politieke partij is toegestaan. Een ander land waar het belang van de juiste relaties tot uiting komt is Rusland. Het meest duidelijke voorbeeld is de ondergang van olieconcern Yukos, nadat oprichter en eige- naar Michael Chodorkovski werd opgepakt. Hij werd kaalgeplukt vanwege zijn openlijke steun aan liberaal-democratische politieke partijen in het land. De macht van de zittende politiek is groot en de belangrijke posities in het land worden binnen de Kremlingezinde partijen verdeeld. Onlangs werd bekend dat het Kremlin minder blij zou zijn met de bur- gemeester van Moskou, Joeri Loezjkov. Het verliezen van politieke vrienden in het Krem- lin betekent in Rusland meestal het einde van je politieke carrière. Essentie Een dolksteek in de rug is bijna onvermijde- lijk wanneer je geen politieke vrienden op de juiste posities hebt. Het is onderdeel ge- worden van het politieke spel om de macht, waarbij geen enkel middel wordt geschuwd. Zo blijkt maar weer dat Machiavelli het in zijn tijd al voorzag. Al in de zestiende eeuw schreef hij dat ‘het ethische aspect van de middelen moet worden vergeten wanneer het doel onbereikbaar dreigt te worden’. Het gebeurt zelden dat de waarheid rondom het politieke spel geheel op tafel komt. Het liefst houden de dames en heren politici deze praktijken buiten de media, om imagoschade te voorkomen. Zo zie je dat goed gebruik van social capital essentieel is voor politiek succes en dat verkeerde stappen genadeloos wor- den afgestraft door mensen waarvan je dacht dat het vrienden waren. elkaar om de tafel zitten in het zogenaamde Comité van Permanente Vertegenwoordigers (COREPER). De vergaderingen worden door dit comité ‘voorbereid’, zodat de ministers van de EU-landen snel kunnen beslissen. Ook voor aanvang van een bijeenkomst van de Europese Raad, bestaande uit de 27 re- geringsleiders van de EU-landen, worden de stellingen ingenomen en de compromissen gesloten. Zodoende kan men eenheid uit- stralen wanneer de Europese Unie zich over het algemene beleid uitspreekt. De bedre- venheid van de desbetreffende ambtenaren om gebruik te maken van social capital is hier van belang voor het beïnvloeden van poli- tieke besluiten. Universele toepassing De toepassing van social capital is wereldwijd te vinden. Zo hebben de Verenigde Staten tweemaal een president gehad met de naam Bush. George Bush jr. maakte dankbaar ge- bruik van het door zijn vader, George Bush sr., opgebouwde netwerk door diens werk bin- nen de CIA, de VN en de nationale politiek. De vader van Bush sr. was lange tijd senator, dus het geslacht Bush is zeker niet onbekend binnen de nationale politiek. Andere voor- beelden van Amerikaanse, politiek zeer ac- tieve families zijn Clinton en Kennedy. Zulke bestuurdersfamilies komen vaker voor en dit is niet altijd in democratische staten. Com- munistische staten als Cuba en Noord-Korea zijn al meer dan een halve eeuw in handen van dezelfde familie. Het begrip social capi- tal krijgt hier een andere betekenis omdat één politieke partij alle macht heeft. Verbon- denheid met andere sociale netwerken ont- breekt hier grotendeels en de keuze voor de politieke kringen waarin men zich begeeft is “Bouw een netwerk op, daar doe je later je voordeel mee.”Talloze malen wordt dit je verteld door do- centen, familie en vrienden. In ons politieke spectrum, waar de partijen zich behoedzaam bewegen door ons polderland, zijn goede relaties en vertrouwen belangrijk. Politieke vrienden maken vergt tijd en inspanning, maar vijanden zijn snel gemaakt. Ook op Europees en internationaal niveau is dit aan de orde van de dag. Het politieke spel wordt hard gespeeld, want het is overleven of alles verlie- zen. Een korte geschiedenis illustreert door middel van nationale en internationale voorbeelden het belang van social capital in de politiek. Door Merijn Moeliker ‘Het debat is slechts een schijnvoorstelling.’ ‘Zo blijkt maar weer dat Machiavelli het in zijn tijd al voorzag.’ Nepotisme als overlevingsmiddel in de politiek De essentie van social capital voor politici social capital