2. VOORZIETIJD
OM HET GESPREK AFTE RONDEN
Zeg nooit: “dat was het” of “de tijd is helaas voorbij, ik
moet snel doorgaan”.
Als gespreksleider moet je tijd voorzien om het
gesprek af te ronden.
3. HOE ROND IK AF
(AFHANKELIJKVAN DE CONTEXT)?
Een samenvatting
Een metagesprek
Een plan van aanpak
Een nieuw gesprek inplannen
Een mening over het gesprek
Een bedanking
4. EEN SAMENVATTING
“Ik zie dat we nog 5 minuten hebben. Ik zou graag nog eens kort
overlopen wat we nu allemaal besproken hebben.”
De gespreksleider kan het gesprek afronden met een
samenvatting. De gespreksleider kan ook vragen aan de
gesprekspartner om een samenvatting te geven van het
gesprek.
5. EEN METAGESPREK
“Hoe heb je dit gesprek ervaren?”
“Kan je hiermee verder?”
“Zou je graag iets aan het gesprek toevoegen?”
“Wil je op die manier verdergaan?”
De gespreksleider kan een gesprek voeren over het gesprek. Hiermee
polst de gespreksleider naar hoe de gesprekspartner het gesprek ervaren
heeft.
Dit is aanbevolen bij het eerste gesprek van een reeks gesprekken.
6. EEN PLANVAN AANPAK
“We hebben nu X enY besproken, morgen contacteer ik
persoon Z om dat in orde te brengen.”
7. INPLANNENVAN EEN NIEUW GESPREK
“Dit keer hebben we het vooral gehad over X. In het
volgende gesprek wil ik wat dieper ingaan opY. Is
dat goed voor je?”
8. EEN MENING OVER HET GESPREK
“Ik vond het best een prettig gesprek.”
“Dit gesprek viel beter mee dan verwacht.”
“Ik vond het best een spannend gesprek, maar ik ben
blij dat we tot een oplossing zijn gekomen.”