2. Achter Elke Wolk, Schijnt De Zon
Nadat Anne’s zus Dina overleed. Voelde
Anne zich geestelijk en fysiek moe, Ze
had nergens meer zin in het enige wat
ze nog deed was tv kijken en slapen.
Haar baan had ze opgeven. Totdat op
een dag er op de televisie kwam dat er
nieuwe appartementjes vrij kwamen in
een nieuw stadje ergens buiten af. Dat
zag Anne wel zitten, ze kon de huur van
haar grote huis niet meer betalen en
verhuisde naar MoonVille…
3. Ik zit in de taxi opweg naar mijn nieuwe
appartementje. We zijn al een uur onderweg.
Als we het dorpje genaamd Moonville inrijden.
Ik zie een hoop Appartementjes staan. Maar op
een gegeven moment stoppen we. “Hier is
het, veel succes.” “Heel erg bedankt.” Ik loop de
taxi uit en kijk naar de drie hoge
appartementjes. Het ziet der niet verkeerd uit.
4. In de E-mail van de Huurmanager
stond, dat ik het meest linkse
appartement had gekregen. Met de
sleutel loop ik door de poort de trap op
opweg naar binnen.
5. Als ik boven ben, kijk ik over het hek een het bos
in, “Wat een prachtig uitzicht.” denk ik bij mezelf.
Toch best een beetje zenuwachtig loop ik mijn
appartementje binnen.
6. Ik loop naar binnen, “Wow, het is toch
eigenlijk best wel klein. Er zijn nog 2 deuren
1 blijkt de badkamer te zijn en de andere
deur is de slaapkamer. “Mijn washok in mijn
andere huis was nog groter zeg ik toch nog
wanhopig. Het is tenminste wel helemaal
van mij.
7. Als alles in het huis is ingericht, loop ik naar mijn
kleine keukentje en maak voor mezelf wat te
eten. Boven het aanrecht hangt een foto van
mijn ouders en mijn zus. Er komen tranen op
maar ik slik ze weg, “Ze kijken nu daar boven
naar me en ze zijn vast trots op me.” probeer ik
mezelf op te vrolijken.
8. Na het eten vul ik mijn dag op met boeken lezen en
ook mijn schildersezel zoek ik op. Maar toch het
voelt toch zo saai, zo in mijn eentje. Dan gaat de
bel.
9. Anne trekt der jas aan om even naar buiten te
gaan maar een vrouw houd der tegen:
“Hallo, Mijn naam is Trudy.” “Hallo, Ik ben Anne.”
“Ik ben de huurmanager van dit pand.” vertelt
Trudy “Hoe bevalt het” vraagt ze. “Ja het bevalt
me wel ik heb nu eindelijk een plekje voor
mezelf.” “Ja, je hebt het leuk ingericht.” zegt ze.
“Dankjewel” en ik begin een beetje te blozen. De
Dames kletsen nog even verder maar dan zegt
Trudy “Maar ik moet weer verder der wonen
hier nog meer mensen.” “Oké, Tot Ziens.” Ze
nemen afscheid.
10. Als Trudy weg is. Loop ik naar buiten om
daar te gaan zitten, Ik kijk naar de mooie
vijver midden in het bos. Ik denk aan
mijn ouders, ik mis ze zo erg. Ook mijn
zus natuurlijk, als zou nou is had kunnen
zien wat ze nu allemaal heeft. Er loopt
een traan over m’n wang.
11. Als ik weer binnen ben, Trekt ik mijn jas uit.
“Eigenlijk, moet ik toch ook nog een beetje geld op
de plank brengen.” Dan kom ik op een idee. Ik pak
de telefoon. “Hallo met het kantoor, van Haken.”
“Hallo je spreekt met Anne Hendriks” “Hallo wat
kan ik voor u doen, mevrouw Hendriks?” “Ik heb
een paar dagen geleden mijn baan opgezegd en ik
wou vragen of die baan nog vrij was?” “Welke baan
had u precies?” “Ik maakt alle kopietjes.” “Ja dat
zou wel kunnen, Als je morgen even langs komt?”
“Doe ik.” antwoordt ik. We spreken morgen om 9
uur af en ik hang op.
12. Dan spring ik onder de douche, en trek al
vast mijn pyjama, Ik lees nog even een boek
en stap daarna in bed.
13. s’ ochtend word ik uitgerust wakker, ik knip mijn
nachtlampje aan, stap onder de douche en geniet
hoe de warme stralen over mijn lichaam glijden.
14. Dan drink ik een glaasje melk en staat mijn carpool voor
de deur. Zenuwachtig loop ik naar buiten en stap in.
15. Rond 4 uur, kom ik weer thuis. Ik was
aangenomen en ze hadden me erg gemist. Ze
waren zo blij dat ik weer terug kwam dat ik de
volgende dag mag beginnen als Assistente!
Vrolijk stap ik uit
16. Daarna ga ik nog een rondje lopen. Zwaar loop ik de
berg op en kijk naar het mooie uitzicht. Als mijn zus
dit is kon zien. Ze hield van bergen. Na een half uurtje
loop ik weer terug naar mijn appartementje
17. Thuis aangekomen, maak ik een salade voor
mezelf. Ik snijd de tomaten, komkommer en sla
in een kom. Ik mix het met een eigen sausje en
eet het op.
18. Na het eten, Begin ik te lezen in een Romantische Thriller.
Ik zit zo in mijn boek dat ik helemaal vergeet hoelaat het
is. Als ik de helft van het boek uit heb, kijk ik op de klok ik
zie dat het al 10 uur is. Ik stop het boek terug. Loop naar
de slaapkamer trek mijn pyjama aan en stap in bed.
19. De volgende ochtend gaat als alle ochtenden, Ik stap uit bed, Ga
douchen en drink een glaasje melk. Tot ik de carpool hoor
aankomen.
20. Ik loop in mijn nieuwe werkoutfit, naar de carpool en stap in.
Op weg naar mijn nieuwe baan als Assistente
21. Terug gekomen, Ga ik weer een stukje wandelen alleen dit keer neem ik
een andere route.
22. Maar nu een half uurtje, wandelen zie ik iets raars. Midden in het
bos staat een huisje!
23. “Wie zou der wonen?” “Zou der iemand wonen?” “Waarom
staat het hier midden in het bos?”