1. De beleving en betekenis van de aanwezigheid van migranten in een stedelijke omgeving. Kortrijk, 1 december, Johan Leman, IMMRC. Sociale Wetenschappen, KU Leuven Voorzitter Regionaal integratiecentrum Foyer vzw
2.
3. I. De modellen van migratie – interpretatie : . push – pull . centrum – periferie . netwerking . existentiële c.q. globalizerings-bewegingen Waar bevinden we ons in onze stad? Welke lagen zijn aanwezig? Is er transnationalisme? Op welke vlakken?
4. II. Sociale cohesie: Goed samenhangend multicultureel stedelijk beleid: Wat houdt dat in? Kearns en Forrest, over sociale cohesie, in Urban Studies stellen 5 bepalende criteria voor. Thomas Eriksen wijst erop dat er een “meerderheids-” en een “minderheidsperspectief” bestaat. Ruben Gowricharn ziet sociale cohesie zich opsplitsen in een veelvoud van “partiële inclusies”.
5. 2.1. Kearns en Forrest: 1. noodzaak van enkele belangrijke gemeenschappelijke waarden; vraag: kan er geen verschil bestaan tussen minderheids- en meerderheidsperspectief? Vb. inzake gender, ander voorbeeld: Mohammed cartoons… 2. geen te grote, zichtbare economische ongelijkheid; vraag: quid gentrificatie? 3. voldoende sociaal kapitaal; vraag: etnisch, religieus, gemengd of niet? 4. voldoende sociale orde: straatbeeld; vraag: taak ook voor onderwijs? 5. voldoende vereenzelviging met de stad en haar geschiedenis. vraag: taak ook voor onderwijs? Als dit allemaal onder controle is en positief door de burgers ervaren wordt, dan loopt het multiculturele samenleven vlot…
6.
7. 2.3. Wat is de moeilijkheid voor het beleid? dat het beleid heel sterk het meerderheidsperspectief ondersteunt en zich optrekt aan het feit dat er vanuit migrantenmiddens uiteraard ook succesvolle “ passing” plaats vindt naar het meerderheidsperspectief toe. Probleem is, dat men met een belangrijke rest-categorie zit, die “niet meedoet”…. Meestal: Beleid overschat zichzelf. Bedenking bij dit laatste punt: de onderschatte plaats van het middenveld, in de ogen van het beleid!
8. 2.4. Het middenveld Robert Putnam wijst erop dat er eigenlijk drie niveaus zijn die men goed moet onderscheiden: - aan de ene pool: een micro-niveau: dit van de individuen en van de minderheidsgemeenschappen… resp. de meerderheidsgemeenschap; (dikke en dunne relaties; sub-gemeenschappen)… - aan de andere pool: een macro-niveau: dit van de overheden en stedelijke administratie; - een tussenniveau: het middenveld (“civil society”). Wat is typisch voor het middenveld? Een ruimte voor creatie van solidariteit, leerprocessen, confrontatie en botsing van ideeën, contestatie,….
9. Volgens Putnam is dit tussenniveau fundamenteel voor het goed draaien van een beleid. Het is echter dat niveau dat continu onder druk geplaatst wordt. Waarom? Omdat een overheid vaak oordeelt dat dit middenveld onvoldoende uitvoert wat de overheid zelf bepaalt. Dus, een overheid tracht via allerlei formules vat te krijgen op dit middenveld… en creëert bv agentschappen, inroepende dat dit tot betere coördinatie zal leiden… Terwijl de media ook het middenveld de facto onder druk zetten, doordat individuen vaak voldoende hun gading vinden en hun interactieve noden voldaan zien door bv de televisie of het internet. Niettemin, het middenveld amputeren, is een belangrijk instrument voor het realiseren van multiculturele sociale cohesie wegknippen.
10. 2.6. Waaraan wordt een beleid nu beoordeeld in die multiculturele materie? Mij baserend op mijn Brusselse ervaring, stel ik vast 1. dat wie oordeelt dat het slecht gaat in een bepaalde gemeente, en er zelf ook woont, zich baseert op: het mank lopen van de criteria 1, 2 en 4. 2. dat wie oordeelt dat het goed gaat, en er zelf ook woont, sprekend over dezelfde gemeente, zich baseert op criteria 3 en 5. 3. dat in de beeldvorming over een bepaalde gemeente, bv. in Vlaanderen over Molenbeek, het gaat om criteria 1 en 4. (met criteria wordt bedoeld: de criteria van Kearns en Forrest.)
11. 2.7. Zijn er elementen die de auteurs, Kearns en Forrest, en Eriksen, over het hoofd zien ? Ik denk het… 1. de indruk bij een deel van de bevolking dat ze de migratieprocessen passief ondergaan (meerderheidsperspectief); alhoewel… juist dit punt is nu wel meer dan doorgedrongen tot het politieke niveau… 2. de globalisering (o.a. via www;) met haar homogenisering, polarisering en infoverwerving; (wordt zwaar onderschat, zie bv in discussie over hoofddoek) 3. Er is bijkomend nog een ander debat, waar iemand als Eriksen echter wèl naar verwijst: nl. welke is de verhouding tussen opgelegd beleid (door de overheid) en de marge voor eigen vrije culturele en sociale minderheidsexpressie? (dit laatste blijft momenteel onderbelicht, omdat er een overbelichting valt op migranten die “passing” deden en etaleerden… (i.t.t. bv enkele jaren terug Abu Jahjah)
12. Concreet: De strekking die vandaag een beetje overal in West-Europa dominant is, is dat van minder naar méér opgelegd beleid gegaan wordt, en van méér naar minder marge voor eigen vrije culturele en talige expressie van minderheden. Dit is een beweging die hier anders loopt dan in de VS en Canada… waar het omgekeerde aan de gang is.
13. 2.8. Conclusie uit mijn verhaal, en ons beperkend tot het stedelijk niveau, m.b.t. sociale cohesie: Voortgaande op de literatuur en op de ervaringen bv te Brussel… lijken volgende zaken prioritair te bewaken: 1. geen enkele vervuiling en geen enkel ook maar begin van criminalisering van om het even welke buurt kan toegelaten worden; 2. werklozen onder welke vorm dan ook activeren om “bezig” te zijn; 3. instroom vanuit kettingmigratie en gezinshereniging niet onmogelijk maken, maar wel beheersbaar en geloofwaardig houden; 4. ruimte laten voor plaatsen waar mensen met hun eigen taal en godsdienst en cultuur kunnen experimenteren; 5. het middenveld (Vlaamse en allochtone) activeren om initiatieven te ontwikkelen in de richting van dialoog en schoonheid.
14. III. Discussie over sociaal kapitaal - “dikke” en “dunne relaties” - sociaal kapitaal binnen de eigen gemeenschap of inter-communautair? - de onbekende: interne differentiëring binnen de etnische/religieuze gemeenschappen - de plaats van de secularizering.
15. IV. “Borderscape” situaties als structurele realiteit - de ontwikkeling van creatieve “practices” bij mensen in irreguliere situaties; - de plaats van sociaal kapitaal en van “dikke” en “dunne” relaties; - de appreciatie van “burgerschap” (civiel, sociaal en politiek burgerschap) en de ruimte tot handelen voor een “civil society” (middenveld).