1. Welkom in de achttiende les!

2. Discussie
Ben je tevreden met je huidige baan?
Hoeveel jobs heb je al gehad?
Heb je praktische tips voor een sollicitatiegesprek?
Wat mag je zeker niet doen?
Is een sollicitatiegesprek objectief?

3. Wat is het verschil?
Zou ik nog een kopje thee mogen, alstublieft?
Mijn moeder zou graag een computercursus willen
volgen.
Ik heb Dirk gebeld, maar hij antwoordt niet. Zou hij
weg zijn?
Jullie kijken te veel televisie. Jullie zouden buiten
moeten spelen.

4. Zou(den) + infinitief
Hoofdzin
SUBJECT
VERBUM 1
REST
VERBUM 2
Ik
zou
alles voor je
doen.
Jullie
zouden
beter koffie
drinken.
Vraagzin
VRAAGWOOR
D
VERBUM
1
SUBJEC
T
REST
VERBUM
2
Waarom
zou
je
nu
stoppen?
Zouden
je
vrienden
naar Italië
gaan?
Ik zou een huis in Spanje willen.
Zou u me die informatie kunnen mailen?
WENS
OPGELET!
BELEEFDE VRAAG
Zou hij ziek zijn?

5. Oefening
1. Paolo zou liever in Italië wonen.
2. Zou u mij het zout kunnen geven?
3. Mijn beste vriend is aan het huilen. Zou hij niet
4.
5.
6.
7.
8.
geslaagd zijn voor het examen?
Jullie drinken te veel koffie. Zouden jullie niet beter
wat meer water drinken?
Els zou beter wat vriendelijker zijn tegen Peter.
Beste docente, zou u mij kunnen vertellen wat u
gisteren in de les hebt gedaan?
Bert zou graag aan de universiteit werken.
Paolo is gaan winkelen met Bert. Zou hij iets gekocht
hebben?

6. En toen kwam er bezoek uit Amerika …
Welkom, Jennifer!