3. Maatschappelijke contextanalyse
3
OMGEVING
Micro: tendensen nabij je organisatie en
binnen je organisatie (gegevensverzameling)
Meso: tendensen in je omgeving (regio,
buurt, publiek, stakeholders, sector,
gemeenschap, …)
Macro: globale, maatschappelijke tendensen
op Vlaams, Belgisch, Europees of mondiaal
niveau
DOELEN EN AANPAK
Aanpak: controle- en
invloedsfeer (aanpak, tactiek,
werkwijze, operationele
doelen) => rollen, functies
Doelen: ambitiesfeer (missie,
visie, strategische doelen)
MACRO
MESO
MICRO AANPAK
DOELEN
In kaart brengen van de omgeving die bepalend is voor je doelen en aanpak
4. Maatschappelijke contextanalyse
▪ Uitvoeringsbesluit, art. 23 beoordelingscriterium (landelijk):
2° de relatie van de missie en de visie van de sociaal-culturele organisatie tot de actuele
maatschappelijke context die ze zelf omschreven heeft:
b) De organisatie geeft aan welke maatschappelijke ontwikkelingen ze effectief als
uitdaging wil aangrijpen om een werking errond te ontplooien en welke impact ze daarbij
nastreeft;
▪ Uitvoeringsbesluit, art. 24 evaluatiecriterium (landelijk):
2° de relatie van de missie en de visie van de sociaal-culturele organisatie tot de actuele
maatschappelijke context die de organisatie omschreven heeft: werkingsgegevens
tonen aan rond welke maatschappelijke uitdagingen de organisatie effectief werkt in de
praktijk, hoe die werking vorm krijgt en welke resultaten ze daarmee bereikt;
4
Contextanalyse Uitdagingen
Aanpak (werking)
&
Doelen (impact)
Resultaten
14. 14
Scherpstellen
Je ambities en doelen situeren in een samenleving in verandering
MACRO
MESO
DOELEN
SCHERPSTELLEN
SWOART
Kansen Resultaten
Bedreigingen
17. 17
Scherpstellen
1. Zoek in de Sdg-zoomlens
twee voor jouw organisatie
relevante gegevens: waarom
zijn die gegevens relevant
(verband met missie, visie)?
2. Formuleer conclusies: hoe
daagt dit jouw organisatieuit
naar aanpak en/of doel?
19. 19
De vinger aan de pols van onze samenleving houden
MESO
MICRO AANPAK
DOELEN
MONITOREN
Monitoren
SWOART
KansenSterktes Resultaten
Zwaktes Bedreigingen
24. Lezen
24
VIER MEGA-ONTWIKKELINGEN
• Demografische ontwikkelingen
• Digitale samenleving
• Welvaartstaat onder druk
• Ecologisch system onder druk
ZES TRANSITIEGEBIEDEN
• Samen-leven
• Verenigen en participeren
• Leren
• Ruimte
• Middenveld-overhead-markt-burger
• (Vrije)tijd
25. Lezen
25
SAMEN - LEVEN DOEL DOELGROEP INHOUD VORM ORGANISATIE
Toenemend aantalmensen die niet in traditioneel gezinsverband wonen.
Stijgend aantalalternatieve leefarrangementenen woonvormen.
Erkenning van superdiversiteit maarnog steeds moeite met de omgang
ermee.
Belang van denken vanuit leefwereld groeit (i.t.t. het toeleidingsdenken)
Uitdagingen voor samen-leven in de publieke ruimte; leren omgaan met
verschil.
De groeiende groep ouderen van 75+ (met ouderdomsziekten, beperkte
mobiliteit, specifieke zorgnoden,...)stellen nieuwe uitdagingen.
Groeiende diversiteit in de achtergronden van migranten op etnisch,
taalkundig, cultureel en religieus vlak (superdiversiteit).
Superdiversiteit van de samenleving zorgt voor groeiende fragmentatie
van het sociale weefsel.
De grootstedelijke omgeving bekleedt omwille van haar specifieke
bevolkingssamenstelling (verjongende én heel sterk gekleurde bevolking)
een laboratoriumfunctie voor experiment met nieuwe
samenlevingsmogelijkheden
Toenemende ‘gedwongen nabijheid van anderen’ zorgt voor veel kansen
voor (interculturele) uitwisseling, maarook voor verhoogde kansen op
sociaal conflict.
Toenemend probleem van armoede, welke de uitbouw van een
duurzame samenleving ondermijnt.
Door technologische ontwikkeling speelt samen-leven zich niet enkel
meer af in de fysieke ruimte, maar ook in de virtuele ruimte.
Transitiegebied SAMEN-LEVEN
• Bepaal belangrijke ontwikkeling (zie linkerkolom matrix)
• Van tel voor?:
• doel
• doelgroep
• inhoud
• vorm
• Organisatie
Formuleer bondig
een concrete
uitdaging
29. 29
Verbeelden
1. Noteer onderaan de krant
• wat valt je op?
• welke veranderingen springen in het oog?
2. Brainstorm over de veranderingen:
• wat betekenen deze voor jouw organisatie?
• welke noden en behoeften komen naar voren?
• ben je hiermee al bezig? Of juist niet?
• welke nieuwe kansen en mogelijkheden voor jouw organisatieklinken in de
veranderingen door?
3. Analyseer het totaalbeeld aan uitdagingen voor je organisatie die je uit de
kranten afleidt:
• welke veronderstelling over de toekomst volg je zelf in je eigen
beleidsontwikkeling?
• op welke veranderingen moet je zeker inzetten, en op welke niet?
• hoe ga je dat doen?
• maak je vooronderstellingen over maatschappelijke ontwikkelingen zo
expliciet mogelijk en bekijk ook hoe je ze kan monitoren.