Met sociale media aan de slag v1.0 finaal acw presentatie 28.10.2010

Hinweis der Redaktion

1. 2010: het jaar waarin web 2.0 evolueerde naar sociale media en zelfs verder, nl naar enterprize 2.0\n> online communicatie wordt professioneel\n> het jaar van de doorbraak van enterprize 2.0\n> het jaar van Software as a Service (SaaS) en social computing\n> het jaar van de doorbraak van het “Nieuwe Werken” (Frankwatching)\n\n\n\n\n\n\n\n\n\nBijkomende literatuur:\nhttp://www.zdnet.com/blog/hinchcliffe/ten-emerging-enterprise-20-technologies-to-watch/1224\nTen emerging Enterprise 2.0 technologies to watch\n(22/02/2010)\n
2. Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'.\n
3. En dit niet alleen internationaal. Ook binnen België.\n\nHet is tijd om de vertaalslag te makenVraag is: hoe hier mee omgaan. \nBeter hoe hier toegevoegde waarde uithalen voor uw onderneming.\n\nOok mobiele communicatie kent een enorm sterk groei:\n\n"Van de 15-34jarigen in Belgie gebruikt 35% een smartphone." (Twitter Netlash)\n\n1.402.504 Belgen surfen meermaals per week via hun gsm\nhttp://www.mecinteraction.be/press/mobile_nl.htm\n\nSpijtig van Netlog. In Nederland is Hyves bv. wel sterker dan FB.\n
4. Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'.\n
5. Er is veel door elkaar gebruik van termen\n> nieuwe media\n> web 2.0\n> sociale media\n> ...\n> en intussen staat web 3.0 reeds voor de deur \n> ook wel het semantische web genaamd\n
6. DUS: ons aanpassen aan dit gedrag\n> informatie verspreiden op de manier dat gebruikers het verwachten\n> aanwezig zijn op de media waar de miljoenen belgen zich bevinden\n> gebruik maken van de “distributiekracht” van die media\n\n
7. http://sites.wiki.ubc.ca/etec510/images/0/06/Web20_big.jpg\n\nEnterprise 2.0 is net als web 2.0 weer zo’n vervelende en overgehypte term. \nAnderzijds bundelt het wel goed een aantal interessante prinicpes.\n\nIn de lijn van web2.0 (een totaal achterhaalde term en vandaag spreekt men veel meer van sociale media) is enterprise 2.0 het inzetten van technieken, tools en principes uit de web2.0-wereld binnen een professionele context. We denk dan concreet aan het inzetten van:\n> tools als\n* blogs\n* wiki’s\n> principes als\n* tagging\n* rating\n* comments\n> met profielen (gebruikers) als verbindende factor\n* elke bijdrage is gelink aan een profiel\n* een extra ingangspoort voor opvragen van informatie\n* uitgebreide profielen (foto, interesses, bijdragen, ...)\n\nWat zijn professionele organisaties?\n> bedrijven, (beroeps)federaties, overheden (lokaal, regionaal, federaal), scholen (naar ouders), ledenverenigingen, ...\n\n\n\n
8. Er is dus nood aan verandering en verandering is moeilijk.\nBelangrijke factor voor het antwoord is:> Wat is de toegevoegde waarde voor ons (what’s in it for me?’)> Welke investering betekent het voor ons> Maw. afweging van kosten en baten.In de volgende slides gaan we proberen hier een aantal antwoorden te bieden=> Binnen deze presentatie wensen we te helpen bij een concrete aanpak.Waar starten, een eenvoudige insteek, een aantal praktische stappen.Geen allesomvattend overzicht van sociale media\n
9. STAP1. Toevoegingen aan bestaande omgevingen:\n> aanpassingen aan bestaande site\n> uitbreiding op bestaande intranet (of file server)\n Eerst experimenten (vaak) “in the cloud”\n> we denken dan aan abonneren op goede bestaande online collaboration platformen met SaaS: bv. basecamp\nStart met “dunne” tools\n\n\nSTAP 2. Aligneer e/o integreer tools met bestaande online kanalen\n> twitter binnen website\n> FB iLike binnen eigen website\n\n\nSTAP 3. evolutie: verder bouwen op pakket of software op maat\n\n\n----------------\nschema: http://www.maxx-online.nl/blog/online-marketing-strategie/enterprise-2-0-groeimodel-succesfactoren/\n\n\n\nDaarnaast zien wij 3 ontwikkel fases waar organisaties doorheen moeten om Enterprise 2.0 succesvol in te zetten:\n(Wij = maxxonline / Nederlands collega’s / strategisch management adviesbureau voor online strategiën\n\nFase 1: pionierend: vanuit de gebruiker, lokale initiatievenGericht op persoonlijke interesses. Losse toepassingen zonder samenhang. Focus op informele communicatie en toegankelijk maken van informatie.\n=>start met het doorlopen van het eerste ontwikkel fase (pionierend)\n\n\nFase 2: faciliterend: organisatie ondersteunt gebruikersSucces van pionier fase leidt tot bredere acceptatie en toenemende vraag. \nBehoefte aan meer structuur en hergebruik van best-practices. Initiatieven op basis van een business case.\n=> tool meer gaan structureren en centraal gaat aanbieden bevindt het initiatief zich in het tweede ontwikkel fases (faciliterend)\n\nFase 3: strategisch: Enterprise 2.0 onderkend als onderscheidende factor \nEnterprise 2.0 onderdeel van de cultuur en het DNA van de organisatie en de dagelijkse bedrijfsvoering. Focus op kennisdeling, innovatie en samenwerking.\n=> concrete bijdrage levert aan de strategische positie ontwikkeling van het bedrijf en de toepassing cruciaal wordt voor bedrijfsprocessen (strategisch)\n\n
10. Het is niet de bedoeling ze hier allemaal te overlopen. \nEr komen er dagelijks bij en er is voor elk wat wils.\n\n=> De prisma biedt een leuk overzicht van wat er allemaal beschikbaar is en kan.\n
11. We moeten een aantal keuze maken.\nDeze keuze maken we best op basis van concrete behoeften en noden.\n> wat is belangrijk voor onze organisatie?\n> wat missen we?\n> wat kunnen we makkelijk realiseren?\n
12. Toch nog even wijzen op verschil tussen sociale media en sociale software\na) een publicatie “kanaal” - zorgt voor bereik\nb) een handig “tool” - maat het leven aangenamer (efficiënter)\n\n\nhttp://forrester.typepad.com/groundswell/2007/12/the-post-method.htm\n\nFour Steps to Success for Enterprise Social Media\nhttp://www.cio.com/article/589166/Four_Steps_to_Success_for_Enterprise_Social_Media\n01/04/2010\n\n(1) We hebben een goed beeld nodig van de mensen die op korte en lange termijn moeten werken met sociale media (er zijn early adaptors en laatbloeiers)\nForrester ondersheid hier voglende types:\n> spectators (those who maintain a blog or webpage and upload videos or audio), \n> joiners (defined as people who maintain social networking profiles), \n> critics (those who react to online content by posting comments, ratings or reviews) and \n> conversationalists (people interested in microblogging).\n\n(2) succesvolle sociale communities binnen een organisatie slagen er in verschillende problemen/behoeften gelijktijdig op te lossen.\nForrester raadt aan bij het bepalen van uw business objectieven te focussen op:\n > innovation (such as a video-posting site where employees are encouraged to submit ideas), \n> collaboration (project groups where members can IM each other, post ideas to a wiki and share documents), \n> support (such as a discussion community where employees can post and answer questions), \n> learning (like a Facebook site where employees can search based on expertise) and \n> archiving (which encompasses document sharing with community tagging to highlight relevance and value),Probeer te focussen op\n\n(3) bepaal - terugkoppelend naar de business objectieven - hoe je deze gaat realiseren\nEen sociale strategie heeft aandacht voor het sociale ecosysteem in haar geheel en bepaalt hoe dit te wijzigen.\nHoe de relaties tussen de actoren binnen het sociale ecosysteem wijzigen\n\nHierbij hoe je best rekening met 4 strategieën\n> First, how will you communicate to employees what's happening? \n> Second, how will you help members find and make connections? \n> Third, how will you reward members for contributing? \n> And finally, how will you empower members to create content and collaborate?\n\n+ maak de implementatie van de strategie meetbaar\nbv. omzet uit nieuwe ideeën\n of aantal nieuwe ideeën / initiatieven\n\n(4) Is naast het kiezen van een platform ook bepalen wie toegang heeft tot wat (welke functionaliteiten) \nof welke sociale media we integreren met welke doelstellingen\n\n\n\n\n\n
13. We doen hier een voorzet tot organiseren/groeperen van sociale media volgende functies:\n1) kennis vergaren (uzelf informeren): wat zijn relevante bronnen, waar vertellen mensen over ons\n2) communiceren : een handige, efficiënte en goedkope (gratis) tool om uw boodschap te verspreiden\n3) informatie verrijken: multimedia wordt steeds belangrijker, naast het woord, groeit het belang van (bewegend) beeld\n4) contamineren: we hebben een goed verhaal, nu gaan we het maximaal verspreiden\n\n\nHet is een poging om wat structuur te brengen in het verhaal.\n> Natuurlijk is het niet zwart wit want Wikipedia en - zeker - Twitter passen ook in het contamineer venster.\n\n
14. Het aanbod is zeer groot: zie vorige slide.\n\nVandaar misschien eerst bekijken wat we willen bereiken,\nen handelen vanuit de behoeften en niet vanuit de media.\n\nWe doen hier een voorzet tot organiseren/groeperen van sociale media volgende functies:\n1) kennis vergaren (uzelf informeren): wat zijn relevante bronnen, waar vertellen mensen over ons\n2) communiceren : een handige, efficiënte en goedkope (gratis) tool om uw boodschap te verspreiden\n3) informatie verrijken: multimedia wordt steeds belangrijker, naast het woord, groeit het belang van (bewegend) beeld\n4) contamineren: we hebben een goed verhaal, nu gaan we het maximaal verspreiden\n\n\nHet is een poging om wat structuur te brengen in het verhaal.\n> Natuurlijk is het niet zwart wit want Wikipedia en - zeker - Twitter passen ook in het contamineer venster.\n\n
15. Breng uzelf en uw doelgroepen in kaart\n
16. Het is niet de bedoeling hier een discussie te starten over privacy en big brother.\nWel om aan te tonen dat je het internet handige tools biedt om onze “context” beter te leren kennen.\n
17. www.socialmention.com is een heel interessante tool om op basis van trefwoorden te zoeken wat andere over ons zeggen.\n\nAndere blijven\n> www.technorati.com\n\n\n(link http://socialmention.com/search?t=blogs&q=de+vakbond+ACV&btnG=Search)\n\n
18. Opgelet: \n\nHet ziet er beter uit dan het is. Het geen wetenschappelijk en statistisch correct rapport.\nHet geeft een eerste indruk - een startpunt voor verder onderzoek.\n
19. Zeker de Yahoo! backlinks eens uitproberen.\n> Interessant overzicht van wie allemaal naar ons linkt.\n\nVeel verwijzingen naar onze site\n
20. 1. Het aantal karakters is beperkt, maar met door uw boodschap te beperken tot de essentie en te werken met http://bit.ly kom je al een eindje.\n\n2. Veel mensen gebruiken het weinig relevante informatie, maar evenveel voor zeer relevante informatie. Probeer maar eens http://search.twitter.com/. \nBijvoorbeeld search op “vakbond” in een straal van 100km rond Brussel met als taal Nederlands\n\n* Wat komen we te weten: Van Quickenborne is sterk actief op Twitter en heeft ook een en ander te vertellen over de vakbond:\nZo eergisteren de vraag: “Zouden vakbondsmannen twitteren?” Hij vreesde ervoor en raadde aan hun websites te checken \n\n3. Eigen voorbeeld: zoek een Franstalige copywriter.\n\n4. Je kan er zoeken op (1) trends, (2) tags , (3) personen. Vooral trends: nu.\n\nBv. #vakbond #sociaalplan #deunie\nZijn vrij recente trefwoorden: via hashtag.org krijg je ook statistieken van gebruik\n\n5. Niet te overhaast te werk gaan. Wat op het eerste zicht niet lijkt, kan komen. \n\nCases:\n* customer service\n* product updates e/o releases\n* werk zoeken / werknemers zoeken\n\nMeer informatie:\n> Twitter zelf: “stay connected with your customers” - http://business.twitter.com/twitter101 + aantal cases\n> Mashable: http://mashable.com/guidebook/twitter/ + heel wat tools\n- http://twitter.grader.com/maddens\n- http://twinfluence.com/\n- http://tweetcloud.com/\n> BW: http://www.businessweek.com/managing/content/oct2009/ca2009106_370257.htm \n> 62 manieren om Twitter professioneel in te schakelen: http://webworkerdaily.com/2009/08/03/62-ways-to-use-twitter-for-business/\n\n\n\n=> En sinds 18/01/2010 zit zelfs Bill Gates op Twitter (Bill Gates Surpasses 100,000 Twitter Followers in 8 Hours)\n
21. \n
22. Het is zoals steeds een een spel van nemen én geven: 2 - richtingen\nOok voor Twitter geldt dat, hoe meer je geeft, hoe meer mensen je zullen volgend\nhoe meer nieuwe informatie je ontvangt\n
23. Toevallig gestoten op een recente studieRespondenten: 371 journalisten ondervraagd door George Washington University ism onderzoeksbureau.Het zijn natuurlijk cijfers uit de VS. Maar de kloof tussen Europa en de VS wordt steeds kleiner.\n
24. Het aanbod is zeer groot: zie vorige slide.\n\nVandaar misschien eerst bekijken wat we willen bereiken,\nen handelen vanuit de behoeften en niet vanuit de media.\n\nWe doen hier een voorzet tot organiseren/groeperen van sociale media volgende functies:\n1) kennis vergaren (uzelf informeren): wat zijn relevante bronnen, waar vertellen mensen over ons\n2) communiceren : een handige, efficiënte en goedkope (gratis) tool om uw boodschap te verspreiden\n3) informatie verrijken: multimedia wordt steeds belangrijker, naast het woord, groeit het belang van (bewegend) beeld\n4) contamineren: we hebben een goed verhaal, nu gaan we het maximaal verspreiden\n\n\nHet is een poging om wat structuur te brengen in het verhaal.\n> Natuurlijk is het niet zwart wit want Wikipedia en - zeker - Twitter passen ook in het contamineer venster.\n\n
25. Een centrale hub is een centraal punt (website) in uw sociale media strategie\n> het is zowel een vertrek- als eindpunt voor acties, promoties, communicatie\n> het is een centraalpunt waar alle communicatie, tools, contacten en relaties samengebracht worden\n\n\nEen blog is hiervoor heel handig. Een populaire tool als Wordpress “bijvoorbeeld” bevat alle nodige elementen om informatie te gaan pushen.\n\n\n
26. Met de gevonden info gaan we aan de slag en proberen ons optimaal te positioneren:\n\n=> Het feit dat jouw connecties je in contact brengen met 2e lijns contacten zorgt voor een verhoogde credibiliteit. Het is immers niet een vreemde die de prospect contacteert, maar “een vriend van een vriend”. \n\n\n
27. \n
28. Het “hosten” van eigen website content op externe platformen biedt voordelen:\n* meer bereik: ook op externe platformen raadplegen bezoekers uw content\n* makkelijk(er) delen van informatie via sociale media\n* makkelijker delen van informatie tussen website van collega’s en partners\n* extra bezoekersstatistieken (bv. bit.ly)\n* lagere kost aan hosting provider (minder schijfruimte, minder bandbreedt)\n
29. YouTube Channel\nSlideShare Channel\n
30. \n
31. \n
32. Ook Humo werkt zo.\nIs niet ideaal want nog geen integratie met facebook.\n
33. Facebook kan veel meer zijn dan een “statische” fan page.\nAl is dat al een goede start : referrers, seo, ...\n\n\n1. We kunnen gewoon informatie doorsluizen (zie vorige slide rss)\n\n2. We kunnen de basis functionaliteiten gebruiken voor een meer intense communicatie (feit is gewoon dat er 3 mio mensen opzitten\n\nA. Meer content:\n> exclusieve content\n> een relevant welkom page\n> een tab exclusief voor fans\n\nB. Meer feedback\n> iLike\n> comments\n> een poll\n\nC. Meer interactie\n> Facebook apps (bv. opladen van foto’s)\n> Een wedstrijd\n\nD. Meer inkomsten\n> Donaties\n> Ledenwerving\n\n\n\nZo wordt Facebook meer en meer een volwaardig communicatieplatform met tal van mogelijkheden.\n
34. Opgelet: zorg ervoor dat de verschillende sociale \n> samen hangen (één geheel vormen)\n> met elkaar communiceren en \n> elkaar versterken\n
35. Enkele bedenkingen/suggesties:\n\n* 310.000 leden in “real life” versus 310 leden op Facebook: kan dat niet beter?\n* Hoe worden de verschillende sociale media op elkaar afgestemd ?\n- LBC zit op Facebook, eBloggger, Picassa, Twitter, Delicious en sinds kort ook op YouTube: zit hier een strategie achter?\n- We zien een link tussen FB en Tw: automatische updates via FB Twitter app (www.facebook.com/twitter)\n* Bestaat er een redactieteam, -raad en/of -plan?\n* Sociale media verder integreren binnen de site.\n\n
36. Zoals eerder gezegd vormen de sociale media één onderdeel van het groter geheel.\n\n1. Grote community met groeipotentieel.\n2. Geen exotisch product wat maar één leverancier aankan\n3. Vlotte uitwisseling met sociale multimedia\n
37. Meer en meer mensen, organisaties doen het in meer in meer contexten.\n\nHier enkel troeven: (de puntjes hierboven)\n
38. Anderen: KMOnet, VON, ....\n\nVraag hier is: zelf een netwerk beginnen of eerder binnen grotere succesvolle netwerken een eigen “subnetwerk” opstarten?\n\nWat is de meerwaarde van deze netwerken:\n* Contactendatabank: gecentraliseerd overzicht van alle personen actief in de sector \n* Projectendatabank:gecentraliseerd overzicht van alle projecten rond het thema\n* Wiki:gecentraliseerde uitwisseling van informatie (online collaboration)\n* Q&A met notificatie:mensen met elkaar in contact brengen (via filter relevantie doelgroep samenstellen\n* Kalender:gecentraliseerd overzicht van alle activiteiten rond de thematiek\n* MijnNetwerk:afgesloten luik met eigen dashboard \n
39. \n
40. \n
41. Bron: http://www.frankwatching.com/archive/2010/03/05/kenniswerk-wordt-mierenwerk-de-werkelijke-2-0-revolutie/\n\nFrederick Taylor zag dat die manier van werken voor verbetering vatbaar was en in \n1911 publiceerde hij zijn ‘Principles of Scientific Management’, een publicatie die kan worden gezien als een keerpunt in industriële evolutie.\n=> hij ligt aan de basis van de machine democratie\n=> wat leidde tot het Fordisme: het stereotype lopende-band-fabriekswerk\n\nKennisorganisaties tonen vandaag nog steeds veel gelijkenis met de “geoptimaliseerde machines” uit de de industriële samenlevingen.\nDe principes van de fabrieken van Taylor en Ford (efficiëntie verhogen door standardisatie) worden vandaag nog gebruikt binnen de kennisorganisaties.\n\nDe meeste organisaties vandaag zijn “kennisverwerkingsfabrieken”\n\nMaar met de komt van internet en haar moderne ICT wordt deze gestandardiseerde manier steeds meer belemmerend. \n-> de vaste en logge structuren van klassieke CMS-systemen zijn hier de emanatie van (Documentum en Tridion versie 1.0)\n\nWe moeten naar een een nieuw organisatiemodel : de intelligent organisatie.\n\nDit nieuwe model is gebaseerd op stigmergie, een sjieke term voor de basis onder ‘social’ en ‘2.0’. Stigmergie is communicatie die wordt ontkoppeld middels een samenwerkingsplatform, zoals social software.\n\n\n/////\n\n\n‘Scheiding tussen websites en social media bij bedrijven verdwijnt’\nArtikel over verwachtingen voor 2010 rond enterprise 2.0\n> toegankelijke software: mash-up van gratis software (in the cloud - bv. basecamp)ı\n> \n\n////\n\nMensen worden meer flexibeler en mobieler\n> meer werken in mobiele teams\n> meer behoefte en vraag naar informatie onderweg.\n\n\n-----\n\nVeel bedrijven leven nog in het industrieel tijdperk.\nSommige beweren dat pas nu de echte web2.0 revolutie eraan komt en dat die niet iets is voor marketeers.\nDe echte web2.0 revolutie ligt in wat sommigen het “de-industrialiseren” noemen van het werk. \nVeel bedrijven en organisaties leven op kennisvlak nog in het industriële tijdperk. Taylor is nog steeds aan de macht in de kenniseconomie.\nVandaag zijn bedrijven echter veel diverser, groter, globaler, flexibeler. De basiskenmerken van Taylor’s machine democratie zijn echter nog aanwezig: vaste functies, vaste workflows, hiërarchische structuren.\nMaar informatie en kennis valt vandaag niet meer te vangen in vaste en rigide structuren en taken. Kenniswerk is de verrijking van informatie (niet de beperking door keurslijf). We moeten evolueren naar een “intelligente organisatie”.\n\n\n
42. http://nl.wikipedia.org/wiki/Stigmergie\n\n Stigmergie is een mechanisme van indirecte interactie en samenwerking tussen actoren (organismen, machines, programma’s etc.) via hun omgeving of een daarvoor bedoeld platform\n een mechanisme uit de biologie van gedecentraliseerde controle waarmee extreem complexe taken kunnen worden uitgevoerd zonder dat daarvoor intelligente aansturing, planning, directe communicatie tussen de actoren of overzicht voor nodig is\n stigmergische systemen zijn robuust en eenvoudig, waarbij eenvoudig specifiek geldt voor de actoren en mechanismen, niet voor het resultaat of de resulterende interactie.\n Stigmergie werd voor het eerst waargenomen bij sociale insecten. \n Mieren wisselen bijvoorbeeld informatie uit door geursporen achter te laten wanneer zij voedsel dat zij ontdekten, terugdragen naar het nest. De volgende golf mieren hoeft daardoor niet meer zelf op ontdekking, maar kan via de sporen direct naar het voedsel lopen en op de terugweg het spoor versterken. Wanneer het voedsel uiteindelijk is uitgeput, verdampt het spoor vanzelf weer omdat steeds meer mieren niets meer terugdragen langs het spoor. Zonder met elkaar te communiceren en zonder te worden aangestuurd kunnen mieren zo een routenet naar hun voedsel onderhouden.\n \n\nVan waar de mier? Het nieuwe model is gebaseerd op de dure term “stigmertie”. Dit principe uit de biologie vormt een goede basis voor social en 2.0.\n\nWe willen het wat een theoretische kader geven. \n
43. 1. Breng uw “eco-systeem” in kaart\n2. Stel een plan op \n> (kerndoelstellingen en kerndoelgroepen)\n> informatiebronnen\n> kanalen\n> type content\n* tekst\n* foto\n* video\n> resources\n* tijd\n* mensen\n* geld\n> frequentie\n> timing over 12 maand\n\n3. Retweeting = ok, maar doe meer\n> hergebruik: een tekst recuperen voor web, nieuwsbrief, white paper, ...\n4. Zorg niet dat je na enige tijd stil valt zoals de meest\n> een realistisch plan helpt hierbij - voorkomt dit\n5. Lees en interpreteer de statistieken\n> wat werkt, wat niet\n> wie komt kijken, wie niet\n6. Tone of voice is belangrijk\n> het zorgt voor herkenbaarheid\n> het zorgt voor betrokkenhei\n
44. En om die bereidwilligheid te bekomen moet je een “(bedrijfs)cultuur” creëren die openstaan voor online delen van kennis en informatie. Een “open” cultuur.\n\nhttp://www.gurteen.com/gurteen/gurteen.nsf/id/ksculture\n\nVoordelen kennis:\n(1) Snelheid van informatie zorgt ervoor dat informatie snel achterhaald is.\n(2) Je mag er van op aan dat hoe subliem uw idee is, iemand anders binnen de organisatie (het netwerk) met gelijkaardige ideeën rondloopt. \n(3) Alleen al het neerschrijven van een idee/gedachte helpt om onze gedachten meer vorm te geven, om ze te laten rijpen en groeien (beter worden). Als je dan nog een stap verder gaat “delen” (in dialoog treden) zal je profiteren van de kennis, inzichten en suggesties van de anderen en zo je eigen ideeën verbeteren.\n(4) Mensen die alleen werken, hebben meer kans op falen. Je hebt niet alleen input van anderen nodig maar ook hun “buy-in”.\n\n----\nOverigens: kennis delen gaat niet (alleen) over het delen van de grote ideeën.\n=> het delen van de kleine dingen, stukjes kennis waarmee je zelf niet(s) (veel) bent met anderen. Als wederdienst zullen zij andere zaken met u delen die voor jou wel relevantie (kunnen) zijn. \n\nEr is wel altijd een “hurdle” die overwonnen moet worden\n=> overwin de idee dat kennis delen gelijk staat met uw ideeën vrij en naïef weg te geven. Je moet het natuurlijk niet zo maar te grabbel gooien aan interne of externe concurrenten. Maar anderzijds brengt het ook niets op om het alleen voor je zelf te houden. De kans is dan heel groot dat er helemaal niets van komt.\n
45. http://www.maxx-online.nl/blog/online-marketing-strategie/enterprise-2-0-succesfactoren/\n\n\nFocus op de mensen: technologie is niet de uitdagingHet lanceren van een nieuwe tool of toepassing betekent nog niet dat medewerkers deze ook gaan gebruiken. Het moet duidelijk zijn wat de waarde is voor hemzelf. Enterprise 2.0 groeit wanneer het een onderdeel wordt van het bestaande proces en de gebruikersgroep de inhoud constant ververst. Het kan niet bestaan wanneer slechts één persoon het alleen levend houdt.\nGeen hiërarchie: iedereen kan alle informatie zien en veranderenMaar iedereen is altijd traceerbaar waardoor discussie ontstaat (transparantie). Laat de spelregels zoveel mogelijk over aan de gebruikers.\nBegin klein, maar wel vanuit een visieMaak zoveel mogelijk gebruik van pilots. Informele uitrol, geen big bang. Je moet het verdienen. Begin klein met de ‘champions’: enthousiastelingen met kennis van de organisatie en de processen. De ‘champions’ hebben een actieve rol als ambassadeur en in het structureren van de informatie om dingen vindbaar te houden. Naast online communicatie is ook offline communicatie ter ondersteuning nodig.\nZorg voor management supportCreëer bij het management support voor initiatieven. Zij moeten ervoor open staan en meedoen.\nFaciliteer zoveel mogelijkStel een faciliterende communitymanager aan, dagelijks monitoren van gebruik en beheer. Organiseer roadshows en/of ‘awareness’ bijeenkomsten. Zorg voor (stille) content migratie om meer gebruikers te trekken.\nOverbrug verschillende belangenBreng partijen bij elkaar (ICT, content management, concept, communicatie en kenniseigenaren). Help gebruikerswensen vertalen in oplossingen. Signaleer kennisgebieden die waarde toevoegen.\nOndersteun geloofwaardigheidToepassen hybride redactiemodel. In principe zelforganiserend, zelfregulerend maar voor een aantal zaken bestaat de mogelijkheid om redactiemodellen in te richten. Borging van kwaliteit en relevantie door kenniseigenaren.\nSluit aan bij de bestaande manier van werken en denkenHaak aan bij lopende projecten en werkzaamheden. Integreer zo snel mogelijk met bestaande systemen\n\n
46. Het is wederom niet moeilijk - maar het vergt hard labeur en wat doorzettingsvermogen.\nHierrond enkele praktische tips.\n\n\n! content services! \n--\n\nMaar verandering binnen een organisatie heeft tijd nodig:\n1) een trekker nodig, die er blijft in geloven\n> afhankelijk van het type netwerk: 0,5d per week tot 1à2 dagen per week\n> iemand met “ownership”\n2) tijd geven (en incalculeren) om het te leven te laten komen\n=> in het begin is er een drempel (virtueel of echt)\n=> reken op een periode van 6 tot 12 maanden eer het zich manifesteert\n\n3) planning\na) content plan\n- regelmaat in updates (ad hoc/op maat en geautomatiseerd)\n> ad hoc: schrijven van teksten of recuperatie bronmateriaal\n> geautomatiseerde mailing (nieuwe leden, laatste artikels, nieuwe vragen, ...)\n- goede en efficiënte bronnen\n- sluit content allianties (uitwisseling van blogs)\nb) promotieplan\n\n4) sluit allianties intern en extern\n* intern: een groep sterke aanhangers (ambassadeurs)\n* extern: een aantal “key stakeholders” die nauw betrokken zijn\n=> plan voor beide regelmatige bijeenkomsten \n- 1 à 2 maandelijks intern\n- 3 à 6 maandelijks extern\n\n5) zet realistische en meetbare doelstellingen\n\n6) blijf flexibel: hoe je het ook draait of keert het is een leerproces. \n elk kennisnetwerk (elke community) heeft haar eigen dynamiek en reageert anders\n zij u bewust van evoluties, wensen, verandering en speel er doordacht (geen paniekvoetbal) op in\n> bv. na 6 maanden alle feedback evalueren en laten resulteren in kleine wijzigingen (‘tweaken’)\n> bv. na 12 maanden alle feedback evalueren en laten resulteren in een update van platform (versie 2.0) met nieuwe functionaliteiten\n\n\n
47. Het internet vandaag biedt niet enkele sociale media, maar ook sociale meetinstrumenten.\nHet zogenaamde "social metrics" is hot. \n\n\nElk sociaal medium heeft wel zijn eigen tool:\n* Twitter: bit.ly (kan ook elders gebruik worden). Hoeveel mensen hebben op mij link gekiikt. \nBV vacature OPB\n* Facebook: Friendstatistics\n* Blog: Google Analytics \n\nAl deze meetinstrument zijn gratis.\nVelen bieden ook overkoepelende statistien (waaraan je zelf meewerkt)\n
48. Na het “web van documenten” - het aan elkaar rijgen van pagina’s via hyperlinks (hypertext) => web 1.0\nKwam het “web van mensen” - met de sociale media die de mens achter de informatie toevoegden=> web 2.0\nIs de vlg. stap het “web van data” - het linken van documenten en mensen MET data => web 3.0\n\nAnders gezegd: meer intelligentie toevoegen, slimme netwerken creëren, die makkelijk informatie kunnen uitwisselen via \nopen datastandaarden, waardoor nieuwe data ontstaat van een “hogere kwaliteit”.\n* op maat van de gebruiker\n* op maat van de machine\n* met een grote kennis\n\n\nEen voorbeeld hiervan is wat we zien op vlak van CRM.\nCRM = customer relation management.\n\nBehoefte: beter beheren van contacten en relaties - die door de sociale media een stuk veelvuldiger worden\n\n\nCRM systemen professionaliseren zich, en gaan externe kennis,\n“kennis uit de wolk” (“knowledge from the cloud”), koppelen aan hun interne data.\n\nResultaat: sociale media gaan deel uitmaken van de dagdagelijkse bedrijfsvoering,\nze worden onderdeel van de “business processen”\n\nhttp://www.conversity.be/blog/social-crm-listening-tools-feeding-information-into-a-crm-system/\n
49. Meer en meer mensen gebruiken als website\n> een blog\n> een uitgebouwde facebook\n\nAllemaal sociale media die doorgroeien tot sociale software en ons platform aanleveren om op te werken\n
50. \n