1. Aan de slag met
‘#Mediawijsheid in de klas!’
Patrick Koning | 17 november 2015
45 minuten
2. Wie ben ik?
Patrick Koning
Senior leraar/trainer/ontwikkelaar
Koning Willem I College
Edublogger bij Lerenontrafeld.nl
Auteur Mediawijsheid in de klas
Mediawijsheidindeklas.nl
9. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
[images: Luis Prado, Phil Laver, Rémy Médard, MikaDo Nguyen, Noun Project]
2
10. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
[images: Aha-Soft, Noun Project]
3
5000 jr. 500 jr. 50 jr.
1 2 3 4
11. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
“It is not the strongest of the species
that survives, nor the most intelligent
that survives. It is the one that is
most adaptable to change.”
13. Wat is mediawijsheid?
“Het geheel van kennis, vaardigheden en
mentaliteit waarmee burgers zich bewust,
kritisch en actief kunnen bewegen in een
complexe, veranderlijke en fundamenteel
gemedialiseerde wereld.”
[bron: Mediawijsheid: de ontwikkeling van een nieuw burgerschap]
14. Wat is mediawijsheid?
“Mediawijsheid is alles wat je nodig
hebt om ‘vandaag’, ‘morgen’ en
‘overmorgen’ te (over)leven in een
wereld vol media”
[bron: Mediawijsheidindeklas.nl]
17. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Pedagogische
uitgangspunten
[images: Thomas Helbig, Noun Project]
18. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Manifest Recht op mediawijsheid
• toegang tot internet;
• veilige media;
• mediawijze opvoeding;
• mediawijs onderwijs;
• online vergetelheid;
• vrijheid van meningsuiting in de media;
• online privacy;
• bescherming tegen schadelijke beelden en
teksten;
• online spelen;
• mediagrenzen.
[bron:Mediawijzer.net]
Internetiseen
basisbehoefte
19. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Positief-kritisch houding
De mediawijze internetgebruiker staat open voor nieuwe
zaken, onderzoekt nieuwe toepassingen en de weegt de
voor- en nadelen ervan zorgvuldig af.
Negatief-kritische houding
De internetgebruiker staat niet open voor nieuwe zaken.
Sterker nog, iemand met zo’n houding onderzoekt niet, maar
wijst het nieuwe bij voorbaat af om ongegronde en niet of
slecht beargumenteerde redenen.
Positeif-kritische
houding
20. Hoe maak je jongeren mediawijs?
2 oktober 2015 | 20
Belangvan
EchteVragen Echte Vragen
• je kunt het antwoord niet op Google opzoeken;
• je weet het antwoord zelf niet;
• het is geen verwijt dat in de vorm van een vraag
is verpakt;
• je moet bij jezelf te rade gaan om een antwoord
te kunnen geven;
• er is geen goed of fout antwoord;
• het is een vraag die niet alleen met ja of nee
beantwoord kan worden;
• je bent geïnteresseerd in het antwoord.
[bron:Fous!,JustinePardoen]
21. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Didactische
uitgangspunten
[images: Joy Thomas, Noun Project]
22. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Matchen & stretchen
23. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Docent
Mediawijsheid
Mediawijze
docent
Doel Middel
24. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Docent
Mediawijsheid
Mediawijze
docent
Doel Middel
25. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Docent
Mediawijsheid
Doel
“Mediawijsheid in de
persoonlijke en maatschap-
pelijke context gaat over
mentaliteit, en basis kennis
en vaardigheden in kansen
en bedreigingen.”
26. Hoe maak je jongeren mediawijs?
De vrijheid op internet
27. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Gebruik sterke wachtwoorden
Plagen en pesten
30. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: Youtube.com, https://goo.gl/EwjICL]
31. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Voer de volgende drie taken uit in 2-tallen:
1. Schrijf op: “Multitasken bestaat niet!”
2. Schrijf op: getal 1 t/m 25
3. Schrijf afwisselend op: a) letter uit eerste
taak, en dan b) cijfer uit tweede taak
De ander neemt de tijd op per taak!
[images: Edward Boatman, Noun Project]
32. Hoe Mediawijsheid?
Taak 1: …. seconden
Taak 2: …. seconden
Totaal: ….. seconden
+
Taak 3: …. seconden
Totaal: ….. seconden
+
Vergelijk de uitkomst. Wat valt je op?
[images: Edward Boatman, Noun Project]
33. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Multitasken = switchtasken ;-)
Tijd ↑
Kwaliteit ↓
Stress ↑
34. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Afsluiten met poster met
top-3 focustips
voor meer vrije tijd
35. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Docent
Mediawijsheid
Mediawijze
docent
Doel Middel
36. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Docent
Mediawijsheid
Mediawijze
docent
Doel Middel
37. Mediawijze
docent
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
“Mediawijsheid in de vak- en
beroepscontext vraagt
een actieve inzet van de
lerende jongere.”
38. Mediawijze
docent
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
“Laat jongeren al
consumerend, participerend
en producerend experts
worden in onderwerpen.”
40. Hoe beoordeel ik mediawijsheid?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Docent
Mediawijsheid
Doel
“Beoordeel jongeren bij voorkeur
via een integrale eindopdracht.
Zo kun je een gefundeerd oordeel
geven over de mate waarin ze de
hogere orde denkvaardigheden
beheersen.”
41. Mediawijze
docent
Hoe beoordeel ik mediawijsheid?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
“Beoordeel jongeren bij voorkeur
via een integrale opdracht.
42. Hoe beoordeel ik mediawijsheid?
[images: Creative Stall, Hakan Yalcin, useiconic.com, Noun Project]
Model of Rubrics? CesuurDoel of middel?
44. Hoe implementeer je mediawijsheid?
2 oktober 2015 | 44
Ga als docent het
experiment aan met jongeren.
Bedenk dat #fail niet bestaat.
Het is slechts een
First Attempt In Learning.”
Koning Willem I College: Youtube, zoek “Maak kennis met Koning Willem I College”
2008 gestart binnen KW1C.
2010 verhaal Willem Karssenberg
Nu 52 docenten getraind. Op dit moment 10 nieuwe
Diverse trainingen: mediawijsheid (basis), mediawijze Docent en TOL.
0, 1, 2, 3 en 4de dimensie
0, 1, 2, 3 en 4de dimensie
0, 1, 2, 3 en 4de dimensie
Wereld wordt kleiner
Beroepen verdwijnen, veranderen en ontstaan nieuwe beroepen
Snelheid van veranderingen neemt toe.
Beroepen:
0: Jager of verzamelaar
1: Boer -> specialisatie landbouw, veeteelt, slager, bakker, handelaar
2: koopman, textielwerker, timmerman, schoenmaker, metaalbewerker, matroos, wever, handelaar, winkelier, ambachtsman, ketellapper, scharensliep, steengoedhandelaar (handelaar in kruiken en potten), paardenhandelaar, melkboer, schillenboer, glasblazer en buskruitmaker. Ook ontstonden de koopmansgilden en ambachtsgilden, zoals gilden voor bakkers, timmerlieden, meubelmakers, wevers en chirurgijns.
3: In de derde dimensie ontstonden vele nieuwe beroepen, vooral op het gebied van techniek, bestuur, administratie, verkoop en dienstverlening.
4: bijvoorbeeld professioneel blogger, vlogger, websiteontwerper, big-data-analist, cloudbeheerder, ICT-beheerder, netwerkbeheerder, softwareontwikkelaar, community manager, webshopeigenaar, desktop publisher, database administrator, IT-manager, Chief Information Officer (CIO), nanotechnoloog, roboticatechnoloog, windmolenengineer, voedingsadviseur en lean consultant.
3de dimensie:
Volgens het rapport Occupational changes during the 20th century steeg het aandeel in technische, bestuurlijke, administratieve, verkoopgerelateerde en dienstverlenende beroepen tussen 1910 en 2000 van één vierde naar drie vierde van de totale beroepsbevolking in de Verenigde Staten. Beroepen waarvan het aandeel verminderde, zijn onder andere handwerksman, voorman, arbeiders, hulp in de huishouding, boer en landarbeider.
In Nederland is een vergelijkbare trend zichtbaar, zo blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het aandeel van beroepen in de sectoren dienstverlening, handel en horeca, bank- en verzekeringswezen, zakelijke dienstverlening, transport, opslag en communicatie is tussen 1849 en 1993 gestegen. Het aandeel van beroepen in landbouw en visserij is daarentegen gedaald. De industrie laat een ander beeld zien: het aandeel van industriële beroepen is tot 1960 gestegen, waarna een daling inzette.
De eerste dimensie duurde ruwweg vijfduizend jaar,
de tweede dimensie vijfhonderd jaar, terwijl
de derde dimensie slechts vijftig jaar duurde.
Het tempo van verandering neemt rap toe.
Wereld wordt kleiner
Beroepen verdwijnen, veranderen en ontstaan nieuwe beroepen
Snelheid van veranderingen neemt toe.
Complext -> wereld is kleiner,
Veranderlijk -> snelheid van verandering neemt toe.
Fundamenteel gemedialiseerde wereld -> internet.
Vandaag = kansen en bedreigingen als jongere.
Morgen = baan vinden en baan houden.
Overmorgen = leven lang leren en nieuwe banen vinden en behouden.
Leven = kansen
Overleven = bedreigingen
Netjes uitgewerkt in het boek: kansen en bedreigingen.
Maar ook kennis, vaardigheden EN gedrag.
En: competenties beschreven.
Besef dat jongeren internet als een recht beschouwen = basisbehoefte, zoals water, eten, … -> Pyramide Maslow = verbondenheid; respecteer zoals ze het voelen.
Postief-kritische houding = growth mindset ipv. Negatief-kritisch = fixed mindset -> geen gesprekspartner meer.
Besef dat jongeren internet als een recht beschouwen = basisbehoefte, zoals water, eten, … -> Pyramide Maslow = verbondenheid; respecteer zoals ze het voelen.
Postief-kritische houding = growth mindset ipv. Negatief-kritisch = fixed mindset -> geen gesprekspartner meer.
Verhaal van collega die tv, internet de deur uit gedaan heeft. En weer brieven stuurt. Die persoon probeert anderen ervan te overtuigen dat zijn keus de juiste is. Je staat niet meer open: negatief-kritisch.
Socratische benadering aan de hand van echte vragen.
Hoe vaak niet een vraag met een mening erin:
Is het wel slim op die post te plaatsen?
Ik snap niet dat die persoon zo’n post heeft geplaatst? Jij?
Vind je het ook niet raar dat …?
Anders:
Welke sociale netwerken gebruik je allemaal?
Welke gebruik je het meeste?
Wat post je zo allemaal?
Wat zijn je positieve ervaringen met posten van foto’s?
Heb je ook negatieve ervaringen met posten? Zo ja, welke?
Laat jongeren elkaar opzoeken op internet en met elkaar in gesprek gaan over wat ze posten en of dat mogelijke positieve of ook negatieve effecten zou kunnen hebben.
Denkvaardigheden (bloom): onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren, creeeren.
Video’s: zowel audio als visuele info. Verschillende delen hersenen.
Practice what you preach: geloofwaardig + voorbeeld gedrag (= modelling)
Activerende werkvormen: leren is effectiever als lerende actief is.
Acitverend gesprek: leren is effectiever als lerende actief is + echte vragen
Matchen & stretchen: bewust aansluiten bij voorkeur + bewust afwijken (51%/29%: traditionalist (= consumeren), 9%/9%: gamer, 33%/52%: netwerker (=praticiperen), 8%/10% producent (=produceren). Eerste getal is jongeren; 2de getal is meisjes. Conclusie: jongens meer consumeren, meisjes meer participeren.
Motivatie: van bewust bekwaam -> bewust onbekwaam. Jongeren vinden zichzelf mediawijs. Hoe? Door kennismaking met begrip mediawijsheid en gebruik (presentaties), maar ook valletjes opzetten: bijvoorbeeld bij wachtwoord; geen uitleg; goed wachtwoord op Socrative muur, video en dan stemmen. Vervolgens in gesprek gaan. Geen instructie dus, ze ontdekken zelf. Instructie = weerstand, want zijn al bewkaam.
Voorbeeld: wachtwoorden, facebook privacy, zoeken, digitale posters maken, betrouwbaarheid van informatie, think before you post, focus, ÁÉÉ
De volgende vragen:
Wie vond het lastig om de volle drie minuten te kijken en te luisteren?
Wat gebeurde er met je? Wordt je onrustig? Ging je aan andere dingen denken?
Heb je je smartphone erbij gepakt? Met je buurman gekletst? Naar buiten gestaard?
Pre-internet tijdperk was docent actief en aan het consumeren, participeren en produceren.
Eindopdracht staat in boek.
Bijvoorbeeld:
Laat jongeren expert worden (onderzoek doen) naar het ontstaan van de koude oorlog en hiervan een “presentatie” maken in een internetapplicatie naar keuze (prezi, video, poster, …).
Laat ze verwijzen naar bronnen. Uitleg geven waarom de gebruikte bronnen betrouwbaar zijn. = consumeren.
Laat ze contact zoeken met experts (via mail, google hangout, twitter, …) en hun expertise gebruiken = paricitperen.
Laat ze via internet feedback verzamelen op hun verhaal = produceren.
Het niveau van denkvaardigheden bepaal je zelf. Onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren, creëren.
Beoordelingsmodel – prestatie-indicatoren = minder objectief, want cijfer O, T, V en G niet gedefinieerd. Meer ruimte voor beoordelaar.
Beoordelingsrubric – starter, gevorderd, expert = objectiever, want niveaus zijn gedefinieerd.
Doel of middel: ander model of rubric.
Cesuur stuurt maakgedrag
Altijd feedback!!!
2de beoordelingsmogelijkheid?!
Het is niet nodig om jongeren te leren een publicatietools te gebruiken, zoals bijvoorbeeld prezi. Ze ontdekken dit zelf, of ontdekken dit samen of zoeken een uitlegvideo op internet op. Het is hier van belang ze vooral te wijzen op (voor hun) nieuwe mogelijkheden. De rol van de docent is om
Vervang: het ontstaan van de koude oorlog door het kleuren van haar (kappers), leertheorieën (docenten), werking van een motor (natuurkunde, scheikunde, mobiliteit & logistiek), diverse mode stijlen (mode, kunst).