SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 8
Downloaden Sie, um offline zu lesen
8LWOHJ RYHU KHW YPERH[DPHQ KHW VHFWRUZHUNVWXN HQ
   SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQ
De vernieuwingen in het vmbo hebben geleid tot onder andere de invoering van leerwegen
en sectoren. In het vmbo worden vier sectoren onderscheiden: Techniek, Economie, Zorg en
Landbouw. Binnen elke sector zijn vier leerwegen: basisberoepsgericht,
kaderberoepsgericht, gemengd en theoretisch.

Ook is er een andere manier van leren – en dus van toetsen. Dit betreft vooral het aanleren
en toetsen van vaardigheden. In het VMBO examenprogramma, kaderberoepsgerichte en
basisberoepsgerichte leerweg worden in de preambule de zes algemene onderwijsdoelen
omschreven die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden:
1. Werken aan vakoverstijgende thema's
2. Leren uitvoeren
    De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties een aantal schoolse
    vaardigheden verder te ontwikkelen.
    2.1 Nederlandse teksten lezen en beluisteren;
    2.2 schriftelijke en mondelinge teksten produceren in correct Nederlands;
3 Leren leren
    De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis en
    vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die
    het leer- en werkproces kunnen verbeteren.Het gaat daarbij om
    3.1 informatie beoordelen op betrouwbaarheid, representativiteit en bruikbaarheid,
          informatie verwerken en benutten;
    3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden zoals
          memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met
          aanwezige kennis;
    3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie;
    3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord, klank,
          beeld en beweging;.
4 Leren communiceren
    De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en
    communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.
    Het gaat daarbij om
    4.2 overleggen en samenwerken in teamverband;
    4.7 zichzelf en eigen werk presenteren.
5. Leren reflecteren op het leer- en werkproces
6 Leren reflecteren op de toekomst
6.4 de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden voor het
          maatschappelijk leven, dagelijks leven, vrije tijd, vrijwilligerswerk;.




                                             1
Het examen kan bestaan uit een centraal eindexamen (CE) en een schoolexamen (SE). Het
SE kan bestaan uit:
1. schriftelijke en mondelinge toetsen
2. praktische opdrachten
3. een handelingsdeel
4. een sectorwerkstuk (alleen) voor de kandidaten van de gemengde en theoretische
    leerweg

De resultaten worden bijgehouden in het examendossier. Dit wordt gespreid over het derde
en vierde leerjaar opgebouwd. Wij gaan alleen in op het sectorwerkstuk en praktische
opdrachten.

NB: voor het maken van een sectorwerkstuk voor het staatsexamen vmbo-theoretische
leerweg geldt een afzonderlijke regeling.

$OJHPHHQ
Vanaf 2003 neemt de staatsexamencommissie examens af in de algemene vakken van de
theoretische leerweg vmbo. Als de kandidaten voldoen aan de betreffende eisen kan bij een
voldoende uitslag een staatsexamendiploma vmbo-theoretische leerweg worden uitgereikt.
De staatsexamens vmbo-theoretische leerweg worden afgenomen overeenkomstig de
voorschriften in het Staatsexamenbesluit vwo-havo-mavo 2000, gepubliceerd in het
staatsblad nr. 358, juli 2000.

Kandidaten kunnen een staatsexamen afleggen ter verkrijging van een diploma vmbo
(theoretische leerweg) of van een certificaat voor één of meer van de voor het staatsexamen
voorgeschreven vakken. Staatsexamens zijn bestemd voor kandidaten die niet via een
school tegelijkertijd deelnemen aan een examen in hetzelfde vak voor dezelfde schoolsoort.

De staatsexamens in de algemene vakken van de theoretische leerweg vmbo worden
afgelegd volgens de examenprogramma's die gelden voor de dagscholen en de
dag/avondscholen. In plaats van het schoolexamen komen de commissie-examens. De
staatsexamencommissie vwo-havo-mavo kan afwijken van voorschriften met betrekking tot
het schoolexamen die om praktische redenen in het staatsexamen niet uitvoerbaar zijn.
Deze afwijking vindt op zodanige wijze plaats dat het commissie-examen, naar inhoud en
niveau, zoveel mogelijk gelijkwaardig blijft aan het schoolexamen. Voor visueel
gehandicapten wordt veelal een aanpassing in de beschikbare tijd gemaakt, meestal 100%
verlenging. Ook bij het mondeling examen, en dus ook bij de presentatie van het
sectorwerkstuk, is verlenging van de tijd mogelijk.

Het staatsexamen bestaat uit een centraal (schriftelijk) examen, dat identiek is aan het
centraal examen voor dagscholen en de dag/avondscholen en een commissie-examen dat
voornamelijk mondeling wordt afgenomen in de laatste week van juni en de drie eerste
weken van juli.




                                             2
3URFHGXUH 6HFWRUZHUNVWXN
D 9RRUVWHO
De staatsexamenkandidaten dienen uiterlijk in januari van het examenjaar waarin zij een
sectorwerkstuk willen inleveren en presenteren een voorstel (onderwerp) in te sturen voor
een uit te voeren sectorwerkstuk. Bij het voorstel dient te worden aangegeven waarom men
hiervoor kiest. Verder dient het voorstel een conceptopzet van het werkstuk te bevatten. De
staatsexamencommissie streeft er naar om ’als service’ binnen vier weken na ontvangst van
het voorstel terug te melden of het voorstel voldoet aan de eisen voor een sectorwerkstuk. Er
wordt aangegeven wat formeel ontbreekt, een inhoudelijke beoordeling vindt niet plaats. De
kandidaat krijgt de gelegenheid ontbrekende zaken aan te vullen. De kandidaat blijft er zelf
verantwoordelijk voor dat het sectorwerkstuk voldoet aan de daaraan gestelde eisen.

E 8LWYRHULQJ
Het sectorwerkstuk, inclusief een ’plan van aanpak’ en een ’logboek’ moet voor 1 mei van het
examenjaar in tweevoud worden opgestuurd naar de afdeling examendiensten van de
Informatie Beheer Groep, Postbus 30158, 9700 LK Groningen. Daarbij dient een getekende
authenticiteitsverklaring te worden toegevoegd. De omvang van het werkstuk (verslag) moet
minimaal twee en maximaal vier A4-tjes tekst, exclusief de illustraties en de bijlagen zijn.
Deze A4-tjes dienen getypt te worden met lettergrootte 12 en met standaard regelafstand.

De examinatoren moeten voor aanvang van het mondeling examen de werkstukken kunnen
inzien. Als op 1 juni het ingediende werkstuk in formeel opzicht (aantal onderdelen, aantal
pagina’s, enz.) niet voldoet aan de gestelde eisen kan de staatsexamencommissie besluiten
de kandidaat voor het betreffende vak niet op te roepen voor het mondeling examen of de
oproep in te trekken.

F %HRRUGHOLQJ
Tijdens de periode van het mondeling examen dient de kandidaat van het werkstuk een
posterpresentatie te geven voor twee examinatoren van de staatsexamencommissie. Daarna
stellen de examinatoren hierover vragen aan de kandidaat. Voor deze presentatie en de
bespreking daarvan wordt 25 minuten ingeroosterd (inclusief het beantwoorden van enkele
vragen over 'Oriëntatie op leren en werken'). De kwaliteit van het sectorwerkstuk, de
posterpresentatie en de beantwoording van vragen over het werkstuk worden in samenhang
beoordeeld met de kwalificatie 'onvoldoende', 'voldoende' of 'goed'.

Als een kandidaat een sectorwerkstuk inzendt en presenteert en hiervoor de kwalificatie
'voldoende' of 'goed' verkrijgt, wordt hierover een certificaat afgegeven, mits 'Oriëntatie op
leren en werken' in voldoende mate is afgerond. Het voldoen aan de eisen voor het
sectorwerkstuk is voorwaarde voor het verkrijgen van een diploma vmbo-theoretische
leerweg.

Bij de kwalificatie 'onvoldoende' moet een nieuw werkstuk worden ingeleverd en
gepresenteerd. Als de kandidaat bij een beoordeling ' voldoende' of 'goed' in hetzelfde
examenjaar in aanmerking komt voor de uitreiking van een diploma en cijferlijst voor vmbo-
theoretische leerweg krijgt hij/zij daarvoor in het 3e of eventueel 4e tijdvak één keer de
gelegenheid een nieuw of aangepast sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit
beperkt niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een commissie-examen t.a.v.
een bepaald vak.

Gedetailleerde informatie over het examen vmbo, per leerweg en per vak, is te vinden op
www.vmbo-examengids.nl. Hier vindt u zeer beknopte samenvattingen en aandachtspunten.




                                               3
2ULsQWDWLH EHJULSSHQ SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQ HQ VHFWRUZHUNVWXN
Een praktische opdracht is een toetsvorm waarbij vaardigheden (K2 en K3 uit de
examenprogramma’s basisvaardigheden en vakvaardigheden) getoetst worden in combinatie
met leerstof uit de overige exameneenheden.

Waaraan worden de verschillende onderwerpen ontleend?
De onderwerpen worden bij voorkeur ontleend aan de maatschappelijke of beroepsmatige
realiteit. Ook in de theoretische leerweg is het mogelijk om ideeën voor opdrachten te
ontlenen aan beroepsgerichte contexten. In principe komen bij alle vakken en programma's
praktische opdrachten voor.

:DW ]LMQ YRRUEHHOGHQ YDQ SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQquot;
Voorbeelden van praktische opdrachten zijn:
• een opdracht voor het opstellen van een enquête
• een opdracht voor een interview
• een opdracht om gegevens te verzamelen
• een opdracht om een onderzoek uit te voeren
• practicumopdrachten bij exacte vakken
• een opdracht om een excursie te organiseren
• een opdracht om een werkstuk te maken
• een opdracht om een standpunt te beargumenteren

0RHW GH SUDNWLVFKH RSGUDFKW JHSUHVHQWHHUG ZRUGHQquot;
• behalve uitvoeren moet een praktische opdracht ook gepresenteerd worden. Bij de
   presentatie worden de communicatieve vaardigheden getoetst. De presentatie kan het
   presenteren van een product, een werkstuk of een presentatie op zich betreffen.
• Bij schriftelijke presentatievormen kan gedacht worden aan een kort verslag, een poster
   met tekst of folder.
• Presentatie in de vorm van een tastbaar werkstuk is ook mogelijk. Er kan dan gedacht
   worden aan een maquette, een prototype of een computertoepassing.
• Een mondelinge presentatie heeft de vorm van een spreekbeurt, een toelichting bij een
   poster of een toelichting bij een tastbaar werkstuk.
• Een computerpresentatie kan gemaakt worden m.b.v. een programma als Power Point.

+RH ZRUGW GH SUDNWLVFKH RSGUDFKW EHRRUGHHOGquot;
Bij praktische opdrachten wordt zowel het proces als het product beoordeeld. Het proces
beoordelen kan door observatie tijdens de uitvoering of door niet alleen eindproducten te
beoordelen, maar ook tussenproducten. De beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf
aan de kandidat bekend gemaakte criteria.

3UDNWLVFKH 2SGUDFKWHQ
•   Iedere examenkandidaat maakt minimaal 2 praktische opdrachten
•   Tijdsbesteding minimaal 10 uur per praktische opdracht
•   Mag vakoverschrijdend zijn (let op: problemen bij beoordeling!) of bij twee vakken, of bij
    een vak en een programma of bij een programma.
    'H VFKRRO EHVOLVW GLW ]HOI RI NDQ GH NHX]H DDQ GH OHHUOLQJ RYHUODWHQ
•   Toetst vakvaardigheden
•   Moet zo zelfstandig mogelijk uitgevoerd worden
•   Beoordeling aan de hand van vooraf aan de leerling bekend gemaakte criteria
•   Zowel het proces als het product worden beoordeeld
•   Kan meewegen mee bij de bepaling van het cijfer voor een afzonderlijk vak (zie de
    opmerking bij ‘mag vakoverschrijdend zijn’).



                                               4
%HODQJULMNH RSPHUNLQJHQ ELM GH SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQ
• Bij alle vakken en programma’s kunnen naast deze ‘grote’ praktische opdrachten ‘kleine’
   praktische opdrachten deel uitmaken van het SE. Deze tellen dus wel mee, maar
   ontslaan de leerling niet van de verplichting twee grote praktische opdrachten uit te
   voeren.
• Behalve ‘praktische opdrachten’ zijn er ook ‘handelingsopdrachten’. Ook deze kunnen
   deel uitmaken van het SE. Het grootste verschil: handelingsopdrachten dienen om
   leerstofonderdelen en/of vaardigheden te beoordelen, die de school niet met een cijfer
   kan of wil beoordelen. Iedere leerling moet minimaal één vakoverstijgende
   handelingsopdracht uitvoeren in het kader van oriëntatie op leren en werken.

6HFWRUZHUNVWXN JHPHQJGH HQ WKHRUHWLVFKH OHHUZHJ
De kandidaten in de gemengde en theoretische leerweg moeten voor een volledig examen
een sectorwerkstuk maken. Het sectorwerkstuk dient te gaan over een maatschappelijk
relevant onderwerp dat thematisch bij de betreffende sector past.
• Iedere examenkandidaat maakt één sectorwerkstuk
• Tijdsbesteding minimaal 20 uur
• Moet vakoverschrijdend zijn
• Moet passen binnen de sector
• Toetst o.a. algemene, communicatieve en vakvaardigheden
• De schriftelijke informatie die wordt verzameld of het hele werkstuk vormt het
    uitgangspunt voor de opdracht ‘gedocumenteerd schrijven’ in het Centraal schriftelijke
    examen Nederlands
• Beoordeling door minimaal twee docenten aan de hand van vooraf aan de leerling
    bekend gemaakte criteria
• Zowel het proces als het product worden beoordeeld
• Moet moet een ‘voldoende’ of ‘goed’ resultaat worden afgesloten
• De beoordeling wordt apart op de cijferlijst bij het diploma vermeld en weegt niet mee bij
    de bepaling van het cijfer voor een afzonderlijk vak.
    In veel opzichten lijkt het sectorwerkstuk op een uitgebreide praktische opdracht. Er zijn
    echter wel enkele belangrijke punten van verschil:
• de thematiek v.h. SW moet vakoverstijgend zijn
• de bestede tijd is (minstens) twee maal zo groot
• er zijn minstens twee docenten/commissieleden bij betrokken
• er moet schriftelijke documentatie verzameld zijn, die verwerkt is in het werkstuk
• er is geen drempel om leerlingen in tweetallen of grotere groepen aan het werkstuk te
    laten werken

Door het sectorwerkstuk vindt toetsing plaats van de exameneenheid Verwerven, verwerken
en verstrekken van informatie. Voor economie bijvoorbeeld EC/V/2:
De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader
van het sectorwerkstuk.
De kandidaat kan
1. In de voorbereidingsfase
    − onderwerp, doel en publiek van het sectorwerkstuk bepalen
    − relevante vragen formuleren, die hij/zij met het sectorwerkstuk wil beantwoorden
2. In de uitvoeringsfase
    − informatie verwerven uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen, mede
        met behulp van informatie- en communicatietechnologie uit deze informatiebronnen
        relevante inhoudselementen kiezen en deze passend ordenen en verwoorden
    − strategieën hanteren, die op het bereiken van de benodigde lees-, schrijf- en
        luister/kijkdoelen zijn afgestemd
3. In de afsluitingsfase



                                              5
− de bewerkte informatie presenteren op een doel- en publiekgerichte wijze
4. In de evaluatiefase
   − reflecteren op het proces van het werken aan het sectorwerkstuk en het product: het
       sectorwerkstuk
   − het belang aangeven van het gemaakte sectorwerkstuk voor vervolgstudie,
       toekomstige beroepspraktijk of algemene vorming.

De eindtermen die in deze exameneenheid zijn geformuleerd, geven duidelijke kaders voor
het proces dat gevolgd dient te worden bij het maken en beoordelen van het sectorwerkstuk.

9HUJHOLMNLQJ PHW SURILHOZHUNVWXN
Het sectorwerkstuk in het vmbo wordt vaak vergeleken met het profielwerkstuk in de tweede
fase genoemd. De verschillen zijn echter:
• de eisen aan het proces zijn in het vmbo veel nauwkeuriger omschreven door middel van
    (in het geval van Economie) de exameneenheid EC/V/2
• het sectorwerkstuk in het vmbo vervult ook een rol in het centraal examen Nederlands
• de studielast van het sectorwerkstuk is beduidend kleiner dan bij het profielwerkstuk in
    de tweede fase
• bij het sectorwerkstuk moet de thematiek aan de sector ontleend zijn.
De beoordelingssystematiek bij het sectorwerkstuk komt wel in hoge mate overeen met die
    van het profielwerkstuk.

(HQ DOJHPHQH WLS ZHUN PHW HHQ PDWUL[ RP ELM WH KRXGHQ ZHONH YDNRYHUVFKULMGHQGH
YDDUGLJKHGHQ SHU OHHUOLQJ ]LMQ JHWRHWVW




                                            6

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Tarea nº 5 el cerebro vargas ostacia
Tarea nº 5 el cerebro vargas ostaciaTarea nº 5 el cerebro vargas ostacia
Tarea nº 5 el cerebro vargas ostaciamoraimavargas1963
 
M- learning paula londoño
M- learning paula londoñoM- learning paula londoño
M- learning paula londoñohecuba73
 
Tipos de computadora :3
Tipos de computadora :3Tipos de computadora :3
Tipos de computadora :3Jesus Martinez
 
Wt 5 9 2010 study baptized in the name of part a
Wt 5 9 2010 study baptized in the name of part aWt 5 9 2010 study baptized in the name of part a
Wt 5 9 2010 study baptized in the name of part aAvis Betancourt
 
2-2: Properties of Water
2-2: Properties of Water2-2: Properties of Water
2-2: Properties of Waterpetruccis
 
Lafayette True Stories of Great Americans
Lafayette  True Stories of Great AmericansLafayette  True Stories of Great Americans
Lafayette True Stories of Great AmericansChuck Thompson
 

Andere mochten auch (9)

Tarea nº 5 el cerebro vargas ostacia
Tarea nº 5 el cerebro vargas ostaciaTarea nº 5 el cerebro vargas ostacia
Tarea nº 5 el cerebro vargas ostacia
 
M- learning paula londoño
M- learning paula londoñoM- learning paula londoño
M- learning paula londoño
 
Tipos de computadora :3
Tipos de computadora :3Tipos de computadora :3
Tipos de computadora :3
 
IICA - Agua
IICA - AguaIICA - Agua
IICA - Agua
 
Wt 5 9 2010 study baptized in the name of part a
Wt 5 9 2010 study baptized in the name of part aWt 5 9 2010 study baptized in the name of part a
Wt 5 9 2010 study baptized in the name of part a
 
2-2: Properties of Water
2-2: Properties of Water2-2: Properties of Water
2-2: Properties of Water
 
Comparacion
ComparacionComparacion
Comparacion
 
Incoterms
IncotermsIncoterms
Incoterms
 
Lafayette True Stories of Great Americans
Lafayette  True Stories of Great AmericansLafayette  True Stories of Great Americans
Lafayette True Stories of Great Americans
 

Ähnlich wie Uitleg_over_vmbo_examen

Inspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
InspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgdInspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
InspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgdFrank Smilda
 
Inspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
InspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgdInspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
InspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgdFrank Smilda
 
Projectplan H M S Concept
Projectplan  H M S ConceptProjectplan  H M S Concept
Projectplan H M S ConceptMartin Peters
 
Praktijk In De Onderbouw Vmbo
Praktijk In De Onderbouw VmboPraktijk In De Onderbouw Vmbo
Praktijk In De Onderbouw VmboMike Seijger
 
QuickScan Focus op Vakmanschap
QuickScan Focus op VakmanschapQuickScan Focus op Vakmanschap
QuickScan Focus op Vakmanschapslangerak
 
Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...
Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...
Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...Luc Sluijsmans
 
Implementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilen
Implementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilenImplementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilen
Implementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilenCito
 
Ontwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeld
Ontwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeldOntwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeld
Ontwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeldSaxion
 
Over Het Examenprofiel
Over Het ExamenprofielOver Het Examenprofiel
Over Het ExamenprofielRico Vervoorn
 
Onderwijstijd en HKS
Onderwijstijd en HKSOnderwijstijd en HKS
Onderwijstijd en HKSihks2
 
Introductieprogramma kd en examinering 09 02 2016
Introductieprogramma  kd en examinering 09 02 2016Introductieprogramma  kd en examinering 09 02 2016
Introductieprogramma kd en examinering 09 02 2016Pascal Koole (MEd)
 
Voet2010
Voet2010Voet2010
Voet2010sofie
 
Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...
Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...
Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...Driessen Research
 
OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...
OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...
OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...SURF Events
 
Onderwijsontwikkeling gericht op microcredentialing
Onderwijsontwikkeling gericht op microcredentialingOnderwijsontwikkeling gericht op microcredentialing
Onderwijsontwikkeling gericht op microcredentialingrobert bouwhuis
 
2010 5 25 Pres 27 Mei 10
2010 5 25 Pres 27 Mei 102010 5 25 Pres 27 Mei 10
2010 5 25 Pres 27 Mei 10Johan Lapidaire
 
gelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurdgelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurdAlan Veys
 

Ähnlich wie Uitleg_over_vmbo_examen (20)

Inspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
InspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgdInspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
Inspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
 
Inspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
InspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgdInspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
Inspectierapportpolitieonderwijskwaliteitgeborgd
 
Projectplan H M S Concept
Projectplan  H M S ConceptProjectplan  H M S Concept
Projectplan H M S Concept
 
Praktijk In De Onderbouw Vmbo
Praktijk In De Onderbouw VmboPraktijk In De Onderbouw Vmbo
Praktijk In De Onderbouw Vmbo
 
QuickScan Focus op Vakmanschap
QuickScan Focus op VakmanschapQuickScan Focus op Vakmanschap
QuickScan Focus op Vakmanschap
 
Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...
Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...
Eindadvies over-de-vernieuwing-van-de-examenprogrammas-maatschappijwetenschap...
 
Implementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilen
Implementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilenImplementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilen
Implementatie van de BKE/SKE in het hbo: over kansen en valkuilen
 
Ontwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeld
Ontwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeldOntwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeld
Ontwikkeling kernprogramma's SLO | Leerplan in beeld
 
Werkboek Mm
Werkboek MmWerkboek Mm
Werkboek Mm
 
Over Het Examenprofiel
Over Het ExamenprofielOver Het Examenprofiel
Over Het Examenprofiel
 
Onderwijstijd en HKS
Onderwijstijd en HKSOnderwijstijd en HKS
Onderwijstijd en HKS
 
Introductieprogramma kd en examinering 09 02 2016
Introductieprogramma  kd en examinering 09 02 2016Introductieprogramma  kd en examinering 09 02 2016
Introductieprogramma kd en examinering 09 02 2016
 
Voet2010
Voet2010 Voet2010
Voet2010
 
Voet2010
Voet2010Voet2010
Voet2010
 
Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...
Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...
Geert Driessen (1995) BVE De tussenopleidingen techniek Succes behoefte en kn...
 
OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...
OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...
OWD2011 - 2/3 - Actief begeleiden van (aankomende) studenten in het proces va...
 
Onderwijsontwikkeling gericht op microcredentialing
Onderwijsontwikkeling gericht op microcredentialingOnderwijsontwikkeling gericht op microcredentialing
Onderwijsontwikkeling gericht op microcredentialing
 
Lmk 1.23
Lmk 1.23Lmk 1.23
Lmk 1.23
 
2010 5 25 Pres 27 Mei 10
2010 5 25 Pres 27 Mei 102010 5 25 Pres 27 Mei 10
2010 5 25 Pres 27 Mei 10
 
gelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurdgelezen en goedgekeurd
gelezen en goedgekeurd
 

Uitleg_over_vmbo_examen

  • 1. 8LWOHJ RYHU KHW YPERH[DPHQ KHW VHFWRUZHUNVWXN HQ SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQ De vernieuwingen in het vmbo hebben geleid tot onder andere de invoering van leerwegen en sectoren. In het vmbo worden vier sectoren onderscheiden: Techniek, Economie, Zorg en Landbouw. Binnen elke sector zijn vier leerwegen: basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht, gemengd en theoretisch. Ook is er een andere manier van leren – en dus van toetsen. Dit betreft vooral het aanleren en toetsen van vaardigheden. In het VMBO examenprogramma, kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerweg worden in de preambule de zes algemene onderwijsdoelen omschreven die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden: 1. Werken aan vakoverstijgende thema's 2. Leren uitvoeren De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen. 2.1 Nederlandse teksten lezen en beluisteren; 2.2 schriftelijke en mondelinge teksten produceren in correct Nederlands; 3 Leren leren De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren.Het gaat daarbij om 3.1 informatie beoordelen op betrouwbaarheid, representativiteit en bruikbaarheid, informatie verwerken en benutten; 3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden zoals memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met aanwezige kennis; 3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie; 3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord, klank, beeld en beweging;. 4 Leren communiceren De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen. Het gaat daarbij om 4.2 overleggen en samenwerken in teamverband; 4.7 zichzelf en eigen werk presenteren. 5. Leren reflecteren op het leer- en werkproces 6 Leren reflecteren op de toekomst 6.4 de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden voor het maatschappelijk leven, dagelijks leven, vrije tijd, vrijwilligerswerk;. 1
  • 2. Het examen kan bestaan uit een centraal eindexamen (CE) en een schoolexamen (SE). Het SE kan bestaan uit: 1. schriftelijke en mondelinge toetsen 2. praktische opdrachten 3. een handelingsdeel 4. een sectorwerkstuk (alleen) voor de kandidaten van de gemengde en theoretische leerweg De resultaten worden bijgehouden in het examendossier. Dit wordt gespreid over het derde en vierde leerjaar opgebouwd. Wij gaan alleen in op het sectorwerkstuk en praktische opdrachten. NB: voor het maken van een sectorwerkstuk voor het staatsexamen vmbo-theoretische leerweg geldt een afzonderlijke regeling. $OJHPHHQ Vanaf 2003 neemt de staatsexamencommissie examens af in de algemene vakken van de theoretische leerweg vmbo. Als de kandidaten voldoen aan de betreffende eisen kan bij een voldoende uitslag een staatsexamendiploma vmbo-theoretische leerweg worden uitgereikt. De staatsexamens vmbo-theoretische leerweg worden afgenomen overeenkomstig de voorschriften in het Staatsexamenbesluit vwo-havo-mavo 2000, gepubliceerd in het staatsblad nr. 358, juli 2000. Kandidaten kunnen een staatsexamen afleggen ter verkrijging van een diploma vmbo (theoretische leerweg) of van een certificaat voor één of meer van de voor het staatsexamen voorgeschreven vakken. Staatsexamens zijn bestemd voor kandidaten die niet via een school tegelijkertijd deelnemen aan een examen in hetzelfde vak voor dezelfde schoolsoort. De staatsexamens in de algemene vakken van de theoretische leerweg vmbo worden afgelegd volgens de examenprogramma's die gelden voor de dagscholen en de dag/avondscholen. In plaats van het schoolexamen komen de commissie-examens. De staatsexamencommissie vwo-havo-mavo kan afwijken van voorschriften met betrekking tot het schoolexamen die om praktische redenen in het staatsexamen niet uitvoerbaar zijn. Deze afwijking vindt op zodanige wijze plaats dat het commissie-examen, naar inhoud en niveau, zoveel mogelijk gelijkwaardig blijft aan het schoolexamen. Voor visueel gehandicapten wordt veelal een aanpassing in de beschikbare tijd gemaakt, meestal 100% verlenging. Ook bij het mondeling examen, en dus ook bij de presentatie van het sectorwerkstuk, is verlenging van de tijd mogelijk. Het staatsexamen bestaat uit een centraal (schriftelijk) examen, dat identiek is aan het centraal examen voor dagscholen en de dag/avondscholen en een commissie-examen dat voornamelijk mondeling wordt afgenomen in de laatste week van juni en de drie eerste weken van juli. 2
  • 3. 3URFHGXUH 6HFWRUZHUNVWXN D 9RRUVWHO De staatsexamenkandidaten dienen uiterlijk in januari van het examenjaar waarin zij een sectorwerkstuk willen inleveren en presenteren een voorstel (onderwerp) in te sturen voor een uit te voeren sectorwerkstuk. Bij het voorstel dient te worden aangegeven waarom men hiervoor kiest. Verder dient het voorstel een conceptopzet van het werkstuk te bevatten. De staatsexamencommissie streeft er naar om ’als service’ binnen vier weken na ontvangst van het voorstel terug te melden of het voorstel voldoet aan de eisen voor een sectorwerkstuk. Er wordt aangegeven wat formeel ontbreekt, een inhoudelijke beoordeling vindt niet plaats. De kandidaat krijgt de gelegenheid ontbrekende zaken aan te vullen. De kandidaat blijft er zelf verantwoordelijk voor dat het sectorwerkstuk voldoet aan de daaraan gestelde eisen. E 8LWYRHULQJ Het sectorwerkstuk, inclusief een ’plan van aanpak’ en een ’logboek’ moet voor 1 mei van het examenjaar in tweevoud worden opgestuurd naar de afdeling examendiensten van de Informatie Beheer Groep, Postbus 30158, 9700 LK Groningen. Daarbij dient een getekende authenticiteitsverklaring te worden toegevoegd. De omvang van het werkstuk (verslag) moet minimaal twee en maximaal vier A4-tjes tekst, exclusief de illustraties en de bijlagen zijn. Deze A4-tjes dienen getypt te worden met lettergrootte 12 en met standaard regelafstand. De examinatoren moeten voor aanvang van het mondeling examen de werkstukken kunnen inzien. Als op 1 juni het ingediende werkstuk in formeel opzicht (aantal onderdelen, aantal pagina’s, enz.) niet voldoet aan de gestelde eisen kan de staatsexamencommissie besluiten de kandidaat voor het betreffende vak niet op te roepen voor het mondeling examen of de oproep in te trekken. F %HRRUGHOLQJ Tijdens de periode van het mondeling examen dient de kandidaat van het werkstuk een posterpresentatie te geven voor twee examinatoren van de staatsexamencommissie. Daarna stellen de examinatoren hierover vragen aan de kandidaat. Voor deze presentatie en de bespreking daarvan wordt 25 minuten ingeroosterd (inclusief het beantwoorden van enkele vragen over 'Oriëntatie op leren en werken'). De kwaliteit van het sectorwerkstuk, de posterpresentatie en de beantwoording van vragen over het werkstuk worden in samenhang beoordeeld met de kwalificatie 'onvoldoende', 'voldoende' of 'goed'. Als een kandidaat een sectorwerkstuk inzendt en presenteert en hiervoor de kwalificatie 'voldoende' of 'goed' verkrijgt, wordt hierover een certificaat afgegeven, mits 'Oriëntatie op leren en werken' in voldoende mate is afgerond. Het voldoen aan de eisen voor het sectorwerkstuk is voorwaarde voor het verkrijgen van een diploma vmbo-theoretische leerweg. Bij de kwalificatie 'onvoldoende' moet een nieuw werkstuk worden ingeleverd en gepresenteerd. Als de kandidaat bij een beoordeling ' voldoende' of 'goed' in hetzelfde examenjaar in aanmerking komt voor de uitreiking van een diploma en cijferlijst voor vmbo- theoretische leerweg krijgt hij/zij daarvoor in het 3e of eventueel 4e tijdvak één keer de gelegenheid een nieuw of aangepast sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een commissie-examen t.a.v. een bepaald vak. Gedetailleerde informatie over het examen vmbo, per leerweg en per vak, is te vinden op www.vmbo-examengids.nl. Hier vindt u zeer beknopte samenvattingen en aandachtspunten. 3
  • 4. 2ULsQWDWLH EHJULSSHQ SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQ HQ VHFWRUZHUNVWXN Een praktische opdracht is een toetsvorm waarbij vaardigheden (K2 en K3 uit de examenprogramma’s basisvaardigheden en vakvaardigheden) getoetst worden in combinatie met leerstof uit de overige exameneenheden. Waaraan worden de verschillende onderwerpen ontleend? De onderwerpen worden bij voorkeur ontleend aan de maatschappelijke of beroepsmatige realiteit. Ook in de theoretische leerweg is het mogelijk om ideeën voor opdrachten te ontlenen aan beroepsgerichte contexten. In principe komen bij alle vakken en programma's praktische opdrachten voor. :DW ]LMQ YRRUEHHOGHQ YDQ SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQquot; Voorbeelden van praktische opdrachten zijn: • een opdracht voor het opstellen van een enquête • een opdracht voor een interview • een opdracht om gegevens te verzamelen • een opdracht om een onderzoek uit te voeren • practicumopdrachten bij exacte vakken • een opdracht om een excursie te organiseren • een opdracht om een werkstuk te maken • een opdracht om een standpunt te beargumenteren 0RHW GH SUDNWLVFKH RSGUDFKW JHSUHVHQWHHUG ZRUGHQquot; • behalve uitvoeren moet een praktische opdracht ook gepresenteerd worden. Bij de presentatie worden de communicatieve vaardigheden getoetst. De presentatie kan het presenteren van een product, een werkstuk of een presentatie op zich betreffen. • Bij schriftelijke presentatievormen kan gedacht worden aan een kort verslag, een poster met tekst of folder. • Presentatie in de vorm van een tastbaar werkstuk is ook mogelijk. Er kan dan gedacht worden aan een maquette, een prototype of een computertoepassing. • Een mondelinge presentatie heeft de vorm van een spreekbeurt, een toelichting bij een poster of een toelichting bij een tastbaar werkstuk. • Een computerpresentatie kan gemaakt worden m.b.v. een programma als Power Point. +RH ZRUGW GH SUDNWLVFKH RSGUDFKW EHRRUGHHOGquot; Bij praktische opdrachten wordt zowel het proces als het product beoordeeld. Het proces beoordelen kan door observatie tijdens de uitvoering of door niet alleen eindproducten te beoordelen, maar ook tussenproducten. De beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf aan de kandidat bekend gemaakte criteria. 3UDNWLVFKH 2SGUDFKWHQ • Iedere examenkandidaat maakt minimaal 2 praktische opdrachten • Tijdsbesteding minimaal 10 uur per praktische opdracht • Mag vakoverschrijdend zijn (let op: problemen bij beoordeling!) of bij twee vakken, of bij een vak en een programma of bij een programma. 'H VFKRRO EHVOLVW GLW ]HOI RI NDQ GH NHX]H DDQ GH OHHUOLQJ RYHUODWHQ • Toetst vakvaardigheden • Moet zo zelfstandig mogelijk uitgevoerd worden • Beoordeling aan de hand van vooraf aan de leerling bekend gemaakte criteria • Zowel het proces als het product worden beoordeeld • Kan meewegen mee bij de bepaling van het cijfer voor een afzonderlijk vak (zie de opmerking bij ‘mag vakoverschrijdend zijn’). 4
  • 5. %HODQJULMNH RSPHUNLQJHQ ELM GH SUDNWLVFKH RSGUDFKWHQ • Bij alle vakken en programma’s kunnen naast deze ‘grote’ praktische opdrachten ‘kleine’ praktische opdrachten deel uitmaken van het SE. Deze tellen dus wel mee, maar ontslaan de leerling niet van de verplichting twee grote praktische opdrachten uit te voeren. • Behalve ‘praktische opdrachten’ zijn er ook ‘handelingsopdrachten’. Ook deze kunnen deel uitmaken van het SE. Het grootste verschil: handelingsopdrachten dienen om leerstofonderdelen en/of vaardigheden te beoordelen, die de school niet met een cijfer kan of wil beoordelen. Iedere leerling moet minimaal één vakoverstijgende handelingsopdracht uitvoeren in het kader van oriëntatie op leren en werken. 6HFWRUZHUNVWXN JHPHQJGH HQ WKHRUHWLVFKH OHHUZHJ
  • 6. De kandidaten in de gemengde en theoretische leerweg moeten voor een volledig examen een sectorwerkstuk maken. Het sectorwerkstuk dient te gaan over een maatschappelijk relevant onderwerp dat thematisch bij de betreffende sector past. • Iedere examenkandidaat maakt één sectorwerkstuk • Tijdsbesteding minimaal 20 uur • Moet vakoverschrijdend zijn • Moet passen binnen de sector • Toetst o.a. algemene, communicatieve en vakvaardigheden • De schriftelijke informatie die wordt verzameld of het hele werkstuk vormt het uitgangspunt voor de opdracht ‘gedocumenteerd schrijven’ in het Centraal schriftelijke examen Nederlands • Beoordeling door minimaal twee docenten aan de hand van vooraf aan de leerling bekend gemaakte criteria • Zowel het proces als het product worden beoordeeld • Moet moet een ‘voldoende’ of ‘goed’ resultaat worden afgesloten • De beoordeling wordt apart op de cijferlijst bij het diploma vermeld en weegt niet mee bij de bepaling van het cijfer voor een afzonderlijk vak. In veel opzichten lijkt het sectorwerkstuk op een uitgebreide praktische opdracht. Er zijn echter wel enkele belangrijke punten van verschil: • de thematiek v.h. SW moet vakoverstijgend zijn • de bestede tijd is (minstens) twee maal zo groot • er zijn minstens twee docenten/commissieleden bij betrokken • er moet schriftelijke documentatie verzameld zijn, die verwerkt is in het werkstuk • er is geen drempel om leerlingen in tweetallen of grotere groepen aan het werkstuk te laten werken Door het sectorwerkstuk vindt toetsing plaats van de exameneenheid Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie. Voor economie bijvoorbeeld EC/V/2: De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk. De kandidaat kan 1. In de voorbereidingsfase − onderwerp, doel en publiek van het sectorwerkstuk bepalen − relevante vragen formuleren, die hij/zij met het sectorwerkstuk wil beantwoorden 2. In de uitvoeringsfase − informatie verwerven uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen, mede met behulp van informatie- en communicatietechnologie uit deze informatiebronnen relevante inhoudselementen kiezen en deze passend ordenen en verwoorden − strategieën hanteren, die op het bereiken van de benodigde lees-, schrijf- en luister/kijkdoelen zijn afgestemd 3. In de afsluitingsfase 5
  • 7. − de bewerkte informatie presenteren op een doel- en publiekgerichte wijze 4. In de evaluatiefase − reflecteren op het proces van het werken aan het sectorwerkstuk en het product: het sectorwerkstuk − het belang aangeven van het gemaakte sectorwerkstuk voor vervolgstudie, toekomstige beroepspraktijk of algemene vorming. De eindtermen die in deze exameneenheid zijn geformuleerd, geven duidelijke kaders voor het proces dat gevolgd dient te worden bij het maken en beoordelen van het sectorwerkstuk. 9HUJHOLMNLQJ PHW SURILHOZHUNVWXN Het sectorwerkstuk in het vmbo wordt vaak vergeleken met het profielwerkstuk in de tweede fase genoemd. De verschillen zijn echter: • de eisen aan het proces zijn in het vmbo veel nauwkeuriger omschreven door middel van (in het geval van Economie) de exameneenheid EC/V/2 • het sectorwerkstuk in het vmbo vervult ook een rol in het centraal examen Nederlands • de studielast van het sectorwerkstuk is beduidend kleiner dan bij het profielwerkstuk in de tweede fase • bij het sectorwerkstuk moet de thematiek aan de sector ontleend zijn. De beoordelingssystematiek bij het sectorwerkstuk komt wel in hoge mate overeen met die van het profielwerkstuk. (HQ DOJHPHQH WLS ZHUN PHW HHQ PDWUL[ RP ELM WH KRXGHQ ZHONH YDNRYHUVFKULMGHQGH
  • 8. YDDUGLJKHGHQ SHU OHHUOLQJ ]LMQ JHWRHWVW 6