SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 33
Downloaden Sie, um offline zu lesen
College 2 (7 februari 2017)
Staat en publiek beleid in Latijns-Amerika:
Historische contextualisering
Praktische Zaken
 Inschrijvingen referaat
 Deadline kiezen beleid/programma
referaat per email: 28 Februari
 Let op! Artikelen vanaf volgende week (zie
cursusinformatie)
 Artiekelen te vinden via
universiteitsbibbliotheek online
College van vandaag
 Publiek beleid de meest urgente behoeften en belangen van de staat
beantwoordt.
 Behoeften en belangen veranderen in de loop der tijd.
 Van groot belang: soort en aantal sociale en politiek actoren.
 In de 19de eeuw: publiek beleid vooral gericht op Nation-Building.
 Begin 20e eeuw: ‘Sociaal vraagstuk’ eist versterking van sociaal beleid.
 Sinds de jaren 30: aandacht (en middelen) van staat ook gericht op
industrie en economische ontwikkeling
 Neoliberalisme en afbouw sociaal beleid.
 Neopopulisme → versterking sociale uitgaven (maar is dat sociaal
beleid?)
Sociaal beleid: Ook een kwestie van
principes/uitgangpunten?
 Is de staat verplicht om de burgers te ondersteunen in hun
economische en sociale behoeften?
 Met andere woorden: is sociale ondersteuning door de staat een
(sociaal) recht?
 Óf moeten de burgers voor zichzelf zorgen? Zelf maatregelen
nemen (verzekeringen, familie, etc.) om alleen onder extreme
omstandigheden op hulp te kunnen rekenen?
 Sociale ondersteuning als een universeel recht beschouwen (dus
alle burgers hebben recht om staatsondersteuning) of moet de
staat slechts de armste mensen ondersteunen (focalisering van de
steun)?
 Moet er een verband zijn tussen beschikbare middelen ($) en
omvang van sociaal beleid?
 Equidad vs. igualdad
Historische ontwikkeling van sociaal beleid
 Constante spanning tussen universalisme en focalisering.
Keuzen vertegenwoordigen ook ideologisch-doctrinaire verschillen
tussen Liberalen (pro individualisme) en links-progressieve
groeperingen (voorstanders van sociaal ondersteuning gebaseerd op
het principe van solidariteit)
In grote lijnen: zig-zag beweging: universalisme, focalisering,
universalisme.
Stelling: de relatieve sterkte van de universalistische en de
gefocaliseerde optie afhankelijk van diverse factoren, waaronder:
- beschikbare financiële middelen;
- politieke signatuur machthebbers;
- druk graad vanuit de burgermaatschappij;
- electorale overwegingen
Burgerlijke, politieke en sociale rechten
BURGERRECHTEN
POLITIEKE RECHTEN
SOCIALE RECHTEN
MARSHALL in Latijns-Amerika
Burgerrechten: 19e eeuw
Politieke rechten: begin 20e eeuw
Sociale rechten: sinds jaren 30s
Staat en sociaal beleid in L.A.
 Periode 1 (1930-1980): ‘universalismo nominal’
 Periode 2 (1980-2000): ‘neoliberale focalisering’
 Periode 3 (2000-2016): ‘universalismo limitado’?
Periode 1 (1930-1980): ‘universalismo
nominal’
 Crisis jaren 30: kritiek op liberalisme
 Versterking rol van de staat (ministeries,
ambtenaren, etc.)
 Publiek beleid pro industrialisatie
 Sociaal beleid pro georganiseerde arbeiders
Periode 2 (1980-2000): ‘neoliberale
focalisering’
 Vaak autoritair neoliberalisme: bijv. Pinochet,
Videla
 Afbouw sociaal beleid (economische maar ook
politieke doelen)
 Staat wordt door markt vervangen
Periode 3 (2000-2016): ‘universalismo
limitado’?
 Democratisering + neoliberale hervormingen
 Kleinere maar ‘betere’ staat “ter versterking
civiele maatschappij”
 Van ‘focalisering’ naar ‘universalisering’ ?
HISTORISCHE PERIODEN
19E EN 20STE EEUW
19de eeuw: religiositeit, filantropie en zelf-hulp
 Sociale steun in de 19de eeuw: taak vooral van de Kerk.
 Van rijke burgers werden caritatieve daden verwacht
 Sociale steun vooral taak van de familie en sociale
netwerken (compadrazgo).
 Actieve lidmaatschap in de kerk gaf extra contacten.
 Patrón-cliënt verhoudingen.
 Begin van mutuales obreras (socorro) onder arme
werkers.
Men verwachte weinig van de staat. Vooral op ‘zelf hulp’ gericht.
19de eeuw: beperkt publiek beleid
 Inrichten van de territoriale eenheden (provincias,
estados, etc.).
 Inrichten van de nationale legers en politiekorpsen.
 Inrichten van de rechtelijke macht.
 Beperkte capaciteit (organisatorisch en financieel) om
openbare werken te organiseren
 Vooral bezig om het centraal gezag te consolideren
Begin 20de eeuw:
steun voor werkende groepen
 Beperkte toegang tot sociale hulp; op basis van verplichte of vrijwillige
contributies (afgetrokken van hun salaris).
 Meer invloed van werkende bevolking georganiseerd in grote
vakbonden
 Het ontstaan van de ‘sociale kwestie’, druk om sociale wetgeving uit te
breiden.
 Politieke veranderingen onder nieuwe grondwetten met universele
rechten
 Crisis van de jaren 30, kritiek van het liberalisme
 Staat moest meet sociale verantwoordelijkheid dragen.
Chile
Mexico
Periode post 1930: publiek beleid gericht op
industrialisering
 Investeringen in infrastructuur
 Het principe was: het beste sociaal beleid was
werkplaatsen genereren,
 Begin ‘planning’ bij de overheid
 Respons op sociale onrust: populistische regimes.
 Coöptatie arbeidersbeweging (of delen daarvan)
 Ontstaan van ‘programas de protección social’
 Grote kloof tussen georganiseerde volkssectoren in urbane
centra en boeren.
Periode post 1930: ‘universalismo nominal’
 Populistische regeringen beloven ‘universele rechten’
 Praktijk: cliëntelistische relatie met georganiseerde werkers
 Marginalen vielen buiten de schema’s van ‘protección social’ (1930-
1960)
 De crisis van de populistische regimes jaren ’50 leidde ook tot een
(fiscale) crisis van de structuren van ‘protección social’: onbetaalbaar.
 Jaren ‘60 (als gevolg van het Cuba-effect), regeringen proberen sociale
omstandigheden van werkers te verbeteren (soms gefinancierd door de
Verenigde Staten).
 Politiek doel: radicalisering van de armen proberen tegen te gaan.
Neoliberisme: 1980s en verder
 Kritiek op sociaal beleid populistische regimes.
 Kritiek rol van de staat: ‘te’ veel sociale programma’s.
 Publiek beleid onder populisme gezien als ‘politiek gebruik’
 Kritiek: populisme schept passiviteit en afhankelijkheid
 En ook Verwaarlozing sectoren in echte nood
 Reductie rol van de staat en vrijlating markt:
 Afschaffing vele sociale programma’s (om fiscale tekorten te
dichten).
 Overgebleven programma’s reduceren en alleen toegankelijk voor
armste bevolking (focalisering).
 Systeem van ‘fichas sociales’ in te voeren om vast te kunnen stellen
wie in extreme armoede leeft.
Democratisering en neoliberaal sociaal beleid:
jaren ’80s en ’90s
 Nieuwe democratische regeringen beloofden sociaal gezicht van de
staat te versterken maar economische crisis laat weinig geld over voor
sociaal beleid
 Discussie tussen ‘universalisme’ versus ‘focalisering’
 Argument: financiële middelen alleen voldoende voor focalisering op
armste groepen
 Internationale financiële instellingen (IMF, etc.) lieten geen uitbreiding
van de sociale uitgaven toe (conditionaliteit).
 Uitbreken van rellen in de jaren ‘80 en toenemende sociale onrust liet
de internationale instellingen van mening veranderen.
Focalisering van social beleid
 Vanaf 1990: internationale instellingen formuleren en
financieren programas de emergencia (als tijdelijk
gepresenteerd).
 Decentralisering van de staat. ‘Small is Beatiful’?
 Programma’s uitgevoerd op lokaal niveau
 Al teken van democratisering gepresenteerd: burgers
krijgen een stem in de formulering (en soms zelfs in de
uitvoering) van diverse programma’s.
 Goed voor transparantie in beleid: dichter bij de burgers,
meer mogelijkheden voor controle.
Sinds 2000: Focalisering wordt
geïnstitutionaliseerd
 Wantrouwen van regeringen tegen dit soort sociale programma’s
nam af door: resultaten en politieke wist.
 Gaan zelf programma’s uitbreiden en meefinancieren (als hun
economieën dat toelaten).
 Sociale programma’s ‘genationaliseerd’; de overheid maakt ze zich
eigen.
 Voorbeeld: ‘orçamento participativo’ in Brazilië.
 Vele programma’s die nu 20 jaar of langer draaien
 Lokale overheden hebben vaak verbeteringen aangebracht
(adaptaties lokale omstandigheden).
De opkomst van linkse regeringen en de stelling van
protección social als burgerrecht
 Jaren 90’ linkse sociale en politieke organisaties bekritiseerden
programma’s gebaseerd op focalisering.
 Werden gezien als een poging om aan het neoliberalisme een ‘human face’
te geven.
 Voorstel: protección social door de staat als onderdeel van mensenrechten.
 Discussie over burgerschap: bescherming als een recht
 Recht op sociale voorzieningen gegarandeerd door de overheid
 Vele nieuwe linkse regeringen zetten universele sociale rechten in nieuwe
grondwetten.
 Expansie universalisme vergemakkelijkt door 3 factoren: crisis van het
neoliberalisme sinds 2008; de judicialización van het debat; en de
economische bonanza
Naar een Estado Benefactor of
Neoliberalisme?
Daniel Ortega Mauricio Macri
 https://www.youtube.com/watch?v=eCifM3
GIElA
 Min 2 – 5.20
Publiek beleid, PP2

Weitere ähnliche Inhalte

Ähnlich wie Publiek beleid, PP2

Geheugen van een stad
Geheugen van een stadGeheugen van een stad
Geheugen van een stadFARO
 
Onbekend Verschiet
Onbekend VerschietOnbekend Verschiet
Onbekend VerschietArend GEUL
 
Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646
Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646
Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646traceythomas90
 
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...Oikos
 
Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische
Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische
Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische Persoonlijke studie teksten
 
INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...
INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...
INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...Socius - steunpunt sociaal-cultureel werk
 
PP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatie
PP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatiePP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatie
PP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatieLeiden University
 

Ähnlich wie Publiek beleid, PP2 (13)

Geheugen van een stad
Geheugen van een stadGeheugen van een stad
Geheugen van een stad
 
Onbekend Verschiet
Onbekend VerschietOnbekend Verschiet
Onbekend Verschiet
 
Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646
Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646
Deeconomieinnldruk7 buunk 2_15646
 
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
 
Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische
Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische
Over de 90e verjaardag van de Grote Socialistische
 
INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...
INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...
INE GOOVAERTS - EEN GOLF VAN VERRUWING? POPULISME EN DE KWALITEIT VAN HET POL...
 
Media, liefde en/of haat
Media, liefde en/of haatMedia, liefde en/of haat
Media, liefde en/of haat
 
Publiek beleid, PP3
Publiek beleid, PP3Publiek beleid, PP3
Publiek beleid, PP3
 
Presentatie Burger Ei
Presentatie Burger EiPresentatie Burger Ei
Presentatie Burger Ei
 
PP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatie
PP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatiePP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatie
PP11 - 13 oktober: Democratisering en burgerparticipatie
 
OVER de TROTSKISTEN EN ANDERE LASTERAARS
OVER de TROTSKISTEN EN  ANDERE LASTERAARSOVER de TROTSKISTEN EN  ANDERE LASTERAARS
OVER de TROTSKISTEN EN ANDERE LASTERAARS
 
Inleiding socialistische politieke economie
Inleiding socialistische politieke economieInleiding socialistische politieke economie
Inleiding socialistische politieke economie
 
SCW in de tussenruimte - Filip De Rynck
SCW in de tussenruimte - Filip De RynckSCW in de tussenruimte - Filip De Rynck
SCW in de tussenruimte - Filip De Rynck
 

Mehr von Leiden University

Presentació Esp. (modulo 7)
Presentació Esp. (modulo 7)Presentació Esp. (modulo 7)
Presentació Esp. (modulo 7)Leiden University
 
Presentación Esp. (modulo 5)
Presentación Esp. (modulo 5)Presentación Esp. (modulo 5)
Presentación Esp. (modulo 5)Leiden University
 
Amazon Region Protected Areas programme
Amazon Region Protected Areas programmeAmazon Region Protected Areas programme
Amazon Region Protected Areas programmeLeiden University
 
PP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkeling
PP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkelingPP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkeling
PP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkelingLeiden University
 
PP8 - 1 oktober: De urbane problematiek
PP8 - 1 oktober: De urbane problematiekPP8 - 1 oktober: De urbane problematiek
PP8 - 1 oktober: De urbane problematiekLeiden University
 
PP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde Staten
PP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde StatenPP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde Staten
PP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde StatenLeiden University
 
PP6 - 24 september: De vrouwenproblematiek
PP6 - 24 september: De vrouwenproblematiekPP6 - 24 september: De vrouwenproblematiek
PP6 - 24 september: De vrouwenproblematiekLeiden University
 
PP4 - 17 september: Kerk en leger
PP4 - 17 september: Kerk en legerPP4 - 17 september: Kerk en leger
PP4 - 17 september: Kerk en legerLeiden University
 
PP3 - 15 september: De agrarische kwestie
PP3 - 15 september: De agrarische kwestiePP3 - 15 september: De agrarische kwestie
PP3 - 15 september: De agrarische kwestieLeiden University
 
PP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatie
PP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatiePP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatie
PP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatieLeiden University
 
PP5 - 22 september: Ontwikkeling en Onderontwikkeling
PP5 - 22 september: Ontwikkeling en OnderontwikkelingPP5 - 22 september: Ontwikkeling en Onderontwikkeling
PP5 - 22 september: Ontwikkeling en OnderontwikkelingLeiden University
 
PP1 - 8 september: Inleiding
PP1 - 8 september: InleidingPP1 - 8 september: Inleiding
PP1 - 8 september: InleidingLeiden University
 

Mehr von Leiden University (19)

Presentació Esp. (modulo 7)
Presentació Esp. (modulo 7)Presentació Esp. (modulo 7)
Presentació Esp. (modulo 7)
 
Presentación Esp. (modulo 5)
Presentación Esp. (modulo 5)Presentación Esp. (modulo 5)
Presentación Esp. (modulo 5)
 
Amazon Region Protected Areas programme
Amazon Region Protected Areas programmeAmazon Region Protected Areas programme
Amazon Region Protected Areas programme
 
Publiek beleid, PP12
Publiek beleid, PP12Publiek beleid, PP12
Publiek beleid, PP12
 
Publiek beleid, PP11
Publiek beleid, PP11Publiek beleid, PP11
Publiek beleid, PP11
 
Publiek beleid, PP7
Publiek beleid, PP7Publiek beleid, PP7
Publiek beleid, PP7
 
Publiek beleid, PP6
Publiek beleid, PP6Publiek beleid, PP6
Publiek beleid, PP6
 
Publiek beleid, PP5
Publiek beleid, PP5Publiek beleid, PP5
Publiek beleid, PP5
 
Publiek beleid, PP1
Publiek beleid, PP1Publiek beleid, PP1
Publiek beleid, PP1
 
Las formas no personales
Las formas no personalesLas formas no personales
Las formas no personales
 
PP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkeling
PP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkelingPP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkeling
PP9 - 6 oktober: Milieu en ontwikkeling
 
PP8 - 1 oktober: De urbane problematiek
PP8 - 1 oktober: De urbane problematiekPP8 - 1 oktober: De urbane problematiek
PP8 - 1 oktober: De urbane problematiek
 
PP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde Staten
PP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde StatenPP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde Staten
PP7 - 29 september: Latijns-Amerika en de Verenigde Staten
 
PP6 - 24 september: De vrouwenproblematiek
PP6 - 24 september: De vrouwenproblematiekPP6 - 24 september: De vrouwenproblematiek
PP6 - 24 september: De vrouwenproblematiek
 
PP4 - 17 september: Kerk en leger
PP4 - 17 september: Kerk en legerPP4 - 17 september: Kerk en leger
PP4 - 17 september: Kerk en leger
 
PP3 - 15 september: De agrarische kwestie
PP3 - 15 september: De agrarische kwestiePP3 - 15 september: De agrarische kwestie
PP3 - 15 september: De agrarische kwestie
 
PP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatie
PP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatiePP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatie
PP2 - 10 september: Etniciteit en sociale stratificatie
 
PP5 - 22 september: Ontwikkeling en Onderontwikkeling
PP5 - 22 september: Ontwikkeling en OnderontwikkelingPP5 - 22 september: Ontwikkeling en Onderontwikkeling
PP5 - 22 september: Ontwikkeling en Onderontwikkeling
 
PP1 - 8 september: Inleiding
PP1 - 8 september: InleidingPP1 - 8 september: Inleiding
PP1 - 8 september: Inleiding
 

Publiek beleid, PP2

  • 1. College 2 (7 februari 2017) Staat en publiek beleid in Latijns-Amerika: Historische contextualisering
  • 2. Praktische Zaken  Inschrijvingen referaat  Deadline kiezen beleid/programma referaat per email: 28 Februari  Let op! Artikelen vanaf volgende week (zie cursusinformatie)  Artiekelen te vinden via universiteitsbibbliotheek online
  • 3. College van vandaag  Publiek beleid de meest urgente behoeften en belangen van de staat beantwoordt.  Behoeften en belangen veranderen in de loop der tijd.  Van groot belang: soort en aantal sociale en politiek actoren.  In de 19de eeuw: publiek beleid vooral gericht op Nation-Building.  Begin 20e eeuw: ‘Sociaal vraagstuk’ eist versterking van sociaal beleid.  Sinds de jaren 30: aandacht (en middelen) van staat ook gericht op industrie en economische ontwikkeling  Neoliberalisme en afbouw sociaal beleid.  Neopopulisme → versterking sociale uitgaven (maar is dat sociaal beleid?)
  • 4. Sociaal beleid: Ook een kwestie van principes/uitgangpunten?  Is de staat verplicht om de burgers te ondersteunen in hun economische en sociale behoeften?  Met andere woorden: is sociale ondersteuning door de staat een (sociaal) recht?  Óf moeten de burgers voor zichzelf zorgen? Zelf maatregelen nemen (verzekeringen, familie, etc.) om alleen onder extreme omstandigheden op hulp te kunnen rekenen?  Sociale ondersteuning als een universeel recht beschouwen (dus alle burgers hebben recht om staatsondersteuning) of moet de staat slechts de armste mensen ondersteunen (focalisering van de steun)?  Moet er een verband zijn tussen beschikbare middelen ($) en omvang van sociaal beleid?  Equidad vs. igualdad
  • 5. Historische ontwikkeling van sociaal beleid  Constante spanning tussen universalisme en focalisering. Keuzen vertegenwoordigen ook ideologisch-doctrinaire verschillen tussen Liberalen (pro individualisme) en links-progressieve groeperingen (voorstanders van sociaal ondersteuning gebaseerd op het principe van solidariteit) In grote lijnen: zig-zag beweging: universalisme, focalisering, universalisme. Stelling: de relatieve sterkte van de universalistische en de gefocaliseerde optie afhankelijk van diverse factoren, waaronder: - beschikbare financiële middelen; - politieke signatuur machthebbers; - druk graad vanuit de burgermaatschappij; - electorale overwegingen
  • 6. Burgerlijke, politieke en sociale rechten
  • 8. MARSHALL in Latijns-Amerika Burgerrechten: 19e eeuw Politieke rechten: begin 20e eeuw Sociale rechten: sinds jaren 30s
  • 9. Staat en sociaal beleid in L.A.  Periode 1 (1930-1980): ‘universalismo nominal’  Periode 2 (1980-2000): ‘neoliberale focalisering’  Periode 3 (2000-2016): ‘universalismo limitado’?
  • 10. Periode 1 (1930-1980): ‘universalismo nominal’  Crisis jaren 30: kritiek op liberalisme  Versterking rol van de staat (ministeries, ambtenaren, etc.)  Publiek beleid pro industrialisatie  Sociaal beleid pro georganiseerde arbeiders
  • 11. Periode 2 (1980-2000): ‘neoliberale focalisering’  Vaak autoritair neoliberalisme: bijv. Pinochet, Videla  Afbouw sociaal beleid (economische maar ook politieke doelen)  Staat wordt door markt vervangen
  • 12. Periode 3 (2000-2016): ‘universalismo limitado’?  Democratisering + neoliberale hervormingen  Kleinere maar ‘betere’ staat “ter versterking civiele maatschappij”  Van ‘focalisering’ naar ‘universalisering’ ?
  • 14. 19de eeuw: religiositeit, filantropie en zelf-hulp  Sociale steun in de 19de eeuw: taak vooral van de Kerk.  Van rijke burgers werden caritatieve daden verwacht  Sociale steun vooral taak van de familie en sociale netwerken (compadrazgo).  Actieve lidmaatschap in de kerk gaf extra contacten.  Patrón-cliënt verhoudingen.  Begin van mutuales obreras (socorro) onder arme werkers.
  • 15.
  • 16. Men verwachte weinig van de staat. Vooral op ‘zelf hulp’ gericht.
  • 17. 19de eeuw: beperkt publiek beleid  Inrichten van de territoriale eenheden (provincias, estados, etc.).  Inrichten van de nationale legers en politiekorpsen.  Inrichten van de rechtelijke macht.  Beperkte capaciteit (organisatorisch en financieel) om openbare werken te organiseren  Vooral bezig om het centraal gezag te consolideren
  • 18. Begin 20de eeuw: steun voor werkende groepen  Beperkte toegang tot sociale hulp; op basis van verplichte of vrijwillige contributies (afgetrokken van hun salaris).  Meer invloed van werkende bevolking georganiseerd in grote vakbonden  Het ontstaan van de ‘sociale kwestie’, druk om sociale wetgeving uit te breiden.  Politieke veranderingen onder nieuwe grondwetten met universele rechten  Crisis van de jaren 30, kritiek van het liberalisme  Staat moest meet sociale verantwoordelijkheid dragen.
  • 19. Chile
  • 21. Periode post 1930: publiek beleid gericht op industrialisering  Investeringen in infrastructuur  Het principe was: het beste sociaal beleid was werkplaatsen genereren,  Begin ‘planning’ bij de overheid  Respons op sociale onrust: populistische regimes.  Coöptatie arbeidersbeweging (of delen daarvan)  Ontstaan van ‘programas de protección social’  Grote kloof tussen georganiseerde volkssectoren in urbane centra en boeren.
  • 22. Periode post 1930: ‘universalismo nominal’  Populistische regeringen beloven ‘universele rechten’  Praktijk: cliëntelistische relatie met georganiseerde werkers  Marginalen vielen buiten de schema’s van ‘protección social’ (1930- 1960)  De crisis van de populistische regimes jaren ’50 leidde ook tot een (fiscale) crisis van de structuren van ‘protección social’: onbetaalbaar.  Jaren ‘60 (als gevolg van het Cuba-effect), regeringen proberen sociale omstandigheden van werkers te verbeteren (soms gefinancierd door de Verenigde Staten).  Politiek doel: radicalisering van de armen proberen tegen te gaan.
  • 23. Neoliberisme: 1980s en verder  Kritiek op sociaal beleid populistische regimes.  Kritiek rol van de staat: ‘te’ veel sociale programma’s.  Publiek beleid onder populisme gezien als ‘politiek gebruik’  Kritiek: populisme schept passiviteit en afhankelijkheid  En ook Verwaarlozing sectoren in echte nood  Reductie rol van de staat en vrijlating markt:  Afschaffing vele sociale programma’s (om fiscale tekorten te dichten).  Overgebleven programma’s reduceren en alleen toegankelijk voor armste bevolking (focalisering).  Systeem van ‘fichas sociales’ in te voeren om vast te kunnen stellen wie in extreme armoede leeft.
  • 24.
  • 25.
  • 26. Democratisering en neoliberaal sociaal beleid: jaren ’80s en ’90s  Nieuwe democratische regeringen beloofden sociaal gezicht van de staat te versterken maar economische crisis laat weinig geld over voor sociaal beleid  Discussie tussen ‘universalisme’ versus ‘focalisering’  Argument: financiële middelen alleen voldoende voor focalisering op armste groepen  Internationale financiële instellingen (IMF, etc.) lieten geen uitbreiding van de sociale uitgaven toe (conditionaliteit).  Uitbreken van rellen in de jaren ‘80 en toenemende sociale onrust liet de internationale instellingen van mening veranderen.
  • 27.
  • 28. Focalisering van social beleid  Vanaf 1990: internationale instellingen formuleren en financieren programas de emergencia (als tijdelijk gepresenteerd).  Decentralisering van de staat. ‘Small is Beatiful’?  Programma’s uitgevoerd op lokaal niveau  Al teken van democratisering gepresenteerd: burgers krijgen een stem in de formulering (en soms zelfs in de uitvoering) van diverse programma’s.  Goed voor transparantie in beleid: dichter bij de burgers, meer mogelijkheden voor controle.
  • 29. Sinds 2000: Focalisering wordt geïnstitutionaliseerd  Wantrouwen van regeringen tegen dit soort sociale programma’s nam af door: resultaten en politieke wist.  Gaan zelf programma’s uitbreiden en meefinancieren (als hun economieën dat toelaten).  Sociale programma’s ‘genationaliseerd’; de overheid maakt ze zich eigen.  Voorbeeld: ‘orçamento participativo’ in Brazilië.  Vele programma’s die nu 20 jaar of langer draaien  Lokale overheden hebben vaak verbeteringen aangebracht (adaptaties lokale omstandigheden).
  • 30. De opkomst van linkse regeringen en de stelling van protección social als burgerrecht  Jaren 90’ linkse sociale en politieke organisaties bekritiseerden programma’s gebaseerd op focalisering.  Werden gezien als een poging om aan het neoliberalisme een ‘human face’ te geven.  Voorstel: protección social door de staat als onderdeel van mensenrechten.  Discussie over burgerschap: bescherming als een recht  Recht op sociale voorzieningen gegarandeerd door de overheid  Vele nieuwe linkse regeringen zetten universele sociale rechten in nieuwe grondwetten.  Expansie universalisme vergemakkelijkt door 3 factoren: crisis van het neoliberalisme sinds 2008; de judicialización van het debat; en de economische bonanza
  • 31. Naar een Estado Benefactor of Neoliberalisme? Daniel Ortega Mauricio Macri