10. Application Cycle Management ICT Development Strategy Customer Organisation Strategy Customer Enviroment Strategy Life Cycle Management ICT Portfolio Management
11. Organisation Cycle Management Skills Definition Account Definition Market Definition DEMAND Service Delivery Definition Technology Definition OUTSIDE IN INSIDE OUT SUPPLY
12.
13.
Editor's Notes
BiSL = Business Information Services Library ITIL = IT Infrastructure Library ASL = Application Services Library, het processenmodel voor applicatiemanagement: applicatiebeheer én vernieuwing. Daarmee staat ASL in tussen ‘functioneel beheer’ dat meer gericht is op de gebruikerskant, en het ‘technisch beheer’ dat meer gericht is op de infrastructuur. Er moet uiteraard afstemming plaatsvinden tussen de vormen van beheer. En er is ook sprake van een cyclisch proces: van functionele wensen, via applicatie-ontwikkeling naar technische implementatie. En weer terug.
Processenmodel: ASL geeft een overzicht van de belangrijkste processen in applicatiemanagement. Procesbeschrijvingen: van elk proces zijn uitgebreide beschrijvingen beschikbaar, in het boek “ASL, een framework voor applicatiebeheer”, van Remko van der Pols, Uitg. Ten Hagen Stam, 2001. Best practices: bij elk proces horen praktische hulpmiddelen, denk aan formats, templates, tools. Deze worden beheerd door de ASL BiSL Foundation en worden beschikbaar gesteld via de website www.aslbislfoundation.org .
Hoofdkenmerken van ASL: - heldere verdeling in drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel - twee invalshoeken doorgevoerd: ‘service’- invalshoek en ‘applicatie’-invalshoek. Zowel op operationeel niveau als op strategisch niveau. Niet op tactisch niveau, want het tactisch management is juist overkoepelend ingericht. Processen op strategisch niveau: ACM staat voor ‘Applications Cycle Management’ : advies rond de life cycle van een applicatie of geheel van applicaties met als doel de bedrijfsprocessen van de klant optimaal te blijven ondersteunen. Dus: trendwatching van technologie, ontwikkelingen in de business, in de keten rond de business. OCM staat voor ‘Organization Cycle Management’ : gaat over de levenscyclus, ontwikkeling van de interne of externe ICT-dienstverlener, en zijn afzonderlijke diensten. Hoe moet je je als ICT-dienstverlener organiseren en welke diensten moet je leveren om aan de veranderende wensen van je klanten te voldoen?
Incident Control, ofwel ‘de helpdesk’: o.a. het afhandelen van service calls van eindgebruikers en functioneel beheerders; en het structureel analyseren van de service calls om gewenste verbeteringen in kaart te brengen. Availability Mngt.: het verzorgen en bewaken van de beschikbaarheid van ICT-diensten en - componenten. Configuration Mngt.: registreren en bijhouden van versies van programmatuur en documentatie. Capacity Mngt.: zorgt voor optimale inzet van ICT-middelen, dus op de juiste plaats, het juiste moment, juiste hoeveelheid tegen redelijke kosten. Continuity Mngt.: zorgt ervoor dat ICT-componenten beshikbaar blijven, door het treffen van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten.
Impact Analysis: wat zijn de voorwaarden en gevolgen van een wijzigingsverzoek? Design: nadere informatie-analyse en functioneel en technisch ontwerp. Realization: het bouwen en/of assembleren van nieuwe of gewijzigde objecten. Testing: testen, aanpassen, hertesten etc. Dit leidt uiteindelijk tot producten op die ter acceptatie aan opdrachtgever worden opgeleverd. Implementation: definitieve invoering van nieuwe of gewijzigde objecten. Bevat ook: conversie, opleiding en migratie. Eindigt met dechargeverlening.
Change Mngt.: bepalen welke wijzigingsvoorstellen aan een impactanalyse worden onderworpen en tenslotte al dan niet worden uitgevoerd. Software Control and distribution: de ‘productsluis’: aangepaste ICT-componenten worden overgedragen naar de productie-omgeving.
Planning and control: management van tijd en capaciteit van álle activiteiten rond beheer, onderhoud én vernieuwing van applicaties. Is best moeilijk omdat het gaat om projectmatige activiteiten (onderhoud & vernieuwing) naast continue activeiten (beheer), terwijl deze activiteiten vaak door dezelfde mensen worden uitgevoerd! Cost management: naast kostenbeheer, in geval van een externe dienstverlener, ook opbrengstenbeheer. Goed kostenmanagement levert inzicht op in financiele gevolgen van keuzes. Samen met de opdrachtgever wordt de beste keuze bepaald. Quality management: beslaat zowel de kwaliteit van het product als van het proces. Ook: de kwaliteit van de ingezette resources (mensen en hulpmiddelen) en organisatie-brede standaarden. Service Level Management: het specificeren van de gewenste diensten en het gewenste dienstverleningsniveau.
ACM: ICT-portfolio management: beschrijft het geheel van ICT-objecten en relatie van (het geheel van) die objecten met het bedrijfs beleid . Life cycle management: het matchen van de mogelijkheden van bestaande applicatie(s) met toekomstige eisen die het bedrijfs proces daaraan stelt. ICT-developments strategy: trendwatching van ICT-ontwikkelingen en mogelijke impact voor de gebruikersorganisatie. Customer organization strategy: analyseert ontwikkelingen en belemmeringen in gebruikersorganisatie en gevolgen voor applicatie(s). Customer environment strategy: analyseert ketenontwikkelingen en -standaarden en gevolgen voor applicaties en informatievoorziening van de organisatie.
OCM: Van ‘demand’ via ‘supply’ naar ‘delivery’: Market definition: bepaalt de toekomstige dienstverlening voor bepaalde marktsegmenten, op basis van markt- en klantontwikkelingen. Account definition: het bepalen van het gewenste imago etc voor de realisatie van de nieuwe dienstverlening. Skills definition: bepaalt de kennis en vaardigheden die de toekomstige dienstverlening van de organisatie vergt. Technology definition: bepaalt de (ontwikkel)hulpmiddelen, technologieen en methodieken die de toekomstige dienstverlening vergt. Service delivery Definition: beschrijft de dienstverlening die de markt wenst en die de dienstverlener kan leveren, vanuit zijn skills en technologie.
Mooi model, maar wat kun je er nu mee? Uniforme begrippen: Nu is binnen het werkveld nog een wilgroei aan begrippen: verschillende namen voor modellen, processen, functies, rollen. Leidt tot een spraakverwarring. Model van het werkveld: Het ASL-model kan fungeren als leidraad voor gesprekken met de gebruikersorganisatie (interne klant). Interne klant kan helder aangeven in welke processen hij de meeste knelpunten heeft, waar hij ondersteuning nodig heeft, etc. Rol- en procesbeschrijvingen: Het model geeft helderheid over andere processen en andere rollen, misschien voelt een medewerker zich meer aangetrokken tot andere rollen/processen dan waarin hij nu zit. Best practices: Bijvoorbeeld: Templates met allerlei varianten van SLA’s Template voor opstellen van een beheerplan
ASL BiSL Foundation: Bestuurspartners: Achmea, ASR Nederland, Capgemini BAS, Defensie - IVENT, Ordina, vts - Politie Nederland. En 20 kennispartners.